5 e JAARGANG, NR. 5, SEPTEMBER 2010
Duitsland Gezamenlijke OK-opleiding? Ghana OLVG wisselt expertise uit Nigeria Hulp voor Nomapatiëntjes Haïti AMC improviseert na aardbeving Afghanistan Uitgezonden door Defensie Nieuw-Zeeland Maori-cultuur ook op de OK
Collega: Saskia Gooren ging terug naar het verleden in Keniase OK
Gevraagd: Physician Assistant Fulltime Het Erasmus MC is een uiterst veelzijdig Universitair Medisch Centrum. Waar onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg zijn samengebracht. Waar samenwerking, initiatief en resultaatgericht werken passen bij de ambities van het Erasmus MC. Beter worden.
Handen uit de mouwen DE AFDELING Als grootste afdeling KNO van Nederland beogen wij de KNO over de volle breedte met de hoogst mogelijke kwaliteit te beoefenen. De afdeling beschikt over een uitgebreid scala aan diagnostische apparatuur en doet behandelvoorstellen op basis van de laatste inzichten van wetenschappelijk onderzoek (‘evidence based medicine’). We streven ernaar ons handelen zo zinvol mogelijk te maken door uit te gaan van het principe ‘just enough medicine’ – niet te veel, niet te weinig. De afdeling KNO bestaat uit een polikliniek, een gehoor- en spraakcentrum en een kliniek met 38 bedden. Er wordt hoogwaardige zorg geleverd in alle subspecialismen van de KNO heelkunde waaronder de oncologische hoofdhalschirugie. Binnen de afdeling heerst een verbetercultuur en er wordt, al dan niet in samenwerking met andere afdelingen, continu gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid en het stroomlijnen van diverse (zorg)processen in o.m. klinische paden. Bent u operatiemedewerker, verpleegkundige, fysiotherapeut of bijvoorbeeld logopedist en wilt u méér? Dan is dit een perfecte vervolgstap in uw carrière.
FUNCTIE-INHOUD Physician Assistant is een vrij nieuw beroep in de gezondheidszorg. De Physician Assistant (PA) neemt bepaalde taken over van de medisch specialist in het klinische werk. De PA maakt samen met medewerkers van andere (para) medische disciplines deel uit van een behandelteam. De PA werkt altijd onder supervisie van een arts, maar voert zelfstandig helder omschreven taken uit en heeft daarbij een eigen beroepsverantwoordelijkheid. De Physician Assistant draagt bij aan de continuïteit van de zorgverlening aan de patiënt, de taakverlichting van de KNO stafleden en aan de kwaliteit van zorg. Hij/zij is een spin in het web van de medische patiëntenzorg en dus een belangrijke schakel tussen cure en care. Naar de patiënten toe is het PA als aanspreekpunt een belangrijk onderdeel van het gezicht van de afdeling. Het werkterrein van de PA KNO ligt op zowel de polikliniek, kliniek als op de OK. FUNCTIE-EISEN U heeft belangstelling om de opleiding voor Physician Assistant te volgen en u bent in het bezit van een relevante HBO opleiding op het gebied van paramedische zorg of een HBO werk- en denkniveau met een relevante MBO-opleiding. Operatieassistenten en anesthesiemedewerkers genieten de voorkeur, maar we nodigen de andere beroepsgroepen ook van harte uit om te solliciteren. U bent in staat om op diverse niveaus te communiceren. Samenwerken, initiatief en resultaatgerichtheid en de functiecompetenties coördineren, communiceren, plannen en organiseren, oordeelsvorming en leervermogen zijn de competenties die wij zoeken. ARBEIDSVOORWAARDEN Het bruto maandsalaris bedraagt, afhankelijk van opleiding en ervaring, maximaal € 3.860,(schaal 10) bij een volledige werkweek en na diplomering. De arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO Universitair Medische Centra (UMC). De salariëring tijdens de opleiding wordt in onderling overleg vastgesteld. INLICHTINGEN Voor meer informatie over deze functie kunt u contact opnemen met prof. dr. R.J. Baatenburg de Jong, afdelingshoofd KNO, telefoon (010) 703 3106 (secretariaat) of mw. J. van Wolferen, unithoofd KNO, telefoon (010) 703 0179, e-mail:
[email protected]. Voor overige informatie kunt u terecht bij mw. I.I. van de Breevaart, adviseur P&O, telefoon (010) 703 2987.
SOLLICITATIE Uw brief met curriculum vitae kunt u richten aan Erasmus MC, Clusterbureau 1, ter attentie van mw. I.I. van de Breevaart, adviseur P&O, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam, onder vermelding van het vacaturenummer 17.08.10.C1. Wij ontvangen uw sollicitatie bij voorkeur per e-mail:
[email protected]. Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie is niet gewenst.
WWW.ERASMUSMC.NL/WERKENBIJ
id5_ERASMUS_2329156_004.indd 1
16-6-2010 11:43:41
Wordt 2011 het jaar van een nieuwe baan? Stop met solliciteren; wij doen het wel voor je!
Leun achterover terwijl wij jouw nieuwe vaste baan in binnen- of buitenland regelen. Voor jou is het kosteloos. En aan het eind krijg je ook nog de overstappremie van 2000,-. Hoe we dat doen? kijk op www.inter-change.nl of bel 010 - 4366301.
Werken als zelfstandige of liever een vast dienstverband....?
Flexibel in het buitenland Deze OK Operationeel staat in het teken van werken in het buitenland. Voor sommigen een onvervulde droom, voor anderen een sprong naar andere methoden. Weer anderen gaan voor de natuur en de woonmogelijkheden in een ander land. Maar uiteindelijk gaat iedereen toch om patiënten te helpen. Dezen staan in elk land centraal. Het is altijd goed om andermans keuken en culturen te bekijken, zodat je weet dat er meerdere wegen naar Rome leiden. Ik heb zelf een poosje in Zwitserland gewerkt en keek wel even op toen ik Zwitserse
OK-opleiding met de oosterburen? Zijn er voldoende overeenkomsten tussen Duitsland en Nederland voor een gemeenschappelijke opleiding tot operatieassistent?
anesthesiemedewerkers dezelfde handelingen zag verrichten als anesthesisten in Nederland. Zij noemen zich nicht-ärztliche Anästhesisten en hebben altijd een anesthesist als achterwacht. Het vak is voor hen wel een stuk spannender, met de bijbehorende verantwoordelijkheid. Je moet het maar aandurven. Zo verdwijnt de hokjesmentaliteit. Nog een voorbeeld van anders denken: het pakket van een Zwitserse gynaecoloog bevat mammachirurgie, in Nederland het werkterrein van de algemeen chirurg. Zwitserland is een smeltkroes van culturen. Spraakverwarringen komen dan ook wel eens voor. Denk aan het woord tand. In het Duits is dat Zahn en teen is Zeh. Maak daar meervoud van en je bent al snel met een mondspreider bezig bij de voet en met een snijdende been-
12
tang in de mond, met de bijbehorende zwachtels! Daarom is het belangrijk om de taal te spreken van het land waar je werkt. Vooral op een OK, waar risicovolle situaties voorkomen en spraakverwarringen grote gevolgen kunnen hebben. Alerte, snelle reacties zijn nodig om optimaal te kunnen werken, en taal moet dan geen probleem zijn. Ik kan iedereen aanraden om eens een tijdje de eigen grenzen op te zoeken en te verleggen. Dat geeft je een rugzak met flexibiliteit voor je gehele loopbaan! Veel leesplezier, Hennie Mulder, bestuurslid LVO
[email protected]
28 Operatieassistent in Suriname Het valt nog niet mee om medische hulp te verlenen in Suriname. En niet alleen omdat je de juiste contacten moet hebben …
4
OK OPERATIONEEL september 2010
Jaren oude breuken opereren in Ghana
Reconstructie van verminkte gezichten
Medische hulp na aardbeving
Arthur Kleipool, orthopedisch chirurg van het
In Nigeria opereren internationale teams
Een Nederlands team verbouwde in 48 uur
OLVG, opereert in Ghana on-Nederlandse
patiëntjes met noma. Bij deze infectieuze
een verlaten Haïtiaans oogziekenhuis tot
aandoeningen zoals oude breuken en
aandoening sterven delen van het gezicht af.
een traumacentrum met twee OK’s en ging
verwaarloosde ontstekingen.
aan de slag.
16
20
30
34
Maori’s en morfine in Nieuw-Zeeland Orthopedisch chirurg Saskia Los werkt in een
Afghanistan: uitgezonden door Defensie
Nieuw-Zeelands ziekenhuis, dat lichaamseigen materiaal bewaart voor de Maori’s.
Operatieassistent Ria van der Linden werkt voor Defensie in crisisgebieden. Tussen de
24
Verder in dit nummer: 4 Redactioneel 6 Nieuws 9 LVO-nieuws 10 Collega
ernstig gewonden behoudt ze een prakti-
23 Gastcolumn
sche focus.
38 Column Jennie Lipperts 39 Agenda en colofon
OK OPERATIONEEL september 2010
5
Tekst: Menno Goosen
Bestuurslid NVAM wordt president van de IFNA Jaap Hoekman, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers (NVAM) en docent aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven, is de nieuwe president van de International Federation of Nurse Anesthetists (IFNA). Bij deze organisatie zijn 36 landen aan-
gesloten. Hoekman werd gekozen tijdens het World Congress for Nurse Anesthesists. Het is een voorrecht en blijk van waardering voor alle anesthesiemedewerkers in Nederland dat een NVAMbestuurslid deze functie in de internationale federatie mag vervullen.
OLVG plaatst hartritmemonitor als voorbereiding op hartritmechirurgie Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam heeft als eerste Europese ziekenhuis voorafgaand aan een hartritmeoperatie een hartritmemonitor bij een patiënt geplaatst. Cardiothoracaal chirurg Shirin Lalezari plaatste de eerste preoperatieve monitor, die een maand van tevoren onder de huid wordt geplaatst. ‘Het is een eenvoudige ingreep onder plaatselijke verdoving. Hij wordt al jaren door cardiologen uitgevoerd, maar nog nooit in het kader van een hartritmeoperatie. Onze eerste patiënt met een hartritmemonitor is succesvol geopereerd. Dankzij de monitor weten we nu dat deze
patiënt sinds de operatie 90 procent minder last heeft van hartritmestoornissen. De patiënt krijgt door de monitor ook een gevoel van zekerheid en veiligheid; als hij twijfelt of er iets aan hand is, kan hij zelf bekijken of er inderdaad een ritmestoornis geregistreerd is of dat er niets aan de hand is. De gegevens worden door de patiënt iedere week eenvoudig naar het ziekenhuis verzonden via internet. Voorheen moest de patiënt op afspraak naar het ziekenhuis komen voor controle, waar dan een hartfilmpje werd gemaakt. Nu zien we op eenvoudige wijze gedurende een langere tijd voor
en na de operatie hoe het met de patiënt gaat.’ De hartritmemonitor blijft ongeveer drie jaar zitten. Daardoor kan het hartritme een langere periode worden gevolgd. Met de continue monitoring wordt ook bekeken of eventuele medicijnen, zoals bloedverdunners, bij de patiënt gestopt kunnen worden. Het OLVG gaat de monitor voortaan standaard plaatsen bij de zestig tot tachtig patiënten die jaarlijks geopereerd worden voor atriumfibrilleren.
Zwarte doos voor de operatiekamer Nederlandse onderzoekers en artsen hebben een zwarte doos voor in de operatiekamer ontwikkeld. Het principe is hetzelfde als dat van de blackbox in een vliegtuig: tijdens een operatie worden medische gegevens van de patiënt geregistreerd en de handelingen van artsen op beeld en geluid vastgelegd. Op deze manier kunnen fouten worden geanalyseerd. Het systeem slaat alle relevante gegevens tijdens kritische processen op. Naast film- en audio-opnamen worden bijvoorbeeld ook de weeënactiviteit en de hartfrequenties van moeder en kind 6
OK OPERATIONEEL september 2010
opgeslagen. Zo is het systeem een complete medical data recorder. Volgens anesthesioloog Rob Slappendel, die het systeem mede ontwikkelde, wil het Amphia Ziekenhuis het daadwerkelijk in gebruik nemen. Andere ziekenhuizen zouden ook interesse getoond hebben. Wel moet nog goed gekeken worden naar enkele juridische aspecten. Zo moet de privacy van patiënten en artsen gewaarborgd worden. Mogelijk worden de gegevens uit de zwarte doos gekoppeld aan het medisch dossier van de patiënt. In dat geval zouden patiën-
ten de gegevens kunnen opvragen. Ook andere ziekenhuizen werken aan het vergroten van de patiëntveiligheid met visuele middelen. Zo maakt Het Oogziekenhuis in Rotterdam gebruik van filmopnamen. Het Universitair Medisch Centrum Groningen is onlangs gestart met het filmen van bevallingen.
Hartklep vervangen via de halsader Het academisch ziekenhuis Maastricht is er onlangs in geslaagd via de halsader een nieuwe biologische tricuspidalishartklep te plaatsen bij een 74-jarige vrouw. Met deze operatie heeft het ziekenhuis een primeur. De patiënte had erg veel klachten en was herhaaldelijk opgenomen met hartfalen. Een heringreep om deze klep door middel van een openhartoperatie te vervangen, was gezien haar conditie niet meer mogelijk. In het Maastrichtse ziekenhuis worden al ruim twee jaar hartkleppen via een katheter vervangen, met name de aortaklep. De katheter met stent en opgevouwen hartklep wordt naar de plaats van bestemming gebracht via de liesslagader of via de punt van het hart. De ervaringen met deze nog relatief nieu-
we techniek zijn goed: inmiddels zijn wereldwijd ruim vijftienduizend mensen op deze manier aan een nieuwe hartklep geholpen. Voor de tricuspidalisklep is de holle ader van de hals de ideale toegangsweg. Door middel van een prikje in de hals is de katheter naar binnen geschoven tot in het hart, ter hoogte van de tricuspidalisklep. Daar is de oude klep met een ballon opgerekt en aan de kant geduwd door de stent met daarin de nieuwe klep, gemaakt van het hartzakje van een rund. Bijzonder aan deze ingreep in Maastricht is de nauwe samenwerking tussen chirurgen en cardiologen, in dit geval tussen Leen van Garsse, cardiothoracaal chirurg, en Vincent van Ommen, interventiecardioloog.
