FILMMUZIEKMAGAZINE
MATTHIJS KIEBOOM - Componist van Dummie de Mummie NUMMER 179 – 43ste JAARGANG – OKTOBER 2014 1
Score 179 Oktober 2014 43ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek
FILMMUZIEKMAGAZINE REDACTIONEEL
Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Kernredactie: Paul Stevelmans en Sijbold Tonkens Aan Score 179 werkten mee: Anton Smit, Paul Stevelmans, Sijbold Tonkens
Eindredactie: Paul Stevelmans
Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Matthijs Kieboom, Martijn Schimmer, Andrés Goldstein, Daniel Tarrab
Jeugdfilms, familiefilms, kinderfilms ..... Nederland heeft een naam op het gebied van films voor een jong publiek. Zowel in binnen- als in buitenland. Elk jaar komen er talrijke nieuwe kinderfilms in de bioscopen die vaak een groot succes mogen beleven - en dan hebben we het niet alleen over de verschillende sinterklaasfilms rond deze tijd van het jaar. Een van de serieuzere films voor de jeugd is Dummie de Mummie van Pim van Hoeve. In deze Score kunt u een interview lezen met een van de componisten van deze film: Matthijs Kieboom. De nog jonge componist vertelt over de totstandkoming van de score en dan blijkt dat ook voor jeugdfilms alles uit de kast moet worden gehaald om een originele, inventieve en niet al te enge muzikale omlijsting te maken. Als je dan ook nog maar net bent verhuisd naar een nieuwe, goed geoutilleerde studio is het muzikale avontuur helemaal compleet. Een andere boeiende traditie die we in deze Score volgen is het jaarlijkse filmmuziekfestival van Krakau. Gastschrijver Anton Smit bezocht dit festival onlangs en wat hij er allemaal beleefde kunt u ook lezen in deze Score.
INHOUDSOPGAVE
3 Interview met Matthijs Kieboom 7 Krakau 2014 - Verslag 9 Interview met Goldstein en Tarrab 12 Elmer Bernstein: tien jaar geleden 14 Boekbespreking
2
15 Cd-recensies
EEN NIEUWE SCORE IN EEN NIEUWE STUDIO Interview met Matthijs Kieboom Liefst vier familiefilms gingen vorige week in de Nederlandse bioscopen in roulatie. Een daarvan is Dummie de Mummie van Pim van Hoeve. De score voor deze vrolijke film over de vriendschap tussen een Nederlands jongetje en een verdwaalde mummie werd geschreven door Matthijs Kieboom en Martijn Schimmer. Beide filmcomponisten betrokken enkele maanden geleden een nieuwe studio in Amsterdam. Kieboom sprak onlangs met Score over de muziek voor Dummie de Mummie en over de nieuwe studio waar nu in totaal vijf componisten en twee kantoormedewerkers werkzaam zijn. jaar oudere Martijn Schimmer in wiens studio hij in 2007 begon te werken. Films waarvoor beiden hebben gewerkt zijn onder meer Foeksia de miniheks (2010) en Bennie Stout (2011) evenals tv-series als In therapie (2010-2011) en daarnaast Verliefd op Ibiza (2013), zowel de film als de tvserie. Bij Bennie Stout van Johan Nijenhuis was het nog zo dat Schimmer en Kieboom beiden de helft van de score schreven. Bij Dummie de Mummie ligt die verhouding anders. Kieboom: ‘Bij Dummie heeft Martijn meer aan de producerende kant gezeten en heb ik meer gecomponeerd. Hij zat dan ook bij de opnamen achter de knoppen en dat vond ik wel fijn, want een deel van de Dummie-score heb ik zelf gedirigeerd.’ In Dummie de Mummie leert de jonge Goos op een dag een mummie kennen die op weg naar een museum in Leiden uit een verhuiswagen is gerold. Hoofdmoot van de film is hun vriendschap die vooral uitgelaten momenten kent maar ook enkele serieuze zoals de rouw om Goos' overleden moeder. ‘Dummie heeft enkele grote leidmotieven, dus echt melodietjes of themaatjes die ergens voor staan. Zo hebben we het thema van het jongetje Goos en de situatie waarin hij verkeert en dit thema keert op verschillende manieren terug: heel vrolijk, maar ook heel verdrietig. Dan is er een moederthema. Zijn moeder is overleden en aan het eind van de film wordt dat opgehaald. Gedurende de hele film zetten
Matthijs Kieboom.
Filmmuziek kan een mens reeds op jonge leeftijd in de greep krijgen. Daarover kan Matthijs Kieboom meepraten. Als opgroeiende tiener droomde hij van een bestaan als componist voor film. Met zijn nu 29 jaar heeft hij al meer dan twintig scores voor film en televisie op zijn naam staan, de meeste in samenwerking met de tien 3
Yahya Gaier en Julian Ras in Dummie de Mummie.
we een wat stoere, mannelijke sfeer neer (rauwe sounds, harde gitaren) en voor de mamalijn wilden we daar in geluid iets recht tegenover zetten. Het merendeel van de score heeft een western-feel en omdat het hier over de moeder gaat was het een logische keuze om daar een zangeres voor te vragen. Al vanaf de eerste bespreking wist ik dat ik dit wilde doen met mezzosopraan en goede vriendin Janneke Schaareman, een waanzinnige zangeres die vorig jaar Carmen speelde in de reisopera. Zij zingt op Ennio Morricone-achtige wijze haar partij.’
grappig zijn. Tot slot zitten er een paar echte shootoutachtige muziekscènes met elektrische gitaar in de score en er wordt heel veel gefloten, als in een western.’ Hoe ontstond het idee om voor de mannelijke kant van de score westernmuziek te gebruiken? ‘Pim heeft een heel duidelijke sfeer gekozen: het wordt een western in de polder. Normaal gesproken wil ik het wiel opnieuw uitvinden voor een genre of voor een stijl. Maar omdat het een kinderfilm is, ligt het er zo dik bovenop, dan kun je maar een ding doen en dat is heel hard meegaan in die gekozen stijl. Ik heb er de grootste lol in gehad om met een elektrische gitaar de juiste sound te zoeken die Ennio Morricone gebruikt, denk aan een zweepslag. Ik vond het ook leuk om muzikale grapjes in de score te stoppen. Morricone laat bijvoorbeeld bij een aantal scènes in The Good, the Bad and the Ugly maar ook in Once Upon a Time in the West enkele mannen 'wowowo' roepen. Dat hebben we ook een aantal keren in Dummie gedaan. Hier in de studio hebben we drie collegacomponisten naar de opnameruimte gehaald en gezegd: Jongens, doe mee, we gaan bij deze scène 'dum-mie-mum-mie'
Scarabee Een ander belangrijk thema in de score is dat voor de scarabee van Dummie. ‘Hij heeft een scarabee waardoor hij in leven blijft en op gegeven moment is hij die kwijt. Het scarabeethema heeft niet zozeer melodie maar meer een paar noten die telkens als het over die scarabee gaat even worden aangehaald. Het thema heeft ook iets statigs waardoor je bijna een soort van ontzag krijgt voor de scarabee. Daarnaast is er een aantal kleinere themaatjes die zo nu en dan worden aangehaald en die heel 4
roepen. Nou, dit zit dan zo in de score verweven, al hoor je dat niet echt goed. Ja, je hoort in ieder geval dat enkele mannen iets roepen.’
