Communicatieplan laaggeletterdheid Bibliotheeknetwerk Gelderland en Overijssel
2013-2014 ‘de Bibliotheek, deuren open voor een rijker leven’
Versie
: definitief
Datum
: donderdag 18 september 2014
Auteur
: Barbara van Stijn
Inhoudsopgave
Inleiding…………………………………………………………………………………………………………………………………3 Communicatieprobleem…………………………………………………………………………………………………………3 Doelstellingen…………………………………………………………………………………………………………………………3 De externe doelgroepen……………………………………………………………………………………………………….4 Communicatiestrategie……………………………………………………………………………………………………….…6 Boodschap……………………………………………………………………………………………………………………………10 Communicatiemiddelenmix………………………………………………………………………………………………..11 Tijdsplanning en taakverdeling……………………………………………………………………………………….….17 Budget……………………………………………………………………………………………………………………………….…18 Literatuurlijst……………………………………………………………………………………………………………………….18
2
Inleiding Maar liefst 10% van de Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar heeft moeite met lezen en schrijven en volgens een SIOB rapport neemt in de komende jaren het aantal laaggeletterde mensen in Nederland nauwelijks af. De schade die laaggeletterdheid betekent voor de kenniseconomie rechtvaardigt in ruime mate de investering in de aanpak ervan. Maar door verregaande overheidsbezuinigingen vanaf 2015 staat de educatie voor laaggeletterden onder druk. De Bibliotheek vormt op het gebied van de aanpak van laaggeletterdheid een deskundige partner voor gemeenten. Uit onderzoek1 blijkt dat de Bibliotheek - juist wel - een plek is waar laaggeletterden komen en 60% van alle bibliotheken heeft in één of in meerdere vestigingen een speciaal aanbod voor laaggeletterden (de Kleijn, 2011). Maar het hebben van een plein met boeken voor laaggeletterden is niet voldoende voor een succesvolle aanpak van laaggeletterdheid. Om de bestrijding van laaggeletterdheid in een stroomversnelling te brengen, is in 2013 het projectplan Gezamenlijke Aanpak Laaggeletterdheid Samen Sterk in Gelderland & Overijssel in gang gezet. Doelstelling van het project is het bereiken van een grotere groep laaggeletterde mensen. Belangrijke partner van de Bibliotheek bij dit streven is de organisatie Taal voor het Leven. De organisatie levert Taalpunten voor in de Bibliotheek, werft vrijwilligers en leidt taalcoaches op, levert de online taalmeter (inmiddels succesvol ingezet door het UWV), divers promotiemateriaal en een overzichtelijke taalkaart (een overzicht met wie doet wat regionaal).
Communicatieprobleem Als onderdeel van de gezamenlijke aanpak laaggeletterdheid en om Bibliotheken in hun lokale rol verder te faciliteren, is dit communicatieplan geschreven. Dit plan biedt ondersteuning bij communicatievragen op twee niveaus: a) bij het vormgeven van de interne projectcommunicatie binnen de lokale Bibliotheek en b) bij het vormgeven van de externe communicatie van de Bibliotheek richting lokale partners en laaggeletterde mensen. De externe communicatie is lokaal specifiek en hangt samen met de rol die de Bibliotheek op het gebied van laaggeletterdheid uitoefent. Vanuit dit startpunt zoekt de Bibliotheek samenwerking met belangrijke partners in de eigen regio. Een lokaal extern communicatieplan dient ter ondersteuning van een vruchtbare samenwerking met partners en het bereiken van een grotere groep laaggeletterden in de eigen regio.
Doelstelling De Bibliotheken in Gelderland en Overijssel hebben besloten samen te werken om de participatie van laaggeletterden in de maatschappij te vergroten. De doelstelling is het bereiken van een grotere groep laaggeletterden in Gelderland en Overijssel door actieve interventies van de Bibliotheken. Het resultaat is een duurzame aanpak van laaggeletterdheid door de Bibliotheek. Bibliotheken zetten zich in om laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen zodat minder jongeren zonder diploma de school verlaten, minder mensen werkeloos zijn of worden, mensen beter mee kunnen doen in de samenleving en dat mensen gezonder oud worden. 1
Alle geraadpleegde onderzoeken en rapporten zijn opgenomen in de literatuurlijst en staan op BiebtoBieb.
3
De communicatiedoelstellingen ondersteunen de projectdoelstelling en staan op de volgende bladzijde omschreven. De Bibliotheek sluit samen met de lokale partners een convenant waarbij de lokale externe doelstellingen bepaald worden. Deze doelstellingen zijn mede afhankelijk van de gekozen lokale rol en van de inzet van de Bibliotheek en de partners. Bedenk dat de Bibliotheek het niet alleen kan! Het is bij het bepalen van de doelen belangrijk om reëel te zijn en op termijn over een lange adem te beschikken om de doelstellingen te realiseren. Tot slot: De communicatiedoelstellingen gericht op lokale partners (communicatiedoelstelling 2) mogen best ambitieus zijn.
Communicatiedoelstelling 1 Externe communicatie van de Bibliotheek. Binnen nu en een jaar. Bepaal (met partners) de percentages: -
-
..% van de doelgroep laaggeletterde mensen in de regio weet dat er een (haalbare) oplossing is voor hun analfabetisme. ..% van de doelgroep laaggeletterde mensen staat positief tegenover een te volgen cursus schrijven / lezen. ..% van de doelgroep laaggeletterde mensen onderzoekt de mogelijkheden en neemt met de Bibliotheek contact hierover op.
