008
ELINGSSAMENWERKING jaargang 7 / 12-2
een uitgave van
KWARTAALBLAD OVER SPORT & ONTWIKK
CLARENCE SEEDORF: de WINNAAR MET EEN MISSIE ////// TOM VAN ’T HEK// WK VOETBAL 2010////////////
LEVENDE LEGENDE: TSHABALALA // Bert Koenders////////
// INHOUD Supporter 32
INTERVIEWS
fotoREPORTAG
E
Dodô Ferreira de Oliveira Dodô’s dromen ‘Guerrero’, noemen ze hem in de Braziliaanse sloppenwijk waar hij geboren is: ‘krijger’. “Omdat ik strijd voor mijn kansen.” De sportinstructeur, die tot januari stage loopt in Amsterdam, is de eerste van zijn familie met een academische opleiding.
6
Stanley Tshabalala Een paspoort tot alles “Zwarte spelers hebben een natuurlijke flair. Maak dat niet kapot.” Zuid-Afrika’s eerste voetbalbondscoach van na de apartheid adviseert de huidige bondscoach. En kijkt terug op zijn gestokte carrière. “Voetballen was het enige wat ik kon.”
26
Toeva Allemaal doorzetters In het onherbergzame, arme en uiterst criminele Toeva is worstelen net zo gewoon als straatvoetbal in Nederland. Worstelkampioen Mongush Radislav traint jongeren. “Geen kinderen uit harmonieuze of rijke gezinnen.”
12
Nederland “Hij dóet het gewoon” “Niet grote woorden, maar daden zijn belangrijk”, zei Clarence Seedorf bij ontvangst van de Millenniumschoen Award 2008. Minister Koenders loofde die no nonsense-houding.
ACHTERGROND
COLOFON
WK2010 Geïnspireerd door Mandela Het is één van de opmerkelijkste initiatieven in aanloop naar het WK Voetbal: een stichting die mensen oproept om per goal van hun favoriete team een bedrag te doneren aan het goede doel. Goal4Africa investeert dit geld in sport en onderwijs in Afrika.
Hoofdredactie: NCDO-programma Sport & OS
Redactieadres:
© NCDO 2008. Niets uit deze uitgave mag
(www.sportdevelopment.org), Tessa Kocken
NCDO, Tessa Kocken
worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
Het kwartaalblad Supporter wordt uitgegeven
Eindredactie en coördinatie: Schrijf-Schrijf tekst
Mauritskade 63
door middel van druk, fotokopie, microfilm of
door het programma Sport & Ontwikkelings
en meer (www.schrijf-schrijf.nl), Jens Middel
1092 AD Amsterdam
welke andere wijze dan ook, zonder
samenwerking van NCDO (Nationale Commissie
Redactieraad: Frank van Eekeren, Helga van
T: (020) 568 87 88
voorafgaande schriftelijke toestemming van de
voor Internationale Samenwerking en Duurzame
Kampen, Judith Kilsdonk en Willem Vissers
E:
[email protected]
uitgever.
weergegeven zijn niet per definitie de meningen
Medewerkers: ANP, Arita Baaijens, Miriam
SSN 1562-7726
Coverfoto: Topvoetballer Clarence Seedorf won
van het programma Sport & Ontwikkelings
Bruinooge, Ghislaine van Drunen, Gallo Images,
Ontwerp: Piraña grafisch ontwerp
onlangs de Millenniumschoen Award voor zijn
samenwerking.
Eric de Frel, Ton Koene, Jens Middel, Olivier
(www.pirana.nl)
inzet voor sport & ontwikkelingssamenwerking.
Rijcken, Edwin Schoon, Martien Versteegh.
Druk: Artoos (www.artoos.nl)
Lees meer over zijn winst op pagina's 5 en 23.
Ontwikkeling). Meningen die in artikelen worden
Foto: ANP.
2
21
24
RUBRIEKEN
Merchandise Van sportief ondergoed voor het goede doel tot superoriginele shirts van fairtrade katoen. Hier vind je tips om verantwoord sportief door het leven te gaan.
