Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Noordenveld, gehouden op donderdag 23 februari 2006 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis. Aanwezig: Gemeentebelangen: mevrouw A. Jansen, de heren J.A.F. Coenen, J. Dam, J. Darwinkel, A.J. Poelstra en J. Posthumus PvdA: de dames T.T. Antons-Raap en J.R. Brink-Rozema, de heren G. Boksem en O.L. Keizer CDA: de heer G. Alssema VVD: mevrouw J.P. Schrale-Oranje, de heren H.E. Emmens en D.J. Klompe GroenLinks: mevrouw A.C.M. Zeeman en de heer O. Huisman D66: de heer K.W.J. Stoop ChristenUnie: de heer K. Haan ODN: de heer J.H. Oosterwijk Griffier: de heer W.F.C. Damman. College van Burgemeester en Wethouders: Burgemeester J.H. van der Laan (voorzitter), wethouders G. Wolters (PvdA) en J.E. Bakker (CDA). Afwezig met kennisgeving: Gemeentebelangen: de heer J.A. Koolen CDA: de heren B. Hartholt en J.W. Stevenson VVD: de heer M. ter Veer Wethouder J. Kemkers (Gemeentebelangen). 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. 2. Vaststellen agenda De Raad stemt ermee in, om het onderwerp bevordering streektaal als agendapunt 7a te behandelen. Verder wordt de agenda ongewijzigd vastgesteld. 3. Voorstel tot vaststelling notulen vergadering Raad gemeente Noordenveld van 26 januari 2006 Deze worden goedgekeurd en vastgesteld. 4. Mededelingen en ingekomen stukken De artikel 40 vragen worden na agendapunt 7a behandeld. De heer Huisman deelt mee dat GroenLinks in het kader van de verkiezingscampagne op zaterdag 4 maart een objectief verhaal houdt over de woningbouwopgave. In een bus, die rijdt op aardgas, krijgen mensen een excursie van + een uur. Daarbij zullen de vier modellen worden getoond. De tijden worden bekend gemaakt in de pers. GroenLinks nodigt een ieder hiervoor uit. 5.1 Gezamenlijk woningmarktonderzoek Leek/Noordenveld De voorzitter geeft aan dat bij dit punt ook de aan de Raad verzonden brief aan de orde is. De heer Dam gaf in de Raadscommissie aan, dat Gemeentebelangen het belang onderschrijft van het verrichten van een gezamenlijk onderzoek. Het College is gevraagd om, naast een kwalitatief, een kwantitatief onderzoek te verrichten. Uit de brief van het College blijkt, dat er tevens een kwantitatief onderzoek komt, met name naar de eigen
Doc: RV06.0149
1
woningbouwbehoefte. De fractie vindt het goed om in beeld te brengen, wat er voor de eigen inwoners nodig is. In de brief staat dat het een uitgemaakte zaak is, dat de woningbehoefte van de eigen woningmarkt lager is dan die van de regiotaakstelling. Dat is bekend. Op grond van de Regiovisie heeft de gemeente een extra taakstelling van 5.300 woningen gekregen. Er zijn gezamenlijk afspraken gemaakt in dit kader, die bij de actualisatie zijn bevestigd, en waar de twaalf gemeenten voor staan. De komende jaren weet de gemeente, wat de behoefte voor de eigen inwoners is. Daar komt de plus bij voor de Regiovisie. Hoe gaat de discussie over het invullen daarvan verlopen, wordt daarbij in evenredigheid naar de andere gemeenten gekeken? De heer Emmens heeft in grote lijnen dezelfde opmerkingen. Gelukkig wordt uit de brief duidelijk wat er onderzocht gaat worden, en dat dit onderzoek de gehele gemeente zal betreffen en niet alleen het deel tussen Leek en Roden. Helaas heeft de Raad deze cijfers, van 2003, niet eerder gehad. Dan had hij er eerder over kunnen spreken. Met dit onderzoek krijg je een goed beeld van wat er nodig is in deze gemeente. De VVD wenst het College er veel succes mee. De heer Haan ontving naar aanleiding van de Raadscommissie een brief van de wethouder en een vanuit de Regiovisie, die hij bij dit onderdeel betrekt. De lijn van de prognoses van destijds wordt hiermee doorgetrokken. De brief van de Regiovisie van 20 februari moet de bedoelde informatie zijn. Hij is het eens met wat de wethouder benadrukt, dat de primaire verantwoordelijkheid bij de analyse van de eigen woningmarkt ligt. De wethouder vermeldt in de brief, dat het qua aard en omvang een ander onderzoek is dan het prognosticeren van de woningbehoefte in de regio. Houdt dit in, dat voor dit onderzoek de Regiovisie er niet toe doet? Volgens het voorstel is één van de uitwerkingsopgaven het opstellen van woonprogramma’s. Uit het voorstel blijkt duidelijk, dat er een relatie is tussen dit onderzoek en de Regiovisie. De ChristenUnie verzoekt de wethouder, zijn brief te verduidelijken. De toonzetting ervan, zoals dat hij met nadruk durft te stellen, spreekt hem niet aan en wekt de indruk alsof hij denkt met onderontwikkelde raadsleden te maken te hebben. Met de brief vanuit de Regiovisie en die van de wethouder, wordt het geheel er niet duidelijker op. Uit de brief blijkt, dat de prognoses van destijds meer dan gehaald worden. Dit houdt in, dat de inspanningsverplichting van de gemeente overeind staat, en dat in de regio de bouwprogramma’s versneld zullen worden uitgevoerd. Een onderzoek vindt de ChristenUnie uitstekend, maar dat betekent niet, dat die zich daarmee conformeert aan de aantallen. De fractie wil zich niet laten opjagen door de regio. De uitbreiding moet weloverwogen gebeuren en mag geen onherstelbare schade toebrengen aan de mooie gemeente Noordenveld. Naar de mening van de fractie staan de getallen nog ter discussie. De heer Dam informeert of de ChristenUnie ook dat voorbehoud heeft gemaakt, toen de aantallen aan de orde kwamen bij de actualisatie? De heer Haan conformeert zich aan de aangegane inspanningsverplichting. Maar niemand is gehouden aan het onmogelijke. De kwaliteit van de omgeving moet prevaleren. Als blijkt, mede uit de milieubeoordeling, dat het aantal van 5.300 in deze omgeving niet kan, kan het niet zo zijn dat je dat laat staan en alles ervoor moet wijken. De heer Dam is het daarmee eens, als het inhoudt dat vanwege de kernkwaliteiten dat aantal niet gehaald kan worden. De heer Huisman vindt de opmerking van de heer Emmens, over de cijfers van 2003, vreemd. De Raad heeft dit rapport eerder aan de orde gehad, bij de actualisatie van de Regiovisie. GroenLinks gaat akkoord met dit woningmarktonderzoek. Wel zet de fractie vraagtekens bij enkele punten. Bijvoorbeeld het onderzoek richt zich nu op de eigen bevolking van
Doc: RV06.0149
2
Leek en Noordenveld. Hoe pas je het in, als je meer woningen moet bouwen in het kader van de Regiovisie? Dan is er een andere groep mensen, die deze kant opkomt. De heer Alssema ziet dat zijn opmerking in de Raadscommissie, dat het onderzoek aantallen oplevert, in de brief wordt bevestigd. Er staat ook in, dat de eigen woningbehoefte wordt onderzocht. Houdt dit in, dat de taakstelling van de Regiovisie daar bovenop komt, of maakt de eigen woningbehoefte er deel van uit? Is het verstandig onderscheid te maken tussen de eigen behoefte en de taakstelling, gezien de afspraken binnen de Regiovisie? Het CDA gaat ervan uit, dat het onderzoek de nadruk legt op de kwaliteit, niet de kwantiteit. Er komen vanzelf kwantitatieve gegevens uit, waarmee je kunt plannen. Volgens het CDA zijn die inclusief de taakstelling. Burgemeester Van der Laan heeft gezegd dat, zonder tegenbericht, de aantallen uit de Regiovisie het uitgangspunt zijn. De Raad moet niet zelf met een tegenbericht komen, door te spreken over de eigen woningbehoefte. Hij is niet gelukkig met de passages daarover in de brief van de wethouder. Het CDA gaat ervan uit, dat de algemene woningbehoefte wordt onderzocht. Het CDA gaat akkoord met het onderzoek, daar het inzicht geeft in wat voor woningen nodig zijn in de toekomst, en welke aantallen op korte termijn. Mevrouw Brink vindt de brief van de wethouder duidelijk. Natuurlijk kun je lang praten over de aantallen, maar de gemeente heeft zich te houden aan de taakstelling in het kader van de Regiovisie. Door het woningmarktonderzoek wordt duidelijk, voor welke groep en hoeveel er gebouwd moet worden. De PvdA gaat ervan uit dat er wordt bijgestuurd, als de gemeente niet op koers ligt. En dat het niet leidt tot onaanvaardbare aantasting van de kernkwaliteiten in de gemeente, of extra knelpunten in het verkeer. Uit de beide onderzoeken zal blijken, welke vraag naar woningen opgevangen kan worden, zonder de wezenlijke waarden aan te tasten. Met die gegevens kan er in de Raad op korte termijn een discussie komen, voor zowel de grotere als de kleinere dorpen. En kunnen argumenten aangedragen worden, voor wie er gebouwd gaat worden. Het is toch zo, dat je iedere vijf jaar met een nieuwe woonvisie kunt komen, zodat na verloop van tijd het woningbehoefte onderzoek moet worden bijgesteld. Wethouder Wolters antwoordt dat de brief het verschil duidelijk moet maken tussen wat de gemeente zelf als behoefte heeft en wat haar opdracht is in het kader van de Regiovisie. Die hoeven niet hetzelfde te zijn. De gemeente heeft de autonome groei voor de verschillende doelgroepen, die bij dit onderzoek wordt onderzocht en voor vijf jaar gekwantificeerd. Daaroverheen komt de opdracht in het kader van de Regiovisie. Die is nog niet volledig gekwantificeerd, en er zijn nog geen definitieve kwaliteiten aan toebedeeld. Toen bij de start van de Regiovisie er sprake van was, dat Noordenveld moest bouwen voor het topsegment, heeft de Raad gezegd dat niet te willen. Vervolgens werd gezegd, dat er ook voor het lagere segment gebouwd moest worden. Dat de Raad heeft aangegeven ook voor de extra opgave te denken aan gemêleerde woonwijken, neemt het College mee. Lukt dat, mag je ervan uitgaan dat de eigen opdracht redelijk parallel loopt met de extra opdracht. Als de Raad een zelfde soort wijken wil in het kader van de opdracht, is dit onderzoek nodig, om te weten of de wijk die bij de autonome groei zou worden gevormd, er ook voor de extra opdracht zo uit zou kunnen zien. Dit moet worden besproken tijdens de verdere ontwikkeling van de Regiovisie. Dit is tevens het antwoord op de vraag van de heer Dam, over hoe om te gaan met de plus van de Regiovisie. De reden waarom onderscheid wordt gemaakt tussen de eigen opdracht en de plusopdracht is, dat je kunt nadenken: alle gemeenten zijn bezig met de plus opdracht. Indien er in een bepaald segment te veel gereed komt, kan de vraag rijzen of het verstandig is dat door te zetten? Als de Raad gemêleerde wijken wil hebben, kun je groeien naar het benodigde niveau. Maar om specifieke doelgroepen te bereiken, moet
Doc: RV06.0149
3