Communicatiedoelstelling 2 Externe communicatie van de Bibliotheek. Binnen nu en een jaar. Bepaal de percentages: -
..% van de gekozen partnerdoelgroepen in de regio weet wat de Bibliotheek kan betekenen op het gebied van laaggeletterdheid. ..% van de gekozen partnerdoelgroepen ziet de Bibliotheek als een logische en waardevolle partners als het gaat om de bestrijding van laaggeletterdheid. ..% van de gekozen partnerdoelgroepen werkt samen / onderhoudt contact met de Bibliotheek ter voorkoming en vermindering van laaggeletterdheid.
Communicatiedoelstelling 3 Interne communicatie binnen de Bibliotheek. Binnen nu en een half jaar. Bepaal de percentages: -
-
Alle bibliotheekmedewerkers zijn geïnformeerd over de visie, de rol en de specifieke activiteiten van de Bibliotheek. Medewerkers kennen hun eigen specifieke rol hierbij. ..% van de medewerkers is overtuigd van het belang hun eigen specifieke rol en ondersteunen de lokale visie, de rol en de activiteiten van de Bibliotheek. ..% van de medewerkers geeft succesvol uitvoer aan hun eigen specifieke rol en ondersteunt de Bibliotheek bij het verwezenlijken van de gekozen visie.
De externe doelgroepen Laaggeletterden en de sociale omgeving van laaggeletterden Nederland kent zo’n 1,1 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Doorberekend naar het inwoneraantal van Overijssel en Gelderland, omvat de doelgroep ongeveer 315.500 personen. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, ervaren hierdoor moeilijkheden in het dagelijkse functioneren of in werksituaties. Bijvoorbeeld bij het boodschappen doen, het reizen met het openbaar vervoer, het werken met een computer of bij het voorlezen aan kinderen. Laaggeletterden nemen nauwelijks deel aan activiteiten in de buurt of op school en zijn daardoor moeilijk bereikbaar. Uit schaamte verbergen ze vaak hun probleem: Niet kunnen lezen is vreselijk. Bijna iedereen die moeite heeft met lezen en schrijven, kan deze vaardigheid met de juiste hulp op een
4
goed peil brengen. Alleen mensen met ernstige cognitieve problemen zijn niet in staat om functionele geletterdheid te ontwikkelen (Alfabetisering, 2012) Ongeveer tweederde van de laaggeletterden is van autochtone afkomst. Een derde is allochtoon. (Geertsma, 2010) De groep laaggeletterden bestaat in vergelijking met de groep niet-laaggeletterden, relatief vaak uit vrouwen, laaggeschoolden en mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt. De helft van de laaggeletterden heeft werk. In de meerderheid van de gevallen (58%) zijn ze werkzaam in lagere of elementaire beroepen. Werkende laaggeletterden zijn vooral werkzaam in de zorg- en welzijnsector (25%), industrie en energie (20%) en handel en horeca (17%). Van de 1,1 miljoen laaggeletterden in Nederland zijn er ruim 760.000 bereikbaar via werkgevers, scholen, consultatiebureaus en Bibliotheken. Van de bereikbare groep zijn er 260.000 die minimaal over een vmbo/mavo-diploma beschikken en nog relatief jong zijn (<45 jaar). Van deze groep (die bestaat uit met name allochtonen en autochtone vrouwen) mag het grootste rendement van extra alfabetisering verwacht worden. Laaggeletterden zijn geen digibeten. De meerderheid beschikt over een computer en heeft internet. Computers kunnen een krachtig hulpmiddel zijn bij het verhogen van geletterdheid (Fourarge D, 2011, pp. 7,8). We onderscheiden drie doelgroepen:
Jeugd – gericht op het voorkomen van laaggeletterdheid
Kinderen van 0 – 12 jaar – doorgaande leeslijn – en hun ouders Jongeren (met name jongens) van 12 – 18 jaar en hun ouders
Volwassenen – gericht op het verminderen van laaggeletterdheid
Laaggeletterde allochtonen zonder werk Laaggeletterde autochtonen zonder werk Werkende allochtone laaggeletterden Werkende autochtone laaggeletterden
De sociale omgeving – gericht op het bereiken van laaggeletterden
Familie, buren, collega’s, vrienden e.d.
Gemeenten De gemeente is de eerste gesprekspartner. De gemeentelijke beleidskaders waarbij de Bibliotheek kan aansluiten voor de aanpak van laaggeletterdheid zijn educatie, inburgering, re-integratie, zorg & welzijn en sociale zaken. Deze afdelingen hebben ieder eigen doelstellingen, budgetten en wetten die worden doorgevoerd. Grotere gemeenten hebben vaak uitgebreidere mogelijkheden om beleidsmatig het probleem van laaggeletterden aan te pakken. Ze hebben veelal een grotere financiële reikwijdte en zijn vaak toonaangevend voor de kleinere gemeenten in de regio. Daarnaast is het probleem van laaggeletterdheid in de grotere steden, omvangrijker dan gemiddeld. Over het algemeen wordt er door gemeenten in de provincie Gelderland actiever ingezet op het voorkomen van laaggeletterdheid dan in de provincie Overijssel (bron: www.taalkrachtvoorgemeenten.nl). Uit onderzoek blijkt dat actieve gemeenten op het gebied van laaggeletterdheid vaak samenwerken met Bibliotheken, het welzijnswerk en scholen. Bij gemeenten die als niet actief worden bestempeld, spelen welzijnswerk en de Bibliotheek een grote rol. (Geertsma, 2010). Een groot deel van gemeenten zet in op
5
leesbevorderende activiteiten met Bibliotheken (64%). Ook stimuleren gemeenten Bibliotheken een MLP in te richten (58%).