Dit waren overigens de eerste grote opnamen in onze nieuwe studio met 25 strijkers en 9 koperblazers.’ Kinderen
Een groot deel van de score karakteriseert Kieboom als muziek tussen Wes en western. Wes slaat op Wes Anderson in wiens films vaak verrassende instrumenten worden gebruikt bij de meest uitzinnige vondsten in humoristische scènes. Aan het begin van Dummie de Mummie zien we in een animatiesequentie hoe Dummie zijn verleden aan de wand schetst. De begeleidende muziek wordt door uitheemse instrumenten uitgevoerd. ‘Ik gebruikte hier heel veel verschillende etnische instrumenten door elkaar. Vaak komen ze helemaal niet uit Egypte of omstreken. Ik gebruikte vooral snaarinstrumenten als de charango, de dulcimer, de ukelele, de saz en de oud en blaasinstrumenten zoals de duduk, de nay, de bansuri en de panfluit.’ Ronduit orkestraal is de muziek tijdens het hilarische hoogtepunt van de film wanneer Goos
Heeft het schrijven van muziek voor een kinderfilm zijn beperkingen? ‘Nee, ik denk juist dat het heel veel grenzen doorbreekt. Je kunt muzikaal soms in één keer een rare zwaai maken omdat een kinderfilm dat ook kan doen en daardoor hoef je bij een kinderfilm minder in een hokje te denken. Kijk, op het moment dat je echt een genrefilm hebt, ben je negen van de tien keer ook muzikaal best wel gebonden. Wanneer het in een kinderfilm eng wordt, ga je het niet doodeng maken, want dan zit je met natte bioscoopstoelen omdat iedereen uit angst in zijn broek heeft geplast. Daar heb je geen zin in, dus dan zorg je wel voor een soort van lichtvoetigheid ook als het soms spannend wordt. Dat is dan misschien de enige beperking die je hebt.’ De samenwerking met Pim van Hoeve noemt Kieboom bijzonder prettig alsmede constructief. ‘Voordat de film in de montage zat had ik al muzikale schetsen gemaakt en naar Pim gestuurd om duidelijk te hebben welke kant we op zouden gaan. Vaak kwam Pim bij me en dan gingen we een stuk van de film kijken en hadden we het erover: waar begint de muziek, waar stopt de muziek, en wat vertelt de muziek, welke klanken gaan we gebruiken? Ik vind het geweldig inspirerend om de regisseur op zijn manier te horen vertellen wat hij met een bepaalde scène bedoelt: hebben we het hier over het gemis van de moederfiguur of hebben we hier een parallel met de samenleving? Dat vind ik hele interessante dingen die uiteindelijk essentieel zijn voor de muziek. En later in de week kwam hij terug en liet ik hem zien hoe ik mijn composities maakte en dat vond hij heel leuk om te zien. Op die manier inspireer je elkaar toch wel heel erg. Componeren blijft heel persoonlijk, het komt tussen mijn oren vandaan. Je stelt je kwetsbaar op en daarom is
Ton Kas en Julian Ras in Dummie de Mummie.
en zijn schoolmeester de verdwenen scarabee moeten zien terug te vinden. ‘Die hele eindscène speelt zich af in een museum, in beeld is dat een ode aan Indiana Jones and the Temple of Doom. Muzikaal zitten we dan ook heel erg richting John Williams. De muziek is orkestraal en iets statiger en heeft daardoor een geheel ander klankbeeld dan de rest van de score. De muziek voor deze museumscènes heb ik met het Gelders Orkest opgenomen, een orkest waarmee ik al jaren een heel fijne samenwerking heb. 5
het ook heel belangrijk dat je een goede band hebt met degene met wie je samenwerkt.’ Vindt Kieboom het prettig als een regisseur veel feedback geeft? ‘Kijk, wat ik belangrijk vind is dat een regisseur zich heel vrij voelt en gewoon zegt wat hij denkt. Ik wil niet dat de regisseur denkt: hij heeft nu al drie keer iets moeten aanpassen, ik vind het vervelend om het een vierde keer .... Vraag het vooral! We maken het samen, ik faciliteer met de muziek jouw product, maar houd je vooral niet in.’ Verhuizing Op 1 mei jongstleden verhuisden Schimmer en Kieboom samen met hun collegacomponisten hun studio van Barendrecht naar Amsterdam. Waarom deze verhuizing? ‘De belangrijkste reden was om dichter bij de klanten te zitten. Ik ben destijds een aantal projecten misgelopen omdat een regisseur op de fiets langs wil komen, met de hond bij wijze van spreken. Barendrecht was aan de andere kant van de wereld. Je merkt nu dat regisseurs en producenten bij de opnamesessie willen zijn en daardoor zien ze ook veel meer van het proces van de filmcomponist en ook wat muziek met de film doet. Daarnaast werden we in Barendrecht te groot. We hadden meer ruimte nodig en het idee was eerst om in Amsterdam een tweede studio te openen. En eenmaal in het proces realiseer je je dat het financieel misschien interessanter is om je hele toko te verplaatsen dan twee vestigingen te hebben, want zeker op tv-gebied hebben we een redelijk complexe werkwijze waarbij meerdere mensen aan één project werken, dus wil je ook eigenlijk dat alle systemen hetzelfde zijn. Op het moment dat er iemand in Barendrecht en iemand in Amsterdam aan hetzelfde project zit te werken, wordt dat lastig. In dat opzicht waren we er dan ook redelijk snel uit dat het één grote studio in Amsterdam zou moeten worden.’
Matthijs Kieboom, Pim van Hoeve en Martijn Schimmer (onder) kijken in de control room van de nieuwe studio naar de opnamen van de strijkers voor Dummie de Mummie.
De studio draait alweer enkele maanden op volle toeren. Naast zes studio's waar de componisten elk in alle rust kunnen werken is er een opnameruimte waar de zojuist gecomponeerde muziek als het ware meteen kan worden gespeeld, desnoods met een orkest. Hoe prettig de nieuwe locatie is werd duidelijk uit de samenwerking met Van Hoeve. Kieboom: ‘Pim zat twee tot drie avonden in de week hier bij mij. Hij was heel erg nauw betrokken bij de muziek. Meestal krijgen de regisseur of de producent een computerfiletje dat ze openen en beluisteren: o.k., klaar. Maar nu zitten ze echt in het compositieproces en zien ze hoe ik de muziek schrijf en hoe het orkest die speelt en wat voor emoties daarbij komen kijken. En dat merk je ook terug in bijvoorbeeld de mix, dat ze iets meer waarde aan de muziek hechten en soms juist ook de effecten wat zachter zetten.’ Inmiddels heeft Kieboom drie scores in Amsterdam tot stand gebracht: naast Dummie de Mummie schreef hij de muziek voor de omstreden film De overgave en voor de serie Bluf die sinds 11 september van dit jaar wordt uitgezonden op RTL5. PS 6
KRAKAU FILMMUZIEKFESTIVAL 2014 GEGROEID VAN INTIEM CONCERT NAAR SPORTARENA Zoals in oudere Scores te lezen is, ga ik elk jaar naar het filmmuziekfestival in de Poolse stad Krakau (FMF). Ik weet nog heel goed dat de organisatie twee jaar geleden bijna geen festival meer kon houden door financiële problemen. Gelukkig konden ze dat jaar drie concerten doen. Vorig jaar was het festival daarom beduidend kleiner. We konden genieten van een concert van Ernst Reijseger in een klein kerkje. Dit jaar was het anders. Twee concerten konden worden gegeven in een sportarena voor meer dan 15.000 man. Daarmee heeft het festival zijn publiek verdubbeld sinds vorig jaar. Van Kieboom tot Zimmer Het festival had dit jaar heel veel componisten. Naast onze Matthijs Kieboom waren er ook Oscarwinnaars zoals Elliot Goldenthal en Dario Marianelli. Maar zij waren niet alleen! Ze werden vergezeld door Bartosz Chajdecki, Johan Söderqvist, Garry Schyman, Patrick Doyle en tot slot de topper Hans Zimmer. Tijdens het festival waren er weer masterclasses, workshops en vragenuurtjes waar je alle verhalen kon horen over hun ervaringen in de filmmuziekindustrie.