Bacteriën verstoren hechting kunstheup Bij 4 tot 13 procent van de patiënten met een nieuwe heup verstoren bacteriële infecties de hechting tussen kunstheup en bot. Dat stelt orthopedisch chirurg in opleiding Dirk Jan Moojen in zijn promotieonderzoek, dat hij uitvoerde aan het UMC Utrecht. Moojen onderzocht 176 patiënten uit zeven ziekenhuizen, bij wie een kunstheup vervangen moest worden omdat de prothese niet meer goed vastzat aan het bot. In al deze gevallen verklaarden artsen het loslaten door mechanische spanning en niet door een infectie. Met uitgebreide bacteriekweken en geavanceerde DNA-technieken zag Moojen bij 4 procent van de patiënten een gewone infectie; bij 9 procent vond hij aanwijzingen voor een zwakke, weinig actieve infectie. Moojen verwacht dat deze laagvirulente infecties een veel grotere rol spelen dan tot nu toe ge-
dacht. Bacteriën verstoren de hechting tussen kunstheup en bot omdat de afweerreactie gericht tegen de ziekteverwekkers ruimte creëert tussen bot en prothese. Orthopedisch chirurgen behandelen patiënten rondom een heupoperatie preventief met antibiotica via een infuus. Ook het cement om heupen vast te zetten bevat antibiotica. Maar alleen als een sterke verdenking bestaat op een infectie stellen ze het plaatsen van de nieuwe heup uit tot na een antibioticabehandeling. In overige gevallen verwijderen ze de loszittende prothese, maken het bot schoon en plaatsen de nieuwe kunstheup in één operatie.
Heeft u nieuws? Mail naar okoperationeel @y-publicaties.nl
OK Nieuws Het actueelste OK-nieuws vindt u op www.oknieuws.nl
Umc’s gaan megashoppen De academische ziekenhuizen gaan samen producten inkopen, met als doel scherpere prijzen en een betere kwaliteit. Het Erasmus MC alleen al koopt voor zo’n € 300 miljoen per jaar in. Het volume aan gekochte artikelen van alle acht academische centra samen bedraagt maar liefst € 1,8 miljard. Het gaat om onder andere wc-rollen, verband, injectienaalden, reageerbuizen, handschoenen, laboratoriumspullen en voeding. Zowel dure steriele wegwerpproducten als gewoon gips vallen onder de nieuwe inkoopregeling. Dankzij deze regeling wordt het verleden tijd dat twee umc’s sterk uiteenlopende prijzen betalen voor exact hetzelfde product. Gezien het enorme volume aan goederen die de umc’s kopen, zijn acht productenteams gevormd, bijvoorbeeld voor artikelen op het gebied van hartchirurgie en voeding & facilitair. Deze teams zullen € 10 miljoen aan besparingen binnenhalen, zo is de verwachting. Dit geld komt weer ten goede aan de zorg.
OK OPERATIONEEL september 2010
7
Nationale Leerlingendag 2010
Donderdag
Een uitdaging die je met beide handen aanpakt? Ben jij die zorgprofessional die wel van aanpakken weet? Die niet te beroerd is om elke dag weer de handen uit de mouwen te steken en het beste van zichzelf te geven? Dan ben je helemaal klaar voor TMI, dé detacheerder in de Zorg. Want daar kun
Laparosco theorie en
je met een vast dienstverband op verschillende plekken in de zorg aan de slag. Dus pak aan, investeer in jezelf en kom eens praten. TMI is altijd op zoek naar de meest gemotiveerde mensen in de zorg, dus meld je nu aan op www.tmi-interim.nl voor Eerste Hulp bij Overstappen. Je kunt ons ook mailen op
[email protected] of bellen op 020 717 35 27.
Eerste Hulp Bij Overstappen? Ga dan snel naar www.tmi-interim.nl
8
Donderdag 14 2010 oktober Donderdag 14 oktober
Laparoscopische techniek: theorie en praktijk Laparoscopische techniek: theorie en praktijk Ochtend: presentaties
Middag: workshops Ochtend: presentaties Locatie: Middag: workshops Maxima Medisch Centrum Locatie: Veldhoven Maxima Medisch Centrum Veldhoven
Voor het programma en Voor het programma en inschrijven ga naar: inschrijven ga naar: www.lvo.nl www.lvo.nl LVO-leden € 35,-€ 35,LVO-leden Niet leden € 70,Niet leden € 70,-
OK OPERATIONEEL september 2010
23-04-2010 13:38:20
Locatie: 2010 Maxima Medisc Donderdag 14 oktober 2010 Veldhoven
Nationale Leerlingendag 2010
Nationale Leerlingendag 2010
TMI_Ad_210x148,5_handschoenen.indd 1
Ochtend: pres Middag: works
Voor het progr inschrijven ga n Laparoscopische techniek: www.lvo.nl theorie en praktijk Ochtend: presentaties Middag: workshops
Locatie: Maxima Medisch Centrum Veldhoven Voor het programma en inschrijven ga naar: www.lvo.nl LVO-leden € 35,Niet leden € 70,-
LVO-leden € 35,Niet leden € 70,-
Onterechte aanmaningen Helaas is er iets misgegaan bij de verwerking van de ledenadministratie. Daardoor hebben verschillende LVO-leden ten onrechte aanmaningen ontvangen. We betreuren dit ten zeerste. Eventuele dubbele betalingen zullen zo spoedig mogelijk worden gecorrigeerd. Onze oprechte excuses voor het ongemak. Hennie Mulder, penningmeester LVO
Voorbereiding LVO-congres 17 + 18 februari 2011 Mijn naam is Petra Noya. Sinds februari 2010 ben ik lid van de congrescommissie. Ik werk als operatieassistent in het thoraxcentrum van het Erasmus MC te Rotterdam. Hier worden alle soorten openhart- en longoperaties uitgevoerd. Het Erasmus MC is een van de drie centra in Nederland die hart- en longtransplantaties en kinderhartchirurgische ingrepen mogen uitvoeren. Sinds december 2009 zijn de thoraxchirurgie en de interventiecardiologie gevestigd op één afdeling, waardoor er een betere overlegstructuur is. Het valt me op dat er tijdens het jaarlijkse LVO-congres te weinig aandacht is voor cardiothoracale chirurgie. Door me in te zetten voor de LVO hoop ik te bereiken dat er in de toekomst meer aandacht aan wordt besteed. Tijdens het 25-jarig jubileum bieden wij op het komende congres een diversiteit aan onderwerpen. Er zal onder andere worden gesproken over harttransplantaties. Eurotransplant zal vertellen over de procedure van een orgaantransplantatie. Ook zal er aandacht zijn voor een nieuwe ingreep om de mitralisklep via de schouder te benaderen. Het congres vindt plaats op 17 en 18 februari 2011 in het MECC te Maastricht, een nieuwe locatie. De woensdagavond wordt een avond om alvast richting het zuiden te rijden. Een verrassend avondprogramma ligt in het verschiet. Net als de vorige keer is er op de donderdagmiddag een sponsorloop. De opbrengst zal dit jaar gaan naar de stichting Spieren voor Spieren. Kortom: het wordt een boeiend congres. Wij nodigen u als beroepsgroep dan ook van harte uit om ons congres bij te wonen. ‘Het heft in handen, nu en in de toekomst.’
LVO-informatie Charmaine Betzema, voorzitter en bestuurslid PR&V,
[email protected] Hennie Mulder, penningmeester en bestuurslid Media Tel.: 040-253 89 21,
[email protected] Jeanine Stuart, secretaris
[email protected] Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen
[email protected] Monique de Kort, bestuurslid Congres,
[email protected] Jacques Henkelman, bestuurslid Onderwijs
[email protected]
LVO TELEFOONNUMMER: 024-645 47 71 van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur Adres: LVO, Postbus 552, 9700 AN Groningen Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl of bel met 024-645 47 71. Opzegging van lidmaatschap dient voor 1 oktober schriftelijk te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd.
“Ik had geen idee waar ik aan begon, maar ik ken nu mijn bestemming”
E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] Internet: www.lvo.nl Lidmaatschap opzeggen: Secretariaat LVO Postbus 552, 9700 AN Groningen
OK OPERATIONEEL september 2010
9
10
OK OPERATIONEEL september 2010
Saskia Gooren: ‘In Kenia steriliseren ze nog in dozen’ Verbaasd keek operatieassistent Saskia Gooren (32) twee jaar geleden rond in de OK van een Keniaans ziekenhuis. Gewend aan de state-of-the-artsituatie in het UMC Utrecht, maakten de basic omstandigheden waarin haar Keniaanse collega’s werken haar nederig. Tekst: Marieke Los
Wat deed jij in 2008 in Kenia? ‘Ik wilde eens een tijdje iets anders gaan doen, iets wat niet direct met de zorg te maken had. Een vriend had al eens als vrijwilliger in een Braziliaans weeshuis gewerkt en ging dat werk weer doen, maar nu in Kenia. Ik schraapte al mijn vakantiedagen bij elkaar en ben een maand meegegaan. Met koffers vol kinderkleding en speelgoed, onder andere door mijn collega’s in het UMC Utrecht verzameld, én ingezameld geld. Het was een bijzondere tijd.’ Je bent in Kenia ook in een ziekenhuis geweest. ‘Een verpleegkundige die aan het weeshuis was verbonden, werkte ook in het plaatselijke ziekenhuis. Zij heeft mij een hele dag op sleeptouw genomen. Ik ging op de OK vijftig jaar terug in de tijd. Steriliseren gebeurt heel ouderwets in dozen, ze werken er met een anesthesietoestel van vijftig jaar oud, ze wassen nog met Betadine Scrub. Een downflow hebben ze niet, ze zetten gewoon de deuren naar de naastgelegen koffiekamer open.’ Mocht je bij een operatie aanwezig zijn?
‘Ze werken daar onder bijna middeleeuwse omstandigheden. Maar ik mocht niet bij een operatie komen kijken in verband met de privacy van de patiënt. Opmerkelijk, nietwaar? In Nederland komen er regelmatig gasten meekijken op de OK. Verpleegkundigen, collega’s uit andere ziekenhuizen of mensen van firma’s. Ik vond het wel jammer. Gelukkig heb ik wel lang met het hoofd OK kunnen praten. Zij was erg geïnteresseerd toen ik vertelde dat ik in het UMC Utrecht veel bij neurochirurgie sta. Ze vertelde dat eens in de week een operatieteam uit Nairobi de neurochirurgische ingrepen kwam doen. Toen zij hoorde dat het UMC Utrecht als enige Nederlandse ziekenhuis bypassoperaties in het hoofd uitvoert, viel haar mond open. Dat was voor haar onvoorstelbaar, dat dat überhaupt kan. Als je in Kenia een geruptureerd aneurysma in je hoofd hebt, ga je sowieso dood.’ Heb je na je ervaringen in Kenia nog plannen om nog eens terug te gaan? ‘In eerste instantie niet echt. Het kost ontzettend veel organisatie en al je vakantiedagen om een maand weg te gaan. Maar tijdens het laatste LVO-con-
| Foto’s (incl. cover): Johannes Abeling
gres begin dit jaar hoorde ik over het werk van Mercy Ships. Zij voeren onder andere hersteloperaties uit bij vrouwen die incontinent zijn geworden na een bevalling en daarom volledig verstoten worden door hun omgeving. Mercy Ships draait op vrijwilligers. Toen begon het wel te kriebelen. Wie weet komt het er toch weer eens van.’ In het UMC Utrecht zit je, naast je werk als operatieassistent, ook niet stil. ‘Ik heb sinds twee jaar een senior functie. Met collega’s pak ik projecten aan ter verbetering van de kwaliteit van de zorg en die van het onderwijs.. Ons eerste project was de implementatie van de briefing en de time-outprocedure en sign-out. Daarna zijn we aan de slag gegaan met een project om de hygiëne op de OK te verbeteren. En momenteel ben ik samen met de senior functionaris van de Spoedeisende Hulp bezig met een project om de overdracht van de spoedpatiënten van de SEH naar de OK te optimaliseren. Ik vind deze functie naast mijn werk in de OK erg boeiend. Het is geweldig om samen met collega’s uit het hele ziekenhuis te werken aan verbeteringen.’ OK OPERATIONEEL september 2010
11
Nederlands-Duitse OK-opleiding: goed idee? Nederlanders moeten initiatief durven nemen, Duitsers moeten vooral doen wat hun gevraagd wordt. Zijn er voldoende overeenkomsten tussen de twee buurlanden
moeten leerling-operatieassistenten bepaalde eigenschappen en vaardigheden in huis hebben. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen die van Nederlandse en die van Duitse leerlingen?
voor een grensoverschrijdende OK-opleiding? Overeenkomsten Tekst: Antonia Ebert, Cathrin Peters, Anouk Spanjers, Bedrijfscommunicatie, Radboud Universiteit Nijmegen
| Foto: Istockphoto (Beeldbewerking Hans Jansens)
(*) De gebruikte foto dient slechts ter illustratie van het artikel. De personen op de foto zijn niet gekleed volgens de geldende kledingvoorschriften voor de OK.
H
et zou mooi zijn: samenwerken met Duitsland om het tekort aan operatieassistenten op te vangen. Duitsland heeft namelijk geen personeelstekort op de OK’s en het is voor Duitse operatieassistenten aantrekkelijk om in Nederland te komen werken, omdat hier het salaris hoger is. Een onderzoeksgroep van de opleiding Bedrijfscommunicatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen heeft zich verdiept in de mogelijkheden van een gezamenlijke opleiding tot operatieassistent. Dit gebeurde in opdracht van werkgeversvereniging Salus Gelria. Voor het onderzoek zijn Nederland en Duitsland op drie punten met elkaar vergeleken. Eerst zijn de eigenschappen en vaardigheden van succesvolle Nederlandse en Duitse leerling-operatieassistenten in kaart gebracht en is gekeken in hoeverre die overeenkomen. Vervolgens zijn de inserviceopleidingen tot operatieassistent van beide landen met elkaar vergeleken, om te achterhalen of 12
OK OPERATIONEEL september 2010
er genoeg overeenkomsten zijn voor het opstarten van een gezamenlijke opleiding. Ten slotte is gekeken of operatieassistenten in Nederland en Duitsland dezelfde taken hebben. Er werd goed aan het onderzoek meegewerkt door de betrokken instellingen: in Nederland het UMC St Radboud en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en in Duitsland het St. Willibrord-Spital in Emmerich en de Medical School academia chirurgica in Düsseldorf. Hierdoor konden de overeenkomsten en verschillen goed in kaart worden gebracht. Er zijn interviews afgenomen met operatieassistenten, docenten en praktijkbegeleiders. Daarnaast zijn twee operaties geobserveerd. Voor een vergelijking van de opleidingen is een bureauanalyse uitgevoerd.
