Gebruikershandboek
CNC PILOT 4290 B- en Y-as NC-software 625 952-xx
Nederlands (nl) 3/2010
CNC PILOT 4290 B- en Y-as
CNC PILOT 4290 B- en Y-as In dit handboek wordt beschreven over welke functies u bij gebruik van de CNC PILOT 4290 met NC-softwarenummer 625 952-xx (release 7.1) voor de B-as, de Y-as en voor het gereedschapsmagazijn kunt beschikken. Dit handboek vormt een aanvulling op het bedieningshandboek van de CNC PILOT 4290.
2
B- en Y-as
1 B- en Y-as ..... 7 1.1 Basisprincipes ..... 8 De Y-as ..... 8 De B-as ..... 8 Het gereedschapsmagazijn ..... 10 1.2 Handbediening en automatisch bedrijf ..... 11 Automatisch bedrijf zonder referentie ..... 11 Magazijntabel ..... 11 Met magazijngereedschappen werken ..... 14 Magazijngereedschap meten en corrigeren ..... 18 Correcties tijdens automatisch bedrijf ..... 19 1.3 Instructies voor de programmering ..... 20 Positie van de te frezen contouren ..... 20 Snijkantbegrenzing ..... 20 Boren en frezen op gezwenkt vlak ..... 21 1.4 DIN PLUS: programmadeel-aanduidingen ..... 22 Programmadeel SCHIJFMAGAZIJN ..... 22 Programmadeel VOORKANT_Y, ACHTERKANT_Y ..... 22 Programmadeel MANTEL_Y ..... 23 1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak ..... 24 Startpunt contour G170-Geo ..... 24 Lineair element G171-Geo ..... 24 Cirkelboog G172-/G173-Geo ..... 25 Boring G370-Geo ..... 26 Lineaire sleuf G371-Geo ..... 26 Ronde sleuf G372/G373-Geo ..... 27 Volledige cirkel G374-Geo ..... 27 Rechthoek G375-Geo ..... 28 Regelmatige veelhoek G377-Geo ..... 28 Patroon lineair XY-vlak G471-Geo ..... 29 Patroon rond XY-vlak G472-Geo ..... 30 Afzonderlijk vlak G376-Geo ..... 31 Meerzijdige vlakken G477-Geo ..... 31
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
3
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak ..... 32 Startpunt contour G180-Geo ..... 32 Lineair element G181-Geo ..... 32 Cirkelboog G182/G183-Geo ..... 33 Boring G380-Geo ..... 34 Lineaire sleuf G381-Geo ..... 34 Ronde sleuf G382/G383-Geo ..... 35 Volledige cirkel G384-Geo ..... 35 Rechthoek G385-Geo ..... 36 Regelmatige veelhoek G387-Geo ..... 36 Patroon lineair YZ-vlak G481-Geo ..... 37 Patroon rond YZ-vlak G482-Geo ..... 38 Afzonderlijk vlak G386-Geo ..... 39 Meerzijdige vlakken G487-Geo ..... 39 1.7 DIN PLUS: bewerkingsvlakken ..... 40 Bewerkingsvlak zwenken G16 ..... 41 1.8 DIN PLUS (Y-as): positioneercommando's ..... 42 IJlgang G0 ..... 42 Gereedschapswisselpositie benaderen G14 ..... 42 IJlgang in machinecoördinaten G701 ..... 43 1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen ..... 44 Magazijngereedschap inspannen G714 ..... 44 Gereedschapspositie vastleggen G712 ..... 47 Gereedschapsselectie G600 ..... 48 1.10 DIN PLUS: lineaire en ronde banen ..... 49 Frezen: Lineaire verplaatsing G1 ..... 49 Frezen: Cirkelboog G2, G3 – incrementele middelpuntmaat ..... 50 Frezen: Cirkelboog G12, G13 – absolute middelpuntmaat ..... 51 1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli ..... 52 Vlak frezen voorbewerken G841 ..... 52 Vlak frezen nabewerken G842 ..... 53 Meerdere zijden frezen voorbewerken G843 ..... 54 Meerdere zijden frezen nabewerken G844 ..... 55 Kamerfrezen voorbewerken G845 (Y-as) ..... 56 Kamerfrezen nabewerken G846 (Y-as) ..... 61 Graveren XY-vlak G803 ..... 63 Graveren YZ-vlak G804 ..... 64 Schroefdraad frezen XY-vlak G800 ..... 65 Schroefdraad frezen YZ-vlak G806 ..... 66 Afwikkelfrezen G808 ..... 67 1.12 Simulatie ..... 68 Simulatie van het gezwenkte vlak ..... 68 Coördinatensysteem weergeven ..... 69 Digitale uitlezing met B- en Y-as ..... 69
4
1.13 TURN PLUS: gereedschapsmagazijn en B-as ..... 70 Gereedschapsmagazijn ..... 70 Gereedschappen voor de B-as ..... 70 1.14 TURN PLUS: Y-as ..... 71 Basisprincipes Y-as ..... 71 Te frezen contouren vastleggen ..... 72 1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak ..... 73 Referentiegegevens XY-voorkant/XYR-achterkant ..... 73 XY-vlak: startpunt contour ..... 74 XY-vlak: lineair element ..... 75 XY-vlak: boog ..... 76 XY-vlak: afzonderlijke boring ..... 77 XY-vlak: cirkel (volledige cirkel) ..... 79 XY-vlak: Rechthoek ..... 80 XY-vlak: Veelhoek ..... 81 XY-vlak: Lineaire sleuf ..... 82 XY-vlak: Ronde sleuf ..... 83 XY-vlak: lineair boorpatroon ..... 84 XY-vlak: rond boorpatroon ..... 85 XY-vlak: lineair figuurpatroon ..... 86 XY-vlak: rond figuurpatroon ..... 87 XY-vlak: afzonderlijk vlak ..... 88 XY-vlak: Meerzijdige vlakken ..... 88 1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak ..... 89 Referentiegegevens Y-mantelvlak ..... 89 YZ-vlak: startpunt contour ..... 89 YZ-vlak: lineair element ..... 90 YZ-vlak: boog ..... 91 YZ-vlak: afzonderlijke boring ..... 92 YZ-vlak: cirkel (volledige cirkel) ..... 94 YZ-vlak: Rechthoek ..... 95 YZ-vlak: Veelhoek ..... 96 YZ-vlak: Lineaire sleuf ..... 97 YZ-vlak: Ronde sleuf ..... 98 YZ-vlak: lineair boorpatroon ..... 99 YZ-vlak: rond boorpatroon ..... 100 YZ-vlak: lineair figuurpatroon ..... 101 YZ-vlak: rond figuurpatroon ..... 102 YZ-vlak: afzonderlijk vlak ..... 103 YZ-vlak: Meerzijdige vlakken ..... 103 1.17 Voorbeeldprogramma's ..... 104 Werken met de Y-as ..... 104 Werken met de B-as ..... 108
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
5
B- en Y-as
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
7
1.1 Basisprincipes
1.1 Basisprincipes De Y-as Met de Y-as kunt u niet alleen boor- en freesbewerkingen aan de vooren achterkant uitvoeren, maar ook op het mantelvlak. Bij toepassing van de Y-as interpoleren twee assen lineair of cirkelvormig in het vooraf ingestelde bewerkingsvlak, terwijl de derde as lineair interpoleert. U kunt dan bijv. sleuven of kamers met platte basisvlakken en verticale sleufranden maken. Door het vooraf ingeven van de spilhoek bepaalt u zelf de positie van de te frezen contour op het werkstuk. De CNC PILOT ondersteunt het maken van NC-programma's met de Y-as in: DIN PLUS contourdefinitie met TURN PLUS werkschema's maken met TURN PLUS De scheiding van contourbeschrijving en bewerking geldt ook voor freeswerkzaamheden met de Y-as. Bij freesbewerkingen wordt geen contourcorrectie uitgevoerd. De contouren van de Y-as worden met programmadeel-aanduidingen aangegeven. De grafische simulatie geeft de freesbewerking in de bekende draai-, voorkant- en mantelvensters, alsmede in het "zijaanzicht (YZ)" weer.
De B-as Gezwenkt bewerkingsvlak Met de B-as kunnen boor- en freesbewerkingen op schuine vlakken in de ruimte worden uitgevoerd. Om een eenvoudige programmering te waarborgen, wordt het coördinatensysteem zo gezwenkt dat de boorpatronen en te frezen contouren in het YZ-vlak worden vastgelegd. Het boren resp. frezen vindt dan weer in het gezwenkte vlak plaats. De scheiding van contourbeschrijving en bewerking geldt ook voor bewerkingen op gezwenkte vlakken. Er wordt geen contourcorrectie uitgevoerd. Contouren op gezwenkte vlakken worden met de programmadeelaanduiding MANTEL_Y aangegeven. De CNC PILOT ondersteunt het maken van NC-programma's met de B-as in DIN PLUS: De grafische simulatie geeft de bewerking op gezwenkte vlakken in de bekende draai- en voorkant-vensters, alsmede in het "zijaanzicht (YZ)" weer.
8
B90
B180
G714 B.. C0
Het aantal benodigde gereedschappen en het aantal gereedschapswissels wordt op die manier beperkt.
B0
Gereedschapsgegevens: Alle gereedschappen worden met de X-, Zen Y-maat en de correcties in de gereedschapsdatabase beschreven. Deze maten zijn gerelateerd aan de zwenkhoek B=0°. Bovendien wordt de positiehoek vermeld. Met deze parameter wordt bij niet-aangedreven gereedschappen (draaibeitels) de werkpositie van het gereedschap vastgelegd.
B90
G714 B.. C180
De zwenkhoek van de B-as maakt geen deel uit van de gereedschapsgegevens. Deze hoek wordt bij de gereedschapsoproep resp. bij gebruik van het gereedschap vastgelegd. Gereedschapsoriëntatie en digitale uitlezing: Bij draaibeitels wordt de positie van de gereedschapspunt berekend op basis van de oriëntatie van de snijkant. Bij deze oriëntatie vindt bij het zwenken en/ of roteren van de B-as geen automatische correctie plaats.
2
Controleer na een beweging van de B-as of de oriëntatie nog geldig is, en wijs eventueel opnieuw toe.
1
3 4
8
O=
De besturing duidt na een handmatige beweging van de B-as de digitale uitlezing als ongeldig aan. Weergave in zwarte cijfers: digitale uitlezing is geldig. Weergave in grijze cijfers: digitale uitlezing is ongeldig.
1.1 Basisprincipes
Gereedschappen voor de B-as Een ander voordeel van de B-as is het flexibel gebruik van gereedschappen bij draaibewerkingen. Door het zwenken van de B-as en het roteren van het gereedschap worden gereedschapsposities bereikt, waarbij langs- en dwarsbewerkingen resp. radiale en axiale bewerkingen op de hoofd- en tegenspil met hetzelfde gereedschap mogelijk zijn.
5
7 6
De besturing maakt bij de gereedschapsoriëntatie onderscheid tussen de types vlak-/nadraaibeitels en halfronde snijbeitels, en steekbeitels en draadsnijgereedschap (zie afbeelding). De gereedschapsposities 1, 3, 5 of 7 gelden voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels. Neutraal gereedschap is te herkennen aan de instelhoek. De gereedschapsposities 2, 4, 6 of 8 gelden voor steekbeitels en draadsnijgereedschap. In de gereedschapsgegevens wordt vastgelegd of er sprake is van een "rechter" of "linker" gereedschap. Machine-uitlezing: In het T-veld van de machine-uitlezing staat de magazijnplaats van het gereedschap. De correctiewaarden die in dit veld worden getoond, houden rekening met de actuele zwenkhoek van de B-as. Na het zwenken of roteren van de B-as zijn de waarden in de digitale uitlezing ongeldig.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
9
1.1 Basisprincipes
Multigereedschappen voor de B-as Als er meer gereedschappen op een gereedschapshouder zijn gemonteerd, is er sprake van een "multigereedschap". Bij multigereedschappen heeft elke snijkant (elk gereedschap) zijn eigen ID-nummer en omschrijving. De positiehoek, in de afbeelding met "C" aangeduid, maakt deel uit van de gereedschapsgegevens. Wanneer nu een snijkant (een gereedschap) van het multigereedschap wordt geactiveerd, draait de CNC PILOT het multigereedschap op basis van de positiehoek in de juiste positie. De offset positiehoek uit de gereedschapswisselroutine wordt bij de positiehoek opgeteld. U kunt het gereedschap op die manier in de "normale positie" of "overhead" gebruiken.
C240
C0
Op de foto ziet u een multigereedschap met drie snijkanten. C120
Het gereedschapsmagazijn De CNC PILOT ondersteunt een plaatsgeoriënteerd gereedschapsmagazijn met max. 99 gereedschappen. Met plaatsgeoriënteerd wordt bedoeld dat aan elk gereedschap een bepaalde magazijnplaats is toegewezen. De machine-operator bepaalt deze plaats bij het instellen van het magazijn. In de magazijntabel wordt de actuele bezetting van het gereedschapsmagazijn aangegeven. De gereedschappen worden met hun ID-nummer in deze tabel ingevoerd. Gereedschapsprogrammering: De magazijngereedschappen zijn bedoeld voor de B-as. Voor de gereedschapswissel of gereedschapspositionering kunt u gebruikmaken van de functie G714. Als alternatief kunt u het zwenken van de B-as en het roteren van het gereedschap naar de positiehoek met aparte functies (G0, G15, etc.) programmeren. In dat geval is echter declaratie van de gereedschapspositie met G712 noodzakelijk.
10
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf Automatisch bedrijf zonder referentie Vanaf softwareversie 625 952-02: Magazijn- en MANUAL-programma's kunnen worden gestart ook als niet van alle assen het referentiepunt is vastgelegd. Hiervoor moet in het te starten programma in een commentaarregel worden gedefinieerd bij welke assen de referentiestatus mag ontbreken. Syntaxis van de commentaarregel: [@0nn] – hier staat "nn" voor de asletters van de assen waarvan het referentiepunt niet is vastgelegd Voorbeelden: [@0B] – van de B-as hoeft het referentiepunt niet te worden vastgelegd [@0BY] – van de assen B en Y hoeft het referentiepunt niet te worden vastgelegd De functies voor het instellen van het gereedschapsmagazijn en het inspannen van magazijngereedschappen worden door de machinefabrikant op de CNC PILOT en de machine afgestemd. Daarom zijn afwijkingen van de hieronder beschreven functies mogelijk. Raadpleeg uw machinehandboek.
Magazijntabel In de magazijntabel wordt de actuele bezetting van het gereedschapsmagazijn aangegeven. Bij het "instellen van de magazijntabel" voert de gebruiker voor elk gereedschap het ID-nummer in en legt daarmee de magazijnplaats vast. Bij multigereedschappen wordt het ID-nummer van een willekeurige snijkant ingevoerd. Omdat in de gereedschapsdatabase alle ID-nummers van het multigereedschap onderling zijn gekoppeld, kent de CNC PILOT alle snijkanten. Het gereedschapsmagazijn kan op een van de onderstaande manieren worden ingesteld: Via de laadklep gereedschappen in het magazijn plaatsen: zie "Via de laadklep gereedschappen in het magazijn plaatsen" op bladzijde 12 Via het werkbereik gereedschappen in het magazijn plaatsen: zie "Via de werkruimte gereedschappen in het magazijn plaatsen" op bladzijde 13 Gereedschap uit het magazijn verwijderen: zie "Gereedschap uit het magazijn verwijderen" op bladzijde 13
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
11
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Het gereedschaps-standtijdbeheer geldt zonder enige beperking ook voor magazijngereedschappen. Botsingsgevaar Vergelijk de magazijntabel met de bezetting van het gereedschapsmagazijn en controleer de gereedschapsgegevens vóór de programma-afloop. De magazijntabel en de maten van de ingevoerde gereedschappen moeten overeenkomen met de actuele omstandigheden, omdat de CNC PILOT deze gegevens bij alle sledebewegingen, bij de bewaking van de veiligheidszone, etc. meeberekent. Via de laadklep gereedschappen in het magazijn plaatsen U plaatst via de laadklep gereedschappen in het gereedschapsmagazijn en voert de ID-nummers op de juiste plaats in de magazijntabel in. ID-nummers van gereedschap invoeren: U
In handbediening "Instellen > Gereedschapstabel > Tabel instellen" kiezen.
U
Ga met de cursor naar de desbetreffende magazijnplaats.
U
Selecteer het ID-nummer van het gereedschap uit de database en neem dit over, of druk op de INS-toets en voer het ID-nummer direct in.
U
Gereedschapsmagazijn in de juiste positie draaien en gereedschap plaatsen.
Bij de magazijntabel kunt u de functies "Gereedschapstabel met NC-programma vergelijken" en "Gereedschapstabel uit NC-programma overnemen" niet gebruiken.
12
U U U
Gereedschap in de gereedschapsopname (in het werkbereik) plaatsen. In handbediening "T > Magazijn > Magazijn lad(en)" kiezen. De CNC PILOT opent de dialoogbox "Magazijn: Magazijn lad(en)". Parameters invoeren en de dialoogbox afsluiten. De besturing laadt het desbetreffende NC-programma. U NC-programma met Cyclusstart activeren.
1.
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Via de werkruimte gereedschappen in het magazijn plaatsen U plaats het gereedschap in de gereedschapsopname en roept de functie "SCHIJFMAGAZIJN laden" op. Hier voert u het ID-nummer van het gereedschap en het magazijnplaatsnummer in. De CNC PILOT slaat het gereedschap op en voert het ID-nummer in de magazijntabel in.
2. ID . . . P ...
3.
4.
