6 E JAARGANG, NR. 8, December 2011
‘Een kunstje’ Reacties op derde deskundigheid Scriptiekeuze Kan het wat innovatiever? Oedeem Na perifere bypasschirurgie Wereldprimeur Tumorcellen lichten op Laparoscopie Instrumenten met feedback Communiceren! Veiligheid in het UMCN
Collega Operatieassistent Annemiek Derksen: ‘Ben je het zat? Neem een time-out!’ OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 1
1
12/5/11 4:24 PM
Deze publicatie en alle teksten, illustraties, foto’s, namen, logo’s en merken die daarin zijn opgenomen, zijn beschermd door het auteursrecht, merkenrecht en andere intellectuele eigendomsrechten van Biomet Nederland BV of van aan haar gelieerde ondernemingen of zijn in licentie gegeven aan Biomet Nederland BV. Deze brochure mag noch in zijn geheel, noch gedeeltelijk, worden gebruikt, gekopieerd of gereproduceerd voor andere dan marketingdoeleinden van Biomet Nederland BV of haar gemachtigden. Elk ander gebruik is verboden.
OKO0811.indd 2
www.biomet.nl
12/5/11 4:24 PM
Je eigen boekhouding
vooruitbetaling van TMI +
ZZP’er of Maatschap? Ontdek de van TMI Slechts 7 procent bemiddelingsfee + De garantie dat jouw omzet binnen twee weken op je rekening staat + De grootste kans op de hoogste omzet + De grootste kans op werken dichtbij huis. Kijk snel op www.tmi-interim.nl/zzp of bel met de ZZP informatiedesk: 020-7173527
BELGIUM
BELGIUM
CROATIA
CYPRUS
CZECH REPUBLIC DENMARK
EUROPEAN PERIOPERATIVE NURSING DAY
UNITED KINGDOM
ESTONIA
FINLAND
15 februari is de dag van de operatieassistent.
15th February 2012 TURKEY
FRANCE
THE NETHERLANDS
GERMANY
De LVO gaat dit heugelijke feit vieren op de Algemene Leden Vergadering voorafgaand aan
SWITZERLAND
SWEDEN
GREECE
Promoting a Positive Environment in the Operating Department
SPAIN
SLOVENIA
OKO0811.indd 40
PORTUGAL
NORWAY
ITALY
Aanmelden via de website: www.lvo.nl.
ICELAND
www.eorna.eu
SERBIA
HUNGARY
het congres.
ISRAEL
IRELAND
12/5/11 4:26 PM
Titanic & time-out
Reacties op het derde
Veel ziekenhuizen zijn druk bezig om oplossingen te vinden voor het personeelstekort. Nu er veel kritiek is op het ‘importeren’ van OK-personeel, worden andere oplossingen gezocht. Zo kon je in OK Operationeel 5-2011 lezen over de experimenten van het Kennemer Gasthuis in Haarlem. Daar worden polimedewerkers ingezet op de OK, oftewel het ‘derde deskundigheidsniveau’. Onder het artikel stond een oproep om te reageren. Een aantal van jullie deed dat dan ook. De voornaamste kritiek is dat het derde deskundigheidsniveau een uitholling van het vak zou zijn. Sommigen zien het zelfs als de ondergang ervan. Paul Meijsen vergeleek de toekomst van het beroep ‘operatieassistent’ in zijn column op OK Nieuws met de Titanic. Het verband? Het grenzeloze vertrouwen dat de reders in het ‘onzinkbare schip’ hadden, doet sterk denken aan het grenzeloze vertrouwen dat operatieassistenten in hun ‘onmisbaarheid’ hebben. Meijsen: ‘In Amerika zouden de registered perioperative nurses "over my dead body" zeggen als anderen hun domein bedreigen.’
deskundigheidsniveau
Meer kritiek op de beroepshouding van (aankomende) operatieassistenten komt van maatschapmanager en voormalig docent operatieve technieken Antoinette Brandwijk. Afstudeerscripties van leerlingoperatieassistenten zijn niet vernieuwend genoeg, vindt ze. De kritiek is vooral ingegeven door haar overtuiging dat veranderingen in de maatschappij – en vooral die in de medische wereld – vragen om een nieuw type medewerker, óók in de operatiekamer. Een nuttig artikel voor iedereen die in het kader van een opleiding een scriptie moet schrijven. En ben je de hele OK met al zijn problemen zat? Neem dan eens een time-out! Dit advies komt niet van mij, maar van ons covermodel Annemiek Derksen (60). Rond haar 40ste was ze de OK even helemaal zat en maakte ze een (kort) uitstapje naar de wijkverpleging. Derksen: ‘Dat is de enige manier om erachter te komen dat je wel degelijk op de goede plek zit. Na een halfjaar was ik voorgoed genezen.’
Niet iedereen is enthousiast over de derde deskundigheid, zo blijkt uit reacties op een artikel in ‘OK Operationeel’ 5-2011.
14 24 Tumor verwijderen met fluorescentie Groningse artsen hebben tumorcellen licht laten geven. Tijdens de operatie is gebruikgemaakt van een speciaal camerasysteem.
Ik wens je veel leesplezier! Menno Goosen Bladmanager OK Operationeel
[email protected] 020-520 60 77
4
OK Operationeel wordt mede
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 4
12/5/11 4:24 PM
Afstudeerscripties
Oedeem na perifere
kunnen innovatiever
bypasschirurgie
Scripties zijn te behoudend, vindt maatschapmana-
Na een perifere bypassoperatie ontstaat oedeem.
ger Antoinette Brandwijk. Er zijn meer onderwerpen
Gaan steunkousen dit beter tegen dan intermitte-
dan het operationele proces.
rende pneumatische compressie?
18
22
26
36
Haptische feedback
‘Relevante informatie
bij laparoscopie
op het juiste moment’
Aan laparoscopische instrumenten kan
Het UMC St Radboud werkt intensief aan
haptische feedback worden toegevoegd voor
veiligheid. Coördinator patiëntveiligheid
betere knijpkrachtcontrole.
Anita Heideveld-Chevalking vertelt hoe.
Verder in dit nummer: 4 Redactioneel 6 Nieuws 13 LVO-nieuws
e mogelijk gemaakt door:
16 Collega 28 Certificeringsprogramma BIK 30 Boeken 32 Jaaroverzicht 39 Column Ed Schoemaker 39 Colofon
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 5
5
12/5/11 4:24 PM
Tekst: Menno Goosen
Tentoonstelling over bevolkingsonderzoeken Generation R en ERGO Bekijk zelf de bloedvaten in je ogen. Leer geluiden van verschillende MRIscanners herkennen. En kijk wat je ‘loopje’ zegt over je gezondheid. Deze en andere activiteiten kunnen bezoekers van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam doen in de tentoonstelling ‘Van Piep tot Stok, jong geleerd, oud gezond!’. De tentoonstelling draait om Rotterdamse bevolkingsonderzoeken waaraan grote groepen gezonde mensen meewerken. Zo doen aan Generation R 10.000 Rotterdamse kinderen mee, en wonen in de wijk Ommoord ruim 13.000 45-plussers die meedoen aan ERGO. Door deze mensen regelmatig te onderzoeken en te vragen naar
bijvoorbeeld hun voeding en levensstijl en medische gebeurtenissen in hun leven, krijgen wetenschappers van het Erasmus MC een beter beeld van gezondheid en het ontstaan van ziekten. De tentoonstelling belicht verschillende aspecten van de bevolkingsstudies, zoals groei en ontwikkeling, gezond ouder worden, ziektebeelden, geneesmiddelen en de wetenschappelijke methoden van onderzoek. De onderzoekers kijken niet alleen naar medische achtergronden, maar ook naar leefstijl en genetische
achtergrond. De tentoonstelling – onderdeel van ‘Het Familiealbum’, over bevolkingsonderzoeken en gezondheid in Rotterdam – is te bezichtigen tot en met 25 maart 2012. Kijk voor meer informatie op www.erasmusmc.nl/familiealbum.
gaan zowel de kleuters als de studenten met een grote glimlach op het gezicht weer naar huis. Dit jaar lag de focus op psychiatrie. Kinderen van de Bascule, een organisatie in Amsterdam die kinderen met psychische problemen behandelt en begeleidt, kwamen met hun knuffels naar het berenhospitaal. Daarom waren er heel wat knuffels met psychische klachten. Beren met borderline, schizofrene slangen, apen met
anorexia, bavianen met buikpijn of poedels met pleinvrees. Initiatiefnemer van het project is de IFMSA-NL (International Federation of Medical Students Association – The Netherlands). IFMSANL is onderdeel van een wereldwijd netwerk van geneeskundestudenten dat actief is in 89 landen. Doel van IFMSANL is onder andere de vorming van cultureel en maatschappelijk bewuste geneeskundestudenten.
Beren op de OK Onlangs organiseerde het AMC weer het jaarlijkse ‘Teddy Bear Hospital’. Op een van de centrale pleinen was een heus berenziekenhuis nagebouwd met onder andere een operatiekamer, een röntgenafdeling, een gipskamer en een priklaboratorium. In het Teddy Bear Hospital bepalen kleuters wat er mis is met hun knuffel en ervaren ze wat er vervolgens in een echt ziekenhuis gebeurt. Het doel van dit project, dat dit jaar voor de zevende keer werd georganiseerd, is kleuters op een leuke en speelse manier kennis te laten maken met het ziekenhuis en alles wat daarbij hoort. Op deze manier leren zij dat je niet bang hoeft te zijn voor ‘witte jassen’ en ziek zijn. De kinderen worden opgevangen door echte berendokters. Dit zijn studenten geneeskunde die op deze manier ervaring opdoen in de (medische) omgang met jonge kinderen. Aan het einde van de dag 6
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 6
12/5/11 4:25 PM
Albert Schweitzer-ziekenhuis winnaar Nationale Patiëntveiligheid Award 2011
HEEFT U NIEUWS? Mail naar okoperationeel @y-publicaties.nl
OK NIEUWS Het actueelste OK-nieuws vindt u op www.oknieuws.nl
Het Albert Schweitzer-ziekenhuis in Dordrecht heeft de Patiëntveiligheid Award 2011 gewonnen. Het project ‘Mortaliteit als motor voor kwaliteitsverbetering’ kreeg de meeste stemmen. Dankzij de invoering van het spoedinterventiesysteem in 2007 is het aantal reanimaties op verpleegafdelingen afgenomen met 50 procent. Bovendien is sinds de implementatie van het ernstige-sepsisprotocol (2010) de mortaliteit
van patiënten met een ernstige sepsis afgenomen naar 13,6 procent; landelijk ligt dit percentage op 31,7 procent. Het ziekenhuis heeft een top 5 samengesteld van de meest voorkomende en ernstigste risico’s op onbedoelde patiëntschade. Daarvoor zijn de dossiers van overleden patiënten bekeken. Twee onderwerpen uit deze top 5 sluiten aan bij de landelijke thema’s van het VMS Veiligheidsprogramma (zie
pagina 36): de vitaal bedreigde patiënt en ernstige sepsis. De tweede plaats is voor het Elkerliekziekenhuis, dat met medicatiegesprekken door apothekersassistenten het aantal medicatiefouten met 59 procent omlaag heeft gebracht. De derde plaats is voor het Vlietland Ziekenhuis, dat met de invoering van vaste time-outmomenten (stoplichtborden) voor verpleegkundigen veel kwalitatieve resultaten boekte: een afname van het aantal klachten van patiënten, een toename van de arbeidsvreugde en -productiviteit en meer betrokkenheid van verpleegkundigen bij veiligheidsaspecten.
LHV: ‘Huisartsen moeten eenvoudige chirurgische ingrepen laten uitvoeren in ziekenhuis’ Huisartsen moeten geen eenvoudige chirurgische ingrepen meer uitvoeren, zoals het verwijderen van ingegroeide teennagels en moedervlekken. Dat heeft de koepelorganisatie van huisartsen LHV haar achterban geadviseerd. De huisartsen sturen patiënten hiervoor door naar de ziekenhuizen. De laatste jaren was het beleid om eenvoudige medische handelingen zo veel mogelijk weg te halen bij medisch specialisten in het ziekenhuis en ze over te hevelen naar huisartspraktijken. Bij
huisartsen kost het minder dan bij specialisten. Aanleiding voor dit besluit is de aankondiging van minister Schippers van Volksgezondheid dat zij – in vervolg op de bezuiniging die reeds voor 2012 is aangekondigd – ook toekomstige overschrijdingen zal gaan ‘terughalen’. Omdat de kosten voor de totale huisartsenzorg in 2011 boven het budget blijven groeien, is dus zonder ingrijpen de volgende bezuiniging op de basiszorg in aantocht. 'De minister dwingt ons om binnen het budget
te blijven', licht voorzitter Steven van Eijck van de LHV deze consequentie toe. 'Gaan we de hoeveelheid zorg die we leveren niet beperken, dan kort zij in de toekomst extra op de basiszorg. Kwaliteitsverlies daarop kunnen wij niet tolereren. Wij moeten die basiszorg veiligstellen voor onze patiënten en kunnen daarom niet anders dan de zorg afstoten die we van het ziekenhuis hebben overgenomen. Dit is een bittere consequentie, die helaas onvermijdelijk is.' OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 7
7
12/5/11 4:25 PM
Tekst: Menno Goosen
Opleiding Sedatie Praktijk Specialist Er is een oplossing ontwikkeld voor het tekort aan anesthesiologen die patiënten veilig en comfortabel kunnen sederen. Het UMC Utrecht heeft samen met het Amsterdamse AMC de afgelopen vijf jaar anesthesiemedewerkers opgeleid tot Sedatie Praktijk Specialist. Onlangs is het 75e diploma Sedatie Praktijk Specialist uitgereikt in het UMC Utrecht. Vanwege het grote tekort aan anesthesiologen (artsen) kwam het voor dat er onder suboptimale omstandigheden werd gesedeerd. Dit brengt nogal wat risico’s met zich mee. Daarnaast is er door nieuwe medische onderzoekstechnieken en beeldvormend onderzoek landelijk steeds meer behoefte aan sedatie. De beide academische ziekenhuizen hebben, in samenwerking met ziekenhuizen uit het hele land, een theoretische opleiding opgezet. Vervolgens zijn ze onder strenge voorwaarden in hun eigen ziekenhuis de sedatiepraktijk gaan uitoefenen. Dit gebeurde bij pijnlijke behandelingen door maag-darm-leverartsen, gynaecologen, cardiologen, longartsen en andere specialisten. Het blijkt een succes: alleen al in Utrecht en Amsterdam konden ruim zesduizend patiënten de afgelopen vijf jaar comfortabel en veilig met het roesje hun endoscopische behandelingen en andere procedures ondergaan. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is blij met de resultaten van dit project. Anesthesiologen van het UMC Utrecht en het AMC werken nu in samenspraak met de IGZ plannen uit om de opleiding landelijk vorm te geven.