De leerling-operatieassistent Om de opleiding succesvol af te ronden
Eigenschappen en vaardigheden die
voor succesvolle Nederlandse en Duitse leerling-operatieassistenten overeenkomen, zijn zelfdiscipline, lichamelijke gezondheid en houden van hard werken. De opleiding bestaat namelijk voor een groot gedeelte uit praktijk, wat een behoorlijke inspanning van de leerling vergt en erg vermoeiend kan zijn. Om deze reden is het ook van belang dat de leerling een goede balans tussen werk, privé en leren vindt. Deze balans wordt bevorderd door een uitlaatklep naast de opleiding, bijvoorbeeld in de vorm van sport, wat eveneens de fysieke gesteldheid ten goede komt. Omdat het beroep operatieassistent vrij technisch van aard is, kunnen succesvolle leerlingen goed met instrumenten omgaan en beschikken zij over technisch inzicht. Door de continue veranderingen wat betreft ap-
paratuur en behandelingsmethoden, moeten succesvolle leerlingen uiteraard ook openstaan voor innovaties. Op de operatiekamer wordt altijd in een team gewerkt. Daarom moeten leerlingen teamplayers zijn. Daar hoort ook bij dat zij kritiek kunnen geven en ontvangen en voor zichzelf kunnen opkomen. Immers, tijdens de operatie kan de chirurg op een harde toon spreken, die niet altijd gerechtvaardigd is en waartegen leerlingen bestand moeten zijn. Voldoende doorzettingsvermogen is een andere eigenschap waarover leerlingen moeten beschikken gedurende de verschillende periodes van de opleiding. Doorzettingsvermogen heeft daarbij betrekking op het volhouden van het opleidingstraject (‘Als je echt iets wilt, dan kun je het ook’), maar ook op het verdedigen van de professionele positie binnen het team.
Een van de geïnterviewde operatieassistenten zegt hierover: ‘We zijn dan wel de assistenten, maar hebben soms ook goede inzichten.’ Daarnaast vraagt het werk op de operatiekamer om accuratesse, organisatievermogen en concentratievermogen. En om flexibiliteit, zodat goed ingespeeld kan worden op het verloop van een operatie. Soms maken leerlingen heftige gebeurtenissen mee, zoals het onverwachte overlijden van een jonge patiënt op de operatietafel. Succesvolle leerlingen nemen deze gebeurtenissen niet mee naar huis en beschikken over een gezonde dosis nuchterheid. Ten slotte is zelfreflectie een belangrijke eigenschap die Nederlandse en Duitse succesvolle leerlingen gemeen hebben, waardoor ze in staat zijn om hun leerproces zelf nauwlettend in de gaten te houden.
Nederland Er zijn eigenschappen en vaardigheden die Nederlandse leerlingen wel moeten hebben, maar die niet van Duitse leerlingen verwacht worden. Zo bleek uit de interviews dat Nederlandse leerlingen hiërarchie moeten kunnen accepteren. ‘Artsen staan toch een stukje hoger op de ladder’, aldus een geïnterviewde Nederlandse operatieassistent. Dat het accepteren van hiërarchie expliciet door de operatieassistenten wordt genoemd, is waarschijnlijk te wijten aan onze cultuur; in Duitsland wordt hiërarchie als vanzelfsprekend ervaren. Hoewel Nederlandse leerlingen hiërarchie moeten kunnen accepteren, moeten zij wel proactief, extravert en verbaal sterk zijn. Communicatievaardigheden zijn ook van belang. ‘Globaal spreek je dezelfde taal in een operatiekamer, maar eigenlijk ook weer niet; iedereen heeft verschillende belangen.’ Daarmee doelt de geïnterviewde op de verschillende belangen van anesthesisten, chirurgen en OK OPERATIONEEL september 2010
13
Eén telefoontje zet alles in beweging.
Het proces voor en tijdens de operatie wordt steeds complexer.
het voorbereiden van de ingreep makkelijker maken. Daarnaast
Kwaliteit moet de complexiteit bijhouden. Biomet kan hierbij helpen.
stellen wij een zeer ruim assortiment en top bruikleensets met
Door u, voor zover het in ons vermogen ligt, ‘zorg’ uit handen te
bijbehorende handboeken beschikbaar. Ook onze begeleiding
nemen. Onze interne en externe medewerkers hebben kennis
en assistentie kunnen tijdens de ingreep het verschil maken.
en kunde van zaken. Hun snelle en gedegen adviezen moeten
Interesse? Eén telefoontje kan alles in gang zetten. 078 629 29 29
www.biomet.nl 14 OK OPERATIONEEL september 2010
MOBIEL MET
operatieassistenten. De anesthesist moet de patiënt in leven te houden, terwijl de chirurg zo goed en effectief mogelijk wil opereren. Succesvolle Nederlandse leerling-operatieassistenten durven meer initiatief te nemen, waardoor zij het operatieverloop in sterkere mate bepalen dan Duitse leerlingen. Verder zijn intrinsieke motivatie, stressbestendigheid en het vermogen om fouten toe te geven voor Nederlandse leerlingen van belang.
Duitsland Anderzijds zijn er ook eigenschappen en vaardigheden waarover succesvolle Duitse leerlingen beschikken, maar Nederlandse leerlingen niet. Van Duitse leerling-operatieassistenten wordt verwacht dat zij zich volgens de regels gedragen en daarbij veel belang hechten aan punctualiteit en eerlijkheid. Natuurlijk moeten Nederlandse leerlingen de regels ook naleven, maar in Duitsland wordt het belang hiervan extra benadrukt. Zoals een Duitse docent met een knipoog zegt: ‘De ideale leerling doet wat je hem of haar vraagt.’ Daaraan voegt de docent toe dat een leerling ook weerstand moet kunnen bieden. Een leerling moet ook tegen een arts durven ingaan. Bijvoorbeeld als die op een onfatsoenlijke manier iets vraagt. De leerling moet de arts dan wel kenbaar kunnen maken dat die zich onfatsoenlijk gedraagt. Een succesvolle leerling laat dus niet over zich heen lopen. Ten slotte blijkt uit de interviews dat succesvolle Duitse leerlingen bereid zijn om te blijven leren.
De opleiding
De taken De operatieassistent is als het ware de ‘regisseur op de operatiekamer’. Dit betekent dat de operatieassistent de chirurg voor moet zijn en altijd goed op de situatie moet kunnen inspelen, zodat de chirurg nooit hoeft te wachten en altijd verder kan gaan met opereren. Zowel in Nederland als in Duitsland heeft een operatieassistent dezelfde drie hoofdtaken, namelijk instrumenteren, assisteren en
omlopen. Ook wordt in beide landen op dezelfde manier invulling gegeven aan de subtaken van deze drie hoofdtaken. De sfeer op de operatiekamer is zowel in Nederland als in Duitsland afhankelijk van het soort operatie, de chirurg en het team. Niet alleen bij ons in Nederland, maar ook bij onze oosterburen wordt de sfeer meestal als rustig en gemoedelijk ervaren. Bij routinematige operaties wordt de muziek aangezet en wordt bijgekletst, waardoor het ‘soms net is alsof je in de kroeg staat’. Als er echter fouten gemaakt worden of complicaties optreden, kan de sfeer behoorlijk beladen worden. Dan wordt er met een harde toon gesproken en worden er verwijten gemaakt. In Duitsland blijkt dit echter duidelijker en vaker voor te komen dan in Nederland. Volgens een Duitse operatieassistent kun je maar beter niet al te gevoelig zijn, omdat ‘chirurgen ook wel eens tegen je gaan schreeuwen of met instrumenten gaan gooien als iets niet lukt’.
Veelbelovende mogelijkheid De gevonden overeenkomsten tussen Nederland en Duitsland geven een positieve indicatie voor een grensoverschrijdende samenwerking bij de opleiding tot operatieassistent. In Duitse ziekenhuizen hebben operatieassistenten volgens eigen zeggen al positieve ervaringen met Nederlands-Duitse samenwerking op de operatiekamer. Waarmee echter wel rekening gehouden moet worden, zijn taalbarrières. Het tweetalig opleiden van leerlingen zou een mogelijke oplossing bieden voor dit probleem. Het opstarten van een gezamenlijke Nederlands-Duitse opleiding tot operatieassistent lijkt daarom een veelbelovende mogelijkheid om het tekort aan operatieassistenten op te lossen. ▼
Uit het onderzoek is gebleken dat er veel overeenkomsten bestaan tussen de opleidingen tot operatieassistent in Nederland en die in Duitsland. Zo wordt de opleiding in beide landen als best pittig ervaren. Een Nederlandse operatieassis-
tent verwoordt het als volgt: ‘De opleiding tot operatieassistent is toch een ander soort opleiding dan normaal.’ Een Duitse operatieassistent herinnert zich haar eerste dag nog precies: ‘Het ging meteen door tot ’s avonds zes uur, het was keihard.’ Er bestaan ook structurele overeenkomsten tussen beide opleidingen. Deze betroffen de aard van de opleiding (in service), de toelatingseisen, de structuur en de duur van de opleiding, het theorie- en praktijkgedeelte, de begeleiding bij het theoriegedeelte, de vakken en het beroepsperspectief. De verschillen tussen de opleidingen werden gevonden in de kosten, de toetsing, de begeleiding in de praktijk en het salaris. In Nederland worden namelijk alle kosten die gerelateerd zijn aan de opleiding door het ziekenhuis betaald, terwijl in Duitsland de leerlingen de kosten moeten betalen. Daarnaast ontvangen leerlingen in Duitsland nog geen salaris tijdens de opleiding en blijft het salaris na het afronden van de opleiding lager dan in Nederland. Nederlandse leerlingen moeten in tegenstelling tot Duitse leerlingen aan het einde van de opleiding een scriptie schrijven. Andere toetsen komen wel overeen. Bij het praktijkgedeelte krijgen leerlingen in Nederland een vaste begeleider toegewezen. Duitse leerlingen krijgen een vaste begeleider of worden door iedereen op de operatiekamer begeleid. Dat hangt af van het ziekenhuis.
Literatuurtip Beemsterboer, I. (2009). Persoonlijke eigenschappen van leerlingen als voorspellers van individueel succes in verpleegkundige opleidingen.
Nederlands team OLVG in Ghana
‘Kennisoverdracht staat voorop’ Orthopedisch chirurg Arthur Kleipool van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam, heeft al vijf keer met een Nederlands medisch team in Ghana gewerkt. Nog steeds vindt hij het bijzonder om in deze totaal andere cultuur te opereren. ‘Het is een uitdaging om oplossingen te bedenken voor zaken die op het eerste gezicht onmogelijk lijken.’ Tekst: Linda van Pelt
‘G
rensverleggend en blikveldverbredend.’ Zo omschrijft orthopedisch chirurg Arthur Kleipool zijn ervaringen in een Afrikaans ziekenhuis. Het St. Joseph Ziekenhuis in Effiduase-Koforidua om precies te zijn, een orthopedisch en traumatologisch ziekenhuis 150 kilometer ten noorden van de Ghanese hoofdstad Accra. Sinds 2005 werkt Kleipool daar elk jaar een halve maand via de stichting Care to Move, in een team van het OLVG uit Amsterdam. In het West-Afrikaanse land wordt Kleipool geconfronteerd met aandoeningen die je in Nederland niet meer ziet, zoals jarenlang verwaarloosde ontstekingen, oude breuken en vergroeiingen. ‘Ghanezen leggen vaak lange afstanden te voet af. Vooral langs tweebaanswegen, waar de auto’s snelheden van 80 of zelfs 90 kilometer per uur halen. Het is in zo’n situatie onvermijdelijk dat voetgangers regelmatig worden aangereden. In veel gevallen is er geen ziekenhuis in de buurt. Bovendien is behandeling in een ziekenhuis voor de meeste Ghanezen onbetaalbaar, en opname al helemaal. De kosten die hiermee gemoeid zijn – rond 16
OK OPERATIONEEL september 2010
| Foto’s: Arthur Kleipool en team
de 400 euro – bedragen een gemiddeld jaarsalaris. Mensen zoeken hooguit hun heil bij een lokale kruidendokter’, schetst Kleipool de status-quo. ‘Het gevolg is dat veel mensen noodgedwongen met een breuk blijven doorlopen.’ Dit heeft kwalijke gevolgen. ‘Zo kwam er vorig jaar op ons spreekuur een man die al zo’n negentien jaar een onbehandelde ontsteking aan zijn voet had. Dat was uitgemond in een abces ter grootte van een voetbal. Reken maar dat het gecompliceerd is om zoiets te behandelen.’
Verkeerde kanalen Arthur Kleipool hoopt dat de gelden die de Europese Unie ter beschikking stelt voor het oprichten van een ziektekostenverzekering in Ghana de situatie zullen verbeteren. Daarop durft hij echter niet blindelings te vertrouwen. ‘Ghana ontwikkelt zich wel, maar in een langzamer tempo dan Nederland en andere westerse landen die al een voorsprong hebben. De achterstand wordt dus nimmer ingelopen’, voorspelt hij. De orthopedisch chirurg vindt dit een kwalijke zaak. ‘Zeker als je bedenkt hoeveel ontwikkelingshulp Ghana ontvangt.
Het meeste geld komt helaas bij de verkeerde mensen terecht en wordt via de verkeerde kanalen verkeerd besteed. Op die manier wordt het verschil tussen arm en rijk gaandeweg groter. Het is hoog tijd dat dit een halt wordt toegeroepen. Maar dat ligt politiek gevoelig.’ Care To Move, opgericht in april 2005, is een officieel kanaal om de gezondheidssituatie in Ghana te verbeteren. De stichting wil vakinhoudelijke, medische en organisatorische expertise uitwisselen op het gebied van zorg rond het bewegingsapparaat. Daarvoor wordt iedere twee maanden twee weken een Nederlands team ingezet in het St. Joseph Ziekenhuis. Het St. Joseph heeft een centrumfunctie voor orthopedie en traumatologie in de Eastern Region, een gebied met ongeveer twee miljoen inwoners. De teams realiseren gemiddeld vijftig operaties en besteden aandacht aan training en opleiding van de house doctors (coassistenten) en residents (artsen in opleiding) van dit ziekenhuis.