B
Parameters ID ID-nummer van het magazijngereedschap P
Plaatsnummer in het gereedschapsmagazijn
B
Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
De CNC PILOT brengt het gereedschap in het magazijn voert het gereedschap in de magazijntabel in verplaatst de slede naar de gereedschapswisselpositie zwenkt de B-as Let bij de bediening en weergave op het volgende: deze functie wordt met behulp van een NC-programma uitgevoerd. U activeert het NC-programma met Cyclusstart. Gereedschap uit het magazijn verwijderen Verwijder het gereedschap uit het magazijn en verwijder het item uit de magazijntabel. U U U
Gereedschapsmagazijn in de juiste positie draaien en gereedschap verwijderen In handbediening "Instellen > Gereedschapstabel > Tabel instellen" kiezen Ga met de cursor naar de desbetreffende magazijnplaats U Softkey of DEL-toets indrukken en de gestelde vraag met Ja beantwoorden. De besturing verwijdert het gereedschap uit de magazijntabel.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
13
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Met magazijngereedschappen werken Magazijngereedschap wisselen Gebruik deze functie voor de gereedschapswissel of om de zwenkhoek of positiehoek van het actieve gereedschap te wijzigen. U
U
U
In handbediening "T > Magazijn > GS-wissel" kiezen. De besturing opent de dialoogbox "Magazijn: GS-wissel" Op de softkey drukken, gereedschap uit de magazijntabel selecteren, overige parameters invoeren en dialoogbox afsluiten. De besturing laadt het desbetreffende NC-programma.
O 3 4
2
1 8
O=
B 5
6
7 C
C=0°
Oriëntatie bij draaibeitels. Positie van de snijkant van het gereedschap (zie afbeelding). Gereedschapsposities 1, 3, 5, 7: voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels (neutrale gereedschappen worden op basis van de instelhoek herkend) Gereedschapsposities 2, 4, 6, 8: voor steekbeitels en draadsnijgereedschap (een "rechter" of "linker" gereedschap wordt in de gereedschapsgegevens vastgelegd)
B
Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
C
Offset positiehoek bij draaibeitels 0°: gereedschapspositie "normaal" 180°: gereedschapspositie "overhead"
H
Blokrem 0: de rem wordt afhankelijk van de gereedschapsparameter geklemd ("niet aangedreven" wordt geklemd; "aangedreven" wordt niet geklemd) 1: rem wordt geklemd 2: rem wordt niet geklemd
De CNC PILOT brengt het gereedschap in het magazijn haalt het opgegeven gereedschap uit het magazijn verplaatst naar de gereedschapswisselpositie zwenkt de B-as roteert het gereedschap naar de positie "normaal" of "overhead" (offset positiehoek C) verrekent de gereedschapsgegevens en houdt daarbij rekening met "oriëntatie O", de positie van de B-as en de positiehoek stelt de blokrem in
14
0°
NC-programma met Cyclusstart activeren.
Parameters ID ID-nummer van het magazijngereedschap O
B
TM
C=180°
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Gereedschapspositie wijzigen: Als de oproep betrekking heeft op het actieve gereedschap, dan verplaatst de slede zich naar de gereedschapswisselpositie en zwenkt de B-as of roteert het gereedschap naar de positiehoek. Offset positiehoek: Met de "offset positiehoek" stelt u draaibeitels in op "normaal" of "overhead". De CNC PILOT houdt daarbij rekening met de in de gereedschapsdatabase opgeslagen basisinstelling (positiehoek = positiehoek uit de gereedschapsgegevens + offset positiehoek). Gereedschapsoriëntatie: Bij de berekening van de positie van de gereedschapspunt houdt de CNC PILOT rekening met de positie van de snijkant. De CNC PILOT maakt onderscheid tussen de types vlak-/ nadraaibeitels en halfronde snijbeitels, en steekbeitels en draadsnijgereedschap (zie afbeelding). Let bij de bediening en weergave op het volgende: deze functie wordt met behulp van een NC-programma uitgevoerd. U activeert het NC-programma met Cyclusstart. Magazijngereedschap declareren Wanneer er zich bij het uit- en opnieuw inschakelen van de besturing een gereedschap in het werkbereik bevindt, dan moet dit opnieuw worden gedefinieerd. De CNC PILOT gebruikt hiervoor de bij de uitschakeling geldige waarden als voorstelwaarden voor de dialoogbox. U
U
U
In handbediening "T > Magazijn > GS handmatig" kiezen. De besturing opent de dialoogbox "Magazijn: GS handmatig". Op de softkey drukken, ashoek B invoeren, de overige parameters controleren en de dialoogbox afsluiten. De besturing laadt het desbetreffende NC-programma.
O
3 4
2
1 8
O= 5
B
TM
6
B
7 C
NC-programma met Cyclusstart activeren. C=0°
C=180°
Parameters ID ID-nummer van het magazijngereedschap P
Plaatsnummer in het gereedschapsmagazijn
O
Oriëntatie bij draaibeitels. Positie van de snijkant van het gereedschap (zie afbeelding). Gereedschapsposities 1, 3, 5, 7: voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels (neutrale gereedschappen worden op basis van de instelhoek herkend) Gereedschapsposities 2, 4, 6, 8: voor steekbeitels en draadsnijgereedschap (een "rechter" of "linker" gereedschap wordt in de gereedschapsgegevens vastgelegd)
B
Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
C
Offset positiehoek bij draaibeitels 0°: gereedschapspositie "normaal" 180°: gereedschapspositie "overhead"
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
15
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Parameters H Blokrem 0: de rem wordt afhankelijk van de gereedschapsparameter geklemd ("niet aangedreven" wordt geklemd; "aangedreven" wordt niet geklemd) 1: rem wordt geklemd 2: rem wordt niet geklemd De CNC PILOT verplaatst naar de gereedschapswisselpositie zwenkt de B-as roteert het gereedschap naar de positie "normaal" of "overhead" (offset positiehoek C) verrekent de gereedschapsgegevens en houdt daarbij rekening met "oriëntatie O", de positie van de B-as en de positiehoek stelt de blokrem in
Bij het uitschakelen van de besturing gaat de informatie over het gereedschap in de gereedschapsopname verloren. HEIDENHAIN adviseert magazijngereedschappen vóór het uitschakelen uit het werkbereik te verwijderen. Let bij de bediening en weergave op het volgende: deze functie wordt met behulp van een NC-programma uitgevoerd. U activeert het NC-programma met Cyclusstart. Magazijngereedschap terugplaatsen Met de functie "Magazijngereedschap terugplaatsen" wordt het gereedschap uit het werkbereik in het magazijn teruggeplaatst. Daarna verplaatst de gereedschapshouder zich naar de gereedschapswisselpositie en wordt de B-as naar de opgegeven hoek gezwenkt. U U
In handbediening "T > Magazijn > GS terugplaatsen" kiezen. De besturing opent de dialoogbox "Magazijn: GS terugplaatsen". Parameter "Ashoek B" invoeren en dialoogbox afsluiten. De besturing laadt het desbetreffende NC-programma. U NC-programma met Cyclusstart activeren
Parameters B Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
16
TM 0
B
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
De CNC PILOT brengt het gereedschap in het magazijn verplaatst naar de gereedschapswisselpositie zwenkt de B-as Let bij de bediening en weergave op het volgende: deze functie wordt met behulp van een NC-programma uitgevoerd. U activeert het NC-programma met Cyclusstart. B-as in handbediening zwenken Gebruik ofwel de gereedschapspositie-oproep voor het positioneren van de B-as, of zwenk de as handmatig met het handwiel of de PLCtoetsen. Gereedschapswisseloproep: Bij het oproepen van de gereedschapswisselfunctie zijn de actuele waarden al vooraf ingesteld. Voer nu de gewenste ashoek B in en activeer de functie. Handmatig zwenken: U zwenkt de B-as met het handwiel. De B-as kan ook met de PLC-toetsen worden verplaatst, wanneer de besturing hiervoor door de machinefabrikant is voorbereid. Raadpleeg uw machinehandboek. Bij handmatig zwenken van de B-as wordt weliswaar rekening gehouden met de nieuwe ashoek B, maar een wijziging van de gereedschapsoriëntatie wordt niet herkend. Daarom markeert de besturing de uitlezing van de actuele waarden X en Z als ongeldig (uitlezingswaarden worden grijs weergegeven). Bij de volgende gereedschapsoproep berekent de CNC PILOT de positie van de gereedschapspunt opnieuw en wordt de uitlezing van de actuele waarden X en Z als geldig gemarkeerd. Let erop dat de uitlezing van de actuele waarden X en Z (machine-uitlezing) ongeldige waarden aangeeft zodra de B-as handmatig wordt gezwenkt. De CNC PILOT geeft dit aan door de uitlezingswaarden grijs weer te geven.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
17
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Magazijngereedschap meten en corrigeren Gereedschap meten: Met deze functie worden de gereedschapslengtes met de actuele zwenkhoek van de B-as en de positiehoek van het gereedschap bepaald. Deze waarden worden ook weergegeven. Bovendien rekent de besturing de maten naar positie B=0 om en slaat deze op in de gereedschapsdatabase. U
In handbediening "Instellen > GS instellen > GS meten" kiezen. De besturing toont in de dialoogbox "GS meten T.." de geldige meetwaarden.
U
Gereedschapsmaten bepalen, invoeren en de dialoogbox afsluiten.
De besturing wist de correctiewaarden voert de gereedschapsmaten in de database in Correctiewaarden bepalen: De correctiewaarden worden met de actuele zwenkhoek van de B-as en de positiehoek van het gereedschap bepaald en weergegeven. De besturing rekent de maten naar positie B=0 om en slaat deze op in de gereedschapsdatabase. U
In handbediening "Instellen > GS instellen > GScorrecties" kiezen. De besturing toont in de dialoogbox "Gereedschap aanraken" de geldige correctiewaarden die aan positie B=0 zijn gerelateerd.
U
Correctiewaarden bepalen en dialoogbox afsluiten
De besturing neemt de correctiewaarden over.
18
1.2 Handbediening en automatisch bedrijf
Correcties tijdens automatisch bedrijf Gereedschapscorrecties: Bepaal de correctiewaarden met de actuele zwenkhoek van de B-as en de positiehoek van het gereedschap. De besturing rekent de maten naar positie B=0 om en slaat deze op in de gereedschapsdatabase. U
In automatisch bedrijf "Corr(ecties) > GS-correcties" kiezen. De besturing opent de dialoogbox "GS-positie voor GS-correcties".
U
Parameters invoeren en de dialoogbox afsluiten.
U
De besturing toont in de dialoogbox "GS-correcties" de correctiewaarden gerelateerd aan de in de vorige dialoogbox opgegeven ashoek B.
U
Nieuwe correctiewaarden invoeren
De besturing toont in veld "T" (machine-uitlezing) de correctiewaarden gerelateerd aan de actuele ashoek B en de positiehoek van het gereedschap. De CNC PILOT slaat de gereedschapscorrecties samen met de andere gereedschapsgegevens op in de database. Als de B-as wordt gezwenkt, houdt de CNC PILOT bij de berekening van de gereedschapspuntpositie rekening met de gereedschapscorrecties. Additieve correcties zijn onafhankelijk van de gereedschapsgegevens. De correcties werken in X-, Y- en Z-richting. Het zwenken van de B-as heeft geen invloed op additieve correcties.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
19
1.3 Instructies voor de programmering
1.3 Instructies voor de programmering Positie van de te frezen contouren In de programmadeel-aanduiding legt u het referentievlak of de referentiediameter vast. De diepte en positie van een te frezen contour (kamer, eiland) legt u als volgt in de contourdefinitie vast: met diepte P in de vooraf geprogrammeerde G308 alternatief bij figuren: cyclusparameter diepte P Het voorteken van "P" bepaalt de positie van de te frezen contour: P<0: kamer P>0: eiland Positie van de te frezen contour Programmadeel P Oppervlak
Freesbodem
VOORKANT
ACHTERKANT
MANTEL
P<0
Z
Z+P
P>0
Z+P
Z
P<0
Z
Z–P
P>0
Z–P
Z
P<0
X
X+(P*2)
P>0
X+(P*2)
X
X: referentiediameter uit de programmadeel-aanduiding Z: referentievlak uit de programmadeel-aanduiding P: diepte uit G308 of uit de figuurbeschrijving Met de vlakfreescycli wordt het in de contourdefinitie beschreven vlak gefreesd. Met eilanden binnen dit vlak wordt geen rekening gehouden.
Snijkantbegrenzing Indien delen van de te frezen contour buiten de te draaien contour liggen, begrenst u het te bewerken vlak met vlakdiameter X / referentiediameter X (parameters van de programmadeel-aanduiding of de figuurdefinitie). De snijkantbegrenzing werkt ook bij freesbewerkingen op gezwenkte vlakken.
20
1.3 Instructies voor de programmering
Boren en frezen op gezwenkt vlak HEIDENHAIN adviseert het coördinatensysteem zo te zwenken dat de boorpatronen en te frezen contouren in het YZ-vlak kunnen worden vastgelegd. U hebt dan de beschikking over alle contour-, figuur- en patroondefinities voor het YZ-vlak. De boor- en freescycli werken weer in het gezwenkte vlak. De cycli halen de positie van het gezwenkte vlak uit de contourdefinities. Bovendien wordt geadviseerd de B-as met G714 te zwenken, omdat deze G-functie betrekking heeft op de berekening van de gereedschapspositie. Hieruit volgt de onderstaande werkwijze bij de programmering: Roteer en verschuif het coördinatensysteem voor het gezwenkte vlak met de programmadeel-aanduiding MANTEL_Y (zie "Programmadeel MANTEL_Y" op bladzijde 23) Definieer de boorpatronen en te frezen contouren in het YZ-vlak Positioneer de B-as met G714 Activeer het YZ-vlak met G19 Gebruik de boor- en freescycli voor de bewerking Als alternatief kunt u het bewerkingsvlak zwenken met G16 en dan de bewerkingen in het gezwenkte vlak uitvoeren. Let erop dat er geen correctie van de gereedschapsoriëntatie plaatsvindt, wanneer de B-as met de aparte functies G0 of G15 wordt gepositioneerd. Programmeer een G712 om de gereedschapspositie opnieuw te laten berekenen.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
21
1.4 DIN PLUS: programmadeel-aanduidingen
1.4 DIN PLUS: programmadeelaanduidingen Voor draaibanken met een gereedschapsmagazijn en/of een Y-as hebt u de volgende programmadeel-aanduidingen tot uw beschikking.
Programmadeel SCHIJFMAGAZIJN In het programmadeel SCHIJFMAGAZIJN neemt u alle gereedschappen op die in het NC-programma nodig zijn. Van deze tabel wordt bij het programmeren van G714 (magazijngereedschap inspannen) gebruikgemaakt. Er kan in willekeurige volgorde worden ingevoerd. Tabel met magazijngereedschappen maken/wijzigen: U
"Head(er) > Gereedschapstabel instellen" kiezen
U
Gereedschappen uit de database selecteren en in de tabel invoeren
U
Op de ESC-toets drukken om de tabel af te sluiten.
Afzonderlijk magazijngereedschap invoeren of wijzigen: U
Cursor binnen het programmadeel SCHIJFMAGAZIJN plaatsen
U
Gereedschap opnieuw invoeren: op INS-toets drukken
U
Gereedschap wijzigen: op RETURN drukken of met de linkermuisknop dubbelklikken
U
Dialoogbox "Gereedschapstabel instellen" bewerken
Programmadeel VOORKANT_Y, ACHTERKANT_Y Met de programmadeel-aanduiding wordt het XY-vlak (G17) en het referentievlak van de contour (Z-richting) gemarkeerd. Parameters X Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Z
Positie van het referentievlak – default: 0
C
Spilpositie – default: 0
22
1.4 DIN PLUS: programmadeel-aanduidingen
Programmadeel MANTEL_Y Met de programmadeel-aanduiding wordt het YZ-vlak (G19) gemarkeerd en bij machines met B-as het gezwenkte vlak vastgelegd.
B, I, K
Zonder B-as: met de referentiediameter wordt de positie van de contour in X-richting vastgelegd en met ashoek C de positie op het werkstuk.
I
X
Parameters X Referentiediameter C
H=0
B
H=1
I
Ashoek C – legt de spilpositie vast
Z K
Met B-as (zie afbeeldingen): MANTEL_Y voert bovendien de volgende transformaties en rotaties voor het gezwenkte vlak uit: Verschuift het coördinatensysteem naar positie I, K Roteert het coördinatensysteem met hoek B; referentiepunt: I, K H=0: verschuiving van het geroteerde coördinatensysteem met –I. Het coördinatensysteem wordt "terug" verschoven. Parameters X Referentiediameter C
Ashoek C – legt de spilpositie vast
B
Vlakhoek: positieve Z-as
I
Vlakreferentie in X-richting (radiusmaat)
K
Vlakreferentie in Z-richting
H
Automatische verschuiving van het coördinatensysteem (default: 0) 0: het geroteerde coördinatensysteem wordt met –I verschoven 1: het coördinatensysteem wordt niet verschoven
Coördinatensysteem "terug" verschuiven: De CNC PILOT verwerkt de referentiediameter voor de snijkantbegrenzing. Deze geldt bovendien als referentie voor de diepte die u voor te frezen contouren en boringen programmeert. Omdat de referentiediameter is gerelateerd aan het actuele nulpunt, wordt geadviseerd bij het werken op het gezwenkte vlak het geroteerde coördinatensysteem met de waarde –I "terug" te verschuiven. Als geen snijkantbegrenzing nodig is, bijv. bij boringen, kunt u de verschuiving van het coördinatensysteem uitschakelen (H=1) en referentiediameter=0 instellen.
B
B Z
Z
Voorbeeld: "MANTEL_Y" PROGRAMMAKOP ... CONTOUR Q1 X0 Z600 ONBEWERKT WERKSTUK ... BEWERKT WERKSTUK ... MANTEL_Y X118 C0 B130 I59 K0
Let op:
...
In het gezwenkte coördinatensysteem is X de as voor diepteaanzet. X-coördinaten worden als diametercoördinaten gedimensioneerd. Spiegeling van het coördinatensysteem heeft geen invloed op de referentie-as van de zwenkhoek ("ashoek B" van G714).