Lokale partners De lijst met potentiële lokale samenwerkingspartners is lang en uitgebreid. Hieronder is een opsomming gemaakt van alle potentiële partners die genoemd zijn tijdens recente laaggeletterheidbijeenkomsten en die in de literatuur gevonden zijn. Uiteraard hangt de uiteindelijke keuze van lokale partners samen met de individuele keuzes van de Bibliotheek (visie, rol, doelgroep gemeente e.d.)
UWV en sociale werkbedrijven; deze werken regionaal Sociale diensten Onderwijsinstellingen: o Basisonderwijs o ROC’s, VMBO en praktijkonderwijs o Voorschoolse instellingen en peuterspeelzalen
Bedrijven en corporaties: o Waar laaggeletterden werken (zoals Sita, thuiszorg of schoonmaakbedrijven) o Die laaggeletterden bereiken (supermarkten, thuiszorg en/of banken) o Woningbouwcorporaties/woningstichtingen o Re-integratiebedrijven
Welzijnsorganisaties Ouderenwerk Schuldhulpverleners Centrum voor Jeugd en Gezin Maatschappelijk werk Regionaal Platform Arbeidsmarktontwikkeling Stichting ABC Consultatiebureaus GGD Huisartsen Wijkverpleegkundigen Kerken en moskeeën Voedselbanken MEE – ondersteunt mensen met een beperking – SeniorWeb Regionale media: radio en tv (zoals Omroep Gelderland)
Communicatiestrategie van de Bibliotheek Een heldere visie Een effectieve communicatiestrategie begint intern. Voor alles is de eigen positionering en de visie helder. Welke rol wil de Bibliotheek - passend bij het eigen beleid - vervullen in samenwerking met de gemeente?
6
Interne communicatie Interne communicatie gaat altijd voor externe communicatie; een goede interne communicatie is een voorwaarde voor een goed functionerende externe communicatie. Informeer en enthousiasmeer de medewerkers over de plannen en de ambitie van de Bibliotheek om met laaggeletterdheid in de eigen regio de strijd aan te gaan. Medewerkers zijn het visitekaartje van de Bibliotheek. Het is van belang dat zij hun eigen specifieke rol kennen (hoe sluit de strijd tegen laaggeletterdheid aan bij de eigen werkzaamheden?) en hierin door het management ondersteund worden. Een goede interne communicatie draagt bij aan het realiseren van een klantgerichte houding richting de doelgroep. Goede communicatie kenmerkt zich door volledig, tijdig en begrijpelijk met de doelgroep te communiceren.
Externe communicatiestrategie richting gemeenten Een persoonlijke benadering De gemeente is de eerste en meest belangrijke gesprekspartner. Het is van belang aansluiting te vinden bij het gemeentelijke beleid. De centrale vraag is: welke bijdrage kan de Bibliotheek leveren aan het oplossen van gemeentelijke problemen en het realiseren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen? (Kasperkovitz, 2012) De Bibliotheek moet zich bekend maken en op de lange termijn handhaven als partner bij het bestrijden van laaggeletterdheid. In samenspraak met de gemeenten worden ook de doelgroepen bepaald. Laat zien wat je doet: Houd de gemeente het hele jaar door geïnformeerd over vorderingen, interessante ontwikkelingen en successen. Communicatieactiviteiten richting de gemeente zijn door de Bibliotheek idealiter ondergebracht in een lokaal lobbyplan. Betrek wethouders en raadslieden bij de Bibliotheek waar en wanneer mogelijk. Nodig ze uit voor een rondleiding of vraag ze voor feestelijke openingen of andere evenementen. (Kasperkovitz, 2012) Bij een succesvolle communicatie met gemeenten, maar ook met potentiële partners, vormt met name de bibliotheekdirectie een belangrijke rol. Tip: Maak de ambtenaar van Cultuur bewust van de overige rollen van de Bibliotheek. Hij of zij kan bij intern overleg, draagvlak hiervoor helpen creëren.
Externe communicatiestrategie richting partners De klantvraag centraal Het verzamelen van kennis over de potentiële samenwerkingspartners in de eigen regio stelt de Bibliotheek in staat meer effectief netwerken. Breng de behoefte van het desbetreffende bedrijf of de instantie in kaart, wat zou een gezamenlijk doel kunnen zijn? Bedenk welke partners absoluut noodzakelijk zijn en benader deze partners persoonlijk2. Een persoonlijke brief gevolgd door nabellen, kan een goede eerste stap zijn om met belangrijke potentiële partners in contact te komen. Let erop dat vooraf – door bijvoorbeeld telefonisch te verifiëren – de juiste contactpersoon achterhaald is zodat de brief niet in de prullenbak verdwijnt. Doel van de persoonlijke brief en het nabellen, is het komen tot een persoonlijk gesprek waarin de Bibliotheek de wensen en behoeften van de potentiële partner inventariseert (“Wat is er nodig? Hoe kan ik hier als partner aan bijdragen?”) en de gesprekspartner informeert over de eigen visie, de rol en de concrete mogelijkheden van de Bibliotheek 2
Medewerkers van het UWV zijn vaak druk, zoek daarom de juiste contactpersoon. Het UWV werkt regionaal, zoek daarom partners op regionaal niveau en/of leg samenwerkingsverbanden.
7
als het gaat om de bestrijding van laaggeletterdheid. Eigen sterktes 3 , succesverhalen, actualiteiten en wetenschappelijke feiten kunnen potentiële partners inspireren en over de streep trekken. 4
Het kan effectief zijn om een tastbaar communicatiemiddel bij de potentiële partner achter te laten. Dit faciliteert de gesprekspartner binnen het bedrijf om bijvoorbeeld draagvlak te krijgen voor een samenwerking met de Bibliotheek. Ook als er op dit moment geen concrete kansen voor samenwerking zijn, is het goed jezelf als Bibliotheek bekend te maken; bij kansen in de toekomst weet de partner de Bibliotheek goed te vinden.
