Warmtepompen
Hout & Habitat Gratis kaart voor twee personen
Nieuw type natuurlijke verwarming
waarde 14 euro
8 originele manieren om je
gevel aan te kleden
8 originele manieren om je
gevel aan te kleden
Wat bepaalt de prijs van
bouwgrond Altijd vakantie
Prijs van bouwgrond
tuinen met zeesfeer samen energie aankopen en minder betalen
maatschappelijke trend
Wat bepaalt de
cohousing andere manieren van wonen
Altijd vakantie
tuinen met zeesfeer
De nummer1inBelgië - 31stejaargang -nr.284
november 2012 - €3,50
Alles wat je moet weten over
wonen
Dossier
cohousing
Wonen anders bekeken
Woonruimte wordt almaar kostbaarder. En individuele woningen blijven bouwen, lijkt onhoudbaar. Tegelijkertijd is er de teloorgang van het sociaal weefsel en de dringende noodzaak om energiezuiniger te gaan leven. Cohousing is een van de antwoorden om aan al deze verzuchtingen tegemoet te komen. Het is een oplossing die persoonlijke en gemeenschappelijke belangen wil verzoenen.
INHOUD 14 20 22 28 30 36
Een andere manier van wonen Juridisch en fiscaal Vierkantshoeve in de Condroz Ecologie als uitgangspunt Cohousing Vinderhoute De Molen van Rotselaar
beter bouwen & verbouwen november
2012
13
wonen cohousing
Cohousing, een and
14
Een eigen huis of appartement, maar wel een gedeelde tuin, gedeelde eetzaal en ... gedeelde kosten. Klinkt verleidelijk. En daarnaast is er natuurlijk ook die andere manier van wonen.
ere manier van wonen
B
ij cohousing heeft elk gezin zijn eigen huis of
appartement, maar deelt het wel gemeenschap-
pelijke ruimtes, zoals een tuin, een gemeenschapshuis met eetzaal en keuken of wasruimtes. Het
idee ontstond in Denemarken in de jaren 60, als
initiatief van enkele vrienden. De bewoners hadden een eigen huis met keuken en badkamer, dat meestal kleiner was dan
de gemiddelde woning in Denemarken. Ze konden wel gebruik maken van grote buitenruimtes en het gemeenschapshuis, waar ze samen kookten en aten of zich ontspanden. Door
die ruimtes te delen, was de behoefte aan grotere individu-
ele woningen minder groot. De Deense overheid voorzag subsidies, wat het concept toegankelijker maakte voor een
grotere doelgroep. Het waaide over naar onder meer Duitsland en Nederland, en stilaan vindt het ook in ons land meer en
In ons land kende het concept van cohousing lang geen succes. “De situatie is hier helemaal anders”, zegt Hilde Maelstaf,
lector sociologie en onderzoeksvaardigheden, verbonden aan
het studiegebied sociaal werk aan de Artesius Hogeschool in
Antwerpen. “Dat komt vooral door de wet De Taeye, waardoor mensen premies konden aanvragen om een huis te kopen of
beter bouwen & verbouwen november
2012
TeKSt
Experimenteren
Melanie De Vrieze
meer voorstanders.
15
16
wonen cohousing
‘‘
Het voordeel is dat je nooit alleen bent, en dat is meteen ook het nadeel.”
te bouwen. Er groeide op die manier een grote behoefte aan individuele eigendom, waardoor er weinig werd geëxperimenteerd met diverse vormen van samenwonen.”
Toch lijken tegenwoordig steeds meer mensen gewonnen om in
een cohousingproject of een andere vorm van gemeenschappelijk wonen te stappen. Meestal is er een mix van motieven.
“Mensen zien niet alleen de voordelen op praktisch, persoonlijk en economisch vlak, maar zetten soms ook de stap uit sociale bewogenheid of ecologisch bewustzijn.”
Maatschappelijke factoren Ook Hilde Maelstaf merkt dat steeds meer mensen interesse
hebben in cohousing. “Dat is ingegeven door enkele maatschappelijke factoren, zoals individuele behoeften, veranderende
bevolkingsnoden en de problematiek van ruimte en woningbouw.”
De behoeften van individuen zijn veranderd. “Veel burgers
hebben het gevoel dat ze te ver verwijderd zijn van het solidair zijn”, legt Hilde Maelstaf uit. “Met deze vorm van samen-
wonen proberen ze daaraan tegemoet te komen. Ook pluktui-
nen zijn daar een voorbeeld van. Mensen zoeken naar een vorm van solidariteit waar ze meer bij betrokken zijn. Het is een andere manier van denken.”
De demografie en de veranderende gezinssamenstellingen
doen de bevolkingsnoden eveneens veranderen. “Het valt
bijvoorbeeld op dat sommige jongeren die gemeenschappe-
lijkheid die ze meegemaakt hebben tijdens hun studententijd, nog niet direct willen opgeven”, legt Maelstaf uit. “Toen
deelden ze ook bepaalde ruimtes. Ze willen langer experimenteren. Andere jongeren willen wel alleen wonen, maar
ze beschikken niet over de nodige middelen om een huis
te kopen of te bouwen. En ons land telt ook niet voldoende huurwoningen.”