BEWERKING
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
X
X
...
23
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak Startpunt contour G170-Geo Met G170 wordt het beginpunt van een contour in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Beginpunt contour (radiusmaat) Y
Beginpunt contour
Lineair element G171-Geo Met G171 wordt een lineair element in een contour in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Eindpunt (radiusmaat) Y
Eindpunt
A
Hoek ten opzichte van de positieve X-as
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand Programmering X, Y: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?"
24
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Cirkelboog G172-/G173-Geo Met G172/G173 wordt een cirkelboog in een contour in het XY-vlak vastgelegd. Rotatierichting: zie helpscherm Parameters X Eindpunt (radiusmaat) Y
Eindpunt
I
Middelpunt in X-richting (radiusmaat)
J
Middelpunt in Y-richting
R
Radius
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Bij overgang naar baan geldt: Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand Bij overgang naar cirkelboog geldt: Q=0: snijpunt op afstand Q=1: snijpunt dichtbij Programmering X, Y: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?" I, J: absoluut of incrementeel Eindpunt mag niet het startpunt zijn (geen volledige cirkel).
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
25
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Boring G370-Geo Met G370 wordt een boring met verzinking en schroefdraad in het XYvlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt boring (radiusmaat) Y
Middelpunt boring
B
Boordiameter
P
Boordiepte (zonder boorpunt)
W
Punthoek (default: 180°)
R
Verzinkingsdiameter
U
Verzinkingsdiepte
E
Verzinkingshoek
I
Schroefdraaddiameter
J
Draaddiepte
K
Draadaansnijding (uitlooplengte)
F
Spoed
V
Linkse of rechtse draad (default: 0) V=0: rechtse draad V=1: linkse draad
A
Hoek ten opzichte van de Z-as Schuinte van de boring Voorkant (bereik: –90° < A < 90°) – default: 0° Achterkant (bereik: 90° < A < 270°) – default: 180°
O
Centreerdiameter
Lineaire sleuf G371-Geo Met G371 wordt een lineaire sleuf in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt van de sleuf (radiusmaat) Y
Middelpunt van de sleuf
K
Sleuflengte
B
Sleufbreedte
A
Hoek langsas van de sleuf (referentie: positieve X-as) – default: 0°
P
Diepte/hoogte (default: "P" uit G308) P<0: kamer P>0: eiland
I
Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
26
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Ronde sleuf G372/G373-Geo Met G372/G373 wordt een ronde sleuf in het XY-vlak vastgelegd. G372: ronde sleuf met de klok mee G373: ronde sleuf tegen de klok in Parameters X Krommingsmiddelpunt van de sleuf (radiusmaat) Y
Krommingsmiddelpunt van de sleuf
R
Krommingsradius (referentie: middelpuntsbaan van de sleuf)
A
Starthoek; referentie: positieve X-as) (default: 0°)
W
Eindhoek; referentie: positieve X-as) (default: 0°)
B
Sleufbreedte
P
Diepte/hoogte (default: "P" uit G308) P<0: kamer P>0: eiland
I
Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
Volledige cirkel G374-Geo Met G374 wordt een volledige cirkel in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Cirkelmiddelpunt (radiusmaat) Y
Cirkelmiddelpunt
R
Cirkelradius
P
Diepte/hoogte (default: "P" uit G308) P<0: kamer P>0: eiland
I
Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
27
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Rechthoek G375-Geo Met G375 wordt een rechthoek in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt van de rechthoek (radiusmaat) Y
Middelpunt van de rechthoek
K
Lengte van de rechthoek
B
(Hoogte) breedte van de rechthoek
R
Afkanting/afronding (default: 0) R>0: afrondingsradius R<0: breedte van de afkanting
A
Hoek t.o.v. X-as – (default: 0°)
P
Diepte/hoogte (default: "P" uit G308) P<0: kamer P>0: eiland
I
Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
Regelmatige veelhoek G377-Geo Met G377 wordt een regelmatige veelhoek in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt van de veelhoek (radiusmaat) Y
Middelpunt van de veelhoek
Q
Aantal zijden (Q >= 3)
A
Hoek t.o.v. X-as (default: 0°)
K
Lengte van zijde K>0: lengte van zijde K<0: binnendiameter
R
Afkanting/afronding – default: 0 R>0: afrondingsradius R<0: breedte van de afkanting
P
Diepte/hoogte (default: "P" uit G308) P<0: kamer P>0: eiland
I
Vlakdiameter (voor snijkantbegrenzing) Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
28
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Patroon lineair XY-vlak G471-Geo Met G471 wordt een lineair patroon in het XY-vlak vastgelegd. G471 werkt op de in de volgende regel vastgelegde boring of figuur (G370..375, G377). Parameters Q Aantal figuren X
Beginpunt patroon (radiusmaat)
Y
Beginpunt patroon
I
Eindpunt patroon (X-richting; radiusmaat)
J
Eindpunt patroon (Y-richting)
Ii
Afstand tussen twee figuren in X-richting
Ji
Afstand tussen twee figuren in Y-richting
A
Hoek van langsas t.o.v. X-as
R
Totale patroonlengte
Ri
Afstand tussen twee figuren (patroonafstand) Programmeerinstructies Programmeer de boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt. De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur in de volgende regel op, niet de patroondefinitie.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
29
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Patroon rond XY-vlak G472-Geo Met G472 wordt een rond patroon in het XY-vlak vastgelegd. G472 werkt op de in de volgende regel vastgelegde figuur (G370..375, G377). Parameters Q Aantal figuren K
Patroondiameter
A
Beginhoek – positie van de eerste figuur; referentie: positieve X-as); (default: 0°)
W
Eindhoek – positie van de laatste figuur; referentie: positieve X-as); (default: 360°)
Wi
Hoek tussen twee figuren
V
Richting – oriëntatie (default: 0) V=0, zonder W: opdeling volledige cirkel V=0, met W: opdeling op lange cirkelboog V=0, met Wi: voorteken van Wi bepaalt de richting (Wi<0: met de klok mee) V=1, met W: met de klok mee V=1, met Wi: met de klok mee (voorteken van Wi heeft geen betekenis) V=2, met W: tegen de klok in V=2, met Wi: tegen de klok in (voorteken van Wi heeft geen betekenis)
X
Middelpunt patroon (radiusmaat)
Y
Middelpunt patroon
H
Positie van de figuren (default: 0) H=0: normale positie, figuren worden om het cirkelmiddelpunt geroteerd (rotatie) H=1: oorspronkelijke positie, positie van de figuur gerelateerd aan het coördinatensysteem blijft gelijk (translatie) Programmeer de boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt. Uitzondering ronde sleuf. De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur in de volgende regel op, niet de patroondefinitie.
30
1.5 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Afzonderlijk vlak G376-Geo Met G376 wordt een vlak in het XY-vlak vastgelegd. Parameters Z Referentiezijde (default: "Z" uit programmadeel-aanduiding) K
Restdikte
Ki
Diepte
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak in negatieve Z-richting B>0: vlak in positieve Z-richting
I
Vlakdiameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
C
Positiehoek van de loodrechte lijn op het vlak (default: "C" uit programmadeel-aanduiding) Het voorteken van "breedte B" wordt verwerkt ongeacht of het vlak zich aan de voor- of achterkant bevindt.
Meerzijdige vlakken G477-Geo Met G477 worden meerzijdige vlakken in het XY-vlak vastgelegd. Parameters Z Referentiezijde (default: "Z" uit programmadeel-aanduiding) K
Diameter binnencirkel (sleutelwijdte)
Ki
Lengte van zijde
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak in negatieve Z-richting B>0: vlak in positieve Z-richting
Q
Aantal vlakken (Q >= 2)
I
Vlakdiameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "I" overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
C
Positiehoek van de loodrechte lijn op het vlak (default: "C" uit programmadeel-aanduiding) Het voorteken van "breedte B" wordt verwerkt ongeacht of het vlak zich aan de voor- of achterkant bevindt.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
31
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak Startpunt contour G180-Geo Met G180 wordt het beginpunt van een contour in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Beginpunt contour Z
Beginpunt contour
Lineair element G181-Geo Met G181 wordt een lineair element in een contour in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Eindpunt Z
Eindpunt
A
Hoek ten opzichte van de positieve Z-as
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand Programmering Y, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?"
32
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Cirkelboog G182/G183-Geo Met G182/G183 wordt een cirkelboog in een contour in het YZ-vlak vastgelegd. Rotatierichting: zie helpscherm Parameters Y Eindpunt (radiusmaat) Z
Eindpunt
J
Middelpunt (Y-richting)
K
Middelpunt (Z-richting)
R
Radius
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Bij overgang naar baan geldt: Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand Bij overgang naar cirkelboog geldt: Q=0: snijpunt op afstand Q=1: snijpunt dichtbij Programmering Y, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?" J, K: absoluut of incrementeel Eindpunt mag niet het startpunt zijn (geen volledige cirkel).
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
33
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Boring G380-Geo Met G380 wordt een afzonderlijke boring met verzinking en schroefdraad in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt boring Z
Middelpunt boring
B
Boordiameter
P
Boordiepte (zonder boorpunt)
W
Punthoek (default: 180°)
R
Verzinkingsdiameter
U
Verzinkingsdiepte
E
Verzinkingshoek
I
Schroefdraaddiameter
J
Draaddiepte
K
Draadaansnijding (uitlooplengte)
F
Spoed
V
Linkse of rechtse draad (default: 0) V=0: rechtse draad V=1: linkse draad
A
Hoek t.o.v. X-as; bereik: –90° < A < 90°
O
Centreerdiameter
Lineaire sleuf G381-Geo Met G381 wordt een lineaire sleuf in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt van de sleuf Z
Middelpunt van de sleuf
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
A
Hoek t.o.v. Z-as (default: 0°)
K
Sleuflengte
B
Sleufbreedte
P
Kamerdiepte (default: "P" uit G308)
34
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Ronde sleuf G382/G383-Geo Met G382/G383 wordt een ronde sleuf in het YZ-vlak vastgelegd. G382: ronde sleuf met de klok mee G383: ronde sleuf tegen de klok in Parameters Y Krommingsmiddelpunt van de sleuf Z
Krommingsmiddelpunt van de sleuf
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
R
Radius; referentie: middelpuntsbaan van de sleuf
A
Starthoek; referentie: X-as (default: 0°)
W
Eindhoek; referentie: X-as (default: 0°)
B
Sleufbreedte
P
Kamerdiepte (default: "P" uit G308)
Volledige cirkel G384-Geo Met G384 wordt een volledige cirkel in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Cirkelmiddelpunt Z
Cirkelmiddelpunt
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
R
Cirkelradius
P
Kamerdiepte (default: "P" uit G308)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
35
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Rechthoek G385-Geo Met G385 wordt een rechthoek in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt van de rechthoek Z
Middelpunt van de rechthoek
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
A
Hoek langsas t.o.v. Z-as (default: 0°)
K
Lengte van de rechthoek
B
(Hoogte) breedte van de rechthoek
R
Afkanting/afronding (default: 0) R>0: afrondingsradius R<0: breedte van de afkanting
P
Kamerdiepte (default: "P" uit G308)
Regelmatige veelhoek G387-Geo Met G387 wordt een regelmatige veelhoek in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt van de veelhoek Z
Middelpunt van de veelhoek
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
Q
Aantal zijden (Q >= 3)
A
Hoek t.o.v. Z-as (default:0°)
K
Lengte van zijde K>0: lengte van zijde K<0: binnendiameter
R
Afkanting/afronding – default: 0 R>0: afrondingsradius R<0: breedte van de afkanting
P
36
Kamerdiepte (default: "P" uit G308)
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Patroon lineair YZ-vlak G481-Geo Met G481 wordt een lineair patroon in het YZ-vlak vastgelegd. G481 werkt op de in de volgende regel vastgelegde figuur (G380..385, G387). Parameters Q Aantal figuren Y
Beginpunt patroon
Z
Beginpunt patroon
J
Eindpunt patroon (Y-richting)
K
Eindpunt patroon (Z-richting)
Ji
Afstand tussen twee figuren (in Y-richting)
Ki
Afstand tussen twee figuren (in Z-richting)
A
Hoek langsas van het patroon (referentie: positieve Z-as)
R
Totale patroonlengte
Ri
Afstand tussen twee figuren (patroonafstand) Programmeerinstructies De boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt programmeren. De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur in de volgende regel op, niet de patroondefinitie.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
37
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Patroon rond YZ-vlak G482-Geo Met G482 wordt een rond patroon in het YZ-vlak vastgelegd. G482 werkt op de in de volgende regel vastgelegde figuur (G380..385, G387). Parameters Q Aantal figuren K
Patroondiameter
A
Beginhoek – positie van de eerste figuur, referentie: Z-as (default: 0°)
W
Eindhoek – positie van de laatste figuur; referentie: Z-as (default: 360°)
Wi
Hoek tussen twee figuren
V
Richting – oriëntatie (default: 0) V=0, zonder W: opdeling volledige cirkel V=0, met W: opdeling op lange cirkelboog V=0, met Wi: voorteken van Wi bepaalt de richting (Wi<0: met de klok mee) V=1, met W: met de klok mee V=1, met Wi: met de klok mee (voorteken van Wi heeft geen betekenis) V=2, met W: tegen de klok in V=2, met Wi: tegen de klok in (voorteken van Wi heeft geen betekenis)
Y
Middelpunt patroon
Z
Middelpunt patroon
H
Positie van de figuren (default: 0) H=0: normale positie, figuren worden om het cirkelmiddelpunt geroteerd (rotatie) H=1: oorspronkelijke positie, positie van de figuur gerelateerd aan het coördinatensysteem blijft gelijk (translatie) Programmeer de boring/figuur in de volgende regel zonder middelpunt. Uitzondering ronde sleuf. De freescyclus (programmadeel BEWERKING) roept de boring/figuur in de volgende regel op, niet de patroondefinitie.
38
1.6 DIN PLUS: contouren XY-vlak
Afzonderlijk vlak G386-Geo Met G386 wordt een vlak in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Z Referentiezijde K
Restdikte
Ki
Diepte
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak in negatieve Z-richting B>0: vlak in positieve Z-richting
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
C
Positiehoek van de loodrechte lijn op het vlak (default: "C" uit programmadeel-aanduiding) Met referentiediameter X wordt het te bewerken vlak begrensd.
Meerzijdige vlakken G487-Geo Met G487 worden meerzijdige vlakken in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Z Referentiezijde K
Diameter binnencirkel (sleutelwijdte)
Ki
Lengte van zijde
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak in negatieve Z-richting B>0: vlak in positieve Z-richting
X
Referentiediameter Geen invoer: "X" uit programmadeel-aanduiding "X" uit G381 overschrijft "X" uit programmadeel-aanduiding
C
Positiehoek van de loodrechte lijn op het vlak (default: "C" uit programmadeel-aanduiding)
Q
Aantal vlakken (Q >= 2) Met referentiediameter X wordt het te bewerken vlak begrensd.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
39
1.7 DIN PLUS: bewerkingsvlakken
1.7 DIN PLUS: bewerkingsvlakken Leg het bewerkingsvlak vast wanneer u boor- of freesbewerkingen met de Y-as programmeert. Wanneer er geen bewerkingsvlak is geprogrammeerd, dan gaat de CNC PILOT uit van een draai- of freesbewerking met de C-as (G18 XZ-vlak). Vanaf softwareversie 625 952-05: Aan het einde van een bewerkingsprogramma (M30, M99) wordt het bewerkingsvlak weer naar G18 teruggezet. G17 XY-vlak (voor- of achterkant) De bewerking bij freescycli vindt plaats in het XY-vlak en de diepteverplaatsing bij frees- en boorcycli in Z-richting. G18 XZ-vlak (draaibewerking) In het XZ-vlak worden de "normale draaibewerking" en de boor- en freesbewerking met de C-as uitgevoerd. G19 YZ-vlak (bovenaanzicht/mantel) De bewerking bij freescycli vindt plaats in het YZ-vlak en de diepteverplaatsing bij frees- en boorcycli in X-richting.
40
G16 voert de volgende transformaties en rotaties uit:
X X W
B
Parameters B Vlakhoek, referentie: positieve Z-as I
U, W
B, I, K
Verschuift het coördinatensysteem naar positie I, K Roteert het coördinatensysteem met hoek B; referentiepunt: I, K Verschuift, indien geprogrammeerd, het coördinatensysteem met U en W in het geroteerde coördinatensysteem
U
I
Z
Vlakreferentie in X-richting (radiusmaat)
K
Vlakreferentie in Z-richting
U
Verschuiving in X-richting
W
Verschuiving in Z-richting
Q
Bewerkingsvlak zwenken in-/uitschakelen
Z
K
0: "Bewerkingsvlak zwenken" uitschakelen 1: bewerkingsvlak zwenken 2: terugschakelen naar vorige G16-vlak G16 Q0 zet het bewerkingsvlak weer terug. Het nulpunt en het coördinatensysteem dat vóór G16 was vastgelegd, geldt nu weer.
X
X
B
G16 Q2 schakelt terug naar het vorige G16-vlak.
B Z
De referentie-as voor "vlakhoek B" is de positieve Z-as. Dat geldt ook in het gespiegelde coördinatensysteem.
Z
Let op: In het gezwenkte coördinatensysteem is X de as voor diepteaanzet. X-coördinaten worden als diametercoördinaten gedimensioneerd. Spiegeling van het coördinatensysteem heeft geen invloed op de referentie-as van de zwenkhoek ("ashoek B" van G714). Zolang G16 actief is, zijn andere nulpuntverschuivingen niet toegestaan.
Voorbeeld: "G16" . . . BEWERKING ... N.. G19 N.. G15 B130 N.. G16 B130 I59 K0 Q1 N.. G1 X.. Z.. Y.. N.. G16 Q0 . . .