Onderwijs Investeer in de samenwerking met ROC’s door bijvoorbeeld de mogelijkheid om cursussen te volgen bij ROC’s (nog) meer onder de aandacht te brengen bij bezoekers in de eigen Bibliotheek. Cursussen van het ROC zouden eventueel in de Bibliotheek kunnen plaatsvinden. Diensten van de Bibliotheek kunnen onderdeel gaan uitmaken van de lessen. Focus op VMBO en praktijkonderwijs. Luister naar de vraag van de school om beter aan te sluiten bij de doelgroep. Werk mee aan ouderbetrokkenheid. In samenwerking met de school, kunnen docenten bewust(er) gemaakt worden van het belang van geletterdheid voor alle vakken, teneinde docenten te stimuleren om lezen en schrijven als deel van de eigen verantwoordelijkheid te zien ongeacht het vak dat zij onderwijzen (Alfabetisering, 2012, p. 11). Zo goed als alle Bibliotheken hebben reeds een structurele samenwerking met het basisonderwijs. Om de samenwerking te intensiveren kunnen extra middelen ingezet worden om de gezamenlijke doelgroepen te bereiken. Organiseer in samenwerking met de school bijvoorbeeld een voorleesmiddag voor kinderen (met de voorleesunit) of een ouderavond over (voor)lezen, met een bezoek aan de Bibliobus en deel de glossy BIEB uit.
Streef naar een structurele samenwerking Bovenal moet er ingezet worden op een duurzame samenwerking: regulier overleggen versterkt de samenwerking met de diverse partners en ook kan er zo een gezamenlijke visie op de toekomst ontwikkeld worden (de Kleijn, 2011) Een vast evaluatiemoment vormt een goede manier om de samenwerking warm te houden, verbeterpunten helder te krijgen en samen naar de toekomst te kijken (“Hoe gaan we volgend jaar verder?”) waarbij de diverse mogelijkheden van de Bibliotheek nogmaals gecommuniceerd kunnen worden.
Pr-activiteiten en social media De Bibliotheek moet zich duidelijker profileren. Ondersteunend en ter bevordering van positieve mond tot mondreclame zetten we in op lokale, gratis publiciteit en sociale media. De media kan de Bibliotheek ondersteunen bij het taboe doorbreken dat rond laaggeletterdheid hangt. Ook het bewustzijn moet vergroot worden, problemen en oplossingen moeten zichtbaar gemaakt worden.
3
Bijvoorbeeld de laagdrempeligheid, het hoge bereik (denk aan de eigen bezoekerscijfers!) en het betrouwbare imago van de Bibliotheek 4 Dit is een hyperlink naar een mooie voorbeeldfolder van de Bibliotheek Breda
8
Externe communicatiestrategie richting laaggeletterden Een heldere boodschap De Bibliotheek zet in op de werving van laaggeletterden. Maar hoe wordt de doelgroep zelf bereikt? Een heldere positionering en boodschap is van belang. Breng de volgende antwoorden overzichtelijk in kaart. -
Op welke doelgroep richt de Bibliotheek zich? Welk probleem lost de Bibliotheek voor deze doelgroep op? (Dus waarom moet men naar de Bibliotheek?) Welke actie moet er hiervoor door de laaggeletterde ondernomen worden? Hoe neemt de Bibliotheek hierbij mogelijke klantdrempels weg?
Directe communicatie Laaggeletterden komen wel in de Bibliotheek. Focus meer op de reguliere bezoekers van de Bibliotheek. Bij hen wordt onder de aandacht gebracht dat de Bibliotheek mogelijkheden heeft om te ondersteunen bij lezen en schrijven. Ook kan vanuit de Bibliotheek de sociale omgeving (familie, buren e.d.) van de laaggeletterde bereikt worden; zij moeten de doelgroep aansporen om een cursus te gaan volgen. Intermediairs bij de Bibliotheek: Voor de Bibliotheek is het van belang om medewerkers met klantcontact, te trainen in het signaleren, het bespreekbaar maken en het doorverwijzen van laaggeletterden naar een cursusaanbieder. Ouders met kinderen komen veelvuldig in de Bibliotheek. Zet goed in op bewustmaking en communiceer continue de belangrijke toegevoegde waarde van het (voor)lezen. Communiceer het belang van het goede voorbeeld; kinderen waarvan de ouders veel lezen (en lid zijn van de Bibliotheek), lezen zelf ook meer. Ouders hebben hulp nodig om hun vaardigheden te verbeteren en het zelfvertrouwen te krijgen om hun kinderen te helpen in hun taalontwikkeling. Ouders kunnen eraan bijdragen kinderen aan te zetten om voor hun plezier te lezen (Alfabetisering, 2012). Richting kinderen zetten we in op het plezier van lezen. Door de rol van de ‘inspirerende gids’ goed vorm te geven, vindt de Bibliotheek als leesexpert voor ieder kind altijd een passend en aantrekkelijk (voor)leesboek. De Bibliotheek is een aantrekkelijke verblijfplaats met een geweldige collectie voor kinderen. Communicatie richting ouders, maar ook richting jongeren is met name gericht op het bewustmaken en het voorkomen van laaggeletterdheid. Het Financieele Dagblad (Jongh, 2013) berichtte onlangs dat uit onderzoek valt op te maken dat in Nederland 15-jarige leerlingen op het gebied van leesvaardigheden langzaam maar zeker wegzakken. Biebsearch is een manier om op deze doelgroep in te zetten. In de tienertijd is bij jongens het niveau van geletterdheid minder goed ontwikkeld en neemt het af. Dit heeft te maken met motivatie en inzet. Met name voor deze doelgroep moet het materiaal aantrekkelijker gemaakt worden (meer digitaal en aansluitend bij voorkeuren zoals sms en strips). Ook moeten er meer mannelijke rolmodellen bij de alfabetisering betrokken worden (Alfabetisering, 2012). Hiertoe zou o.a. een samenwerking met (voetballers van) regionale voetbalclubs gezocht kunnen worden.