De teams Al voordat Care To Move werd opgericht, was een orthopedisch chirurg uit het
OLVG op persoonlijke titel actief in het St. Joseph Ziekenhuis. Dr. W.J. Willems kwam met de Ghanese kliniek in contact via zijn zoon, die indertijd ontwikkelingswerk deed in Accra. De inzet van dr. Willems bleef beperkt tot een eenmalige actie in 2000. Pas vijf jaar later kreeg de hulp vanuit Nederland een structureel karakter. Via de stichting Care to Move kwam orthopedisch chirurg dr. Bernard Jansen uit het Reinier de Graaf Ziekenhuis in Delft in contact met het orthopedisch en traumatologisch centrum in Koforidua. De medisch specialistische teams die naar Ghana gaan, bestaan uit een orthopedisch chirurg en chirurg-traumatoloog, operatieassistenten, anesthesiemedewerkers en fysiotherapeuten. De participerende Nederlandse ziekenhuizen die dergelijke mobiele teams mobiliseren, zijn naast het OLVG en het Reinier de Graaf Ziekenhuis onder meer de Isala klinieken uit Zwolle, het Westfriesgasthuis uit Hoorn, het Leids Universitair Medisch Centrum, het UMC Utrecht en het St. Elisabeth Ziekenhuis uit Tilburg.
gen van het bewegingsapparaat heeft het ziekenhuis een goede naam opgebouwd tot ver buiten de regio. Inmiddels heeft dr. Casals zijn functie wegens gezondheidsklachten moeten neerleggen. Door de schaarse opleidingsmogelijkheden in Ghana was het moeilijk om opvolging voor de Spaanse orthopeed te garanderen. Kleipool: ‘De meeste specialisten zien geen andere weg dan te studeren in het buitenland, bijvoorbeeld in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In veel gevallen blijven ze daar werken als ze zijn afgestudeerd. Op die manier komt de opgebouwde kennis nog niet ten goede aan Ghana, terwijl dat land die expertise zo hard nodig heeft.’ Naarmate het lastiger is om internationaal aan de slag te gaan, keren echter meer goed opgeleide Ghanese medisch professionals terug naar hun land. Momenteel zijn er drie jonge orthopedisch chirurgen, respectievelijk opgeleid in Duitsland, Rusland en Ghana zelf, die gezamenlijk het estafettestokje van dr. Casals kunnen overnemen.
‘De wachtlijst wegwerken’, benoemt Arthur Kleipool een belangrijke doelstelling van de missie van de Nederlandse ziekenhuizen in Ghana. ‘Maar in het programma van Care To Move staat kennisoverdracht voorop. Het is het streven dat het St. Joseph zich in 2012, uiterlijk 2014, heeft ontwikkeld tot een zelfstandig draaiend ziekenhuis voor orthopedie en traumatologie in de Eastern Region. Het ziekenhuis moet dan volledig door Ghanese artsen worden geleid op alle gebieden van de gezondheidszorg: van preventie tot diagnostiek, van behandeling tot opleiding. Kleipool is ervan overtuigd dat de Nederlandse inzet nuttig is geweest. ‘Zo kunnen we ons over een aantal jaren met een gerust hart terugtrekken uit Ghana. Dan is ons Afrikaanse werk overigens nog lang niet ten einde. Er zijn al voorbereidingen voor een vervangend project, bijvoorbeeld in Ivoorkust of Tanzania.’
Bouwen aan de toekomst De hulp vanuit Nederland blijft niet beperkt tot medische. Een Rotterdamse bouwmaatschappij (die anoniem wenst te blijven) heeft geld bijeengebracht voor de bouw van een nieuw ziekenhuis, naast het St. Joseph. Halverwege dit jaar is de nieuwe huis-
Schaarse specialisten Het St. Joseph is in de jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd door de Brothers of St. John of God, een lekenbroederorde die zich wijdt aan het bouwen van ziekenhuizen en het verzorgen van zieken. Het oorspronkelijke St. Joseph Ziekenhuis heeft circa 150 bedden, drie operatiekamers, een gipskamer, een revalidatieafdeling, een polikliniek en een administratiegebouw. Naast het ziekenhuis bevinden zich een kerk, een eetkamer, een kapel en een afdeling met kamers voor de broeders van de orde en voor gasten. ‘Alles valt onder de vlag van het Vaticaan en heeft dus een katholiek karakter’, vertelt Arthur Kleipool. Sinds 1980 zwaait een Spaanse orthopedisch chirurg, dr. Casals, de medische scepter in het St. Joseph. Voornamelijk dankzij zijn uitstekende chirurgische technieken en grote kennis van afwijkin-
Nuttige inzet
Arthur Kleipool (links) en collega Frank de Nies.
Patiënten komen vooral in het St. Joseph vanwege: • trauma’s: acute trauma’s, malunions en pseudoartrose; • infecties, met name osteomyelitis; • degeneratieve afwijkingen: artrose; • geboortetraumata en congenitale afwijkingen: paralyse van Erb-Duchenne, amelie, dysmelie, klompvoeten, standsafwijkingen.
OK OPERATIONEEL september 2010
17
vesting opgeleverd. Die heeft net zo veel bedden als het oude ziekenhuis, maar vier operatiekamers en een afdeling voor spoedeisende hulp. Gelijk met de ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis wordt de bestaande huisvesting grondig gereviseerd, zodat in de toekomst de capaciteit verdubbeld kan worden. Arthur Kleipool hoopt dat de bouw van het nieuwe ziekenhuis en de modernisering van het bestaande ook zorgt voor een flinke verbeterslag op het terrein van de twee grootste struikelblokken in de Ghanese ziekenhuiswereld: hygiëne en steriliteit.
Culturele ommezwaai
18
OK OPERATIONEEL september 2010
gelmatig groter materieel – zoals gereviseerde operatietafels en boren en zagen – vanuit Nederland naar Ghana. Het ontbreken van materialen is niet de enige bottleneck, benadrukt Arthur Kleipool. ‘In Ghana heerst een zogeheten krijgcultuur. De magazijnen liggen vol met spullen, maar ze weten niet hoe ze er praktisch mee moeten omgaan. Er liggen bijvoorbeeld externe fixateurs in bosjes in dozen. En ze hebben er grote hoeveelheden afdekmaterialen van papier en plastic; dezelfde als wij in Nederland gebruiken. In Ghana bewaren ze die voor “zwaardere tijden”. Ik hoop dat het ons lukt de culturele ommezwaai te stimuleren om materialen daadwerkelijk te gebruiken. Ook dat is een belangrijke missie.’ ▼
Het bijzondere van tijdelijk de grens van je werkveld verleggen naar een ander land, vindt Arthur Kleipool het wennen aan een totaal andere cultuur. ‘Het staat
buiten kijf dat de omstandigheden in Nederland niet te vergelijken zijn met die in Ghana. Het instrumentarium daar is naar onze maatstaven behoorlijk verouderd. Het is een uitdaging om dan toch oplossingen te bedenken voor zaken die op het eerste gezicht onmogelijk lijken.’ Improviseren kun je leren. Zo was er in het St. Joseph wel een apparaat om de in het bot bevestigde pennen voor beenfracturen te verwijderen, maar geen instrument om die pennen te bevestigen. ‘Toen hebben we maar met een creatieve toepassing dezelfde apparatuur gebruikt voor aanbrengen en verwijderen.’ Door ervaring wijs geworden nemen de Nederlandse teams ook eigen materialen mee, zoals antibiotica en steriele handschoenen en jassen. Verder gaat er dankzij de bemiddeling van Care To Move re-
Kijk voor meer informatie op www.caretomove.nl.
OK OPERATIONEEL september 2010
19
Noma komt veel voor in derdewereldlanden, maar is in Nederland nauwelijks bekend. Om patiëntjes met deze vreselijke aandoening te opereren vertrekken jaarlijks vier internationale teams naar het Nigeriaanse Sokoto. Tekst: Bregje Laumans en Dorien Vedder, beiden operatieassistent en vrijwilliger voor de Nederlandse Noma Stichting Foto’s: Nederlandse Noma Stichting
Noma Children Hospital
Verminkte gezichten reconstrueren in Nigeria
N
oma is het gezicht van de armoede. Bij deze infectieuze aandoening sterven delen van het gelaat af. In de middeleeuwen en in de Eerste en Tweede Wereldoorlog kwam noma ook regelmatig voor in ons land. De ziekte verdween toen de eerste antibiotica beschikbaar kwamen en de hygiënische omstandigheden aanzienlijk verbeterden. De voornaamste oorzaken van noma zijn armoede, ondervoeding en gebrekkige hygiëne. Bijkomende ziekten als malaria, hiv en mazelen vergroten de kans op de ziekte. Er is een onderscheid tussen actieve noma, waarbij duidelijk infecties en pussende wonden te zien zijn, en passieve noma, met rustige en gesloten wonden. Door de wonden hebben patiënten vaak kaakkramp, waar20
OK OPERATIONEEL september 2010
door ze hun mond niet kunnen openen. Behalve deze zogeheten trismus zijn een zeer slecht gebit en een verminkt gezicht kenmerken van noma. Noma komt nog veel voor aan de rand van de Sahara. Sinds 1999 bestaat er een initiatief in het Nigeriaanse Sokoto om nomapatiënten, voornamelijk kinderen, te helpen: het Noma Children Hospital. Dit is opgericht met hulp van drie internationale organisaties, waaronder de Nederlandse Noma Stichting. Deze stichting brengt geld bijeen om teams naar dit ziekenhuis te kunnen uitzenden. Er wordt naar gestreefd om vier teams per jaar te sturen, zodat patiënten een eventuele tweede of derde operatie kunnen ondergaan. Helaas lukt dit niet altijd, omdat de stichting volledig afhankelijk is van donaties en vrijwilligers. De
teams bestaan uit twee plastisch chirurgen, een kaakchirurg, twee (kinder)anesthesisten, een anesthesiemedewerker en twee operatieassistenten. Een lokale medewerker, die betaald wordt door de Nederlandse Noma Stichting, gaat weken daarvoor in kleine dorpen op zoek naar patiënten. Ook de radio wordt ingezet om patiënten op te sporen
Screening Na aankomst van de medische teams in Sokoto worden de vooraf gestuurde spullen uitgepakt en geordend. De apparatuur wordt gecontroleerd en de OK wordt gebruiksklaar gemaakt. Ook worden de instrumenten en andere benodigdheden gesteriliseerd in de autoclaaf. De volgende dag worden patiënten gescreend. Er wordt gekeken of de won-
den rustig zijn, of een eventuele trismus, vaak ontstaan door littekens, kan worden opgeheven en of het gelaat kan worden gereconstrueerd. Verder wordt bekeken of een patiënt geschikt is voor het desbetreffende team. Elke plastisch chirurg heeft immers zijn eigen specialisatie. Daarnaast bekijkt de anesthesist of het patiëntje een gewicht van minimaal tien kilo heeft en of de lichamelijke conditie voldoende is voor een operatie, om postoperatieve complicaties zo veel mogelijk te voorkomen. Het team ziet naast nieuwe gevallen ook reeds door vorige teams geopereerde patiënten en kan besluiten nog een reconstructie uit te voeren. Na de screening maakt het team een operatieprogramma. Daarbij wordt rekening gehouden met de duur van de operatie, een eventuele vervolgoperatie en de samenwerking tussen kaak- en plastisch chirurg. Er wordt gewerkt op drie tafels tegelijk, zodat er zo veel mogelijk gedaan kan worden in twee weken tijd.
1a Centraal noma preoperatief.
1c Centraal noma postoperatief.
Flexibel Omdat zuurstof ontbreekt, maken de anesthesiologen voornamelijk gebruik van propofol en in een enkel geval ketamine. De tubes worden met de hand gereinigd en hergebruikt. Regelmatig valt de stroom uit. Dan moet op de hand worden beademd en is veel improviserend vermogen vereist. De meeste nomapatiënten zijn moeilijk te intuberen vanwege een trismus. Zij worden flexibel geïntubeerd door de anesthesist. Als operatieassistent instrumenteer je en assisteer je de chirurg. Verder reinig je alle netten en instrumenten, maak je ze op en steriliseer je ze. Daarnaast behoren helpen met inleiden, verkoeveren en uitleg geven aan de plaatselijke collega’s tot de bezigheden in Nigeria. Plaatselijke operatieassistenten instrumenteren vooral bij kleine ingrepen en lopen om. Lokale artsen en fysiotherapeuten kijken mee met de operaties
1b Peroperatief. en krijgen uitleg van de Nederlandse chirurgen en anesthesiologen.
Technieken Er zijn verschillende manieren om de defecten ten gevolge van noma te reconstrueren. Gekeken wordt of het defect te sluiten is met behulp van een lokale transpositielap. Dit kan echter alleen als het defect niet te groot is. Voorbeelden van zulke lappen zijn een Abbe-lap, een Estlander lap, een submentale lap en een voorhoofdslap. Als het defect te groot is voor een lokale transpositielap, kan een gesteelde lap uitkomst bieden. Door noma is de bin-
nenkant van de wang vaak beschadigd. Voor de binnenzijde van de wang kan een temporo-faciale lap (TF-lap) worden gecreëerd en voor de buitenzijde een delta-pectorale lap (DP-lap). De reconstructie wordt in drie tempi verricht. In de eerste week wordt de TF-lap voorbereid met een split skin graft, die in ongeveer vijf dagen ingroeit. In de tweede week wordt een eventuele trismus opgeheven door de kaakchirurg. De TF-lap wordt getunneld en in de binnenzijde van de wang ingehecht. In deze fase wordt ook de DP-lap vrijgeprepareerd en ingehecht aan de buitenzijde van de wang. Er bestaat nu dus OK OPERATIONEEL september 2010
21
een vaatsteel van de clavicula tot de wang. In de laatste fase, wanneer in de DP-lap voldoende vaatingroei heeft plaatsgevonden, kan de lap worden gekliefd. Als gesteelde lappen niet toereikend zijn, kunnen vrije gevasculariseerde lappen nog een oplossing bieden, zoals een vrije radialislap.