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
41
1.7 DIN PLUS: bewerkingsvlakken
Bewerkingsvlak zwenken G16
1.8 DIN PLUS (Y-as): positioneercommando's
1.8 DIN PLUS (Y-as): positioneercommando's IJlgang G0 Met G0 wordt in ijlgang via de kortste weg naar "eindpunt X, Y, Z" verplaatst en zwenkt de B-as. Parameters X Diameter - eindpunt Z
Lengte – eindpunt
Y
Lengte – eindpunt
B
Hoek B-as Programmering X, Y, Z, B: absoluut, incrementeel of blijft tot uitschakeling ingeschakeld
Gereedschapswisselpositie benaderen G14 Met G14 wordt in ijlgang naar de gereedschapswisselpositie verplaatst. De coördinaten van de wisselpositie legt u in de instelwerkstand vast. Parameters Q Volgorde (default: 0) 0: X- en Z-as worden gelijktijdig verplaatst (diagonaal) 1: eerst in X-, dan in Z-richting 2: eerst in Z-, dan in X-richting 3: alleen in X-richting, Z blijft onveranderd 4: alleen in Z-richting, X blijft onveranderd 5: alleen in Y-richting 6: X-, Y- en Z-as worden gelijktijdig verplaatst (diagonaal) Bij Q=0...4 wordt de Y-as niet verplaatst.
42
B
Y
Z Z
Y
X X
1.8 DIN PLUS (Y-as): positioneercommando's
IJlgang in machinecoördinaten G701 Met G701 wordt in ijlgang via de kortste weg naar "eindpunt X, Y, Z" verplaatst en zwenkt de B-as. Parameters X Eindpunt (diametermaat) Y
Eindpunt
Z
Eindpunt
B
Hoek B-as "X, Y, Z" zijn gerelateerd aan het machinenulpunt en het referentiepunt van de slede.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
43
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen Magazijngereedschap inspannen G714 B
O
De cyclus G714 wordt door de machinefabrikant op de machine afgestemd. De onderstaande parameter- en procesbeschrijving kan van de werkwijze van uw machine afwijken. Raadpleeg het machinehandboek. G714 heeft de volgende functies: Gereedschapswisselpositie benaderen Actief gereedschap in het magazijn terugplaatsen Geprogrammeerd gereedschap uit het magazijn halen B-as naar de geprogrammeerde hoek zwenken Gereedschap naar de "positiehoek" roteren (naar "normaal" of "overhead") Gereedschapsgegevens volgens "oriëntatie O", de positie van de B-as en de positiehoek verrekenen. Indien geprogrammeerd, (additieve) "correctie D" activeren Blokrem, zoals geprogrammeerd, instellen Parameters ID ID-nummer van het magazijngereedschap Nadat de softkey "Verder" is ingedrukt, toont de besturing de tabel SCHIJFMAGAZIJN. Selecteer het gewenste gereedschap en neem het over. O
Oriëntatie bij draaibeitels. Positie van de snijkant van het gereedschap (zie afbeelding). Gereedschapsposities 1, 3, 5, 7: voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels (neutrale gereedschappen worden op basis van de instelhoek herkend) Gereedschapsposities 2, 4, 6, 8: voor steekbeitels en draadsnijgereedschap (een "rechter" of "linker" gereedschap wordt in de gereedschapsgegevens vastgelegd)
B
Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
C
Offset positiehoek bij draaibeitels 0°: gereedschapspositie "normaal" 180°: gereedschapspositie "overhead"
D
44
Additieve correctie (1..16). Activeert de additieve correctie. De additieve correctie wordt bij de volgende gereedschapswissel gedeactiveerd (zie G149).
2
3 4
1 8
O=
5
B
6
7
C
C=0°
0°
V
C=180°
V V0 V1 V2 V3 V4 V5 V6 V9
X+Z+Y X+Z X, Z Z, X X Z Y X+Z+Y
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen
Parameters H Blokrem 0: de rem wordt afhankelijk van de gereedschapsparameter geklemd ("niet aangedreven" wordt geklemd; "aangedreven" wordt niet geklemd) 1: rem wordt geklemd 2: rem wordt niet geklemd V
Gereedschapswisselpositie benaderen (default: 6) Geen invoer: X-, Y- en Z-richting gelijktijdig 0: X- en Z-richting gelijktijdig 1: eerst in X-, dan in Z-richting 2: eerst in Z-, dan in X-richting 3: alleen in X-richting 4: alleen in Z-richting 5: alleen in Y-richting 6: X-, Y- en Z-richting gelijktijdig 9: gereedschapswisselpositie niet benaderen
Vanaf softwareversie 625 952-02: Parameters Q Additionele functies Hier kan een waarde aan de gereedschapswissel worden doorgegeven waarvan de functie door de machinefabrikant wordt gedefinieerd. X
Diameter X-diameter die, indien nodig, aan het einde van de gereedschapswissel wordt benaderd.
Z
Lengte Z-positie die, indien nodig, aan het einde van de gereedschapswissel wordt benaderd.
Y
Lengte Y-positie die, indien nodig, aan het einde van de gereedschapswissel wordt benaderd.
Gereedschap in magazijn terugplaatsen: Als u G714 zonder "ident.nummer ID" programmeert, plaatst de CNC PILOT het gereedschap terug in het magazijn, zonder een nieuw gereedschap in te spannen. Gereedschapspositie wijzigen: Als de oproep betrekking heeft op het actieve gereedschap, wordt de B-as gezwenkt en/of de positiehoek gewijzigd. In parameter "V" legt u vast of deze functies op de actuele positie of op de gereedschapswisselpositie worden uitgevoerd.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
45
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen
Offset positiehoek: Met de "offset positiehoek" stelt u draaibeitels in op "normaal" of "overhead". De CNC PILOT houdt daarbij rekening met de in de gereedschapsdatabase opgeslagen basisinstelling (positiehoek = positiehoek uit de gereedschapsgegevens + offset positiehoek). Gereedschapsoriëntatie: Bij de berekening van de positie van de gereedschapspunt houdt de CNC PILOT rekening met de positie van de snijkant. De CNC PILOT maakt onderscheid tussen de types vlak-/ nadraaibeitels en halfronde snijbeitels, en steekbeitels en draadsnijgereedschap (zie afbeelding). G16 actief: Als er een gezwenkt vlak (G16) actief is, dan wordt dit gedeactiveerd voor het uitvoeren van de G714-oproep. Na de G714 geldt weer het gezwenkte vlak. HEIDENHAIN adviseert G714 ook te gebruiken voor het wijzigen van de zwenkhoek of de gereedschapspositie (offset positiehoek). Voorbeeld: G714 . . . BEWERKT WERKSTUK . . . MANTEL_Y X118 C0 B130 I59 K0
Gezwenkt bewerkingsvlak beschrijven
. . . BEWERKING . . . N . . G714 ID“B_522-32-10“ O0 B130
Magazijngereedschap inspannen; B-as zwenken
N . . G19
YZ-vlak activeren
. . . N . . G840 NS ..
Freesbewerking op gezwenkt vlak
. . . N . . G18
XZ-vlak activeren
N . . G714 ID“B_112-93-80“ O1 B90 C0
Magazijngereedschap inspannen; B-as zwenken; offset GS-positiehoek instellen
. . . N . . G810 NS .. . . . EINDE
46
Draaibewerking
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen
Gereedschapspositie vastleggen G712 O
De cyclus G712 wordt door de machinefabrikant op de machine afgestemd. De onderstaande parameter- en procesbeschrijving kan van de werkwijze van uw machine afwijken. Raadpleeg het machinehandboek. Als de B-as met aparte functies is gepositioneerd, dan deelt u de besturing met G712 de gereedschapspositie mee.
3 4
B 2
1 8
O= 5
6
B
7 C
G712 heeft de volgende declaraties: Hoek van B-as Offset positiehoek Gereedschapsoriëntatie
C=0°
C=180°
Parameters B Ashoek B. Hoek waarop de B-as staat. C
Offset positiehoek bij draaibeitels 0°: gereedschapspositie "normaal" 180°: gereedschapspositie "overhead"
O
Oriëntatie bij draaibeitels. Positie van de snijkant van het gereedschap (zie afbeelding). Gereedschapsposities 1, 3, 5, 7: voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels (neutrale gereedschappen worden op basis van de instelhoek herkend) Gereedschapsposities 2, 4, 6, 8: voor steekbeitels en draadsnijgereedschap (een "rechter" of "linker" gereedschap wordt in de gereedschapsgegevens vastgelegd)
Offset positiehoek: Met de "offset positiehoek" stelt u draaibeitels in op "normaal" of "overhead". De CNC PILOT houdt daarbij rekening met de in de gereedschapsdatabase opgeslagen basisinstelling (positiehoek = positiehoek uit de gereedschapsgegevens + offset positiehoek). Gereedschapsoriëntatie: Bij de berekening van de positie van de gereedschapspunt houdt de CNC PILOT rekening met de positie van de snijkant. De CNC PILOT maakt onderscheid tussen de types vlak-/ nadraaibeitels en halfronde snijbeitels, en steekbeitels en draadsnijgereedschap (zie afbeelding). Met G712 wordt de positie van het gereedschap vastgelegd. Het gereedschap wordt niet verplaatst.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
47
1.9 DIN PLUS: magazijngereedschappen
Gereedschapsselectie G600 Vanaf softwareversie 625 952-04: Bij draaibanken met een gereedschapsmagazijn kan G600 voor speciale functies worden gebruikt. G600 geeft het actuele magazijnplaatsnummer van het gereedschap door aan de PLC. Parameters ID ID-nummer van het magazijngereedschap De functie van G600 wordt door de machinefabrikant beschikbaar gesteld. Raadpleeg het machinehandboek.
48
1.10 DIN PLUS: lineaire en ronde banen
1.10 DIN PLUS: lineaire en ronde banen Frezen: Lineaire verplaatsing G1 Met G1 wordt het gereedschap lineair met aanzetsnelheid naar het "eindpunt" verplaatst. G1 wordt afhankelijk van het bewerkingsvlak uitgevoerd: G17 Interpolatie in het XY-vlak Diepteverplaatsing in Z-richting Hoek A – referentie: positieve X-as G18 Interpolatie in het XZ-vlak Diepteverplaatsing in Y-richting Hoek A – referentie: negatieve Z-as G19 Interpolatie in het YZ-vlak Diepteverplaatsing in X-richting Hoek A – referentie: positieve Z-as Parameters X Eindpunt (diametermaat) Y
Eindpunt
Z
Eindpunt
A
Hoek (referentie: afhankelijk van het bewerkingsvlak)
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
E
Speciale aanzetfactor voor afkanting/afronding (default: 1) Speciale aanzet = actieve aanzet * E (0 < E <= 1) Programmering X, Y, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?"
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
49
1.10 DIN PLUS: lineaire en ronde banen
Frezen: Cirkelboog G2, G3 – incrementele middelpuntmaat Met G2/G3 wordt het gereedschap in een cirkel met aanzetsnelheid naar het "eindpunt" verplaatst. G2/G3 worden afhankelijk van het bewerkingsvlak uitgevoerd: G17 Interpolatie in het XY-vlak Diepteverplaatsing in Z-richting Vastlegging van het middelpunt: met I, J G18 Interpolatie in het XZ-vlak Diepteverplaatsing in Y-richting Vastlegging van het middelpunt: met I, K G19 Interpolatie in het YZ-vlak Diepteverplaatsing in X-richting Vastlegging van het middelpunt: met J, K Parameters X Eindpunt (diametermaat) Y
Eindpunt
Z
Eindpunt
I
Middelpunt incrementeel (radiusmaat)
J
Middelpunt incrementeel
K
Middelpunt incrementeel
R
Radius
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
E
Speciale aanzetfactor voor afkanting/afronding (default: 1) Speciale aanzet = actieve aanzet * E (0 < E <= 1)
Als het cirkelmiddelpunt niet is geprogrammeerd, berekent de CNC PILOT het middelpunt dat tot de kortste cirkelboog leidt. Programmering X, Y, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?"
50
1.10 DIN PLUS: lineaire en ronde banen
Frezen: Cirkelboog G12, G13 – absolute middelpuntmaat Met G12/G13 wordt het gereedschap in een cirkel met aanzetsnelheid naar het "eindpunt" verplaatst. G12/G13 worden afhankelijk van het bewerkingsvlak uitgevoerd: G17 Interpolatie in het XY-vlak Diepteverplaatsing in Z-richting Vastlegging van het middelpunt: met I, J G18 Interpolatie in het XZ-vlak Diepteverplaatsing in Y-richting Vastlegging van het middelpunt: met I, K G19 Interpolatie in het YZ-vlak Diepteverplaatsing in X-richting Vastlegging van het middelpunt: met J, K Parameters X Eindpunt (diametermaat) Y
Eindpunt
Z
Eindpunt
I
Middelpunt absoluut (radiusmaat)
J
Absoluut middelpunt
K
Absoluut middelpunt
R
Radius
Q
Snijpunt. Eindpunt wanneer de baan een cirkelboog snijdt (default: 0): Q=0: snijpunt dichtbij Q=1: snijpunt op afstand
B
Afkanting/afronding. Legt de overgang naar het volgende contourelement vast. Programmeer het theoretische eindpunt, wanneer u een afkanting/afronding opgeeft. Geen invoer: tangentiële overgang B=0: niet-tangentiële overgang B>0: afrondingsradius B<0: breedte van de afkanting
E
Speciale aanzetfactor voor afkanting/afronding (default: 1) Speciale aanzet = actieve aanzet * E (0 < E <= 1)
Als het cirkelmiddelpunt niet is geprogrammeerd, berekent de CNC PILOT het middelpunt dat tot de kortste cirkelboog leidt. Programmering X, Y, Z: absoluut, incrementeel, blijft tot uitschakeling ingeschakeld, of "?"
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
51
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli Vlak frezen voorbewerken G841 Met G841 worden met G376-Geo (XY-vlak) of G386-Geo (YZ-vlak) vastgelegde vlakken voorbewerkt. De cyclus freest van buiten naar binnen. De diepteverplaatsing vindt buiten het materiaal plaats. Parameters NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
I
Overmaat in X-richting
K
Overmaat in Z-richting
U
(Minimale) overlappingsfactor. Legt de overlapping van de freesbanen vast (default: 0,5). Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor. Legt vast met welke waarde de frees de buitenradius moet overschrijden (default: 0,5). overloop = V*freesdiameter
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet)
J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat) Er wordt rekening gehouden met overmaten: G57: overmaat in X-, Z-richting G58: equidistante overmaat in het freesvlak
Uitvoering van de cyclus 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte)
3
Nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
52
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Vlak frezen nabewerken G842 Met G842 worden met G376-Geo (XY-vlak) of G386-Geo (YZ-vlak) vastgelegde vlakken nabewerkt. De cyclus freest van buiten naar binnen. De diepteverplaatsing vindt buiten het materiaal plaats. Parameters NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving H
Looprichting van de frees gerelateerd aan de flankbewerking (default: 0) H=0: tegenlopend H=1: meelopend
P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
U
(Minimale) overlappingsfactor. Legt de overlapping van de freesbanen vast (default: 0,5). Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor. Legt vast met welke waarde de frees de buitenradius moet overschrijden (default: 0,5). overloop = V*freesdiameter
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet)
J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat)
Cyclusverloop 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte)
3
Nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
53
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Meerdere zijden frezen voorbewerken G843 Met G843 worden met G477-Geo (XY-vlak) of G487-Geo (YZ-vlak) vastgelegde, meerzijdige vlakken voorbewerkt. De cyclus freest van buiten naar binnen. De diepteverplaatsing vindt buiten het materiaal plaats. Parameters NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
I
Overmaat in X-richting
K
Overmaat in Z-richting
U
(Minimale) overlappingsfactor. Legt de overlapping van de freesbanen vast (default: 0,5). Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor. Legt vast met welke waarde de frees de buitenradius moet overschrijden (default: 0,5). overloop = V*freesdiameter
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet)
J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat) Er wordt rekening gehouden met overmaten: G57: overmaat in X-, Z-richting G58: equidistante overmaat in het freesvlak
Cyclusverloop 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte) en de spilposities
3
De spil draait naar de eerste positie, de frees nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Het gereedschap verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug; de spil draait naar de volgende positie, de frees nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor het eerste freesvlak
8
Herhaalt 4...7, totdat alle meerzijdige vlakken zijn gefreesd
9
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
54
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Meerdere zijden frezen nabewerken G844 Met G844 worden met G477-Geo (XY-vlak) of G487-Geo (YZ-vlak) vastgelegde, meerzijdige vlakken nabewerkt. De cyclus freest van buiten naar binnen. De diepteverplaatsing vindt buiten het materiaal plaats. Parameters NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving H
Looprichting van de frees gerelateerd aan de flankbewerking (default: 0) H=0: tegenlopend H=1: meelopend
P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
U
(Minimale) overlappingsfactor. Legt de overlapping van de freesbanen vast (default: 0,5). Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor. Legt vast met welke waarde de frees de buitenradius moet overschrijden (default: 0,5). overloop = V*freesdiameter
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet)
J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat)
Cyclusverloop 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte) en de spilposities
3
De spil draait naar de eerste positie, de frees nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Het gereedschap verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug; de spil draait naar de volgende positie, de frees nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor het eerste freesvlak
8
Herhaalt 4...7, totdat alle meerzijdige vlakken zijn gefreesd
9
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
55
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Kamerfrezen voorbewerken G845 (Y-as) Met G845 worden gesloten en in het XY- of YZ-vlak vastgelegde contouren van de volgende programmadelen voorbewerkt: VOORKANT_Y ACHTERKANT_Y MANTEL_Y Kies, afhankelijk van de frees, een van de volgende insteekstrategieën: Loodrecht insteken Op voorgeboorde positie insteken Pendelend of helixvormig insteken Voor het "insteken op voorgeboorde positie" kunt u kiezen uit de volgende alternatieven: Posities bepalen, boren, frezen. De bewerking vindt in de volgende stappen plaats: Boor inspannen Voorboorposities met "G845 A1 .." bepalen Voorboren met "G71 NF .." Cyclus "G845 A0 .." oproepen. De cyclus positioneert boven de voorboorpositie, steekt in en freest de kamer. Boren, frezen. De bewerking vindt in de volgende stappen plaats: Met "G71 .." binnen de kamer voorboren. Frees boven de boring positioneren en "G845 A0 .." oproepen. De cyclus steekt in en freest het programmadeel. Indien de kamer uit meer programmadelen bestaat, houdt G845 bij het voorboren en frezen rekening met alle gedeeltes van de kamer. Roep voor elk programmadeel "G845 A0 .." afzonderlijk op, wanneer u de voorboorposities zonder "G845 A1 .." bepaalt. G845 houdt rekening met de volgende overmaten: G57: overmaat in X-, Z-richting G58: equidistante overmaat in het freesvlak Programmeer overmaten bij het bepalen van de voorboorposities en bij het frezen.