Communiceren via partners We onderscheiden drie categorieën partners die de doelgroepen laaggeletterden op diverse manier kunnen bereiken: a) Partners die de gekozen doelgroep laaggeletterden persoonlijk bereiken (spreken en/of kennen). Deze partners helpen laaggeletterden aan werk, men werkt er of
9
mensen komen er met een (hulp of gezondheid) vraag. Voorbeelden zijn de thuiszorg, huisarts, scholen, bedrijven met laaggeletterden in dienst, het UWV en sociale diensten. Het trainen en voorlichten van intermediairs bij specifieke partners om laaggeletterdheid te herkennen en bespreekbaar te maken, vormt een bewezen succes. Denk hierbij aan leerkrachten, leidinggevenden bij sociale werkbedrijven, huisartsen, medewerkers van sociale zaken, thuiszorgmedewerkers en dergelijke. b) Partners met een hoog bereik waar laaggeletterden komen. Persoonlijk contact vindt niet automatisch plaats. Bijvoorbeeld de Bibliotheek zelf, supermarkten, winkelcentra, openbaar vervoer, voedselbanken, apotheken, markten of kerken. c) Partners met een hoog bereik die laaggeletterden kunnen bereiken. Zoals woningbouwstichtingen of de lokale media. De huis aan huiskrant is zeer geschikt om de omgeving van laaggeletterden te bereiken. Laaggeletterden worden beter bereikt via de lokale of regionale tv en radio. Communiceren via ervaringsdeskundigen Taal voor het Leven maakt succesvol gebruik van ervaringsdeskundigen die laaggeletterden direct benaderen. Zij vormen het ambassadeursnetwerk van de ROC’s. Door het delen van eigen ervaringen maken ze laaggeletterdheid bespreekbaar. Taalcoaches en ex-laaggeletterden die hebben leren lezen en schrijven, vormen een grote kracht bij het bereiken van de doelgroep. Niemand loopt immers te koop met het feit dat hij of zij niet goed kan lezen en schrijven. Ambassadeurs bezoeken bedrijven en instellingen om uitleg te geven.
Boodschap van de Bibliotheek Gemeenten en Partners Afhankelijk van de gekozen visie, positioneert de Bibliotheek zich als een instituut dat kan bijdragen aan het bevorderen en ontwikkelen van basisvaardigheden, waaronder lezen en schrijven.
Een voorbeeldtekst: De Bibliotheek is een laagdrempelige en waardevrije omgeving waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Het aanbod van producten en diensten draagt bij aan de (informele) ontwikkeling van mensen, van jong tot oud. Voorbeelden hiervan zijn Boekstart, de Voorleesexpress, het Taalpunt, Boekenpret en het Makkelijk Lezen Plein. De Bibliotheek is een expert op het gebied van leesbevordering met een ongeëvenaarde brede collectie aan materialen. De Bibliotheek heeft in de eigen regio een groot bereik (met honderdduizenden5 bezoekers per jaar) en geniet het vertrouwen van de maatschappij. In de Bibliotheek is iedereen welkom en uit onderzoek blijkt dat laaggeletterde mensen regelmatig van de Bibliotheek gebruik maken. De Bibliotheek is niet alleen een ‘geletterde’ omgeving met moderne studieplekken, kranten, magazines, goede koffie en gratis Wifi maar ook – en vooral – een sociale omgeving waarbinnen mensen ondersteund worden in hun persoonlijke streven. ‘De Bibliotheek, deuren open voor een rijker leven’
5
Eigen cijfers invoegen
10
(Omgeving van) laaggeletterden Taalgebruik Omdat laaggeletterden de boodschap waarschijnlijk niet snel zullen lezen, moet er gebruik gemaakt worden van communicatiemiddelen waarbij ofwel heel eenvoudige schrijftaal gebruikt wordt, ofwel waarbij geschreven taal niet te pas komt (persoonlijke communicatie of met film).
Allochtoon / autochtoon Een belangrijk aandachtspunt bij de communicatie is het bespreekbaar maken van laaggeletterdheid en het rekening houden met en/of het wegnemen van schaamte. Deze drempel speelt met name bij volwassen autochtone laaggeletterden. In de communicatie richting allochtonen zal de nadruk meer liggen op voorlichting en het benadrukken van de haalbaarheid en de voordelen van een taalcursus. Bij allochtone mensen kunnen mogelijk andere culturele zaken weer een rol kunnen spelen. Voorbeeldteksten voor autochtone mensen:
Heb je moeite met lezen en schrijven? Praat erover met iemand die je vertrouwt. Je kunt ook terecht in de Bibliotheek. Samen met jou zoeken we naar een cursus in de buurt. We zien je graag in de Bibliotheek! Heb je moeite met lezen? Dat kan iedereen overkomen. Lezen en schrijven kun je leren. Er gaat een wereld voor je open! De Bibliotheek vindt samen met jou een cursus in de buurt. Ga naar de bieb en vraag naar [voornaam] of bel [telefoonnummer]. Gaat lezen moeilijk? De Bibliotheek vindt samen met jou een oplossing. Want lezen en schrijven kun je leren. Ga naar de bieb en vraag naar [voornaam] of bel [telefoonnummer]. Je bent niet alleen. 1 op de 10 mensen kan niet goed lezen en schrijven. De Bibliotheek helpt je graag verder!
