Politiereglementen Wat kan een gemeentelijk politiereglement regelen? Een gemeente kan enkel reglementen en verordeningen goedkeuren die niet in strijd zijn met de wetten, decreten, de ordonnanties, de reglementen en de besluiten van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Gemeenschapscommissie, de provincieraad en de Bestendige Deputatie van de provincieraad (art. 119 van de Gemeentewet). Openluchtmanifestaties De meeste gemeenten hebben hiervoor een reglementering zo ook Sint-Truiden: DEEL 1. POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE OPENBARE RUST 1. 1. Algemene bepalingen 1. 1. 1. Geluidsoverlast Artikel 1. Het is verboden, om het even welk geluid, gerucht of rumoer te produceren gedurende de dag en de nacht, veroorzaakt zonder reden of zonder noodzaak en dat is toe te schrijven aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en dat van die aard is dat het de rust van de inwoners in het gedrang kan brengen. Het bewijs van geluidsoverlast kan met alle mogelijke middelen geleverd worden. 1. 2. Specifieke bepalingen 1. 2. 3. Muziek in openbare ruimten Artikel 5. Zonder machtiging van de burgemeester zijn de volgende zaken verboden in de openbare ruimte: vocale, instrumentale of muzikale audities, het gebruik van luidsprekers, versterkers of andere apparaten die geluidsgolven produceren of reproduceren. 1. 2. 4. Muziek op privé-eigendommen en in voertuigen Artikel 6. Het is verboden op de openbare weg en op de openbare plaatsen (groene zone, parken en andere) in openlucht radio’s, televisietoestellen, jukeboxen, grammofonen, registreerapparaten, luidsprekers en in het algemeen alle soorten ontvang- en zendtoestellen te laten functioneren, tenzij de voortgebrachte geluidssterkte het niveau van 45 dB(A) niet overtreft. Artikel 7. Het gebruik van de toestellen bedoeld in Artikel 6 binnenshuis, op particuliere eigendom, mag niet hoorbaar zijn op de openbare wegen en plaatsen, rekening houdend met de geldende wetgeving voor wat betreft geluid van elektronisch versterkte muziek. Artikel 8. In afwijking van Artikel 6 is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren, die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan. 1. 2. 6. Voertuigen met luidsprekers Artikel 10. Het gebruik van voertuigen met luidsprekers bestemd om reclame te maken is onderworpen aan de voorafgaande geschreven toelating van de burgemeester. Deze toelating moet steeds in het voertuig aanwezig zijn. Die toelating kan slechts toegestaan worden van 08.00 uur tot 18.00 uur in de periode van 1 oktober tot 31 maart en 08.00 uur tot 20.00 uur in de periode van 1 april tot 30 september. Daarenboven mag het voortgebrachte geluid het niveau van 50 dB(A) niet overschrijden in de woningen. Het geproduceerde geluidsniveau mag daarenboven niet hoger liggen dan 90 dB(A). 1. 2. 7. Hulpmiddelen Artikel 11.