Anderzijds is er ook een stijgend aantal alleenstaanden of oudere mensen die de laatste dertig jaar van hun leven wel willen spenderen te midden van andere mensen. “In cohousing
leven mensen langer zelfstandig, ze zijn minder eenzaam en kunnen, indien nodig, hulp vragen aan hun medebewoners. De mix van leeftijden is in cohousing heel belangrijk.”
beter bouwen & verbouwen november
2012
17
18
wonen cohousing
vzw samenhuizen
Samenhuizen is een vzw die alle vormen van gemeenschappelijk wonen ondersteunt door informatie te verspreiden en mensen de mogelijkheid te geven om met elkaar in contact te komen. Deze vorm van wonen vraagt meer overleg en engagement van de bewoners en een dergelijk project opzetten vraagt veel organisatie. Mensen moeten in de opstartfase samen vergaderen en overleggen, niet alleen met elkaar maar ook met de gemeente, architecten en aannemers. “Het duurt allemaal langer dan wanneer je het alleen zou aanpakken”, zegt Roland Kurns. “Het is belangrijk om tot goede afspraken te komen en die ook juridisch te onderbouwen. De bewoners zijn nu hun eigen bouwheer of promotor. Dat betekent dat ze over heel wat talenten moeten beschikken om het project tot een goed einde te brengen. In het buitenland zie je al gespecialiseerde architectenbureaus en overheden die stimulerende maatregelen nemen.”
Ruimteproblematiek Ruimte is een ander probleem. Uit een recente studie van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) blijkt dat de toegekende ruimte voor wonen zeer krap aan het worden is. “We hebben
onze ruimte opgesoupeerd. Architecten en steden moeten op een andere manier nadenken hoe ze huisvesting in de toekomst
organiseren en hoe ze de ruimte het best kunnen benutten.
Dat kan in de eerste plaats door compacter te wonen, maar dat is niet evident en voor veel mensen een drempel. Kleiner wonen vraagt echt een mentaliteitsverandering.”
Het grootste struikelblok is het kortetermijndenken, meent
Maelstaf. “Wanneer mensen langer zelfstandig kunnen wonen en leven, moeten ze minder een beroep doen op thuiszorg,
maar die evolutie zie je nog niet omdat de eerste cohousingprojecten nu pas van de grond komen.”
Financieel Het financiële plaatje ziet er meestal hetzelfde uit als bij een nieuwbouw of aankoop van een gewone woning. “Het huis is
meestal compacter, maar de bewoners beschikken wel over
Roland Kurns ziet verschillende voordelen in cohousing en de varianten ervan. Vooral het sociale aspect speelt een belangrijke rol. “Door zo te wonen, is het gemakkelijker om voor elkaar te zorgen of bepaalde zaken te regelen.” De ecologische factor is eveneens van belang. “Bij het compact bouwen zijn de ecologische opties gemakkelijker in groep te voorzien. Er is ook meer openbare ruimte en meer groen beschikbaar. Maar net zoals in een privéhuishouden kunnen er conflicten ontstaan die opgelost moeten worden. Waar het vaak misloopt, zijn knelpunten in contacten met overheden, banken en architecten. Sinds vorig jaar is Samenhuizen een sociaalculturele beweging. Nu ondersteunt de vzw ook intensiever bepaalde projecten en heeft ze campagnes lopen bij lokale besturen. “Een keer per jaar organiseren we met onze Waalse collega’s een opendag samenhuizen”, zegt Roland Kurns. Het stimuleren van cohousing en andere vormen van gemeenschapelijk wonen door de steden staat nog in de kinderschoenen. “Gent was de eerste stad die ons charter ondertekende. De stad wil samenhuizen stimuleren. Ook de Vlaamse overheid heeft een resolutie goedgekeurd, maar het blijft nog wachten op concrete maatregelen.”
meer vierkante meter gedeelde infrastructuur, waarin ze moeten
investeren”, legt Roland Kurns van de vzw Samenhuizen uit. “Voor hetzelfde bedrag hebben ze een huis met een kleine tuin, maar dankzij cohousing hebben ze vaak een grotere
tuin die ze niet alleen moeten onderhouden, werkruimte, een grote speeltuin, ...
nuttige adressen > Samenhuizen 02 380 24 62 www.samenhuizen.be > Cohousingplatform 09 335 91 99 www.cohousingplatform.be > Habitat et participaction vzw 010 45 06 04 www.habitat-participation.be > Habitat groupé www.habitat-groupe.be
beter bouwen & verbouwen november
2012
19
wonen cohousing
Juridisch & fiscaal
Bernard Mariscal jurist en fiscalist
Welke verschillende juridische vormen bestaan er voor groepswonen? Er bestaan vier juridische vormen: de mede-eigendom, de coöperatieve vennootschap, de vzw en de vennootschap met sociaal oogmerk. Deze laatste twee zijn eerder bestemd voor een beperkt publiek, bijvoorbeeld in het kader van een solidaire woongemeenschap. De eerste twee zijn het meest courant. Ze hebben natuurlijk allemaal voor- en nadelen.