Voorbeeldtekst voor allochtone mensen:
Wil jij ook beter Nederlands leren lezen en schrijven? Pak de telefoon en meld je vandaag nog aan voor een taalcursus in de buurt. Er gaat een wereld voor je open! Of ga naar de Bibliotheek en vraag naar onze taalcoach [naam] voor meer informatie.
Bij voorkeur ook vertaald in verschillende talen zoals Turks, Engels of Arabisch. Omgeving van laaggeletterde mensen:
Ken jij iemand die moeite heeft met lezen en schrijven? Maak het bespreekbaar want met de juiste aanmoediging en steun kan iedereen leren lezen. Meer weten? Kijk op [webadres] / bel [telefoonummer] of vraag ernaar in de Bibliotheek.
Communicatiemiddelenmix De interne communicatiemiddelenmix De communicatiemiddelenmix die het behalen van doelstelling 3 (communicatie die de betrokkenheid en de succesvolle uitvoer van werkzaamheden door bibliotheekmedewerkers) faciliteert:
11
Diverse interne bijeenkomsten voor de medewerkers, ter kennisdeling, inspiratie, training en motivatie. Het management gaat met de medewerkers in gesprek over de visie, de rol en de doelstellingen van de Bibliotheek op het gebied van laaggeletterdheid. Hoe kunnen medewerkers hieraan zelf bijdragen? 6 Bestaande communicatiemiddelen (zoals het filmpje van Lisa ) die te vinden zijn op de online portal basisvaardigheden kunnen hierbij ingezet worden. Deze portal is door het SIOB en Bibliotheek.nl geopend en is een online wegwijzer voor volwasseneneducatie in de Bibliotheek: http://www.bibliotheekenbasisvaardigheden.nl De portal geeft openbare Bibliotheken ondersteuning bij de aanpak van laaggeletterdheid. De portal is opgebouwd uit twee onderdelen; taalvaardig en digivaardig. Taalvaardig richt zich op de taalontwikkeling van laagopgeleide en anderstalige volwassenen. Digivaardig heeft als doel de digitale bedrevenheid van volwassenen en ouderen te verbeteren. Te vinden zijn; toolkits, checklists, informatieve video’s, tips voor collectievorming e.d.. Deze site is gemaakt op basis van de taalkrachtvoorbibliotheken.nl.
De externe communicatiemiddelenmix gericht op gemeenten en partners De communicatiemiddelenmix die het behalen van doelstelling 2 (partners zien de Bibliotheek als een geschikte partner en zoeken contact om samen te werken) faciliteert:
6
Planmatig, frequent en persoonlijk contact met de gemeente, via een lobbyplan. Persoonlijk contact met potentiële partners. Een standaard brief met als doel een eerste contact te leggen met potentiële partners in de eigen regio. In deze brief wordt wellicht gebruik gemaakt van de online portal basisvaardigheden, zoals een link naar het hiervoor genoemde filmpje van Lisa (zinvol richting bedrijven met laagopgeleide mensen in dienst). Een belscript voor het nabellen (interessepeiling en maken van een eerste afspraak) Een standaard vragenlijst voor het eerste kennismakingsgesprek. Een folder naar het voorbeeld van Breda: Hierin is overzichtelijk opgenomen: de visie, de rol, de sterktes en mogelijkheden van de Bibliotheek ter ondersteuning van laaggeletterde mensen met een leervraag. Pr-activiteiten. Het is waardevol om met de lokale pers goede contacten te onderhouden. Informeer journalisten wie het contactpersoon van de eigen Bibliotheek is. Contactpersonen zijn mobiel bereikbaar en zorgen bij vragen van de pers voor een snelle terugkoppeling. Tip: Vraag aan journalisten of er een deadline is en wees betrouwbaar bij het tijdig aanleveren van de gevraagde informatie en/of beeldmateriaal. Social media. Het via Twitter bereiken van stakeholders bij gemeenten en bij relevante lokale organisaties en instanties. Netwerken. Deelname aan relevante regionale bijeenkomsten en samenwerkingsverbanden. Website. Communiceer op de eigen website de visie, de rol (activiteiten) en de doelstellingen van de Bibliotheek op het gebied van laaggeletterdheid. Vermeld duidelijk de mogelijkheden om gericht contact op te nemen (zowel voor instanties als particulieren). Ook kan de Bibliotheek informatiebijeenkomsten organiseren voor intermediairs. http://www.taalwerkt.nl/Ik-ken-iemand-die-moeite-heeft-met-lezen-enschrijven/Materialen biedt hierbij ondersteuning. Op taalwerkt.nl/materialen is een overzicht te vinden van diverse communicatiematerialen van Stichting Lezen en Schrijven. (Zowel voor mensen rondom de laaggeletterde als voor laaggeletterden zelf.)
Dit is een hyperlink naar een online animatiefilm over laaggeletterdheid
12
Een digitale nieuwsbrief die twee tot vier keer per jaar verstuurd wordt naar partners, potentiële partners en gemeenten. Hierdoor zijn partners en gemeente het hele jaar door geïnformeerd over vorderingen, interessante ontwikkelingen en successen van de Bibliotheek.