Naast artikel 43 van het KB van 15 maart 1968, houdende vaststelling van het technisch reglement op de auto’s, en artikel 33 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg, is het aanwenden van fluiten, sirenen, bellen, klokken, muziek, geluidsverwekkende hulpmiddelen, door handelsinrichtingen, bewegende verkoopsinrichtingen, venters of leurders, opkopers van oude of nieuwe voorwerpen en dienstverleners, met het doel de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een dienst, enkel toegelaten, met machtiging van de burgemeester: - voor de periode van 1 oktober tot 31 maart dagelijks tussen 09.00 uur en 19.00 uur. - voor de periode van 1 april tot 30 september dagelijks van 09.00 uur tot 22.00 uur. De bovengenoemde geluidssignalen mogen niet meer dan 50 dB(A) bedragen in de woningen. Verder mag het geluidssignaal niet langer dan 10 seconden duren en moet er minstens een rustpauze van 1 minuut gerespecteerd worden tussen 2 opeenvolgende geluidssignalen. Het geproduceerde geluidsniveau mag daarenboven niet hoger liggen dan 90 dB(A). 1. 2. 9. Toestellen voor recreatief gebruik Artikel 13. Buiten de erkende terreinen waarop afzonderlijke reglementen van toepassing zijn, is het verboden met ontploffingsmotoren aangedreven speeltuigen en experimenteertuigen te gebruiken om er oefeningen, vertoningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of manifestaties mee te houden of in te richten in openlucht, op minder dan 100 meter van woonwijken of woonkernen of enig bewoond huis. Afwijkingen op voorgaande alinea kunnen door de burgemeester worden toegestaan ter gelegenheid van feestelijkheden of vieringen. 1. 2. 10. Wapens Artikel 14. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de jacht en betreffende het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning van 6 februari 1991 en latere wijzigingen, is het verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenkoeren, gebouwen en op alle plaatsen palende aan de openbare weg, vuurwapens af te vuren. Deze verbodsbepaling is niet van toepassing op de schietoefeningen die ingericht worden in officieel vergunde schietstanden. 1. 2. 11. Vuurwerk Artikel 15. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenkoeren, en op alle plaatsen palende aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. Artikel 16. De burgemeester is ertoe gemachtigd toelating te verlenen voor het afsteken van vuurwerk. 1. 2. 16. Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn Artikel 33. De uitbater van een drankslijterij wordt gestraft indien hij een besluit van de burgemeester overtreedt waarbij met het oog op de vrijwaring van de openbare orde, de sluiting van zijn inrichting wordt bevolen. Artikel 34. De officier van bestuurlijke politie kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de, voor het publiek toegankelijke, gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort zoals bepaald in Artikel 1. De uitbater die aan dit bevel tot sluiting geen gevolg geeft, wordt bestraft. Openbare vergaderingen in besloten plaatsen (zalen en tenten) Een fuif in een fuifzaal wordt aanzien als een openbare vergaderingen in besloten plaats. Ook hier wordt het onderscheid gemaakt tussen ingedeelde en niet-ingedeelde inrichtingen.
•
De manifestaties die plaats vinden in niet- ingedeelde inrichtingen. De gemeente kan hier gebruik maken van haar bevoegdheid (art. 117 t.e.m. 119 van de Gemeentewet) en van de mogelijkheden die de wet van 18 juli 1973 (wet betreffende geluidshinder) haar biedt om eventueel
bijkomende maatregelen te nemen of zwaardere normen op te leggen. Merk wel op dat de straffen die op
•
overtredingen gesteld zijn, de politiestraffen niet kunnen te boven gaan (€ 0,62 X 200). De manifestaties in ingedeelde inrichtingen. Als het gaat om een privé-zaal, dan kan het College van Burgemeester en Schepen, als vergunningverlenende instantie, bijzondere voorwaarden in de milieuvergunning opleggen ter bescherming van de mens en het leefmilieu (art. 20 derde lid van het milieuvergunningdecreet van 28 juni 1985). De burgemeester kan bij de exploitatie zonder vergunning en bij niet-naleving van de