‘‘
Mede-eigendom beantwoordt waarschijnlijk het best aan de Belgische mentaliteit. Elke medebewoner is immers eigenaar van zijn eigen woning.”
Mede-eigendom of coöperatieve vennootschap: zijn er verschillen op het vlak van fiscaliteit? Mede-eigendom beantwoordt waarschijnlijk het best aan de Belgische mentaliteit. Je voelt je volop eigenaar, omdat elke medebewoner eigenaar is van zijn goed, dus van zijn woning. Bovendien ben je medeeigenaar van de gemeenschappelijke delen. Fiscaal gezien heeft deze formule nochtans enkele nadelen. De doorverkoop is onderworpen aan registratierechten (10% in Vlaanderen en 12,5% in Wallonië en Brussel). Bij een coöperatieve vennootschap daarentegen worden de ingeschreven aandelen niet fiscaal belast wanneer ze worden doorverkocht, althans voor zover er geen speculatie mee gemoeid is. Het is de coöperatieve vennootschap die eigenaar is. Wanneer men de vennootschap verlaat, worden de aandelen doorverkocht en moeten er geen registratierechten worden betaald.
Welke formule kiezen? Dat hangt natuurlijk af van de doelstellingen die de mensen van een woongroep voor ogen hebben. Bij de oprichting van een coöperatieve vennootschap wordt het doel van bij het begin bepaald. Dat is niet het geval bij een mede-eigendom. Om een coöperatieve vennootschap op te richten, moet je minimum met drie zijn en moet er een kapitaalsinbreng zijn. Er is een vast aandeel van 18.550 euro per coöperatieve vennoot. Daarbij komt nog een variabel aandeel dat moet worden bepaald. Bij een mede-eigendom volstaan twee personen en hoeft er bij het oprichten geen kapitaalsinbreng te zijn. Ook wat het beheer betreft zijn er gevoelige verschillen. De coöperatie20
beter bouwen & verbouwen november
2012
ve vennootschap impliceert een echte boekhouding, omdat ze onderworpen is aan de wet op de vennootschappen. De boekhouding van een mede-eigendom is eenvoudiger. Ze maakt deel uit van de opdracht van de syndicus, met andere woorden van de vereniging van mede-eigenaars.
Welke verschillen zijn er op het vlak van hypothecaire kredieten en toegang tot premies? De coöperatieve vennootschap is een handelsvennootschap en in dat opzicht, een rechtspersoon. Ze heeft dus toegang tot premies die zijn voorbehouden voor rechtspersonen, maar kan niet genieten van bepaalde hypothecaire kredieten die verstrekt worden door bijvoorbeeld het Woningfonds. Mede-eigenaars van hun kant hebben als natuurlijke personen recht op alle bestaande premies, zoals bijvoorbeeld voor de renovatie van een goed.
wonen cohousing 22
Vierkantshoeve in de Condroz
H
et avontuur begon in 2004 toen een kleine
groep vrienden besloot een vierkantshoeve te kopen om er zich met verschillende gezinnen
te vestigen. Vandaag wonen er zes families (9 volwassenen en 7 kinderen). Ze hebben
allemaal een aparte woning (tussen 150 en 350 m2) en
delen enkele gemeenschappelijke ruimtes, zoals de binnenkoer, een wasplaats, een tuin, een moestuin en een technische ruimte met een allesbrander (ketel) op biomassa die een gemeenschappelijk netwerk voedt waarmee alle
woningen verwarmd worden. Ten slotte beschikt elk gezin
over zonnepanelen voor de productie van sanitair warm water. “We kenden elkaar allemaal van in de streek en
wilden samen een hoeve kopen om ze te renoveren. Toen
we ze gevonden hadden, hebben we een groep gevormd rond een concreet project”, zegt Stephan Vis, één van de initiatiefnemers.
beter bouwen & verbouwen november
2012
Tekst Dominique Nuydt foto’s Alex von Buxhoeveden
Op deze grote vierkantshoeve wonen 6 families. Samen vormen ze een coöperatieve vennootschap. Niet meteen de makkelijkste formule. Bovendien wilden ze het patrimoniom vrijwaren en vermijden dat de hoeve werd opgedeeld.