Noorse film Kon-Tiki met muziek van Johan Söderqvist, live gespeeld onder de film. Het was een prima film en dat is voor mij een probleem. Als ik een film bekijk dan let ik op de beelden en de dialogen en besteed ik niet veel aandacht aan de muziek. De muziek is dus helaas niet bij mij blijven hangen. Volgende keer als er weer een concert met film is ga ik van te voren de film eerst bekijken om de muziek meer aandacht te kunnen geven.
Sommige componisten waren erg open tegenover hun fans. Patrick Doyle is altijd heel vrolijk. Hij is erg nieuwsgierig richting zijn fans en stelt graag vragen. Hans Zimmer is helaas erg gewend aan Hollywood. Er waren altijd mensen in pak bij hem in de buurt zodat een praatje, foto of handtekening eigenlijk onmogelijk was. Het was best tegenstrijdig, wat hij in zijn vragenuur vertelde. Hij zei namelijk dat hij van intimiteit houdt en graag een concert in de huiskamer wil geven. Hoogtepunt van alle dagprogramma’s was het vragenuur op zondag waar alle grote componisten aanwezig waren. Patrick Doyle zorgde voor de vrolijke noot en Elliot Goldenthal kon met zijn scherpe opmerkingen de zaal laten gniffelen.
Het tweede concert was in de nieuw gebouwde sportarena in Krakau. Het concert dat gegeven werd, heb ik twee jaar geleden ook al gehoord op Fimucité op Tenerife: liederen van de Bond-films, ook dit keer gedirigeerd door Diego Navarro. Hij was niet alleen van Tenerife gekomen; hij had zijn beste zangeressen ook mee: Lorena García en Esther Ovejero. Samen met bekende en minder bekende Poolse zangers en zangeressen zongen zij de liederen. Voor mij is dit niet echt een filmmuziekconcert. Het zijn voor mij popliedjes met een orkest op de achtergrond. Gelukkig was de uitvoering zeer goed! Mijn favoriet van de avond was de toegift: Another Way
De concerten in de Arena en de fabriekshal Het eerste concert was in de welbekende fabriekshal. Op het programma stond de 7
Masterclass met Patrick Doyle, Elliot Goldenthal en Dario Marianelli.
to Die met alle zangers op het podium met een spetterend orkest.
voor fluit. Fluitist Sara Andon speelde werken zoals Spartacus en Breakfast at Tiffany's. Verder werden bekende werken gespeeld van de gastcomponisten. Muziek van onder andere Thor, I, Frankenstein, Anna Karenina en nog vele andere. De klappers kwamen aan het einde van de avond beginnend met Grand Gothic Suite van Elliot Goldenthal met muziek uit zijn twee Batmanfilms. Deze muziek werd ondersteund door een indrukwekkende lichtshow met voornamelijk alle Batmanlogo's. De avond eindigde met een zeer indrukwekkende maar vooral luide versie van Inception met Hans Zimmer zelf achter de piano.
Het derde concert was het hoofdconcert van het festival: Gladiator met Hans Zimmer als eregast. Net als Kon-Tiki keken we deze film met live orkest. Gelukkig zijn de muziek en de film mij bekend dus kon ik echt van de muziek genieten. Medecomponist Lisa Gerrard zou ook aanwezig zijn. Helaas was zij op het allerlaatste moment verhinderd. Haar vervanger kon haar aandeel in de muziek uitmuntend vertolken. Het was een geslaagd concert van een goede film met goede muziek. Wel zat er helaas een schoonheidsfoutje in het geluid: de dialogen waren soms slecht te horen. Lastig als je de Poolse ondertitels niet kunt lezen.
FMF gaat door Het FMF is terug en is groter dan ooit. Naast de normale concerten en sessies overdag waren er zelfs nog meer concerten onder de vlag 'AlterFMF'. Er was bijvoorbeeld een concert in het teken van muziek van videospellen gespeeld door een kleinere bezetting. Ook speelde een jeugdorkest filmmuziek voor kinderen. Ik ben heel benieuwd wat het FMF ons volgend jaar zal brengen.
Het slotconcert stond in het teken van de Amerikaanse muziekorganisatie ASCAP die 100 jaar bestaat. Eigenlijk was dit het enige concert waar de filmmuziek zelf centraal stond. De avond startte net als vorig jaar met de FMF Young Composer award. Vorig jaar werd deze gewonnen door Matthijs Kieboom. Weer was er een Nederlands succesje: onze Joep Sporck won dit jaar de derde prijs. Het programma werd voortgezet met oude filmmuziek bewerkt
AS (tekst en foto masterclass) 8
‘AL ONZE MUZIEK KOMT UIT DEZELFDE PEN’ Andrés Goldstein en Daniel Tarrab over hun score voor Wakolda Het heeft lang geduurd, maar binnenkort kunnen we dan eindelijk Wakolda, de nieuwe film van Lucía Puenzo, aanschouwen. Wakolda ging vorig jaar in wereldpremière op het Filmfestival van Cannes, werd vervolgens in tal van landen uitgebracht en eerder dit jaar dong de film namens Argentinië mee naar de Oscar voor de beste niet Engelstalige film. Net als voor haar vorige films schreven Andrés Goldstein en Daniel Tarrab de muziek voor deze beklemmende film van Puenzo. Wakolda is vanaf 6 november in Nederland te zien.
Andrés Goldstein en Daniel Tarrab.
Lucía Puenzo is de dochter van Luis Puenzo, regisseur van onder meer La historia oficial (1985), winnaar van de Oscar voor de beste niet Engelstalige film in 1986. Lucía debuteerde in 2007 als regisseuse met het ook in Nederland uitgebrachte XXY, een indringend portret van een meisje met kenmerken van beide geslachten. De Argentijnse vervolgde haar carrière als regisseuse twee jaar later met El niño pez. Voor beide films componeerden landgenoten Andrés Goldstein (1954) en Daniel Tarrab (1958) de muziek (Laura Zisman werkte mee aan El niño pez). Beide
componisten verwierven eerste bekendheid met hun overrompelende score voor La puta y la ballena (2004), overigens de laatste film die Luis Puenzo regisseerde. Voor XXY en Inheritance (2006) werden beide componisten in 2007 in Gent onderscheiden met de Discovery Award. Wakolda is de derde film die Goldstein en Tarrab met Puenzo maakten en heeft buiten Argentinië als titel The German Doctor. De film verhaalt over Joseph Mengele die anno 1960 in Argentinië ondergedoken leeft en op een dag moet vrezen dat zijn 9
ware identiteit aan het licht zal komen. Hoe was de hernieuwde samenwerking met Lucía Puenzo? Andrés Goldstein: ‘Fantastisch. We voelen elkaar goed aan en iedere keer dat we samenwerken wordt dat alleen maar beter. We hebben steeds minder woorden nodig om elkaar te begrijpen. Interessant was dat Lucía geen muziek wilde uit de tijd waarin de film speelt. Het is dus geen muziek uit de jaren '60 geworden. Wij schreven moderne muziek met elektrische gitaar en vreemde geluiden.’