56
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
G845 (Y-as) – Voorboorposities bepalen Met "G845 A1 .." worden de voorboorposities bepaald en onder de in "NF" opgegeven referentie opgeslagen. De cyclus houdt bij de berekening van de voorboorposities rekening met de diameter van het actieve gereedschap. Span daarom de boor in, voordat "G845 A1 .." wordt opgeroepen. Programmeer alleen de parameters die in de onderstaande tabel zijn vermeld. Zie ook: G845 – Basisprincipes: Bladzijde 56 G845 – Frezen: Bladzijde 58
Parameters – Voorboorposities bepalen NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving I
Overmaat in X-richting
K
Overmaat in Z-richting
Q
Bewerkingsrichting (default: 0) Q=0: van binnen naar buiten Q=1: van buiten naar binnen
A
Proces "Voorboorposities bepalen": A=1
NF
Positiemerk – referentie waaronder de cyclus de voorboorposities opslaat [1..127].
WB
Insteeklengte – diameter freesgereedschap Met G845 worden voorboorposities overschreven die nog onder de referentie "NF" zijn opgeslagen. Parameter "WB" wordt zowel bij het bepalen van de voorboorposities als bij het frezen gebruikt. Bij het bepalen van de voorboorposities beschrijft "WB" de diameter van het freesgereedschap.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
57
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
G845 (Y-as) – Frezen De freesrichting kan worden beïnvloed via de "looprichting van de frees H", de "bewerkingsrichting Q" en de rotatierichting van de frees (zie tabel G845 in het gebruikershandboek). Programmeer alleen de parameters die in de onderstaande tabel zijn vermeld. Zie ook: G845 – Basisprincipes: Bladzijde 56 G845 – Voorboorposities bepalen: Bladzijde 57 Parameters – Frezen NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
I
Overmaat in X-richting
K
Overmaat in Z-richting
U
(Minimale) overlappingsfactor (default: 0,5) Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor. Legt vast met welke waarde de frees de buitenradius moet overschrijden (default: 0,5): 0: de vastgelegde contour wordt compleet gefreesd 0 < V <= 1: overloop = V*freesdiameter
H
Looprichting van de frees (default: 0) H=0: tegenlopend H=1: meelopend
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet) Vanaf softwareversie 625 952-05: F wordt bij pendelend of helixvormig insteken als bewerkingsaanzet toegepast.
E
Gereduceerde aanzet voor cirkelvormige elementen (default: actuele aanzet)
J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat)
Q
Bewerkingsrichting (default: 0) Q=0: van binnen naar buiten Q=1: van buiten naar binnen
A
Proces "Frezen": A=0 (default=0)
NF
Positiemerk – referentie waaruit de cyclus de voorboorposities uitleest [1..127].
O
Insteekinstelling (default: 0) Loodrecht insteken O=0: De cyclus verplaatst naar het startpunt, steekt met aanzet voor diepteverplaatsing in en freest de kamer.
58
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Parameters – Frezen Insteken op voorgeboorde positie O=1: "NF" geprogrammeerd: De cyclus positioneert de frees boven de eerste voorboorpositie, steekt in en freest het eerste gedeelte. De cyclus positioneert de frees eventueel naar de volgende voorboorpositie en bewerkt het volgende gedeelte, etc. "NF" niet geprogrammeerd: De cyclus steekt op de actuele positie in en freest het gedeelte. Positioneer de frees eventueel naar de volgende voorboorpositie en bewerk het volgende gedeelte, etc. Helixvormig insteken O=2, 3: De frees steekt met hoek "W" in en freest volledige cirkels met diameter "WB". Zodra freesdiepte "P" is bereikt, schakelt de cyclus over naar vlakfrezen. O=2 – handmatig: De cyclus steekt op de actuele positie in en bewerkt het gedeelte dat vanaf deze positie kan worden bereikt. O=3 – automatisch: De cyclus berekent de insteekpositie, steekt in en bewerkt dit gedeelte. De insteekbeweging eindigt, indien mogelijk, op het startpunt van de eerste freesbaan. Indien de kamer uit meer gedeeltes bestaat, bewerkt de cyclus alle gedeeltes na elkaar. Pendelend, lineair insteken O=4, 5: De frees steekt met hoek "W" in en freest een lineaire baan met lengte "WB". U legt de positiehoek vast in "WE". Vervolgens freest de cyclus deze baan in omgekeerde richting. Zodra freesdiepte "P" is bereikt, schakelt de cyclus over naar vlakfrezen. O=4 – handmatig: De cyclus steekt op de actuele positie in en bewerkt het gedeelte dat vanaf deze positie kan worden bereikt. O=5 – automatisch: De cyclus berekent de insteekpositie, steekt in en bewerkt dit gedeelte. De insteekbeweging eindigt, indien mogelijk, op het startpunt van de eerste freesbaan. Indien de kamer uit meer gedeeltes bestaat, bewerkt de cyclus alle gedeeltes na elkaar. De insteekpositie wordt, afhankelijk van de figuur en "Q", als volgt bepaald: Q0 (van binnen naar buiten): – Lineaire sleuf, rechthoek, veelhoek: referentiepunt van de figuur – Cirkel: middelpunt van de cirkel – Ronde sleuf, "vrije" contour: startpunt van de binnenste freesbaan Q1 (van buiten naar binnen): – Lineaire sleuf: startpunt van de sleuf – Ronde sleuf, cirkel: wordt niet bewerkt – Rechthoek, veelhoek: startpunt van het eerste lineaire element – "Vrije" contour: startpunt van het eerste lineaire element (er moet ten minste één lineair element aanwezig zijn)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
59
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Parameters – Frezen Pendelend, in cirkel insteken O=6, 7: De frees steekt met insteekhoek "W" in en freest een cirkelboog van 90°. Vervolgens freest de cyclus deze baan in omgekeerde richting. Zodra freesdiepte "P" is bereikt, schakelt de cyclus over naar vlakfrezen. Met "WE" wordt het midden van de boog vastgelegd en met "WB" de radius. O=6 – handmatig: de gereedschapspositie komt overeen met het middelpunt van de cirkelboog. De frees verplaatst zich naar het begin van de boog en steekt in. O=7 – automatisch (is alleen toegestaan voor ronde sleuf en cirkel): de cyclus berekent de insteekpositie afhankelijk van "Q": Q0 (van binnen naar buiten): – Ronde sleuf: de cirkelboog ligt op de krommingsradius van de sleuf – Cirkel: niet toegestaan Q1 (van buiten naar binnen): Ronde sleuf, cirkel: de cirkelboog ligt op de buitenste freesbaan W
Insteekhoek in aanzetrichting
WE
Positiehoek van de freesbaan/cirkelboog. Referentie-as: Voor- of achterkant: positieve XK-as Mantelvlak: positieve Z-as Defaultwaarde positiehoek, afhankelijk van "O": O=4: WE= 0° O=5 en Lineaire sleuf, rechthoek, veelhoek: WE= positiehoek van de figuur Ronde sleuf, cirkel: WE=0° "vrije" contour en Q0 (van binnen naar buiten): WE=0° "vrije" contour en Q1 (van buiten naar binnen): positiehoek van het startelement
WB
Insteeklengte/insteekdiameter (default: 1,5 * freesdiameter)
Freesrichting, looprichting van de frees, bewerkingsrichting en rotatierichting van de frees: zie tabel G845 in het gebruikershandboek Let bij de bewerkingsrichting Q=1 (van buiten naar binnen) op het volgende: De contour moet met een lineair element beginnen. Als het startelement < WB is, wordt WB tot de lengte van het startelement verkort. De lengte van het startelement mag niet kleiner zijn dan 1,5 keer de freesdiameter.
60
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Cyclusverloop 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte); berekent de insteekbanen bij pendelend of helixvormig insteken.
3
Nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
Kamerfrezen nabewerken G846 (Y-as) Met G846 worden gesloten en in het XY- of YZ-vlak vastgelegde contouren van de volgende programmadelen nabewerkt: VOORKANT_Y ACHTERKANT_Y MANTEL_Y De freesrichting kan worden beïnvloed via de "looprichting van de frees H", de "bewerkingsrichting Q" en de rotatierichting van de frees. Parameters – Frezen NS Regelnummer – verwijzing naar de contourbeschrijving P
(Maximale) freesdiepte (diepteverplaatsing in het freesvlak)
R
Radius ingaande/uitgaande boog (default: 0) R=0: het contourelement wordt direct benaderd. De diepteverplaatsing vindt plaats op het startpunt boven het freesvlak, daarna vindt de verticale diepteverplaatsing plaats. R>0: de frees maakt een ingaande/uitgaande boog die tangentieel op het contourelement aansluit.
U
(Minimale) overlappingsfactor. Legt de overlapping van de freesbanen vast (default: 0,5). Overlapping = U*freesdiameter
V
Overloopfactor, wanneer de te frezen contour groter is dan de te draaien contour: 0: de vastgelegde contour wordt compleet gefreesd 0 < V <= 1: overloop = V*freesdiameter
H
Looprichting van de frees (default: 0) H=0: tegenlopend H=1: meelopend
F
Aanzet voor diepteverplaatsing (default: actieve aanzet)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
61
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Parameters – Frezen E Gereduceerde aanzet voor cirkelvormige elementen (default: actuele aanzet) J
Terugloopvlak (default: terug naar startpositie) XY-vlak: teruglooppositie in Z-richting YZ-vlak: teruglooppositie in X-richting (diametermaat)
Q
Bewerkingsrichting (default: 0) Q=0: van binnen naar buiten Q=1: van buiten naar binnen
O
Insteekinstelling (default: 0) O=0 – loodrecht insteken: de cyclus verplaatst naar het startpunt, steekt in en bewerkt de kamer na. Q=1 – ingaande boog met diepteverplaatsing: bij de bovenste freesvlakken zet de cyclus aan voor het vlak en benadert dan met een ingaande boog. Bij het onderste freesvlak steekt de frees bij het uitvoeren van de ingaande boog tot de freesdiepte in (driedimensionale ingaande boog). Deze insteekstrategie kan alleen in combinatie met een ingaande boog "R" worden toegepast. Voorwaarde is bewerking van buiten naar binnen (Q=1).
Freesrichting, looprichting van de frees, bewerkingsrichting en rotatierichting van de frees: zie tabel G846 in het gebruikershandboek Cyclusverloop 1
De startpositie (X, Y, Z, C) is de positie vóór de cyclus
2
Berekent de snede-opdeling (diepteverplaatsing freesvlak, diepteverplaatsing freesdiepte)
3
Nadert op veiligheidsafstand en verplaatst voor de eerste freesdiepte
4
Freest een vlak
5
Zet met de veiligheidsafstand vrij, nadert en verplaatst voor de volgende freesdiepte
6
Herhaalt 4...5, tot het complete vlak is gefreesd
7
Verplaatst zich volgens "terugloopvlak J" terug
62
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Graveren XY-vlak G803 Met G803 worden tekenreeksen in lineaire rangschikking in het YZvlak gegraveerd. U voert de te graveren tekst als tekenreeks in het veld "ID" in. Parameters ID Tekst. Te graveren tekst () NS
Tekennummer. ASCII-code van het te graveren teken
X
Startdiameter (diametermaat)
Y
Startpunt
Z
Freesbodem. Z-positie waarnaar voor het frezen wordt verplaatst.
K
Terugloopvlak. Z-positie waarnaar voor het positioneren wordt teruggetrokken.
H
Letterhoogte. Hoogte van de tekens in [mm]
W
Positiehoek van de tekenreeks bij lineaire weergave. Voorbeeld: 0° = verticale tekens; de tekens worden opeenvolgend in positieve X-richting gerangschikt.
E
Afstandsfactor. De afstand tussen de tekens wordt met de onderstaande formule berekend: H / 6 * E
F
Vanaf softwareversie 625 952-05: Factor aanzet voor diepteverplaatsing (aanzet = actuele aanzet * F)
Trema's en speciale tekens die niet in de DIN-editor kunnen worden ingevoerd, kunt u teken voor teken vastleggen in "NS". Als in "ID" een tekst en in "NS" een teken is vastgelegd, wordt eerst de tekst en dan het teken gegraveerd. Met G803 wordt vanaf de startpositie resp. vanaf de actuele positie gegraveerd, wanneer u geen startpositie opgeeft. Voorbeeld: Als een tekenreeks met meer oproepen wordt gegraveerd, stelt u bij de eerste oproep de startpositie in. De volgende oproepen kunnen zonder startpositie worden geprogrammeerd. Tekentabel: zie gebruikershandboek
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
63
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Graveren YZ-vlak G804 Met G804 worden tekenreeksen in lineaire rangschikking op het YZvlak gegraveerd. U voert de te graveren tekst als tekenreeks in het veld "ID" in. Parameters ID Tekst. Te graveren tekst () NS
Tekennummer. ASCII-code van het te graveren teken
Z
Startpunt
Y
Startpunt
X
Freesbodem (diametermaat). X-positie waarnaar voor het frezen wordt verplaatst.
I
Terugtrekdiameter. X-positie waarnaar voor het positioneren wordt teruggetrokken.
H
Letterhoogte. Hoogte van de tekens in [mm]
W
Positiehoek van de tekenreeks. Voorbeelden: 0°: van –Y naar +Y 90°: van –Z naar +Z (zie afbeelding)
E
Afstandsfactor. De afstand tussen de tekens wordt met de onderstaande formule berekend: H / 6 * E
F
Vanaf softwareversie 625 952-05: Factor aanzet voor diepteverplaatsing (aanzet = actuele aanzet * F)
Trema's en speciale tekens die niet in de DIN-editor kunnen worden ingevoerd, kunt u teken voor teken vastleggen in "NS". Als in "ID" een tekst en in "NS" een teken is vastgelegd, wordt eerst de tekst en dan het teken gegraveerd. Met G804 wordt vanaf de startpositie resp. vanaf de actuele positie gegraveerd, wanneer u geen startpositie opgeeft. Voorbeeld: Als een tekenreeks met meer oproepen wordt gegraveerd, stelt u bij de eerste oproep de startpositie in. De volgende oproepen kunnen zonder startpositie worden geprogrammeerd. Tekentabel: zie gebruikershandboek
64
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Schroefdraad frezen XY-vlak G800 Vanaf softwareversie 625 952-05: G800 freest schroefdraad in een bestaande boring. De cyclus positioneert het gereedschap in de boring op "eindpunt draad". Vervolgens nadert het gereedschap met "ingaande radius R" en freest de schroefdraad. Daarbij zet het gereedschap bij elke omwenteling met spoed "F" aan. Daarna haalt de cyclus het gereedschap uit het materiaal en trekt het terug naar het startpunt. In parameter V programmeert u of de schroefdraad in één omwenteling, of bij enkelsnijdende gereedschappen in meerdere omwentelingen wordt gefreesd. Parameters X Startpunt Y
Startpunt
C
Startpunt
Z
Bovenkant frees
I
Schroefdraaddiameter
K
Draaddiepte
R
Ingaande radius
F
Spoed
J
Spoed (default: 0) 0: rechtse draad 1: linkse draad
H
Looprichting van de frees (default: 0) 0: tegenlopend 1: meelopend
V
Eén keer/meer keren 0: de schroefdraad wordt in één omwenteling van 360° gefreesd 1: de schroefdraad wordt in meerdere omwentelingen 360° gefreesd (enkelsnijdend gereedschap)
O
Spilrem (O wordt verwerkt als in machineparameter 1019, .. de rem is ingevoerd) – default: 0 0: spilrem activeren 1: spilrem niet activeren
Gebruik het schroefdraadgereedschap voor cyclus G800.
Let op: botsingsgevaar! De boordiepte moet minimaal F/2 dieper zijn dan de draadddiepte.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
65
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Schroefdraad frezen YZ-vlak G806 Vanaf softwareversie 625 952-05: G806 freest schroefdraad in een bestaande boring. De cyclus positioneert het gereedschap in de boring op "eindpunt draad". Vervolgens nadert het gereedschap met "ingaande radius R" en freest de schroefdraad. Daarbij zet het gereedschap bij elke omwenteling met spoed "F" aan. Daarna haalt de cyclus het gereedschap uit het materiaal en trekt het terug naar het startpunt. In parameter V programmeert u of de schroefdraad in één omwenteling, of bij enkelsnijdende gereedschappen in meerdere omwentelingen wordt gefreesd. Parameters I Schroefdraaddiameter X
Startpunt X
K
Draaddiepte
R
Ingaande radius
F
Spoed
J
Spoed (default: 0) 0: rechtse draad 1: linkse draad
H
Looprichting van de frees (default: 0) 0: tegenlopend 1: meelopend
V
Eén keer/meer keren 0: de schroefdraad wordt in één omwenteling van 360° gefreesd 1: de schroefdraad wordt in meerdere omwentelingen 360° gefreesd (enkelsnijdend gereedschap)
O
Spilrem (O wordt verwerkt als in machineparameter 1019, .. de rem is ingevoerd) – default: 0 0: spilrem activeren 1: spilrem niet activeren
Gebruik het schroefdraadgereedschap voor cyclus G806.