23
wonen cohousing
Gemeenschappelijk ideaal Van bij de start koos de groep voor een coöperatieve vennootschap. “Dat is niet noodzakelijk de makkelijkste formule. Het is eigenlijk meer een ideologische keuze dan een praktische,
onder meer voor de hypothecaire lening. Een coöperatieve
vennootschap impliceert een zekere solidariteit en een grotere soepelheid in de verdeling van de ruimte. Anderzijds konden
sommige eigenaars zo een lening krijgen die ze niet zouden
hebben verkregen indien ze de stap alleen hadden gezet. Bovendien wilden we het patrimonium vrijwaren en er zeker van zijn dat de boederij een onverdeelbare vierkantshoeve bleef, en niet opgedeeld werd in verschillende eigendommen.”
De bewoners van de hoeve Henrichêne delen een visie die
verder reikt dan gewoon ergens wonen. Het gaat om een echt levensproject.
“Het is goed om van bij het begin het onderscheid te maken tussen ‘cohousing’ en ‘centraal wonen’. In dit laatste geval
worden de gemeenschappelijke ruimtes tot een minimum beperkt om mogelijke conflicten te vermijden. Bij ons gaat het wel degelijk om samenwonen én samen delen.” Zo worden
de binnenkoer, de wasplaats, de technische ruimte, de tuin
en de moestuin door de zes gezinnen beheerd. “We hebben
een wasplaats die voor iedereen ter beschikking staat, ook al zijn er slechts drie gezinnen die ze gebruiken. Er is ook een gemeenschappelijke moestuin, maar die is minder makkelijk te beheren.”
24
beter bouwen & verbouwen november
2012
wonen cohousing
Dagdagelijkse solidariteit Ook al vormen ze geen commune in de betekenis van de achtenzestigers van destijds, ze delen principes van gemeenschappelijke solidariteit. “Het leven in gemeenschap volgt het
ritme van de seizoenen. In de winter leeft iedereen eerder
op zichzelf. In de zomer is er veel meer contact. Over het
algemeen is de sfeer zeer goed. De kinderen zijn de eersten
om hiervan te profiteren, want ze gaan vrij bij elkaar op bezoek. Wanneer er een probleem is met een auto of iemand zoekt
een babysit, dan zijn de buren altijd bereid om in te springen. De rijkdom aan menselijke contacten is een van de belangrijkste voordelen van deze vorm van wonen.”
De organisatie in coöperatieve vennootschap houdt in dat
de raad van bestuur elke maand moet samenkomen. Daar worden alle beslissingen genomen over het beheer en de evolutie van het project.
“We brainstormen samen, verbouwen samen en dragen samen
Als er een probleem is of iemand zoekt een babysit, dan zijn de buren altijd bereid om in te springen.
de risico’s. We hebben ook een werkvergadering per maand voor het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimtes. We
proberen op lange termijn een soort minidemocratie tot stand te brengen, ook al kunnen bepaalde evoluties zorgen voor spanningen. Zo willen we een kleine polyvalente zaal inrichten
waar activiteiten kunnen worden georganiseerd, ook voor de
dorpsbewoners. Maar sommigen zijn bang voor de mogelijke hinder die dat met zich mee zou brengen. We proberen via
overleg tot oplossingen te komen, altijd met het algemeen belang voor ogen. Maar dat is niet altijd gemakkelijk. Wordt er geen akkoord bereikt, houden we een stemming met eenvoudige meerderheid. Dat is nog maar één keer voorgevallen.”
De keerzijde van de medaille “Samenwonen is niet altijd rozengeur en maneschijn”, zegt een
ex-bewoonster. “Je moet onder meer je verbintenis op lange termijn kunnen inschatten, wat niet altijd makkelijk is. Maar ondanks alles vind ik het een interessant experiment.”
Soms stellen er zich problemen in verband met de inrichting
of het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes. Als men het dan niet eens geraakt, wordt de confrontatie onvermijdelijk.
Daarnaast betreurt Stephan Vis dat het lang duurt om beslissingen te nemen. “Het duurt soms lang om tot een akkoord
De groep koos voor hun project voor een coöperatieve vennootschap. “Het is niet noodzakelijk de makkelijkste formule. Het is meer een ideologische keuze dan een praktische (...) Een coöperatieve vennootschap impliceert een zekere solidariteit en een grotere soepelheid in de verdeling van de ruimte.”
26
beter bouwen & verbouwen november
2012
te komen en dat is frustrerend, vooral als je je ideeën snel
in de praktijk wil omzetten. Ik geef kandidaten dan ook de raad om niet aan dergelijke projecten te beginnen louter om
economische redenen”, besluit hij. “Maar als je solidariteit, de ontwikkeling van gemeenschappelijke projecten en menselijke
contacten als uitgangspunt neemt, is het experiment zeker de moeite waard.” n
wonen cohousing
Ecologie als uitgangspunt
A
rchitect Eric Furnémont tekende de plannen
In een ruimer perspectief gaat het ook om anders en samen
de provincie Luik, en dat op een terrein van
ecologische kwestie hoogdringend is, zal er niets verande-
van een woongroep in Villers-le-Bouillet, in
7.980 m2. Het ecologische gedachtegoed is hier tot in de kleinste details voelbaar. De zes
te leren leven, ook al is dat op kleine schaal. “Hoewel de hele
ren als we onze manier van leven niet drastisch wijzigen.”
woningen met een gemiddelde oppervlakte van 120 tot 130 m2 zouden er in de winter van dit jaar moeten staan.