king met de regisseur verdelen we de te componeren cues. We hebben allebei een eigen studio en dus componeren we nooit met vier handen aan een piano. Van tijd tot tijd vragen we elkaars mening over de geschreven composities. Deze aanpak is een echte uitdaging want we moeten homogeniteit van de gehele score nastreven.’ Tarrab beaamt deze woorden: ‘Alles komt als het ware voort uit één en dezelfde pen, maar desondanks hoor ik mijn eigen stem terug. Alles wat we schrijven is dus een compositie van twee mensen.’ Lucía Puenzo kwam om de vier dagen langs om de
Fusie De stijl van Goldstein en Tarrab is als zo vaak een fusie tussen orkestrale klanken enerzijds en gitaren en etnische instrumenten anderzijds. Daniel Tarrab: ‘Zoals de duduk, de oud en de saz, een Turks snaarinstrument. We zijn heel blij dat we ons in ons werk niet hoeven te beperken tot één enkele categorie muziek. Heel wat componisten worden in een hokje geduwd: die is geschikt voor orkestraal werk en die voor kleinschalige instrumentatie. Wij hebben onze eigen stem gevonden in velerlei muziekstijlen. Dat doen we het liefst.’ Goldstein vult aan: ‘Aan het begin van onze samenwerking speelden we rock and roll en jazz. Daarna richtten we ons steeds meer op het componeren en orkestreren van muziek.’
Natalia Oreiro als de moeder in Wakolda.
opgenomen cues te beluisteren. De opnamen vonden plaats in hun studio. Bij een belangrijk orkestraal gedeelte was ze present. Wreed Dat Joseph Mengele een onaangenaam heerschap is behoeft geen betoog. Was het niet moeilijk om voor een dergelijk abject hoofdpersonage muziek te moeten schrijven? Tarrab: ‘Niet echt. Weet je, met Lucía's vader Luis werkten we aan some who lived ¹. We zagen toen alle denkbare gruwelen van de Holocaust en die ontroerden ons zo hevig dat ik mij nog steeds delen van de getuigenissen uit die film letterlijk kan herinneren. Toen we met Mengele aan de gang gingen wisten we wie hij was en we wisten ook dat Argentinië vele nazi's indertijd binnen liet. Wakolda is een thriller over dit monster en dus een speelfilm
Àlex Brendemühl als Joseph Mengele in Wakolda.
Hoe gaan Goldstein en Tarrab aan de slag met het scoren? Goldstein: ‘Na de bespre10
waarbij we niet de gevoelens van de kijker wilden raken.’ Inderdaad wilden de twee componisten niet op extreme wijze aantonen hoe wreed deze dokter was, want vult Goldstein aan: ‘Het is puur fictie.’ Vergeleken met de gevoelige muziek voor Inheritance en La puta ya la ballena is Wakolda nogal donker getoonzet, praktisch zonder herkenbare melodieën die de harten van de kijkers dienen te ontroeren. Wakolda werd in Argentinië goed ontvangen en Goldstein en Tarrab waren tevreden over hun score die anders was dan Inheritance maar toch hun kenmerkende stempel droeg.
verstilt. Dat is magisch!’ Wat vormt voor Goldstein de uitdaging van een score? ‘Wat me het meest boeit is het huwelijk tussen de muziek en het beeld. Toen ik Wakolda na voltooiing zag vormden de muziek en het beeld een eenheid en voelde ik dat we hadden bereikt wat we beoogden. Sommige scènes zou je kunnen ondersteunen met diverse soorten muziek, maar als je de perfecte muziek voor die ene scène maakt, dan is dat pure magie.’
Àlex Brendemühl en Florencia Bado in Wakolda.
Wat Goldstein en Tarrab graag willen weten van de regisseur met wie ze samenwerken is waarom en wanneer er muziek moet komen in de film. Soms is de muziek overdadig omdat er problemen zitten in het script die door de muziek moeten worden opgelost. De waaromvraag is dan ook altijd legitiem. Maar ook vragen over de momenten waarop muziek te horen moet zijn, zijn van groot belang. Tarrab: ‘Wanneer moet de muziek beginnen en wanneer moet ze verstillen? Met Lucía, haar vader en andere regisseurs is dit allemaal zo helder dat wanneer je de film ziet je niet het gevoel hebt dat je wordt lastig gevallen door de muziek. Op sommige momenten besef je niet eens wanneer de muziek begon en wanneer ze
PS ¹ some who lived (algunos que vivieron) is een gedeelte uit de documentaire Broken Silence (2002) dat werd geregisseerd door Luis Puenzo. De andere regisseurs waren Pavel Chukhrai, Vojtech Jasný, Andrzej Wajda en János Szász. De mede door Steven Spielberg geproduceerde vijfdelige documentairereeks die in vijf landen werd opgenomen laat de verschrikkingen van de Holocaust zien aan de hand van ooggetuigen van weleer.
11
TIEN JAAR GELEDEN Herinnert u zich de zomer van 2004 nog? In juli van dat jaar overleden binnen 48 uur Jerry Goldsmith en Piero Piccioni. Nog geen maand later overleed David Raksin en alsof dat nog niet genoeg was bereikte eenieder die een voorliefde voor filmmuziek heeft minder dan twee weken later het droevige bericht dat ook Elmer Bernstein van ons heengegaan was. Na deze enorme aderlating zag het filmmuzikale landschap er geheel anders uit, althans zo leek het in eerste instantie. Tien jaar later ziet een boek het daglicht over de laatste van de vier indertijd betreurde filmcomponisten. The Magnificent Elmer is de titel van de memoires van Elmer Bernsteins eerste vrouw Pearl Bernstein Gardner. Evil (1971) voor een primeur. En in 2006 baarde de release van de uit twaalf cd's bestaande box Elmer Bernstein's Film Music Collection veel opzien. Tien jaar na Bernsteins overlijden is er een andere herinnering aan de legendarische grootmeester die met zijn score voor The Man With the Golden Arm in 1955 een enorme impuls gaf aan jazz als ondersteunende muziek in films, maar evenzeer met de lyrische score voor To Kill a Mockingbird (1962) wist te imponeren en niet te vergeten zijn misschien wel bekendste thema: The Magnificent Seven (1960). Bernstein is tweemaal getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw publiceerde eerder dit jaar haar memoires waarin zij in het bijzonder de twintig jaar die ze met de componist getrouwd was beschrijft. Pearl Glusman trouwde op 21 december 1946 met de toen nog onbekende componist en heette vanaf die dag Pearl Bernstein. In 1963 liep het huwelijk op de klippen en twee jaar later volgde de scheiding.
Elmer Bernstein (foto uit The Magnificent Elmer).