•
milieuvergunningsvoorwaarden tegenover de milieuvergunningsplichtige inrichtingen dwangmaatregelen treffen, zoals de (tijdelijke) sluiting van een inrichting. Tenslotte is er een regel die zowel voor ingedeelde als niet-ingedeelde inrichtingengeldt. De Burgemeester kan, in geval van hoogdringendheid, bij politieverordening de gepaste maatregelen nemen om het hoofd te bieden aan oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen. De gemeenteraad zal die verordening wel moeten bekrachtigen (art. 134 Gemeentewet). Politiereglement Sint-Truiden: DEEL 2. OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG 2. 1. Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen en manifestaties 2. 1. 1. Vergaderingen in open lucht Artikel 35. Zonder schriftelijke toelating van de burgemeester is het organiseren van elke manifestatie op de openbare weg en vergadering in open lucht verboden. De aanvraag daartoe moet schriftelijk en minstens 10 kalenderdagen voor de voorziene datum ingediend worden. Artikel 36. Elke persoon die deelneemt aan een vergunde samenscholing op de openbare weg, of een vergadering in openlucht, dient zich te schikken naar de bevelen van de politie die tot doel hebben de veiligheid of het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen. Artikel 37. De houders van de in Artikel 35 bedoelde toelating zijn verplicht zich te schikken naar de voorwaarden vervat in het toelatingsbesluit. 2. 1. 2. Andere openbare vergaderingen Artikel 38. De organisator brengt de burgemeester minstens 48 uur op voorhand op de hoogte van de openbare vergaderingen die niet in openlucht plaatsvinden. 2. 3. Spelen Artikel 41. De plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, mogen niet gebruikt worden voor andere spelen of sporten of voor andere doeleinden. Artikel 42. Het is verboden op gelijk welke manier ieder concert, spektakel, evenement, sportieve bijeenkomst of gelijk welke bijeenkomst die door de gemeentelijke overheid toegelaten is, te verstoren. 2. 3. 1. Vermommingen Artikel 43. Het is verboden zich gemaskerd, vermomd of verkleed te vertonen op de straten of op de openbare plaatsen, zonder toelating van de burgemeester. De toepassing van dit artikel wordt opgeschort: 1° op de openbare weg op de maandag en dinsdag voor Aswoensdag 2° in de zalen tijdens de weekends vanaf de zondag voor Aswoensdag tot en met de zondag voor halfvasten 3° in het kader van de halloweenfeesten 4° in de sinterklaasperiode (sinterklaas en zwarte piet)
5° in de kerstperiode (kerstman) Elke persoon moet zich steeds op het eerste verzoek van de politie identificeren. Artikel 44. Het is verboden zich te verkleden in de actuele ambtskledij van burgerlijke en militaire overheden en politieambtenaren. 2. 3. 2. Confetti en dergelijke Artikel 45. Het is verboden tijdens carnavalsoptochten en andere openbare manifestaties computerconfetti alsook spuitbussen met kleur- en scheerschuim en spuitbussen met kleurhaarlak, schoensmeer, en/of enig ander middel dat kwetsuren en/of schade kan veroorzaken aan personen en/of goederen, op de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten. Met computerconfetti wordt enkel bedoeld de confetti vervaardigd uit afval van computerpapier. Enkel de biologisch afbreekbare confetti met een diameter van +/- 10 mm zal nog worden toegelaten. Artikel 46. Blijft verboden: 1° het werpen van confetti of slingerpapier in openbare plaatsen, waar dranken of eetwaren worden verbruikt 2° het werpen van opgeraapte confetti of slingerpapier. DEEL 3. REINHEID VAN DE OPENBARE WEG 3. 1. Aanplakkingen Artikel 82. Een affiche of bericht mag slechts aangeplakt worden op de plaatsen aangewezen door het college van burgemeester en schepenen. Indien er wildplakzuilen aanwezig zijn op het grondgebied, dan zijn deze enkel voorbehouden voor eigenhandige aanplakking door niet-commerciële verenigingen en instanties, ter aankondiging van hun geplande eigen activiteiten op het grondgebied van de gemeente. Deze aankondiging mag per activiteit en per zuil maximum 1 m2 innemen. 