Individueel en sociaal
“Uiteraard werd veel aandacht besteed aan het energieaspect. Maar het begint al met een denkoefening over
Op de plannen zijn de privézones geschikt rond een gemeen-
de architectuur en de site, en niet alleen met een bereke-
schappelijke ruimte waar alle gemeenschappelijke installaties hun plaats hebben (paden, parkings, waterbekkens, moestui-
ning van energieprestaties. Het doel is gezond te bouwen volgens de principes van het bioklimatisme.”
nen). Er komt ook een kleine windturbine. “Om ecologische
redenen kies ik voor waterzuivering via waterbekkens. Een microstation verbruikt immers elektriciteit en vergt elke
Bioklimatisme
twee jaar onderhoud. Elke woning zal worden verwarmd
Bij bioklimatologische architectuur draait het erom voordeel
Dit ecologische project, dat hoge energieprestaties kan
te halen uit het klimaat en de omgeving waarin de woning wordt gebouwd en gebruik te maken van de meteorologische
met een hydraulische houtcassette”, zegt Eric Furnémont.
voorleggen, heeft natuurlijk een kostprijs. Die is geschat op 1.500 euro/m2. “We konden wat besparen dankzij de
kenmerken van de streek in plaats van ze te bekampen. Het
gemeenschappelijke inrichtingen, maar de prijs was niet
ming verzekerd worden door de isolatie, de thermische inertie
komt de kostprijs voor de bouw op ongeveer hetzelfde
gaat dus om een woning waarin de klimaatregeling en verwarvan de materialen en de vloer, de natuurlijke luchtcirculatie en de zonnestraling. Oriëntatie is daarbij van zeer groot belang.
De woning moet zoveel mogelijk naar het zuiden gericht zijn.
In deze contreien kan een goed geïsoleerde woning dankzij de zon immers een groot deel van haar verwarmingsbehoef-
te dekken. In Villers-le-Bouillet beantwoordt het project aan
direct de hoofdbekommernis van dit project. Uiteindelijk neer als een bioklimatologische woning.”
Het project wil ook inspelen op de individuele noden van
de toekomstige bewoners en tegelijk de sociale interactie
tussen de verschillende gezinnen stimuleren. De architectuur moet hier ook toe bijdragen.
deze drie grote principes: oriëntatie, isolatie en materialen met
een hoge thermische inertie. “Een bioklimatologische woning
Wissel op de toekomst
verbruikt zeer weinig energie, zonder de investering van een passiefwoning te moeten doen”, aldus de architect.
Via groepswoningbouw is het mogelijk om de sfeer van de
dorpen van weleer op kleine schaal te herbeleven. Dat waren gemeenschappen waar solidariteit geen ijdel woord was. Deze
Plaatselijke materialen
vorm van wonen wil een antwoord zijn op het verlies aan
De constructie bestaat uit een combinatie van gecemen-
De bouw van individuele woningen lijkt, gezien de demogra-
teerde bouwblokken en een houtskelet dat geïsoleerd wordt
met cellulosevlokken. De daken zijn van zink, de gevelbekleding in lorken. Er werd op toegezien dat geen van
de gebruikte materialen toxische stoffen bevat. “Maar dat volstaat niet. Toegepaste ecologie veronderstelt ook dat je
structuur en aan de sociale ruimte van onze samenleving.
fische ontwikkelingen, gewoon onhoudbaar. De bebouwbare oppervlakte blijft niet eindeloos uitbreidbaar. Via groepswo-
nen wil men aantonen dat het mogelijk is om persoonlijke en gemeenschappelijke belangen te verzoenen. n
gebruik maakt van plaatselijke materialen met een geringe ecologische voetafdruk. Daarom heb ik voor de gevel-
betimmering voor lorken of douglas pine gekozen die bij ons groeien, en niet voor exotische houtsoorten. Idem voor de vloeren en de bepleistering.”
28
Dit groepswoningproject in Villers-le-Bouillet zal worden georganiseerd volgens het stelsel van mede-eigendom. Dat blijkt momenteel de eenvoudigste en meest courante oplossing.
Tekst Dominique Nuydt foto’s Alex von Buxhoeveden
Alle woningen zullen worden gebouwd volgens de principes van het bioklimatisme. Cruciaal hierbij zijn oriëntatie, isolatie en materialen met een hoge thermische inertie.
beter bouwen & verbouwen november
2012
29
wonen cohousing 30
Cohousing Vinderhoute
V
inderhoute was één van de eerste cohousing-
projecten in Vlaanderen. De eerste stappen werden gezet in 2006. Het duurde twee
jaar om met de gemeente te overleggen. Aanvankelijk wilden de initiatiefnemers op
de site méér woningen die kleiner waren, maar dat liet de
gemeente niet toe. Vinderhoute houdt het dus voorlopig bij 17 units in blokken van drie. “Het ideale scenario voor
cohousing is 8 tot 34 gezinnen”, vindt Federico Bisschop, een van de initiatiefnemers en woordvoerder van het project.