Sinds zijn dood op 82-jarige leeftijd zijn er heel wat cd's uitgebracht met Bernsteins muziek waardoor zijn enorme œuvre van ruim 200 scores nog meer bekendheid verwierf: veel vroeg werk uit de jaren '50 zoals The Tin Star (1957) en Some Came Run-ning (1958), scores uit de jaren '60 zoals A Girl Named Tamiko (1962) en Hud (1963) maar evenzeer werk uit latere jaren zoals Zulu Dawn (1979), Heavy Metal (1981) en ¡Three Amigos! (1986). Het ging soms om een eerste cd-uitgave zoals God's Little Acre (1958) of een eerste geluidsdrager überhaupt zoals in het geval van Rampage (1963). Nog vorige maand zorgde de eerste cd-release van de score van See No
In The Magnificent Elmer - de ondertitel luidt My Life With Elmer Bernstein - belicht Pearl in 26 korte hoofdstukken haar leven met de componist, vanaf het moment dat ze elkaar leerden kennen tot zijn dood. Het merendeel van de anekdotische hoofdstukken betreft de twintig jaar dat zij als man en vrouw leefden. Pearl Bernstein Gardner (haar huidige echtgenoot Gerald 12
Gardner schreef dit boek met haar, vandaar haar tweede achternaam) haalt op vaak ironische wijze, maar ook met de nodige zelfspot, herinneringen op aan de jaren waarin zij en Elmer in New York in bescheiden omstandigheden een bestaan probeerden op te bouwen, al snel verhuisden naar Los Angeles waar Elmer gestaag begon te werken aan een succesvolle carrière als vooraanstaand, baanbrekend filmcomponist en ten slotte de jaren van voorspoed waarin er meer ruimte was voor de familie en de prestigieuze films waarvoor Elmer werkte.
meemaken en op deze wijze verrijken ze ongetwijfeld onze kijk op de mens Elmer. Pearls rake en beknopte beschrijvingen van 26 episoden uit Elmer Bernsteins leven zijn uniek te noemen, want hoeveel vrouwen hebben een boek geschreven over hun echtgenoot de filmcomponist? In de appendix van het boek staat een link naar een site waar muziek van Elmer kan worden beluisterd tijdens het lezen en voorts voegde Pearl een lijst toe van alle scores die hij schreef: van Saturday's Hero (1951) tot en met Far From Heaven (2002). Zes decennia lang heeft Elmer Bernstein ons deelgenoot gemaakt van zijn onvergetelijke, liefdevolle en oprechte filmmuziek.
De scheiding doet zij openhartig en zonder wrok uit de doeken. Opvallend is dat zij Elmer altijd een warm hart is blijven toedragen, van de prille jaren na de scheiding tot aan zijn dood. De jaren zonder Elmer komen in een enkel hoofdstuk nog voorbij zoals de enige Oscar die hij mocht ontvangen (voor Thoroughly Modern Millie (1967)) en de aanloop naar zijn comeback met Animal House in 1978. Toen was hij al getrouwd met zijn tweede vrouw Eve Adamson, die in het aangrijpende hoofdstuk Her or Me slechts bij haar voornaam wordt genoemd. In de vier laatste hoofdstukken gaat het vooral om Pearl en daarmee vormen deze anekdotes hoofdzakelijk het verhaal van Pearl Bernstein Gardner en in mindere mate de biografie van Elmer Bernstein. Op de een na laatste pagina lezen we dan dat volgens Pearl eigenlijk Elmer de schrijver van dit boek had moeten zijn. En inderdaad heeft hij geregeld pogingen ondernomen om een autobiografie te schrijven, maar er kwam steeds weer een nieuwe score tussen en zo klaarde Pearl uiteindelijk deze klus.
The Magnificent Elmer: My Life With Elmer Bernstein. Pearl Bernstein Gardner en Gerald Gardner. RosettaBooks, New York, 2014. ISBN 978-0-7953-4335-3, 139 blz. Prijs: $ 13,46 (Amazon). Als audiobook verkrijgbaar vanaf 1 december aanstaande via Bol.com.
Komen we nu veel meer te weten over die magnificent Elmer dan we allang wisten? Veel van wat Pearl schrijft is bekend, maar de huiselijke taferelen en de ambities, twijfels, sterke en zwakke kanten van de componist kunnen we nu van dichtbij
PS
13
BOEKBESPREKING: Eindelijk een Engelstalige biografie Boeken over John Williams zijn er al genoeg: twee Duitse, een Spaans en een Frans. Vreemd genoeg is er nog nooit een Engelstalig boek over een van de levende legendes van de filmmuziek verschenen. Emilio Audissino doorbrak de Engelse stilte en schreef de eerste Engelstalige biografie van dit inmiddels 82-jarige filmmuziekicoon. ken waarin hij de klassieke Hollywoodscores van componisten als Korngold en Steiner beknopt beschrijft, vergelijkt hij de filmmuzikale werken van Williams met die gouden scores. In een tijd van toenemende invloeden vanuit de jazz en vooral de popmuziek, hippe stijlen waarvan Williams regelmatig gebruikmaakte in zijn scores in de jaren '60, ontwikkelde hij een procedé voor symfonische filmmuziek dat met Star Wars zijn definitieve beslag kreeg, al wijst Audissino erop dat Williams twee jaar eerder voor Jaws al een zogeheten neoromantische score had geschreven. Vervolgens analyseert Audissino in een lang hoofdstuk de sprankelende score voor Raiders of the Lost Ark (1981). Typische neoromantische kenmerken zijn het gebruikmaken van een symfonieorkest, Mickeymousing en leidmotieven. Maar bij deze analyse evenals op andere plekken in het boek laat Audissino zien dat Williams eigenlijk vele muziekstijlen naast elkaar toepaste, van atonale naar moderne jazzy invloeden die zowel zijn vroegere scores als zijn huidige nog kenmerken.
Het is altijd een raadsel geweest waarom nu pas een boek over Williams in het Engels verschijnt. In een van de hoofdstukken van John Williams's Film Music zet Audissino, van geboorte Italiaan en al enkele jaren onderzoeker aan de Universiteit van Southampton, uiteen hoe door de serieuze klassieke muziekwereld nog steeds wordt neergekeken op Williams. Of dit de reden is dat er nu pas een Engelstalig werk is ontstaan, blijft echter de vraag. Misschien heeft het overweldigende œuvre alsmede Williams' onsterfelijke hedendaagse reputatie de ongetwijfeld vele plannen om een biografie te schrijven gedwarsboomd. Want om een boek te schrijven over de man die in zijn eentje de klassieke Hollywoodscore uit de gouden jaren '30 en '40 weer nieuw leven wist in te blazen moet je van goeden huize komen.