8
IGZ: omvang, duur en ernst klebsiellauitbraak Maasstad vermijdbaar De omvang, duur en ernst van de uitbraak met de multiresistente klebsiella oxa-48-bacterie in het Maasstad Ziekenhuis eerder dit jaar was vermijdbaar. Dat blijkt uit een eerste onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Door een gebrek aan urgentiebesef in het ziekenhuis en het uitblijven van de juiste maatregelen om de verspreiding van de bacterie tegen te gaan, heeft de uitbraak onnodig lang geduurd. Ruim vierduizend mensen zijn daardoor onnodig (lang) in contact geweest met besmette patiënten, van wie een aantal (mede) door de bacterie is overleden. Sinds eind september is de infectiepreventie in het ziekenhuis op orde en is er een voor patiënten veilige situatie ontstaan. Veel beroepsbeoefenaren in het ziekenhuis waren al langer op de hoogte van het ongebruikelijke aantal patiënten met deze resistente bacterie. Zij hebben hun verantwoordelijkheid om veilige zorg voor hun patiënten te waarborgen
niet tijdig genomen of hierop niet aangedrongen bij het bestuur. Het destijds zittende bestuur kwam bovendien de gemaakte afspraken met de inspectie over uit te voeren maatregelen onvoldoende na. Het Maasstad Ziekenhuis bleek ook na de melding aan de inspectie en ondanks de hulp van het RIVM en het UMC Utrecht, niet in staat zelf de noodzakelijke maatregelen te nemen. Verscherpt toezicht is een middel dat de inspectie niet lichtvaardig inzet, maar ingrijpen was in dit geval noodzakelijk om het ziekenhuis de goede maatregelen te laten treffen voor de veiligheid van patiënten. Mede door het aanstellen van een nieuwe interim-bestuurder na het instellen van het verscherpt toezicht en dankzij de ondersteuning van het UMC Utrecht en het RIVM, kwam het infectiepreventiebeleid in het ziekenhuis binnen afzienbare tijd weer op een verantwoord niveau, waarna het verscherpt toezicht kon worden opgeheven.
NAC bezoekt kinderafdeling Amphia Een handtekening scoren van je favoriete voetbalheld en even samen op de foto. Dat is wat de kinderen op de kinderafdeling van het Amphia Ziekenhuis in Breda deden samen met een selectie van NAC. Het plezier spatte er letterlijk vanaf toen de spelers hun handen in de verf zetten om hun bezoek te ‘vereeuwigen’ in een mooi kunstwerk dat op de afdeling komt te hangen. Patiëntje Melle Maas verzamelt vol trots alle handtekeningen en
is helemaal blij met de bal die hij krijgt van Jim Vessem. Naast Jim staan Tim Coremans, Jordy Buijs en Donny Gorter. Een bezoeker kijkt geamuseerd toe.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 8
12/5/11 4:25 PM
Borstkanker presenteert zich anders in Aziatische patiënten In Aziatische patiënten presenteert borstkanker zich anders dan in westerse patiënten. Ook de overlevingskansen verschillen aanzienlijk van die in de westerse wereld. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Nirmala Bhoo Pathy van de Universiteit Utrecht, dat zij uitvoerde bij meer dan vijfduizend borstkankerpatiënten uit Singapore en Maleisië. Deze Aziatische patiënten waren gemiddeld tien jaar jonger dan westerse patiënten toen bij hen borstkanker werd geconstateerd, en de tumoren waren verder gevorderd en agressiever. Ongeveer 10 procent van de patiënten had bij diagnose al uitzaaiingen en in deze groep vergrootte operatieve verwijdering van de tumor, naast de gebruikelijke systemische behandeling, de overlevingskans. Mogelijke verklaringen voor etnische verschillen in presentatie en overlevingskansen van borstkanker worden gezocht in biologische verschillen en verschillen in psychosociale en culturele factoren, financiële barrières
en leefstijl na de diagnose. Bhoo Pathy concludeert dat westerse kennis over borstkanker niet altijd toepasbaar is in de Aziatische situatie. Het is daarom belangrijk onderzoek naar borstkanker uit te breiden naar verschillende Aziatische bevolkingsgroepen.
Traumachirurg Breederveld benoemt tot hoogleraar Acute brandwondengeneeskunde
Ontstekingsreacties bij gebruik hartlongmachine eenvoudig te bestrijden Bij het gebruik van de hart-longmachine tijdens hartoperaties kunnen ontstekingsreacties optreden. Suzanne Kats van de Universiteit Utrecht onderzocht een methode om die ontstekingsreacties terug te dringen. Een van de veroorzakers van deze ontstekingsreacties is endotoxine, een stof die kan vrijkomen uit de celwand van bacteriën. Het enzym alkalische fosfatase is een effectief tegengif. Het wordt al langer toegepast om ontstekingen te bestrijden, bijvoorbeeld bij bloedvergiftiging. De promovenda diende het enzym via een infuus toe aan patiënten die een
bypassoperatie moesten ondergaan waarbij gebruik werd gemaakt van de hartlongmachine. Het aantal ontstekingsreacties nam duidelijk af en er waren geen nadelige bijwerkingen. Een opmerkelijk neveneffect van de behandeling met alkalische fosfatase was het spontaan vrijkomen van hetzelfde enzym in het lichaam, zeer waarschijnlijk vanuit de lever. Dit proces moet nog verder onderzocht worden. Nader onderzoek zal ook moeten uitwijzen of alkalische fosfatase de complicaties van complexere hartchirurgische operaties kan beperken.
De Nederlandse Brandwonden Stichting heeft dr. Roelf Breederveld benoemd tot bijzonder hoogleraar Acute brandwondengeneeskunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Het is zijn taak om inzicht te verkrijgen in processen die de eerste opvang en behandeling voor patiënten met brandwonden kunnen verbeteren. Prof. dr. R.S. Breederveld is de derde hoogleraar verbonden aan het Rode Kruis Ziekenhuis. Vorig jaar werd plastisch chirurg Paul van Zuijlen benoemd tot bijzonder hoogleraar Brandwondgeneeskunde aan het VUmc. Eerder al viel Esther Middelkoop deze eer te beurt, met haar benoeming tot bijzonder hoogleraar Huidregeneratie en wondgenezing aan het VUmc. Zij is ook directeur van de Vereniging Samenwerkende Brandwondencentra Nederland, van waaruit veel onderzoek wordt verricht.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 9
9
12/5/11 4:25 PM
Tekst: Menno Goosen
Sinterklaas op veiligheidsbezoek bij Rijnmondse ziekenhuizen
FOTO: RICK KEUS
leidde de opmerkzaamheid van Sinterklaas tot prikkelende vragen aan de medewerkers bijvoorbeeld over het dragen van de legitimatiebadge en soms werd een ‘zwart pietje’ uitgedeeld. De deelnemende ziekenhuizen waren: Erasmus MC, Sint Franciscus Gasthuis, Oogziekenhuis, Vlietland Ziekenhuis, Van WeelBethesda Ziekenhuis en het Havenziekenhuis. Deze actie is geïnspireerd door een soortgelijke actie van de unit infectiepreventie van het Erasmus MC in het Havenziekenhuis vorig jaar. Op de foto: Kees Sol, lid van de Raad van Bestuur van Het Oogziekenhuis op bezoek bij Erasmus MC- Daniel den Hoed waar het OK-team een speciale veiligheidstraining voor multidisciplinaire teams heeft gevolgd.
Op maandag 5 december kregen zes ziekenhuizen in het Rijnmondgebied een bijzondere mystery guest op bezoek. In het kader van de maandelijkse sirene acties voor medewerkers rondom patiëntveiligheid bezochten de bestuurders van deze ziekenhuizen
één van de andere ziekenhuizen in Sinterklaaspak. De veiligheidspiet van dat ziekenhuis ontving Sinterklaas en gezamenlijk overhandigden zij cadeaus voor bijzondere prestaties op het gebied van patiëntveiligheid of liepen zij een veiligheidsronde. Daarbij
Richtlijn voor postoperatieve adviezen rond werkhervatting Werkhervatting na gynaecologische ingrepen, zelfs na kijkoperaties, duurt erg lang. Het VU medisch centrum heeft samen met verschillende beroeps- en patiëntenverenigingen een onderzoek uitgevoerd om te komen tot een multidisciplinaire richtlijn voor postoperatieve adviezen rond werkhervatting. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in An International Journal of Obstetrics and Gynaecology. Zowel artsen als patiënten hebben grote behoefte aan goede
10
adviezen over werkhervatting, niet alleen na gynaecologische operaties maar ook na andere chirurgische ingrepen. Er is sprake van veel onzekerheid bij patiënten en hun werkgevers over wat wel en niet kan, mede door tegenstrijdige adviezen van artsen. Een van de mogelijke oorzaken is onvoldoende kennis en afstemming bij huis- en bedrijfsartsen en gynaecologen over het effect van operaties op het herstel en de terugkeer naar werk.
In het onderzoek zijn door een expertpanel van gynaecologen, huisen bedrijfsartsen gezamenlijk multidisciplinaire adviezen ontwikkeld. Met deze adviezen kunnen patiënten hun activiteiten weer hervatten en krijgen ze inzicht in tijdelijke noodzakelijke aanpassingen in de thuis- en werksituatie. De effectiviteit van de adviezen wordt momenteel geëvalueerd door een grote groep patiënten, artsen en werkgevers.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 10
12/5/11 4:25 PM
Frans ziekenhuis installeert als eerste antibacteriële koperen oppervlakken
Het Centre Hospitalier de Rambouillet is het eerste ziekenhuis in Frankrijk waar antibacteriële koperen oppervlakken zijn geïnstalleerd om ziektekiemen te bestrijden en zo het risico op ziekenhuisinfecties te verminderen. Bedspijlen, karretjes, kranen, trapleuningen, deurklinken en duwplaten in koper en koperlegeringen zijn geïnstalleerd op de afdelingen Intensive care en Pediatrie. Het is bewezen dat antibacteriële koperen oppervlakken in staat zijn om bacteriën, virussen en schimmels – waaronder MRSA, C. difficile en Influenza A – te weren uit de klinische omgeving. Dr. Patrick Pina, hoofd van de afdeling Hygiëne van het Rambouillet-zieken-
huis: ‘Nu we te maken hebben met ziektekiemen die steeds resistenter worden tegen antibioticabehandeling, is ziektepreventie voor ons een nieuwe prioriteit. Het is cruciaal dat afdelingen zoals Intensive care en Pediatrie maatregelen treffen om de verspreiding tegen te gaan van ziektekiemen die anders tot een epidemie onder onze bijzonder kwetsbare patiënten zouden kunnen leiden.’ Dr. Pina is verantwoordelijk voor de evaluatie van deze maatregel. De resultaten worden door het Franse ministerie van volksgezondheid betrokken bij een eventuele algemene maatregel om koperen oppervlakken in de gezondheidszorg te introduceren.
Adem inhouden tijdens bestraling bij borstkanker voorkomt hartschade Vrouwen met borstkanker die worden bestraald, lopen minder risico op het ontwikkelen van hartschade dankzij een nieuwe techniek. Die is ontwikkeld door de afdeling Radiotherapie van het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Op instructie van de laborant die de patiënt tijdens de bestraling begeleidt, houdt de patiënt de adem in. Daardoor wordt de ruimte tussen het te bestralen gebied en het hart groter. Het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis is het eerste ziekenhuis ter wereld dat deze techniek toepast op alle patiënten met linkszijdige borstkanker. Bij een bestralingsbehandeling van de linkerborst ligt (een deel van) het hart vaak in het te bestralen gebied. Volgens professor Marcel Verheij, hoofd van de afdeling Radiotherapie, biedt deze nieuwe techniek grotere overlevingskansen voor de patiënt. Per jaar krijgen ruim 13.000 vrouwen te maken met borstkanker. De behandeling van borstkanker bestaat uit (een combinatie van) operatie, chemotherapie, hormonale therapie en/of bestraling. Tussen de 80 en 85 procent van de patiënten met borstkanker wordt tijdens het behandelproces bestraald.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 11
11
12/5/11 4:25 PM
Kwaliteitsproject ZGT: Centrum voor Geriatrische Traumatologie Patiënten van 65 jaar en ouder met een heupfractuur zijn beter af met een behandeling in het Centrum voor Geriatrische Traumatologie in ZGT Almelo dan met een reguliere behandeling. De ligduur neemt weliswaar niet af, maar het aantal complicaties vermindert aanzienlijk. Door de efficiëntere en multidisciplinaire samenwerking ver-
betert de kwaliteit van zorg. Dit blijkt uit een onderzoek onder 170 patiënten door Ellis Folbert. De nurse practitioner vergeleek twee groepen in retrospectief. De ene groep werd in 2009 behandeld volgens het nieuwe behandelconcept, de andere groep in 2007 op de reguliere wijze. Bij de groep van 2009 traden niet alleen
minder complicaties op, er overleden ook minder patiënten tijdens de opname en er waren beduidend minder heropnames binnen dertig dagen. Door geriatrische medebehandeling nam het aantal consulten van andere specialismen per patiënt af. Reden om nu alle patiënten te behandelen volgens het nieuwe behandelconcept.
Amphia start met bloedtransfusies bij patiënt thuis Het Amphia Ziekenhuis biedt patiënten de mogelijkheid om bloedtransfusies ook thuis te ontvangen. Amphia werkt hierbij samen met het Medisch Technisch Handelen-team van Thebe Thuiszorg. De nieuwe service van Amphia is bedoeld voor ernstig zieke patiënten die de gang naar het ziekenhuis niet meer (goed) kunnen maken. ‘Ernstig zieke patiënten zijn vaak gebaat bij een bloedtransfusie en knappen hier erg van op’, vertelt Adriaan van Gammeren, laboratoriumspecialist bij Amphia. ‘Zeker als iemand door zijn ziekte zeer verzwakt is, wordt de gang naar het zie-
kenhuis erg belastend. Wanneer deze patiënten een bloedtransfusie in hun eigen woonomgeving kunnen krijgen, wordt dit als aangenaam, comfortabel en minder vermoeiend ervaren. Met name voor een aantal oncologiepatiënten kan thuistransfusie een uitkomst zijn.’ Aan een thuistransfusie zijn strenge regels verbonden. De verantwoordelijke internist van het Amphia Ziekenhuis beoordeelt samen met de huisarts en de laboratoriumspecialist of de transfusie thuis gegeven kan worden. Een van de eisen is dat de patiënt bekend moet zijn in het Amp-
hia Ziekenhuis en daar al eerder een probleemloze transfusie heeft ontvangen. Dit betekent dat slechts een beperkt aantal patiënten in aanmerking komt voor een bloedtransfusie aan huis.
Onderzoek personeelstekort op de OK Eduard Monteban, voorzitter van de NVLO en Dorien van Broekhoven (Interim management en advies), hebben het initiatief genomen om een landelijk onderzoek te starten naar de omvang en de oorzaken van de personeelstekorten op de OK en de gevolgen hiervan zoals productieen kwaliteitsverlies door sluiting van OK’s. De onderzoekers willen vooral antwoord krijgen op vragen als hoe
12
groot en waar het tekort is, wat er aan ten grondslag ligt en wat mogelijke (ziekenhuis gebonden) oplossingsrichtingen zijn voor de korte en de lange termijn, rekenend houdend met de veranderende zorgwereld. Het onderzoek moet een beeld geven van de pro en contra’s van de landelijk gekozen (ad hoc) oplossingen. Verder wordt onderzocht wat de financiële gevolgen zijn van de tekor-
ten maar ook van de nu bekende oplossingen zoals anders opleiden, inzet van personeel dat niet in loondienst is (PNIL) en buitenlandse operatieassistenten. Om het beeld van het tekort compleet te maken, worden zowel de operatieassistenten als ook de anesthesiemedewerker in het onderzoek betrokken. Voor meer informatie:
[email protected].