je afstemmen met de andere regio. Daarom moet je onderscheid maken tussen het plusgedeelte en de eigen autonome groei. De heer Huisman heeft geantwoord op de vraag over de cijfers van 2003. De brief is zo geformuleerd naar aanleiding van de vraag in de Raadscommissie, of met dit onderzoek de autonome groei en de plusgegevens kunnen worden onderzocht. Dat is niet zo. Dit onderzoek gaat om de eigen opgave. Hij schrijft in de brief er niet vanuit te gaan, dat de eigen opgave voldoende is, gezien de extra opgave vanuit de Regiovisie, die meer vierkante meters en open ruimte zal kosten. Dit is een voortschrijdend onderzoek. De bedoeling is om dat iedere vijf jaar te doen, om een bijdrage te kunnen leveren aan de monitoring, en het inzicht te kwantificeren en kwalificeren. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 5.2 Notitie reikwijdte en detailniveau Strategische Milieubeoordeling (SMB) De voorzitter deelt mee dat de heer Huisman heeft gereageerd op het verzoek in de Raadscommissie, om eventuele witte vlekken voor woningbouw of bedrijventerrein te melden. Hij heeft de suggestie gedaan om aan de zuidkant van de A7 in het Matslootgebied, waar in enkele modellen een nieuw bos is gepland, een bedrijventerrein te realiseren. Het College vindt dit geen handig voorstel, omdat die 50 hectare bedrijventerrein voor lokale behoefte is en slaat op Roden. Zou je die invullen aan de zuidkant van de A7, zou je het hebben over de behoefte voor Groningen, en niet de autonome groei van de lokale bedrijvigheid. Bovendien grenst dit gebied aan beschermde status gebieden. Volgens de wet kom je, als je in de nabijheid daarvan dit soort ontwikkelingen wilt, voor tijdrovende en inspannende afwegingen te staan. Alleen bij dringende maatschappelijke noodzaak, en als er geen alternatieven zijn, mag je hier iets realiseren. Dan kun je beter direct zeggen, dit niet te doen. De heer Huisman antwoordt dit naar voren te hebben gebracht, naar aanleiding van twee door Gemeentebelangen en GroenLinks georganiseerde avonden, waar deze optie door veel mensen werd genoemd. Gedacht werd om die erbij te betrekken, aansluitend op Westpoort, waar ook een afslag komt. Na de woorden van de burgemeester, lijkt het hem niet zinvol over dit voorstel te stemmen. Het College komt met goede argumenten. GroenLinks gaat daarmee akkoord, en met het huidige voorstel, en wacht de rest van de procedure af. De heer Dam meende in eerste instantie, dat er op het Steenbergerveld nog een witte vlek zou zijn. Dit gebied bleek geen optie te zijn, want het ligt in de geluidscontour van het motorsportcentrum. Dat wil Gemeentebelangen daar graag houden. De fractie heeft gevraagd om een historisch onderzoekje omtrent de besluitvorming van de afgelopen jaren. Er is bijvoorbeeld besloten tot geen infrastructuur door de Maatlanden en geen bouw van een dubbelkern. Wellicht moeten er nog andere besluiten in dit kader worden meegenomen. Gemeentebelangen neemt aan, dat het College het waardevolle advies van de Commissie MER integraal overneemt. Een waardevolle suggestie is om een variant voor inbreiding te onderzoeken, met de bijbehorende aspecten. Gemeentebelangen is niet gecharmeerd van inbreidingsmodellen, gezien de nadelen zoals het sociale aspect, maar er moet wel naar gekeken worden. Verder is het waardevol om met een voorkeursmodel te komen, waar de bevolking ook op kan reageren. Gemeentebelangen hoopt dat het College uitvoerig contact zoekt met de bevolking en daar maximaal op inzet. De motivatie van het College, voor het niet meenemen van het voorstel van GroenLinks, onderschrijft Gemeentebelangen. Het zou de eerste keer zijn dat die fractie groen (bos) zou inleveren voor rood (bedrijventerrein).
Doc: RV06.0149
4
De heer Huisman benadrukt dat er geen bos wordt ingeleverd, want dat staat er niet. En misschien moet dat gebied, gezien het karakter ervan, wel openblijven. De heer Keizer, die stelt dat zijn voorstel niet erg goed doordacht is, geeft hij gelijk. In deze hectische tijd, met het nodige tijdgebrek, heeft hij toch besloten met de suggestie te komen. De heer Emmens drong er in de Raadscommissie op aan te kijken naar witte vlekken, maar heeft die niet kunnen vinden. De kwetsbare gebieden vallen erbuiten. De modellen, die in de SMB worden meegenomen, bieden voldoende ruimte. De VVD neemt aan, dat het College het advies van de commissie MER ter harte neemt. De heer Dam verzoekt het College contact te zoeken met de bevolking, als er een model is gekozen. De VVD vindt dat de Raad dat dan zelf moet doen. Die heeft de verantwoording genomen voor de modelkeuze en laat de uitwerking over aan het College, maar moet de verdere onderbouwing van de modelkeuze zelf oppakken. De heer Haan informeert of de conclusie, dat het College zich kan vinden in het advies van de Commissie MER, juist is? De ChristenUnie gaat akkoord met dit plan. Hij neemt aan dat de stuurgroep meeneemt, dat de zuidoostelijke kant van Groningen kwalitatief landschappelijk niet aantrekkelijk is, terwijl het aan deze kant wel heel aantrekkelijk is. Je zou je juist op dat gebied moeten richten, om dat aantrekkelijker te maken, en de kwetsbare gebieden zoveel mogelijk moeten ontzien. Op de woningdichtheid gaat de ChristenUnie later in. Met wat daarover wordt vermeld, is die het volstrekt oneens. Een gemiddelde dichtheid van 400 m2 per woning lijkt ruim voldoende. De heer Alssema vindt de notitie een volgende stap in het langdurige proces, om tot een goede volgende afweging te kunnen. Over het hierbij betrekken van de burgers, zijn in de Raad al afspraken gemaakt. Het CDA is blij, dat de heer Huisman zijn voorstel intrekt. Mevrouw Brink gaf al aan, dat de gemeenten zo spoedig mogelijk aan de slag moeten, voor belangrijke informatie op het gebied van woningbouw, met expliciet aandacht voor de sociale component. Daarbij horen ook de bedrijvigheid en de infrastructuur. De bedrijvigheid blijft de PvdA kritisch volgen, want die vindt 50 hectare erg ambitieus. De hectares moeten worden bezien in relatie tot de werkgelegenheid. De PvdA ziet de werkgelegenheid de komende vier jaar als speerpunt van beleid. De suggestie van de Commissie MER is een waardevolle aanvulling op de uitvoering van het onderzoek. Het spreekt de PvdA aan, om inzichtelijk te maken welke argumenten en overwegingen aan de opgave ten grondslag liggen; hoe de waarden van de landschappelijke structuren worden bepaald; om bij verdichting altijd rekening te houden met de wezenlijke waarden van de kernen zelf, zoals de sociaal- en cultuurhistorische identiteit; om in vier stappen te werken, en de vorm van de presentatie. Er kan veel spraakverwarring worden voorkomen, als kaarten worden gehanteerd, waarop de modellen en de locaties goed worden weergegeven. De fractie ziet de uitvoering met belangstellend tegemoet en hoopt, samen met de bevolking, straks een goede basis te hebben voor het Intergemeentelijk Structuurplan. De PvdA gaat akkoord met het voorstel. De voorzitter dankt voor de instemming met het voorstel. Het historisch overzicht komt, wanneer de discussie in de Raad vervolgd wordt. Het advies van de commissie MER wordt niet voor niets gehanteerd. In de vervolgdiscussie komt voor de Raad ook de afweging betreffende het inbreiden. Over het goed inschakelen van de bevolking zijn al duidelijke afspraken gemaakt. Dit zit in de planning. Hij adviseert de Raad, niet zelf hoorzittingen te gaan houden. In het kader van de samenwerking wordt met Leek regelmatig vergaderd, zodat er deskundigheid is bij het College en zijn adviseurs. Het is van belang, om praktisch te werk te gaan. De heer Haan noemt het gebied ten zuidoosten van Groningen. Hoogezand heeft een grote opgave gekregen, waar meer aan het landschap moet worden gedaan dan hier. Als
Doc: RV06.0149
5
je de opgave voor Leek en Roden aan Hoogezand geeft, wijk je af van hetgeen is afgesproken. De gemeente heeft als inspanningsverplichting deze verdeling op zich genomen. Indien de kernkwaliteiten in gevaar komen, wordt er weer over gesproken. De woningdichtheid en de verdichting komen nog weer aan de orde. Die hangen samen met de gekozen politieke invulling. Als je gaat voor de werkgelegenheid, is 50 hectare niet ambitieus. Dit geldt ook voor de woningbouwopgave. Als de gemeente er geen ruimte voor kan vinden, gezien haar kwaliteiten, en als blijkt dat de opgaven te ambitieus zijn, moet er worden bijgestuurd. Daar gaat de gemeente zelf over. Daarnaast geldt dat, als de aantallen niet genoeg zijn, naar de andere kant moet worden bijgestuurd. Deze uitgangspunten moeten worden onderzocht. Natuurlijk moeten er duidelijke kaarten zijn, als je ermee naar de bevolking gaat. De heer Haan legt uit, niet aan de kant te willen gaan voor de inspanningsverplichting. In het stuk staat dat het zuidoosten, richting Hoogezand, kwalitatief gezien niet zo’n goed gebied is. Dan zou je daar je aandacht op kunnen richten, en zo een kwaliteitsslag kunnen maken. Het is niet zijn bedoeling, om hier veel minder te doen. Maar als blijkt dat je het ene gebied kunt upgraden, en het andere kwetsbare gebied kunt ontlasten, moet je dat niet laten. De voorzitter is het daarmee eens. In juni komt de Regiovisie weer aan de orde. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 5.3 Gecoördineerde inkoop De brief van het College maakt van dit agendapunt onderdeel uit. De heer Coenen is nog niet overtuigd van het goede van dit voorstel. Gemeentebelangen onderschrijft de gedachte, dat inkoop een professionele aanpak vereist en is ervan overtuigd, dat je daarmee besparingen kunt realiseren. Maar je moet het structureel goed aanpakken. Dit mist hij in dit voorstel en in de brief. Het is prima, dat de gemeente al gebruik kan maken van de inkopers van andere gemeenten. Dat de gemeente dat op beperkte schaal kan blijven volhouden, gezien de arbeidsverhoudingen van deze adviseurs, klinkt logisch. Ga je nu een project aan voor een jaar, lost dat voor de lange termijn structureel niets op. De vraag in de Raadscommissie, of sprake is van een opleidingstraject, had hij terug willen zien in de brief. Het gaat erom, je eigen organisatie op te leiden en de functie van de inkoper daarin goed in te bedden. Als binnen de organisatie iemand wordt opgeleid op dit specifieke terrein, of voor de lange termijn personeel wordt ingehuurd, werk je aan een structurele oplossing. Afhankelijk van de reactie van het College, stemt Gemeentebelangen voor of tegen het voorstel. De heer Klompe zegt dat de VVD de brief open en eerlijk vindt. Er wordt alleen voor één jaar € 55.000,00 voor uitgetrokken. Wat gaat het College doen in het opleidingstraject na 2006? In de begroting staat nog een post opleidingstrajecten van + € 82.000,00. Daarmee kun je tot een bredere organisatieontwikkeling, die de laatste jaren is achtergebleven, komen. Je moet je niet alleen toespitsen op de inkoop, om te voorkomen dat over twee jaar weer mensen moet worden ingehuurd. Om het breder te trekken in de organisatie, moet er volgens de VVD meer geld aan worden besteed. Anders blijft het steeds opnieuw geld kosten. De heer Haan sluit aan bij de woorden van de heer Coenen. Mevrouw Zeeman voegt eraan toe, de reactie af te wachten over het structureel aanpakken. GroenLinks verzoekt om na twee jaar een uitgebreide evaluatie te krijgen. De heer Alssema is het grotendeels eens met de heer Coenen. Hij wenst er wel een langere periode van te maken, omdat pas na twee tot drie jaar wordt bespaard. De Raad zou als taak kunnen stellen om te komen tot 2% besparing op het totale beïnvloedbare inkoopvolume, en jaarlijks gerapporteerd te krijgen, of dit is gelukt.