Postoperatief
2a Preoperatief.
2b postoperatief.
3 Gesteelde DP-lap.
4 Getunnelde TF-lap.
▼
De postoperatieve zorg in Sokoto is minimaal. Zo is er geen stromend water op de dames- of herenzaal waar de patiënten terechtkomen na de operatie. De patiënten worden hier opgevangen door een lokale zaalarts. Familie speelt ook een grote rol in Nigeria bij de postoperatieve zorg. De plastische en kaakchirurgen maken twee keer per dag een ronde langs de geopereerde patiënten om te zien of de wonden goed genezen en zich geen complicaties voordoen. Complicaties komen overigens zelden voor, waarschijnlijk omdat Nigeriaanse patiënten een hogere weerstand hebben dan de gemiddelde westerling. Op de dag voordat het team vertrekt, worden alle patiënten voor de tweede keer totaal gescreend. De lokale artsen krijgen de laatste instructies voor de wondverzorging en verdere behandeling. Enkele patiënten zullen nogmaals geopereerd worden door het volgende team, dat vooraf foto’s en informatie over de patiënten ontvangt. De honderden patiëntjes die door elk team worden geopereerd, gaan een beter leven tegemoet. Ze kunnen trouwen en zelf een gezin stichten, nog steeds een van de belangrijkste zaken in Afrika. Kijk voor meer informatie op www.noma.nl.
Literatuur • Marck KW, NOMA, het ware gezicht van de armoede, 2001. • Bos KE en Marck KW, The surgical treatment of
5 De OK. 22
OK OPERATIONEEL september 2010
noma, 2006.
“Ik kwam er compleet anders uit dan ik Gastcolumn erin stapte”
Wij zoeken jou! De LVO zoekt leden die een actieve rol willen spelen als: Bestuurslid
Geef je op:
Commissielid
• via de website www.lvo.nl • via het LVO secretariaat maandag t/m vrijdag 08.00 - 17.00 uur telefoon 0345 851 931
In jouw belang!
Met het diploma operatie-/anesthesieassistent kun je in zowat de hele wereld terecht. Maar waarom zou je in het buitenland gaan werken? Redenen genoeg: avontuur, goed salaris, de liefde, Nederland beu … kies er maar eentje uit. Voor mij was de reden avontuur, op zoek gaan naar nieuwe dingen en horizonten. Na mijn verpleegkundigeopleiding werd België te klein en kon ik meewerken aan een project in Rwanda ... doen! Voor de ervaring alleen al. Een anesthesieopleiding bestond in België niet: hup, naar Nederland. Na het behalen van mijn diploma ging ik door naar Zwitserland: heerlijke tijd, prachtig land om te wonen. Je verdient er veel geld en dat heb je ook nodig, want het leven is er erg duur. Het mooiste aan Zwitserland is dat het een vakantieland is. Wat een ander dik moet betalen, heb jij gratis. In je vrije tijd neem je de ski’s. En niet eventjes één weekje per jaar maar het hele seizoen door. Als het weer een beetje minder is denk je: pff, ik ga morgen wel. Tijdens de zomer trek je de bergen in. Het hele jaar door een vakantiegevoel of – hoe gaat die reclame ook alweer? – ‘het zwitserlevengevoel’. Het bestaat echt. Een paar nieuwe talen leren, andere mensen leren kennen. Hoewel dat met die Zwitsers wel eens wil tegenvallen: het is een stug volkje. De liefde bracht me terug naar Nederland, maar het buitenland blijft trekken. ‘Wil je een maandje waarnemen voor de anesthesie op Bonaire?’ De vraag stellen is haar beantwoorden, en hupsakee … een maandje op de Antillen. ‘Er is een aardbeving geweest in Haïti, wil je mee met een medisch noodteam?’ Ik heb paspoort en koffer binnen een halfuur paraat. Uitdagingen? Nee, ik heb een hekel aan het woord. Anesthesie is anesthesie, in een goed geëquipeerd westers ziekenhuis of midden in de brousse, dat maakt niet zo veel uit. Wat het bijzonder maakt, zijn de omstandigheden. Je kijkt om je heen en maakt er wat van. Werken in het buitenland is leerrijk en boeiend, vergroot je horizon en maakt je een completer mens. Ter inspiratie een citaat van de oosterse filosoof Chuang-tzu: ‘Hoe kun je aan een kikker die op de bodem van een put leeft de grootsheid van de oceaan beschrijven? Hij zal u niet begrijpen.’ Benedikt Van Loo, anesthesiemedewerker AMC Lees over de ervaringen van Benedikt Van Loo in Haïti op pagina 24.
OK OK OPERATIONEEL OPERATIONEEL september september 2010 2010 23 23
Het was een zware belasting, vooral mentaal. Maar Heleen van Valburg en Benedikt Van Loo hebben mooie herinneringen aan hun werk in Haïti, waar zij medische hulp boden na de verwoestende aardbeving. Tekst: Linda van Pelt | Foto’s: Heleen van Valburg en Benedikt van Loo en team
Medisch team AMC improviseert in Haïti
Visioenen van de Vietnamoorlog
O
p 12 januari 2010 kreeg Haïti te maken met een verwoestende aardbeving, die ongeveer drie miljoen mensen trof. Twee dagen later benaderde Cordaid Mensen in Nood het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam met het verzoek een medisch
24
OK OPERATIONEEL september 2010
team samen te stellen voor noodhulp ter plaatse. OK-verpleegkundige Heleen van Valburg en anesthesieverpleegkundige Benedikt Van Loo wisten meteen dat ze daarvan deel wilden uitmaken. ‘Je kiest vaak voor een medisch beroep vanwege idealistische motieven’, legt
Van Loo uit. Tijdens zijn opleidingen verpleegkunde en anesthesie had hij toekomstplannen in de richting van Artsen zonder Grenzen, maar die heeft hij nooit uitgevoerd. Wel bleef het vlammetje van verlangen altijd branden. ‘Ik ben een aantal jaren actief geweest bij
de vrijwillige brandweer. Iedere keer als ik teleurgesteld thuiskwam omdat dat het weer niet van blussen was gekomen, reageerde mijn moeder verbaasd. “Wees blij dat het niet nodig was”, zei ze dan. Daar had ze op zich gelijk in, maar ik wilde me zo graag nuttig maken.’ Sensatiezucht en heroïek zijn niet de drijfveren van Van Loo. ‘Als je van dit soort hulpverlening je beroep maakt, dan wil je er ook bij zijn als ergens iets gebeurt.’ Het verzoek om hulp voor Haïti was de ultieme mogelijkheid om zijn wens in praktijk te brengen. ‘Ik heb een hekel aan het veel gebezigde woord “uitdaging”, maar het beschrijft toch wel goed hoe ik ertegenaan keek.’ Ook Heleen van Valburg had weinig bedenktijd nodig toen het verzoek om hulp in Haïti op de afdeling Chirurgie werd gelanceerd. Impulsief zegde ze direct haar medewerking toe. ‘Pas in tweede instantie ging ik nadenken over de risico’s’, erkent ze. ‘Maar dat duurde maar even. Wie a zegt moet ook b zeg-
gen, luidt mijn persoonlijke overtuiging. Alle twijfel was van de baan toen ik zag dat collega’s met wie ik in het AMC prima samenwerkte, ook meegingen.’
Ingestort ziekenhuis De vraag was wel of er daadwerkelijk hulp geboden kon worden. En zo ja, op welke manier. ‘Als een aantal medewerkers tijdelijk niet op de thuisbasis – het AMC – aanwezig is, heeft dat veel impact op de productie van het ziekenhuis’, legt Benedikt Van Loo uit. ‘Vandaar dat we niet op de bonnefooi wilden gaan, maar zeker wilden weten dat we in Haïti direct aan de slag konden.’ Om de situatie te inventariseren, reisde AMC-arts Vincent de Jong samen met een delegatie van Cordaid Mensen in Nood naar Haïti. Die reis was confronterend. De aardbeving had grote, verwoestende schade aangericht: ruim anderhalf miljoen Haïtianen (een zesde van de bevolking) waren dakloos geraakt, er waren rond de 230.000 dodelijke slachtoffers gevallen
en het aantal gewonden oversteeg dik de 300.000-grens. Hulp ter plekke van externe professionals was hard nodig, want het grootste en best geëquipeerde ziekenhuis was grotendeels ingestort en het merendeel van de artsen en verpleegkundigen van het eiland was bij de aardbeving overleden. Een vervangende locatie voor medische hulp werd relatief snel gevonden in een oogziekenhuisje dat ongebruikt leegstond. Alle medische materialen moesten vanuit Nederland worden aangevoerd.
Oorlogsfilm Het vervoer van zo’n 35 kuub aan benodigdheden was een logistieke bottleneck en veroorzaakte een vertraging van twee dagen. Het eerste medische team vertrok pas op donderdag 28 januari. In de tussentijd, na toestemming van de raad van bestuur en onder leiding van AMC-traumachirurg Kees Jan Ponsen, werden twee traumateams samengesteld. Deze bestonden uit traumachirurgen, anesthe-
OK OPERATIONEEL september 2010
25
sisten, anesthesiemedewerkers en operatieassistenten. Uit het AMC zelf en uit het Traumazorgnetwerk, een groep ziekenhuizen waaronder ook het Zuiderzeeziekenhuis in Lelystad valt. Tweeënhalve week na de ramp in Haïti arriveerde de eerste groep hulpverleners. ‘De volgende dag konden we alle materialen ophalen op het vliegveld’, belicht Heleen van Valburg de gang van zaken. Daar, tussen de oorlogsvliegtuigen, jeeps en vrachtwagens, kreeg ze visioenen van films over de Vietnamoorlog. Tijd om daar lang bij stil te staan was er niet. Er moest hulp geboden worden, en wel zo snel mogelijk.
Knutselen Eén dag om schoon te maken, één dag om in te richten. Binnen 48 uur verbouwde het team het verlaten oogziekenhuisje tot een traumacentrum met twee operatiekamers. Buiten het gebouw kwam een tentencomplex met verpleegbedden, een noodoperatiekamer, een verkoever en een nood-intensive care. ‘Improviseren’ is een van de eerste woorden die bij Van Valburg en Van Loo opkomen als ze hun tijd in Haïti samenvatten. De gevoelige Nederlandse apparatuur was niet afgestemd op de wisselende piekspanningen van de generator en er werd gewerkt met verouderde (anesthesie)apparatuur. ‘Het vroeg soms wat knutselwerk voordat de boel aan de gang was’, lacht Benedikt Van Loo. Frustrerend vond hij dat allerminst. ‘Dat was eigenlijk juist de charme van het werken daar. We hadden ons goed voorbereid op minimale 26
OK OPERATIONEEL september 2010
omstandigheden. Als je maar wilt, dan lukt er meer dan je je in de Nederlandse situatie kunt voorstellen.’
Het geheim van de smid Ook Heleen van Valburg heeft praktijkvoorbeelden van creatieve oplossingen. ‘In de twee provisorisch ingerichte operatiekamers lag niet zo’n rijk geschakeerde voorraad materialen voor het grijpen als we in het AMC gewend zijn. Dus bedachten we alternatieven, zoals het afzagen van te lange schroefjes als we kortere exemplaren nodig hadden. De lokale smid vroegen we platen voor fracturen op de juiste maat aan elkaar te lassen. En toen we een beitel nodig hadden voor een osteotomie maakten we die zelf van een metalen liniaal. Bijna alles daar was custom made.’ Twee weken bleef de eerste lichting medische hulpverleners in Haïti. In die periode hebben ze tussen de vier- en vijfhonderd patiënten op de poli behandeld en zo’n vijftig mensen geopereerd.
Bidden voor een been Het duurde even voordat de stroom patiënten op gang kwam, want de Haïtianen waren bang voor de dokters uit den vreemde. In de eerste dagen na de aardbeving hadden de artsen uit de Verenigde Staten namelijk vooral veel amputaties uitgevoerd. ‘Amputeren is bij zulke noodscenario’s soms de enige redding’, stelt Benedikt Van Loo. ‘We noemen dat wel: save life or limb. Toch hebben we ons uiterste best gedaan zulke ingrijpende ingrepen tot een minimum te beperken.’
Hij herinnert zich een man die naar het noodhospitaal kwam met een gewonde enkel. ‘Ik hoorde hem herhaalde malen bidden dat het niet op amputeren zou uitdraaien. Gelukkig hebben we zijn voet kunnen redden met een uitwendige fixatie.’ Ook het meisje met een kapotte calcaneus kon via deze techniek haar voet behouden. Hiervoor ontving het medisch team de zegeningen van de vader, die bij de aardbeving zijn twee andere dochters had verloren.
C’est la vie Zodra de positieve verhalen over de behandelingen zich mond tot mond hadden verspreid, was de drempelvrees voorbij. Veel Haïtianen meldden zich voor behandeling. De goede reputatie van het Nederlandse team motiveerde een groep lokale mensen om zich aan te bieden voor het verlenen van assistentie, bijvoorbeeld voor administratieve werkzaamheden op de poli. ‘Ons ziekenhuisje stond vlak naast het weeshuis’, vertelt Heleen van Valburg. ‘Diverse jonge meisjes die daar woonden, zijn door hun ervaringen in ons noodhospitaal op het idee gekomen om zelf een verpleegkundige opleiding te gaan volgen. Zo kregen zij weer toekomstperspectief.’ Van Valburg en Van Loo zijn onder de indruk van de positieve levensinstelling van de meeste Haïtianen. ‘Toen wij arriveerden was de ramp nog maar net achter de rug, maar het dagelijks leven was alweer in volle gang: de markt was weer opgebouwd, de kapper knipte weer en er werd zelfs alweer voetbal gespeeld op straat’,
vertelt Benedikt Van Loo. ‘Haïti is het armste land van het westelijk halfrond en misschien zelfs van de hele wereld. Het lijkt wel of juist die erbarmelijke situatie de mensen de veerkracht geeft om de ergste klappen op te vangen onder het mom van: dit kan er ook nog wel bij. Ze haalden hun schouders op: “C’est la vie.”’
hadden we een veilige slaaplocatie, waar we ons aan het eind van de drukke werkdagen even konden terugtrekken. Dankzij de uitstekende verzorging van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat van onze hulpen in de huishouding en chauffeurs konden wij ons volledig concentreren op ons werk. Dat hield de motor draaiende.’
röntgenapparatuur mee naar Haïti. Ook is plastische chirurgie en fysiotherapie ter plekke ingezet. En via bemiddeling van de Nederlandse consul Rob Padberg zijn zelfs driehonderd krukken geregeld voor mensen met een gebroken been.’
