Handboekregeling 6.2.3. Gesprekscyclus voor docenten met een tijdelijke aanstelling Inhoudsopgave:
Pagina:
Klik op het betreffende onderwerp om direct door te gaan naar de juiste pagina
Procedure begeleiding en beoordeling van in tijdelijke dienst aangestelde docenten
3
Lb- docent Beeld Lb-docent
6
Functiebeschrijving Lb-docent
7
Competenties en gedragsbeschrijvingen Lb-docent
10
Lc-docent Beeld Lc-docent
12
Functiebeschrijving Lc-docent
13
Competenties en gedragsbeschrijvingen Lc-docent
16
Ld-docent Beeld Ld-docent
17
Functiebeschrijving Ld-docent
18
Competenties en gedragsbeschrijvingen Ld-docent
21
Format Persoonlijk Plan LB LC en LD
22
Lesobservatieformulier
33
Feedbackscan VO
34
Format sectie
36
Format voortgangsgesprek
37
Format beoordelingsformulier
38
PROCEDURE BEGELEIDING EN BEOORDELING VAN IN TIJDELIJKE DIENST AANGESTELDE DOCENTEN Uitgangspunten 1. Begeleiding wordt gegeven door begeleiders uit verschillende gremia. 2. Bij de beoordeling van tijdelijk aangestelde docenten worden de volgende bronnen gebruikt: Lesbezoek met lesobservatieformulier (minimaal 2); Leerlingenenquêtes (feedbackscan); Voortgangsgesprekken (minimaal 2); Observatie conrector/verslagen gesprekken; Analyse door de docent op de resultaatgebieden (functieomschrijving) en de competenties Lb/Lc/Ld; Advies sectie/team. 3. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd door de conrector. 4. De beoordeling en de voordracht wordt door de conrector voorgelegd aan het College van Bestuur. 5. Het College van Bestuur bekijkt of de in deze regeling beschreven procedure is gevolgd. Indien dit het geval is, bekrachtigt zij de beoordeling door deze vast te stellen en neemt een besluit ten aanzien van het al of niet voortzetten van het dienstverband en de vorm waarin dat zal gebeuren. Het besluit van het College van Bestuur wordt schriftelijk aan de docent overgebracht. Begeleiding De begeleiders van de nieuwe docent dienen met diens opgedragen taken rekening te houden. De taak van de begeleiders bestaat onder meer uit het vergemakkelijken van de intrede van de nieuwe docent binnen de school en het zo optimaal mogelijk functioneren van het nieuwe personeelslid. De begeleiding van een docent bestaat in beginsel uit een vakdidactische begeleiding en een algemene begeleiding. De middelen die de begeleiders daarbij ten dienste staan zijn bijvoorbeeld: 1. Het regelmatig voeren van gesprekken met de betrokken docent; 2. Het bijwonen van lessen van de tijdelijk benoemde docent; 3. Het geven van praktische tips. De verschillende begeleiders zijn: 1. Een algemeen begeleider voor nieuwe docenten. 2. Binnen de sectie/team is 1 docent/collega verantwoordelijk voor de begeleiding. 3. Elke nieuwe docent volgt een coachingstraject met een hem of haar toegewezen coach. Voortgangsgesprekken Aan het einde van de introductie- en begeleidingsperiode moet vastgesteld kunnen worden of de betrokken docent zijn/haar functie binnen de school zelfstandig en op een kwalitatief voldoende niveau uit kan voeren. Om tot een verantwoord eindoordeel te kunnen komen wordt er minimaal twee keer de eerste tien maanden, van het tijdelijk dienstverband, een formeel voortgangsgesprek (met het daaraan gekoppelde lesbezoek en leerlingenquête) door de conrector met het betrokken personeelslid gehouden.
2
In het voortgangsgesprek komen in ieder geval de volgende punten aan de orde: -
de voortgang in de persoonlijke ontwikkeling van de docent; de resultaatgebieden uit de functieomschrijving; de vakinhoudelijke kennis en pedagogische- en didactische vaardigheden van de docent; de opbouw van de lessen; de orde en sfeer in de klas; de houding van de docent tijdens flextijd / keuze uren, het geven van sturing en het coachen van leerlingen; participatie van de docent in niet-klasgebonden activiteiten binnen de school / projecten; vaardigheden van de docent op het terrein van leerlingbegeleiding; het verloop van de in- en externe contacten van de docent; betrokkenheid bij buitenschoolse activiteiten.
-
Beoordeling Als beoordelaar treedt op de conrector. De conrector stelt een beoordeling op, waarin opgenomen: -
conclusies n.a.v. het lesbezoek; conclusies n.a.v. de analyse door de docent op de feedbackscan; andere activiteiten; conclusies n.a.v. de analyse door de docent op de resultaatgebieden en kritische competenties; conclusies n.a.v. het advies van de sectie en het team.
De conrector voert het beoordelingsgesprek. Onderwerpen van gesprek in het beoordelingsgesprek zijn: - de op schrift gestelde beoordeling; - de visie van het betrokken personeelslid daarop. De op schrift gestelde beoordeling heeft als basis de bij het voortgangsgesprek benoemde aandachtspunten.
De uitgebrachte beoordeling en de voordracht wordt voorgelegd aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur bekijkt of de in deze regeling beschreven procedure is gevolgd. Indien dit het geval is bekrachtigd zij de beoordeling door deze vast te stellen en neemt een besluit ten aanzien van het al of niet voortzetten van het dienstverband en de vorm waarin dat zal gebeuren. Het besluit van het College van Bestuur wordt schriftelijk aan de docent overgebracht.