Doc: RV06.0149
6
De heer Boksem ziet twee aannames. De PvdA gaat ervan uit, dat de € 55.000,00 zichzelf terugverdient. Wat de besparing is, en of die wordt gerealiseerd, is moeilijk aan te geven. De PvdA vindt belangrijk, dat het project na twee jaar wordt geëvalueerd en dat in de ontwikkeling de deskundigheidsbevordering wordt meegenomen. De voorzitter was niet bij de bespreking van dit punt in de Raadscommissie. Wethouder Kemkers heeft hem gemeld, de Raad niet mee te krijgen. In de stukken staat ‘uitvoering implementatie professionalisering inkoop’. Dit betekent, dat je het implanteert in de organisatie. De gehele opdracht bestaat eruit, de gemeente te leren inkopen. Het opleiden is het kenmerk van het voorstel. Het CBP vraagt ruimte om, als in een organisatie een productgroep iets laat liggen, daar te kunnen inbreken. De heer Klompe antwoordt hij, dat meer geld niet nodig is, want het is één opleidingstraject. Er wordt ook gekeken waar direct resultaat getoond kan worden, maar het is vooral bedoeld om te leren inkopen. Een evaluatie is uitstekend. Als blijkt dat een jaar te kort is, wat hij betwijfelt, mag het College terugkomen met een voorstel het project iets te verlengen. De heer Coenen heeft dat gelezen, maar vindt het strijdig met de zin in de motivering, dat binnen de organisatie niet de menskracht en deskundigheid op dit terrein aanwezig zijn. Zijn die er over een jaar wel? De voorzitter antwoordt dat wordt bedoeld, dat de gemeente dit wil leren, en er een jaar voor nodig heeft. De heer Klompe, die vindt dat het er ook zo had moeten staan, antwoordt hij dat daar voortaan lering uit wordt getrokken. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 5.4 Aanleg bergbezinkvoorzieningen en het afkoppelen van wegen en daken in de kleine dorpskernen in Noordenveld Wethouder Bakker heeft naar aanleiding van het raadsbrede verzoek in de Raadscommissie, gisteren een constructief overleg gevoerd over het probleem, dat de heer Parson aangaf. Voor dit bergbezinkriool moet nog een aanlegvergunning verstrekt worden en een archeologisch onderzoek plaatsvinden. De gemeente zal de deadline van 1 augustus voor de subsidie niet halen, ook door de werkzaamheden bij andere kernen. Daarom heeft het College toegezegd, omstreeks 1 september te beginnen met de aanleg van het bergbezinkriool. Die komt in de rand van het voetbalveld, aan de kant van De Steeg over een breedte van tien meter, met de benodigde tien meter werkruimte voor de graafmachines. Het materiaal wordt tijdelijk opgeslagen op De Steeg zelf, om het voetbalveld te ontzien. Een en ander houdt in, dat de Vereniging Dorpsbelangen Langelo de feesten kan laten doorgaan gedurende dit seizoen. De Raad heeft een overzicht ontvangen van de aan te leggen bergbezinkvoorzieningen. Nummer twee, de voorziening aan de Vogelwikke, wordt niet opgeleverd op 21 februari 2006, maar 31 juli 2006. De heer Boksem vraagt of voor dit voetbalveld nog voorzieningen in het gedrang kunnen komen door de bergbezinkvoorziening, waar voor Langelo kosten mee zijn gemoeid? Wethouder Bakker antwoordt ontkennend. Er kan zelfs deels een door de Vereniging Dorpsbelangen gewenste voorziening worden meegenomen. Dit betreft het storten van beton voor een fundament. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 5.5 Vaststelling ‘Beleidsplan Reïntegratie 2006’ en ‘Beleidsplan Inkomen en Rechtmatigheid Minimabeleid en Communicatie’ van de ISD Noordenkwartier De heer Haan stelt dat over het minimabeleid de laatste tijd veel is gesproken. Met name op de door de Stichting Platform Minima georganiseerde avond zijn veel zaken de revue
Doc: RV06.0149
7
gepasseerd, die een nadere aanpassing waard zijn. De Raad heeft schrijnende gevallen gehoord, over beperkte openstelling van de ISD, de soms negatieve benadering door de klantmanagers en de bureaucratie. Dit laatste bleek ook tijden het forum. Hij is ervan geschrokken. De ChristenUnie vraagt de wethouder aandacht te schenken aan de kritiekpunten en de Raad spoedig te informeren over de uitkomsten van het verbetertraject. Hopelijk is ook de wethouder van mening, dat dat er moet komen. Een hot item is de bijzondere bijstand, met name gericht op de vervanging van duurzame gebruiksgoederen. De wethouder zegt met de ISD, dat deze regeling ruimhartig wordt uitgevoerd. Hij vraagt zich af, of dat nog steeds zo is. De brief van 24 juni van staatssecretaris Van Hoof is vaak geciteerd. Volgens de wethouder is de groene passage uit zijn context gehaald, en blijkt er uit de gehele brief een andere conclusie. Uit de volledige brief concludeert de ChristenUnie wat anders. Bij de motie geeft hij een nadere toelichting. Een ieder is ervan overtuigd dat je niet te benijden bent, wanneer je tot de minima behoort. Als de situatie zo schrijnend is, moet de politiek de moed hebben de wetten en brieven van regeerders zo ruimhartig mogelijk uit te leggen. Het mag niet zo zijn, dat door onderzoeken en procedures deze categorie langer moet wachten dan nodig is. Het is beter nu ruimhartig te zijn met een kleine kans teruggefloten te worden, dan nu terughoudend, terwijl achteraf er meer ruimte bleek te zijn. Het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie komen met een motie. Wetsartikel 51 geeft het College de vrijheid om een bedrag om niet te verstrekken. Hierin staat nergens, dat aan bepaalde voorwaarden voldaan moet worden. Met de brief van de staatssecretaris worden de Tweede Kamer oplossingen aangeboden betreffende het knelpunt langdurigheidstoeslag. De staatssecretaris geeft vier mogelijke oplossingen, zoals het opnemen in de systematiek van de individuele bijzondere bijstand, waarbij de hoogte van de tegemoetkoming ter beoordeling is van de gemeente. Hier heeft de individuele bijzondere bijstand voor de gemeenten het voordeel, maatwerk te kunnen leveren. Hij schrijft dat mensen die tegemoetkoming krijgen, die gezien hun financiële positie noodzakelijk is. Aan het eind van de brief staan vier varianten, waarbij hij de individuele bijzondere bijstand een goed alternatief vindt ten opzichte van zijn eigen voorkeur. In de toelichting op artikel 51, volgens het WWB handboek staat dat, wanneer men een inkomen heeft van tenminste het niveau van het sociaal minimum, er voldoende ruimte aanwezig geacht wordt om hiervoor te reserveren. Dit uitgangspunt is gedateerd, want inmiddels is de situatie van de minima verslechterd. Ook de wethouder heeft gezegd dat de uitkeringen te laag zijn, om voor duurzame gebruiksgoederen te kunnen sparen. Ook staat in die toelichting, dat het College kan bepalen of er aanleiding is om de bijstand geheel of gedeeltelijk te verlenen. Dit moet worden beoordeeld naar de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. De wet biedt voldoende mogelijkheden om de ruimhartigheid toe te passen, die het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie voorstaan in de motie, die luidt: ‘De Raad van de gemeente Noordenveld stelt vast dat het College van B en W verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de WWB; uitkeringsgerechtigden voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen momenteel geacht worden te sparen dan wel een lening af te sluiten. Overwegende dat: uitkeringsgerechtigden zonder extra inkomen in het algemeen niet in staat zijn om van hun uitkering te kunnen sparen; uitkeringsgerechtigden bij noodzakelijke vervanging van duurzame gebruiksgoederen nu derhalve geld moeten lenen en daardoor in een neerwaartse spiraal terechtkomen; artikel 51 van de WWB luidt: “Bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet” en dat de wet derhalve voldoende mogelijkheden biedt om uitkeringsgerechtigden, op individuele basis, financieel te helpen bij de aanschaf van
Doc: RV06.0149
8
duurzame gebruiksgoederen, waarmee voorkomen wordt dat zij steeds dieper in de problemen komen. Besluit het College te verzoeken de ISD op te dragen om bij de individuele beoordeling van verzoeken om bijzondere bijstand voor de vervanging van duurzame gebruiksgoederen als uitgangspunt te nemen deze bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een bedrag om niet.’ Mevrouw Zeeman geeft aan dat over dit onderwerp in de Raadscommissie, en in de bijeenkomst in het kader van de verkiezingen over de positie van de minima, veel argumenten zijn gewisseld. Zij gaat in op de schuldensanering uit het werkdeel van de WWB, de bijzondere bijstand en de attitude van de ISD. Evenals Noordenveld houdt de gemeente Nijmegen veel geld over op het werkdeel van de WWB. Die gemeente zet sinds de laatste begrotingsbehandeling dat werkdeel in voor schuldsanering van mensen, die door hoge schulden een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Wil de wethouder deze aanpak volgen? Wat vinden van de andere fracties? Nijmegen verstrekt de minima, die langdurig in de bijstand zitten, om niet duurzame gebruiksgoederen. Dat kan, en gebeurt in alle openbaarheid. GroenLinks wil dat ook, en komt daarom met het CDA en de ChristenUnie met deze motie. Het oerwoud van regels is voor deze mensen ondoorzichtig. Zij voelen zich hierbij niet altijd gesteund door de ISD. Via de pers vernam zij, dat de ISD heeft toegezegd ze te helpen meer gebruik te maken van de voorzieningen. En dat meer aandacht wordt geschonken aan de communicatie. Bij de avond van het platform werd meermalen de rol van de klantmanager genoemd. De politiek bepaalt hoe de ISD zich moet opstellen ten opzichte van zijn klanten. Zij onderstreept de wens van het platform, voor een meedenkende klantmanager. Hij moet de minima serieus nemen en ze