Afstand en betrokkenheid
Nu Van Valburg en Van Loo zowel qua tijd als qua afstand weer wat verder verInmiddels is de eerste groep hulpverleEén dag voor vertrek is het estafettestokje wijderd zijn van Haïti, kunnen ze de ners alweer maanden terug uit Haïti (op 9 overgedragen aan het tweede medisch balans opmaken. Ze zijn het erover eens: februari arriveerden ze op Schiphol), team, en twee weken later arriveerde een het was een fysiek heftig avontuur, maar maar de ervaringen zijn nog springlederde ploeg in Haïti. Deze keren waren vooral zwaar in mentaal opzicht. ‘De vend. ‘Pas op de terugweg in het vliegtuig onder andere het Spaarneziekenhuis uit puinhopen kun je ook op de televisie voelde ik hoe moe ik was’, zegt Heleen Hoofddorp, het St. Elisabeth Ziekenhuis zien’, vertelt Heleen van Valburg. ‘Maar van Valburg. ‘Als het werk erop zit, durf je uit Tilburg en het MC Haaglanden uit Den je kijkt op een heel andere manier als je ook pas toe te geven aan dat gevoel. Het Haag van de partij. er zelf bent geweest.’ heeft absoluut geholpen dat Cordaid voor De Nederlandse teams zijn uiteindelijk Sommige momenten hebben een bijzonons een woning had gehuurd. Daardoor opgevolgd door een team van een zieken- dere impact gehad. Van Loo moest bijhuis uit het Amerikaanse Baltimore. Alle voorbeeld ‘even wat wegslikken’ toen hij patiëntenstatussen zijn digitaal overgeeen meisje op de operatietafel zag met dragen. ‘Het was best moeilijk om het een wel heel bekende geboortedatum: die werk uit handen te geven,’ vertelt Heleen van zijn eigen dochter. van Valburg, ‘want het was nog lang niet Ondanks de diepe indrukken die Haïti af. Maar dat is het nog steeds niet. Toch heeft nagelaten, hebben Van Valburg en geeft het een goed gevoel een bijdrage te Van Loo de draad van het werk in het hebben kunnen leveren in zulke omstan- AMC weer vol overgave opgepakt. ‘Je moet digheden.’ niet blijven hangen in je gevoel. Hier moe‘Bovendien is de opvolging goed gereten we weer op een heel andere manier geld’, vult Benedikt Van Loo aan. ‘Tijdens aan het werk, volgens de strikte richtons verblijf in Haïti heeft traumatoloog lijnen van het Nederlandse systeem. Als je Kees Jan Ponsen als chef d’équipe dageer niet in slaagt een duidelijke scheidslijn lijks contact gehad met hoogleraar traute trekken, houd je het niet vol’, ommatologie Carel Goslings in het AMC. schrijft Van Loo hun beider overtuiging. Door die continue update was het mogeMaar als er zich ooit weer een kans zou lijk de formatie van de volgende teams voordoen om tijdelijk in een rampgebied precies af te stemmen op de veranderente werken, dan heeft geen van beiden de behoefte. Zo nam de tweede ploeg bedenktijd nodig: ‘We gaan. Metéén!’
Goede verzorging
Maatwerk
▼
OK OPERATIONEEL september 2010
27
Het valt nog niet mee om medische hulp te verlenen in Suriname, weet operatieassistent Alexander Hollands. En niet alleen omdat je de juiste contacten moet hebben. ‘Je denkt nog: pak een nieuwe. Maar nee, ze hebben er maar één.’ Tekst: Alexander Hollands, operatieassistent en inhoudsdeskundige orthopedie, Atrium Medisch Centrum Parkstad | Foto’s: Alexander Hollands en team
Operatieassistent Hollands in Suriname:
‘Het gaat niet om kennis, maar om kennissen’
I
k heb direct ja gezegd toen orthopeed dr. Steven Samijo mij eind 2007 vroeg of ik voor een kort bezoek met hem mee naar Suriname wilde gaan. Dr. Samijo is geboren en opgegroeid in Lelydorp in Suriname en naar Nederland gekomen om hier zijn opleiding te volgen. Hij wilde graag iets terugdoen voor ‘zijn’ mensen. We zijn die eerste keer twee weken gebleven. Tijdens dat bezoek wilden we er met name achter komen of wij als orthopedisch operatie-
28
OK OPERATIONEEL september 2010
team iets konden betekenen voor de mensen daar. We hebben ook enkele ingrepen kunnen uitvoeren, zoals VKB’s en vooral fracturen van de bovenste extremiteit. Verder zagen we verschillende patiënten op de poli met bijzondere aandoeningen die we helaas niet direct konden opereren.
Op eigen houtje Tijdens ons eerste bezoek bleek al snel dat het niet zo eenvoudig was om structu-
rele medische hulp in het ziekenhuis te bieden. Maatschappen zoals we die in de Nederlandse ziekenhuizen kennen, bestaan in Suriname niet. Iedereen werkt er voor zichzelf. In ons geval hadden de meeste medici moeite om te geloven dat wij hun hulp kwamen bieden zonder dat wij er zelf beter van wilden worden. Veel zaken in Suriname worden via via en onderling geregeld. Een belangrijk gezegde is hier dan ook: ‘Het gaat niet om kennis, maar om kennissen.’ Mo-
menteel werken we vooral samen met dr. S. Cheung. Deze orthopeed heeft zijn opleiding gevolgd in het academisch ziekenhuis in Groningen en wil wél graag gebruikmaken van onze hulp.
Hindernissen
wordt opnieuw gesteriliseerd. Ik maakte mee dat we met een TKP bezig waren toen de accu van de boor/zaag het begaf. Je denkt nog: pak een nieuwe. Maar nee, ze hebben er maar één. Uiteindelijk komt er dan een vervanging op perslucht, maar die sluit niet precies aan, waardoor er dus ontzettend veel lucht ontsnapt. Het duurde dan ook ruim een uur om het femur af te zagen. Alles gaat een stukje langzamer dan wij gewend zijn. In Suriname zelf zeggen ze het mooi: ‘In Nederland hebben jullie de klok en wij hebben de tijd.’ Maar het is een geweldige belevenis om daar met zulke vriendelijke en gastvrije mensen te mogen werken. ▼
In maart 2009 hebben we ons werk voortgezet en zijn we opnieuw naar Suriname gegaan. Dit keer werd ons team versterkt door operatieassistent Karlijn Beckers, die net als ik inhoudsdeskundige orthopedie is in het Atrium Medisch Centrum Parkstad. Bij aankomst bleek echter dat niet alle geplande ingrepen konden doorgaan. Zo was er bijvoorbeeld een verzekeringsmaatschappij die een operatie weigerde te vergoeden. Maar er waren ook patiënten uit het binnenland die we niet tijdig konden bereiken en patiënten die zich bedacht hadden. Uiteindelijk hebben we enkele TKP’s kunnen uitvoeren, verschillende fracturen kunnen opereren en hebben we de eerste totale schouderprothese in Suriname geplaatst. Dat laatste ging gepaard met de nodige hindernissen en praktische tegenslagen, maar inmiddels maakt mevrouw het goed en is ze zeer tevreden met haar schouderprothese. In april van dit jaar zijn we weer naar Suriname geweest, voor enkele operaties en een symposium over plexuschirurgie met dr. Samijo en plastisch chirurg dr. Kortleve. Het team is verder versterkt met collega-operatieassistent en orthopediedeskundige Peter Budie en gipsmeester Ton Olzheim.
ons en andere totaal niet. Ze plaatsen veelal dezelfde prothesen als wij – ze hebben bijvoorbeeld de Atlas – maar ze dekken de prothesen nog wel af met stoffen doeken en ze wassen de gazen. De gazen en vele andere materialen komen uit de ‘steriele trommel’. Toen ik de CSA bezocht, waren enkele medewerkers de gazen aan het vouwen terwijl ze soep aten. Het kan dus gebeuren dat je een gaas openvouwt en er ‘steriele’ vermicelli in tegenkomt. De instrumenten worden met een ‘schoon’ pincet uit het instrumentennet gepakt, zodat de andere instrumenten niet vies worden. Gebruikte instrumenten worden na de ingreep door het OK-personeel zelf schoongemaakt en teruggedaan in de juiste netten. Wanneer er geen persluchtaansluiting is, rijdt men met een steekwagentje een reusachtige ‘bom’ naar binnen. Diathermiesnoeren worden in stoffen hoezen gedaan; alleen het diathermiemesje
Dr. Samijo en Alexander Hollands hebben een stichting opgericht om de levensomstandigheden van de mensen in en rondom Lelydorp te verbeteren: de Paulus Kasim Samijo Stichting. Kijk voor meer informatie op www.pk-samijostichting.com.
Steriele vermicelli Werken op de OK in Paramaribo is heel bijzonder. Het was verwarrend om te zien dat sommige dingen hetzelfde zijn als bij
Alexander Hollands en Dr. Samijo. OK OPERATIONEEL september 2010
29
Orthopedisch chirurg Los in Nieuw-Zeeland:
‘Iedereen krijgt hier morfine’ De droom van Saskia Los is uitgekomen: ze heeft een baan als orthopedisch chirurg in Nieuw-Zeeland. Daar verwondert ze zich over de pre- en postoperatieve pijnbestrijding en over het in slaap brengen van patiënten zonder anesthesist. Tekst: Marieke Los
| Foto’s: Paul Sanders & Maura Steens
S
askia Los (37) kreeg het een beetje op haar heupen toen duidelijk werd dat ze begin 2003 met de opleiding tot orthopedisch chirurg kon beginnen. Ze was basisarts en realiseerde zich dat de kogel door de kerk was. ‘Ik zou uiteindelijk orthopedisch chirurg worden en dat de rest van mijn leven blijven. Omdat ik nog ruim anderhalf jaar had tot mijn opleiding zou beginnen, besloot ik op reis te gaan. Nu kon het nog.’ In drie maanden reisde Los door Samoa, Australië en Nieuw-Zeeland. Terug in Nederland ging ze op zoek naar een tijdelijke baan, tot haar opleiding in Heerlen van start zou gaan. ‘De banen die zich voor een korte periode aandienden, spraken me niet zo aan. Een goede vriend van me vertrok voor een jaar naar Nieuw-Zeeland om daar te gaan werken in een ziekenhuis. Ik dacht: what the heck, en ging hem achterna.’
Orthopedisch chirurg Saskia Los begint aan een nieuwe dag in Whakatane Hospital.
Opleiding Los schreef bergen open sollicitaties naar ziekenhuizen in Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk kreeg ze een baan voor ruim een halfjaar in het Timaru Hospital, niet ver van de grote stad Christchurch op het Zuidereiland. ‘Ik deed daar een maand algemene chirurgie en ging vervolgens zes maanden aan het werk als orthopedic senior house officer, vergelijkbaar met een twee30
OK OPERATIONEEL september 2010
Orthopedische consultatie op de Outpatient Clinic (poli).
dejaars ANIOS in Nederland. Het beviel me ontzettend goed. Werken in een andere taal in een onbekend ziekenhuis met andere gebruiken en protocollen was een uitdaging. De werkdruk en -uren waren zeer acceptabel, waardoor ik genoeg tijd overhad om te genieten van het land, met zijn prachtige natuur en gastvrije bevolking. De lage bevolkingsdichtheid – vier miljoen mensen op een oppervlakte zeven keer zo groot als Nederland – gaf me een enorm gevoel van vrijheid.’ Los dacht erover om haar opleiding in Nieuw-Zeeland te gaan doen. ‘Maar dat werd lastig. Er is hier aan heel veel medische beroepen een tekort, maar aan orthopedisch chirurgen niet of nauwelijks. Vooral omdat orthopeden in NieuwZeeland best aardig kunnen verdienen. De meeste orthopedisch chirurgen krikken hun inkomsten lekker op omdat ze ook in een privékliniek werken. Veel andere specialisten hebben die mogelijkheid niet. De salarissen van medisch specialisten, en ook die van andere medische beroepen, zijn in Nieuw-Zeeland een stuk lager dan in veel andere landen. Daarom vertrekken veel Nieuw-Zeelandse artsen naar Australië of Engeland.’ Een opleidingsplek vinden in Nieuw-Zeeland was dus lastig. ‘Bovendien vond ik het idee om me voor zes jaar vast te leggen in Nieuw-Zeeland ook wel weer een beetje veel van het goede’, grinnikt Los. En dus keerde ze eind 2002 terug. ‘Met pijn in mijn hart, dat wel. En met het voornemen om ooit terug te keren.’
dige baan in het Atrium MC. De kans dat hij snel een baan in Nieuw-Zeeland kon vinden, was niet zo groot. Er moest maar net een vacature voor een IC-verpleegkundige zijn in het ziekenhuis waar ik een baan had gevonden. En als je een beroep hebt waarvoor je je moet registreren – zoals een medisch beroep of dat van advocaat – ben je als buitenlander verplicht de Engelse IELTS-test doen. Dat staat voor International English Language Testing Score. Het is Engels op academisch niveau, dus ontzettend pittig. Gelukkig had ik al flink wat kunnen sleutelen aan mijn Engels in de tijd dat ik in Nieuw-Zeeland werkte, maar Paul had die basis niet.’ Het avontuur trok echter zo, ook bij haar partner, dat de knoop snel was doorgehakt Saskia Los geeft haar collega-orthopedisch toen Los een baan vond. In oktober 2009 chirurg instructie over de Nederlandse vertrokken ze. In principe voor twee jaar.
manier van scopiëren.