Verslaglegging Van de voortgangsgesprekken en het beoordelingsgesprek wordt door de conrector een verslag opgemaakt. De conrector en de docent ondertekenen de verslagen. Het nieuwe personeelslid ontvangt een exemplaar van elk getekend verslag. De originele verslagen worden door de conrector in het archief van de school bewaard.
Rechtspositionele consequenties Voortzetten dan wel beeindigen van het dienstverband:
3
Op grond van de uitgebrachte beoordeling neemt het College van Bestuur een besluit ten aanzien van het al dan niet voortzetten van het dienstverband en de vorm waarin dat zal gebeuren. Dat besluit wordt in alle gevallen en tenminste drie maanden voor het verstrijken van de termijn waarvoor het dienstverband is aangegaan, schriftelijk mede gedeeld aan het betrokken personeelslid.
Verlenging tijdelijke benoeming In geval van een verlenging van de tijdelijke benoeming gaat de beslissing vergezeld van een opsomming van die punten waaraan betreffend personeelslid nog moet werken of verbetering moet laten zien. Opnieuw worden afspraken gemaakt over de begeleiding van de docent. Voor de docent die voor een tweede jaar een tijdelijke benoeming krijgt, herhaalt de beoordelingsprocedure zich op overeenkomstige wijze als in het eerste jaar.
Niet verlenging tijdelijke benoeming In het geval de tijdelijke benoeming niet wordt voortgezet (om andere redenen dan het niet of duidelijk onvoldoende functioneren van het personeelslid) ontvangt het personeelslid samen met het afschrift van de (laatste) beoordeling een uitnodiging voor een exit-gesprek. In dit gesprek tussen conrector en docent worden de eventuele opties om in dienst te treden van een andere school binnen het samenwerkingsverband besproken. Hij/zij kan op grond van die informatie zelf actie ondernemen in de richting van een openstaande functie.
In diensttreding Wordt de tijdelijke benoeming omgezet in een vast dienstverband, dan vormt de beoordeling de basis voor het voeren van een PP-gesprek. In dit gesprek wordt de gewenste ontwikkeling van de docent in de komende jaren besproken, waarna de docent instroomt in de gesprekkencyclus van de school.
Bezwaar De docent in tijdelijke dienst, die het niet eens is met de inhoud van de uitgebrachte beoordeling, de daaraan verbonden consequentie(s) of de gevolgde procedure, kan daartegen bezwaar maken conform de binnen de school gehanteerde procedure. De docent heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken nadat de beoordeling is vastgesteld en bekendgemaakt schriftelijk bezwaar hiertegen in te maken door het indienen van een bezwaarschrift bij de bezwaaradviescommissie. In het bezwaarschrift legt de medewerker gemotiveerd uit wat de inhoud van het bezwaar is. De bezwaaradviescommissie neemt kennis van onderliggende beoordelingsdocumenten en hoort zowel de beoordelaar als de docentgezamenlijk in een zitting. De bezwaaradviescommissie brengt schriftelijk advies uit aan het College van Bestuur over het te nemen besluit op het bezwaar. Het College van Bestuur neemt een beslissing op het bezwaar en deelt dit schriftelijk en gemotiveerd mee aan de docent die bezwaar heeft gemaakt. De docent heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de beslissing op het bezwaar hiertegen in beroep te gaan bij de bestuursrechter.
4
LB DOCENT Beeld LB docent
De goede RSG docent: De goede RSG docent is continu bezig met de eigen ontwikkeling op de volgende terreinen: Omgang met leerlingen: beschikt over ruime pedagogische- en vakinhoudelijke bagage en kan deze met overtuiging inzetten; Is respectvol, empathisch, eerlijk en oprecht geïnteresseerd; heeft passie voor het vak en het overbrengen van vakkennis; Is didactisch in staat de lesstof op verschillende manieren aan te bieden en de les zodanig te organiseren dat dit tot optimale leerprestaties leidt. Hierdoor worden verschillende leerstijlen van leerlingen aangesproken; Heeft natuurlijk overwicht en verwerft gezag door prestaties. Eigen ontwikkeling: heeft zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan; Is intrinsiek gemotiveerd om zichzelf doelen op te leggen, door reflectie de resultaten te evalueren en zich verder te ontwikkelen in de breedte of in de diepte. Samenwerking in team/sectie/school: is breed inzetbaar; is een ‘teamplayer’: is in de samenwerking in team en sectie open, eerlijk en loyaal ten opzichte van genomen besluiten; is aanspreekbaar op de bijdrage aan team/sectie; voelt zich verantwoordelijk om zaken met en voor elkaar te doen. Persoonlijkheid: heeft passie; heeft empathisch vermogen; is loyaal; heeft een intrinsieke motivatie.
5
FUWA-VO Sessie Functie-informatie
Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau IVc FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie
Docent LB RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 10 10 - IVc Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 43343 43333 33 43 46 beheerder 29-06-2010 2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Lb-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De Lb-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lb-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSG-visie; het uitdragen en uitvoeren van genoemde visie.
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkeling (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs; maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde
6
-
doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, maakt deze bespreekbaar met collega's en (in- of externe) deskundigen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en de ontwikkeling van de leerling.