begrijpen, het gevoel geven tijd voor ze te hebben, en ze wegwijs maken. Groenlinks is er altijd vanuit gegaan, dat de klantmanagers in Noordenveld daaraan voldoen. De heer Stoop vindt een goede zaak, dat het platform het minimabeleid extra onder de aandacht heeft gebracht. De werkwijze van de ISD is aan kritiek onderhevig, en komt op het bordje van de gemeente. Kan de wethouder aangeven, of hieraan wordt gewerkt? De motie over de bijzondere bijstand lijkt sympathiek. D66 heeft overwogen die mede te ondertekenen, maar uit navraag blijkt, dat dit op deze manier niet kan. Waarschijnlijk wordt met de motie het probleem niet opgelost. Tot nu toe steunt D66 de motie niet. Hopelijk geeft de wethouder aan dat, wat er wel mogelijk is vanuit de bijzondere bijstand, ook ruimhartig gebeurt. De heer Alssema heeft gezegd dat het CDA in grote lijnen akkoord is met de beleidsplannen. De communicatie speelt een grote rol. Het College geeft over de voedselbank aan, dat daaraan meer aandacht wordt besteed en dat de ISD de voorlichting wil verbeteren. Dit is goed, maar het CDA wil er tevens de rol van de klantmanager bij betrekken, die bij de voorlichting over de regelgeving cruciaal is. Bij het communicatieplan moet rekening worden gehouden met de door het platform opgestelde profielschets van de klantmanager. Bij goede communicatie hoort een goede bereikbaarheid van de ISD en de klantmanager, zoals ruimere openingstijden en telefonische bereikbaarheid. Het CDA verzoekt de wethouder dit onder de aandacht te brengen bij de ISD. Een beperkt percentage minima is bekend bij de sociale dienst. De meest kwetsbare groep in de samenleving moet kunnen terugvallen op anderen, bijvoorbeeld door een lokaal zorgnetwerk. Gemeente, klantmanager, diverse organisaties, kerken, artsen en vrijwilligers moeten samenwerken in een goed sociaal netwerk, waar bekend is, wat er bij mensen leeft. Hierin kunnen maatschappelijk-, en welzijnswerk, buurtnetwerken en ouderenvoorlichters een rol spelen, door vrijwilligers te begeleiden bij het oplossen van
Doc: RV06.0149
9
problemen van minima. De gemeente moet de regie voeren en het initiatief nemen voor een lokaal zorgnetwerk. De oorzaak van de bestedingsproblematiek van minima, moet duidelijk worden. Alleen dan kun je gericht maatschappelijk betrokken oplossingen vinden en bewerkstelligen, dat mensen hun waardigheid en zelfrespect terugkrijgen. Het CDA verzoekt de wethouder de opzet voor een lokaal netwerk te bespreken met de directie van de ISD en de Cliëntenraad. Nu blijkt dat publicaties en oproepen weinig tot geen effect hebben, moet de communicatie op een andere manier. De rijksoverheid heeft in december 2005 € 35 miljoen extra beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de koopkracht van de minima. Gemeenten kunnen hiermee mensen compenseren voor de energiekosten via de bijzondere bijstand, met ongeveer € 90,00 per bijstandsgerechtigde. Hoe en wanneer wordt dit beschikbaar gesteld? Op de bijeenkomst is besproken om van plus-plus te gaan naar vier maal plus. Waarom is er verschil tussen bijvoorbeeld de gemeenten Meppel en Noordenveld? Het CDA heeft de motie ondertekend. In Nijmegen krijgen langdurige minima zo nodig een wasmachine of koelkast gratis en hoeven daarvoor geen lening af te sluiten. Dit moet toch ook kunnen in Noordenveld? Mevrouw Antons denkt dat door alle aandacht voor de duurzame gebruiksgoederen in de bijzondere bijstand, het voorstel tot het vaststellen van de twee beleidsplannen bijna uit beeld raakt. Die houden heel wat meer in. Bij de evaluatie in de eerste helft van 2006 kan de nieuwe Raad ingaan op de beoogde effecten van het beleid, en het minimabeleid. De PvdA bracht in de Raadscommissie enkele zaken onder de aandacht, die bij velen in goede aarde vielen, zoals ook bleek op de avond van het platform. De PvdA heeft voorgesteld om met de ISD en de woningbouwcorporaties in het werkgebied een convenant te sluiten, om betalingsachterstanden vroegtijdig te signaleren. Ook de energieleveranciers zouden hierin moeten deelnemen. Gezamenlijk kunnen zij ervoor zorgen, dat de woonlasten worden voldaan, zodat huisuitzetting en afsluiting van energie worden voorkomen. Verder stelt de PvdA voor, om de energielasten te drukken via het TELI (Tender Energiebesparing bij Lage Inkomens) project. Via een gratis pakket bespaart een groep bewoners met lage inkomens op de energielasten. De adviseurs kunnen worden gehaald uit het klantenbestand van de ISD. Verder heeft de fractie voorgesteld om pro-actief te handelen, om schuldsituaties te voorkomen. Bijvoorbeeld Humanitas en/of anderen kunnen hulp bieden bij onder meer het opzetten van een thuisadministratie en budgetteren. Er zou een budget moeten zijn om mensen, die nog geen schulden hebben, maar in een neerwaartse spiraal dreigen te raken, tijdelijk geldelijke hulp te bieden. Er is wel kritiek op de sociale dienst, maar via de voorliggende bijgestelde beleidsplannen is helder en goed beschreven hoe die de eigen beleidsplannen wil aanpassen. Die wil zich nog beter inspannen om de klanten te begeleiden. Speciale communicatieplannen moeten hierin voorzien. Dit blijkt ook uit de brief van 14 februari van de directeur, in reactie op de vraag over de voedselbank. Voor reïntegratie heeft de ISD veel meer mogelijkheden dan voorheen, nu de aanbesteding niet geheel via open inschrijvingen hoeft te gebeuren. Het rondpompen van geld is verleden tijd. Dit is een groot winstpunt van dit voorstel. De klantmanager is de spin in het web, die samen met de cliënt plannen maakt richting werk of zinvolle tijdsbesteding. Netwerkvorming is uitermate belangrijk. Ook het bedrijfsleven moet doordrongen zijn van de kansen om via loonkostensubsidies mensen aan het werk te nemen en te stimuleren. Het is een goed initiatief van de VVD, een bijeenkomst te beleggen met de voorzitter van het MKB. Deze gedachte moet bij de
Doc: RV06.0149
10
aanwezigen onder de aandacht worden gebracht. De PvdA is content met deze mogelijkheid. Het jongerenloket is heel belangrijk en zorgt voor brede afstemming. Er moet goed worden samengewerkt met het jeugdbeleid en onderwijs. Geen jongere zou zonder goede scholing en kwalificaties de maatschappij in moeten kunnen. Scholing moet worden afgestemd op de arbeidsmarkt. Omdat goede vaklui nauwelijks te vinden zijn, moet ook worden gekeken naar de vraagkant van de arbeidsmarkt. Deze punten zijn belangrijk voor de ISD en het CWI. De werkgelegenheidsprojecten moeten worden gebundeld, zoals bij NovaWork. Er moet ook aandacht zijn voor sociale training, persoonlijke verzorging en omgaan met geld. De bijzondere bijstand heeft zijn eigen wettelijke regels. De klantmanager kent de persoonlijke situatie van zijn klanten, en krijgt zijn instructies van hogerhand. De gemeente heeft daar als lagere overheid maar beperkte invloed op, maar het kan altijd beter. De PvdA heeft vertrouwen in de ISD en gaat ervan uit dat die vanuit de eigen verantwoordelijkheid zijn best doet voor diegenen, die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd. Dit is benadrukt tijdens haar gesprekken bij de ISD, waarbij die zich soms wel teleurgesteld toonde over de negatieve geluiden over zijn functioneren. Zij gaat in op het beleidsplan Inkomen en Rechtmatigheid, Minimabeleid en Communicatie. De burger moet om hulp vragen, voor het te laat is. Het niet gebruik van regelingen moet worden voorkomen. De servicegerichte klantmanager moet met een stofkam door de regelingen, zodat er geen mogelijkheid voor geldelijke bijdragen over het hoofd wordt gezien. De burger die niet bekend is bij de ISD, moet via goede voorlichting in bijvoorbeeld de krant, informatie krijgen. De ouderen moeten die vooral via de zorgvoorlichter krijgen. De regering gaat ervan uit, dat uitkeringen voldoende zijn om zelfs te sparen voor vervanging van duurzame gebruiksgoederen. De in november 2005 uitgebrachte Armoedemonitor van het Sociaal Cultureel Planbureau geeft onomwonden aan dat door het strengere beleid in de sociale zekerheid (arbeidsongeschiktheidsregelingen), de werkloosheid, het strengere beleid voor éénoudergezinnen en de energielasten, de burger steeds meer overlevingsschulden moet maken. De PvdA komt met een motie richting de verantwoordelijke personen, om de bijstandsuitkering te verhogen. De heer Boksem gaat daarop in.
-
De PvdA Noordenveld wil tien actiepunten, ter voorkoming en bestrijding van schulden, die goed passen in het plaatselijke voornemen: Schuldhulpverlening moet openstaan voor iedereen met problematische schulden, ongeacht de hoogte van het inkomen; Er moet een bewindvoerder komen voor iedereen, die niet met geld kan omgaan, zodat vaste lasten altijd worden betaald; Het beste is, niet lang te hoeven wachten op een uitkering. Wie dat wel moet, en geen geld heeft voor eten, moet een voorschot krijgen; Energieafsluiting moet worden voorkomen. Er moet altijd een basishoeveelheid stroom en gas zijn; Heraansluitingskosten voor stroom en gas moeten drastisch worden verlaagd en het liefst worden voorkomen, door het voorgestelde convenant; In iedere gemeente moet een ‘formulierenbrigade’ zijn die hulp geeft, zodat iedereen het geld krijgt waar hij recht op heeft; Ook mensen met een laag inkomen moeten zonder woekerrente geld kunnen lenen voor vervanging van koelkast, als dat nodig is; In plaats van huisuitzetting, moet er snelle schuldhulpverlening komen; Alle schulden moeten centraal worden geregistreerd, zodat ‘gemakkelijk’ lenen moeilijk wordt; Er mogen geen woekerrentes zijn. Agressieve reclames voor leningen moeten worden verboden.