Let op: botsingsgevaar! De boordiepte moet minimaal F/2 dieper zijn dan de draadddiepte.
66
1.11 DIN PLUS (Y-as): Freescycli
Afwikkelfrezen G808 Vanaf softwareversie 625 952-05.
H=0
G808 freest van "startpunt Z" naar "eindpunt K" een tandwielprofiel. Bij W geeft u de hoekpositie van het gereedschap op. Indien er een overmaat wordt geprogrammeerd, dan wordt het afwikkelfrezen opgedeeld in voorbewerking en aansluitende nabewerking. In de parameters O, R en V legt u de "verplaatsing" van het gereedschap vast. Door met R te verplaatsen, bereikt u een gelijkmatige slijtage van de afwikkelfrees.
O
Eindpunt
A
Voetcirkeldiameter
B
Kopcirkeldiameter
W
Hoekpositie
J
Aantal tanden gereedschap
D
Rotatierichting van het werkstuk bepalen
Y
X Y
V=4
R RR R
P
K
Y
Z I B
Parameters Z Startpunt K
H=1
X
A
Z
Y=0
3: M3 4: M4 S
Snijsnelheid [m/min]
P
Maximale aanzet
F
Aanzet per omwenteling
I
Overmaat
E
Nabewerkingsaanzet
O
Shift startpositie
R
Shiftfactor
V
Shiftaantal
H
As voor diepte-aanzet 0: de aanzet vindt in X-richting plaats 1: de aanzet vindt in Y-richting plaats
Q
Werkstukspil 0: het werkstuk zit in spil 0 (hoofdspil) 3: het werkstuk zit in spil 3 (tegenspil)
U
Overbrengingsverhouding van gereedschap
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
67
1.12 Simulatie
1.12 Simulatie Simulatie van het gezwenkte vlak Contourweergave: Met de simulatie worden het YZ-aanzicht van het werkstuk en de contouren van de gezwenkte vlakken in zijaanzicht weergegeven. Om de boorpatronen en te frezen contouren haaks op het gezwenkte vlak – dus zonder vervorming – weer te geven, wordt bij de simulatie de rotatie van het coördinatensysteem en een verschuiving binnen het geroteerde coördinatensysteem genegeerd. Let op het volgende bij de weergave van de contouren van gezwenkte vlakken: Met parameter "K" van G16 resp. van MANTEL_Y wordt het "begin" van het boorpatroon of de te frezen contour in Z-richting bepaald. De boorpatronen en te frezen contouren worden loodrecht op het gezwenkte vlak getekend. Dit leidt tot een "verschuiving" ten opzichte van de te draaien contour. Deze situatie wordt verduidelijkt in de afbeelding en het bijbehorende programmadeel. Frees- en boorbewerking: Bij de weergave van de gereedschapsbanen op het gezwenkte vlak gelden in het zijaanzicht dezelfde regels als bij de contourweergave. Bij werkzaamheden op het gezwenkte vlak wordt het gereedschap in het voorkant-venster "geschetst". Bij de simulatie wordt de gereedschapsbreedte op de juiste schaal weergegeven. Met deze methode kunt u de overlapping bij de freesbewerking controleren. De gereedschapsbanen worden ook op de juiste schaal (perspectivisch) in een lijngrafiek weergegeven. In alle "extra vensters" worden bij de simulatie het gereedschap en het snijspoor weergegeven, wanneer het gereedschap haaks op het desbetreffende vlak staat. Daarbij wordt rekening gehouden met een tolerantie van +/– 5°. Als het gereedschap niet haaks is gepositioneerd, geeft het "lichtpunt" het gereedschap aan. De gereedschapsbaan wordt als lijn weergegeven.
Voorbeeld: "Contour op gezwenkt vlak" ... BEWERKT WERKSTUK N2 G0 X0 Z0 N3 G1 X50 N4 G1 Z–50 N5 G1 X0 N6 G1 Z0 MANTEL_Y X50 C0 B80 I25 K-10 H0 N7 G386 Z0 Ki10 B–30 X50 C0 vlak]
MANTEL_Y X50 C0 B20 I25 K-20 H1 N8 G384 Z–10 Y10 X50 R10 P5 cirkel] ...
68
[afzonderlijk
[volledige
1.12 Simulatie
Coördinatensysteem weergeven Bij de simulatie wordt desgewenst het verschoven/geroteerde coördinatensysteem in het "draaivenster" getoond. Voorwaarde: de simulatie bevindt zich in de stopmodus. U
Druk op de toets "Verder". Bij de simulatie wordt het actuele coördinatensysteem getoond.
Bij de simulatie van het volgende commando of wanneer nogmaals op de toets "Verder" wordt gedrukt, wordt het coördinatensysteem opnieuw verborgen.
Digitale uitlezing met B- en Y-as De volgende velden van de uitlezing zijn "vast": N: regelnummer van de NC-bronregel X, Z, C: positiewaarden (actuele waarden) De andere velden kunt u met "PgUp/PgDown" of via het menu ("Instel > statusregel") instellen: Standaardinstelling (waarden van de geselecteerde slede): Y: positiewaarde (actuele waarde) T: gereedschapsgegevens met revolverplaats, magazijnplaats (in "(..)") en ID-nummer Instelling "Technologiegegevens": Toerental Aanzet Spilrotatierichting Instelling "B-as": B: zwenkhoek B-as G16/B: hoek van het gezwenkte vlak
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
69
1.13 TURN PLUS: gereedschapsmagazijn en B-as
1.13 TURN PLUS: gereedschapsmagazijn en B-as Gereedschapsmagazijn TURN PLUS herkent of er een revolver als gereedschapshouder wordt gebruikt, of dat er vanuit een magazijn gereedschap in de gereedschapshouder wordt geplaatst. De gereedschapskeuze is afhankelijk van de instelling van bewerkingsparameter 2: Instelling "Gereedschappen uit de revolver": TURN PLUS gebruikt de gereedschappen die in de magazijntabel zijn ingevoerd. Instelling "Gereedschappen uit de database": TURN PLUS zoekt de juiste gereedschappen in de database. Instelling "gecombineerd": TURN PLUS zoekt de juiste gereedschappen in de magazijntabel en in de database. Wanneer er een gereedschapsmagazijn wordt gebruikt, vermeldt de TURN PLUS bij het genereren van het NC-programma de gebruikte gereedschappen in het programmadeel SCHIJFMAGAZIJN en wordt G714 gegenereerd voor de gereedschapswissel.
Gereedschappen voor de B-as Door het zwenken van de B-as en het roteren van het gereedschap worden gereedschapsposities bereikt, waarbij langs- en dwarsbewerkingen resp. radiale en axiale bewerkingen op de hoofden tegenspil met hetzelfde gereedschap mogelijk zijn. TURN PLUS ondersteunt dit flexibele gebruik van gereedschap in IAG. Na de gereedschapskeuze opent IAG de dialoogbox "Gereedschapspositie". Hier geeft u de positie van het gereedschap voor de uit te voeren bewerking op.
O 3 4
2
1 8
O=
B
Ashoek B. Hoek waarnaar de B-as wordt gezwenkt.
C
Offset positiehoek bij draaibeitels 0°: gereedschapspositie "normaal" 180°: gereedschapspositie "overhead"
70
0° B
5
6
7 C
Parameters O Oriëntatie bij draaibeitels. Positie van de snijkant van het gereedschap (zie afbeelding). Gereedschapsposities 1, 3, 5, 7: voor vlak-, nadraai- en halfronde snijbeitels (neutrale gereedschappen worden op basis van de instelhoek herkend) Gereedschapsposities 2, 4, 6, 8: voor steekbeitels en draadsnijgereedschap (een "rechter" of "linker" gereedschap wordt in de gereedschapsgegevens vastgelegd)
B
TM
C=0°
C=180°
1.14 TURN PLUS: Y-as
1.14 TURN PLUS: Y-as De AAG kan alleen voor sledes zonder B-as worden gebruikt. Als in de programmakop een slede met B-as is gedefinieerd, dan is het automatisch genereren van werkschema's niet mogelijk.
Basisprincipes Y-as TURN PLUS ondersteunt de definitie van te frezen contouren en boringen, en maakt werkschema's voor de frees- en boorbewerking met de Y-as. Te frezen contouren/boringen: te frezen contouren zijn figuren (sleuven, rechthoeken, etc.), lineaire/ronde patronen of door u vastgelegde "vrije" contouren. Met boringen worden afzonderlijke boringen of boorpatronen bedoeld. Frees- en boorbewerking: TURN PLUS ondersteunt de frees- en boorbewerking in IAG (Interaktive Arbeitsplan Generierung - interactief genereren van werkschema's) en in AAG (Automatische Arbeitsplan Generierung - automatisch genereren van werkschema's). Voordat u AAG gebruikt, moet u bewerkingsattributen aan de contouren toewijzen (zie gebruikershandboek). Via de in TURN PLUS gebruikelijke procedures kunt u de volgorde van de freesbewerking, het gebruik van gereedschappen, etc. beïnvloeden. Instructie voor gegevensinvoer: Bij hiërarchisch gestructureerde, te frezen contouren (kamer in kamer, boringen/figuren op een vlak, etc.), doorloopt u met de pijltoets omhoog/omlaag alle contouren in de hiërarchische structuur van een "werkstukvlak". Met de linker-/rechterpijltoets doorloopt u de te frezen contouren van een hiërarchische structuur.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
71
1.14 TURN PLUS: Y-as
Te frezen contouren vastleggen Leg het onbewerkte werkstuk en de te draaien contour vast, voordat u een te frezen contour invoert. "Vrije" contour: met de elementen "Baan" en "Boog" kunt u willekeurige contouren vastleggen. Hiervoor bepaalt u het "startpunt van de contour", legt u de contour vast en bepaalt u ten slotte de diepte van de kamer/contour. "Vrije" contour invoeren U U U U U U
Kies "Werkstuk > Bewerkt werkstuk > Figuur > Contour" Indien nog niet vastgelegd: in te voeren vlak kiezen (XY-voorkant, XYR-achterkant, ZY-mantelvlak) Referentie-element instellen "Referentiegegevens" controleren, eventueel aanvullen Contour vastleggen Contour in de controlegrafiek controleren
Figuren/patronen invoeren U U U U U U U
"Werkstuk > Bewerkt werkstuk > Patroon" (of ".. > Figuur") kiezen Patroon of figuur selecteren Indien nog niet vastgelegd: in te voeren vlak kiezen (XY-voorkant, XYR-achterkant, ZY-mantelvlak) Referentie-element instellen "Referentiegegevens" controleren, eventueel aanvullen Patroon-/figuurparameters invoeren Patroon/figuur in de controlegrafiek controleren Wanneer u van het hoofdaanzicht uitgaat, vraagt de TURN PLUS u het bewerkingsvlak in te stellen. Wanneer u van het voorkant-, achterkant- of mantelvenster uitgaat, wordt uitgegaan van dit bewerkingsvlak. Met "PgUp/PgDn" of met de cursor kunt u naar een ander "actief venster" gaan.
72
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak Referentiegegevens XY-voorkant/XYRachterkant Leg in "referentiegegevens" de positie van het vlak vast. Parameters C Spilhoek (spilpositie); (default: 0) I
Begrenzingsdiameter. Dient om de snede te begrenzen, wanneer de figuur buiten het werkstuk uitsteekt.
Z
Referentiemaat. Positie van het referentievlak.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
73
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: startpunt contour Met de functie wordt het startpunt in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Beginpunt van de contour (radiusmaat) Y
Beginpunt van de contour
P
Beginpunt van de contour in poolcoördinaten
a
Beginpunt van de contour in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
74
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: lineair element Met de functie wordt een lineair element in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Eindpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Xi
Eindpunt incrementeel
Yi
Eindpunt incrementeel
P
Eindpunt in poolcoördinaten
a
Eindpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
W
Hoek van de baan (referentie: zie helpscherm)
WV
Hoek linksom ten opzichte van het voorgaande element. Boog als voorgaand element: hoek ten opzichte van de raaklijn
WN
Hoek linksom ten opzichte van het volgende element. Boog als volgend element: hoek ten opzichte van de raaklijn
L
Lengte van het element Tangentieel/niet tangentieel: overgang naar het volgende contourelement vastleggen
Lineair element vastleggen: Baanmenu oproepen
Richting van het lineaire element kiezen: Verticale baan Horizontale baan Baan onder een hoek Baan onder een hoek Baan in willekeurige richting
Baan dimensioneren en overgang naar het volgende element vastleggen.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
75
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: boog Met de functie wordt een cirkelvormig element in het XY-vlak vastgelegd. Parameters Eindpunt boog X
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat)
Y
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Xi
Eindpunt incrementeel
Yi
Eindpunt incrementeel
P
Eindpunt in poolcoördinaten
a
Eindpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
Pi
Eindpunt polair, incrementeel (lineaire afstand begin- tot eindpunt)
ai
Eindpunt polair, incrementeel (referentie: hoek tussen denkbeeldige lijn in het beginpunt, parallel aan de X-as en lijn beginpunt – eindpunt)
Middelpunt boog XM
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat)
YM
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
XMi
Middelpunt incrementeel
YMi
Middelpunt incrementeel
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
b
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Xas)
PMi
Eindpunt polair, incrementeel (lineaire afstand begin- tot eindpunt)
bi
Middelpunt polair, incrementeel (referentie: hoek tussen denkbeeldige lijn in het beginpunt, parallel aan de X-as en lijn beginpunt – eindpunt)
Andere parameters R
Boogradius Tangentieel/niet tangentieel: overgang naar het volgende contourelement vastleggen
WA
Hoek tussen positieve X-as en raaklijn in startpunt van de boog
WE
Hoek tussen positieve X-as en raaklijn in eindpunt van de boog
WV
Hoek linksom tussen voorgaand element en raaklijn in startpunt van de boog. Boog als voorgaand element: hoek ten opzichte van de raaklijn
WN
Hoek linksom tussen raaklijn in eindpunt van de boog en volgend element. Boog als volgend element: hoek ten opzichte van de raaklijn
76
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Cirkelvormig element vastleggen: Boogmenu oproepen
Rotatierichting van de boog kiezen
Boog dimensioneren en overgang naar het volgende element vastleggen.
XY-vlak: afzonderlijke boring Met de functie wordt een afzonderlijke boring in het XY-vlak vastgelegd dat de volgende elementen kan bevatten: Centrering Kernboring Verzinking Schroefdraad Parameters referentiepunt van de boring X Positie – middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Positie – middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Positie – middelpunt in poolcoördinaten
a
Positie – middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
77
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Centrering XY-vlak Parameters centrering Q Centreerdiameter
Kernboring XY-vlak Parameters kernboring B Boordiameter P
Boordiepte (zonder boorpunt)
W
gereedschapspunthoek W=0°: de AAG genereert bij de boorcyclus een "aanzetreductie (V=1)" W>0°: gereedschapspunthoek Passing: H6...H13 of "zonder passing"
Verzinking XY-vlak Parameters verzinking R Verzinkingsdiameter U
Verzinkingsdiepte
E
Verzinkingshoek
78
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Schroefdraad tappen XY-vlak Parameters schroefdraad I Nominale diameter J
Draaddiepte
K
Draadsnijgang (uitlooplengte)
F
Spoed Draadtype: rechtse draad linkse draad
XY-vlak: cirkel (volledige cirkel) Met de functie wordt een volledige cirkel in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
R
Cirkelradius
K
Cirkeldiameter
P
Diepte van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
79
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: Rechthoek Met de functie wordt een rechthoek in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
A
Positiehoek (referentie: positieve X-as en langszijde rechthoek)
K
Lengte van de rechthoek
B
Breedte van de rechthoek
R
Afkanting/afronding Breedte van de afkanting Afrondingsradius
P
80
Diepte van de figuur
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: Veelhoek Met de functie wordt een veelhoek in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
A
Hoek t.o.v. een zijde van een veelhoek (referentie: X-as)
Q
Aantal hoeken (Q>=3)
K
Lengte van zijde
SW
Sleutelwijdte (diameter binnencirkel)
R
Afkanting/afronding Breedte van de afkanting Afrondingsradius
P
Diepte van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
81
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: Lineaire sleuf Met de functie wordt een lineaire sleuf in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
A
Hoek langsas van de sleuf (referentie: X-as)
K
Sleuflengte
B
Sleufbreedte
P
Diepte van de figuur
82
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: Ronde sleuf Met de functie wordt een ronde sleuf in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Krommingsmiddelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Krommingsmiddelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Krommingsmiddelpunt in poolcoördinaten
a
Krommingsmiddelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
A
Starthoek van de sleuf (referentie: X-as)
W
Eindhoek van de sleuf (referentie: X-as)
R
Krommingsradius (referentie: middelpuntsbaan van de sleuf)
B
Sleufbreedte
P
Diepte van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
83
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: lineair boorpatroon Met de functie wordt een lineair boorpatroon in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Beginpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
P
Beginpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal boringen
I
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat)
J
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
Ii
Afstand tussen twee boringen in X-richting
Ji
Afstand tussen twee boringen in Y-richting
b
Hoek langsas van het patroon (referentie: X-as)
L
Totale patroonlengte
Li
Afstand tussen twee boringen (patroonafstand) Beschrijving van de boring (zie "XY-vlak: afzonderlijke boring" op bladzijde 77)
84
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: rond boorpatroon Met de functie wordt een rond boorpatroon in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Middelpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
PM
Middelpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal boringen/figuren Oriëntatie: met de klok mee tegen de klok in
R
Patroonradius
K
Patroondiameter
A
Beginhoek, positie van de eerste boring (referentie: X-as)
W
Eindhoek, positie van de laatste boring (referentie: X-as)
Wi
Hoek tussen twee boringen (voorteken heeft geen betekenis) Beschrijving van de boring (zie "XY-vlak: afzonderlijke boring" op bladzijde 77)
Speciale gevallen begin- en eindhoek (A, W): zonder A en W: opdeling volledige cirkel, beginnend bij 0° zonder W: opdeling volledige cirkel
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
85
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: lineair figuurpatroon Met de functie wordt een lineair figuurpatroon in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Beginpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
P
Beginpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal figuren
I
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat)
J
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
Ii
Afstand tussen twee figuren in X-richting
Ji
Afstand tussen twee figuren in Y-richting
b
Hoek langsas van het patroon (referentie: X-as)
L
Totale patroonlengte
Li
Afstand tussen twee figuren (patroonafstand) Beschrijving van de figuur
86
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: rond figuurpatroon Met de functie wordt een rond figuurpatroon in het XY-vlak vastgelegd. Parameters X Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat) Y
Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Middelpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
PM
Middelpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal figuren Oriëntatie: met de klok mee tegen de klok in
R
Patroonradius
K
Patroondiameter
A
Beginhoek, positie van de eerste figuur (referentie: X-as)
W
Eindhoek, positie van de laatste figuur (referentie: X-as)
Wi
Hoek tussen twee figuren (voorteken heeft geen betekenis) Positie van de figuren normale positie: de basisfiguur wordt om het middelpunt van het patroon geroteerd (rotatie om het middelpunt van het patroon) Oorspronkelijke positie: de positie van de basisfiguur blijft behouden (translatie) Beschrijving van de figuur
Speciale gevallen begin- en eindhoek (A, W): zonder A en W: opdeling volledige cirkel, beginnend bij 0° zonder W: opdeling volledige cirkel Bij patronen met ronde sleuven wordt het "krommingsmiddelpunt" bij de patroonpositie opgeteld.