3. 4. Drukwerken Artikel 88. Zonder machtiging van de burgemeester is het verboden flyers of strooibriefjes uit te delen of te verspreiden. Naast het betalen van de administratieve boete moeten degene die deze bepaling overtreedt de flyers en strooibriefjes opruimen, zoniet houdt de gemeente zich het recht voor dit te doen op kosten van de overtreder. Artikel 89. Het bedelen van ongewenste reclame is strafbaar. Reclame is ongewenst indien een sticker in die zin is aangebracht op de brievenbus. Artikel 90. Is verboden het aanbrengen en/of plaatsen van opschriften, affiches, fotografische en beeldvoorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden, op andere plaatsen dan die die door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of vooraf en schriftelijk werden vergund door de eigenaar of door de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven. Naast de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk op orde brengen, zoniet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten van de organisator. DEEL 5. SANCTIES Artikel 101. Inbreuken op de artikelen in deel 1, 2 en 3 worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde ambtenaar conform de procedure vervat in artikel 119 bis, § 9 tot en met 12 van de Nieuwe Gemeentewet. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel in functie van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en van eventuele herhaling. De boete mag, ongeacht de omstandigheden,
alleszins het bedrag van het wettelijk bepaalde maximum van € 250 niet overschrijden. Artikel 102. Inbreuken op artikelen waarvoor een machtiging of vergunning verleend werd door de gemeentelijke overheid kunnen gesanctioneerd worden met de schorsing of intrekking van de vergunning. Voor het volledige politiereglement kan je surfen naar www.politie-sint-truiden.be en gaan naar de rubriek 'Online bibliotheek'. Welke maatregelen kan een gemeente niet nemen? Een gemeente mag geen discriminerende maatregelen opleggen die alleen voor bepaalde groepen (bvb. Jongeren) gelden, zoals enkel sluitingsuren voor jongerenfuiven, het gebruik van plastic bekers enkel verplicht maken voor jongerenfuiven, enz. Een gemeente kan je niet verplichten:
• • • • • •
een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten SABAM aan te vragen; inkomgelden te innen tot een bepaald uur portiers in te zetten Een gemeente heeft niet de bevoegdheid om: het aantal fuiven op het grondgebied van de gemeente te beperken. een politiereglement uit te vaardigen voor vergunningsplichtige inrichtingen (RvS 29 juni 1993), ook het KB van 24 februari 1977 kan men niet toepassen op ingedeelde inrichtingen.
•
fuiven in besloten plaatsen (zalen en tenten) vergunningsplichtig te maken (in strijd met art. 26 van de grondwet).
•
een meldingsplicht op te leggen, waarbij het niet melden kan leiden tot het stilleggen van de fuif of tot het betalen van een boete.
• • •
min 16-jarigen de toegang te verbieden tot fuiven die geen handelskarakter hebben. overtredingen te bestraffen die tot de morele orde behoren (bvb. sluiting bij overtreding drugwet). Dergelijke overtredingen dienen door gerechtelijke instanties vervolgd en bestraft te worden. maatregelen te nemen waarbij het middel niet evenredig is met het rechtmatig doel dat men stelt. Er moet met andere woorden een redelijk en proportioneel verband bestaan tussen de beperkingen die worden opgelegd en de mogelijke ordeverstoringen
•
bij eventuele wanordelijkheden en onvreedzame bijeenkomsten een definitief verbod uit te vaardigen. Ze kan slechts punctuele politiemaatregelen nemen (RvS 14 mei 1970). Een gemeente kan dus eventuele ongeregeldheden die zich voordoen bij één ‘herberg ‘ niet gebruiken als alibi om alle nachtelijke activiteiten te verbieden (RvS 8 oktober 1992). Beperkingen politiereglementen Politiereglementen kunnen niet alles regelen. Zo zijn private vergaderingen bijvoorbeeld niet onderworpen aan een ‘politiereglement over openbare vergaderingen en openbare bijeenkomsten’. Private vergaderingen zijn samenkomsten waar je alleen deel kan van