Doc: RV06.0149
11
In het FNV rapport krijgt Noordenveld ten onrechte een plus te weinig in de eerste kolom. Er wordt aan de doelgroep meer geld uitgegeven, dan daarin is vermeld. Het is haar gebleken, dat Noordenveld in de vragenlijst positieve suggesties heeft gedaan voor verbetering. Verder is niet door alle gemeenten dezelfde berekeningswijze gebruikt, waardoor een ander beeld ontstaat. Toch kan Noordenveld door enkele vrij eenvoudige aanpassingen de score verhogen, door: sneller een uitkering te regelen, langere leer-werk-trajecten, een bestandskoppeling om minima zonder bijstand te wijzen op kwijtschelding, klanten actief te wijzen op mogelijkheden voor toeslagen. De PvdA hoopt, dat dat ook gaat gebeuren. De vragenlijst van de FNV had genuanceerder kunnen worden opgesteld, en ja/nee vragen had men moeten vermijden. In het programma van de PvdA Noordenveld staat, dat zij de kwijtscheldingsgrens wil verhogen van 105% naar 110% van de bijstandsnorm. Wat vinden de andere fracties? Gezien de onduidelijkheid in de Raadscommissie over de interpretatie van de uitspraken van staatssecretaris Van Hoof inzake de langdurigheidstoeslag, komt de PvdA met een tweede motie. De heer Boksem gaat daarop in. De gemeente Nijmegen vindt, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, en heeft een groot bedrag in een extra pot gedaan. Misschien kan dat ook in Noordenveld? De heer Boksem gaat in op de laatste motie, die mevrouw Antons noemt. (voor tekst moties zie bijlage bij de notulen). De tekst wordt uitgedeeld. Er zijn steeds meer gezinnen in Nederland, die moeten rondkomen van een minimum inkomen. Maandelijks komt men 3% tot 10% tekort, door het teruglopen van de koopkracht. Met de achtergrond van de motie van CDA, GroenLinks en ChristenUnie, dat er steeds meer schulden ontstaan voor de langdurige minima, en er een neerwaartse spiraal dreigt, is hij het eens. De PvdA heeft toch moeite met die motie, omdat die op dit moment niet uitvoerbaar is. Met name het College is verantwoordelijk voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, ook van de bijzondere bijstand. De ISD verklaart zich bereid de ruimte van de bijstand om niet te benutten, maar dan moet wel duidelijk zijn, of die ruimte er is. De brief van de staatssecretaris leidt tot onduidelijkheid. De zin ‘om de uitzonderlijke positie van de langdurige minima te benutten, zou verplicht moeten zijn om zij, die behoren tot de langdurigheidstoelagegroep, bij de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van een bedrag om niet, in plaats van een leenbijstand’ is mooi, maar er zijn geen uitvoeringsmaatregelen aan verbonden. Op de vraag van mevrouw Zeeman, of hij de brief niet ziet als beleidsstuk, antwoordt hij die te zien als een uitspraak. Als een bewindsman daarmee komt, moet worden afgedwongen dat die uitspraak uitgevoerd wordt, maar er zijn geen wijzigingsvoorstellen. Hierdoor lijkt er spanning te zijn tussen de brief van de staatssecretaris, artikel 51 WWB, de richtlijnen in het handboek en de praktijk. De deskundigen van Nijmegen en van Noordenveld spreken elkaar tegen. De motie gaat uit van een optimale uitvoering van de WWB op basis van doelmatigheid en rechtmatigheid. De Raad kan het College niet opzadelen met niet rechtmatig handelen. Daarom stelt de PvdA voor, de accountant snel te laten verifiëren wat van toepassing is voor de bijzondere bijstand. Als er onduidelijkheid blijft, moet de Tweede Kamer verzocht worden duidelijkheid te verschaffen. De andere motie van de PvdA gaat over de te lage bijstandsuitkeringen en richt zich tot de staatssecretaris, de minister en de kamercommissie. Mevrouw Jansen kan zich in de meeste woorden van de vorige sprekers vinden. Gemeentebelangen heeft aangegeven in grote lijnen in te kunnen stemmen met de twee beleidsplannen. De fractie wil zeker, dat gezocht wordt naar de grenzen van de mogelijkheden. Een optimale benutting van de ruimte in de wetgeving, die rechtmatig en
Doc: RV06.0149
12
doelmatig moet zijn, is gewenst. Het leveren van maatwerk kan en mag uitgangspunt zijn. Er moet iets worden gedaan aan de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de klantmanager van de ISD in het algemeen. Door die te optimaliseren, kan de klantmanager zich meer dienstbaar opstellen naar zijn cliënten, hetgeen de klantvriendelijkheid ten goede komt. Kan dit volgens de wethouder? De moties klinken sympathiek, maar Gemeentebelangen wacht eerst de reactie daarop af. De heer Emmens wilde zich in de Raadscommissie scharen achter het voorstel, maar werd door een citaat van de heer Slagter bij de les gehouden. Dat citaat uit de brief van de staatssecretaris is niet helemaal correct gebleken, maar leidde wel tot een goede discussie. De brief van de directeur van de ISD geeft duidelijk aan hoe de ISD met de vragen omgaat. Als wordt gesteld, dat de bijzondere bijstand binnen het beleid door de ISD ruimhartig wordt uitgevoerd denkt hij, de wethouder kennende, dat het goed komt. Volgens de VVD wordt er goede invulling aan gegeven, en doet de gemeente het op ISD terrein niet zo slecht. In zijn brief geeft de staatssecretaris mogelijke oplossingen door aan de Kamer. De discussie daarover in de Kamer is nog niet geweest. Dan heb je op dit moment voldoende aan een ruimhartige uitvoering van het beleid. Wat betreft het vroegtijdig signaleren van schuldsituaties, wil de ISD in gesprek gaan met woningbouwcorporaties en NUTS bedrijven. Daaraan kun je toevoegen wat is gezegd over het eraan koppelen van Humanitas, om er in schuldsituaties wat aan te doen. Een beroep doen op bijzondere bijstand is niet leuk en vergt een grote stap. De klantmanager moet service- en klantgericht zijn en meedenken in het probleem van diegene, die terug wil keren naar het werkveld. De bijstand moet niet werken als een vangnet, maar als een trampoline, om zo snel mogelijk terug te keren naar het werkveld. Het MKB zal weten, dat de loonsubsidies er zijn, en er gebruik van maken. Er zijn in het MKB + 135.000 vacatures, die niet ingevuld worden, door onvoldoende scholing. Om dit op te lossen, moeten MKB, VMBO, MBO en HBO meer op elkaar aansluiten en samenwerken. De motie van CDA, ChristenUnie en GroenLinks, en die van de PvdA over de langdurige minima, steunt de VVD niet. De VVD steunt wel de motie van de PvdA over het verhogen van de bijstandsuitkering. Wethouder Wolters concludeert dat de hele Raad instemt met de beide beleidsplannen, en bedankt daarvoor. Hij gaat in op de communicatie. De ISD heeft ook geconstateerd, dat er in grote mate geen gebruik wordt gemaakt van de voorzieningen en regelingen. Die wil de cliënten erop wijzen, door middel van extra communicatieplannen, wat ze kunnen binnenhalen bij de dienst. Als die aangeeft dit punt te moeten versterken, valt iedereen erover, dat het onvoldoende is. De beleidsplannen van de dienst zijn open en eerlijk. Je moet niet zeggen dat het slecht gaat, maar dat het goed is dat de ISD dit signaleert, en die succes wensen met de verbetering en de groeikansen. De heer Haan verzoekt goed te kijken naar de leerpunten. In de eerste helft van 2006 worden enkele punten geëvalueerd, die in gang zijn gezet bij de ISD. Het is kort dag dan al een gehele evaluatie te houden, want de ISD is een jonge organisatie, die in 2005 voor het eerste jaar aan het werk was. De bereikbaarheid van de ISD, ook telefonisch, wordt meegenomen. De tijd voor de telefoon is bewust beperkt gehouden, zodat de klantmanager tijd heeft om zaken af te handelen en zo kort mogelijk te werken aan binnengekomen verzoeken. In het rapport van de FNV staat voor 2004, dat er geen informatie is over de tijd tussen het moment, dat het verzoek van het CWI bij de ISD binnenkomt, en de besluitvorming.
Doc: RV06.0149
13
Die is het laatste kwartaal van 2005 teruggebracht tot 27 dagen. Dit is korter dan vier weken en levert drie sterren op. Deze keuze is goed geweest, de doorlooptijden zijn verkort. Het punt maakt wel uitdrukkelijk onderdeel uit van de evaluatie. Een ander evaluatiepunt gaat erom dat diegenen, die de langdurigheidstoeslag krijgen, niet in aanmerking komen voor enkele aspecten van het minimabeleid. Er is voor gekozen de bedragen niet zodanig hoog te laten worden, dat het onaantrekkelijk wordt om aan het werk te komen. De ISD zal dit nog eens tegen het licht houden, omdat voor een deel van de mensen uit het bestand de kans klein is, nog aan het werk te komen. Voor hen geld het verhaal van de armoedeval minder, dan voor jongeren. Dit onderscheid kan wettelijk niet worden gemaakt. Hij bekijkt met het bestuur van de ISD, wat eraan kan worden gedaan. De brief van de staatssecretaris interpreteert hij als volgt: zou je de regeling van de langdurigheidstoeslag willen veranderen, zou je kunnen denken aan vier mogelijkheden. Eén daarvan kan een grotere ‘om niet’ voorziening vanuit de bijzondere bijstand zijn. De ISD kan geen rekening houden met die vage uitspraak, waar geen besluitvorming over is geweest. Het handboek is een uitvoeringsregeling, behorende bij de wet. Gemeenten zijn gedwongen, zich eraan te houden. Andere gemeenten hebben deze stellingname bevestigd. Er ligt een motie van het CDA, de ChristenUnie en GroenLinks, en één van de PvdA. Ze kunnen in elkaar worden geschoven, gezien het verzoek om te onderzoeken wat exact de wettelijke situatie is. In overleg met het platform en de ISD is nadrukkelijk aangegeven dat, als voorzieningen om niet onderdeel van de wet zijn, de dienst bereid is om als zodanig te handelen. Als dat het geval is, wordt de motie in feite uitgevoerd en correspondeert die met de uitspraken van het bestuur van de ISD en hemzelf. De heer Boksem wijst op de opmerking van de VVD, dat de Tweede Kamer met regelgeving moet komen. De heer Emmens heeft gezegd, er slechts invloed op uit te kunnen oefenen. Mevrouw Zeeman vindt dat de Raad zijn politieke moed moet tonen, en moet