Tribune Reacties van lezers over artikelen uit de vorige Supporter: “Vissers vergelijkt paralympiërs met de plaatselijke grapjas in het café en olympiërs met Youp van ‘t Hek. Dat is onzinnig natuurlijk.”
Club “De wereld is groter dan onze vereniging”, aldus voetbalclub Union. Vandaar de betrokkenheid van Union bij de voetballers van de Keniaanse sport & ontwikkelingsorganisatie MYSA.
4 11
18
Bond Sport inzetten om de maatschappij te ontwikkelen. Dat is waar de Nederlandse Sport Alliantie (NSA) zich mee bezig houdt. “En dat brengt ons tot ver over de eigen landsgrenzen.”
Positiespel Reageer op de nieuwe stelling en win een spectaculair fotoalbum! Lees ook de winnende reactie op de stelling uit de vorige Supporter!
17 10
Veld Nieuws over het bezoek van Zimbabwaanse sportleiders aan Haarlem, de rol die Nelson Mandela rugby gaf en andere wetenswaardigheden.
COLUMNS
De Wissel HART In deze wisselcolumn blikt oud-tophockeyer Tom van ‘t Hek terug op zijn jurylidmaatschap voor de Millenniumschoen Award 2008. “Steun aan goede doelen moet geen marketingtruc zijn.” De Libero ZO 2008 Zouden de organisatoren van het WK Voetbal doorhebben dat overmatig klinken met champagne in vijfsterrenhotels not done is, als er luttele kilometers verderop mensen wonen zonder stromend water in hun huis? Van Eekeren vraagt het zich af.
20
5 31
3
// MERCHANDISE
Onderbroekenlol
Dé hit in Engeland: de Pants to Poverty. De broekjes zijn nu ook voor Hollandse billen verkrijgbaar. Klein, dus fijn voor onder je sportkleren. En in de kleedkamer goed voor je zorgvuldig onderhouden imago van milieubewuste wereldburger! De makers gebruiken immers enkel ecologisch katoen en laten zich inspireren door het Holi-festival in India. De namen zijn al even blijmoedig als de dartele kleuren: radical reds, yummy yellows, pouting pinks, groovy greens en ballistic blues. Heren: niet getreurd, ze zijn er ook voor mannen. En zelfs in de onderbroekenbranche staat de tijd niet stil: er is zelfs een onderbroek met een opbergzakje voor condooms. Prijs: € 12,95 Te koop via www.pantstopoverty.com en www.lotika.nl
Kippenvel Naar de sportschool? Laat dat saaie dertien-in-een-dozijn shirt toch eens thuis. En kleed je met het Franse merk Monsieur Poulet (‘Meneer Kip’). Monsieur Poulets T-shirts worden in kleine oplages van honderd stuks geproduceerd. De prints worden geselecteerd via een ontwerpwedstrijd. Creatievelingen uit de hele wereld leveren printontwerpen aan waarop iedereen kan stemmen. De shirts zijn gemaakt van fairtrade katoen (Max Havelaar-keurmerk) en worden bedrukt met ecologische inkt. Mogelijke opdrukken: ‘pioupioucotcot’, ‘Tuit-Tuit’ en ‘Save water...drink champagne!’ Origineel, democratisch, ecologisch én grappig dus; wie krijgt daar geen kippenvel van? Prijs: € 35,Te koop via www.monsieurpoulet.com en www.lotika.nl
Nog even snel...!
De tijd dat vrouwen zonder make-up sporten, is voorbij. Niemand kijkt tegenwoordig meer op als een atlete vlak voor de wedstrijd nog even snel haar lippen stift. Het zal niet lang meer duren voordat degene die haar make-up vergeet bij te werken, buiten de boot valt. Vandaar dat Lotika met een sportief make-uptasje komt. Gemaakt van organisch katoen in naaiatelier Mumbay Maharashtra India. Dit atelier heeft beloofd dat er geen kinderarbeid aan te pas komt, noch discriminatie op basis van geloof of etnische afkomst. De werknemers zijn verzekerd en krijgen zelfs een pensioen. Het EKO-keurmerk Skal heeft dan ook zijn zegen uitgesproken over deze (ook nog eens fraaie!) tasjes.