Strenge eisen
Los werkt nu in het Whakatane Hospital in Whakatane, een klein stadje in de regio Bay of Plenty op het Noordereiland, bekend om zijn prachtige baaien en kustlijnen en de grote Maori-populatie. De streek kent de meeste kiwiplantages van Nieuw-Zeeland. Whakatane Hospital is een perifeer ziekenhuis met honderd bedden en drie OK’s, die in Nieuw-Zeeland theatres heten. In het ziekenhuis werken veel nationaliteiten: naast Nieuw-Zeelanders en Nederlanders ook Zuid-Afrikanen, Engelsen, Amerikanen, Sri Lankanen, Indiërs, Pakistanen en Oost-Europeanen. De verplichte registratie krijgt een buitenlandse medicus na beoordeling door de Verplichte test Medical Council of New Zealand. ‘De In februari vorig jaar rondde ze haar oplei- Council hanteert enorm strenge eisen’, ding af. ‘Eindelijk was ik orthopedisch legt Los uit. ‘In het algemeen worden alchirurg. Ik kreeg een baan als chef de clini- leen specialisten die zijn opgeleid in de que van de maatschap Orthopedie in het Verenigde Staten, Australië of Engeland Atrium MC in Heerlen.’ Ondertussen ging geregistreerd als specialist. Ik ben wel als ze op zoek naar een baan in Nieuw-Zeearts geregistreerd, maar niet als orthopeland. Los: ‘Natuurlijk hebben mijn vriend disch chirurg. Ik werk als MOSS, medical Paul Sanders en ik eerst veel overlegd of officer special scale, en doe alles wat een orwe het wel moesten doen, emigreren. Paul thopedisch chirurg doet, onder supervisie is IC-verpleegkundige en had een gewelvan een orthopedisch chirurg die wel gere-
Nog veel ruimte voor conservatieve behandeling in Whakatane Hospital. gistreerd is.’ In de praktijk merkt Los daar niets van. ‘Ik draai mijn eigen poli’s en ik doe mijn eigen OK’s.’
Scrub nurses Inmiddels kan Los wel een aantal verschillen noemen tussen het werk in Nederlandse en in Nieuw-Zeelandse OK’s. ‘In hoofdlijnen gaat het er natuurlijk precies hetzelfde aan toe als in Nederland’, legt ze uit. ‘Met dien verstande dat bijvoorbeeld de anesthesiemedewerkers hier een andere, uitgekledere rol spelen dan in NederOK OPERATIONEEL september 2010
31
Veiligheid op de OK, onze zorg Als het gaat om het groeiende wereldwijde probleem van ziekenhuisinfecties, weet CareFusion dat u elke dag opnieuw de strijd moet aangaan. Onze klinisch bewezen producten en technologieën helpen u infecties te identificeren en voorkomen, waarmee de patiëntenzorg meetbaar wordt verbeterd. CareFusion totaal leverancier van o.a.: • Custom Sterile® procedure tray’s • MediVac® chirurgische zuigsystemen • Esteem® latexvrije chirurgische handschoenen • Protegrity® chirurgische handschoenen • Convertors® OK afdekmateriaal en jassen
carefusion.com 32
OK OPERATIONEEL september 2010
De Molen 8 - 10 3994 DB Houten Nederland +31 30 2289 711 tel +31 30 2289 713 fax
landse OK’s. Hier heten ze anaesthetic technicians. Ze zijn meer de technisch assistent van de anesthesist en hebben veel minder eigen verantwoordelijkheid dan hun Nederlandse collega’s. Een anesthesist hier staat ook maar op één OK tegelijk. Hij gaat wel eens een kopje koffie drinken tijdens een operatie, maar in principe is de specialist altijd aanwezig.’ Ook de operatieassistenten in Whakatane hebben minder verantwoordelijkheid dan in Nederland, zo is de indruk van Los. ‘De scrub nurses, zoals ze hier heten, doen tijdens dienst de recovery van de patiënten. Het zijn bijgeschoolde verpleegkundigen. Op de OK instrumenteren ze en lopen ze om. Ze assisteren alleen bij kleinere ingrepen. Als ik bijvoorbeeld een carpaal tunnel release doe, dan houdt de scrub nurse de wond voor me open. Bij grotere ingrepen assisteert een van mijn collegaorthopedisch chirurgen of een house officer, een ANIOS dus.’ In Nederland is dat wel anders, aldus Los. ‘Ook als ouderejaars assistent in opleiding stond ik regelmatig tijdens dienst bij een kophalsprothese vaak alleen met een instrumenterende, meestal wel met een tweede operatieassistent erbij.’ Los weet niet waarom de verhoudingen zo anders liggen. ‘Ik denk dat het vooral met de zwaarte van de opleidingen te maken heeft. Een scrub nurse is een verpleegkundige die een inhouse vervolgtraining van een jaar doet. Deze opleiding volgt weliswaar de perioperatieve standaarden van de Amerikaanse AORN, de Association of periOperative Registered Nurses, maar in Nederland is de opleiding veel uitgebreider.’
Pijnbestrijding
vanwege de mogelijke bijwerkingen een stuk terughoudender, zeker bij kinderen en ouderen. Verder wil je als orthopeed meestal dat je patiënt zo snel mogelijk na de operatie mobiliseert. Met hoge doses morfine is de patiënt vaak wat suffig, soms verward of misselijk. Dan gaat dat mobiliseren minder gemakkelijk.’ Welke benadering is de beste? ‘Ik ben inmiddels wel meer gewend geraakt aan de aanpak in Whakatane. Maar nog steeds denk ik dat je in bepaalde situaties ook met minder heftige analgetica een heel eind komt. De vraag is of wij in Nederland te spartaans omgaan met pijn of dat de Nieuw-Zeelanders er te allergisch voor zijn.’ Een ander groot verschil in aanpak ervoer Los op de Spoedeisende Hulp. In sommige gevallen worden patiënten met botbreuken op de SEH in slaap gebracht met bijvoorbeeld propofol, zodat de fractuur gezet kan worden. ‘In Nederland gaat die patiënt naar de OK en wordt hij in slaap gebracht door de anesthesist. Hier doen de chirurgen en MOSS’en het op de SEH. Vanzelfsprekend houden ze zich wel aan de protocollen. Soms moet je de patiënt wat bijblazen omdat hij redelijk diep in slaap is. Ik moest daar erg aan wennen. Maar Nieuw-Zeeland is niet het enige land waar zo gewerkt wordt. Ook in bijvoorbeeld Amerika pakken ze het op deze manier aan.’
municatie met de inheemse Maori-bevolking. ‘Van de totale bevolking in NieuwZeeland is 10 procent Maori. Een groot deel van hen woont in ons gebied: 53 procent van de populatie van het Whakatane Hospital bestaat uit Maori’s. Zij spreken meestal goed Engels, maar door verschillende culturele gevoeligheden blijft het lastig communiceren. Gelukkig is er de Maori Health Service, met Maori’s die speciaal zijn opgeleid om Maoripatiënten en hun artsen te helpen bij de communicatie.’ Op de OK wordt ook rekening gehouden met de gebruiken en de cultuur van de Maori’s. ‘Maori-patiënten krijgen voor een operatie drie informed consent-formulieren voorgelegd. Een over de operatie, een over de anesthesie en een over het lichaamseigen materiaal dat eventueel wordt verwijderd. Wij verplichten ons dat materiaal op te vangen en te bewaren, omdat Maori’s dat materiaal zelf willen begraven, zeker de ouderen. Soms filteren we daarvoor zelfs het spoelwater.’ Alles bij elkaar geniet Saskia Los met volle teugen en leert ze veel. De voorgenomen twee jaar gaan zij en haar partner zeker volmaken. Wat daarna komt, dat zien de avonturiers dan wel weer. ▼
Een ander groot verschil met Nederland is de pijnbestrijding, merkte Los. ‘Iedereen krijgt hier zonder discussie morfine, preen postoperatief. Een kind met appendicitis krijgt morfine. Een oudere met een polsfractuur krijgt morfine. En in behoorlijke doses. In Nederland zijn we daarmee
Als verwoed golfsurver is Saskia Los in het surfwalhalla de Bay of Plenty goed op haar plek.
Kijk voor meer informatie over wonen en wer-
Gevoeligheden
ken in Nieuw-Zeeland op www.immigration.
Een grote uitdaging voor de orthopedisch chirurg uit Nederland is de com-
govt.nz/migrant/stream/work en www.newzealandnow.govt.nz.
OK OPERATIONEEL september 2010
33
Operatieassistent voor Defensie
‘Behoefte aan doortastende zorg’ Regelmatig werkt Ria van der Linden voor Defensie in brandhaarden. Afghanistan bijvoorbeeld. ‘Als operatieassistent ben je wel voorbereid op verwondingen. Maar niet in die hoeveelheden.’ Tekst: Linda van Pelt | Foto’s: Ria van der Linden en team
N
a diverse buitenlandse missies is operatieassistent Ria van der Linden nog steeds zeer gemotiveerd om voor Defensie te werken. Dit ondanks de risico’s en dreigingen. Zo kan ze zich nuttig maken en af en toe in een totaal andere setting werken. Van der Linden begon haar medische loopbaan eind jaren tachtig in het toenmalige Schieland Ziekenhuis (na de fusie met het Holy Ziekenhuis nu: Vlietland Ziekenhuis). Na een driejarig leer-werktraject bleef ze er nog twaalf jaar werken. Naarmate de jaren verstreken, groeide een gevoel van ‘is this all there is?’. Ze begon zich te oriënteren op mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Opties waren doorgroeien naar leidinggevende of switchen naar een baan als vertegenwoordiger in de industrie. Van der Lindens liefde lag echter noch bij het management, noch bij de commercie. Rond de overgang naar het nieuwe millennium was Van der Lindens partner op zoek naar een andere baan. Bij het doornemen van de vacatures in de krant stuitte hij op een advertentie die voor háár interessant kon zijn: ‘Sint Franciscus 34
OK OPERATIONEEL september 2010
Gasthuis heeft ruimte voor operatieassistenten met de mogelijkheid om internationaal uitgezonden te worden door Defensie.’
In naam der koningin Lang nadenken was niet nodig; in gedachten was Van der Linden al snel om. De officiële procedure ging niet veel moeilijker. Ze werd bijgepraat door een vroegere studiegenoot met Defensie-ervaring. Het sollicitatiegesprek dat volgde was louter een formaliteit. Van der Linden ging werken als wederkerige. Wederkerig personeel is in dienst van een relatieziekenhuis en wordt voor uitzendingen of oefeningen ter beschikking gesteld van Defensie. Verspreid over Nederland zijn er twaalf relatieziekenhuizen. Die hebben een samenwerkingsverband met Defensie. Militaire medisch specialistische medewerkers werken er als ze niet op uitzending of oefening zijn. Bovenformatief militair medisch specialistisch personeel is in dienst van Defensie en wordt te werk gesteld in de relatieziekenhuizen, waar zij hun skills kunnen onderhouden.
Ria van der Linden.
Begin 2001 maakte Van der Linden de switch. Om te kunnen worden uitgezonden als wederkerige volgde ze de militaire basisopleiding voor Civiel Medisch Personeel aan de Nederlandse Defensie Academie in Breda. In zes weken werd ze vertrouwd gemaakt met de totaal andere wereld van ‘het leger’. Van der Linden begon met een mix van betrokkenheid en nieuwsgierigheid. Maar in de eindfase beschreef ‘onder de indruk’ haar gevoel het best. ‘Het is een bijzondere ervaring om op de binnenplaats van het kasteel van Breda te staan en beëdigd te worden. Het voelde als een eer dat ik een verantwoordelijke taak mag vervullen in naam der koningin.’ Ze vertelt het met een lach, maar de ondertoon is serieus. Passend bij haar opleidingsniveau werd Van der Linden benoemd tot tweede luitenant, met uitzicht op promotie tot eerste luitenant na drie jaar.
humanitaire missies. Beroepsmilitairen worden in zo’n tijdvak gemiddeld vierenhalve maand uitgezonden. Bovendien kan in hun werkomgeving de risico- en geweldsdrempel hoger liggen’, schetst Van der Linden nuchter het verschil. Een van de redenen dat zij niet terugschrok voor werken in gevaarlijkere omstandigheden was dat haar partner haar steunde. Verder wilde ze zichzelf graag optimaal nuttig maken. Die wens was de aanleiding om opnieuw van werkplek te wisselen. In het Sint Franciscus Gasthuis waren de beroepsplekken al bezet. Van der Linden kon wel een plek krijgen in Medisch Centrum Westeinde (onderdeel van MC Haaglanden). Op 1 augustus 2003 ging ze in het nieuwe ziekenhuis aan het werk en in 2004 werd ze voor de tweede maal uitgezonden, opnieuw naar Bosnië. Het was weer een wederkerigenmissie, vanwege de afbouwfase; begin 2005 zijn alle militairen vertrokken en is de basis opgeheven.
Tegenstrijdig Eind 2002 was Ria van der Linden voor het eerst aan de beurt om uitgezonden te worden, naar Bosnië. ‘Als je hier eenmaal voor gekozen hebt, ben je gretig om in het buitenland aan de slag te gaan’, vertelt ze. ‘In de praktijk bleek ons team een soort brandweerfunctie te vervullen. In de medische militaire basis in Bosnië was in die periode al niet veel meer te doen. Op zich een goed teken, want dat betekende dat er nauwelijks traumaslachtoffers waren. Maar we waren liever wel actief geweest. We hadden dus tegenstrijdige gevoelens. Tijdens deze missie hebben we ons ook ingezet voor burgers uit de omringende dorpen, bijvoorbeeld voor operaties aan galblaas en liesbreuk.’ Die eerste ervaring maakte Van der Linden nog enthousiaster voor internationale uitzending. Vlak na haar terugkeer in Nederland begon ze zich te verdiepen in de mogelijkheden om als bovenformatieve beroepskracht naar het buitenland te gaan. ‘Als wederkerige ga je per anderhalf jaar hooguit anderhalve maand op vredes- of
Teleurstellingen In 2005 was het tijd voor het grotere werk. Ria van der Linden stond op de nominatie voor uitzending naar Irak. Toen besloot de Nederlandse regering de militaire troepen terug te trekken en ging de uitzending niet door. Regeren is vooruitzien, en ook Van der Linden had zich tijdig gerealiseerd dat ze op een dergelijke wending moest anticiperen. Toch was het een teleurstelling. In de zomer van 2005 was er opnieuw een mogelijkheid; bij de beroepsuitzending naar Noord-Afghanistan voor twee maanden was iemand afgevallen en Van der Linden werd aangewezen als vervanger. Maar opnieuw sloeg het noodlot toe: één dag voor vertrek werd ze zo ziek dat ze op het allerlaatste moment moest afhaken.