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 12
12/5/11 4:25 PM
Presentatie ‘Orthopedieboekje’ op Traumadagen in de RAI
Vol trots heeft de LVO het eerste exemplaar uitgereikt van het boekje Orthopedie, dat de vereniging in samenwerking met uitgeverij Y-Publicaties gemaakt heeft. Voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie J.P.A.M. Verbruggen en dr. A.T. Besselaar, die het artikel ‘Artroscopie van de enkel’ schreef, ontvingen het boekje tijdens de Traumadagen in de RAI uit handen van penningmeester en bestuurslid Media Hennie Mulder. Dit vijfde deeltje van de serie ‘Werken op de OK’ wordt uitgereikt aan LVO-leden tijdens LVO-activiteiten. Eerder zijn verschenen: Veilig werken in de OK, Veel voorkomende operaties, Traumachirurgie en 25 jaar LVOLVO-informatie congres. In OK Operationeel 1-2012 zullen we uitgebreid terugkomen op de Traumadagen. LVO TELEFOONNUMMER: Charmaine Betzema, voorzitter,
[email protected]
LVO nu ook op Twitter Na Facebook (al 416 vrienden!) is de LVO nu ook te vinden op Twitter: @LVOnederland. De LVO volgt de IGZ, alle ziekenhuizen, Skipr, zorgvisie en AORN, EORNA en
Hennie Mulder, penningmeester en bestuurslid Media Tel.: 040-253 89 21,
[email protected] Jeanine Stuart, secretaris en bestuurslid Onderwijs ai.
[email protected]
andere relevante tweets.
Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen
[email protected]
Veranderde betalingscondities LVOlidmaatschap
Monique de Kort, bestuurslid Congres,
[email protected]
Artikel 16 en 17 van de lidmaatschapsvoorwaarden zijn veranderd. Op www.lvo.nl vind je de nieuwe
Femke Wienen, bestuurslid PR&V,
[email protected]
024-645 47 71 van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur Adres: LVO, Postbus 9058 1006 AB Amsterdam Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl of bel met 024-645 47 71. Opzegging van lidmaatschap dient voor 1 oktober schriftelijk te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd. E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] Internet: www.lvo.nl Lidmaatschap opzeggen: Secretariaat LVO Postbus 9058, 1006 AB Amsterdam
voorwaarden.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 13
13
12/5/11 4:25 PM
Zorgen over derde deskundigheid In ‘OK Operationeel’ 5-2011 kon je lezen over het derde deskundigheidsniveau. Bij een experiment hiermee zet het Kennemer Gasthuis polimedewerkers in op de OK. Wat vinden operatieassistenten hiervan? We ontvingen de volgende reacties.
‘Operatieassistenten op de zeephelling’ Nog steeds wil onze beroepsgroep amper beseffen dat het ook aan ons ligt dat er andere functieniveaus op de OK verschijnen. We gooien met modder naar ‘apen die alleen een kunstje kunnen’ en doen of wij de vele complicaties hoogstpersoonlijk voorkomen of naderhand opknappen. Buitenlandse collega’s, chirurgen en leidinggevenden krijgen er ook van langs, omdat ook zij geen benul van ons vak zouden hebben. Ogen, kaak en uro lieten we toe, maar nu ze aan onze lievelingsvakken komen, beginnen we anders te piepen. Het enige positieve te midden van deze negatieve uitlatingen vind ik dat we eindelijk een klein beetje wakker lijken te worden. In Amerika zouden de registered perioperative nurses ‘over my dead body’ zeggen als anderen hun domein bedreigen. Spoel de modder van je handen en steek ze in eigen boezem. Zijn we zelf al niet bezig met de uitholling van ons vak? Als we dan toch kritisch worden, moeten we ook maar zelf in de spiegel durven kijken. Dat we feilloos het instrument kunnen
14
aangeven dat de dokter nodig heeft geloof ik wel, maar dat is niet genoeg en blijken anderen dus ook te kunnen leren. Vergeet niet dat ook onze opleiding voor driekwart deel bestaat uit praktijkleren. Dus ook anderen die twee jaar de kans krijgen, kunnen een aardig eind komen. Daarbij blijven we zeuren dat de salarissen omhoog moeten, terwijl de gepretendeerde superkwaliteit ontbreekt. Ik signaleer bijvoorbeeld dat wij: • OK-regels negeren en blijven vasthouden aan rituelen; • ons ad hoc bijscholen en weinig belangstelling tonen voor een registratiesysteem; • weinig loyaal zijn aan werkgevers; • weinig belangstelling tonen voor initiatieven van de beroepsvereniging en zelden actief deelnemen aan verenigingsactiviteiten; • maar matig belangstelling tonen voor opleiden en kwaliteitstrajecten.
mits diegene goed werk levert op de OK én zijn eigen verantwoordelijkheden neemt. Laten wij dat ook gaan doen. De zeephelling is ingesmeerd en blijkt griezelig glad en glibberig voor operatieassistenten. Wacht niet af en blijf alert. Naar beneden gaan is op een zeephelling gemakkelijker dan weer omhoog. Laat ik vooropstellen dat ik echt hoop dat mijn zorgen onterecht zijn. Maar eigenlijk is het zorgeloos vooruitkijken – en onszelf als onkwetsbaar beschouwen – het probleem van de operatieassistenten. Ik vergelijk het even met de Titanic, het ‘onzinkbare schip’. Ook deze ging zorgeloos op weg. Slechts voor de helft van de passagiers was een reddingsboot; meer sloepen zouden het riante uitzicht bederven. Verder vond de reder dat de passagiers zich onnodig zorgen zouden kunnen maken bij het zien van zoveel reddingssloepen. Volg de ontwikkelingen rondom ons beroep! Paul Meijsen combineerde enkele blogs van
We hebben niet het alleenrecht op de OK. Ik ben niet tegen ‘wie dan ook’,
www.oknieuws.nl tot bovenstaande reactie.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 14
12/5/11 4:25 PM
Naar aanleiding van uw schrijven over de derde deskundigheid in het blad OK Operationeel reageer ik afwijzend. Ik ben zelf werkzaam in het Kennemer Gasthuis en vind dat er te veel met allerlei deskundigheden gewerkt gaat worden. Mijn mening is dat de kwaliteit van werken achteruitgaat. Wie is nou wie en wie mag dit of dat doen? De operatieassistent komt dan alleen nog maar in aanmerking voor de grote OK’s, en alle diensten, want daar zijn de tweede en derde deskundigen niet bevoegd voor. Voor de organisatie is het heerlijk dat er mensen zijn die een kunstje geleerd hebben. Het begon met de ogen, toen de kaakchirurgie, urologie en nu dus ook de gynaecologie. Het is met recht een uitholling van ons vak te noemen. Naam bij de redactie bekend.
Foto: Gordon Johnson
‘Een kunstje geleerd’
Paul Meijsen vergelijkt de toekomst van het beroep van operatieassistent met de Titanic, het ‘onzinkbare schip’. ‘Ook deze ging zorgeloos op weg.’
‘Liever een echte opleiding’ Graag wil ik reageren op het artikel ‘Polimedewerkers op de OK’ in de septemberuitgave van OK Operationeel. Ik ben geen voorstander van het idee en vind het dan ook een uitholling van het vak. Ten eerste begrijp ik uit het artikel dat de gehele opleiding MAAR zes maanden duurt (drie weken school, tien dagdelen chirurgie, één dagdeel anesthesie, daarna twee dagen school en drie maanden (met de eis tien dagdelen) stage). En een dagdeel is maximaal een halve dag, dus korter kan het ook nog. Terwijl de reguliere opleiding drie jaar duurt en de tweede deskundigheid twee jaar. Wat gaat er gebeuren bij complicaties die niks met hun vakgebied te maken hebben?? (Het mogen dan wel laag- en middelcomplexe ingrepen zijn, maar ook daar gaan dingen wel eens goed
mis.) Moeten wij dat dan weer oplossen, terwijl we daar zelf geen tijd voor hebben?? En ze zijn verder niet inzetbaar, ook niet voor aflos en dergelijke. Daar zijn ze namelijk niet voor geschoold. En wie zegt ons dat dit wel gaat lukken, terwijl de tweede deskundigheid niet eens van de grond komt? Geef ze liever een echte opleiding. In het artikel wordt geschreven dat deze medewerkers vaak te horen krijgen dat ze ‘te laag geschoold’ zijn, terwijl de instroomeis ‘in het bezit zijn van een mbo 4-diploma doktersassistent’ ook geldig is voor de reguliere opleiding en voor de tweede deskundigheid. Ik zou ervoor kiezen deze mensen de reguliere opleiding te laten doen. Mijn ervaring momenteel is dat er veel jonge mensen aangenomen worden, die veelal weer afvallen tijdens
de opleiding omdat ze niet goed hebben ingeschat hoe zwaar het is. Ik heb zelf ook ervaring (zeer negatief ) met de meiden uit India en met tweede deskundigheid (neutraal) en snap niet waarom er steeds naar oplossingen gekeken wordt waarvan de operatieassistenten zelf al van tevoren zeggen dat het niet gaat lukken. Waarom wordt er niet naar ons geluisterd in plaats van naar de specialisten? Zij hebben niet veel benul van ons vak. Ons vak bestaat uit meer dan ‘mes, schaar’ en dan zonder nadenken het gewoon geven. Waar komt anders de bekende uitspraak vandaan: ‘Je moet geven wat ik nodig heb, niet wat ik vraag.’ Ik ben erg benieuwd hoe dit zich weer gaat ontwikkelen. Naam bij de redactie bekend.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 15
15
12/5/11 4:25 PM
16
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 16
12/5/11 4:25 PM
Annemiek Derksen:
‘Ben je het zat? Neem een time-out!’ Rond haar 40ste was ze het even helemaal zat en maakte ze een uitstapje naar de wijkverpleging. Maar inmiddels weet Annemiek Derksen (60) precies hoe ze haar werk spannend en uitdagend kan houden. Al 39 jaar werkt ze als operatieassistent, waarvan 37 jaar in het UMC St Radboud in Nijmegen. TEKST: MARIEKE LOS | FOTO’S (INCLUSIEF COVER): EDWIN WIEKENS
Hoe ben je 39 jaar geleden in dit vak gerold? ‘In het dorp waar ik opgroeide gingen wij meiden na de middelbare school óf als juf werken, óf bij de bank. Ik werd bankemployee, net als mijn vriendinnen. Vreselijk vond ik het. Hoe we erop zijn gekomen, weet ik niet meer. Maar mijn moeder en ik besloten dat de verpleging meer iets voor me was. En zo geschiedde.’ Je hebt na je opleiding niet lang gewerkt als verpleegkundige. ‘Tijdens de opleiding liep ik stage op de OK. Het voelde echt alsof ik beland was in het heilige der heilige. Vooral het grote, technische OK-werk vond ik zó interessant. Ik dacht: dit is veel beter dan werken op de afdeling. Dus na mijn opleiding tot verpleegkundige ben ik meteen twee jaar gaan meedraaien op de OK. Er was in die tijd nog geen aparte opleiding voor operatieassistenten. Een paar jaar later heb ik alsnog het toen ingevoerde diploma gehaald.’ Geen spijt gehad van die keuze? ‘Nog steeds vind ik het geweldig om met elkaar te zorgen dat iedereen aan het eind van de dag tevreden is. Met een
hecht team iemand beter maken is het mooiste wat er is. Ook leerlingen begeleiden doe ik graag. Ik heb overigens rond mijn 40ste wel een dip gehad. Ik zie nu om mij heen dat alle collega’s van tussen de 38 en 45 jaar zo’n twijfelmoment krijgen: moet ik dit werk nog tot mijn 65ste doen? Ik besloot toen om naast mijn – destijds – parttimewerk op de OK de wijkverpleging in te gaan. Na een halfjaar had ik het daar wel gezien. Wat vond ik dat werk saai, zo in mijn eentje. Nu adviseer ik mijn twijfelende collega’s om ook wat anders te gaan doen. Dat is de enige manier om erachter te komen dat je wel degelijk op de goede plek zit. Ik zeg altijd: “Ben je het zat? Neem een time-out. Na een halfjaar ben je voorgoed genezen.” En inderdaad: vaak komen ze op een gegeven moment weer terug.’ Je draait al zo lang mee. Momenteel werk je nog drie dagen op de OK. Hoe houd je je werk uitdagend? ‘Door me te specialiseren. Me helemaal te verdiepen in een bepaald vakgebied. Ik werk in een groot ziekenhuis met heel veel specialismen, waar we volop die kans krijgen. Het is heerlijk om een
paar jaar lang ergens helemaal in te duiken. Het geeft een kick als je de operateur tips en tricks kunt geven tijdens een ingreep. Over het gebruik van bepaalde instrumenten bijvoorbeeld. Op een gegeven moment komt de verzadiging en weet je dat je naar een nieuwe specialisatie uit moet gaan zien. De meeste jongere collega’s houden zich er krampachtig aan vast dat ze allround moeten blijven. De eerste jaren is dat ook prima, zeg ik altijd. Ga eerst rondsnuffelen waar jouw talenten en interesses liggen. Maar maak dan een keuze. Het is tegenwoordig ook bijna niet meer te doen om allround te blijven.’ Jouw enthousiasme voor de medische wereld is niet aan je gezin voorbijgegaan. ‘Mijn enthousiaste verhalen over het ziekenhuis lijken aanstekelijk te hebben gewerkt. De zoon van mijn man werkt er als longfunctielaborant en mijn jongste dochter als verpleegkundige. Mijn oudste dochter, Marloes, is eindredacteur van onder andere dit blad. Leuk toch? Toen ze net voor OK Operationeel werkte, vroeg ze me af en toe om raad. Inmiddels weet ze er zo veel van. Ik ben hartstikke trots op haar.’ OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 17
17
12/5/11 4:25 PM
‘Meer dynamiek in scripties’ Afstudeerscripties van leerling-operatieassistenten zijn niet vernieuwend genoeg, vindt maatschapmanager en voormalig docent Antoinette Brandwijk. ‘We moeten met z’n allen vóóruit.’
Foto: I Stockphoto
TEKST: LINDA VAN PELT
De scriptie staat centraal als enerzijds de afrondende fase van de studie voor operatieassistent en anderzijds een nieuw begin: het in praktijk brengen van de opgedane kennis.
M
eteen aan het begin van het gesprek wil Antoinette Brandwijk het duidelijk hebben: haar oproep voor meer innovatie en dynamiek in scriptieonderwerpen is niet bedoeld als kritiek. Hij is vooral ingegeven door haar overtuiging dat veranderingen in de maatschappij – en vooral die in de medische wereld – vragen om een nieuw type medewerkers, 18
óók in de operatiekamer. Ter illustratie roept ze die slogan van de overheidscampagne van begin jaren negentig in herinnering: ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid.’ Brandwijk, manager maatschap Urologie in het St. Antonius Ziekenhuis, voormalig operatieassistent en bedrijfskundige, was een van de sprekers op het congres van de Nederlandse Vereni-
ging Leidinggevenden Operatieafdeling. Ze sprak over de noodzaak van vernieuwend personeelsbeleid dat de focus buiten de ziekenhuisgrenzen legt. ‘Dat begint al bij de basis, de eindscriptie voor de opleiding tot operatieassistent. Terwijl de (zorg)wereld verandert, blijven de afstudeeronderwerpen vaak “hangen” in het operationele proces.’
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 18
12/5/11 4:25 PM
organisatie.’ In Brandwijks optiek ligt er op dit vlak een uitdagende, stimulerende taak voor OK-leidinggevenden.