besluiten het te doen zoals in de gemeente Nijmegen. Wethouder Wolters gaat in op de vraag over de schuldsanering uit het werkdeel. Je moet onderscheid maken tussen twee zaken: het aflossen van schulden, en de gemeente, die de kredietbank moet betalen voor de werkzaamheden om te komen tot die sanering. De gemeente Nijmegen betaalt de werkzaamheden van de gemeentelijke kredietbank uit het werkdeel. Het inkomensdeel financieren uit het werkdeel is verboden. De kosten die de kredietbank bij Noordenveld in rekening brengt, betaalt zij al, maar niet van het werkdeel. Gezegd wordt dat, wat in Nijmegen kan, ook hier moet kunnen. De wet schrijft de gemeente een volgorde van handelen voor. Hij blijft erbij, zich daaraan te willen houden. Op deze wijze interpreteert het College de wet. Zoals verzocht, kan worden gecheckt of die interpretatie, de wet, de juiste is. Hij is het eens met D66, die de brief van de staatssecretaris op dezelfde wijze interpreteert. Het CDA zou willen komen tot een sociaal netwerk. Hij is het ermee eens, hoewel je er ook voorzichtig mee moet zijn. De adjunct-directeur van de gemeentelijke kredietbank heeft erop gewezen, dat een sociaal netwerk professioneel moet zijn. Mensen komen voor keuzes te staan, om de huur te betalen, of aangename dingen voor de kinderen. De kredietbank zegt dat in die situaties, bij niet professionele hulp, gezegd wordt dat de huur later kan. Daar begint de schuldenproblematiek. Er moet heel professionele begeleiding zijn. Met de adjunct-directeur heeft hij de afspraak te bezien, of er met de educatiegelden kan worden bijgedragen aan een netwerk. Hij zal dit na 7 maart onderzoeken, gecombineerd met de suggestie van de PvdA betreffende het voorkomen van schulden en de thuisadministratie. Gevraagd wordt naar de discussie in het Kabinet over de € 35 miljoen, volgens het CDA
Doc: RV06.0149
14
€ 90,00 per bijstandsgerechtigde. Omdat dit gaat via de bijzondere bijstand, moet de gemeente dit via individueel maatwerk uitkeren. Het lijkt hem administratief haalbaar om iedereen, die aanspraak heeft op de bijzondere bijstand, met zijn energie afrekening te laten komen. Als die aanmerkelijk hoger is dan het vorige jaar, heeft iemand recht op een bedrag. Wat betreft de plussen, wordt een vergelijking gemaakt tussen Meppel en Noordenveld. Het onderzoek van de FNV is nuttig en houdt je scherp. Voortaan wenst hij mee te doen onder voorwaarden, zoals een eenduidiger vraagstelling. Dan zijn de antwoorden van de diverse gemeenten dat ook, en kan beter worden vergeleken. Om een ruis op de lijn te voorkomen en een discussie, die niet bijdraagt tot het verbeteren van de situatie, had hij de kans willen hebben om commentaar te leveren, alvorens de resultaten werden gepresenteerd. Hij plaatst een kanttekening bij de sterren, bij hoeveel je per gezin geeft. Bij de quotiënt is het bovenste het bedrag, dat je uitgeeft. Er was een WIW component bij. Andere gemeenten hebben er de premies van reïntegratiegelden bij gerekend, Noordenveld niet. Er staat in de jaarrekening van 2004 vier ton waar niet alle bedragen onder vallen, zodat twee ton overblijft. Dan zou je om die reden een of twee sterren meer krijgen. In vergelijking met Meppel is dat redelijk. De noemer toont het aantal gezinnen met een laag inkomen. Dat is niet gecorrigeerd met het aantal mensen, met een vermogen. Dus is het aantal mensen onder de streep hoger dan het aantal dat gegeven hun vermogen, recht heeft op een minimumuitkering. Er is een overzicht van het minimabeleid in Noordenveld. Het totaalbedrag dat een gezin kan krijgen, is hier veel hoger dan in bijvoorbeeld de gemeente Meppel. Alles moet op basis van declaraties. Het bedrag dat Noordenveld hiervoor gereserveerd heeft, is hoger dan er wordt gedeclareerd. Mensen kunnen bijvoorbeeld de deelname aan verenigingen declareren. Dat kunnen ze niet, indien ze daar niet aan deelnemen. Het pro-actief handelen heeft hij met de adjunct-directeur van de kredietbank besproken. Er komt binnenkort een afspraak tussen de GKB’s (gemeentelijke kredietbanken) en de grote energiebedrijven, over de problematiek van het afsluiten. Dit laatste is op het platteland vaak goedkoper, dan in de steden. Als toekomstige leveringen betaald worden, kan er gesproken worden over wat al geleverd is en achterstallig betaald wordt. Het is de bedoeling een convenant te sluiten met de GKB en de woningbouwcorporaties. Met Leek en Marum is het voornemen besproken, dit mee te nemen in de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. Toekomstige huur moet betaald worden, en voor achterstallige huur moet een oplossing komen. Belangrijk is de vroegtijdige signalering van achterstanden, om te voorkomen dat de schulden toenemen. Voor de reïntegratie en het benaderen van het bedrijfsleven, zoals het MKB, wordt de driehoek ISD – NovaWork – CWI heel belangrijk. Die moeten gecoördineerd tewerk gaan, om mensen aan de slag te helpen. De adjunct-directeur van de GKB noemt de 12% rente een hoog percentage. Maar die bank hoeft op dit onderdeel niets te verdienen. Het gaat om relatief kleine leenbedragen, maar de behandelingskosten zijn even hoog als bij hoge bedragen. Ook de communicatie- en de invorderingskosten zijn hoog. De rente is gekoppeld aan het consumptief krediet van de Postbank. De 12% rente is redelijk, de benaming ‘woekerrente’ is hier niet van toepassing. Met het verhogen van de 105% naar 110% bereik je, dat meer mensen gebruikmaken van het kwijtscheldingsregiem. Het bedrag boven de streep wordt groter. Om meer sterren te verdienen in het FNV rapport, zou je met deze suggestie mee moeten gaan. Op de vraag van de heer Haan, een termijn te noemen voor het onderzoek naar aanleiding van de twee moties, antwoordt hij te denken aan ongeveer twee maanden. Naar verwachting wordt het 1 mei 2006. De heer Haan is teleurgesteld. Gemeentebelangen wil zoeken naar de grenzen van de wet. Dat heeft de ChristenUnie ook betoogd, en die heeft aangegeven, waar
Doc: RV06.0149
15
mogelijkheden zijn. Gesproken wordt over een verschil van interpretatie. Helaas is er blijkbaar onvoldoende politieke moed om te kiezen voor de interpretatie, die voor de minima het beste uitpakt. Dit lijkt op blazen, en het meel in de mond houden. Hij beseft dat de motie het niet haalt, wanneer die zo blijft staan. De minima moeten wachten tot 1 mei. Daar stemt de ChristenUnie dan mee in, maar niet van harte. Uiteraard wil hij de kwijtscheldingsgrens verhogen van 105% naar 110% van de bijstand. Mevrouw Zeeman laat weten dat ook GroenLinks daar graag mee akkoord gaat. GroenLinks is eveneens teleurgesteld. In Nijmegen zit een flink rood College, dat wel durft, en zich daarbij houdt aan de wet. Zij is blij met de toezegging, inzake de langdurigheidstoeslag, dat voor de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de regeling nog eens goed tegen het licht wordt gehouden. Wethouder Wolters heeft gezegd dat, als de langdurigheidstoeslag wordt toegekend, enkele elementen van het minimabeleid niet worden toegekend. De langdurigheidstoeslag blijft hetzelfde. Bij de evaluatie wordt bezien in hoeverre de elementen uit het minimabeleid, die niet van toepassing zijn, wel van toepassing verklaard kunnen worden op deze groep. De heer Stoop is van mening, dat de wethouder zich aan de wet moet houden. D66 is blij dat hij gaat onderzoeken, welke mogelijkheden er zijn. De heer Alssema stelt de communicatie centraal, maar heeft die niet onvoldoende genoemd. Het CDA heeft voor het verbeterproces kanttekeningen geplaatst. Het is teleurstellend, dat de motie niet gedragen wordt. Het is schrijnend, om via een motie een onderzoek te moeten afdwingen naar de WWB en met name artikel 51. Hij vindt ook, dat het zorgnetwerk professioneel moet worden opgezet. Dan is het een goed instrument. Je zou, gezien de stijging van de energiekosten, de minima daarvoor de extra vergoeding van € 90,00 kunnen geven. Dan hoeven ze niet met de rekening te komen. In de gemeente Smallingerland heeft het CDA hiervoor een motie ingediend. Het CDA is het eens met de 110% in plaats van de 105%. Mevrouw Antons is content met de toezeggingen van de wethouder, vooral over het punt van de langdurigheidstoeslag, dat mevrouw Zeeman noemt. Gelukkig is nu in Noordenveld het langdurigheidsbeleid bij de ISD ondergebracht, en is er voor het minimabeleid enige beleidsvrijheid. Als de mensen gebruik kunnen maken van dit geheel, zou dat soelaas bieden en zou er meer ruimte zijn voor de gebruiksgoederen. De PvdA is voor het opzoeken van de grenzen, maar vindt het niet verstandig, de grenzen van de wet te overschrijden. De fractie is content met de toezegging van de wethouder, een onderzoek te doen. De heer Boksem vindt dat de Raad politiek handwerk moet verrichten en de instrumenten moet hanteren om invloed uit te oefenen, ook op de landelijke politiek. Het is heel belangrijk dat op ordentelijke wijze aan regelgeving wordt gedaan. Als er over een tot twee maanden geen duidelijkheid over is, zet de PvdA-fractie de zaak onder druk. De doelgroep heeft behoefte aan duidelijkheid. Je moet ervoor oppassen, in de politiek illusies te wekken. Mevrouw Jansen gaat mee met het voorstel voor de 110% in plaats van de 105%. Met de moties over de langdurige minima en de gebruiksgoederen kan Gemeentebelangen meegaan. Zij hoopt dat het onderzoek positieve berichten oplevert. De motie over het verhogen van de bijstandsuitkering klinkt sympathiek. Toch wil de fractie van Gemeentebelangen zich ook ditmaal niet bemoeien met landelijke politiek, en steunt daarom deze motie niet. De heer Emmens blijft van mening, dat de gemeente het op dit gebied goed doet. De tekst in de brief van de ISD over de ruimhartige uitvoering, beantwoordt veel vragen. Een motie is een zwaar middel om aan te tonen of artikel 51 goed wordt gehanteerd. Het CDA had de vraag ook aan de wethouder kunnen stellen.