Prijs: € 10,Te koop via www.monsieurpoulet.com en www.lotika.nl
4
// DE WISSEL
Hart Dit jaar mocht ik voor de tweede keer meebepalen wie de winnaar van de Millenniumschoen Award zou worden. Hoe zoiets gaat? Er was een voorselectie gedaan van zestien kandidaten die zich erg verdienstelijk hadden gemaakt op het gebied van sport & ontwikkelingssamenwerking. Ik kreeg een stapel rapporten thuisgestuurd met daarin al het goede werk van deze kanshebbers op de Award. Die rapporten heb ik doorgespit met een lijstje criteria in de hand. Maar voor mij was de belangrijkste vraag: ‘Hoe écht is dit?’ Niet dat het antwoord bij iemand slecht uitviel; ze waren niet voor niets genomineerd. Wel vielen sommige kandidaten bijzonder op. Zoals de atlete Lornah Kiplagat. Die kreeg vorig jaar de Award omdat ze heel mooi werk doet in haar vaderland Kenia. Het zou niet eens gek zijn geweest om haar dit jaar opníeuw de prijs te geven. Maar er was een andere sporter die ’m ook heel erg verdiende: Clarence Seedorf. Wie Seedorf kent, zal niet verbaasd zijn over deze keuze. Hij werkt al vele jaren aan sportprojecten in ontwikkelingslanden en is daarbij persoonlijk intensief betrokken. Het kost niet veel moeite om
te zien dat het recht uit zijn hart komt. Dat viel me op toen ik hem tijdens een bijeenkomst voor jeugd en sport op het podium hoorde vertellen over zijn projecten. Zijn grote betrokkenheid en kennis van zaken waren onmiskenbaar. Dit was geen verwende vedette die even iets kwam mompelen over goede doelen. Nee, daar stond een sporter met hart voor de zaak die anderen enthousiast wilde maken. Ik vind het geweldig dat we die inzet met de Millenniumschoen Award hebben kunnen belonen. Zodat Seedorf in oktober niet alleen naar Nederland hoefde te vliegen om met AC Milan in een UEFA-duel Heerenveen onder de grasmat te spelen. Maar dat hij de dag erna in Amsterdam op een podium de Millenniumschoen Award omhoog mocht houden. En iets kon vertellen over wat hij doet als hij níet op het veld staat. Hoewel, zelfs tijdens het scoren is Seedorf nog liefdadig. Zo speelde hij met andere voetbalsterren een benefietwedstrijd voor het initiatief Goal4Africa. Het motto van Seedorf: niet lullen maar poetsen. Die instelling spreekt me aan. Steun aan goede doelen moet geen marketingtruc zijn. Niet iets van managers die tegen hun sterren zeggen: “Het zou goed zijn als jij je eens van je filantropische kant liet zien.” Zo hoort het niet te werken. Gelukkig zijn er veel sporters, al of niet wereldberoemd, die de behoefte hebben hun positie te gebruiken voor iets opbouwends. Het is bevredigend om één van hen in de schijnwerpers te kunnen zetten en te bedanken voor zijn inzet. Goede voorbeelden zijn er nooit genoeg.
Tom van ’t Hek is een voormalig Nederlands tophockeyer. Van 1994 tot 2000 was hij bondscoach van het Nederlandse vrouwenhockeyteam. Ook verwierf hij bekendheid als presentator van de radioprogramma’s Langs de Lijn, Radio Tour de France en Het Hek van de Dam. Hij is jurylid voor de Millenniumschoen Award.
5
// interview
^ Dodo’s dromen Voor zijn familie. Voor zijn sloppenwijk Pirambú. Voor de sportende kinderen in badplaats Fortaleza. Voor de lokale organisatie ARCA. Voor de Nederlandse stichting Todos. En voor de Amsterdamse sportacademie waar hij tot en met januari stage loopt. De Braziliaanse surf- en sportinstructeur José Dorian ‘Dodô’ Ferreira de Oliveira (27) is een voorbeeld voor bijna iedereen in zijn leven. En zo wil hij het ook.