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
87
1.15 TURN PLUS: contouren XY-vlak
XY-vlak: afzonderlijk vlak Met de functie wordt een afzonderlijk vlak in het XY-vlak vastgelegd. Parameters Ki Diepte (te frezen materiaal) K
Restdikte (blijvend materiaal)
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak gaat in negatieve Z-richting B>0: vlak gaat in positieve Z-richting
XY-vlak: Meerzijdige vlakken Met de functie worden meerzijdige vlakken in het XY-vlak vastgelegd. Parameters Q Aantal vlakken (Q >= 2) K
Sleutelwijdte (diameter binnencirkel)
Ki
Lengte van zijde
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak gaat in negatieve Z-richting B>0: vlak gaat in positieve Z-richting
88
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak Referentiegegevens Y-mantelvlak Leg in "referentiegegevens" de positie van het vlak vast. Parameters C Spilhoek (spilpositie); (default: 0) Z
Begrenzingsmaat – referentiepositie voor afzonderlijke en meerzijdige vlakken
X
Referentiediameter Referentiepositie voor de figuren/contouren Dient om de snede te begrenzen, wanneer de figuur buiten het werkstuk uitsteekt.
YZ-vlak: startpunt contour Met de functie wordt het startpunt in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Beginpunt van de contour in cartesiaanse coördinaten Z
Beginpunt van de contour in cartesiaanse coördinaten
P
Beginpunt van de contour in poolcoördinaten
a
Beginpunt van de contour in poolcoördinaten (referentie: positieve Z-as)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
89
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: lineair element Met de functie wordt een lineair element in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Eindpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Yi
Eindpunt incrementeel
Zi
Eindpunt incrementeel
P
Eindpunt in poolcoördinaten
a
Eindpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
W
Hoek van de baan (referentie: zie helpscherm)
WV
Hoek linksom ten opzichte van het voorgaande element. Boog als voorgaand element: hoek ten opzichte van de raaklijn
WN
Hoek linksom ten opzichte van het volgende element. Boog als volgend element: hoek ten opzichte van de raaklijn
L
Lengte van het element Tangentieel/niet tangentieel: overgang naar het volgende contourelement vastleggen
Lineair element vastleggen: Baanmenu oproepen
Richting van het lineaire element kiezen: Verticale baan Horizontale baan Baan onder een hoek Baan onder een hoek Baan in willekeurige richting
Baan dimensioneren en overgang naar het volgende element vastleggen.
90
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: boog Met de functie wordt een cirkelvormig element in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Eindpunt boog Y
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Z
Eindpunt in cartesiaanse coördinaten
Yi
Eindpunt incrementeel
Zi
Eindpunt incrementeel
P
Eindpunt in poolcoördinaten
a
Eindpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
Pi
Eindpunt polair, incrementeel (lineaire afstand begin- tot eindpunt)
ai
Eindpunt polair, incrementeel (referentie: hoek tussen denkbeeldige lijn in het beginpunt, parallel aan de Z-as en lijn beginpunt – eindpunt)
Middelpunt boog YM
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten (radiusmaat)
ZM
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
YMi
Middelpunt incrementeel
ZMi
Middelpunt incrementeel
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
b
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
PMi
Eindpunt polair, incrementeel (lineaire afstand begin- tot eindpunt)
bi
Middelpunt polair, incrementeel (referentie: hoek tussen denkbeeldige lijn in het beginpunt, parallel aan de Z-as en lijn beginpunt – eindpunt)
Andere parameters R
Boogradius Tangentieel/niet tangentieel: overgang naar het volgende contourelement vastleggen
WA
Hoek tussen positieve Z-as en raaklijn in startpunt van de boog
WE
Hoek tussen positieve Z-as en raaklijn in eindpunt van de boog
WV
Hoek linksom tussen voorgaand element en raaklijn in startpunt van de boog. Boog als voorgaand element: hoek ten opzichte van de raaklijn
WN
Hoek linksom tussen raaklijn in eindpunt van de boog en volgend element. Boog als volgend element: hoek ten opzichte van de raaklijn
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
91
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Cirkelvormig element vastleggen: Boogmenu oproepen
Rotatierichting van de boog kiezen
Boog dimensioneren en overgang naar het volgende element vastleggen.
YZ-vlak: afzonderlijke boring Met de functie wordt een afzonderlijke boring in het YZ-vlak vastgelegd die de volgende elementen kan bevatten: Centrering Kernboring Verzinking Schroefdraad Parameters referentiepunt van de boring Y Positie – middelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Positie – middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Positie – middelpunt in poolcoördinaten
a
Positie – middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
92
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Centrering XY-vlak Parameters centrering Q Centreerdiameter
Kernboring XY-vlak Parameters kernboring B Boordiameter P
Boordiepte (zonder boorpunt)
W
Gereedschapspunthoek W=0°: de AAG genereert bij de boorcyclus een "aanzetreductie (V=1)" W>0°: Gereedschapspunthoek Passing: H6...H13 of "zonder passing"
Verzinking XY-vlak Parameters verzinking R Verzinkingsdiameter U
Verzinkingsdiepte
E
Verzinkingshoek
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
93
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
Schroefdraad tappen XY-vlak Parameters schroefdraad I Nominale diameter J
Draaddiepte
K
Draadsnijgang (uitlooplengte)
F
Spoed Draadtype: rechtse draad linkse draad
YZ-vlak: cirkel (volledige cirkel) Met de functie wordt een volledige cirkel in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
R
Cirkelradius
K
Cirkeldiameter
P
Diepte van de figuur
94
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: Rechthoek Met de functie wordt een rechthoek in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
A
Positiehoek (referentie: positieve Z-as en langszijde rechthoek)
K
Lengte van de rechthoek
B
Breedte van de rechthoek
R
Afkanting/afronding breedte van de afkanting afrondingsradius
P
Diepte van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
95
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: Veelhoek Met de functie wordt een veelhoek in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
A
Hoek t.o.v. een zijde van een veelhoek (referentie: Z-as)
Q
Aantal hoeken (Q>=3)
K
Lengte van zijde
SW
Sleutelwijdte (diameter binnencirkel)
R
Afkanting/afronding breedte van de afkanting afrondingsradius
P
96
Diepte van de figuur
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: Lineaire sleuf Met de functie wordt een lineaire sleuf in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Middelpunt in poolcoördinaten
a
Middelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
A
Hoek langsas van de sleuf (referentie: Z-as)
K
Sleuflengte
B
Sleufbreedte
P
Diepte van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
97
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: Ronde sleuf Met de functie wordt een ronde sleuf in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Krommingsmiddelpunt in cartesiaanse coördinaten Z
Krommingsmiddelpunt in cartesiaanse coördinaten
PM
Krommingsmiddelpunt in poolcoördinaten
a
Krommingsmiddelpunt in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
A
Starthoek van de sleuf (referentie: Z-as)
W
Eindhoek van de sleuf (referentie: Z-as)
R
Krommingsradius (referentie: middelpuntsbaan van de sleuf)
B
Sleufbreedte
P
Diepte van de figuur
98
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: lineair boorpatroon Met de functie wordt een lineair boorpatroon in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten Z
Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Beginpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
P
Beginpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal boringen
J
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
K
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
Ji
Afstand tussen twee boringen in Y-richting
Ki
Afstand tussen twee boringen in Z-richting
b
Hoek langsas van het patroon (referentie: Z-as)
L
Totale patroonlengte
Li
Afstand tussen twee boringen (patroonafstand) Beschrijving van de boring (zie "XY-vlak: afzonderlijke boring" op bladzijde 77)
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
99
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: rond boorpatroon Met de functie wordt een rond boorpatroon in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Middelpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve X-as)
PM
Middelpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal boringen/figuren Oriëntatie: met de klok mee tegen de klok in
R
Patroonradius
K
Patroondiameter
A
Beginhoek, positie van de eerste boring (referentie: Z-as)
W
Eindhoek, positie van de laatste boring (referentie: Z-as)
Wi
Hoek tussen twee boringen (voorteken heeft geen betekenis) Beschrijving van de boring (zie "XY-vlak: afzonderlijke boring" op bladzijde 77)
Speciale gevallen begin- en eindhoek (A, W): zonder A en W: opdeling volledige cirkel, beginnend bij 0° zonder W: opdeling volledige cirkel
100
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: lineair figuurpatroon Met de functie wordt een lineair figuurpatroon in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten Z
Beginpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Beginpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
P
Beginpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal figuren
J
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
K
Eindpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
Ji
Afstand tussen twee figuren in Y-richting
Ki
Afstand tussen twee figuren in Z-richting
b
Hoek langsas van het patroon (referentie: Z-as)
L
Totale patroonlengte
Li
Afstand tussen twee figuren (patroonafstand) Beschrijving van de figuur
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
101
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: rond figuurpatroon Met de functie wordt een rond figuurpatroon in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Y Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten Z
Middelpunt patroon in cartesiaanse coördinaten
a
Middelpunt patroon in poolcoördinaten (referentie hoek: positieve Z-as)
PM
Middelpunt patroon in poolcoördinaten
Q
Aantal figuren Oriëntatie: met de klok mee tegen de klok in
R
Patroonradius
K
Patroondiameter
A
Beginhoek, positie van de eerste figuur (referentie: Z-as)
W
Eindhoek, positie van de laatste figuur (referentie: Z-as)
Wi
Hoek tussen twee figuren (voorteken heeft geen betekenis) Positie van de figuren normale positie: de basisfiguur wordt om het middelpunt van het patroon geroteerd (rotatie om het middelpunt van het patroon) Oorspronkelijke positie: de positie van de basisfiguur blijft behouden (translatie) Beschrijving van de figuur
Speciale gevallen begin- en eindhoek (A, W): zonder A en W: opdeling volledige cirkel, beginnend bij 0° zonder W: opdeling volledige cirkel Bij patronen met ronde sleuven wordt het "krommingsmiddelpunt" bij de patroonpositie opgeteld.
102
1.16 TURN PLUS: contouren XY-vlak
YZ-vlak: afzonderlijk vlak Met de functie wordt een afzonderlijk vlak in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Ki Diepte (te frezen materiaal) K
Restdikte (blijvend materiaal)
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak gaat in negatieve Z-richting B>0: vlak gaat in positieve Z-richting
YZ-vlak: Meerzijdige vlakken Met de functie worden meerzijdige vlakken in het YZ-vlak vastgelegd. Parameters Q Aantal vlakken (Q >= 2) K
Sleutelwijdte (diameter binnencirkel)
Ki
Lengte van zijde
B
Breedte (referentie: referentiezijde Z) B<0: vlak gaat in negatieve Z-richting B>0: vlak gaat in positieve Z-richting
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
103
1.17 Voorbeeldprogramma's
1.17 Voorbeeldprogramma's Werken met de Y-as Met het volgende NC-programma wordt eerst het "meerzijdige vlak" (voorkant), daarna een afzonderlijk vlak gefreesd. Aansluitend wordt een kamer in de vorm van een "acht" in het afzonderlijke vlak gefreesd. Voorbeeld: "Y-as [BSP_Y.NC]"
PROGRAMMAKOP #DATUM
01.03.07
#MATERIAAL
ST 60-2
#SLEDE
$1
#SYNCHRO
0
REVOLVER 1 T
1 ID"512-1000.10"
T
2 ID"111-80-080.1"
T
3 ID"521-1400.10"
T
4 ID"121-55-040.1"
T
5 ID"511-1000.10"
ONBEWERKT WERKSTUK N
1 G20 X100 Z150 K1
BEWERKT WERKSTUK N
2 G0 X0 Z-120
N
3 G1 Z0
N
4 G1 X50 B-2
N
5 G1 Z-40 B3
N
6 G1 X80 B-2
N
7 G1 Z-100
N
8 G1 X100 B-2
104
N
1.17 Voorbeeldprogramma's
N
9 G1 Z-120 10 G1 X0
VOORKANT_Y Z0 X50 C0 N
11 G308
N
12 G477 Z0 K40 B-3 I50 C0 Q6
N
13 G309
VOORKANT_Y Z0 X46 C0 N
14 G308 P-2
N
15 G377 X4 Y0 K-30 A30 R3 Q6
N
16 G309
[ Meerzijdig vlak voorkant vastleggen ]
[ Veelhoek voorkant vastleggen ]
MANTEL_Y X80 C90 N
17 G308
N
18 G386 Z-37 KI15 B-43 X80 C90
N
19 G308 P-2
N
20 G180 Z-53 Y0
N
21 G181 Y? B12 Q1
N
22 G183 Z-61 YI0 R12 K-57 J-18 B12
N
23 G181 Y? A-90 B12
N
24 G183 Z-53 YI0 R12 K-57 J18 Q1 B12
N
25 G181 Y0
N
26 G309
N
27 G309
[ Afzonderlijk vlak vastleggen ] [ Kamer in de vorm van een "acht" vastleggen ]
BEWERKING N
28 G0 Y0
N
29 G701 X380 Z500
N
30 G26 S4000
N
31 T2
N
32 G96 S150 G95 F0.3 M4
N
33 G0 X106 Z4
N
34 G47 P3
N
35 G820 NS4 NE4 P1 I1 K0.3 E0 Z-134 A90 W270 Q2 V3 D4