“Met minder dan acht gezinnen wordt het moeilijk om de gemeenschappelijke delen financieel te dragen. Met meer
dan 34 gezinnen krijg je weer te anonieme wijken.” Aangezien de site zich buiten Gent bevindt, hebben veel gezinnen met
kinderen zich ingeschreven. “Toch is er een gezonde mix met ook alleenstaanden en ouderen”, zegt Bisschop.
De 17 gezinnen kozen voor cohousing uit sociale en ecologische motieven. “Mensen willen terugkeren naar het dorp
van vroeger, waar ze op de nabijheid van hun buren kunnen steunen, zonder dat ze elkaars deur platlopen. Iedereen
heeft ook een passiefhuis of een lage-energiewoning, die extra goed geïsoleerd is zodat ze bijna geen verwarming
meer nodig hebben. We hebben allemaal fotovoltaïsche zonnepanelen op ons dak liggen en de meeste bewoners verwarmen met een luchtwarmtepomp.”
Huis op maat In Vinderhoute hebben de bewoners elk hun eigen woning en
een privétuintje. De rest van de ruimte is open en beheren de bewoners samen. “Daardoor krijg je meer ruimtelijke
kwaliteit dan in een verkavelingsproject”, zegt Federico Bisschop.
In 2010 is de bouw begonnen. Alle huizen zijn in houtskelet
gebouwd, waardoor de bewoners veel zelf konden doen qua afwerking. “De aannemer was daar ook heel flexibel in. De woningen zijn op twee manieren afgewerkt: een gevel in hout of crepi, maar iedereen heeft een huis op maat.”
In Vlaanderen waren er niet echt voorbeelden waarop ze
zich konden baseren, dus hebben ze in Vinderhoute alles
zelf moeten doen. “We hebben de rol van projectontwikkelaar op ons genomen. Mensen lopen bij zulke projecten
wel eens tegen de lamp omdat ze niet de nodige kennis in huis hebben, maar gelukkig hadden we een goede mix
van talent. We zijn ook altijd heel realistisch geweest. Veel mensen denken dat deze vorm van wonen goedkoper is of dat het gemakkelijk zal gaan, maar er kruipt veel tijd in. Dat hebben we van bij het begin beseft.”
beter bouwen & verbouwen november
2012
Tekst Melanie De Vrieze foto’s Lennen Descamps
17 gezinnen wonen er nu. Vooral voor kinderen is cohousing een unieke manier van wonen.
31
wonen cohousing
Samen koken Cohousing vertrekt vanuit een paar principes. Typisch is het gemeenschappelijke karakter, het samen beslissen en de
privacy van de bewoners. De bewoners hebben elk een eigen huis, maar er zijn ook gemeenschappelijke ruimtes. In Vinder-
houte staat het paviljoen centraal. “Het paviljoen is trouwens
De gemeenschappelijke ruimte in het paviljoen, met een professionele keuken, eetzaal, wasruimte, thuiswerkruimte,...
het eerste wat we gebouwd hebben”, zegt Federico Bisschop.
“Op die manier konden mensen die aan het bouwen waren
al in de gemeenschappelijke ruimtes terecht.” Het paviljoen
bestaat uit een professionele keuken, werkruimtes, eetzaal,
logeerkamer, wasruimte, thuiswerkruimte, enzovoort. Het is onderkelderd en heeft bergruimtes voor ieder gezin. Twee
keer per week wordt er gemeenschappelijk gekookt. “De bewoners zijn heel enthousiast om voor de anderen te koken.
Via een interne website weten we voor hoeveel mensen we moeten koken.”
Aanschuiven aan de gemeenschappelijke tafel is echter geen verplichting. “We hebben geen beurtrollen, maar we verwach-
ten wel dat iedereen mee-investeert in de gemeenschappelijke lasten.”
De auto’s staan op een centrale parking zodat de rest van de site verkeersvrij is. Achter de huizen ligt een weg die toegan-
kelijk is voor de ordediensten of om de boodschappen dicht bij huis af te zetten. Daarnaast is er nog een gemeenschappelijk plein en een gezamenlijke tuin.
Terugkeer naar het dorp Het sociale aspect was voor veel bewoners een reden om in het project te stappen. Eén van de bewoonsters verwoordt het zo: “We kenden het concept van op reis, maar we dachten
dat het moeilijk haalbaar was bij ons. Na een infoavond waren
32
beter bouwen & verbouwen november
2012
wonen cohousing
we overtuigd. Het sociale aspect vind ik het grootste voordeel.