Doc: RV06.0149
16
De heer Alssema heeft dat meermalen gedaan. De heer Boksem wijst Gemeentebelangen erop, dat de motie over de verhoging van de bijstandsuitkering wel direct de eigen burgers betreft, en geen landelijke politiek. De heer Dam antwoordt dat Gemeentebelangen een strakke lijn blijft hanteren. In andere gevallen is de fractie ook niet met de landelijke politiek meegegaan. Wethouder Wolters zegt over de kwijtscheldingsnorm, dat in het Bestuursprogramma wordt uitgegaan van 105%. Daar houdt hij zich aan. Om daar 110% van te maken, kan worden meegenomen bij de vorming van het nieuwe Bestuursprogramma. Er is teleurstelling over, dat via een motie moet worden gekomen tot een onderzoek naar de interpretatie van de wet. De Raad verwacht van de beleidsmedewerkers en de wethouder technische informatie. Indien er verschil van inzicht over blijft bestaan, stelt hem teleur, dat in de Raad wordt getwijfeld aan de kwaliteit van de ambtenaren. Dan is het beste, dit punt voor te leggen aan de accountant van de ISD, die ook de rechtmatigheidscontrole doet. Wat betreft de € 90,00 waar het CDA over spreekt, vraagt hij de dienst uit te rekenen, welk bedrag de gemeente krijgt, en aan welke doelgroep dat uitgekeerd moet worden. Het blijft individueel, want het is bijzondere bijstand. Automatisch overmaken kan niet. Dan zou je in de categorale bijstand komen, die het Kabinet heeft afgeschaft. Gemeentebelangen moet bij de stemming aangeven, voor of tegen de motie te zijn. De voorzitter constateert redelijke overeenstemming over de motie van de PvdA, inzake de langdurige minima en gebruiksgoederen. Een aanvulling daarop is dat de wethouder nagaat, of die kan uitmonden in wat het CDA, de ChristenUnie en GroenLinks willen. Hij brengt deze twee-in-één-motie in stemming. De VVD verklaart zich daartegen, alle overige fracties stemmen voor. Van de ODN is op dat moment niemand in de zaal. De motie wordt met 16 stemmen voor en drie tegenstemmen aangenomen. Er wordt hoofdelijk gestemd over de motie voor de verhoging van de bijstandsuitkering. De heer Alssema verklaart zich tegen de motie. Het CDA heeft als landelijke partij korte lijnen met de kamerleden. Hij zal dit via de landelijke kanalen daar neerleggen. Hij heeft moeite met de vraag, of 3% het mogelijk maakt, om te reserveren. De heer Boksem wijst de heer Alssema op het besluit in de motie, waar niet wordt gesproken over een percentage, maar over ‘een voldoende niveau’. De heer Stoop sluit aan bij de heer Alssema, dit via de landelijke kanalen te doen. Het hoort hier niet thuis, zodat hij tegen stemt. De voorzitter constateert dat met tien stemmen voor en 8 stemmen tegen, de motie is aangenomen. De leden van de fracties van het CDA en Gemeentebelangen hebben tegen de motie gestemd. Van de ODN is op dat moment niemand in de zaal. Handhaaft de PvdA het voorstel over de kwijtscheldingsnorm, of gaat die met het voorstel van de wethouder mee? Mevrouw Antons wenst haar voorstel in stemming te brengen. De heer Poelstra laat weten dat een verhoging tot 110% inhoudt, dat je er een dekking voor moet aangeven. Mevrouw Antons antwoordt dat het uiteraard moet worden berekend, maar het zal geen hoog bedrag zijn, gezien wat er nu aan uitgegeven wordt. In verband met de teneur in de hele Raad denkt de PvdA dat dit een legale manier is, om de minima tegemoet te komen. De heer Huisman is ervoor dit uit te voeren, maar betekent het, als erover wordt besloten, dat het nieuwe College ermee aan de slag moet? Mevrouw Antons vindt, als blijkt dat velen zich zorgen maken over de inkomsten van de minima en zelfs soms geprobeerd wordt de wet te overtreden, het volkomen legitiem om een verruiming aan te geven. De dekking komt wel. De Raad heeft voor hetere vuren gestaan.
Doc: RV06.0149
17
De heer Alssema denkt dat de dekking kan worden gevonden, na het vaststellen van het voorstel inzake de ICO. Er worden wel meer besluiten genomen, die de nieuwe Raad moet uitvoeren. De heer Dam geeft aan dat raadsbesluiten doorwerken in de nieuwe raadsperiode. De Raad kan dit zelf regelen, en de wethouder biedt de mogelijkheid. Dan moet je naar 110% gaan. Als de ruimte er is, moet je die volgens Gemeentebelangen benutten voor deze doelgroep. Wethouder Wolters benadrukt dat bij het ICO het gaat om eenmalig geld. Hier gaat het om structureel geld. De meerjarenbegroting biedt die ruimte wel. Mevrouw Schrale verklaart dat de VVD niet ordentelijk vindt, wat hier gebeurt. Op deze manier kan hier niet over besloten worden. Je hebt geen idee over de bedragen en de invloed daarvan op het minimabeleid. Waarom moet het 110% zijn en bijvoorbeeld geen 111%? De VVD vindt dat sprake is van verkiezingsretoriek. De heer Oosterwijk sluit aan bij die woorden. De voorzitter zegt dat de Raad als hoogste orgaan het percentage zelf bepaalt. De heer Keizer heeft de heer Emmens horen zeggen, akkoord te gaan. De heer Emmens antwoordt dat dat ging om de zojuist aangenomen motie, en niet om het percentage van 110%. De heer Huisman verzoekt de PvdA hierover een voorstel te maken en dat aan de nieuwe Raad voor te leggen. Mevrouw Antons antwoordt dat de fractie dat zal doen. De Raad gaat akkoord met het voorstel, om de twee beleidsplannen vast te stellen. 5.6 Splitsing/vereffening Gemeenschappelijke Regeling en Stichting ICO De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.1 Woonvisie De heer Emmens sprak in de Raadscommissie over het particulier opdrachtgeverschap. Met wethouder Wolters is gesproken over percentages. Nader onderzoek leert, dat het ministerie van VROM vanaf 2005 eenderde (33%) van de nieuwbouwproductie wil realiseren door particulier opdrachtgeverschap. Deze doelstelling staat in de nota ‘Mensen, wensen, wonen’ en is dwingend. Hij verzoekt de wethouder daar in de Woonvisie invulling aan te geven. Wethouder Wolters antwoordt dat die nota niet is omgezet in wetgeving. Het is geen uitvoeringsrichtlijn, maar een ontwikkeling, waar het Kabinet aan denkt. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.2 Kadernota Integrale Veiligheid De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.3 Investeringsbijdrage aan Interzorg voor uitbreiding van De Hullen De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.4 Bijdrage Actium, onrendabele top bouw van het complex op de Brinkhofweide De voorzitter legt uit dat de Raad een nieuw voorstel heeft ontvangen, waarbij de bedragen in het besluit zijn aangepast aan de tekst in het voorstel in die zin, dat fifty / fifty afgerekend zal worden. De heer Coenen zegt dat in het oorspronkelijke besluit € 180.000,00 stond, exclusief BTW. Betekent fifty / fifty € 81.000,00 of € 90.000,00 exclusief BTW? De voorzitter antwoordt dat de tekst in het nieuwe voorstel juist is, exclusief BTW. De heer Emmens wijst erop, dat het onderdeel riooloverstort zou worden gefinancierd uit het GRP. Dat in het voorstel staat, dat dit wordt gedekt uit de exploitatie van de Brinkhofweide, is niet conform het besluit in de Raadscommissie.
Doc: RV06.0149
18
Wethouder Bakker antwoordt dat dit al is besloten bij het beschikbaar stellen van het krediet. De heer Emmens verwijst naar het kader ‘Overleg Raadscommissie’, waarin staat dat de Raad wil dat de riooloverstort wordt gefinancierd uit het GRP. Je maakt daarmee inzichtelijk waar het geld vandaan komt. Wethouder Bakker antwoordt dat dit eigenlijk geen riooltaak is, maar dat de werkzaamheden, alleen omdat er gebouwd wordt, noodzakelijk zijn. De voorzitter stelt vast, dat de Raad niet overtuigd is door de redenering van de wethouder. De Raad gaat akkoord met het voorstel met dien verstande, dat het bedrag voor de riooloverstort wordt gefinancierd uit het GRP. 6.5 Vaststelling controleprotocol en instemming met opdrachtbevestiging De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.6 Notitie Vorming Veiligheidsregio Drenthe De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.7 Vaststellen Waterplan Noordenveld De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.8 Ontwikkeling Mensinge-complex De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.9 Verzoek om eenmalige bijdrage en structurele verhoging Zwembad Veenhuizen De Raad gaat akkoord met het voorstel. 6.10 Evaluatie 2005 jeugdbeleid ‘De jeugd heeft de toekomst’ en de Vooruitblik 2006 en volgend De Raad gaat akkoord met het voorstel. 7. Begrotingswijzigingen De voorzitter bevestigt de heer Emmens, dat bij begrotingswijziging 16/2006, de laatste zin moet worden aangepast, aangezien bij agendapunt 6.4 is besloten dat dit uit het GRP moet worden gehaald. De Raad gaat akkoord met het voorstel. 7a. Anpirdjen van de streektaol/Bevordering van de streektaal De heer Darwinkel geeft een nadere toelichting op het voorstel, dat een initiatief is van Gemeentebelangen, en de daarin genoemde activiteiten. De Drentse taal verdient deze aandacht. Gemeentebelangen hoopt op veel publiek bij het optreden van Egbert Meijers op 30 maart. Wethouder Wolters ondersteunt het voorstel. De Raad gaat akkoord met het voorstel. Artikel 40 vragen E-mail van de heer J.J.H. Oosterwijk ex artikel 40 Reglement van Orde betreffende budgetoverschrijdingen De voorzitter geeft de heer Oosterwijk de gelegenheid om nadere inlichtingen te vragen over de beantwoording van het College. De heer Oosterwijk dankt het College voor de beantwoording van zijn vragen.
Doc: RV06.0149
19
Uit het antwoord bij 1 maakt hij op dat budgetoverschrijdingen als zodanig niet gemeld worden aan de Raad, maar ter informatie worden meegedeeld, onder meer via de Programmabegroting. Uit het antwoord op vraag 3 blijkt, dat de financiering plaatsvindt uit de overschotten, die niet naar de algemene reserves gaan, zoals het College heeft meegedeeld. Het College acht aanpassing van de begroting via de bijstellingsmomenten voldoende, bijvoorbeeld bij de Managementrapportages en Voorjaarsnota. Daarmee gaat het voorbij aan het budgetrecht van de Raad. Hij houdt een pleidooi voor dat budgetrecht. Wordt nog steeds bepaald door artikel 189 lid 4, dat de gemeente slechts uitgaven kan doen tot de bedragen, die hiervoor op de begroting staan? Bij overschrijdingen kan het College de Raad voorstellen een besluit te nemen, om andere sancties te voorkomen, dus een besluit te bekrachtigen, waartoe het College niet gemachtigd was. Dat heeft het College niet gedaan, het heeft geput uit de overschotten. De Programmabegroting is wettelijk niet verankerd. De Staatscommissie voor de Dualisering stond juist een meer gedetailleerde begroting voor. Professor Elzinga waarschuwt de gemeenten, zich niet door het College met een kluitje in het riet te laten sturen, met heel algemene en ruime meerjarenramingen. Om toch invloed uit te oefenen, moeten volgens professor Elzinga de gemeenteraden zich op productbegrotingsniveau kunnen uitspreken. Indien die mogelijkheid niet wordt geboden, moeten ze hun politieke sanctiemogelijkheden kunnen gebruiken. Het College heeft toegezegd dat de programma- en productbegroting gelijktijdig worden ingediend bij de Raad. Het College schrijft op 13 december 2005 over de overschrijding van budgetten, die in het lopende jaar 2005 nog door de Raad worden geautoriseerd, dat ze niet bij het rechtmatigheidsonderzoek worden betrokken. Dit vergroot de kans op een positieve uitkomst van dat onderzoek. Er is hier contact over geweest met de accountant. Op 22 december 2005 heeft de Raad de 40e begrotingswijziging goedgekeurd. Is het juist, dat het College de overige 39 begrotingswijzigingen via de bijstellingsmomenten heeft verwerkt, zonder raadsbesluit? Gezien de regel voor de accountant, zich als onafhankelijke instantie op te stellen, is dit merkwaardig. Uit het antwoord op vraag 4 blijkt, dat pas op 7 juni 2006 duidelijk wordt, waarover op 22 december 2005 een besluit is genomen. Het is onzorgvuldig, dat de Raad een besluit moet nemen, maar niet precies weet waarover. Heeft de accountant dit geadviseerd? De accountant zou ook het beheer binnen de organisatie moeten onderzoeken. Het beheer en de planning hadden geregeld kunnen worden in de nota planning en control, bij de aanstelling van een onafhankelijke controller. Is het College bereid een en ander zo spoedig mogelijk te regelen? Dat zou de transparantie en het financiële inzicht van de Raad verbeteren. Het antwoord op vraag 6 gaat om forse bedragen. Gezien de overloopkredieten van € 17 miljoen en overige kredieten voor projecten, die in ontwikkeling zijn, had het financiële plaatje er beter uitgezien als er planning en control was geweest. Het is een wezenlijk kenmerk van de democratie, dat de Raad die binnen de gemeente in werking stelt. Daarmee kan de boete van € 293.000,00 worden voorkomen. Hoe heeft de accountant hierop gereageerd? Dit is zijn laatste bijdrage aan het bestuur van de gemeente Noordenveld. Twintig jaar is een lange tijd, die hij niet had willen missen. Toch is hij blij dat het afgelopen is. Hij dankt het College, de raadsleden en het ambtelijk apparaat voor de ondersteuning. In het bijzonder de griffier Werner Damman, Henriëtte Johannes en de leden van de werkgroep griffie. Het laatste product daarvan heeft hij overhandigd aan het presidium, in de hoop dat die er wat mee doet. Hij wenst allen veel wijsheid toe voor de toekomst en adviseert om zuinig te zijn op deze mooie gemeente. De voorzitter rekent erop, dat de heer Oosterwijk aanwezig zal zijn bij de Raadsvergadering van 13 maart aanstaande.