Veilige onderwerpen Graadmeter voor de mate van innovatiedrang onder de nieuwe lichting operatieassistenten vindt Antoinette Brandwijk de scriptie. Die staat centraal als enerzijds de afrondende fase van de studie en anderzijds een nieuw begin: het in praktijk brengen van de opgedane kennis. ‘Terwijl de wereld om ons heen zich snel ontwikkelt, kiest het overgrote deel van operatieassistenten in opleiding voor een “veilig” onderwerp, gerelateerd aan het operationele proces’, constateert ze met enige teleurstelling. ‘In 2006 en 2007 werd ik gevraagd als gastexaminator voor de opleiding tot operatieassistent. Het viel me op hoe weinig er veranderd bleek sinds ik was gestopt als docent in 2003. Ik kon nauwelijks vernieuwing ontdekken in de afstudeeronderwerpen. En ik durf te beweren dat die er nog steeds niet is.’ Ze meent ook te weten waaraan dit ligt, namelijk aan de vrij behoudende ziekenhuiscultuur. ‘In de logge, grootschalige organisaties die ziekenhuizen vaak zijn, krijgen de uitzonderingen die bereid zijn hun hoofd boven het maaiveld uit te steken nauwelijks de kans zich te ontplooien. Dat mondt bijna onvermijdelijk uit in reactiviteit; op het vlak van zowel onderwerpkeuze voor scripties als inzet. Operatieassistenten hebben vaak een praktische inslag. Dat is niet alleen logisch – want inherent aan het vak – maar ook handig. Dit type mensen is nodig voor dit soort werk.’ Brandwijk is er echter van overtuigd dat er ook operatieassistenten zijn die méér potentie hebben. ‘Zij verdienen de ruimte zich breder te ontwikkelen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat je door het bieden van meer ontplooiingsmogelijkheden mensen ook gemakkelijker kunt vasthouden in een ziekenhuis-
Geduld is niet erg Ook in haar eigen werk stuit Antoinette soms op weerstanden. ‘Als ik iets nieuws aankaart bij onze afdeling P&O, hoor ik vaak eerst tien redenen waarom het niet kan’, zegt ze met een lach. ‘Vervolgens presenteer ik mijn visie, liefst met veel overtuigingskracht, want ik laat me niet snel afschrikken. Als ik écht ergens in geloof, ben ik bereid daar alle tijd en energie in te steken om het voor elkaar te krijgen. Ik realiseer me dat je met zo’n insteek niet alleen vrienden maakt, maar gelukkig krijg ik meestal achteraf te horen dat ik toch wel gelijk had. Dat vraagt soms wat geduld, maar dat is niet erg.’ Diezelfde insteek adviseert ze ook aan operatieassistenten. ‘Dat begint bij de keuze van een afstudeeronderwerp, maar geldt natuurlijk ook in de latere fasen in de praktijk. Bereidheid om verder te kijken én je breed te ontwikkelen zorgt voor een gezonde situatie, zowel voor patiënt als voor professional.’ ▼
De jaren negentig waren voor Antoinette Brandwijk de periode waarin zij haar opleiding tot operatieassistent afrondde. Dat roept de vraag op of zij zelf een vernieuwend scriptiethema koos. ‘Ik maakte een kostenvergelijking tussen laparoscopische en traditionele operaties, destijds een vrij vooruitstrevend onderwerp. Zo kon ik aantonen dat het eerste type ingrepen weliswaar hogere investeringen in medische apparatuur vereiste, maar ook flinke besparingen opleverde. Patiënten herstelden namelijk sneller van laparoscopische ingrepen en konden dus ook vlugger aan het werk. Dat beperkte de kosten van uitkeringen tijdens de ziekteperiode dusdanig, dat de balans wel eens naar de andere kant kon doorslaan’, vat zij haar conclusie samen. Voor haar scriptieonderzoek interviewde Brandwijk een flink aantal patiënten. ‘In die periode heerste er nog een zekere weerstand tegen laparoscopie, maar daar heb ik me nooit door laten weerhouden’, zegt ze gedreven. ‘Vernieuwing stuit vaak op weerstand, maar stilstand is achteruitgang. En we moeten met z’n allen vóóruit.’ In de tussentijd is er veel veranderd. Voor Brandwijk zelf (ze stopte als operatieassistent, werd docent operatieve zorg en technieken, startte met de studie bedrijfskunde en werkt alweer een aantal jaren als maatschapmanager), maar ook in de medische wereld. ‘Het nieuwe overheidsbeleid is gericht op concentratie en spreiding van ziekenhuiszorg. Inhoud en organisatie van het vak moet daarmee gelijke tred houden’, vervolgt Antoinette. ‘Voor de OK-leidinggevenden betekent dit dat hun taak steeds meer het karakter krijgt van businessmanager. Dat vraagt om een faciliterende rol die rekening houdt met mensenwensen. En een nieuw type personeelsbeleid, over ziekenhuisgrenzen heen. Ook voor de operatieassisten-
ten hebben de veranderingen consequenties.’
Foto: Ivonne Zijp
Stilstand is achteruitgang
Antoinette Brandwijk. OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 19
19
12/5/11 4:25 PM
26 LVO Congres e
2 0 1 2
Landelijke Vereniging van Operatieassistenten
4 ER HEMA DON FEEST "AC DER AVO K TO DAG ND NA TUR E DIN
OK klimaat OK(é)?! 16 en 17 februari 2012 NH Koningshof Hotel, Veldhoven In samenwerking met:
Algemene informatie Locatie NH Koningshof Hotel, Locht 117, 5504 RM Veldhoven, Tel 040 - 253 74 75 Accreditatie Accreditatie is aangevraagd bij Stichting Kabiz. Hotelaccommodatie Het is mogelijk in NH Koningshof Hotel te overnachten. U kunt bij uw congresregistratie uw wensen kenbaar maken. Hotelreserveringen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. De persoon die de tweepersoonskamer reserveert moet bij reservering het volledige bedrag voldoen. Diner & feestavond Donderdag 16 februari 2012 wordt aansluitend aan het programma een borrel op de expositie geserveerd voorafgaand aan het diner en het feest. Het thema voor het feest van dit jaar is “Back to nature”.
Kosten inschrijving (incl. programma/abstractboek, koffie, thee en lunch) Tot en met 24 december 2011 Dagregistratie Gehele congres LVO & NVLO leden € 135,00 € 190,00 Niet-leden € 175,00 € 250,00 Na 24 december 2011 LVO & NVLO leden Niet-leden
€ 155,00 € 200,00
€ 210,00 € 270,00
Deelname diner & feestavond
€ 45,00
€ 45,00
Kosten hotelkamer (incl. ontbijt) Eénpersoonskamer Tweepersoonskamer
€ 128,00 € 145,00
Congressecretariaat Tel 073 - 700 35 00
[email protected] www.congresscompany.com
Voor meer informatie over het programma en registratie: www.lvo.nl
OKO0811.indd 20
12/5/11 4:25 PM
Programma VRIJDAG 17 FEBRUARI 2012
WOENSDAG 15 FEBRUARI 2012 19:00 - 20:00 Registratie 19:30 - 21:00 Algemene Ledenvergadering (ALV) LVO
09:00 - 09:30 Registratie en ontvangst 09:30 - 10:30 Parallelsessies 1 t/m 3 Parallelsessie 1: Het Lagerhuis Stellingen: - De cultuur op de OK is een eigen cultuur die iedereen maar leuk moet vinden - Collega’s durven niet in te gaan op het pestgedrag om deze af te wijzen - Bewust een collega negeren (of buiten sluiten) is erger dan verbaal pesten
21:00 - 22:30 Borrel DONDERDAG 16 FEBRUARI 2012 Dagvoorzitter: Jan Boxum Merk 08:30 - 09:30 Registratie 09:30
Opening Monique de Kort, voorzitter congrescommissie, ZorgSaam Ziekenhuis, locatie Terneuzen
09:45
Keeping warm in a cold environment C. Higgens, president of EORNA, Ireland
10:15
Een juiste weg naar afvalscheiding op de OK? A. van Exter, operatieassistent, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
10:35
Het werk van een Operatie assistent met chirurgische vaardigheden (OAC-er) A.J.C. de Jong, operatieassistent, Isala Klinieken, Zwolle
Parallelsessie 2: Aspecten rondom kinderveiligheid Dr. W.L.M. Kramer, kinderchirurg-kindertraumatoloog, UMC Utrecht, Utrecht Parallelsessie 3: KLIMAATWERK ... Is wat jij weet nog up-to date? Studenten en docenten van Fontys dagen jullie uit. Doe mee, denk mee, speel mee en ... win. Interactieve workshop o.l.v. M. Versantvoort & P. Meijsen 10:30 - 11:00 Koffiepauze 11:00 - 12:00 Parallelsessies 4 t/m 6 Parallelsessie 4: Het Lagerhuis Stellingen: - De cultuur op de OK is een eigen cultuur die iedereen maar leuk moet vinden - Collega’s durven niet in te gaan op het pestgedrag om deze af te wijzen - Bewust een collega negeren (of buiten sluiten) is erger dan verbaal pesten
10:55 - 11:30 Koffiepauze 11:30
Digitalisering van de totale knie operatie Dr. N.P. Kort, Orthopedisch chirurg, Orbis Medisch Centrum, Sittard-Geleen
12:15
OK klimaat; goed geregeld? Mr. C. Verberne, Advocaat, Holla advocaten, Eindhoven
12:35 -14:00
Lunch
14:00
Battle sessie (PRO/CON): buitenlandse arbeidskrachten op de OK?! O.l.v. H. Folkertsma, operatieassistent, Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden
15:00
Theepauze
15:30
Veranderingen in het ziekenhuis milieu. Centralisatie: een gevaar voor ons allemaal? K. Tolsma, directeur, HighCare
16:00
Slim omgaan met foute communicatie “zijn mensen onredelijk of gewoon unfair?” Zo pak je dat aan (met behoud van je baan) R. van Houten, Directeur, Bron & Partners, Naarden
Parallelsessie 5: Aspecten rondom kinderveiligheid Dr. W.L.M. Kramer, kinderchirurg-kindertraumatoloog, UMC Utrecht, Utrecht Parallelsessie 6: KLIMAATWERK ... Is wat jij weet nog up-to date? Studenten en docenten van Fontys dagen jullie uit. Doe mee, denk mee, speel mee en ... win. Interactieve workshop o.l.v. M. Versantvoort & P. Meijsen 12:00 - 13:30 Lunch 13:30
Nieuwe ontwikkelingen in de robotchirurgie Dr. G.A.H.J. Smits, uroloog, Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem
14:00
Minimaal invasieve benadering in de cardiothoracale chirurgie Dr. M. Bentala, cardiothoracaal chirurg, Amphia Ziekenhuis, Breda
14:30
Danseres op de OK: OT?! A.B.M. Rietveld, orthopaedisch chirurg & musicus, Medisch Centrum voor Dansers en Musici (MCDM), MCH Westeinde, Den Haag
15:15
Afsluiting
16:45 - 18:00 Borrel (op de expositie) 19:00
Diner & feestavond (Thema/dresscode: back to nature)
Congressecretariaat
Voor meer informatie en registratie: www.lvo.nl
OKO0811.indd 21
Postbus 2428 5202 CK ’s-Hertogenbosch Tel 073 - 700 35 00 Fax 073 - 700 35 05 www.congresscompany.com
[email protected]
12/5/11 4:25 PM
IPC of toch maar steunkousen?
Oedeem na perifere bypasschirurgie Na een perifere bypassoperatie ontstaat oedeem. Dit veroorzaakt aanzienlijke hinder bij de patiënt en verstoort de circulatie in het been. Is hier een rol weggelegd voor intermitterende pneumatische compressie (IPC), een bewezen succesvolle methode voor het reduceren van oedeem na orthopedische chirurgie aan de onderste extremiteit en bij chronische lymfatische en veneuze insufficiëntie? TEKST: DR. A. TE SLAA, AIOS CHIRURGIE, AMPHIA ZIEKENHUIS, BREDA , DR. L. VAN DER LAAN, CHIRURG AMPHIA ZIEKENHUIS.
O
tie ondergaan waarbij een omleiding wordt aangelegd van de liesslagader naar een onderbeenslagader. Bij deze operatie wordt de verstopte bovenbeenslagader ‘gebypast’ met een lichaamseigen ader (autoloog) of met een kunststof vaatprothese. Het doel van deze operatie is het verlichten van ischemische pijn en/of het tot staan brengen van weefselverlies. Hoewel de ischemische pijn na een bypassoperatie vaak snel verdwijnt, ondervinden patiënten aanzienlijke hinder van het oedeem dat optreedt na deze operatie. In de eerste dagen na een perifere bypassoperatie zal de omtrek van het been met circa 10 procent toenemen. Dit oedeem blijft, onbehandeld, maanden bestaan en kan een spoedig revalidatieproces hinderen. Tevens is bekend dat oedeem negatieve effecten heeft op de circulatie in het been, waardoor mogelijk In het midden Alexander te Slaa. Links dr. L. van der het tot stand brengen Laan, copromotor en opleider chirurgie in het Amphia van wondgenezing beziekenhuis. Rechts dr. G.H. Ho, vervolgopleider vaatlemmerd wordt en de chirurgie, eveneens Amphia ziekenhuis. ver de afgelopen jaren hebben minimaal invasieve endovasculaire technieken een steeds belangrijkere positie ingenomen in de behandeling van symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden (PAV), in het bijzonder bij kortere vernauwingen en obstructies in de lies- en/of beenslagader. Sommige patiënten met ernstig vaatlijden die niet in aanmerking komen voor een endovasculaire behandeling, kunnen een perifere bypassopera-
22
kans op wondinfecties vergroot wordt. Tussen 2006 en 2010 werd in het Amphia ziekenhuis in Breda een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd naar behandelmethoden van postoperatief oedeem na perifere bypasschirurgie.. Daarbij werd de toepassing van intermitterende pneumatische compressie (IPC) vergeleken met het dragen van steunkousen. Tevens werd onderzoek gedaan naar de effecten van een perifere bypassoperatie op de kwaliteit van leven van de patiënten die deze operatie ondergingen.
IPC en steunkousen Bij de behandeling van postoperatief oedeem na perifere bypasschirurgie wordt in de praktijk vaak gekozen voor steunkousen. Een wetenschappelijke basis voor het gebruik hiervan bestond niet. Hoewel eenvoudig en praktisch overal voorhanden, veroorzaken steunkousen in de praktijk de nodige ongemakken bij de vaak oude en matig mobiele patiënten die de bypassoperatie ondergaan. Een alternatieve en bewezen effectieve behandelmethode van oedeem na orthopedische chirurgie aan de onderste extremiteit en bij chronische lymfatische en veneuze insufficiëntie is het toepassen van intermitterende pneuma-
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 22
12/5/11 4:25 PM
De beenomtrekken en ontstekingsparameters werden preoperatief en postoperatief maximaal drie maanden op diverse tijdstippen gemeten. die een revisieoperatie hadden ondergaan van een eerder aangelegde autologe bypass meer oedeem ontwikkelden dan patiënten die primair in aanmerking kwamen voor een kunststof bypass. Significante verschillen in het voorkomen van wondinfecties konden niet worden aangetoond, hoewel deze infecties in de groep patiënten met meer oedeem (autoloog met IPC) wel vaker voorkwamen.