N
36 G0 X52
N
37 G0 Z4
N
38 G95 F0.5
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
[// Voorbewerken - dwars - buiten - voorkant ]
[// Voorbewerken - langs - buiten ]
105
1.17 Voorbeeldprogramma's
N
39 G0 X106 Z3.3
N
40 G47 P3
N
41 G810 NS5 NE9 P1 I1 K0.3 E0 Z-134 A0 W180 Q2 V1 D4
N
42 G0 Z3.3
N
43 G0 X106
N
44 G0 X210 Z465
N
45 T4
N
46 G96 S200 G95 F0.25 M4
N
47 G0 X52 Z3
N
48 G47 P2
N
49 G890 NS4 NE4 V3 H3 D3
N
50 G47 P2
N
51 G890 NS5 NE9 V1 H0 D1 I106 K-117
N
52 G0 X210 Z464
N
53 G126 S4000
N
54 M5
N
55 T1
N
56 G17
N
57 G197 S637 G193 F0.1 M103
N
58 M14
N
59 G0 X64 Z3
N
60 G0 Y0
N
61 G147 I2 K2
N
62 G843 NS12 P1 U0.5 V0.5
N
63 G0 X64 Z3
N
64 G0 Y0
N
65 G0 X220 Z400
N
66 M105
N
67 T3
N
68 G19
N
69 G197 S455 G193 F0.1 M103
N
70 G0 X106 Z-37
N
71 G0 Y0
N
72 G147 I2 K2
N
73 G841 NS18 P1 V0.5
N
74 G0 X106 Z-37
N
75 G0 Y0
N
76 G0 X180 Z500
106
[// Nabewerken - dwars - buiten - voorkant ]
[// Nabewerken - parallel aan de contour - buiten ]
[// Frezen - vlak 10 mm - buiten - voorkant ]
[// Frezen - vlak 14 mm - buiten - mantelvlak ]
77 M105
N
78 T1
N
79 G17
N
80 G197 S637 G193 F0.1 M103
N
81 G0 X8 Z3
N
82 G0 Y0
N
83 G147 I2 K2
N
84 G845 NS15 P3 I1 U0.5 V0.5 H1 Q0
N
85 G0 X8 Z3
N
86 G0 Y0
N
87 G0 X220 Z400
N
88 M105
N
89 T5
N
90 G19
N
91 G197 S637 G193 F0.1 M103
N
92 G0 X106 Z-50
N
93 G0 Y11
N
94 G147 I2 K2
N
95 G845 NS23 P1 U0.5 V0.5 H1 Q0
N
96 G0 X106 Z-50
N
97 G0 Y0
N
98 G0 X140 Z500
N
99 M105
1.17 Voorbeeldprogramma's
N
[// Frezen - contour 10 mm - buiten - voorkant ]
[// Frezen - vrije figuur - buiten - mantelvlak ]
N 100 G0 Y0 N 101 G18 N 102 M15 N 103 M30 EINDE
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
107
1.17 Voorbeeldprogramma's
Werken met de B-as Het volgende NC-programma freest eerst een "vlak" (gezwenkt vlak) en dan een kamer op het gezwenkte vlak. Daarna worden boringen binnen de kamer uitgevoerd. Het gezwenkte vlak wordt in dit voorbeeld met aparte functies gefreesd. In de contourdefinitie is dit afzonderlijke vlak echter vastgelegd. Zo kunnen de figuren en boringen gerelateerd aan het gezwenkte vlak worden vastgelegd. Een ander voordeel is dat het vlak in de simulatie wordt weergegeven. Voorbeeld: "B-as [DOKBSP1.NC]"
PROGRAMMAKOP #DATUM
01.03.07
#MATERIAAL
ST 60-2
#SLEDE
$1
#SYNCHRO
0
SCHIJFMAGAZIJN ID"B_112-80-0.8" ID"B_512-600.10" ID"B_322-1000.10" ID"B_332-0500.10" ID"372-600.10" ID"B_522-6000.1" ONBEWERKT WERKSTUK N
1 G20 X120 Z120 K1
BEWERKT WERKSTUK N
2 G0 X0 Z-118
N
3 G1 Z0
N
4 G1 X100 B-1
N
5 G1 Z-80 B2
N
6 G1 X118 B-1
N
7 G1 Z-118 B-1
N
8 G1 X0
108
N
1.17 Voorbeeldprogramma's
MANTEL_Y X100 C45 B75 I35 K0
[ Vastleggen van het gezwenkte vlak ]
9 G308
N
10 G386 Z0 KI15 B-65 X100 C45
N
11 G308 P-8
N
12 G385 Z-25 Y10 A90 K55 B30 R4
N
13 G308 P-12
N
14 G481 Z-17.5 Y30 K-32.5 J-10 Q2
N
15 G380 B5 P12 W118 I6 J8 K2 F1 V0 A90 O6
N
16 G309
N
17 G309
N
18 G309
[ Vlak vastleggen ] [ Rechthoekige kamer vastleggen ] [ Lineair boorpatroon ]
BEWERKING N
19 G0 Y0
N
20 G14 Q0
N
21 G26 S4000
N
22 G714 ID"B_112-80-0.8" B90 O1 C0
N
23 G96 S220 G95 F0.4 M3
N
24 M108
N
25 G0 X126 Z4
N
26 G47 P3
N
27 G820 NS4 NE4 P2.5 I1 K0.3 E0 Z-104 A90 W270 Q2 V3 D4
N
28 G0 X104
N
29 G0 Z4
N
30 G14 Q0
N
31 M109
N
32 G95 F0.2
N
33 M108
N
34 G0 X126 Z3.3
N
35 G47 P3
N
36 G810 NS5 NE7 P5 I1 K0.3 E0 Z-104 A0 W180 Q2 V1 D4
N
37 G0 Z3.3
N
38 G0 X126
N
39 G14 Q0
N
40 M109
N
41 G714 ID"B_122-55-0.8" B90 O1 C0
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
[// Voorbewerken - dwars - buiten - voorkant ]
[// Voorbewerken - langs - buiten ]
[// Nabewerken - parallel aan de contour - buiten ]
109
1.17 Voorbeeldprogramma's
N
42 G96 S250 G95 F0.2 M3
N
43 M108
N
44 G0 X6 Z3
N
45 G47 P2
N
46 G890 NS4 NE6 E0.2 V2 H0 D1 I124 K-78
N
47 G14 Q0
N
48 M109
N
49 G126 S4000
N
50 M5
N
51 G714 ID"B_522-6000.1" O0 B75 C0
[ Gereedschap voor vlak frezen ]
N
52 G19
[ YZ-vlak activeren ]
N
53 G197 S2500 G193 F0.05 M103
N
54 M14
N
55 M108
N
56 G0 X126 Z0 Y-60
N
57 G110 C45
N
58 M12
[ Hoofdspil klemmen ]
N
59 G16 B75 I35 K0 U-35 W0 Q1
[ Bewerkingsvlak zwenken ]
N
60 G0 X83 Z-28 Y-60
N
61 G1 Y50
N
62 G1 X70
N
63 G1 Y-60
N
64 G0 X100
N
65 G16 Q0
N
66 G0 X126 Z-25
N
67 G0 Y0
N
68 G14 Q0
N
69 M105
N
70 M109
N
71 G714 ID"B_512-600.10" O0 B75 C0
N
72 G197 S1485 G193 F0.05 M103
N
73 M108
N
74 G0 X126 Z-25
N
75 G0 Y10
N
76 G147 I2 K2
N
77 G845 NS12 P5 U0.5 V0.5 F0.01 Q0
N
78 G0 X126 Z-25
110
[// Frezen - vlak 75 graden]
[ Bewerkingsvlak terugzetten ]
[// Frezen - kamer 6 mm - buiten - mantelvlak ]
[ Kamer frezen ]
79 G0 Y0
N
80 G14 Q0
N
81 M105
N
82 M109
N
83 G714 ID"B_322-1000.10" O0 B75 C0
N
84 G197 S1146 G195 F0.1 M103
N
85 M108
N
86 G0 X126 Z-25
N
87 G147 K2
N
88 G72 NS15 K75
N
89 G14
N
90 M105
N
91 M109
N
92 G714 ID"B_332-0500.10" O0 B75 C0
N
93 G197 S2228 G195 F0.08 M103
N
94 M108
N
95 G0 X126 Z-17.5
N
96 G0 Y30
N
97 G147 K2
N
98 G71 NS15 E0.05 K75
N
99 G0 X126 Z-32.5
1.17 Voorbeeldprogramma's
N
[// Centreren 10 mm - buiten - mantelvlak ]
[// Boren 5 mm - buiten - mantelvlak ]
N 100 G0 Y0 N 101 G14 Q0 N 102 M105 N 103 M109 N 104 G714 ID"372-600.10" O0 B75 C0
[// Schroefdraad M6 - buiten - mantelvlak ]
N 105 G197 S1000 G195 F1 M103 N 106 M108 N 107 G0 X126 Z-17.5 N 108 G0 Y30 N 109 G147 K5 N 110 G73 NS15 B5 K75 N 111 G0 X126 Z-32.5 N 112 G0 Y0 N 113 G14 Q0 N 114 M105 N 115 M109
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
111
1.17 Voorbeeldprogramma's
N 116 G0 Y0 N 117 G18 N 118 M15 N 119 M30 EINDE
112
ACHTERKANT_Y - programmadeelaanduiding ... 22 Afwikkelfrezen G808 ... 67 Afzonderlijk vlak G376 (XY-vlak) ... 31 G386 (YZ-vlak) ... 39 XY-vlak TURN PLUS ... 88 YZ-vlak TURN PLUS ... 103
B Baan DIN PLUS Baan XY-vlak G171 ... 24 Baan YZ-vlak G181 ... 32 TURN PLUS Baan XY-vlak ... 75 Baan YZ-vlak ... 90 B-as Basisprincipes ... 8 Digitale uitlezing ... 9 flexibel gebruik van gereedschap ... 9 Gereedschapsoriëntatie ... 9 in handbediening zwenken ... 17 Multigereedschappen ... 10 Bewerkingsvlak zwenken G16 ... 41 Bewerkingsvlakken DIN PLUS ... 40 Boorbewerking TURN PLUS Boring XY-vlak ... 77 Boring YZ-vlak ... 92 Boring DIN PLUS Boring XY-vlak G370 ... 26 Boring YZ-vlak G380 ... 34
C Cirkelboog DIN PLUS Cirkelboog frezen (Y-as) G12 ... 51 Cirkelboog frezen (Y-as) G13 ... 51 Cirkelboog frezen (Y-as) G2 ... 50 Cirkelboog frezen (Y-as) G3 ... 50 Cirkelboog XY-contour G172 ... 25 Cirkelboog XY-contour G173 ... 25 G12 (frezen) ... 51 G13 (frezen) ... 51 G182 (YZ-vlak) ... 33 G183 (YZ-vlak) ... 33 G2 (frezen) ... 50 G3 (frezen) ... 50
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
Contourdefinitie DIN PLUS XY-vlak ... 24 YZ-vlak ... 32 TURN PLUS XY-vlak ... 73 YZ-vlak ... 89
F Freescycli DIN PLUS Graveren XY-vlak G803 (Y-as) ... 63 Graveren YZ-vlak G804 (Y-as) ... 64 Kamerfrezen nabewerken G846 (Y-as) ... 61 Kamerfrezen voorbewerken G845 (Y-as) ... 56 Meerdere zijden frezen nabewerken G844 (Y-as) ... 55 Meerdere zijden frezen voorbewerken G843 (Y-as) ... 54 Vlak frezen nabewerken G842 (Y-as) ... 53 Vlak frezen voorbewerken G841 (Y-as) ... 52 Freescycli DIN PLUS ... 52 Freesdiepte ... 20
G G-contourfuncties G472 Patroon rond (XY-vlak) ... 30 Gereedschapsmagazijn Basisprincipes ... 10 Gereedschap in het magazijn plaatsen ... 12 Gereedschap verwijderen ... 13 Gereedschapspositie vastleggen G712 ... 47 Gereedschapsselectie G600 ... 48 Gereedschapswisselpositie Gereedschapswisselpositie G14 (Yas) ... 42 Gezwenkt bewerkingsvlak basisprincipes ... 8 Gezwenkt vlak - boren en frezen ... 21
G-functies bewerking G0 IJlgang (Y-as) ... 42 G1 Lineaire verplaatsing (Y-as) ... 49 G12 Cirkelboog (Y-as) ... 51 G13 Cirkelboog (Y-as) ... 51 G14 Gereedschapswisselpositie benaderen (Y-as) ... 42 G16 Bewerkingsvlak zwenken ... 41 G17 XY-vlak ... 40 G18 XZ-vlak (draaibewerking) ... 40 G19 YZ-vlak ... 40 G2 Cirkelboog (Y-as) ... 50 G3 Cirkelboog (Y-as) ... 50 G600 Gereedschapsselectie ... 48 G701 IJlgang in machinecoördinaten (Y-as) ... 43 G712 Gereedschapspositie vastleggen ... 47 G714 Magazijngereedschap inspannen ... 44 G800 Schroefdraad frezen XY-vlak ... 65 G803 Graveren XY-vlak (Y-as) ... 63 G804 Graveren YZ-vlak (Y-as) ... 64 G806 Schroefdraad frezen YZvlak ... 66 G808 Afwikkelfrezen ... 67 G841 Vlak frezen voorbewerken (Y-as) ... 52 G842 Vlak frezen nabewerken (Y-as) ... 53 G843 Meerdere zijden frezen voorbewerken (Y-as) ... 54 G844 Meerdere zijden frezen nabewerken (Y-as) ... 55 G845 Kamerfrezen voorbewerken (Y-as) ... 56 G846 Kamerfrezen nabewerken (Y-as) ... 61 G-functies contourbeschrijving G170 Startpunt contour XY-vlak ... 24 G171 Baan XY-vlak ... 24 G172 Cirkelboog XY-vlak ... 25 G173 Cirkelboog XY-vlak ... 25 G180 Startpunt contour YZ-vlak ... 32 G181 Baan YZ-vlak ... 32 G182 Cirkelboog YZ-vlak ... 33 G183 Cirkelboog YZ-vlak ... 33 G370 Boring XY-vlak ... 26 G371 Lineaire sleuf XY-vlak ... 26 G372 Ronde sleuf XY-vlak ... 27
113
Index
A
Index
G373 Ronde sleuf XY-vlak ... 27 G374 Volledige cirkel XY-vlak ... 27 G375 Rechthoek XY-vlak ... 28 G376 Afzonderlijk vlak XY-vlak ... 31 G377 Regelmatige veelhoek XYvlak ... 28 G380 Boring YZ-vlak ... 34 G381 Lineaire sleuf YZ-vlak ... 34 G382 Ronde sleuf YZ-vlak ... 35 G383 Ronde sleuf YZ-vlak ... 35 G384 Volledige cirkel YZ-vlak ... 35 G385 Rechthoek YZ-vlak ... 36 G386 Afzonderlijk vlak YZ-vlak ... 39 G387 Regelmatige veelhoek YZvlak ... 36 G471 Patroon lineair XY-vlak ... 29 G472 Patroon rond XY-vlak ... 30 G477 Meerzijdige vlakken XYvlak ... 31 G481 Patroon lineair YZ-vlak ... 37 G482 Patroon rond YZ-vlak ... 38 G487 Meerzijdige vlakken YZvlak ... 39 Graveren Graveren XY-vlak G803 ... 63 Graveren YZ-vlak G804 ... 64
M
IJlgang IJlgang G0 (Y-as) ... 42 in machinecoördinaten G701 (Y-as) ... 43
Magazijngereedschap Correcties tijdens automatisch bedrijf ... 19 corrigeren ... 18 declareren ... 15 Gereedschapspositie vastleggen G712 ... 47 Magazijngereedschap inspannen G714 ... 44 meten ... 18 terugplaatsen ... 16 wisselen ... 14 Magazijntabel - Basisprincipes ... 11 MANTEL_Y - programmadeelaanduiding ... 23 Mantelvlak Programmadeel MANTEL_Y ... 23 Meerdere zijden frezen nabewerken G844 ... 55 Meerdere zijden frezen voorbewerken G843 ... 54 Meerzijdige vlakken DIN PLUS XY-vlak G477 ... 31 YZ-vlak G487 ... 39 TURN PLUS XY-vlak ... 88 YZ-vlak ... 103 Multigereedschappen Invoer in magazijntabel ... 11 Multigereedschappen voor de B-as ... 10
K
P
Kamerfrezen DIN PLUS Kamerfrezen nabewerken G846 (Y-as) ... 61 Kamerfrezen voorbewerken G845 (Y-as) ... 56
Patroon DIN PLUS Patroon lineair XY-vlak G471 ... 29 Patroon lineair YZ-vlak G481 ... 37 Patroon rond XY-vlak G472 ... 30 Patroon rond YZ-vlak G482 ... 38 TURN PLUS Lineair boorpatroon XY-vlak ... 84 Lineair boorpatroon YZ-vlak ... 99 Lineair figuurpatroon XY-vlak ... 86 Lineair figuurpatroon YZ-vlak ... 101 Rond boorpatroon XY-vlak ... 85 Rond boorpatroon YZ-vlak ... 100 Rond figuurpatroon XY-vlak ... 87 Rond figuurpatroon YZ-vlak ... 102 Positie van de te frezen contouren DIN PLUS Y-as ... 20 Positioneercommando's DIN PLUS ... 42
I
L Lineaire sleuf DIN PLUS Lineaire sleuf XY-vlak G371 ... 26 Lineaire sleuf YZ-vlak G381 ... 34 Lineaire verplaatsing G1 (frezen) ... 49
114
Programmadeel-aanduidingen gereedschapsmagazijn ... 22 Programmadeel-aanduidingen voor Y-as ... 22
R Rechthoek DIN PLUS Rechthoek XY-vlak G375 ... 28 Rechthoek YZ-vlak G385 ... 36 Referentiegegevens TURN PLUS Y-mantelvlak ... 89 Y-voor- en achterkant ... 73 Referentievlak Programmadeel MANTEL_Y ... 23 Programmadeel VOORKANT_Y, ACHTERKANT_Y ... 22 Regelmatige veelhoek DIN PLUS Veelhoek XY-vlak G377 ... 28 Veelhoek YZ-vlak G387 ... 36 Ronde sleuf DIN PLUS Ronde sleuf XY-vlak G372/ G373 ... 27 Ronde sleuf YZ-vlak G382/ G383 ... 35
S Schroefdraad frezen XY-vlak G800 ... 65 Schroefdraad frezen YZ-vlak G806 ... 66 Schroefdraad tappen TURN PLUS XY-vlak ... 77 YZ-vlak ... 92 Sleuf DIN PLUS Lineaire sleuf XY-vlak G371 ... 26 Lineaire sleuf YZ-vlak G381 ... 34 Ronde sleuf XY-vlak G372/ G373 ... 27 Ronde sleuf YZ-vlak G382/ G383 ... 35 Snijkantbegrenzing ... 20 Startpunt contour DIN PLUS Startpunt contour XY-vlak G170 ... 24 Startpunt contour YZ-vlak G180 ... 32 TURN PLUS XY-vlak ... 74 YZ-vlak ... 89
Index
T Te frezen contouren vastleggen TURN PLUS ... 72
V Vlak frezen Vlak frezen nabewerken G842 (DIN PLUS) ... 53 Vlak frezen voorbewerken G841 (DIN PLUS) ... 52 Volledige cirkel DIN PLUS Volledige cirkel XY-vlak G374 ... 27 Volledige cirkel YZ-vlak G384 ... 35 G374 (XY-vlak) ... 27 Voorbeeld Werken met de B-as ... 108 Werken met de Y-as ... 104 VOORKANT_Y - programmadeelaanduiding ... 22
X XY-vlak G17 (voor- of achterkant) ... 40 XZ-vlak G18 (draaibewerking) ... 40
Y Y-achterkant, referentiegegevens TURN PLUS ... 73 Y-as - Basisprincipes ... 8 Y-as - Basisprincipes TURN PLUS ... 71 Y-mantelvlak, referentiegegevens TURN PLUS ... 89 Y-voorkant, referentiegegevens TURN PLUS ... 73 YZ-vlak G19 (bovenaanzicht/ mantel) ... 40
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290
115
DR. JOHANNES HEIDENHAIN GmbH Dr.-Johannes-Heidenhain-Straße 5 83301 Traunreut, Germany { +49 8669 31-0 | +49 8669 5061 E-mail:
[email protected] Technical support | +49 8669 32-1000 Measuring systems { +49 8669 31-3104 E-mail:
[email protected] TNC support { +49 8669 31-3101 E-mail:
[email protected] NC programming { +49 8669 31-3103 E-mail:
[email protected] PLC programming { +49 8669 31-3102 E-mail:
[email protected] Lathe controls { +49 8669 31-3105 E-mail:
[email protected] www.heidenhain.de
628 947-72 · Ver02 · pdf · 3/2010