Resultaatgebied 3: Bijdrage aan onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen; draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs en participeert in werk- en projectgroepen; draagt bij aan het (in team/sectie verband) ontwerpen van onderwijsmateriaal, modulen en andere delen van het curriculum. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; adviseert over studieloopbaan keuzes en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste kanalen (personen, instanties etc.). Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt actief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en op de resultaten/opbrengsten daarvan; houdt zicht op de kwaliteit van het eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte en/of in de diepte. Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
7
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering van het onderwijsleerproces; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bijdrage aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsprogramma voor het eigen vakgebied, de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken. Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden, de bijdrage aan het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs; het beoordelen van leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden -
algemeen theoretische vakinhoudelijke kennis; algemeen theoretische pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse, actuele onderwijskundige methoden en technieken; kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en- inzicht in onderwijskundige samenhangen in relatie tot het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; vaardigheid in het toepassen van pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van onderwijsassistenten en instructeurs; vaardigheid in het samenwerken met collega's in team/sectie; organiserende en communicatieve vaardigheden.
Contacten -
met leerlingen over studievoortgang en gedrag om te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te inspireren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, verzuim en welbevinden van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
8
DOCENT Lb
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
Competentie Pedagogisch competent
Gedragsbeschrijving voor Lb-docent past de pedagogische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en weet zijn eigen stijl hierin te integreren; geeft positieve feedback op inbreng van leerlingen, neemt initiatieven en feedback van leerlingen serieus; stimuleert dat leerlingen zich bij hem en bij elkaar op hun gemak voelen door zich uitnodigend en open op te stellen; kan leerlingen door zijn enthousiasme motiveren en boeien voor het vak; toont belangstelling voor zowel de studieresultaten als persoonlijke ontwikkeling en interesses van leerlingen, maakt echt contact met leerlingen. past de didactische stijl toe waarvoor de RSG heeft gekozen en weet zijn eigen stijl hierin te integreren; geeft duidelijk aan wat de inhoud van de lessen is, gebruikt de studiewijzer en bewaakt dat voor de leerlingen duidelijk is wat van hen wordt verwacht; kiest afwisselende didactische werkvormen passend bij de leerlingen, inhoud en de leerdoelen van de les; maakt een overzichtelijke planning, verdeelt de stof goed over de weken, houdt rekening met de moeilijkheidsgraad van de stof, bouwt ruimte in voor uitloop/inhalen; kent de actuele stand van zaken op zijn vakgebied; is actief in het ontwikkelen van zijn eigen kennis en vaardigheden; stemt de lesstof af op voorgaande en volgende leerjaren en volgt de leerlijn die is afgesproken binnen de sectie. stimuleert en motiveert het verbeteren van het prestatieniveau bij zichzelf, leerlingen, en collega's; geeft feedback op het huiswerk, signaleert en analyseert daarbij leervragen en behandelt deze in de les; beoordeelt rechtvaardig en is daarin transparant; kan laten zien tot welk resultaat zijn inspanningen hebben geleid; kan op eigen en gezamenlijke resultaten reflecteren. is in staat problemen te signaleren op gebied van: - leren leren; - leren leven; - leren kiezen; weet dit om te zetten in adequate vorm van begeleiding; kan doelgerichte gesprekken voeren met leerlingen, ouders en/of andere betrokkenen; stimuleert dat leerlingen zich actief inzetten ten behoeve van hun eigen leerproces, benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen; stimuleert leerlingen om een actieve rol in het leerproces op te pakken, bv laat leerlingen zelf keuzes maken binnen gestelde kaders en geeft ruimte om te leren van fouten; volgt de studieresultaten en signaleert of er extra aandacht aan bepaalde vakken moet worden besteed; fungeert als voorbeeld en aanspreekpunt voor de leerling en zijn ouders/verzorgers, zorgt dat hij benaderbaar en bereikbaar is; geeft relevante informatie over de leerlingen door aan betrokken collega’s en de conrector en vermeldt het in LVS.
Vakinhoudelijk/ didactisch competent
Resultaatgerichtheid
Competent in het begeleiden van leerlingen
9
Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling
levert een actieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerking op school, bv in sectie- en teamvergaderingen; komt afspraken na; stelt zich flexibel op en is bereid om iets extra’s te doen. toont een ontwikkelingsgerichte instelling ten aanzien van zijn eigen functioneren en probeert zijn werkwijze voortdurend te verbeteren; toont betrokkenheid, voelt zich medeverantwoordelijk voor het functioneren van de school; creëert feedbackmomenten door bv collega’s om verbetersuggesties te vragen of hen bij de les uit te nodigen of bij hen lessen te bezoeken; houdt zijn didactische-, pedagogische- en vakkennis actueel, ontplooit professionaliseringsactiviteiten.
10
LC DOCENT Beeld LC docent
Een LC docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LC docent staat ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen: Rol in team/sectie; is drager en overdrager van de (onderwijs)visie van het team; voelt zich extra verantwoordelijk, pakt de voortrekkersrol; is inspirator; heeft een voorbeeldfunctie; kan mensen op basis van gezag mobiliseren; heeft een analyserende en reflecterende houding t.o.v. ontwikkelingen binnen team/sectie; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team; heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren, kijkt over het eigen vak heen; heeft een coachende houding naar collega’s; heeft een voortrekkersrol bij onderwijsontwikkeling/activerende didactiek; is innovatief (vak/didactiek). Kennis:
specifieke/unieke expertise op een bepaald gebied.
Persoonlijkheid: is bereikbaar/beschikbaar/aanspreekbaar; kan mensen mobiliseren; ziet kansen en weet ze in daden om te zetten.
11
FUWA-VO Sessie Functie-informatie
Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie
Docent LC RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 11 Vb 11 - Vb Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 44343 44334 43 43 50 beheerder 29-06-2010 2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Lc-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De Lc-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt en daar een voortrekkersrol vervult; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Lc-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSG-visie; het uitdragen, vertalen en teambreed inzetten van genoemde visie.