Professionele focus Daarna was Van der Linden drie opeenvolgende jaren actief bij missies in Afghanistan. In 2006 werkte ze in het militaire hospitaal in Kandahar en in 2007 en 2008 OK OPERATIONEEL september 2010
35
in Kamp Holland, de Nederlandse militaire basis in de Afghaanse provincie Uruzgan. Beide waren role 2- en role 3-geneeskundige inrichtingen, voor de intensievere medische zorg. Ze kreeg dus te maken met de ernstige gevallen. Kun je je van tevoren wapenen tegen de impact van al die oorlogsslachtoffers met wie je in zo’n situatie geconfronteerd wordt? ‘Als operatieassistent ben je wel voorbereid op verwondingen. Maar niet in die hoeveelheden’, antwoordt Van der Linden weloverwogen. Ze slaagde erin puur praktisch te focussen. ‘Het was onze taak om militairen te stabiliseren, zo goed en zo efficiënt mogelijk. Iemand wiens been nog aan een paar draadjes hangt, heeft behoefte aan doortastende zorg.’ Zodra het kon, vertrokken de patiënten uit de medische basis; hetzij naar een ander ziekenhuis, hetzij naar hun land van herkomst. Deze aanpak was belangrijk om zo snel mogelijk plaats te maken voor andere slachtoffers. Toch kleefde er volgens Van der Linden ook een nadeel aan dit doorschuifsysteem. ‘Het was frustrerend dat we de meeste van onze patiënten alleen in het ernstigste stadium zagen. Als het genezingsproces dit toeliet, waren ze weg en hadden we geen idee in hoeverre ze zouden opknappen.’ Een uitzondering daarop vormden de gewonde Afghaanse soldaten. ‘Hen hielpen we uiteraard ook; zij waren onze coalitiepartners. In tegenstelling tot buitenlandse militairen konden we hen niet terugsturen naar hun land van herkomst. Met als gevolg dat zij langer in ons ziekenhuis bleven en bij ons herstelden. Dat gaf de dosis voldoening die je nodig hebt om dit werk vol te houden.’
Hearts en minds Behalve voor de militairen, heeft het chirurgische team zich waar mogelijk ingezet voor de burgerbevolking. ‘We hadden immers ook een humanitaire taak. Het was te gevaarlijk om deze taak te verrichten in de lokale ziekenhuizen in Afghanistan. In 36
OK OPERATIONEEL september 2010
het kamp waren we evenmin 100 procent veilig – soms kwamen de inslagen van vijandelijke granaten wel erg dichtbij – maar in elk geval beter beschermd dan daarbuiten. Daarom behandelden we burgerslachtoffers daar. Op die manier wonnen we de hearts en minds van de bevolking, karakteriserend voor de Nederlandse benadering.’ Van de vele slachtoffers die Van der Linden op de operatietafel heeft zien liggen, hebben sommigen een speciale indruk achtergelaten. Bijvoorbeeld de Afghaanse man die werkte als tolk voor het Canadese leger. Hij was in het veld zo gewond geraakt, dat zijn beide benen geamputeerd moesten worden. ‘Een verschrikkelijk ingrijpende gebeurtenis voor een jonge vader. Vanwege zijn zware verwondingen is hij lang in het ziekenhuis gebleven en dankzij zijn goede beheersing van de Engelse taal onderhielden we nauw contact’, blikt ze terug.
Je houdt je hart vast
zo’n goedlachs kind de draad van zijn leven weer oppakt.’
Contract Van der Linden heeft de draad van het werk in Nederland alweer ruim een jaar geleden opgepakt. ‘Met plezier. En hoewel mijn verlangens om mensen te redden en tegelijkertijd iets van de wereld te zien behoorlijk zijn vervuld, hoop ik dat ik nog eens uitgezonden word. Liefst weer naar Kandahar. Mijn beroepscontract is in augustus 2009 weer voor anderhalf jaar verlengd. Als alternatief heb ik nog een plaatsje in de pool van reservisten achter de hand.’ Bang voor de gevaren is ze nog steeds niet. ‘Ik besef dat er risico’s kleven aan uitzending naar gebieden met oorlogsdreiging, maar ik voel me sterk dankzij begrip en steun van thuis.’ ▼
Er waren ook veel gewonde kinderen. ‘Altijd triest, die beschadigde jonge lichamen’, aldus Van der Linden. Sommigen bleven nog lang op haar netvlies staan, zoals het elfjarige jongetje dat werd binnengebracht met verwondingen aan borstkas en gezicht, en armen die op
diverse plaatsen waren gebroken. De ernstige gevolgen van een val in een schoepenrad. ‘Hij was er zo slecht aan toe, dat er op het eerste gezicht geen andere oplossing leek dan een arm te amputeren. Een ingrijpende operatie. Behalve verlies van lichamelijke functies betekent het ontbreken van een arm verlies in aanzien. In de Afghaanse moslimcultuur heeft ieder mens één reine arm en één arm voor onreine bezigheden.’ Met een uitwendige fixatie is het toch gelukt om beide armen te behouden. Na de operatie kreeg het jongetje Vacseal op de wond, voor het uitzuigen van vuil en het stimuleren van de genezing. Van der Linden: ‘Deze jonge patiënt hebben we wekenlang iedere paar dagen op de operatietafel gehad. Hij vormde als het ware de rode draad van onze missie in Afghanistan in 2007. Bij zulke persoonlijke betrokkenheid is het extra moeilijk om het estafettestokje over te dragen aan het volgende team.’ Ze herinnert zich nog goed de angstige momenten toen de herstellende jongen voor het eerst weer even wilde voetballen, de armen wijd vanwege de fixateur externe. ‘Je houdt je hart vast omdat je bang bent dat hij valt, maar tegelijkertijd ben je dankbaar voor de flexibiliteit waarmee
OK OPERATIONEEL september 2010
37
Welke afslag neem jij in je carrière?
Wij zijn opzoek naar: Anesthesie-assistenten en Operatie-assistenten
Nederland Zwitserland Middenoosten Aruba Nederlandse Antillen
De patiënt als mens Door alle drukte om het programma af te werken wordt wel eens voorbijgegaan aan het allerbelangrijkste op de OK: de patiënt. Natuurlijk, er wordt een time-out gedaan en er zijn protocollen die vergissingen zo goed als uitsluiten. Iedereen is vriendelijk en leeft mee met de persoon die op tafel ligt en geopereerd moet worden. Maar echte aandacht is er soms niet. Er moeten nog netten gehaald worden voor de volgende ingreep, gazen geteld, en er vindt een hoop registratie plaats. Als je dag in dag uit bezig bent om het beste voor de patiënt eruit te halen, zie je niet meer goed wat er gebeurt. Probeer daarom af en toe stil te staan en je te verplaatsen in de patiënt. Zo’n operatie is niet niks: je komt in je bed van de verpleegafdeling gereden, hebt niet mogen eten en drinken, draagt geen make-up, hebt je bril of lenzen achtergelaten op de verpleegafdeling, hebt geen tan-
(TM)
Optiflex (TM) KORMA ICT Solution Werving en Selectie Projectmanagement Interimmanangement Opleidingen/Trainingen
den in en gebarsten lippen van de droogte. Dan kom je op de OK en word je opgevangen door iemand in een blauw (of groen) pak. (Dokter? Zuster?). Die vraagt je wie je bent en waarvoor je komt. Gedurende je verblijf op de OK wordt je dit nog een aantal maal gevraagd, en na drie keer vraag je je af of ze het nou nog niet weten. Eindelijk word je dan naar de operatiekamer zelf gereden, waar je moet overstappen op een soort harde brancard. Het is er ook erg koud en je hebt alleen zo’n gek soort hesje zonder knopen aan, dat erg kort is. Als je mazzel hebt, wordt er een warme deken over je heen gelegd. Soms moet die nog gehaald worden. Dan lig je in je onderbroek – of niet – en heb je het steenkoud. Als je rondkijkt, zie je nog meer personen in het blauw. Iedereen is druk bezig. Je ziet indrukwekkende apparaten en grote lampen. Het licht is erg fel. De mensen in het blauw zijn wel aardig tegen je, maar ze lijken allemaal op elkaar. Er wordt
Stap in de wereld van Koraal en ervaar het unieke van onze mogelijkheden! Apeldoorn-Tilburg-Den Haag/NL Steinhausen/CH
weer gevraagd wie je bent en waarvoor je komt. Daar lig je dan: halfbloot, soms in de beensteunen. Nog even wachten op de dokter ... Je weet heus wel dat de mensen op de OK gewend zijn aan blote mensen, maar toch … Zorg ervoor dat je ook aan het eind van een drukke dag de patiënt als mens ziet! Ondanks de druk om alles volgens de regels en protocollen te doen. Zorg dat je tegen jezelf kunt zeggen: ik heb gedaan waarvoor ik dit beroep heb gekozen: ik heb weer mensen geholpen! Jennie Lipperts, na jaren op de OK nu werkzaam in het bedrijfsleven
38
OK OPERATIONEEL september 2010
Colofon OK Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting van de vakbladen OK Magazine en Operationeel. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO. OK Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.
Redactiesecretariaat Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder. Telefoon: 040-253 89 21. E-mail:
[email protected] [email protected] Kopij voor OK Operationeel kunt u sturen naar beide e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van illustraties van derden is toestemming voor publicatie nodig en vermelding van de bron.
Uitgeverij: Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Telefoon: 020-520 60 77. E-mail:
[email protected] Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen:
[email protected] Medewerkers: Jennie Lipperts, Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los, Astrid van Pelt, Linda van Pelt, Stan Verhaag. Eindredactie: Marloes van Hoorn Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos Heijnen, Eric van Nieuwland Stockxpert.com, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp. Tekstcorrectie: Marijn Mostart Lay-out: Thomson Digital Traffic: Hans Jansens Druk: BalMedia
Advertenties: Cross Advertising: Nick Konings & Arlan van der Velden Telefoon: 010- 742 10 20
[email protected]
Abonnementen: Voor abonnementen, vragen over het abonnement of adreswijzigingen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Operationeel is voor LVO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de volgende abonnementsprijzen per 2009: Jaarabonnement: € 59,50 Losse nummers: € 8,50 Abonnementen buiten Nederland: € 95 Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2010 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.
LVO-activiteiten 5 oktober Algemene ledenvergadering LVO locatie Van Straten Mecical, Nieuwegein 14 oktober LVO-leerlingendag locatie MMC Veldhoven 11 & 12 november Traumadagen 2010 NVT i.s.m. LVO Apart programma voor operatieassistenten Amsterdam, www.trauma.nl 18 november LVO-praktijkbegeleidersdag www.lvo.nl Covidien Trainingsdagen Wound closure. Data: 14/9, 14/10, 11/11 en 14/12 Laparoscopy & Stapling. Data: 22/9 en 17/11 Energy based devices. Data: 21/10 Zaltbommel, carine.vanhorssen@covidien. com ,
[email protected] AO Nederland 13 en 14 september 2010 AO-basiscursus voor operatieassistenten Oisterwijk,
[email protected] Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis 2 oktober Operatieve oncologie in ontwikkeling Amsterdam, www.nki.nl of symposium.ok@ nki.nl Biomet-LVO-studiedagen 7 oktober Knie 18 november Spine Dordrecht, www.biomet.nl of 078-629 29 29, Linda Oomsen Leids Universitair Medisch Centrum 25-26 november Bijscholing kaakchirurgie voor operatieassistenten Leiden,
[email protected], www. boerhaavenet.nl ERBE Elektrochirurgie – praktijk en applicaties Kennis = veiligheid (2 dagen). Data: 14/9 & 21/9, 23/11 & 30/11 Werkendam,
[email protected] of 0183-50 97 55
Gynco Consultants i.s.m. Skills Lab ZRT Ontwikkelingen gynaecologie op POK en OK. Tweedaagse workshop. De dagen kunnen ook afzonderlijk gevolgd worden. Dag 1 POK, dag 2 OK. Data: 16/9 & 17/9, 11/11 & 12/11 Tiel,
[email protected], 06-204 458 10 of 0344-674533 Strykerschool 21 september Knieartrose: van vroege interventie tot totale knieprothese 16 november Fracturen van onderbeen en voet: ‘op je tenen lopen’ Waardenburg,
[email protected] of 0418-569700 Interster, Sterreneducatie voor de OK 23 september Knelpunten in de OK & medische hulpmiddelen Wormerveer, www.interster.nl, l.soetendal@ interster.nl SynthesStudyStation: On Spine 23 september Amsterdam 14 oktober Amersfoort 18 november Eindhoven www.syntheseducatie.nl SynthesStudyStation Fractures around the wknee 7 oktober Leeuwarden 10 november Groningen 9 december Almelo www.syntheseducatie.nl Leids Universitair Medisch Centrum 6e Leidse KNO-bijscholingscursus voor operatieassistenten Data: 16/9 & 17/9, 30/9 & 1/10, 14/10 & 15/10 Leiden, www.boerhaavenet.nl of 0715262456, M. Philippo Universitair Medisch Centrum Utrecht 25 november Symposium Vernieuwing = vooruitgang!? Utrecht, www.operatiecentrum.nl
2011 LVO-congres 17 & 18 februari 2011 Het heft in handen Maastricht, www.lvo.nl
Activiteiten die u via deze rubriek wilt aankondigen, kunt u per e-mail sturen naar Paul Meijsen:
[email protected].
ISSN 1872-6712
OK OPERATIONEEL september 2010
39
Een kijkje nemen in ons operatiecentrum wordt zo wel heel makkelijk Vrijblijvend praten met een ervaren vakgenoot over jouw loopbaan als operatieassistent, anesthesiemedewerker, recovery-verpleegkundige of IC-verpleegkundige? Over vernieuwing en ontwikkelingsmogelijkheden? En meteen een kijkje komen nemen in het operatiecentrum van het UMC Utrecht? Bijvoorbeeld om onze geheel nieuwe Da Vinci-SI operatierobot eens in actie te zien? Of de mogelijkheden van onze nieuwe OK voor endoscopische kinderchirurgie te ontdekken? Dat kan! En nog mooier: dat kan wanneer het jou schikt. Reserveer nú online de Loopbaantaxi voor een rit naar ons operatiecentrum. Daar breng je je loopbaan sowieso verder mee. Stap in op loopbaantaxi.nl Ontmoet ons ook op de OK-dagen op 5 en 6 oktober 2010 Amsterdam RAI.