uitmaken als je van de organisator een persoonlijke uitnodiging hebt gekregen. Op openbare vergaderingen wordt in principe iedereen zonder onderscheid toegelaten door de inrichter. Openbare fuiven zijn voor iedereen vrij toegankelijk, hetzij gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij of op vertoon van een toegangskaart of een uitnodiging die iedereen kan aanvragen, ook als je de organisator niet persoonlijk kent. (zie ook het deel privaat of openbaar?) Let op! Artikel 561 van het strafwetboek (verstoring van de nachtrust) geldt wel voor privé-fuiven, net als artikel 3 van het KB van 24 februari 1977 over geluidsnormen als de fuif plaatsvindt in een niet ingedeelde-inrichting. (zie deel geluidshinder) Beroepsmogelijkheden Een gemeentebestuur dat ervoor kiest om onwettige reglementen toe te passen, dat misbruik maakt van recht of reglementen uitvaardigt die in strijd zijn met het algemeen belang, stelt zich erg kwetsbaar op. Bovendien kan men zich de vraag stellen in hoeverre men dan bij de organisator veel respect zal afdwingen voor de wet als men
er zelf een loopje mee neemt. Als organisator beschik je bovendien over verschillende mogelijkheden om onwettige reglementen aan te vechten. Bij DE CULTUURPACTCOMISSIE kan je aankloppen als je meent dat het gelijkheidsbeginsel geschonden is, bijvoorbeeld als er sprake is van discriminatie van jongeren. Dit moet gebeuren binnen een termijn van 60 dagen. Jeugdorganisaties of jeugdraden gaan er vaak verkeerdelijk vanuit dat ze niks meer kunnen ondernemen als die termijn van 60 dagen na de onwettige toepassing van het reglement is verstreken. Maar dat is niet het geval. Je kan een beslissing uitlokken. Een benadeelde jeugdorganisatie (via aangetekend schrijven) of een jeugdraad (via advies) kan vragen of men een bestaand reglement aanpast. Als redenen kan je een aantal onwettigheden aanhalen. (bvb. Discriminatie van jongeren). Als het schepencollege met ‘nee’ antwoordt, dan is dit een beslissing en kan men binnen de 60 dagen klacht neerleggen bij de cultuurpactcommissie. Zelfs als de gemeente weigert te antwoorden, kan er een klacht ingediend worden. Er is dan sprake van een stilzittend bestuur. Diensten van de Eerste Minister - Vaste Nationale Cultuurpactcommissie Hertogstraat 4 , 1000 Brussel Tel.: 02 551 08 64 - Fax: 02 551 08 69 Een andere mogelijkheid is je wenden tot DE GOUVERNEUR. Deze kan de beslissing schorsen, waardoor deze niet kan worden uitgevoerd. Je kan ook aankloppen bij de MINISTER VAN BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN. Deze kan het besluit vernietigen. Het besluit is dan niet geldig. Je mag niet te lang wachten met het aantekenen van administratief beroep zoals dat dan heet, anders heeft de hogere overheid geen tijd meer om op de klacht te reageren. De termijn om te schorsen of vernietigen bedraagt 30 dagen. Bij een administratief beroep zal de hogere overheid de nodige stukken en de verantwoording bij de gemeente opvragen. De schorsingstijd wordt dan zolang opgeschort tot alle stukken binnen zijn. Minister van Binnenlandse aangelegenheden Martelaarsplein 7, 1000 Brussel Tel.: 02 553 23 11 - Fax: 02 553 23 05 Als je alle andere wettelijke administratieve rechtsmiddelen hebt geprobeerd, kan je je wenden tot DE RAAD VAN STATE binnen een termijn van 60 dagen nadat de beslissing uitvoerbaar is. Dit kan enkel als eerst alle andere wettelijke administratieve rechtsmiddelen werden uitgeput. De Raad van State doet de uitspraak ten gronde! Als het annulatieberoep ‘kennelijk gegrond’ is, kan gebruik worden gemaakt van de bijzondere en versnelde procedure (art. 94 van het procedurereglement). In het andere geval wordt het de gewone – en dus trage – procedure (die al vlug 6 jaar kan bedragen). DE RECHTBANK Als je omwille van een conflict met het gemeentebestuur voor een (politie)rechtbank moet verschijnen, kan deze rechtbank het reglement niet-bindend verklaren, m.a.w. de sanctiebevoegdheid van het reglement valt weg. Een benadeelde kan ook altijd zelf naar een burgerlijke rechtbank stappen en vragen het besluit te vernietigen.