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en past daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe; draagt en overdraagt de onderwijsvisie van het team; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs; maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de praktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
12
Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of externe)deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, verzuim, gedrag en de ontwikkeling van de leerling. Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en/of verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies; signaleert en analyseert behoeften tot vernieuwing van het onderwijs met speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren; zorgt voor het (in team/sectieverband) ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere (aanverwante) deelgebieden; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking binnen sectie/team en daagt collega's uit mee te doen; ontwerpt (in teamverband), voor de eigen vaksectie, alternatieve onderwijsonderdelen, onderdelen van het curriculum, onderwijsmateriaal, leermiddelen, toetsen, leersituaties e.d., bindt mensen aan zich om mee te doen en doet voorstellen ten aanzien van de organisatie van het onderwijs; participeert in en/of begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen van onderwijs en toetsen. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken,neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten en bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te adviseren over studieloopbaan keuze; adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste personen en instanties. Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt proactief de voor het beroep vereiste pedagogische en didactische bekwaamheden op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan en ten dienste van collega's; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte; draagt bij aan de professionalisering van docenten door het overdragen van kennis op het eigen vakgebied;
13
Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijsprogramma's die van belang zijn voor de uitvoering van het onderwijsleerproces; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs- PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken; Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het zorgen voor het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van een deelgebied van het onderwijs met inachtneming van andere (aanverwante) deelgebieden; het beoordelen van leerlingen, Het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van docenten door het overdragen van kennis op het eigen vakgebied, overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden -
-
brede theoretische of gespecialiseerde vakinhoudelijke kennis; brede pedagogische en didactische kennis en kennis van diverse, actuele onderwijskundige methoden en technieken; kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere context van het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van diverse gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire); vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van (minder ervaren) docenten en/of van onderwijsassistenten en instructeurs; vaardigheid in het inspireren, initiëren en organiseren van taken in team/sectie gericht op het beoogde resultaat; vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag; organiserende en communicatieve vaardigheden.
Contacten -
met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met collega-docenten om kennis van ontwikkelingen in het eigen vakgebied over te dragen en om hen vanuit een coachende houding feedback te geven, te coachen en te superviseren; met instellingen voor vervolgonderwijs om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen; met conrectoren en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen.
14
DOCENT Lc
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
De Lc docent beschikt over de competenties van de Lb docent Competentie Gedragsbeschrijving Creatief vermogen combineert verschillende werkwijzen om tot een voor de afdeling specifieke aanpak te komen; herkent goede ideeën (van anderen) en bouwt hierop voort; bedenkt nieuwe werkwijzen ter vervanging van een traditionele aanpak en/of benadering; bedenkt acties op hoofdlijnen om de afdelingsdoelen te bereiken. Probleemanalytisch is in staat problemen te signaleren en te analyseren; vermogen geeft causale verbanden aan en brengt ordening aan in complexe informatie; benoemt de mogelijke gevolgen van een probleem. Competent in visie is in staat te formuleren waar de ontwikkelingen binnen een team ontwikkelen en/of sectie naar toe gaan en weet dit uit te dragen; weet ontwikkelingen te vertalen naar de doelen van de afdeling; heeft speciale aandacht voor leerstoflijnen over meerdere vakken en meerdere leerjaren, kijkt over eigen vak heen. Vermogen tot enthousiasmeert collega's voor het bereiken van een resultaat of motiveren voor nieuwe ideeën; kan zijn collega's overtuigen mee te denken over een moeilijk voorstel of ingewikkelde problematiek; stimuleert collega's bij het zoeken naar oplossingen; brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam zijn; geeft feedback op functioneren en bereikte resultaten; kan zijn voorstellen onderbouwen met logische en relevante argumenten. Coördineren, plannen schept randvoorwaarden om de zaken ordelijk en effectief af te en organiseren werken; stelt relevante prioriteiten; werkt een realistisch actieplan uit, stelt een budget op, benoemt daarin de benodigde mensen, middelen, tijdpad, etc.; houdt rekening met zaken die op de langere termijn spelen; kan plannen aanpassen aan wijzigende inzichten en omstandigheden en houdt daarbij de oorspronkelijke doelen voor ogen. Competent in pakt kansen aan om anderen te ontmoeten en toont actief; samenwerken met de interesse in de ander door initiatieven te nemen tot informatieomgeving uitwisseling.
15
LD DOCENT Beeld LD docent
Een LD docent heeft als basis het profiel van ‘De goede RSG docent”. Ook bij de LD docent staat ontwikkeling centraal. Daarbovenop komen de volgende elementen: Rol schoolbreed; heeft een verbindende rol (team- en sectieoverstijgend); is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend; heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of pedagogisch-didactisch gebied; vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogisch-didactische concepten die schoolbreed toegepast worden; haalt de wereld in school. Vertaalt maatschappelijke ontwikkelingen naar praktische toepassing in de school, zorgt voor implementatie en evaluatie; neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en ongevraagd advies; vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en kan dit mondeling en schriftelijk helder communiceren; kan procesmatig handelen. Kennis:
breed of expert.
Kernwoorden: initiatief; analytisch; implementatie; communicatie.