De eerste golf: familie “Ik herinner me de slechte dagen. De periode waarin we thuis weinig te eten hadden, mijn vader dronken was en ruzie maakte met mijn moeder. Ik wilde iets doen om die situatie te verbeteren. Het maakte niet uit wat. Dus begon ik op mijn 8e fruit te verkopen. Op straat. Later probeerde ik geld te verdienen als zanger. En als voetballer. Misschien had daar meer in gezeten. Maar om als voetballer door te breken, heb je in mijn land invloedrijke mensen nodig. Mensen die je op het juiste moment steunen. Die kende ik niet. Uiteindelijk heb ik nog tig baantjes gehad en werd ik presentator bij de wijkradio. Daar zou mijn leven in de stroom terecht komen die me uiteindelijk naar Nederland voerde. Ik wilde mijn broertjes en zusjes laten zien dat een beter leven mogelijk is. Dat ze nooit bij de pakken neer moesten zitten, ook al woonden ze in een sloppenwijk, een favela. Dat was van jongs af aan mijn drive. En dat is het nog steeds. Ik ben de op-één-na oudste van tien kinderen en heb me altijd verantwoordelijk gevoeld voor de anderen. Met de baantjes die ik vond, de kansen die ik greep, zorgde ik er voor dat ze naar school konden. Inmiddels werken er vier. Zij betalen nu ook een deel van onze woon- en leefkosten; we wonen nog allemaal thuis. Aangezien ik niets verdien in de zes maanden dat ik in Nederland studeer, moeten sommige van mijn andere broertjes en zusjes ook werken. Dat doet ze goed. Noodzaak maakt mensen zelfstandig.”
6
De tweede golf: Fortaleza “Mijn grote liefde is surfen. En ik heb er altijd van gedroomd iets met die liefde te doen. Ik ben nooit een topsurfer geweest, maar dat doet niets af aan mijn passie voor de sport of voor de cultuur erom heen: de open en ontspannen, maar toch actieve manier waarop mensen met elkaar omgaan. Surfen is populair in Fortaleza. Niet alleen onder toeristen, maar ook onder jongeren in mijn favela – zelfs al hebben ze geen geld voor echte surfboards en gebruiken ze daarom houten planken. Sowieso is het strand één van de weinige plekken in Pirambú waar jongeren echt plezier kunnen hebben. De meeste inwoners van mijn favela zijn warme, vrolijke mensen. Maar door de armoede is er ook veel wantrouwen ten opzichte van elkaar. De ander zou je wel eens een poot kunnen uitdraaien. Mensen vertrouwen ook zichzelf niet echt: ze kijken tv en zien daar de wereld buiten hun wijk, zelfs buiten Brazilië. Maar ze denken niet dat dat ooit hún wereld kan zijn. Zo groeien kinderen op: zonder geloof in een betere toekomst. Al toen ik bij de lokale radio werkte, liep ik rond met het idee om voor die kinderen een surfschool te beginnen. Zo kon ik ze laten zien dat ze iets konden leren. Zo kon ik hun zelfvertrouwen vergroten.” De derde golf: Todos “Mijn collega’s bij de radio wisten van mijn surfschoolidee. Toen zij een brief ontvingen van de Nederlandse organisatie Tio Loiro, >>>
Dodô op de ALO in Amsterdam
De golven van Dodo ^ “Om als surfer een golf te kunnen bedwingen, moet je leren op de juiste manier te peddelen, goed op de plank te staan, correct te bewegen. Daar kun je jezelf in trainen. En naarmate je beter wordt, bereid je je voor op steeds hogere golven. Zo is het ook buiten de zee. De grote golven kunnen je leven veranderen – maar om die kansen te grijpen, moet je wel eerst met hart en ziel hebben geoefend op de kleinere golven.” Zo legt Dodô de kinderen in zijn wijk uit hoe hij in het leven staat. Om ze te stimuleren elke kans te omarmen en geduldig vooruit te blijven kijken. “Dodô is een groot voorbeeld van wat mogelijk is voor inwoners van de favelas. Van wat mogelijk is als je, zoals wij bij hem, duurzaam investeert in iemand die zijn kansen weet te grijpen en keihard werkt. Ik herinner me dat Dodô overdag een baan had, ’s avonds zijn lessen aan de universiteit voorbereidde en zaterdags