Ondanks de beperking om slechts drie scores van de componist uitgebreid onder de loep te nemen slaagt Audissino erin ook het andere imposante werk van Williams zij het vluchtig - te analyseren en zo toch tot een redelijk alomvattend portret van deze gigant onder de Amerikaanse filmcomponisten te komen. Hopelijk volgen nu meer auteurs om het belangwekkende werk van Williams nader te onderzoeken. John Williams's Film Music. Emilio Audissino. The University of Wisconsin Press, Madison, 2014. ISBN 978-0299297343, 317 p. Prijs: € 21,99 (Bol.com). PS
Gelukkig pakt Audissino de handschoen slim op. Na enkele inleidende hoofdstuk14
CD-RECENSIES UNDER THE SKIN Milan Records M2-36678 12 tracks, 46:57 Voor de derde film van de Britse regisseur Jonathan Glazer schreef de jonge componiste Mica Levi (1987) haar eerste score. Under the Skin is de titel van de film waarin Scarlett Johansson als mysterieuze vrouw in Schotland een gevaar vormt voor mannen. Creation heet de openingstrack en die mag gerust exemplarisch worden genoemd voor de rest van de score. Een geluid dat steeds sterker wordt en bij nadere beluistering wordt 'gespeeld' door krijsende, welhaast jankende strijkers gaat langzaam over in een geluidsgolf die enkele minuten aanhoudt. In track 2 (Lipstick to Void) gaat alles min of meer verder en is de geluidsgolf enkele tonen hoger, ditmaal strak begeleid door een trage beat en later weer door schel klinkende violen. Het moge duidelijk zijn: dit is geen orkestrale score en evenmin speelt hier een strijkkwartet fraaie melodieën. De Britse Levi heeft filmmuziek gemaakt die een hallucinerende sfeer oproept vol enge, dreigende momenten, steeds weer ondersteund door die omineuze beats. Toch horen we halverwege een (melodieus!) thema ontstaan dat al in track 1 in embryovorm te onderscheiden viel. De coda van de afsluitende track - Alien Loop geheten verwijst in zijn afstervende golven naar het begin van de score. Deze even intrigerende als bezwerende score zal zeker in de film beter werken dan op cd waar hij zonder twijfel menigeen zal afschrikken. Maar origineel en verfrissend is het des te meer. PS GEMMA BOVERY Milan Records 399596-2 15 tracks, 26:52 Gemma Bovery is een kleine score van Bruno Coulais voor regisseuse Anne Fontaine. Met een handvol muzikanten nam hij de amper vijftien minuten durende score op, althans zo lang duurt deze op de cd. Het instrumentarium bestaat slechts uit piano, strijkers en harp. Met de openingstrack Générique de fin bewijst de Franse componist wederom zijn vakmanschap: nerveus pianospel begeleid door staccato strijkers en later een harp zetten binnen drie minuten een prachtige, verwachtingsvolle melodie neer die enkele keren zal terugkeren als hoofdthema. Voor de rest horen we een verzameling uiterst korte stukjes die soms ternauwernood een melodieus thema aan weten te stippen. Twee tracks zijn geïnspireerd door Camille Saint-Saëns, zo lezen we in het cd-boekje. Na de originele score sluiten drie popliedjes deze cd af. Voor je het weet is de originele score voorbij. En dat is meteen het grootste 'bezwaar' tegen deze cd: het had allemaal veel langer mogen duren. PS 15
WAKOLDA Quartet Records QRSM027 24 tracks, 41:44 De Argentijnse regisseuse Lucía Puenzo verfilmde haar eigen roman Wakolda. Boek en film verhalen over een dokter die kennis maakt met een gezin in Patagonië anno 1960. Heel langzaam dringt tot de ouders door dat er iets niet pluis is met deze dokter die in werkelijkheid niemand minder dan Joseph Mengele is. Voor Puenzo's derde film schreven Andrés Goldstein en Daniel Tarrab de muziek net als voor haar vorige twee films, waarvan XXY (2007) ook in Nederland te zien was. Goldstein en Tarrab zetten hun bekende stijl voort die wordt gekenmerkt door gitaarklanken met zo nu en dan een orkestrale begeleiding. In hun rustige gitaarspel, zowel de elektrische als de akoestische, weerklinkt de stemming van de film die varieert van opgewekt tot somber met regelmatig een ongemakkelijk moment. Sommige van de veelal korte tracks duren minder dan een minuut en bestaan louter uit enkele lang aangehouden gitaarakkoorden. In The Hunt Has Begun keert het hoofdthema terug, ditmaal in een samengaan van gitaar en orkest en deze combinatie horen we ook in de laatste track, getiteld Wakolda End Credits. Het indringende thema krijgt hier een meer traditionele uitvoering. Het mooie van deze grotendeels door een klein combo uitgevoerde score is dat hij met weinig muzikale middelen de spanning en het mysterie treffend weet op te voeren en nooit overheersend wordt behalve - zoals gezegd - in de twee door orkest begeleide tracks. PS
SUMMIT Quartet Records QR146 20 tracks, 48:20 In 1968 schreef Giorgio Bontempi het politieke drama Summit. Hij regisseerde ook de film met in de hoofdrollen Gian Maria Volonté en Mireille Darc. De muziek voor deze film werd geschreven door Mario Nascimbene. Hoewel Nascimbene ruim honderd films op zijn naam heeft als componist is dit een van zijn minst bekende werken. Hij brak internationaal door met de film A Farewell to Arms in 1957. Voor Summit schreef en arrangeerde hij een bluesachtige score met een hoofdthema dat in verschillende variaties van jazz tot swing en van foxtrot tot tango terugkeert. Het swingthema heeft met het elektronisch orgel soms wat weg van hiphopmuziek. Nascimbene was zijn tijd ver vooruit zonder dat hij het wist. Ook zitten er verschillende songs in de score die vertolkt worden door Jula de Palma. Het verhaal van de film speelt deels in Parijs en een accordeon is daarom in de muziek opgenomen met een melodramatisch thema. Soms waan je je in een jazzbar waar de muziek op de achtergrond de sfeer bepaalt. In het boekje wordt verteld dat de score de film aardig opkrikt. Het was blijkbaar een moeilijke film om door te komen. Ook staan de twee tracks die ooit op single waren verschenen op de cd. Een mooie, heel andere en erg toegankelijke score van Mario Nascimbene. ST 16
POVERI MILIONARI Digitmovies DPDM015 19 tracks, 55:58 Arme miljonairs is de vertaling van de filmtitel. Dino Risi regisseerde deze komedie uit 1959. De titelsong, een vlot rumbanummer dat goed in het gehoor ligt, wordt gezongen door Tony Dallara. Dit nummer is destijds als single uitgebracht en het zou best kunnen dat dit in Italië een hit is geweest. De score werd gedirigeerd en gecomponeerd door Armando Trovajoli. Zijn muziek is typerend voor die tijd: lichtvoetige swingende jazz. Het hoofdthema keert in de score regelmatig in prachtige orkestraties terug. Zo is er een versie op trompet en ook een op elektrische gitaar. Er staan natuurlijk ook nog andere thema’s op de cd. Zo zijn er nog de songs Amare un’altra en La mia piccola pena uitgevoerd door Fred Buscaglione e i suoi Asternovas. De pianosolo’s zijn van Trovajoli zelf en de mondharmonica is van (uiteraard) Franco De Gemini. Wat de score zo mooi maakt is het tijdsbeeld dat er nog geen elektronica in de score zat, maar echte violen, een vibrafoon en een gedempte trompet. En daar nog een dwarsfluit bij. Prachtig! Ook een Hongaarse stijl komt voorbij. Het valt ook op dat Trovajoli fan was van George Gershwin. Trovajoli pleegt geen plagiaat, maar hij schreef eigen muziek in Gershwins stijl bij enkele tracks. Denk aan Rhapsody in Blue. De geluidskwaliteit voor mastertapes uit 