Bekijk, om (samen) inspiratie op te doen, een impressie van de samenwerking tussen Delta Zutphen, Bibliotheek Zutphen en het Praktijkonderwijs Zutphen. http://www.youtube.com/watch?feature=youtu.be&v=cFoQF_Nkjbw&desktop_uri =%2Fwatch%3Fv%3DcFoQF_Nkjbw%26feature%3Dyoutu.be&app=desktop Een korte impressie van geletterdheidbevordering in de Bibliotheek: http://www.youtube.com/watch?feature=youtu.be&v=cFoQF_Nkjbw&desktop_uri =%2Fwatch%3Fv%3DcFoQF_Nkjbw%26feature%3Dyoutu.be&app=desktop
De externe communicatiemiddelenmix gericht op de (sociale omgeving van) laaggeletterden De communicatiemiddelenmix die het behalen van doelstelling 1 (een hoger bereik van laaggeletterden in de eigen regio) faciliteert:
In de Bibliotheek
De inzet van intermediairs. Onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillen tussen doelgroepen. Laaggeletterde plattelandshuisvrouwen hebben afwijkende beweegredenen en ervaren andere drempels dan bijvoorbeeld werkende allochtone stedelingen. Breng dit goed in kaart en pas de communicatie hierop aan. o Laaggeletterden autochtonen. De communicatie richt zich op het weghalen schaamte / je bent niet de enige / informeren mogelijkheden / nietgeschreven communicatie. o Laaggeletterden allochtonen. De communicatie richt zich op het informeren van mogelijkheden / eventueel met teksten geschreven in andere talen.
Tekst op de uitleenbon / kaarten (met herkenbare pictogrammen) op de leestafel, de uitleenbalie e.d. / Boekenlegger / Website en nieuwsbrief / Facebook. Gericht op de omgeving / sociale contacten van laaggeletterden: de communicatie richt zich op bewustmaking van het probleem en het faciliteren door het aanreiken van oplossingen. ROOV 1 PO ED 5 NENAEPORUE SI ED DLEREW NEE NETOLSEG KEOB En 1 op de 10 mensen in Nederland heeft moeite met lezen en schrijven. Ken jij iemand in je omgeving die moeilijk of niet kan lezen? Maak het bespreekbaar, want niet kunnen lezen is vreselijk. Cursussen lezen en schrijven voor volwassenen worden in de regio gegeven. Meer weten? Vraag ernaar in de Bibliotheek of bel: [nummer]
13
Communiceren via de lokale media De lokale media, zoals de huis aan huiskrant, is ook zeer geschikt om de omgeving van laaggeletterden te bereiken. Laaggeletterden zelf worden bereikt via de - lokale of regionale - tv en radio. Een pr-plan met aandacht voor o.a. doelgroepen, persrelaties en pr-activiteiten (pers uitnodigen bij bijeenkomsten, persberichten schrijven, interviews aanbieden, factsheets opstellen e.d.) en persrelaties onderhouden: Lokale kranten
ten behoeve van het bereiken en het aansporen van de sociale contacten van laaggeletterden: Zij moeten het onderwerp bespreekbaar maken, schaamte laten afnemen en laaggeletterden wijzen op de mogelijkheden om bijvoorbeeld - via de bieb - een cursus te volgen.
Lokale radio en tv
Gericht op het direct bereiken van laaggeletterden autochtonen. Laaggeletterden overtuigen dat het iedereen kan overkomen (schaamte overwinnen) en wijzen op mogelijkheden en contactmogelijkheden.
Tv-format
Op provinciaal niveau kan nagedacht worden over een format voor een tv-programma. Dit kan aangeboden worden aan bijvoorbeeld TV Gelderland of anderszins. Via een oproep kunnen laaggeletterde mensen zich voor het programma opgeven. De camera volgt deze mensen terwijl ze leren lezen en schrijven, naar de Bibliotheek komen, eerste vorderingen maken etc. Vergelijkbaar met programma’s waarbij mensen met zwaar overgewicht de strijd met de kilo’s aangaan. Gericht op het laten afnemen van de schaamte en het werken aan het bekendmaken van het probleem en de oplossingen die er zijn. De rol van de Bibliotheek verduidelijken.
Pr-tips: Maak gebruik van wetenschappelijke feiten (uitkomsten van onderzoek e.d.), nieuws, activiteiten en successen van de Bibliotheek om de pers te benaderen. Maar ook een boeiend verhaal van een ambassadeur of ex-laaggeletterde kan persaandacht opleveren. Deel het lied van ex-laaggeletterde Geert Leurink Je wereld wordt steeds groter. Vraag altijd of de concrete contactmogelijkheden in de uitzending / krant vermeld kunnen worden zodat laaggeletterden weten hoe er concreet actie ondernomen kan worden.
Via lokale partners met een hoog bereik (waar laaggeletterden komen) Partners met een hoog bereik onder laaggeletterden, kunnen een goed platform bieden om laaggeletterde mensen te bereiken: Bijvoorbeeld regionale voedselbanken, apotheken, banken, markten, kerken, moskeeën of supermarkten. Wellicht staat een regionale supermarkt open voor een verdergaande samenwerking: Supermarkt Spar start met nieuwe diensten om de leefbaarheid van buurten te vergroten en heeft met het ministerie van Binnenlandse Zaken onlangs een overeenkomst getekend om de leefbaarheid in krimpregio’s te verbeteren. Er worden al proeven gedaan met het ophalen van medicijnen en bibliotheekboeken in de winkel. (Smit, 2013) Maar ook de regionale - of lokale - voetbalclub vormt een potentiële partner bij het aanspreken en bereiken van laaggeletterden. Wellicht kan op provinciaal niveau het gesprek met Vitesse worden aangegaan.
14
Inzet van een Bibliotheek promotieteam. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de aanwezige promotiemiddelen bij Rijnbrink Groep (Gelderse promotietent, balie etc.) Ook bij deelname aan diverse andere regionale of lokale evenementen (bijvoorbeeld de Zwarte Cross) hebben de medewerkers oog voor laaggeletterdheid bij ouders of andere bezoekers. Indien kansen zich aanbieden, wordt het gesprek aangegaan.