Je hebt een ruimer vangnet, het is aangenamer wonen en je
hebt altijd iemand om tegen te praten.” Het feit dat je nooit alleen bent, is het grootste voordeel, maar tegelijk ook het grootste nadeel, vindt Sybille Segers, een andere bewoon-
ster. “Toch is het een leuke gedachte dat je weet dat er altijd iemand in de buurt is. Die samenhorigheid is heel belangrijk. Je deelt veel zaken met mensen en je kunt makkelijk terecht bij de buren.”
Wie op zo’n manier wil samenwonen, moet veel vergaderen
en gezamenlijke beslissingen nemen. “Je kunt niet zomaar iets uitvoeren, je moet altijd eerst in consensus beslissen. De groep moet er zich goed bij voelen”, zegt Sybille Segers.
“Anderzijds, wanneer je hier komt wonen, zijn de belangrijk-
ste beslissingen al genomen”, zegt een andere bewoonster.
“Je bent drie jaar bij het project betrokken en je hebt al een
heel traject achter de rug. Tijdens een bouwproces leer je elkaar ook beter kennen. Je leert omgaan met elkaar. De
beslissingen wegen nu soms minder zwaar door dan toen we er nog niet woonden.”
Een ander nadeel is het extra werk. De bewoners hebben meer
taken en verantwoordelijkheden die ze anders niet zouden hebben. “Je kunt je niet onttrekken aan de groep, je moet een
bijdrage leveren, maar ik haal er veel meer uit dan het nadeel dat het oplevert. Uiteindelijk is alles in balans, want door de gemeenschappelijke maaltijden komt er ook tijd vrij.”
Meer ruimte voor je geld Is cohousing een financieel interessante formule? Volgens Federico Bisschop komt het op ongeveer hetzelfde neer.
“De bewoners besparen op ruimte in hun eigen huis, want
ze hebben geen logeerkamer of werkruimte nodig. Die is in het paviljoen aanwezig. Op die manier kunnen ze 20 tot 30 vierkante meter uitsparen. Hun woning is dus compacter, maar wat ze uitsparen qua ruimte, investeren ze in de
gemeenschappelijke ruimtes. Cohousing is dus niet goedkoper of duurder, maar je krijgt wel meer kwaliteit en ruimte voor je geld.”
Cohousing Vinderhoute werkt niet als vzw of coöperatieve, maar werkt juridisch gezien net zoals een appartementsgebouw: een vereniging van mede-eigenaars. “Tijdens de bouwfase hebben we wel een andere juridische constructie gebruikt, maar enkel om de bouw te regelen”, zegt Federico Bisschop. “Net zoals bij een appartementsgebouw is er geen enkele beperking van het eigendomsrecht voorzien. De bewoners kunnen verkopen of verhuren wanneer ze willen, aan wie ze willen en aan welke prijs ze willen.”
34
beter bouwen & verbouwen november
2012
Dat bevestigt ook Sybille Segers. “We hadden al gezocht naar woningen in Gent, maar die bleken te duur. Voor ons was cohousing financieel interessant. Verbouwen in Gent of
nieuwbouw plaatsen in Vinderhoute kostte evenveel, maar je hebt hier wel meer ruimte.”
Het wonen zelf is wel goedkoper: de internetinfrastructuur wordt gedeeld, er is maar één polis voor de brandverzekering
(150 tot 200 euro per jaar goedkoper), één systeem voor
het regenwater,... “In de toekomst starten we ook met “auto-
delen” waardoor het leven goedkoper wordt voor de bewoners”, voegt Federico Bisschop er nog aan toe. n
wonen cohousing
Molen van Rotselaar
De mensen die hier wonen zijn hier niet toevallig. Ze kiezen voor een bewuste levensstijl. Het sociale aspect, solidariteit en het ecologische gedachtegoed zijn de voornaamste beweegredenen.
36
I
n de jaren tachtig kochten acht gezinnen de molen
van Rotselaar, een beschermd monument met twee
hectare grond. De voorbije jaren werd de vervallen molen
volledig gerestaureerd. Vandaag wonen 25 mensen
eerder van samenhuizen. Iedereen woont onafhankelijk
in een woning of appartement, met elk een eigen slaapkamer en badkamer. Er is geen gemeenschappelijk paviljoen waar verschillende keren per week wordt gekookt. Toch
zijn er bepaalde zaken die de bewoners delen, zoals een
parking, een binnenplein, een biologische groentetuin, een paardenstal waar de fietsen en het tuingereedschap staan,
een wasmachine of een auto. “We hebben samen ook een boomgaard, kippen, een ezel en een bloementuin”, zegt
Johan Deklerck, één van de bewoners. “In het bakhuis bakken we wekelijks brood of pizza. Hoewel de bewoners elk een eigen keuken hebben, eten ze soms ook samen,
bijvoorbeeld tijdens de maandelijkse werkdag wanneer de
bewoners het terrein onderhouden. “Zeker bij mooi weer gebeurt dit ook spontaan.”
beter bouwen & verbouwen november
2012
Tekst Melanie De Vrieze foto’s Dominic Verhulst
in negen verschillende woningen op het molenerf. In
Rotselaar kun je niet echt spreken van cohousing, maar
37
wonen cohousing De molen was een vervallen monument dat de afgelopen jaren volledig werd gerenoveerd. Vandaag wonen er 25 mensen in negen verschillende woningen.