1959 is nog erg goed. Eén track is zelfs in stereo. ST THE EQUALIZER Varèse Sarabande 3020672948 11 tracks, 51:26 De Britse filmcomponist Harry Gregson-Williams heeft in Hollywood zijn sporen met name verdiend in het actiegenre. Zijn gespierde scores voor enkele films van Tony Scott kenden een mix van orkestrale en elektronische muziek. Ook The Equalizer van Antoine Fuqua, het nieuwe actievehikel van Denzel Washington, kent deze formule. Met Fuqua werkte Gregson-Williams al in 1998 samen bij The Replacement Killers, de debuutfilm van de regisseur. Het hoofdthema weerklinkt meteen in de openingstrack Alone. Tegen een elektronische achtergrond voeren hoge en lage strijkers en een door de componist bespeelde piano het gevoelige hoofdthema kalm uit. Dit thema van Robert McCall alias The Equalizer keert veelvuldig terug in de volgende stukken die opvallend beheerst van toon zijn. De synths zorgen voor een galmende, ruimtelijke dimensie die als het ware het muzikale geweld in toom lijkt te houden. Huzarenstuk is de lange track It's All a Lie waarin Gregson-Williams met ijle violen, elektronische percussie en muzikale effecten voor een ijzingwekkende sfeer zorgt. Ook de elektronica in Make an Exception valt op, vooral het percussiegedeelte dat voortdurend dreigend klinkt. In de afsluitende track The Equalizer horen we een laatste maal het hoofdthema, dit keer in een robuuste uitvoering. Al met al is dit een redelijke actiescore dankzij het indringende hoofdthema en de originele elektronische muziekeffecten die vooral tijdens het kijken verdienstelijk werken. PS 17
TRASTEVERE Digitmovies CDDM254 24 tracks, 58:34 Voor het eerst compleet en in stereo de soundtrack Trastevere door de broers Guido en Maurizio De Angelis. Trastevere is een volkswijk in Rome aan de andere kant van de rivier de Tiber (Tevere). Fausto Tozzi regisseerde in 1971 deze film met in de hoofdrol Nino Manfredi die ook de titelsong zingt. Die titelsong is geschreven door de regisseur en G. & M. De Angelis. De muziek van de broers De Angelis is herkenbaar. Maurizio De Angelis speelt solo Spaanse gitaar en samen met Guido doet hij ook vocale stukken in de score. Geen liedjes, maar la la la’s en ha ha ha’s. Soms zwoel. G. & M. De Angelis zijn doorgebroken met hun scores voor de Bud Spencer en Terence Hill films. Diezelfde stijl is duidelijk in deze film terug te horen. De track Vicoli is mogelijk gebaseerd op een volksdeuntje. Nicola Piovani heeft hetzelfde thema in A.A.A. Achille uit 2003 als hoofdthema hergebruikt. De score heeft verschillende thema’s voor de diverse personages in de film waardoor het een gevarieerd geheel wordt. Ook varieert de orkestratie van kerkorgel tot blokfluit en van gitaar tot orkest. De score werd gedirigeerd door Gianfranco Plenizio. De eerste elf tracks werden in 1971 op lp uitgebracht. Nu is de hele score te beluisteren. Erg leuk allemaal. ST THE MAZE RUNNER Sony Masterworks 500352 21 tracks, 62:57 John Paesano is een Amerikaanse componist die vanaf het begin van deze eeuw voor twee dozijn films, tv-series en videogames de muziek heeft geschreven. Een film met zijn muziek die in ons land draaide was Hirokin (2012) en in datzelfde jaar was de tv-serie Dragons te zien, ook met zijn muziek. The Maze Runner moet zijn grote doorbraak worden. De grotendeels door jonge acteurs bevolkte sciencefictionthriller speelt zich bijna geheel af in een immens doolhof waar geen uitweg uit te vinden lijkt. De score benadrukt tijdens het kijken het gevoel opgesloten te zijn met dank aan een elektronische galm met onvermijdelijke beats die bij het verplaatsen van de doolhofmuren een bulderend, verwoestend geluid mee krijgen. Veel actiemuziek horen we, want The Maze Runner is boven alles een enerverende film met zo nu en dan persoonlijke verfijning die Paesano lyrisch en dus met de nodige strijkers versterkt. Bij het begin en eind van de score horen we een prachtig hoofdthema dat door repetitieve strijkers vooral aan het begin opzwepend klinkt en zijn schaduw op wat komen gaat vooruitwerpt. Deze vooral functionele score is bij vlagen de moeite waard, zij het zonder een echt originele indruk achter te laten. Wie meer muziek wil horen van Paesano hoeft niet lang te wachten. Eind deze maand gaat When the Game Stands Tall in Nederland in roulatie. Met zijn muziek. PS 18
QUANDO LE DONNE AVEVANO LA CODA Digitmovies CDDM259 22 tracks, 53:54 When Women Had Tails is de Engelse titel voor deze komische fantasiefilm uit 1970 geregisseerd door Pasquale Festa Campanile. Het verhaal speelt in de oertijd toen mensen nog met knuppels en berenvellen door het leven gingen. Ennio Morricone schreef een bijzondere score voor deze film gedirigeerd door Bruno Nicolai. Het openingsthema begint vocaal, een mannenstem - Auwa, auwa auawauwauwa -, een hoorn, een ocarina, I Cantori Moderni Di Alessandroni. En een fagot als bodem voor het thema. Ook horen we regelmatig Edda Dell’Orso met haar zwoele stem. De orkestratie is ook bij deze score van Ennio Morricone weer net zo belangrijk als de compositie. Letterlijk hoor je liedjes als tiedeldom tiedeldom tiedeldiedom dom. Heel apart allemaal en toch zo mooi en vrolijk. Ook oergeluiden als in de track Pantomima delle caverne komen voorbij en gaan dan over in een soort pantomimeballet op dwarsfluit en tuba. Heel bijzonder. De track I civettoni is een bewerking van Altijd is Kortjakje ziek, oorspronkelijk een oud Frans lied: Ah! vous dirai-je, maman (1761). Mozart schreef in 1778 twaalf variaties op de melodie (KV 300e), waardoor soms ten onrechte wordt gedacht dat hij de melodie gemaakt heeft. Nu is Morricone’s veelzijdige score voor het eerst compleet op cd. Echt een aanrader voor wie deze muziek nog niet kent. ST INTO THE STORM Varèse Sarabande 3020672928 18 tracks, 47:32 Brian Tyler grossiert voornamelijk in gespierde actiescores. Vorig jaar deed hij Iron Man Three en Thor: The Dark World en dit jaar The Expendables 3. Voor de tornadofilm Into the Storm van Steven Quale tapt hij grotendeels uit hetzelfde vaatje. De cd begint met twee robuuste composities, het titelnummer en Atonement, waarna we in Fate voor het eerst het ingehouden hoofdthema horen. In Humanity Arising richt Tyler de schijnwerpers op de emotionele kant van de film waarna zich de score goeddeels langs twee lijnen voortbeweegt: actiemuziek en contemplatieve muziek. Opvallend tijdens het kijken naar de film is dat de vaak overweldigende stormscènes op beheerste wijze worden ondersteund door Tylers score. En dat mag gerust een verademing worden genoemd, want vandaag de dag is het vaak geheel anders bij dit soort films. De beheerste inzet van muziek zorgt samen met een mooi hoofdthema en overwegend aantrekkelijke, melodieuze actiemuziek voor een pakkende, beknopte score. PS
19
