Zaaknummer 00450275 Onderwerp
Beslissing op bezwaar van Stichting Scala over stichtingskosten
Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Op 1 april 2015 gaf u Stichting Scala (hierna: de stichting) toestemming tot het aangaan van huurovereenkomsten voor schoollokalen van diverse basisscholen. Van de totale huursom die de stichting in rekening brengt bij elke huurder, werd een vergoeding voor stichtingskosten bij de stichting in rekening gebracht over de jaren 2013 en 2014. Tegen deze vergoeding, zijnde 40% van de totale huursom, maakte de stichting bezwaar. Dit voorstel dient er toe om u een besluit te laten nemen over dit bezwaarschrift. Feitelijke informatie Op verzoek van de stichting gaf u toestemming tot het aangaan van huurovereenkomsten voor schoollokalen van diverse basisscholen. Op grond van een op 18 februari 2013 met de stichting gesloten vaststellingsovereenkomst bracht u een hiervoor een huurbedrag in rekening van 40% van de totale huursom, zijnde de stichtingskosten. Concreet betekende dit dat voor de jaren 2013 en 2014 in april 2015 een bedrag van € 83.548 in rekening is gebracht dat de stichting per ommegaande heeft voldaan. Het bezwaar richt zich niet tegen uw instemming tot het aangaan van de huurovereenkomsten, maar tegen de vergoeding die in rekening wordt gebracht, namelijk 40% van de totale huursom. Deze vergoeding is gebaseerd op artikel 3, vierde lid van de vaststellingsovereenkomst. Op grond van jurisprudentie mag een bestuursorgaan een partij verplichten tot betaling van een tegemoetkoming of een compensatie. Wanneer het bestuursorgaan een dergelijke tegemoetkoming of compensatie wil opleggen, zijn daar wel (financiële) voorwaarden aan verbonden. In het geval van vergoeding van de stichtingskosten betreft het de volgende voorwaarden: de bijdrage in de stichtingskosten die het schoolbestuur op grond van de financiële voorwaarde aan de gemeente moet betalen, moet ten goede komen aan onderwijshuisvesting, en de hoogte van het gevraagde bedrag moet rechtstreeks gerelateerd kunnen worden aan de extra kosten of derving van inkomsten voor de gemeente die de toestemming voor het verhuren van een deel van het schoolgebouw aan een organisatie met zich meebrengt. Uit het bestreden besluit van 1 april 2015 blijkt niet dat de hoogte van het gevraagde bedrag rechtstreeks is gerelateerd aan de extra kosten of derving van inkomsten voor de gemeente. Op 16 juni 2015 heeft de Commissie bezwaarschriften (de commissie) de stichting gehoord. De commissie hield haar advies aan in afwachting van de uitkomsten van overleg tussen de stichting en de gemeente. In een brief van 22 september 2015 vroeg de stichting vervolgens de commissie om tot advisering over te gaan omdat partijen niet tot overeenstemming kwamen. De commissie adviseerde op 6 oktober 2015: het bezwaarschrift gegrond te verklaren; in heroverweging een nieuw besluit te nemen met inachtneming van wat door de commissie is overwogen; afhankelijk van de uitkomst al dan niet over te gaan tot een vergoeding van de kosten van het bezwaar. De commissie overweegt dat uit het bestreden besluit niet blijkt dat de hoogte van het gevraagde bedrag rechtstreeks is gerelateerd aan de extra kosten of derving van inkomsten voor de gemeente. De hoogte van het bedrag is gerelateerd aan de tussen de stichting en de gemeente overeengekomen vaststellingsovereenkomst, waarin staat dat de gemeente een vergoeding voor stichtingskosten, zijnde 40% van de totale huursom, in rekening brengt bij de stichting.
1
Zaaknummer 00450275 Onderwerp
Beslissing op bezwaar van Stichting Scala over stichtingskosten
De commissie is van mening dat u zich niet mag beperken tot een verwijzing naar de vaststellingsovereenkomst, maar nader moet specificeren en onderbouwen dat en in hoeverre de gemeente door de verhuur van een gedeelte van het gebouw inkomsten derft, dan wel extra uitgaven moet doen. Afweging De kritiek van de commissie is terecht. Het voorstel is dan ook om het bezwaarschrift ontvankelijk en gegrond te verklaren, conform het advies van de commissie. Het advies is als bijlage bijgevoegd. Het besluit van 1 april 2015 is onvoldoende gemotiveerd. Het is voor de stichting onvoldoende inzichtelijk hoe de stichtingskosten zijn opgebouwd. Er wordt niet aangegeven dat door de verhuur de gemeente inkomsten derft, dan wel er extra uitgaven hiervoor gedaan moeten worden. Deze onderbouwing kan niet worden gegeven. De derving van inkomsten, dan wel extra uitgaven door de verhuur van de schoollokalen aan de stichting kan niet worden onderbouwd. Gezien het vorenstaande is het voorstel de vergoeding voor proceskosten tot het bedrag van € 490 toe te kennen. Daarnaast wordt voorgesteld de door de stichting al betaalde bedragen terug te betalen. Inzet van middelen In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met een structurele inkomst uit verhuur van leegstaande schoollokalen. Het voornemen was om de veelal incidenteel van aard zijnde inkomsten beschikbaar te houden voor onderwijshuisvesting. Omdat de in 2015 ontvangen middelen nog niet in de begroting zijn verwerkt en er ook nog geen concrete besteding is, heeft het terugbetalen van € 83.548 geen financiële consequenties. Dit neemt niet weg dat dit toch een tegenvaller is. De proceskosten komen ten laste van het budget leges en griffierechten juridische zaken. Procedure / vervolgstappen Tegen uw besluit staat voor de stichting beroep open bij de rechtbank met de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te vragen. Voorgenomen besluit Het voorstel is om bijgaand besluit vast te stellen.
2
Zaaknummer 00450275 Onderwerp
Beslissing op bezwaar van Stichting Scala over stichtingskosten
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 10 november 2015 besloten:
het bezwaarschrift van Stichting Scala ontvankelijk en gegrond te verklaren; de door Stichting Scala betaalde stichtingskosten over 2013 en 2014 terug te betalen; over te gaan tot vergoeding van proceskosten; Stichting Scala te verzoeken gevolg te geven aan een eerder uitgesproken intentie om andere instellingen tegen een redelijke huurprijs onderdak te bieden.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
3