16
FUWA-VO Sessie Functie-informatie
Functienaam Codering Organisatie Onderdeel Salarisschaal Indelingsniveau FUWASYS-advies Werkterrein Activiteiten Kenmerkscores Somscore Uitvoerder Datum FUWASYS-versie
Docent LD RSG Enkhuizen Onderwijsafdeling 12 Vc 12 - Vc Onderwijsproces -> Docenten Coördinatie van activiteiten en processen Overdragen van informatie en vaardigheden 44443 44434 43 43 52 beheerder 29-06-2010 2002.1.41
FUNCTIEBESCHRIJVING
Context De werkzaamheden worden verricht op de unilocatie van de scholengemeenschap RSG Enkhuizen, een school voor VMBO-theoretische leerweg, HAVO en VWO. Het primaire proces is ondergebracht in vijf onderwijsafdelingen. De conrectoren geven leiding aan een team van docenten. De Ld-docent maakt deel uit van een team en legt verantwoording af aan de betreffende conrector. De docent is deskundige op pedagogisch en/of didactisch en/of inhoudelijk gebied en geeft vanuit die deskundigheid vorm aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsklimaat van de school. De Ld-docent is in de eerste plaats docent, die: in teamverband werkt; een voortrekkersrol vervult op schoolniveau; onderwijs verzorgt aan diverse groepen leerlingen in één of meer vakken; onderwijsondersteunende functionarissen functioneel aanstuurt, zoals toa's, lesassistenten, domeinassistenten. Naast deze primaire taak behoren tot de werkzaamheden van de Ld-docent: het beheren van een mentoraat; het uitvoeren van andere schooltaken; het bijdragen aan de eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van onderwijs volgens de RSGvisie; het uitdragen,vertalen en schoolbreed inzetten van genoemde visie.
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept draagt kennis/ expertise en vaardigheden met passie over volgens de RSG-visie en past daarbij uiteenlopende gedragsscenario's toe; draagt en overdraagt de onderwijsvisie van de school, en heeft daarbij een verbindende rol; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, waardoor meerdere leerstijlen van leerlingen worden aangesproken; houdt zich op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het veld en vakinhoudelijke ontwikkelingen (ook pedagogisch/didactisch) en vertaalt deze naar het onderwijs maakt inhoudelijke ontwikkelingen op het kennisdomein en in de ervaringspraktijk inzichtelijk; creëert een pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen.
17
Resultaatgebied 2: Begeleiding van leerlingen stimuleert leerlingen om zelfstandig te (leren) leren; reikt uitdagende opdrachten/lesstof aan aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag; helpt leerlingen inzicht te krijgen in hun eigen voortgang en stimuleert hen de beoogde doelstellingen te bereiken; definieert voortgangsmomenten en stuurt hierop in het leerproces; signaleert en onderkent leer- en gedragsproblemen van leerlingen, stemt af met (in- of externe) deskundigen over te nemen handelingsstappen en onderhoudt hierover contacten met ouders; onderhoudt contacten met ouders over studievoortgang, studieresultaten, gedrag en de ontwikkeling van de leerling. Resultaatgebied 3: Onderwijsontwikkeling houdt zich op de hoogte van relevante maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op pedagogisch/didactisch gebied en vertaalt deze volgens de RSG-visie naar vernieuwingen en verbeteringen van onderwijs(onderdelen) en toetsen, creëert betrokkenheid, implementeert procesmatig, evalueert, benoemt resultaten en trekt gefundeerde conclusies; houdt zich op de hoogte van de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het vervolgonderwijs en initieert en onderhoudt de nodige contacten daartoe; brengt (bestaande) onderzoeksresultaten in verband met het verzorgde onderwijs en/of de gehanteerde pedagogische en/of didactische methoden; doet voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en vernieuwing van het pedagogisch klimaat met oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs; is actief in het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of didactische methoden met een vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van voorstellen over de inbedding in het onderwijs; begeleidt/leidt project- en werkgroepen die zijn belast met het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, levert daarbij een didactische en/of pedagogische inbreng gebaseerd op een analytische instelling; neemt collega's bij vernieuwingen en verbeteringen mee op het gebied van pedagogische en/of didactische methoden; toont zich verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs binnen de school en daagt collega's uit mee te doen. Resultaatgebied 4: Beoordeling leerlingen stelt, op basis van het vereiste niveau, toetsen op voor het vaststellen van het behaalde niveau van kennis en vaardigheden; beoordeelt werkstukken, neemt toetsen af, houdt het leerlingvolgsysteem bij en evalueert op basis daarvan de leerprocessen en leerresultaten. Resultaatgebied 5: Begeleiding studieloopbaan begeleidt leerlingen binnen het mentorschap bij het ontwikkelen van een persoonlijk plan; onderhoudt contacten met het veld (instellingen voor vervolgonderwijs, universiteiten en bedrijfsleven) om ontwikkelingen op het eigen vakgebied bij te houden en om leerlingen te adviseren over studieloopbaan keuze; adviseert over studieloopbaan keuze en stimuleert zelfregie; begeleidt het keuzeproces binnen de studie, door de leerling te adviseren en te verwijzen naar de juiste personen, instanties. Resultaatgebied 6: Professionalisering houdt proactief de voor het beroep vereiste academisch werk- en denkniveau op peil; houdt zich actief op de hoogte van ontwikkelingen op pedagogisch/didactisch gebied en is in het onderwijsveld gericht op kwaliteitsverbetering van eigen werk en de resultaten/opbrengsten daarvan en ten dienste van collega's; legt zichzelf doelen op en is gericht op de eigen ontwikkeling in de breedte of in de diepte; draagt bij aan de professionalisering van docenten schoolbreed door het overdragen van kennis op pedagogisch/didactisch gebied en de toepassing daarvan in het onderwijs.