Kwaliteit van leven Beoogde verbetering in de kwaliteit van leven is een belangrijke factor bij de totstandkoming van een beslissing om te opereren. Dit geldt zeker ook bij oudere patiënten die lijden aan PAV, bij wie vaak sprake is van een aanzienlijk comorbiditeit. Bij alle patiënten die deelnamen aan ons onderzoek werd zowel preoperatief als postoperatief een meting gedaan van de kwaliteit van leven (gebruikmakend van het World Health Organisation Quality of Life-assessmentinstrument). Hieruit bleek dat patiënten die lijden aan PAV over een aanzienlijk lagere kwaliteit van leven beschikken dan hun gezonde leeftijdsgenoten. Tevens bleek dat patiënten die een perifere bypassoperatie ondergingen al na twee weken postoperatief een betere kwaliteit van leven rapporteerden dan preoperatief op het domein van fysiek welbevinden. Dit domein omvat onder andere facetten als pijn en ongemak, slaap
en rust, mobiliteit en activiteiten in het dagelijkse leven. Het is invoelbaar dat de kwaliteit van leven wat betreft deze parameters reeds na twee weken was verbeterd, toen de meeste ischemische pijn was verdwenen. Een relatie tussen oedeem en kwaliteit van leven kon niet worden gemeten.
Conclusie Ons onderzoek laat zien dat het gebruik van steunkousen een aanzienlijk grotere oedeemreductie kan bewerkstelligen dan de toepassing van IPC. Hoewel een ‘echte’ controlegroep ontbreekt in ons onderzoek, kunnen we onze resultaten vergelijken met andere studies naar de mate van oedeemvorming. Dan kan gesteld worden dat gebruik van steunkousen effectiever is dan het achterwege laten van steunkousen. De ongemakken die het dragen van steunkousen oplevert, zullen daarbij helaas voor lief genomen moeten worden. De toepassing van IPC lijkt geen invloed gehad te hebben op de mate van oedeemvorming. Tevens laat dit proefschrift zien dat vanuit het oogpunt van de patiënt een agressieve behandeling van PAV te rechtvaardigen valt, ook indien er sprake is van aanzienlijke comorbiditeit. ▼
tische compressie. Hierbij wordt een drukmanchet aangebracht om de voet en/of het onderbeen, waarna dit enkele malen per minuut krachtig wordt opgeblazen. Dit leidde tot de onderzoeksvraag of er ook een rol is weggelegd voor IPC direct postoperatief na perifere bypasschirurgie. In de behandelgroep van ons onderzoek maakten wij gebruik van een drukmanchet op de voet van het geopereerde been. De IPC werd alleen ’s nachts gebruikt, zodat de mobilisatie van de patiënten overdag niet werd gehinderd. De controlegroep patiënten kreeg een (klasse-1)steunkous aangemeten die in de eerste postoperatieve week 24 uur per dag werd gedragen. Na een week gingen alle patiënten met een steunkous naar huis, die zij vervolgens gedurende zeven weken overdag droegen. De effecten van IPC, respectievelijk steunkousen, werden onderzocht bij zowel patiënten die een autologe bypassoperatie hadden ondergaan als patiënten die een kunststof vaatprothese ingebracht hadden gekregen. Patiënten die volgend op een autologe bypassoperatie een steunkous gebruikten, bleken significant minder oedeem te ontwikkelen dan patiënten bij wie IPC werd toegepast (3 procent versus 8 procent toename beenomtrek). Bij patiënten die een kunststof bypass hadden gekregen, kon geen verschil worden aangetoond tussen de toepassing van IPC en het dragen van steunkousen. Wel bleek dat patiënten
Lees voor meer informatie het proefschrift van dr. A. te Slaa: Current peripheral bypass surgery: various clinical studies. Universiteit Utrecht: 2011.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 23
23
12/5/11 4:25 PM
Tumorcellen lichten op Het is vaak lastig te beoordelen of een tumor in zijn geheel weggehaald is. Daarom hebben artsen in het Universitair Medisch Centrum Groningen tumorcellen laten oplichten bij patiënten met eierstokkanker. Tijdens de operaties is gebruikgemaakt van een speciaal camerasysteem. TEKST: DR. L.M.A. CRANE, ARTS-ASSISTENT EN DR. G.M. VAN DAM, CHIRURG; BEIDEN UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
De steriliteit van het systeem wordt gewaarborgd door steriele (microscoop)hoezen.
E
ierstokkanker wordt vaak pas in een laat stadium ontdekt, wanneer de ziekte al is uitgezaaid. De behandeling bestaat uit een combinatie van chirurgie en chemotherapie, waarbij de prognose sterk wordt beïnvloed door de mate van chirurgische cytoreductie. Het kan tijdens de operatie echter lastig zijn om te beoordelen of alle uitzaaiingen verwijderd zijn. Preoperatief gemaakte scans hebben een te lage resolutie, waardoor de operateur is aangewezen op ‘kijken en voelen’. In diermodellen was al eerder aangetoond dat fluorescentiebeeldvorming gebruikt kan worden om tumoren te
24
vinden. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een fluorescente stof die bindt aan de kankercellen. Vervolgens wordt de stof geactiveerd met licht van een bepaalde golflengte, waarna hij licht van een iets andere golflengte uitzendt. Dit licht is niet te zien met het blote oog, maar kan worden opgevangen met speciale camera’s.
Realtime feedback Groningse artsen, onder leiding van chirurg Go van Dam, hebben de wereldwijd eerste klinische studie met deze techniek uitgevoerd.1 Hiervoor werd eerst onderzoek gedaan naar de mole-
culaire eigenschappen van eierstokkanker. Daaruit bleek dat een bepaald type receptor voor folaat (een variant van foliumzuur) wel op tumorcellen maar niet op gezonde cellen voorkomt.2 Door folaatmoleculen te koppelen aan een fluorescent label, werd een zeer tumorselectieve stof gecreëerd. Deze stof werd twee uur preoperatief toegediend aan de patiënt, zodat zij de tijd had om aan de tumorcellen te binden. Tijdens de operaties is gebruikgemaakt van een speciaal camerasysteem, dat ontwikkeld werd door technici van de TU München. Deze camera kan tegelijkertijd het kleurenbeeld en het fluores-
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 24
12/5/11 4:25 PM
Toekomst Fluorescentiebeeldvorming met een tumorspecifieke stof lijkt een veelbelovende techniek voor kankerchirurgie. Niet alleen bij eierstokkanker, maar ook bij darmkanker zou dit een nuttig hulpmiddel tijdens de operatie kunnen zijn om uitzaaiingen in de buikholte te vinden. Daarnaast zou de techniek kunnen worden toegepast bij bijvoorbeeld borstkanker of slokdarmkanker, om te beoordelen of de snijvlakken vrij zijn van tumor. Er moet nog veel onderzoek gedaan worden naar de ideale fluorescente stof. Ten slotte zijn grotere studies nodig om de exacte invloed op de prognose te evalueren.
Bronnen 1. Van Dam GM et al. Nature Med 2011 (epub ahead of print). 2. Crane LMA et al. Cell Oncol 2011 (epub ahead of print). ▼
werd niet bij iedereen een signaal gezien. Na histopathologisch onderzoek bleek dat vier patiënten een kwaadaardige tumor hadden; vijf hadden een goedaardig gezwel en één patiënt had een borderline tumor. Alleen in de kwaadaardige tumoren werd fluorescentie gezien. Verder bleek dat alleen de kankercellen de folaatreceptor tot expressie brachten; deze was afwezig op alle gezonde cellen. Om beter te beoordelen of deze nieuwe techniek een voordeel oplevert, werd aan vijf ervaren chirurgen en gynaecologen gevraagd om op kleurenfoto’s het aantal uitzaaiingen aan te geven. Vervolgens werd dit herhaald met fluorescentiebeelden. Het bleek dat er vijf keer zo veel tumornoduli gevonden werden met behulp van fluorescentie. De resolutie is zo hoog, dat uitzaaiingen met een grootte van een halve millimeter kunnen worden afgebeeld.
cente beeld opvangen en afbeelden, waardoor de operateur precies ziet waar in het lichaam zich de kwaadaardige cellen bevinden. Doordat er continu beelden gemaakt worden, kan er geopereerd worden met realtime feedback. De steriliteit van het systeem wordt gewaarborgd door steriele (microscoop)hoezen.
Hoge resolutie Fluorescentiebeeldvorming werd toegepast bij tien patiënten met verdenking op eierstokkanker. Al deze patiënten kregen preoperatief de fluorescente stof toegediend, maar tijdens de operatie
Om beter te beoordelen of deze nieuwe techniek een voordeel oplevert, werd aan vijf ervaren chirurgen en gynaecologen gevraagd om op kleurenfoto’s het aantal uitzaaiingen aan te geven. Vervolgens werd dit herhaald met fluorescentiebeelden. Het bleek dat er vijf keer zo veel tumornoduli gevonden werden met behulp van fluorescentie. De resolutie is zo hoog, dat uitzaaiingen met een grootte van een halve millimeter kunnen worden afgebeeld. OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 25
25
12/5/11 4:25 PM
Toegevoegde haptische feedback bij laparoscopie
Betere knijpcontrole over instrumenten Aan laparoscopische instrumenten kan feedback over haptische informatie worden toegevoegd. Dit helpt de chirurg meer controle te krijgen over zijn knijpkracht, blijkt uit promotieonderzoek. TEKST: DR. IR. E. WESTEBRING-VAN DER PUTTEN, TU DELFT
D
e complicaties bij laparoscopische procedures worden gedeeltelijk veroorzaakt door een gebrek aan knijpkrachtcontrole van de chirurg.1-3 Dit komt hoofdzakelijk doordat hij het weefsel dan indirect vasthoudt en hierdoor minder haptische (tactiele en kinesthetische) informatie waarneemt. Als hij te veel kracht gebruikt, zal hij onnodig weefsel kapot knijpen en laten slippen. Als hij te weinig kracht gebruikt, kan weefsel verloren raken. Er zijn aanwijzingen dat het toevoegen van feedback over haptische weefselinformatie de knijpkrachtcontrole over laparoscopische instrumenten kan verbeteren. Aan de TU Delft is onderzocht of dit inderdaad zo is, in samenwerking met het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Uit eerder onderzoek blijkt dat haptische en visuele informatie een belangrijke rol 26
spelen in de controle van handkrachten bij laparoscopische chirurgie.4 Visuele informatie is vooral van belang bij navigeren en als tactiele informatie ontbreekt. Voor mijn promotieonderzoek is het belang van haptische informatie bij knijptaken onderzocht. Er was al wel onderzoek gedaan naar duwen en trekken, maar nooit naar knijpen. De visuele condities zijn gelijk gehouden. Voor het onderzoek zijn weefselpaktaken die werden uitgevoerd met de blote handen vergeleken met dezelfde taken die laparoscopisch werden uitgevoerd. Bij de laparoscopisch uitgevoerde taken werd gebruikgemaakt van instrumenten met verschillende krachtoverbrengingskarakteristieken. In alle condities werd gebruikgemaakt van een monitor waarop de handelingen te zien waren. Het blijkt dat tactiele feedback essentieel is voor een succesvolle dosering van de knijpkrachten.5,6 Met de blote handen werden minder fouten gemaakt en werd minder kracht uitgeoefend dan tijdens de laparoscopische taak. Bovendien bleek dat de krachten beter werden gedoseerd als het instrument gevoeliger was. De maximaal uitgeoefende krachten lagen wel hoger dan bij de ongevoeligere instrumenten.
Leren doseren Voor verschillende feedbackmodaliteiten is onderzocht of ze de knijpkrachtcon-
Handvat trole verbeteren. Er is gekeken naar het aantal keren dat slip optrad en de kracht die uitgeoefend werd op het weefsel. De resultaten van visuele feedback werden vergeleken met die van tactiele feedback, feedback met een illusie en combinaties hiervan. (Bij de illusie zag de laparoscopische tang eruit als een hand, waardoor de bediener zou denken dat de hand zijn eigen hand was en de krachten beter zou doseren.) Het bleek dat toegevoegde tactiele feedback over knijpkrachten het doseren van laparoscopische knijpkrachten het best ondersteunt.7 Ook is gekeken of mensen kunnen leren hun knijpkracht beter te doseren met toegevoegde feedback die de missende haptische informatie compenseert. De chirurgen die deelnamen aan het onderzoek moesten nu een vast aantal keer een taak uitvoeren. Hun prestaties werden aan het begin en aan het einde vergeleken. Er was hier ook een controlegroep die oefende zonder feedback. Chirurgen van alle expertiseniveaus blijken te profiteren van het oefenen met
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 26
12/5/11 4:25 PM
toegevoegde haptische feedback. Als gevolg van het trainen leren ze sneller hun laparoscopische knijpkracht te controleren en oefenen ze gemiddeld minder kracht uit.
Omgaan met verstoorde feedback Ook is gekeken of het mogelijk is de chirurg te trainen beter om te gaan met de verstoorde feedback van de huidige instrumenten. We hebben getest of dit mogelijk is door alleen te óéfenen met toegevoegde feedback. Het is bekend dat toegevoegde feedback tijdens het leerproces de prestaties kan verbeteren bij andere taken dan vastpakken.4 Het voordeel van leren omgaan met de beschikbare verstoorde feedback zou zijn dat er geen nieuwe en dure instrumenten hoeven te worden ontwikkeld. De experimenten lieten zien dat de meerderheid van de chirurgen niet afhankelijk wordt van de toegevoegde feedback. Als het feedbacksignaal wordt weggehaald, kan de chirurg de taak nog steeds met gereduceerde krachten uitvoeren, net zoals mét feedback. Experimenten lieten verder zien dat het uitvoeringsniveau nog steeds verhoogd is (lagere gemiddelde krachten en minder slip) wanneer de aandacht van de chirurg wordt afgeleid met een additionele taak (op een knopje duwen) voor de tweede hand. De taak waarbij controle van de laparoscopische knijpkracht met de andere hand nodig was, liep gewoon door.
Boxtrainer. gaan trillen; hij zal dan minder hard moeten gaan knijpen. Zijn de krachten te laag, dan slipt het weefsel uit de tip (tenzij er ingegrepen wordt) en draait een cilinder in het handvat langs de vingers van de chirurg. Dat voelt voor de chirurg alsof er daadwerkelijk iets uit zijn hand glijdt. Intuïtief gaat de chirurg harder knijpen, wat precies de juiste handeling is. In afbeeldingen 2a en 2b is een boxtrainer getoond waarmee de chirurg kan trainen. Deze bevat de elektronica van het geheel. Er kunnen allerlei soorten weefsel mee worden gemanipuleerd. Voor mijn proefschrift zijn ook richtlijnen opgesteld voor trainingstoestellen die toegevoegde haptische feedback bevatten.
touch in laparoscopy, using augmented haptic feedback to improve grasp control. TU Delft: 2011.
Bronnen 1. De S et al. ‘Assessment of tissue damage due to mechanical stresses.’ Presented at the Proceedings - IEEE/RAS-EMBS International Conference on Biomedical Robotics and Biomechatronics, Pisa, 2006. 2. Heijnsdijk EAM et al. ‘Effectiveness of grasping and duration of clamping using laparoscopic graspers.’ Surgical Endoscopy 2002; 16:1329-1331. 3. Marucci DD et al. ‘Grasper trauma during and New Zeeland Journal of Surgery 2000;
We wilden ook weten of mensen kunnen leren om met twee handen tegelijkertijd hun laparoscopische knijpkracht te controleren. Hiervoor werden twee van de hiervoor beschreven handvatten gebruikt in experimenten waarbij het afmeten van darmweefsel werd nagebootst. De resultaten laten zien dat dit daadwerkelijk mogelijk is; mensen raken niet in de war van feedback op beide handen tegelijk.