A WALK AMONG THE TOMBSTONES Varèse Sarabande 3020672970 13 tracks, 30:35 Liam Neeson speelt de laatste jaren met enige regelmaat de eenling die opkomt tegen het kwaad in bloedstollende actiefilms als Taken (2008) en het vervolg Taken 2 (2012). Laatste in deze reeks wraakfilms is A Walk Among the Tombstones van Scott Frank. Voor de originele score tekende Carlos Rafael Rivera, die hiermee zijn debuut als filmcomponist maakt. De score begint veelbelovend met een slaapliedje dat door een onheilspellende orkestrale begeleiding steeds verraderlijker klinkt. De rest van de score is afwisselend dreigend en een variatie op het bedrieglijke hoofdthema van het slaapliedje. Rivera kent zijn klassiekers want tracks als Kenny's Story en Kenny in the Basement begint hij met Hermannesque sinistere vioolklanken. In die laatste track zorgt duivels gezang voor extra spanning. Rivera's thrillerscore is een adequaat debuut dat niet bijster origineel is. Op deze cd staat overigens veel minder muziek dan in de film te horen is. PS WILD IS THE WIND La-La Land Records LLLCD 1315 Cd 1: 27 tracks, 68:51 Cd 2: 15 tracks, 38:59 Wild Is the Wind is een melodrama uit 1957 van regisseur George Cukor. Anna Magnani, Anthony Quinn en Anthony Franciosa spelen de hoofdrollen in dit driehoeksdrama dat zich afspeelt op het platteland van Nevada. De emoties lopen geregeld flink op wat voor een filmcomponist natuurlijk een boeiende uitdaging vormt. Dimitri Tiomkin kweet zich voorbeeldig van de taak dit broeierige drama vol passie muzikaal te ondersteunen. Grootste troef van zijn score is de overbekende titelsong die Johnny Mathis aan het begin van de film zingt. Dit hoofdthema verweeft Tiomkin behendig in het leeuwendeel van de score, een aanpak die hij vaker toepaste (zie bijvoorbeeld High Noon (1952)). Magnani speelt een Italiaanse bruid die naar Amerika wordt gehaald om haar gestorven zus min of meer te vervangen. Voor deze betreurde Rossana schreef Tiomkin een ander, minder frequent te horen, thema dat door de mandoline wordt gespeeld. Een opmerkelijke track is Horse Chase waar in een razendsnelle opeenvolging vele thema's en cues aaneen worden gesmeed tot een onstuimige cocktail. Op deze dubbel-cd horen we eerst de complete originele score zoals die in de film werd gebruikt. Sommige delen van de tracks werden uiteindelijk verwijderd. Op de tweede cd horen we de score zoals deze indertijd op lp werd uitgebracht. Hier klinken sommige tracks weelderiger wat de zoetsappige strijkers bewijzen. Wild Is the Wind is Hollywoodmuziek uit de nadagen van de gouden periode: glad maar onweerstaanbaar. PS 20
TUAREG - IL GUERRIERO DEL DESERTO GDM 4336 20 tracks, 38:44 Een avonturenfilm (Tuareg: The Desert Warrior) uit 1984 geregisseerd door Enzo G. Castellari. Mark Harmon speelt de hoofdrol. De muziek voor deze film is van Riz Ortolani. Het is Riz weer gelukt een mooi, bijna romantisch hoofdthema te componeren. Zijn stijl is herkenbaar. Ook Ortolani is een componist van de oude stempel die gaat voor het symfonische werk, hoewel er ook elektronische muziek in de score zit. Omdat het verhaal zich in de woestijn afspeelt met kamelen en geweren is er soms etnische muziek te horen met trommels en andere percussie. Het gaat daarbij altijd gepaard met violen die op de achtergrond een thema meespelen. Het is een gevarieerde score met spannende thema’s en soms drama. Hoewel de score niet al te lang duurt, staat alle muziek uit de film op de cd. Het was de makers blijkbaar te veel werk de film te bekijken en alle tracks een titel te geven. Ze heten nu allemaal Tuareg (seq. 1 t/m 20). Het boekje van twaalf pagina’s is vol foto’s en posters uit de film. Het verhaal en de credits staan in het Italiaans en Engels beschreven. Toch een interessante score die uit de Ortolaniarchieven is opgedoken. ST THE MAN WHO SHOT LIBERTY VALANCE/ DONOVAN'S REEF Kritzerland KR 20028-4 32 tracks, 53:09 Cyril Mockridge (1896-1979) was een Brits componist die in 1922 emigreerde naar de Verenigde Staten en uiteindelijk in Hollywood belandde waar hij voor 20th Century Fox zou werken van 1935 tot 1961. Van zijn rond 250 film- en tv-scores is weinig op geluidsdrager verschenen. Deze uitgave van Kritzerland is dan ook meer dan welkom. Twee scores voor films van John Ford uit de laatste jaren van zijn carrière krijgen we te horen: The Man Who Shot Liberty Valance (1962) en Donovan's Reef (1963). In beide films spelen John Wayne en Lee Marvin de hoofdrollen. De eerste is een van de laatste westerns van Ford. Mockridge schreef een westernscore waarin alles zit: een stoer hoofdthema, saloonmuziek, Mexicaanse muziek met zang, onheil in een dodenmars en daarnaast verweefde hij op verzoek van Ford het Ann Rutledge Theme van Alfred Newman uit Young Mr. Lincoln (1939) om vergane liefde te evoceren, zo lezen we in het cd-boekje. Donovan's Reef is geheel andere koek. Deze komedie speelt zich geheel af op Hawaï en de niet al te lange score bestaat uit korte stukjes Hawaiiaanse muziek met dan weer een pluk jazz en dan weer zang. Voorts duikt hier en daar een traditional op in deze overwegend zorgeloze, opgewekte score. Voor wie nog nooit gehoord heeft van Mockridge vormt deze cd een uiterst aangename kennismaking met deze productieve filmcomponist. PS 21
I DUE SANCULOTTI Digitmovies CDDM258 22 tracks, 52:34 Giorgio Simonelli regisseerde in 1966 de Italiaanse komedie I due sanculotti. De titel is vertaald naar het Nederlands als De twee drollenvangers, een soort wijde kniebroek. Tijdens de Franse revolutie werden burgers zonder inkomen “sans-culottes” genoemd, omdat men zich geen pantalon kon permitteren. Velen van hen gingen bij het leger. Zo ook de twee hoofdpersonen in deze film die werden gespeeld door Franco Franchi en Ciccio Ingrassia. De muziek voor deze film werd gecomponeerd en gedirigeerd door Piero Umiliani. Hoewel hij vaak met jazz geassocieerd wordt, blijkt hij toch in alle muziekstijlen thuis te zijn. De film begint met een militaire mars waar La Marseillaise ook een paar noten meedoet. In tracks 3 en 21 horen we een leuke bewerking van Amilcare Ponchielli’s La Gioconda. De score heeft een hoofdthema dat we regelmatig terug horen. Maar ook muziek van Mozart zit in de score verwerkt. De klassieke muziekkennis van Umiliani is in deze score duidelijk aanwezig. Het klinkt hier en daar barok met klavecimbel en soms weer militaristisch met marsjes. Toch is het een leuke cd met een vrolijke ondertoon die past bij een komedie. Umiliani leefde niet zoals foutief in het boekje staat van 1956 tot 1984, maar van 1926 tot 2001. ST MAPS TO THE STARS Howe Records HWR-1014 16 tracks, 38:34 Tussen grote producties zoals delen van The Hobbit schrijft Howard Shore ook kleinschalige scores. Zoals voor deze nieuwe film van landgenoot David Cronenberg. Maps to the Stars borduurt muzikaal voort op het concept dat Shore toepaste op Cosmopolis (2012), Cronenbergs vorige film: een grotendeels door soundscapes gedragen score die door een klein muzikaal gezelschap werd opgenomen in Berlijn. In de film horen we amper muziek en in voorkomende gevallen creëert zij - veelal op de achtergrond - een sfeer van onbehagen en latente dreiging. Want het leven onder de sterren van Hollywood is allesbehalve vredig, laat staan gelukkig. Shore laat in enkele tracks zoals Fire and Water en Secrets Kill etnische percussie (tabla) de overhand nemen en zo wordt het dreigende onheil dat vanaf het begin van de film onvermijdelijk is extra voelbaar. Naast enkele minimalistische stukken biedt Shore een enkele keer een elektronisch rocknummer en in sommige nummers is zelfs een hoofdthema - treurig en weinig hoopvol - te bespeuren zoals in de afsluiter Blanket of Stars. Het resultaat van deze potpourri is bij vlagen fascinerend, maar dan moet je wel open staan voor etherische muziekklanken. PS 22