Engels studeerde. Dodô is de eerste die we zó nauw begeleid hebben. Het resultaat maakt dat we dat nu ook met drie anderen willen proberen.” Aan het woord is Onno Raadsen, oprichter van Toekomst door sport (Todos, Portugees voor ‘Allemaal’). Todos gaat in Nederland met een speciale sportbus langs scholen, festivals en sportevenementen. Daar geeft ze voorlichting over de rol die sport kan spelen in de persoonlijke ontwikkeling van kinderen in favelas. Raadsen, die zelf sinds 1999 in het Braziliaanse Fortaleza woont: “Je zou denken dat alle inwoners van favelas zijn zoals Dodô. Dat ze denken: ‘We hebben al zo weinig kansen, laten we degene die langskomen grijpen.’ Maar zo werkt het niet. Dat denken ze niet. Daarvoor hebben ze te weinig vertrouwen in hun mogelijkheden. In zichzelf.”
Bezoek de website van Todos: www.todos.nl
7
// interview
tegenwoordig Todos, die educatieve sportprojecten in de sloppenwijken van Fortaleza wilde opstarten, waarschuwden ze mij direct. Ik was 18 jaar en ontmoette de oprichter van Todos, Onno Raadsen. Mijn idee viel in goede aarde. Misschien ook wel omdat ik vertelde dat ik op dat moment al dertig jongens kende die geïnteresseerd waren in surflessen. In 2001 werd ARCA opgericht: een sport & ontwikkelingsorganisatie voor lokale jongeren, met speciale aandacht voor surfen. Ik werd aangenomen als werknemer, deed aanvankelijk kleine administratieve klussen op kantoor en kreeg van ARCA training in het geven van sportlessen. Dat had ik allemaal nog nooit gedaan. Maar ik was erop gebrand alles te leren, meer te weten, door te groeien. Dus wilde ik naast mijn baan ook een sportopleiding volgen aan de universiteit. Daarvoor kreeg ik financiële steun van Todos en ARCA, tot die universiteit me na een jaar mijn huidige studiebeurs toezegde. Bij ARCA kreeg ik ondertussen steeds meer een coördinerende rol naast Milza Gomes, de directrice [en vrouw van Todos-oprichter Raadsen, red].” De vierde golf: ARCA “Mijn promotie tot coördinator was een belangrijke stap voor me. Maar ik had nog meer dromen. Door de jaren heen hadden veel
toeristen ARCA bezocht. En meer dan vijftig sportacademiestudenten uit Nederland hadden bij ons stage gelopen. Waarom zou ook ik niet naar het buitenland, naar Nederland kunnen? In al die internationale contacten had ik vooral mijn Engels aangescherpt en had ik ook de Nederlandse omgangsvormen leren kennen. Bijvoorbeeld hoe jullie in het eerste contact met mensen vaak wat afstandelijker zijn dan Brazilianen, maar daarna steeds opener en toegankelijker worden – tot er geen sprake meer is van afstand. Ik deelde mijn wens om een tijdje in Nederland te studeren met iedereen, ook toen ik nog niet wist hoe me dat zou lukken. Ik wil de kinderen bij ARCA altijd laten zien dat het goed is om te dromen en daarvoor te vechten. Ze noemen me ‘guerrero’ in mijn wijk: ‘krijger’, omdat ik strijd voor mijn kansen en ze vaak ook te pakken krijg. Uiteindelijk lukte het me om zes maanden lang een stageplek te krijgen op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam. Ik was al de eerste van mijn familie die aan een universiteit studeerde. Nu was ik ook de eerste die naar het buitenland reisde.” De vijfde golf: ALO Amsterdam “Op de ALO leer ik nieuwe lesmethodes. In Brazilië luisteren leerlingen naar de docent en voeren ze uit wat hij of zij zegt. Nederlandse sportdocenten geven hun leerlingen meer vrijheid; ze