18
Resultaat 7: Overige schooltaken: levert bijdragen aan schoolevenementen, voorlichtingsactiviteiten, etc; onderhoudt contacten met externe deskundigen en instellingen; stuurt in voorkomende gevallen functioneel onderwijsondersteunend personeel aan.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Kader: vastgestelde onderwijsvisie en onderwijskundig beleid van de schoolorganisatie; Verantwoording: aan de aangewezen conrector o.a. tijdens voortgangs-, PP- en beoordelingsgesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, het mentoraat, de bruikbaarheid van de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsklimaat, de kwaliteit van de beoordeling van leerlingen, begeleiding van de studieloopbaan, professionalisering en overige schooltaken. Beslist over/bij: het overdragen van kennis/expertise en vaardigheden en daarbij toepassen van uiteenlopende gedragsscenario's, het aanreiken van uitdagende opdrachten/lesstof aansluitend op de leerbehoefte van leerlingen met een uiteenlopende onderwijsvraag, het in verband brengen van (bestaande) onderzoeksresultaten met het verzorgde onderwijs en/of pedagogische en/of didactische methoden, het doen van voorstellen ten aanzien van ontwikkeling en - vernieuwing van het pedagogisch klimaat met het oog op de lange termijn ontwikkeling van het onderwijs, het ontwikkelen, uitwerken en verbeteren van samenhangende pedagogische en/of didactische methoden met een vak- en/of schoolbrede toepasbaarheid en doen van voorstellen over de inbedding in het onderwijs; het beoordelen van leerlingen, het adviseren van de leerling bij de studieloopbaan keuze en stimuleren van zelfregie, de eigen professionalisering, de bijdrage aan de professionalisering van docenten schoolbreed vanuit de rol van deskundige op didactisch en/of pedagogisch gebied; bij de overige schooltaken.
Kennis en vaardigheden -
-
brede (generalistische) of gespecialiseerde kennis van pedagogiek en didactiek; toegepaste kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied/de vakgebieden en inzicht in onderwijskundige ontwikkelingen in een bredere context van het eigen werkterrein; inzicht in taak, organisatie en werkwijze van de RSG; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden en daarbij toepassen van diverse gedragsscenario's (beheersen van volledig gedragsrepertoire); vaardigheid in het toepassen van een breed scala aan pedagogisch-didactische methoden en technieken; vaardigheid in het coachen en begeleiden van (individuele en/of groepen) leerlingen en/of van (minder ervaren) docenten en/of van toa's, lesassistenten en domeinassistenten; vaardigheid in het inspelen op een veranderende onderwijsvraag; initiërende, organiserende en communicatieve (mondeling en schriftelijk) vaardigheden; vaardigheid in het leggen van verbanden tussen onderzoeksresultaten en bestaande onderwijsconcepten en pedagogische en/of didactische methoden; vaardigheid in het overtuigen van collega's bij vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van onderwijs en toetsing binnen de school en het creëren van betrokkenheid; vaardigheid in het aansturen van project- en werkgroepen.
Contacten -
met leerlingen over studievoortgang en gedrag en om hen te begeleiden, tot betere studieresultaten te komen, te corrigeren, af te stemmen en te stimuleren; met ouders over de voortgang van de studieresultaten, welbevinden, gedrag en verzuim van de leerling om hen te informeren en tot afspraken te komen; het uitdragen,vertalen met toa's, lesassistenten en domeinassistenten om hen feedback te geven, te coachen en te superviseren; met collega-docenten over vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van pedagogische en/of didactische methoden om af te stemmen; met leidinggevenden en collega's binnen en buiten de eigen organisatie over onderwijsprogramma’s en onderwijsvernieuwing om tot onderlinge afstemming te komen. met instellingen voor vervolgonderwijs over de inhoud, het niveau en de ontwikkelingen in het vervolgonderwijs om contacten te leggen en te onderhouden.
19
DOCENT Ld
COMPETENTIES EN GEDRAGSBESCHRIJVINGEN
De Ld docent beschikt over de competenties van de Lb docent Competentie Gedragsbeschrijving Creatief vermogen komt met oorspronkelijke oplossingen voor problemen en ontwikkelingen en kan daar vorm aan geven; combineert bestaande en nieuwe werkwijzen om tot een geïntegreerde en meerjarige aanpak voor de school te komen. Probleemanalytisch legt een relatie tussen de huidige en toekomstige behoeften, vermogen ontwikkelingen in de maatschappij, ontwikkelingen in het onderwijs en in de school zelf; legt een relatie tussen afdelingen en tussen afdelingen en het management; vertaalt analyses, concepten en ideeën naar schoolbreed beleid en kan dit mondeling en schriftelijk helder communiceren. Competent in visie weet te formuleren waar de ontwikkelingen binnen het onderwijs ontwikkelen naar toe gaan en weet deze ontwikkelingen te vertalen naar de visie van de school; signaleert externe en interne ontwikkelingen die effect hebben op de koers van de school en weet deze ontwikkelingen te vertalen naar de visie van de school. Strategisch denken heeft een analytische instelling op vakinhoudelijk- en/of pedagogisch-didactisch gebied; vertaalt de RSG visie naar onderwijskundige of pedagogischdidactische concepten die schoolbreed worden toegepast; geeft vanuit de strategie impulsen voor de beleidsontwikkeling; is in staat verantwoordelijkheid te dragen voor het ontwikkelen, het formuleren en het implementeren van nieuwe werkwijzen en plannen; neemt initiatief op schoolbreed terrein en geeft gevraagd en ongevraagd advies. Competent in het is actief betrokken bij de opleiding en bij scholing van collega's; kunnen motiveren en heeft brede kennis van ontwikkelingsmogelijkheden voor coachen personeelsleden; onderzoekt sterktes en zwaktes in het presteren van collega's en geeft suggesties voor ontwikkeling; brengt collega's in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam zijn. Zelfstandigheid kan zonder aansturing zijn eigen werk organiseren; is een kwaliteitsbewaker team- en sectieoverstijgend.