70:578-581. 4. Westebring-van der Putten EP et al. ‘Haptics in minimally invasive surgery. A review.’ Minimally Invasive Therapy and Allied Technologies 2008; 17:3-16. 5. Westebring-van der Putten EP et al. ‘Force feedback requirements for efficient laparoscopic grasp control.’ Ergonomics 2009; 52:1055-66. 6. Westebring-van der Putten EP et al. ‘Effect of laparoscopic grasper force transmission ratio on grasp control.’ Surgical Endoscopy and Other Interventional Techniques 2009;
Toegevoegde haptische feedback blijkt te helpen om de laparoscopische knijpkracht te controleren. Zelfs als dit alleen tijdens de training gebeurt. Behalve in deze conclusie heeft het promotieonderzoek geresulteerd in een werkend prototype van een laparoscopisch grijpinstrument met toegevoegde tactiele feedback over knijpkrachtontwikkeling. Ook heeft het geresulteerd in richtlijnen voor trainingstoestellen die toegevoegde haptische feedback bevatten. ▼
We hebben ook een nieuw handvat ontworpen (afbeelding 1).8 Het optimaliseert de toegevoegde haptische feedback met geïntegreerde tactiele actuatoren die gebruikt werden in de experimenten. In de tip van het instrument worden de knijp- en trekkrachten gemeten. Deze waardes worden naar een computer gestuurd, die vervolgens bepaalt of de krachten te hoog of te laag zijn. Knijpt de chirurg te hard, dan zal het handvat
van E.P. Westebring-van der Putten: A sense of
laparoscopic cholecystectomy.’ Australian
Twee handen
Conclusie Handvat met feedback
Lees voor meer informatie het proefschrift
23:818-824. 7. Westebring-van der Putten EP et al. ‘The Effect of augmented feedback on grasp force in laparoscopic grasp control.’ IEEE Transactions on Haptics 2010; 3:280-291. 8. Westebring-van der Putten EP et al. ‘A Laparoscopic Grasper Handle with Integrated Augmented Tactile Feedback, Designed for Training Grasp Control.’ Lecture Notes in Computer Science; EuroHaptics 2010. Part II. Berlin Heidelberg: Springer Verlag, 2010; 243-250.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 27
27
12/5/11 4:25 PM
Specialiseren en bijscholen steeds belangrijker
Certificeringsprogramma BIKE Veel producenten van chirurgische materialen organiseren na- en bijscholing voor OK-personeel dat met deze producten werkt. Biomet pakt het rigoureuzer aan met een certificeringsprogramma voor zijn producten, BIKE genoemd. Blijven tonen dat je het in de vingers hebt en met de materie bezig blijft, is de kern van het programma. Een kijkje achter de schermen van de training. TEKST: MARTIN VAN LOON
Operatieassistent Anja Naenen was een van de eersten die het certificaat kreeg uitgereikt.
H
et is een open deur, maar daarom niet minder waar: de medische wereld is de afgelopen jaren flink veranderd. Rutger Martens, van het Health Care Initiatives (HCI)team van Biomet en drijvende kracht achter de training, behaalde in 1988 zijn diploma van operatieassistent. ‘De werkzaamheden in de operatiekamer waren toen overzichtelijk. Iedere assistent beheerste alle specialismen nog. Nu zijn de technische mogelijkheden veel groter geworden en deze zullen in de toekomst alleen maar toenemen. Het punt is bereikt dat je niet meer van alle technieken alles kunt afweten.’ Specialiseren en bijscholen zijn niet langer een pre, maar worden meer en meer noodzaak. De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg stelde dit jaar in zijn advies ‘Bekwaam is bevoegd’ dan ook dat ‘na- en bijscholing een krachtig instrument moet worden om het beroep aan te passen aan dat wat patiënten nodig
28
hebben. De beschikking over bepaalde kwaliteiten en niet de lengte van de opleiding of de academische status wordt het kenmerk waarop het functioneren van toekomstige zorgprofessionals wordt beoordeeld.’
Repeteerbaar Biomet heeft het certificeringsprogramma BIKE ontwikkeld. Martens: ‘Voor de zomervakantie is gestart met een pilot: een training voor het plaatsen van knieprotheses aan operatieassistenten uit Dordrecht, Den Bosch, Hengelo en Roosendaal. Later dit jaar wordt in verschillende regio’s deze training opnieuw aangeboden en start ook de training voor de heupprotheses. Over een aantal jaar moet hij voor meerdere producten beschikbaar zijn. ‘Het traject is voor elk programma hetzelfde. En door het werken met een syllabus is de inhoud van de training repeteerbaar. Iemand die de training nu
volgt, krijgt dus dezelfde informatie als iemand die over bijvoorbeeld een jaar aanschuift. Uiteraard wordt de inhoud van de training wel up-to-date gehouden.’
Verbanden leggen De trainingen worden steeds gegeven door twee trainers: een accountmanager of productspecialist en een HCI-teamlid, dat verantwoordelijk is voor onder andere procesverbeteringen. De eerstgenoemde vanwege de inhoud. Bij de pilot was Han Geurts, accountmanager en productspecialist New Technologies, als inhoudsdeskundige trainer betrokken. Geurts: ‘In een aantal sessies hebben we heel methodisch de training samengesteld. Daarbij waren meerdere collega’s betrokken. Dat gaf ons de gelegenheid om de training qua opbouw goed in elkaar te zetten. Vooral het inbrengen van herkenbare situaties was erg leuk. We zagen tijdens de training ook dat de deelnemers opeens verbanden begonnen te
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 28
12/5/11 4:26 PM
leggen tussen de theorie en de praktijk.’ Martens: ‘Bij onze accountmanagers en productspecialisten zit een berg aan kennis en ervaring, bij het samenstellen van de syllabus maken we daar dankbaar gebruik van.’
Spieken mag! Het certificeringsprogramma kent vier fasen. Deelnemers moeten elke fase goed doorlopen hebben voordat ze naar de volgende mogen. Met de syllabus in de hand kunnen deelnemers eerst thuis (of op het werk) een online toets maken met meerkeuzevragen. Het mooie is dus: spieken mag! Deze eerste toets is vooral bedoeld om de benodigde kennis weer op te frissen. Martens: ‘Voor de pilot waren we bang dat we het iets te makkelijk hadden gemaakt. Toch werd de toets door sommige deelnemers als pittig ervaren. Een duidelijk signaal dat het niet verkeerd is om je kennis zo nu en dan weer eens te toetsen.’ Als de online toets goed is gemaakt, volgt een uitnodiging voor de eerste trainingsmiddag. Martens: ‘We bieden het programma aan in drie regio’s, zodat deelnemers voor deze middag niet al te ver hoeven te reizen. Tijdens deze middag wordt dieper ingegaan op de specifieke anatomie, pathologie en biomechanica. Wat we willen vergroten, is de operatie-intelligentie van een operatieassistent. Waarom doe je wat? Op die manier leer je de gevolgen van een bepaalde handeling echt snappen.’ Tijdens de laatste trainingsdag staat de praktijk centraal. Aan de hand van een casus mogen de deelnemers zelf aan de slag; want het zelf doen is een goede manier om je iets eigen te maken. Of zoals een van de cursisten na de eerste pilot aangaf: ‘Fijn dat er nu wat dieper wordt ingegaan op waarom je iets doet.’
De deelnemers ontvangen het certificaat pas als zij na de training binnen
een bepaalde tijd een aantal ingrepen instrumenteren of assisteren. Deze ingrepen moeten geregistreerd worden. Het maken van ‘vlieguren’ is zeer belangrijk. In het geval van de knieprothese is dit bijvoorbeeld zes ingrepen binnen zes weken. Om het certificaat te behouden moeten operatieassistenten ook in het vervolg een aantal ingrepen per jaar uitvoeren en laten registreren. Juist blijven tonen dat je het in de vingers hebt en met de materie bezig blijft is de kern van het programma. Voor deelname aan het certificeringsprogramma is dus vooraf wel commitment van de ziekenhuizen nodig, zodat de deelnemers deze doelen kunnen behalen. Bij Kabiz (Stichting Kwaliteitsregistratie en Accreditatie Beroepsbeoefenaren in de Zorg) is accreditatie voor het programma aangevraagd.
De eerste gecertificeerden Anja Naenen (38) is vijftien jaar operatieassistent in het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal en specialismeoudste orthopedie. Ze behaalde als een van de eersten het certificaat. Ze ziet de certificering als een welkome aanvulling op haar werk. ‘Als OK-team streef je elke dag naar een optimaal resultaat voor de patiënt. Met het behalen van het certificaat worden daar goede randvoorwaarden voor gecreeerd. Om het te behouden wordt gesteld dat je minimaal dertig ingrepen assisteert/instrumenteert. Een eis die overeenkomt met eisen aan specialisten, die ook een minimaal aantal ingrepen moeten doen om deze te mogen blijven verrichten. Uiteindelijk wordt het eind-
resultaat bepaald door het gehele team. Doordat je met hetzelfde team de ingreep frequent uitvoert, wordt niet alleen de efficiency verhoogd, maar ook de kwaliteit gewaarborgd.’
Nieuwe inzichten De training heeft bij Naenen gezorgd voor verdieping, nieuwe inzichten en meer werkplezier. ‘Doordat je tijdens de training veel achtergrondinformatie krijgt en diep in de materie duikt, begrijp je bepaalde overwegingen betreffende het plaatsen van de knieprothese beter. Je raakt meer op elkaar ingespeeld en weet dat je op elkaar kunt vertrouwen. Dat maakt het ontzettend leuk. Verder sta ik meer stil bij bepaalde vaste gewoontes. De manier waarop uitgehard cement van de prothese verwijderd wordt, is bijvoorbeeld bepalend voor het ontstaan van beschadigingen op de prothese met alle consequenties van dien.’ Een ander voorbeeld: ‘Tijdens een operatie wil je de tijd natuurlijk altijd nuttig besteden. Prima, maar tijdens het uitharden van het cement wordt de knie van patiënt voortaan volledig stilgehouden.’ De interactie met personeel uit andere ziekenhuizen tijdens de training vond Naenen een ander groot pluspunt. ‘Je beschouwt je eigen ziekenhuis toch als “de waarheid”. Het is altijd leerzaam om te horen hoe andere ziekenhuizen dingen aanpakken.’ ▼
Certificaat behouden
De eerste groep die de cursus volgde.
Meer informatie: www.biomet.nl/bikecertificering.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 29
29
12/5/11 4:26 PM
Tekst: Menno Goosen
De eerste stap in de wetenschap
Kunnen muggen dronken worden?
Interviews met geleerden
100 alledaagse mysteries
Auteur: Hans van Maanen Uitgeverij: Boom ISBN: 9789461054173 Prijs: € 19,50
Auteur: Juliette Vasterman Uitgeverij: Nieuw Amsterdam ISBN: 9789046811450 Prijs: € 12,50
Zoals elk fortuin ooit met een eerste dubbeltje is begonnen, zo heeft elke beroemde geleerde ooit een eerste stap in de wetenschap gezet. Waar ging dat onderzoek over? Heeft het de kritiek doorstaan, of sloeg het de plank erg mis? En wat is er in de tussentijd in het vakgebied en met de loopbaan gebeurd? In deze bundel vertellen dertig onderzoekers die hun academische sporen ruimschoots hebben verdiend over die allereerste stap in hun wetenschappelijke carrière. Soms spannend, soms ontroerend, soms dwars, maar altijd boeiend. Met onder andere Dick Swaab (neurobiologie), Philip Rümke (interne geneeskunde), Hans Galjaard (genetica), Ad Dunning (cardiologie), Jan van Gijn (neurologie), Hans Clevers (immunologie), Pieter Treffers (gynaecologie), Louise Gunning (sociale geneeskunde) en Piet Borst (biochemie).
Elke dag geeft NRC Next antwoord op interessante, kleurrijke en spannende vragen van lezers in de meest gelezen rubriek van de krant, ‘Next question’. In Kunnen muggen dronken worden? staan alleen de honderd allerbeste vragen van de afgelopen twee jaar. Met daarbij ook een hoop medische vragen zoals: zou je een geamputeerd been mee naar huis mogen nemen; waarom krijg je hoofdpijn van ijs; uit hoeveel megapixels bestaat het oog; zijn allergieën ziektes van de moderne tijd; waarom kleuren lijken wit en afgestorven lichaamsdelen zwart; waarom doet een gebroken hart soms echt pijn? En hoe weet een pijnstiller waar de pijn zit?
Doctors’ Practices Auteur: Michelle Galindo Uitgeverij: Braun Publishing ISBN: 9783037680773 Prijs: € 49,90 Een Engelstalig boek over de inrichting van (wacht) ruimten in ziekenhuizen, dokterspraktijken en andere medische instituten, zestig in totaal. Het boek is geïllustreerd met prachtige foto’s. Aan de orde komen onder andere: het Mid Atlantic Skin-Surgery Institute in Washington, het Ear, Nose and Throat Center in Tokio, de Pediatrics and Traditional Medecine Practice in Keulen en de Embryocare Clinic in Athene. Goed boek om inspiratie op te doen voor de inrichting.
Het orakel De man die de geneeskunde opnieuw uitvond Auteur: Luuc Kooijmans Uitgeverij: Balans ISBN: 9789460033445 Prijs: € 24,95 De Nederlander Herman Boerhaave was in de eerste helft van de achttiende eeuw de beroemdste arts van Europa. Van heinde en verre kwamen studenten naar Leiden om zijn lessen te volgen en aan alle vorstenhoven werd zijn advies gevraagd, tot in Azië aan toe. Hij stond bekend als ‘het orakel’. In deze biografie beschrijft Luuc Kooijmans hoe Boerhaave die status verkreeg, met veel aandacht voor de historische context en de persoonlijke aspecten van zijn levensverhaal. Ondanks de soms ingewikkelde materie is het boek vlot en aansprekend geschreven.
‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar: OK Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam. 30
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 30
12/5/11 4:26 PM
Bij de dokter Beroemdheden en hun ziektes Auteur: Jan Dequeker Uitgeverij: Davidsfonds ISBN: 9789058268075 Prijs: € 29,95 Jan Dequeker, internationaal gerenommeerd reumatoloog, heeft gegraven in de medische dossiers van tal van beroemde personen. Hij schetst een biografisch portret van de besproken figuren en laat de lezer mee binnengluren in de dokterspraktijk. Daarbij geeft hij een heldere uitleg over de verschillende ziektes aan de hand van de inzichten uit de moderne geneeskunde. Wist je bijvoorbeeld dat Fréderic Chopin leed aan cystische fibrose? Of dat Arthur Rimbaud overleed aan botkanker? John F. Kennedy was ruglijder sinds zijn jeugd en Edith Piaf was een aantal jaar blind. Beroemdheden en hun ziektes is een fascinerende ontmoeting tussen geneeskunde en geschiedenis. Daarnaast is het boek prachtig geïllustreerd.
De goddelijke hersenstam Een neuroloog verklaart bijna-doodervaringen Auteur: Kevin Nelson Uitgeverij: Ten Have ISBN: 9789025960513 Prijs: € 24,90 In dit boek geeft Kevin Nelson biologische verklaringen voor onze diepste spirituele ervaringen, zoals bijna-doodervaringen, uittredingen en mystieke eenwording. Nelson neemt ons mee naar wat hij ‘de grensgebieden van het bewustzijn’ noemt, ergens tussen waken, bewusteloosheid en dromen in. Volgens hem komen spirituele ervaringen tot stand in de hersenstam, het primitiefste deel van onze hersenen. Op basis van dertig jaar onderzoek komt hij tot de conclusie dat spiritualiteit deel uitmaakt van onze biologische natuur, net als ons overlevingsinstinct en onze seksuele driften. Dat zou wel eens kunnen betekenen dat dieren met een vergelijkbare hersenstructuur ook dergelijke ervaringen hebben.