Afspraken In tegenstelling tot het concept van cohousing zijn er in
de molen van Rotselaar niet zoveel afspraken of vergader-
momenten. “Je kunt dus zelf bepalen hoe intens je elkaar
ziet of wanneer je alleen wilt zijn”, zegt Johan Deklerck. “Eén zaterdag per maand houden we een informele vergadering en één zaterdag per maand is er een werkdag.” De bewoners
werken dan samen aan het onderhoud van het 2 hectare grote terrein: ze rijden het gras af, knotten wilgen en snoeien de hagen, composteren,... Werner, één van de molenbewo-
ners, is een erkende biotuinder. Hij verkoopt een deel van de geteelde groenten in een winkeltje in de molen, aangevuld
met andere groenten van de bioveiling in Kampenhout. “Bij
deze vorm van gemeenschappelijk wonen streven we ernaar om in de eigen behoeften te voorzien, zowel voor energie en waterwinning als voor producten van eigen kweek.”
Johan Deklerck woont nu twee jaar op het molenerf. Een tijdje voordien woonde hij in een gemeenschapshuis in Antwerpen waar zowat alles gedeeld werd, zoals de badkamer,
keuken enzovoort. “Mensen beslissen niet om in de molen
van Rotselaar te komen wonen uit financiële motieven”, zegt hij. “Het sociale aspect, de solidariteit en het ecologische gedachtegoed zijn wel belangrijke redenen. Mensen
die hier willen wonen, kiezen daar ook voor. Ze willen een meer bewuste levensstijl.”
38
beter bouwen & verbouwen november
2012
wonen cohousing
Mix In de molen van Rotselaar woont een mix van jong en oud,
getrouwd met/zonder kinderen en alleenstaanden. “Die combinatie vinden we belangrijk”, zegt Johan Deklerck. “Verschillende leeftijden zijn een verrijking. Tegelijk vereist deze vorm
van samenwonen een bepaalde mentaliteit. Hier vind je geen mensen die toevallig allemaal rond hetzelfde plein wonen, hun levenswijze verloopt parallel.”
In de molen van Rotselaar hebben we ook een goed evenwicht gevonden tussen het individuele en het collectieve, meent Johan
Deklerck. “We hebben onze informele momenten wanneer we elkaar tegenkomen, elkaar helpen en samen werken, maar we
kunnen ook autonoom leven. De mentaliteit mag niet verstikkend werken. Het gebeurt soms dat mensen liever alleen willen zijn omdat ze het iets moeilijker of drukker hebben.”
Voor- en nadelen Het grote voordeel van deze vorm van samenwonen is het
sociale aspect en dat ecologische gedachtegoed. Gas, elektri-
citeit en water worden individueel betaald, maar de elektriciteit wordt wel geproduceerd op het erf door de waterturbine.
Een van de nadelen is dat je tot compromissen moet komen. “Iedereen heeft bijvoorbeeld andere standaarden wat netheid
betreft. Je moet je daarbij neerleggen. Er zijn soms gevoeligheden, maar dat heb je altijd wanneer mensen samenleven.
Je mag niet alleen aan jezelf denken, je moet je ook inzetten
Bij de Molen van Rotselaar heeft de vzw, wanneer de eigenaars hun woning verkopen, een voorkooprecht. Met andere woorden krijgt de vzw dus voorrang op andere kopers. Tot de vzw van de Molen van Rotselaar behoren de eigenaars die op de molen wonen en die formeel de molenfeesten organiseren. Ook hier geldt het mede-eigendom. “We hebben een vergadering van mede-eigenaars die over investeringen beslist”, zegt bewoner Dirk Vansintjan. “Daarnaast vergaderen de molenbewoners over het samenhuizen, de molenfeesten en het dagelijks onderhoud.
40
beter bouwen & verbouwen november
2012
voor de groep en daar plezier uithalen. Een individualist zou hier niet kunnen aarden. Daarnaast moet je bereid zijn op een
zaterdag te werken. Het kan natuurlijk wel eens gebeuren dat
dat niet lukt - we houden dat ook niet bij - maar we verwachten wel dat je dan op een andere dag werkt. Veel conflic-
ten zijn er niet. De woonsfeer is aangenaam, het is hier dan
ook geen duiventil. De vraag naar een woning in de molen van Rotselaar is groter dan dat er verloop is. Als mensen
naar een andere locatie verhuizen, dan heeft dit meestal met de gang van het leven te maken (sterfgeval, echtschei-
ding, kinderen) en niet zozeer omdat ze het samenhuizen niet meer leuk vinden.” n