20
Format Persoonlijk Plan (PP) Docenten met een tijdelijke aanstelling
Lb
:
naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling Ontwikkeling competenties Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
21
DEEL 2: VERANTWOORDING RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied 1:
Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept
Resultaatgebied 2:
Begeleiding van leerlingen
Resultaatgebied 3:
Bijdrage aan onderwijsontwikkeling
Resultaatgebied 4:
Beoordeling leerlingen
Resultaatgebied 5:
Begeleiding studieloopbaan (indien er sprake is van een mentoraat)
Resultaatgebied 6:
Professionalisering
Resultaatgebied 7:
Overige schooltaken
DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Evaluatie vorderingen van leerlagen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat
Groeimodel
22
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
23
Format Persoonlijk Plan (PP) Docenten met een tijdelijke aanstelling
Lc
:
naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling 7. Creatief vermogen 8. Probleemanalytisch vermogen 9. Competent in visie ontwikkelen 10. Vermogen tot motiveren 11. Coördineren, plannen en organiseren 12. Competent in samenwerken met de omgeving
24
Ontwikkeling competenties Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
DEEL 2: VERANTWOORDING RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept Resultaatgebied 2:
Begeleiding van leerlingen
Resultaatgebied 3:
Bijdrage aan onderwijsontwikkeling
Resultaatgebied 4:
Beoordeling leerlingen
Resultaatgebied 5:
Begeleiding studieloopbaan (indien er sprake is van een mentoraat)
Resultaatgebied 6:
Professionalisering
Resultaatgebied 7:
Overige schooltaken
25
DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Evaluatie vorderingen van leerlagen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Resultaat
Ondersteuning
Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau Leerklimaat
Groeimodel
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
26
Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
27
Format Persoonlijk Plan (PP) Docenten met een tijdelijke aanstelling
Ld
:
naam : datum : looptijd PP : leidinggevende: DEEL 1: COMPETENTIEONTWIKKELING Nulmeting competenties 1. Pedagogisch competent 2. Vakinhoudelijk/didactisch competent 3. Resultaatgerichtheid 4. Competent in het begeleiden van leerlingen 5. Competent in het samenwerken met collega’s en de omgeving 6. Competent in reflectie en ontwikkeling 7. Creatief vermogen 8. Probleemanalytisch vermogen 9. Competent in visie ontwikkelen 10. Strategisch denken 11. Competent in het kunnen motiveren en coachen 12. Zelfstandigheid
28
Ontwikkeling competenties Competentie
Leerdoelen
Activiteiten en/of scholing
Evaluatiemethode
DEEL 2: VERANTWOORDING RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied 1: Onderwijs binnen het geformuleerde RSG onderwijsconcept Resultaatgebied 2:
Begeleiding van leerlingen
Resultaatgebied 3:
Bijdrage aan onderwijsontwikkeling
Resultaatgebied 4:
Beoordeling leerlingen
Resultaatgebied 5:
Begeleiding studieloopbaan (indien er sprake is van een mentoraat)
Resultaatgebied 6:
Professionalisering
Resultaatgebied 7:
Overige schooltaken
29
DEEL 3: BIJDRAGE AAN SCHOOL/TEAM DOELSTELLINGEN (resultaten) Teamplan algemeen Evaluatie vorderingen van leerlagen
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Resultaat
Ondersteuning
Alle leerlingen krijgen instructie en verwerking op het niveau dat bij hen past Evaluatie leerbehoefte op leerniveau
Leerklimaat
Groeimodel
Bijdrage aan teamdoelen B1 / VMBO-t / HAVO / VWO Doelen B1/Vmbo/havo/vwo
Bijdrage
Activiteiten
30
Bijdrage aan sectieplan Doelen sectieplan Kwaliteit toetsing
Bijdrage
Activiteiten
Resultaat
Ondersteuning
Hanteren Leerlijn
Analyse eigen resultaten
31
Lesobservatieformulier Naam docent : Datum : Observant :
Didactisch Activeren voorkennis / beginsituatie duidelijk Doel van de les Duidelijkheid omtrent leerlingactiviteiten (wat, hoe en tijd) / materiaalgebruik Leerlingen krijgen instructie en verwerkingsopdrachten op het niveau dat bij hen past Reflecteren van de les (proces en inhoud) Activerende didactiek Samenvatten (ordenen) Doorvragen Aandacht van de leerlingen vasthouden Denktijd voor leerlingen Vaart in de les De vorderingen van de leerlingen worden geëvalueerd
Pedagogisch Complimenten Aanmoedigen Luisteren naar leerlingen / openstaan voor leerlingen Humor tijdens de les (Oog)contact met de leerlingen Klas voldoende in de hand Er heerst een veilig leerklimaat
Aanbevelingen / opmerkingen
32
Feedbackscan VO De Feedbackscan VO is een product dat voortkomt uit de samenwerking tussen het Ruud de MoorCentrum en de Open Universiteit en is bestemd voor docenten in het voortgezet onderwijs. In september 2012 is de vragenlijst door de makers van de Feedbackscan ingekort ten opzichte van de tot dan toe gebruikte versie. De vragenlijst bevat nu 54 vragen, verdeeld over 14 categorieën. Elke vraag is geformuleerd als een stelling over de docent. Een leerling geeft op een 4-puntsschaal aan in hoeverre hij/zij het eens is met de stelling Leerlingen krijgen de vragen in willekeurige volgorde gepresenteerd. De docent kan binnen de gekozen enquête kiezen voor een beperking van het aantal vragen, bijvoorbeeld omdat hij/zij alleen geïnteresseerd is in een bepaald deel van de categorieën van de betreffende enquête. De resultaten van de enquête kunnen worden bekeken en geprint. Als een docent de Feedbackscan in een klas gaat afnemen, is het interessant te voorspellen hoe hij/zij bij deze klas denkt te zullen scoren door de vragenlijst zelf een keer in te vullen. Op deze manier is na te gaan of het beeld van de docent met het leerlingbeeld verschilt of overeenkomt. De vragenlijst hieronder is in de hij-vorm opgesteld. Uiteraard wordt dit gepersonaliseerd.