De kunstenaar en de dokter Anders kijken naar schilderijen Auteur: Jan Dequeker Uitgeverij: Davidsfonds ISBN: 978 90 5826 670 5 Prijs: € 39,95 Van dezelfde auteur als Bij de dokter. Beroemdheden en hun ziektes, verscheen bij uitgeverij Davidsfonds De kunstenaar en de dokter. Emeritus professor reumatologie Jan Dequeker neemt de lezerkijker mee op een verrassende tocht door de wereld van de kunst en de geneeskunde. In dit boek bespreekt hij 120 bijzondere kunstwerken, en laat hij zien dat kunstenaars al in de middeleeuwen goed in staat waren om symptomen en ziektebeelden weer te geven. Vragen die aan de orde komen zijn onder andere: stierf de Venus van Botticelli aan tuberculose? Leed Mona Lisa aan een gevaarlijke stofwisselingsziekte? Had Erasmus toch geen syfilis maar iets anders? Ook een mooi cadeauboek voor de feestdagen.
Eindeloos leven Een wetenschappelijke zoektocht naar onsterfelijkheid Auteur: Jonathan Weiner Uitgeverij: Nieuw Amsterdam ISBN: 9789046809426 Prijs: € 22,95 De droom van de eeuwige jeugd wordt stap voor stap bewaarheid. De ontwikkelingen gaan razendsnel. In de twintigste eeuw is onze levensverwachting toegenomen met meer dan dertig jaar. Een bonte stoet van geleerden, onderzoekers en ondernemers is er inmiddels van overtuigd dat er binnen afzienbare tijd een grote sprong voorwaarts zal worden gemaakt. In Eindeloos leven neemt Jonathan Weiner ons mee op een onstuimige wetenschappelijke zoektocht. Daarbij ontmoet hij toonaangevende deskundigen en duikt hij diep in de meest verbijsterende vormen van wetenschappelijke kennis. Weiner vertelt het verhaal van de definitieve overwinning op de ouderdom, daarbij de ideeën volgend van diegenen die vinden dat verouderen een geneesbare ziekte is. Prominent onder hen: de excentrieke Engelsman Aubrey de Grey, de meest radicale pleitbezorger van menselijke onsterfelijkheid. Zullen we ooit eeuwig kunnen leven? En als we dat zullen kunnen ... willen we dat dan ook? OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 31
31
12/5/11 4:26 PM
Jaaroverzicht OK Operationeel 2011 Samenstelling: Astrid van Pelt
OK Operationeel 1 Traumadagen 2010: battles, bacteriën en bloed. Hoorn, M. van. 16-21. Aan de slag op een Tanzaniaanse OK: Nieuw linnen, nieuwe protocollen. Haan, A. den. 24-27. Een ecobewust ziekenhuis. Fossion, L. 30-31. Beroemde namen: Schoenmaker. Stuart, J. 32-33.
OK Operationeel 2 Chronische pijn na liesbreukchirurgie. Loos, M; Scheltinga M; Roumen, R; 14-17. Dvd toont waarom van hygiëneprotocol. Pelt, A. van. 18-19. Openhartig verhaal van een arts-assistent Ol t M. M chirurgie. De dienstpieper. Olst, van. 22-25. De stand van zaken. Schildwachtklierprocedure bij mammacarcinoon. Roumen, R. 26-34.
OK Operationeel 5 In-companyscholing derde deskundigheid. Polimedewerkers op de OK. Pelt, L. van. 16-18. Tekort aan OK-personeel? Huur een student in. Goosen, M. 19. Geven we het heft uit handen? Hoe schaarste tot onze ondergang kan leiden. Meijsen, P. 22-23.
32
OK Operationeel 6 Nederlands OK-personeel op NAVO-oefening. ‘De regels scheppen duidelijkheid’. Pelt, L. van. 14-19. I List is goede hulp bij aflossen. Overdracht geeft kracht. Luijf, T. 22-23.
Bekkenvenetrombose door een spondylotische haak. Engelen, B. 24-25.
Uitslag enquête buitenlandse operatieassistenten. ‘Aardig is niet genoeg’. LVO, 24-27.
Ganz-osteotomie. Koopmans, S. 28-29.
Tonsillectomie volgens Sluder. Stuart, J. 28-31.
Fors besparen door slimmer omgaan met afval. Helsdingen, J. van. 30-33.
PowerPoint-presentatie: chaos of helder verhaal? Geef een originele show. Pelt, A. van. 32-33.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 32
12/5/11 4:26 PM
OK Operationeel 3
OK Operationeel 4
Jubibleumcongres LVO. Het heft in handen. Hoorn, M. van. 14-18.
Resistentieproblematiek: van plofkip tot superbacterie. 22-23.
Sleutels tot veiligheid in minimaal invasieve chirurgie. Betzema, C. 22-23. Laparoscopische cholecystectomie: geschiedenis en uitvoering. Erp, W. van. 24-27. Beroemde namen: Kocher. Meijsen, P. 28-31.
Symposium postoperatieve wondinfecties. Dam, M. van. 24-27. De patiënt als kwaliteitsbewaker. Pelt,, A. van. 28-29. Pas op voor dermatose! Weij, S. van. 30-33. Veiligheidsrondes op de OK. Heideveld-Chevalking, A. 34-35.
Masterclass traumaopvang. Loo, B. van. 32-33. Ergocoaches op de OK. Meulen, L. van. 34-35.
OK Operationeel 7 Vragen in de Tweede Kamer na LVO-enquête. Minister Schippers over Indiase operatieassistenten. Afdeling Griffie Tweede Kamer. 6-8. UMCG en TNO presenteren manifest. OK van de Toekomst: flexibel en aangenaam. Jaspers, F; Hooymans, T; Venhoeven, T; Rodermond, J; Mulder, E. 16-19. Enkelartroscopie. Leeuw, P. de; Kerkhoffs, G. 2227. Borstreconstructie met DIEP-lap. Kroeze, A; Elzen, M. van den; Broekhuysen, C. 28-31.
OK Operationeel 8 ‘Meer dynamiek in scripties’. Pelt, L. van. 22-23. IPC of toch maar steunkousen? Oedeem na perifere bypasschirurgie. Slaa, A. te. 24-25. Tumorcellen lichten op. Crane, L; Dam, G. van. 26-27. Toegevoegde haptische feedback bij laparoscopie. Betere knijpcontrole over instrumenten. Westebring-van der Putten, E. 28-29. Operatieassistent en coördinator patiëntveiligheid Anita Heideveld-Chevalking: ’Alles draait om effectieve communicatie’. Lageman, G. 36-38.
Protocol structureert overdracht. Rutjens, J. 32-33.
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 33
33
12/5/11 4:26 PM
Afgelopen maanden is hard gewerkt aan de komst van een prachtig nieuw behandelcentrum voor laagcomplexe ingrepen: Medisch Centrum Amstelveen. Vanaf maart 2012 kunnen de inwoners van Amstelveen en omstreken bij ons terecht voor een ruim aanbod van verzekerde, hoogwaardige, maar vooral eigentijdse zorg. Momenteel stellen wij het team samen.
Hiervoor zijn wij op zoek naar:
ANESTHESIE MEDEWERKERS OPERATIE ASSISTENTEN Uw sollicitatie met CV kunt u sturen naar:
Medisch Centrum Amstelveen
T.a.v. de heer J. van Ramesdonk Burg. Haspelslaan 131, 1181 NC Amstelveen of per e-mail:
[email protected]
Snel op de hoogte met
OK nieuws.nl Ontwikkelingen in de wereld van de OK volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.OKnieuws.nl dagelijks: • het laatste nieuws • interessante achtergrondverhalen • agenda met vak-
Goed werken voor een ander is goed werken aan jezelf Als dé partner in de zorg rg voor personeelsoplossingen in kritische een ander functies weten wij als geen senwerk is. dat het vooral ook mensenwerk alans. Wij Daarom geloven wij in balans. ast een goed bieden onze mensen - naast aarmee ze salaris - alle middelen waarmee n zorgen. goed voor zichzelf kunnen
evenementen Ga naar highcare.nu voorr meer n informatie of bel voor een afspraak over werken bij HighCare.
• vacatures oor de aan v rief. u d l sb Me nieuw t gratis vangt u he t n n a o v n Da uws oknie ilbox! e t s t a a la uw m zelf in
Déé nieuwssite D nie ieuwss uw wss ssit sit ittee voor voor vo or de de OK: OK: van OK van operatieassistent va op o p peer tot anesthesiemedewerker tot chirurg. th iemede dewe werk we rker rk er een n va vvan n OK-manager OK O K-m ma
OKO0811.indd 34
WWW.HIGHCARE.NU • WESTERSINGEL 103 ROTTERDAM RDAM DA • 010 225 11 13
12/5/11 4:26 PM
(advertorial)
Foliodrape® CombiSet® HARTMANN introduceert de Foliodrape® CombiSet®; een hoogwaardige custom procedure tray. Met de Foliodrape® CombiSet® voegt HARTMANN een nieuwe dimensie toe aan veiligheid en efficiency. Deze Foliodrape® CombiSets® zijn maatwerk; iedere tray bestaat uit hoogwaardige, steriel verpakte materialen voor een specifieke ingreep en is door de OK-specialist via de door HARTMANN zelf ontwikkelde CPT-software samengesteld. Stap voor stap naar maatwerk Workshop… HARTMANN ondersteunt specialisten bij de samenstelling van de ideale Foliodrape® CombiSet®. Dat doen we onder andere met onze HARTMANN Workshop. Deze, speciaal voor OK-specialisten ontwikkelde workshop, vindt plaats in een volledig geoutilleerde OK. Tijdens de workshop kan iedere afdekmethode worden gesimuleerd en kunnen de ‘cursisten’ in alle rust de diverse materialen en instrumenten uitproberen. Tijdens de workshop wordt tevens kennis gemaakt met ons Custom Procedure Tray CPT-software systeem, dat volledig geautomatiseerd is. …persoonlijke begeleiding… HARTMANN hecht aan interactie met klanten. Bij de samenstelling van een nieuwe Foliodrape® CombiSet® staan onze OKadviseurs klaar om chirurgen, OK-managers en ander OK-personeel te ondersteunen met de meest actuele kennis over toepassing en innovaties. De interactie stelt onze adviseurs in staat om gebruikerswensen te inventariseren, zodat HARTMANN steeds op de hoogte is van de marktvraag en daar snel op kan inspelen. …en CPT Software systeem. De samenstelling van een nieuwe Foliodrape® CombiSet® wordt voorafgegaan door intensieve adviesgesprekken met de eindgebruikers ter plekke. De speciaal voor HARTMANN ontwikkelde software ondersteunt onze OKadviseur bij het uitwerken van een klantspecifieke set die op de werkprocessen in de OK en
OKO0811.indd 35
de wensen van de gebruiker is afgestemd. Daarnaast adviseert hij op verzoek bij het opstellen van economisch voordelige alternatieven. Alle componenten die beschikbaar zijn voor een standaard operatiepakket (Eng. custom procedure tray - CPT) zijn opgenomen in de genoemde software. Met deze software wordt het gehele opdrachtproces vanaf ontwikkeling tot voltooiing aangestuurd en gedocumenteerd. Foliodrape® CombiSet® De voordelen op een rij: t efficiënt bestellen, CPT software; t op tijd en in elke gewenste samenstelling steriel (!) geleverd; t minder voorraad; t maatwerk; dus ook efficiënt bij routineoperaties en spoedgevallen; t draagt bij aan harmonisatie van klinische protocollen; t kostenefficiënt; t eenvoudigere operatievoorbereiding; t eenvoudigere operatiedocumentatie; t traceerbaar en controleerbaar; t eenvoudig en efficiënt in gebruik; t gegarandeerde kwaliteit; t minder afval; t in elke mogelijke combinatie leverbaar; t introductie met workshop plus persoonlijke ondersteuning van HARTMANN.
Daarmee komt de Foliodrape® CombiSet® tegemoet aan alle eisen die aan een toekomstbestendige OK worden gesteld; veilig, (kosten)efficiënt en effectief.
De HARTMANN GROEP. Kwaliteit in het DNA HARTMANN heeft een naam hoog te houden. Ook als het gaat om producten die niet uit onze eigen fabrieken komen. We werken uitsluitend samen met toeleveranciers die zich op het gebied van kwaliteit bewezen hebben. Het spreekt voor zich dat alle door ons geleverde producten aan de meest actuele (wettelijke) kwaliteits- en veiligheidseisen voldoen.
Paul Hartmann B.V. Postbus 26 6500 AA Nijmegen T: 024 372 36 10 F: 024 377 82 84 E:
[email protected] W: www.paulhartmann.nl
12/5/11 4:26 PM
Operatieassistent en coördinator patiëntveiligheid Anita Heideveld-Chevalking:
‘Alles draait om effectieve communicatie’ Ze is net terug van een training crew resource management als onderdeel van een pilot op de afdeling Heelkunde. Anita Heideveld-Chevalking uit het UMC St Radboud bruist van de energie om ermee verder te werken, vooral aan de effectieve communicatie. ‘Het gaat erom op het juiste moment essentiële en relevante informatie uit te wisselen.’ TEKST: GEORGETTE LAGEMAN, SENIOR COMMUNICATIEADVISEUR VMS VEILIGHEIDSPROGRAMMA | FOTO: IVONNE ZIJP
B
innen het UMC St Radboud hebben maar liefst vijf multidisciplinaire veertienkoppige teams een tweedaagse training rond de awareness van veiligheid gevolgd. Niet verrassend: al eerder vertelde operatieassistent en coördinator patiëntveiligheid Anita HeideveldChevalking in OK Operationeel hoe het ziekenhuis intensief aan veiligheid werkt. 36
In nummer 4 van dit jaar bijvoorbeeld vertelde ze over de veiligheidsrondes. Heideveld: ‘Het veiligheidsbeleid kreeg al meer vorm ten tijde van de eerste NIAZaccreditatie (NIAZ = Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg) in 2002. ‘Voor een goede afloop van de accreditatie begon het UMC St Radboud met het opstellen van een veiligheidsprogramma. Nadien zijn ook de tien medisch inhoudelijke thema’s uit het VMS Veiligheidsprogramma (zie kader) integraal opgenomen. Door intranet, de Radbode, nieuwsbrieven, veiligheidsflitsen en speciale veiligheidsweken wordt het patiëntveiligheidsbeleid nog steeds actief naar medewerkers gecommuniceerd. Er zijn ook werkgroepen aangesteld onder leiding van regiehouders voor elk van de thema’s. Zo blijft het werken aan veiligheid leven.’