Doc: RV06.0149
20
Wethouder Bakker vindt het jammer, dat de heer Oosterwijk op 22 december 2005 niet aanwezig was, toen er over genoemde punten in de Raad uitgebreid is gesproken. De Raad heeft ingestemd met de begrotingswijziging. Het College voert die uit. De heer Oosterwijk kan het beste de Raad op dat besluit aanspreken. Er zijn correcte besluiten genomen. De begrotingswijziging heeft ter inzage gelegen. Het College heeft afgesproken met de Raad, de productbegroting nader uit te werken. Er wordt aan gewerkt door de werkgroep Financiën. Met de accountant wordt overlegd. Een aanbeveling was, dat op deze manier de budgetoverschrijding van 2005 zou worden gecorrigeerd met begrotingswijzigingen, om zo dicht mogelijk bij de rechtmatigheidstoets uit te komen. Dit is weloverwogen gedaan, om verantwoording te kunnen afleggen op 7 juni en 22 juni 2006. Dat het College zorgvuldig met de middelen is omgegaan, blijkt uit het antwoord op vraag 6. Er blijft € 1,4 miljoen over van het geld, dat de Raad beschikbaar heeft gesteld. Wat betreft het verbeteren van de planning en control, heeft de heer Oosterwijk gelijk. Het College is ermee bezig, in overleg met de werkgroep Financiën. De nieuwe Raad moet dat verder uitvoeren. Dat is vier jaar geleden niet gebeurd, omdat toen is afgesproken met de Raad, niet alles tegelijk aan te pakken. Het College heeft gedaan, wat de Raad heeft vastgesteld. Hij wenst de nieuwe Raad toe de komende jaren dezelfde resultaten te behalen. De voorzitter concludeert dat de wethouder en de heer Oosterwijk het oneens blijven, en stelt voor dit punt voor kennisgeving aan te nemen. De Raad gaat hiermee akkoord. E-mail van de heer G. Alssema ex artikel 40 Reglement van Orde betreffende de voedselbank in de gemeente Noordenveld. De heer Alssema deelt de mening van het College, dat de voedselbank uiteindelijk geen oplossing biedt, en in een rijk land niet nodig zou moeten zijn. Ook het CDA waardeert de inzet van de vrijwilligers, sponsoren, het bedrijfsleven en vindt dit een prijzenswaardig particulier initiatief. De redenen, waarom gebruik moet worden gemaakt van de ondersteuning door de voedselbank Noordenveld, kent het College niet. Het CDA dringt erop aan, het overleg met het minimaplatform onder de aandacht te brengen bij het bestuur en de directie van de ISD. Het moet duidelijk worden wat de oorzaken zijn van de bestedingsproblematiek van mensen met een minimum inkomen. Dan kun je oplossingen vinden en mensen hun waardigheid en zelfrespect weer teruggeven. Het CDA gaat ervan uit, dat de wethouder zich daarvoor met de ISD en het platform gaat inzetten. Het CDA is blij dat het College voortvarend wil blijven werken aan een optimaal gemeentelijk sociaal beleid. Daarmee gaat het de goede richting uit. Volgens het College is het een kwestie van dweilen met de kraan open, door de rol van de rijksoverheid. Volgens het CDA heeft armoede in 2006 diverse gezichten en veel oorzaken. Zoals schulden door lenen met hoge rentes, alimentatie, verlies van inkomen door tijdelijke werkloosheid, aangevraagde uitkeringen die pas na drie maanden worden uitbetaald, verslaving, het missen van mogelijkheden door vastlopen in de bureaucratie, en het niet in staat zijn om inkomsten en uitgaven op elkaar af te stemmen. Het is een breed maatschappelijk probleem, dat gezamenlijk moet worden opgelost. Het CDA bepleit om naast ieder voedselpakket een aanpak van het probleem te leggen. Wethouder Wolters denkt het in grote lijnen met hem eens te zijn. Voedsel behoort tot de algemene kosten van bestaan. Daarin moet de uitkering voorzien. Als je geen voedsel kunt kopen, is de uitkering te laag. De heer Alssema zegt toe, de eigen kanalen in de Tweede Kamer te benutten, om dit daar aan de orde te stellen. Hij geeft daarmee impliciet aan, dat de kraan open staat, en dicht moet. De gemeente kan pas echt wat doen, als de kraan dicht is. Hogere uitkeringen zijn noodzakelijk. Er zijn ook om andere redenen mensen aangewezen op de voedselbank. Maar voor de cliënten in deze gemeente is de reden vooral een laag uitkeringsniveau, waar men voor
Doc: RV06.0149
21
lange tijd op is aangewezen. Daarom heeft het College voor de zin in de laatste alinea van de brief gekozen. De heer Alssema denkt dat het een breed maatschappelijk probleem is, dat niet alleen aan de hoogte van de uitkeringen ligt. De heer Boksem waarschuwt, dat als er verschillende oorzaken zijn, je daarbij voorzichtig moet zijn met generaliseren. Dan stigmatiseer je. De heer Haan antwoordt dat dat ook geldt voor het antwoord van het College. De voorzitter constateert dat er eigenlijk wel overeenstemming over is. 8. Sluiting De voorzitter wenst de raadsleden, veel succes bij de verkiezingen. Hij sluit de vergadering om 23.15 uur.
Doc: RV06.0149
22
Fractie PvdA Noordenveld Motie langdurige minima/gebruiksgoederen De raad van de gemeente Noordenveld in vergadering bijeen op donderdag 23 februari 2006 Overwegende dat er zich landelijk een trend aftekent in de groei van het aantal gezinnen dat moet rondkomen van een minimuminkomen ( bron SCP) dat gezinnen met een minimum inkomen maandelijks 3% - 10% te kort komen (bron NIBUD); dat steeds meer van deze gezinnen in een neerwaartse schuldenspiraal dreigen te geraken; dat gegeven de hiervoor aangegeven situatie en gegeven de spiraalwerking, zoveel mogelijk voorkomen moet worden, dat er voor langdurige minima schulden ontstaan; En overwegende - dat het college van B & W verantwoordelijk is voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet; - dat de ISD in haar schriftelijke reactie uitspreekt, om bij voldoende geboden ruimte voor meer mogelijkheden voor “bijstand om niet”, de geboden ruimte zeker te benutten; Stelt vast dat de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met zijn brief van 24 juni 2005 aan de Tweede Kamer over art. 51 WWB op zijn minst onduidelijkheid heeft geschapen, door te schrijven (citaat):“om de uitzonderlijke positie van de langdurige minima te benadrukken zou verplicht moeten zijn om diegene die behoort tot de “langdurigheidstoelagegroep” , bij de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen, bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van een bedrag om niet, in plaats van leenbijstand”; dat door aan deze formulering geen uitvoeringsmaatregelen te verbinden, er een spanningsveld lijkt te zijn ontstaan tussen de hier aangehaalde zinsnede uit de brief van de Staatssecretaris én de vigerende wetgeving art 51WWB en de daaraan gekoppelde richtlijnen/handboek en uitvoeringspraktijk; dat in het belang van de doelgroep langdurige minima, de eis van een rechtmatig en doelmatig bestuur én niet in de laatste plaats de controlerende en toetsende rol van de Raad, er geen onduidelijkheid mag blijven bestaan over de eisen van doelmatigheid en rechtmatigheid bij de uitvoering van art. 51 WWB; Besluit - Uit te blijven gaan van een optimale en ruimhartige uitvoering van art. 51 WWB voor de doelgroep langdurige minima op basis van doelmatigheid en rechtmatigheid; - Door middel van een accountantsonderzoek te verifiëren, welke eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid op basis van de uitvoering van art 51 WWB en gehoord de uitspraak van de Staatssecretaris thans van toepassing zijn voor het verlenen van bijzondere bijstand in de vorm van een bedrag geheel of gedeeltelijk om niet; - Bij een blijvende onduidelijkheid over de toepassingscriteria, die aan de uitspraak van de staatssecretaris kunnen worden verbonden, dan wel het ontbreken van die toepassingscriteria, op korte termijn rechtstreeks en via de VNG aan de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer verzoeken hierover in wetgevende zin duidelijkheid te verschaffen. en gaat over tot de orde van de dag. Namens de fractie van de PvdA – Noordenveld
Doc: RV06.0149
23
Fractie PvdA Noordenveld Motie verhoging bijstandsuitkering
De raad van de gemeente Noordenveld in vergadering bijeen op donderdag 23 februari 2006 Overwegende dat er zich landelijk een trend aftekent in de groei van het aantal gezinnen dat moet rondkomen van een minimuminkomen ( bron SCP) dat gezinnen met een minimum inkomen maandelijks 3% - 10% te kort komen (bron NIBUD); dat steeds meer van deze gezinnen in een neerwaartse schuldenspiraal dreigen te geraken; dat gegeven de hiervoor aangegeven situatie en gegeven de spiraalwerking, zoveel mogelijk voorkomen moet worden, dat er voor langdurige minima schulden ontstaan; Stelt vast - dat de bijstandsuitkeringen te laag zijn om redelijkerwijs te kunnen reserveren voor de vervanging van duurzame gebruiksgoederen - dat dit wel een uitgangspunt is van de Wet Werk en Bijstand - dat niet de Gemeenteraad, maar de landelijke politiek gaat over de hoogte van de bijstandsuitkeringen. Besluit - Zowel de staatssecretaris van sociale zaken, Van Hoof (VVD) als de minister van sociale zaken, De Geus (CDA) met klem te verzoeken om de hoogte van de bijstandsuitkeringen te verhogen tot een voldoende niveau voor reserveringen voor vervanging van duurzame gebruiksartikelen. - De Vaste kamercommissie voor Sociale Zaken te verzoeken om Minister en Staatssecretaris te stimuleren om dit verzoek uit Noordenveld te honoreren. . en gaat over tot de orde van de dag. Namens de fractie van de PvdA – Noordenveld
Doc: RV06.0149
24