De leraar is betrouwbaar Je weet bij hem precies waar je aan toe bent Hij komt zijn beloften na De leraar is alert Hij grijpt in als het nodig is Hij heeft door wat er in de klas gebeurt Je kunt bij hem makkelijk spieken De leraar is stevig/houdt goed orde/geeft leiding Hij is de rust zelve Hij wordt snel boos Je krijgt makkelijk ruzie met hem Hij houdt goed orde Hij is streng als dat nodig is De leerlingen zijn bij hem de baas De leraar is aardig, vriendelijk, ontspannen en goed gehumeurd Hij is chagrijnig Hij is aardig Hij heeft goede zin Er is een ontspannen sfeer bij hem Hij is vriendelijk De leraar is begripsvol en reëel Hij begrijpt leerlingen Hij weet wat belangrijk voor je is Hij weet wat je moeilijk vindt De leraar gaat respectvol met de leerlingen om en vertrouwt hen Hij gaat netjes met je om Je mag een eigen mening hebben Hij vertrouwt je Hij neemt je serieus Hij respecteert je De leraar motiveert je om te leren Hij stelt eisen aan leerlingen Hij maakt duidelijk waarom je iets moet leren
33
Hij stimuleert je om je te verdiepen in zijn vak Leerlingen leren veel van de leraar Je leert veel bij hem Je kunt bij hem aangeven wat je niet snapt Je onthoudt gemakkelijk wat hij verteld heeft Hij is moeilijk te volgen Hij legt goed uit De lessen van de leraar zijn leuk, boeiend en afwisselend Je verveelt je bij hem Zijn lessen zijn afwisselend Hij daagt je uit om mee te doen In zijn les let je vanzelf op Bij hem ben je actief bezig met de stof Zelfstandig leren Je werkt bij hem in je eigen tempo Je maakt bij hem je eigen planning De vakkennis van de leraar Je merkt dat hij van zijn vak houdt Hij doet zijn best om je beter te laten worden in zijn vak Door zijn voorbeelden snap je het De leraar is duidelijk Bij hem weet je wanneer de opdracht af moet zijn Je begrijpt wat je moet doen in de les Je weet bij hem precies wat je voor een proefwerk moet leren Hij hanteert duidelijke regels Bij hem is duidelijk hoe je cijfer tot stand komt De organisatie van de lessen Hij bereidt zijn lessen goed voor Hij houdt de tijd goed in de gaten Zijn lessen zijn rommelig Doorlopende leerlijnen Hij sluit aan bij wat je al weet uit voorafgaande jaren Hij geeft voorbeelden van wat je later met de leerstof kunt doen Bij hem heb je het gevoel dat alles goed op elkaar aansluit
34
FORMAT SECTIE Docent: Sectie:
Oordeel van de sectie t.a.v. Omgang leerlingen
Didactiek
Organisatie
Collegialiteit
Samenwerken
Aandachtspunten:
35
FORMAT VOORTGANGSGESPREK Docent: Conrector
Bespreekpunten:
- de voortgang in de persoonlijke ontwikkeling van de docent; - de resultaatgebieden uit de functieomschrijving; - de vakinhoudelijke kennis en pedagogische- en didactische vaardigheden van de docent; - de opbouw van de lessen; - de orde en sfeer in de klas; - de houding van de docent tijdens flextijd / keuze uren, het geven van sturing en het coachen van leerlingen; - participatie van de docent in niet-klasgebonden activiteiten binnen de school / projecten; - vaardigheden van de docent op het terrein van leerlingbegeleiding; - het verloop van de in- en externe contacten van de docent; - betrokkenheid bij buitenschoolse activiteiten.
Aandachtspunten:
36
FORMAT BEOORDELINGSFORMULIER Naam personeelslid Functie
docent
Naam beoordelaar Functie
conrector
Naam informant sectie Functie Datum beoordeling: Beoordelingstijdvak van Deel 1: Lesbezoek en overige observaties t.a.v. didactisch en pedagogisch handelen Conclusies n.a.v. lesbezoek t.a.v. - het didactische handelen -
het pedagogisch handelen
-
de houding van de docent tijdens flextijd / keuze uren, het geven van sturing en het coachen van leerlingen;
-
de vaardigheden van de docent op het terrein van leerlingbegeleiding;
Deel 2: Conclusies nav de analyse door de docent op de feedbackscan Deel 3: Andere activiteiten - het verloop van de in- en externe contacten van de docent -
betrokkenheid bij (buiten)schoolse activiteiten;
-
functioneren binnen het team
Deel 4: Conclusies nav de analyse door de docent op de resultaatgebieden en de kritische competenties Lb / Lc / Ld Deel 5: Conclusies nav het advies van de sectie. Beoordeling van de functie in haar geheel:
Mening / Reactie docent:
ONDERTEKENING Personeelslid Beoordelaar
Datum Datum
37