Een communicatiemiddel gericht op laaggeletterdheid om uit te delen. Het Bibliotheek promotieteam spreekt mensen aan en deelt grappige en mooi opgemaakte kleine boekjes uit. De boekjes maken (laaggeletterden en hun omgeving) nieuwsgierig. Op iedere bladzijde staat 1 woord. De QR code verwijst naar een landingspagina (simpel en overzichtelijk van opzet / Nijntje tekst) met een korte film van een ambassadeur of ex-laaggeletterde die haar verhaal vertelt (er gaat een wereld open, schaam je niet en kom in actie) en daarbij de contactmogelijkheden in beeld brengt. Leer
lezen
Het
kan
via
de
BIEB
Bel
[123 4567890]
Op een bladzijde achterin staat – in simpele tekst - de uitleg van de actie (voor de sociale omgeving), zie ook de tekst op de vorige pagina.
Informatie en voorlichtingsavonden op laagdrempelige locaties (van deze partners) dichtbij mensen.
Op taalwerkt.nl/materialen is een overzicht te vinden van diverse nuttige communicatiematerialen. Zowel voor mensen rondom de laaggeletterde als voor laaggeletterden zelf. Kijk ook naar het campagne materiaal ‘leer lezen en schrijven’ en de middelen op http://taalvaardig.bibliotheek.nl/pagina/88934.promotie.html en http://www.taalvoorhetleven.nl/taalvrijwilliger/basistraining/opleiding/handleiding en/alles. Op http://www.taalwerkt.nl/Ik-ken-iemand-die-moeite-heeft-met-lezenen-schrijven/Materialen is een overzicht te vinden van diverse communicatiematerialen van Stichting Lezen en Schrijven. Zowel voor mensen rondom de laaggeletterde als voor laaggeletterden zelf.
Communicatie via partners die contact met laaggeletterden hebben Om de communicatie richting laaggeletterden via partners succesvol te laten verlopen, wordt gebruik gemaakt van intermediairs en ervaringsdeskundigen. Intermediairs worden getraind en hebben communicatiemiddelen tot hun beschikking (o.a. ten behoeve van het doorverwijzen) om mee te geven. Zij worden ondersteund door:
Bijvoorbeeld een kaart of boekenlegger met herkenbare pictogrammen7, het logo van de Bibliotheek en relevante telefoonnummers.
Ervaringsdeskundigen of ambassadeurs bezoeken bedrijven en instellingen om ervaringen te delen, schaamte weg te halen en uitleg te geven. Zij worden ondersteund door communicatiemiddelen:
7
Een standaard mailing om partners hiervoor te benaderen. Een goede presentatie (met korte films) met veel aansprekend beeld. Ze kunnen iets achterlaten; bijvoorbeeld een kaart of boekenlegger met het logo van de Bibliotheek, herkenbare pictogrammen en relevante telefoonnummers.
In de huisstijl van de Bibliotheek
15
Jeugd, jongeren en ouders De communicatie van de Bibliotheek is met name gericht op bewustwording en het voorkomen van laaggeletterdheid:
Medewerkers zijn het visitekaartje en maken de rol van de Bibliotheek waar (zie ook blz. 9) Deelname aan de communicatiecampagne ‘de Bieb helpt je kind omhoog’ met de gouden leestips glossy BIEB voor ouders (goudenleestips.nl) draag bij aan de bewustwording van het grote belang van (voor)lezen. Voor ouders van kinderen van 0 tot 16 jaar. De inzet van de voorleesunit waarmee Bibliotheken op basisscholen een bijzondere voorleeservaring aan kinderen bieden. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Deelname van Bibliotheken aan regionale evenementen met de voorleestent (bijvoorbeeld de Achterhoekse Bibliotheken die deelnemen aan het Blagenparadijs op de Zwarte Cross). Voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Diverse reeds bestaande structurele communicatieactiviteiten van de Bibliotheek dragen bij aan ouderbetrokkenheid en het verhogen van (voor)leesplezier, zoals de Kinderboekenweek, Boekstart of het Nationale Voorleesontbijt. Veel communicatieactiviteiten verlopen via en in samenwerking met de onderwijsinstellingen. Bibliotheek op School biedt zoals bekend een goed platform voor samenwerking met het onderwijs. Jongeren (16 jaar en ouder) worden bereikt met Biebsearch en door een samenwerking op te zetten met het voortgezet onderwijs. Hierbij ligt de focus op praktijkonderwijs en VMBO. Zie ook blz. 8. Vanuit de jongerenmailing (Rijnbrink Groep) zijn setjes van vier hippe A2 posters gemaakt, gericht op de doelgroep jongeren. Deel de posters uit aan praktijkonderwijs en VMBO’s in de eigen regio.
Tijdsplanning, taakverdeling en budget - Nader vast te stellen -
Literatuurlijst Alfabetisering, E. e. (2012). Kom in actie. Brussel: Europese Commissie. de Kleijn, M. (2011). De aanpak van laaggeletterdheid door openbare bibliotheken. Zoetermeer: SIOB. Fourarge D, H. W. (2011). Laaggeletterdheid in Nederland. 's Hertogenbosch: ECBO. Geertsma. (2010). Monitor Laaggeletterdheid . 's Hertogenbosch: Cinop. Jongh, d. (2013, oktober 24). Onderwijs, eztra investeringen. Het Financieele Dagblad , p. 7. Kasperkovitz, J. (2012). Toolkit voor een structurele aanpak van laaggeletterdheid door bibliotheken. Den Haag: SIOB. Smit, R. (2013, oktober 23). Spar start met tafeltje dek je in de dorpen en keert weer terug in het hart van de stad. Het Finanieele Dagblad , p. 17.
16
17