Zoektocht naar verbeteringen ‘Binnen dat VMS Veiligheidsprogramma hebben we een specifiek deel voor de OK ontwikkeld: STAP. Dat staat voor “Standaardisatie, Teamwork, elkaar beter Aanspreken en Patiëntgerichtheid”, samen de kernbegrippen voor verbetering. Alle veiligheidsthema’s moeten hierbinnen passen. Voor de OK zijn rond deze vier thema’s multidisciplinaire projectgroepen opgericht, die veel voorbereidend werk verricht hebben. Deze thema’s zijn: medicatieverificatie, postoperatieve wondinfecties (POWI), medische apparatuur en uniformeren perioperatieve overdrachten en stopmomenten. Op elk van de thema’s konden uiteindelijk concrete verbeteringen doorgevoerd worden door de zogenaamde “groene golf”. Deze term staat voor controlemo-
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 36
12/5/11 4:26 PM
menten bij elke overdracht in de volgende processtap van de patiënt. In het kader van medicatieverificatie hebben we trays aangeschaft als een soort medicatieverdeelbakje. Hierdoor liggen een medicijn als propofol en de spuit waarmee we het toedienen altijd bij elkaar. Vervolgens checkt de anesthesie nogmaals de medicatie, waarna op de sticker een dubbelparaaf wordt gezet. In de strijd tegen POWI hebben we bereikt dat alle scheermesjes van de OK zijn verbannen en dat we nu standaard op de recovery de temperatuur van de patiënt als indicator registreren. Ik moet wel zeggen dat we nog altijd worstelen met de deurbewegingen. We hebben nu geen deurtellers en we vragen ons ook af of die er wel moeten komen. Je merkt toch dat bijvoorbeeld de anesthesiologen door hun verantwoordelijkheid voor meerdere patiënten vaker heen en weer moeten lopen tussen de OK’s. In december gaan we verhuizen naar een nieuwbouwcomplex met doorgeefluikjes. Ik ben benieuwd of dat helpt. Een ander punt waar we nog wel aandacht aan willen besteden, is de controle op onderhoud bij roulerende apparatuur. In vrijwel alle gevallen vindt het onderhoud op apparatuur dat bij ons vast op de OK staat op het juiste moment plaats, maar voor die roulerende apparaten zoals PCA-pompen blijft het lastig.’
Time-out grootste succes ‘Het grootste succesverhaal is toch wel de doorvoering van de time-outprocedure. Deze is werkelijk niet meer weg te denken. In het bijzijn van elke patiënt wordt deze volgens de groenegolfchecklist uitgevoerd. Het succes komt volgens mij doordat iedereen het belang ervan is in gaan zien. Dit had wel wat voeten in de aarde. Wat denk ik heeft geholpen, zijn de kleine overzichtelijke pilots waar we mee begonnen zijn. Collega’s zijn dan directer betrokken, kunnen meedenken en ook de
terugkoppeling verloopt vlotter. Al het ondersteunende materiaal heeft ook geholpen: de posters, de handzame kaartjes met daarop de procedure helder geformuleerd en ook het boekje Samen OK om het belang van de procedure uit te leggen. Daarnaast hadden we een goede multidisciplinaire samenstelling van onze expertteams. Als coördinator patiëntveiligheid ben ik voornamelijk bij de praktische organisatie in de lead geweest. Collega dr. André Wolff nam met een stuurgroep het opstellen van de visie en het krijgen van commitment van de raad van bestuur voor zijn rekening. Zo kun je als team ver komen. De aanhouder wint. Die wetenschap helpt wel om ook andere stopmomenten, bijvoorbeeld de sign-outprocedure, onder de loep te nemen en vragen beantwoord te krijgen: welke onderdelen zijn relevant en wanneer voer je de procedure uit? Vlak na het overtillen van de patiënt, of als de huid gesloten wordt en alles nog stabiel is? En hoe zorg je dat de overdracht, die elektronisch wordt vastgelegd, op een uniforme wijze plaatsvindt en dat het beleid van de verschillende zorgverleners op elkaar wordt afgestemd?’
Veiligheidsrondes ‘Na alle veranderingen gaan we nu kijken wat de blijvende resultaten zijn. Voor het monitoren van de verbeteringen houden we drie keer per jaar veiligheidsrondes. Daarvan ben ik de coördinator, maar we lopen de rondes uiteraard met een heel team van deskundigen. Zo lopen er altijd mensen mee van de hygiëne- en technische dienst, maar ook een operationeel manager. De operationeel managers kijken dus bij elkaar “in de ‘keuken”. Met het houden van een ronde zijn we redelijk veel tijd kwijt. We willen het namelijk wel OK-breed organiseren. Dat houdt bij ons in dat we twintig OK’s in acht complexen in drie dagen bezoeken en “doorlichten”. Tijdens de veiligheids-
rondes kijken we naar heel uiteenlopende zaken: van de ontvangst van een patient tot de veiligheidsafspraken met gedetacheerde collega’s; en van de mate waarin checklisten, medicatieverificaties en overdrachtsmoment goed worden doorlopen tot de aanwezigheid van de juiste controlestickers op de apparatuur. Dit is al het derde jaar dat we de veiligheidsrondes doen. De eerste keer merkten we dat collega’s erg alert waren. Zij zorgden echt dat ruimtes goed waren opgeruimd op het moment dat we kwamen. Later merkten we een zekere versloffing van zaken en zagen we soms dat bevindingen van drie maanden geleden nog niet waren aangepakt. Om als OK adequaat te kunnen reageren op bevindingen die betrekking hebben op patiëntveiligheid heeft de raad van bestuur de afdeling OK een uitgebreider mandaat gegeven. Wij hebben nu een regierol als het gaat om de veiligheid van het perioperatieve proces. In de praktijk houdt dit in dat ook de medische afdelingshoofden rapportages van ons krijgen en verantwoording afleggen aan de OKleidinggevende over de verbeteracties die zij naar aanleiding daarvan hebben ingezet. Wanneer de patiëntveiligheid niet voldoet aan ons ambitieniveau kan de OK stoppen met het faciliteren van de betreffende afdeling. Dat is overigens nog niet nodig geweest. Dit lijkt nu een positief effect te hebben. Verbeteracties worden echt doorgevoerd.’
Effectief communiceren ‘Toch kun je verbeteren wat je wilt, veilig werken blijft ook een zaak van voortdurend effectief communiceren. De juiste informatie met de juiste mensen op de juiste momenten delen. Dat is soms lastig als je met wisselende teams op de OK werkt. Bij ons op de OK werken we daarom met dedicated teams. De OK-medewerkers uit deze teams (operatieassistenten en anesOK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 37
37
12/5/11 4:26 PM
Praten over incidenten
Het VMS Veiligheidsprogramma Het VMS Veiligheidsprogramma ondersteunt Nederlandse ziekenhuizen bij het realiseren van 50 procent reductie van onbedoelde vermijdbare schade. Daartoe dienen de 93 deelnemende ziekenhuizen voor 31 december 2012 een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) conform de veldnorm NTA 8009:2007 te implementeren. Een VMS vormt een systeem waarmee ziekenhuizen continu risico’s signaleren, verbeteringen doorvoeren en beleid vastleggen, evalueren en aanpassen. Behalve aan de implementatie van een VMS werken de ziekenhuizen ook aan de doelstellingen van tien inhoudelijk medische thema’s: 1. voorkomen van wondinfecties na een operatie; 2. voorkomen van lijnsepsis en behandeling van ernstige sepsis; 3. vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt; 4. medicatieverificatie bij opname en ontslag; 5. kwetsbare ouderen; 6. voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende middelen; 7. verwisseling van en bij patiënten; 8. high-riskmedicatie: klaarmaken en toedienen van parenteralia; 9. vroege herkenning en behandeling van pijn; 10. optimale zorg bij acute coronaire syndromen. Het VMS Veiligheidsprogramma is geïnitieerd door vier programmapartners: NVZ vereniging van ziekenhuizen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Orde van Medisch Specialisten, en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland.
38
ken welke patiënten geholpen gaan worden en wat daarvoor nodig is. Daar wordt ook de voorafgaande week geëvalueerd om samen af te spreken hoe een en ander beter kan. Ik denk dat het erg goed is dat operaties zo worden doorgesproken met elkaar, omdat de grootste risico’s voor de patiënt in de overdracht tussen afdelingen en verschillende disciplines zitten. We werken nu ook aan een beter gestructureerde overdracht. Vooral op de OK is die overdracht ontzettend belangrijk, omdat we er met multidisciplinaire teams werken en tijdens operaties regelmatig wisselingen zijn binnen de teams.’
Aanspreekcultuur ‘Voor het bespreken van incidenten is wel een aanspreekcultuur nodig. Binnen de WPM’s is die cultuur er al wel. Op de werkvloer gaat het langzaam beter. In ons werk gebruiken we de eerdergenoemde STAP-methode voor standaardisatie, teamwork, aanspreken en patiëntgerichtheid. Daarnaast volgden de OKmedewerkers een feedbacktraining, en andere teams hebben onlangs de training crew resource management afgerond. Door voortdurend aan iets te werken, beklijft het meer en meer. Communiceren is een dagelijks gebeuren, en ook daar blijven we dus aan werken.’
▼
thesiemedewerkers) zijn verbonden aan een bepaald specialisme en doen vooral veel operaties binnen dat specialisme. Zo kunnen we vaker met een “vast” team samenwerken. We werken sowieso allemaal met protocollen, en elk specialisme heeft een eigen “werkplekmanagement” (WPM). Dit zijn wekelijkse overleggen waarbij de planning op de OK voor de volgende week wordt besproken. Tijdens deze multidisciplinaire overleggen wordt onder voorzitterschap van een anesthesioloog en in aanwezigheid van een chirurg, operatieassistent, verkoevermedewerker en anesthesiemedewerker beke-
‘Het melden van incidenten is bij ons op de afdeling redelijk ingeburgerd. We hebben OK-breed zo’n zestig meldingen per maand. Zelf meld ik denk ik zo één à twee keer per kwartaal. Als coördinator ben ik betrokken bij de categorisering van de meldingen. Een kwart daarvan is communicatiegerelateerd. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan miscommunicatie bij de overdracht van een patiënt tussen de verpleegafdeling en de OK. Andere meldingen gaan over medicatiediscrepanties en het ontbreken van instrumenten. We houden in ons ziekenhuis ook casusbesprekingen. Vooral bij de anesthesiologie zijn ze daar erg goed in. Zij komen met de anesthesiologen, anesthesie- en verkoevermedewerkers allemaal op een avond bij elkaar. De afdeling Heelkunde, en ook andere afdelingen, organiseert elke maand een multidisciplinaire complicatiebespreking. Standaardterugkoppeling en debriefings zouden ook goed werken, denk ik. Gewoon aan het einde van een ochtend- of dagprogramma met elkaar even stilstaan bij het verloop van de dag, bespreken hoe het ging en vastleggen wat nog beter kan. Maar daar zijn we nu nog niet aan toegekomen.’
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
OKO0811.indd 38
12/5/11 4:26 PM
COLOFON OK Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting van de vakbladen OK Magazine en Operationeel. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO. OK Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.
Redactiesecretariaat Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder. Telefoon: 040-253 89 21. E-mail:
[email protected] [email protected] Kopij voor OK Operationeel kunt u sturen naar beide e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van illustraties van derden is toestemming voor publicatie nodig en vermelding van de bron.
Uitgeverij: Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Telefoon: 020-520 60 77. E-mail:
[email protected] Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen:
[email protected] Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los, Astrid van Pelt, Linda van Pelt. Eindredactie: Marloes van Hoorn Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos Heijnen, Eric van Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp. Tekstcorrectie: Marijn Mostart Lay-out: Thomson Digital Traffic: Hans Jansens Druk: BalMedia
Buitenlands nlands personeel Op het LVO-congres in Maastricht afgelopen winter kreeg ik een signaal van een LVObestuurslid: er worden operatieassistenten uit het buitenland gehaald vanwege personeelstekorten. Zij zouden niet voldoen aan het vereiste kwaliteitsniveau, en wel zodanig dat zij een risico vormden voor de patiëntveiligheid. Vervolgens werd aan mij gevraagd of de inspectie hier iets aan kon doen. Als de patiëntveiligheid in het geding is, doet de inspectie daar onderzoek naar en moeten er verbeteringen komen. Maar voordat besloten kan worden om onderzoek te doen, moeten er heel duidelijke zaken op tafel liggen. Een dergelijk onderzoek heeft namelijk veel gevolgen voor alle betrokkenen; ziekenhuizen voelen zich aangesproken en vrezen reputatieschade, medewerkers voelen zich aangesproken in hun beroepseer en patiënten kunnen het idee krijgen dat er iets mis is met de veiligheid in hun ziekenhuis. Omdat de gevolgen groot kunnen zijn, moet altijd een zorgvuldige afweging worden gemaakt voordat tot onderzoek wordt overgegaan. Ik heb de LVO daarom gevraagd die signalen te concretiseren en te documenteren: wat
Advertenties:
is er precies aan de hand, om welke risico’s gaat het en welke ziekenhuizen betreft het?
Cross Advertising Westerkade 2 3116 GJ Schiedam Telefoon: 010 - 7421023 E-mail:
[email protected] Web: www.crossmedianederland.com
Het LVO-bestuur heeft vervolgens een enquête op de website gezet en die is door een
Abonnementen:
Deze resultaten zijn door het bestuur van de LVO ook naar buiten gebracht (in OK Ope-
Voor abonnementen, vragen over het abonnement of adreswijzigingen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Operationeel is voor LVO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de volgende abonnementsprijzen per 2010: Jaarabonnement: € 59,50 Losse nummers: € 8,50 Abonnementen buiten Nederland: € 75,Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2011 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen. ISSN 1872-6712
OKO0811.indd 39
aantal van u ingevuld. Op 1 september kreeg ik vervolgens een e-mail met de resultaten van de enquête: concrete signalen waarin ook de namen van de ziekenhuizen bekend werden gemaakt. rationeel 6 heeft bijvoorbeeld een selectie van jullie reacties gestaan). Dit heeft geleid tot vragen over personeelstekort van de Socialistische Partij aan de minister van VWS. De minister heeft daarop geantwoord dat de inspectie de risico’s van buitenlandse operatieassistenten zal onderzoeken. Zo zal geschieden. Hoe we dat precies gaan doen, kan ik nog niet vertellen. Ik weet namelijk niet zeker of de betreffende ziekenhuizen daar al over zijn geïnformeerd op het moment dat u dit leest. En dat zou niet netjes zijn. Wel zal ik ook het bestuur van de LVO daarover informeren als de betreffende ziekenhuizen hiervan op de hoogte zijn gebracht. Zodra we de resultaten van het onderzoek hebben, zullen we die rapporteren aan het bestuur, met daarbij de conclusie van de inspectie. U zult daarover ongetwijfeld in dit blad lezen. Ed Schoemaker Senior inspecteur en projectleider Toezicht Operatief Proces IGZ
[email protected]
OK OPERATIONEEL DECEMBER 2011
39
12/5/11 4:26 PM
Kunnen wij je hart sneller laten kloppen? ÉÉN AANSPREEKPUNT INTEGER, OPEN, TRANSPARANT DUIDELIJKE VISIE JE MENING TELT
Kies voor de beste baan via Hanhart Medical! Ben je net afgestudeerd of draai je al een tijdje mee in de medische wereld? Wij bieden jou een uitdagende baan bij een interessante opdrachtgever. Hanhart Medical heeft vacatures bij diverse gerenommeerde ziekenhuizen in Nederland en diverse privéklinieken. WE HEBBEN ZOWEL INTERNE VACATURES ALS VACATURES VOOR ANESTHESIE MEDEWERKERS, OPERATIE ASSISTENTEN EN VERKOEVER VERPLEEGKUNDIGEN! Je bent verzekerd van: s persoonlijke en professionele begeleiding; s interessante arbeidsvoorwaarden waaronder snelle en bovengemiddelde betaling; s diverse opleidingsmogelijkheden of een persoonlijk scholingsbudget; s werken in je eigen regio; s een auto van de zaak; s een pensioenregeling; s contract op maat. Neem contact op voor meer informatie of het maken van een afspraak: 4 s - s % INFO HANHARTMEDICALNL s WWWHANHARTMEDICALNL
Hanhart Medical OKO0811.indd 3
s
T +31 (0)6 110 46 559
s
E
[email protected]
s
www.hanhartmedical.nl 12/5/11 4:24 PM