ARCA In Fortaleza stond Todos aan de wieg van de Associação Recreativa e esportiva para Crianças e Adolescentes (ARCA). Todos ondersteunt ARCA met geld, kennis en materiaal. Haar Braziliaanse partner is meer dan een sportclub; ze is uitgegroeid tot het sociale steunpunt van de sloppenwijk Pirambú. ARCA’s sportprojecten, van surflessen tot balspelletjes, zijn vooral bedoeld om kinderen zelfvertrouwen en levensvaardigheden bij te brengen – zoals het vermogen tot samenwerking. Wekelijk komen zo’n 700 jongeren bij ARCA langs. Ouders vinden er onder meer ondersteuning bij hun opvoeding. Todosoprichter Raadsen: “We willen kinderen van de straat houden; voorkomen dat ze ontsporen, in de criminaliteit belanden. Die kans is groot in de favelas. Helaas zijn sport en spel, en zelfs rolmodellen als Dodô, niet altijd voldoende. Tot hun vijftiende, zestiende kunnen we kinderen begeleiden. Maar vanaf dat moment zoeken ze naar manieren om geld te verdienen. Als je dan geen perspectief op werk kunt bieden, ben je ze kwijt. Daarom zoeken we nu samenwerking met organisaties die werk voor hen kunnen vinden. Dat is een expertise die wij niet hebben, maar die absoluut nodig is.”
Bezoek de website van ARCA: www.arcafortaleza.org.br (site is in het Portugees)
Dodô werkt hard en laat zich zelden in de watten leggen. Tenzij dat letterlijk gebeurt.
8
Dodô: op handen gedragen door zijn Nederlandse medestudenten aan de ALO.
zetten de lijnen uit en laten kinderen ook zelf vorm geven aan het spel. Maar niet alleen ík leer dingen. De afgelopen maanden heb ik docenten en medestudenten vaak verrast zien opkijken wanneer ik ze vertelde over ARCA. Over hoe onze sportlessen – of het nu gaat om surf- of balspelletjes – niet enkel draaien om motorische ontwikkeling, maar ook om sociale vaardigheden, om het stimuleren van samenwerking en zelfvertrouwen. In januari ga ik terug naar Fortaleza. Voordat ik hier kwam, heb ik een jongen ingewerkt om mijn coördinerende rol over te nemen. Een nieuwe boost voor zijn zelfvertrouwen. Hij klopte jaren geleden met hangende schouders en de blik naar beneden bij ARCA aan. Nu staat hij met de rug recht en kijkt hij mensen recht in de ogen. Ik denk niet dat ik zijn positie weer moet innemen. Mijn ervaring hier opent vast weer andere deuren. Welke precies, dat zal nog moeten blijken. Misschien kan ik ergens een master in sport & ontwikkeling doen. En er zijn plannen van ARCA en Todos om met een sportbus door meerdere favelas te trekken. Om daar te sporten met jongeren. In dat project zou ik misschien ook een coördinerende rol kunnen spelen. Maar eerst dit. Eerst Nederland. Ik wil zoveel mogelijk zien, zoveel mogelijk horen, zoveel mogelijk proeven, zodat ik thuis alles kan vertellen aan mensen die misschien nooit Fortaleza verlaten. Ik ben hun ogen, hun oren – voor de grote en de kleine dingen. Niet alleen de lessen hier; ook de schone straten, de geordende paden, de fietsende mensen. En de winter. Toen ik hier kwam, wist ik nog niet wat koud weer was. Ze zeggen dat het nóg kouder gaat worden. Dat het misschien wel gaat sneeuwen. Sneeuw! Als ik de mensen thuis dát vertel!” ••••••••••••••••••••••••••••••••••• Tekst: Jens Middel. Foto’s: Ton Koenen.
9
// POSITIESPEL
NIEUWE STELLING ‘‘ZONDER AANSLUITING BIJ DE ARBEIDSMARKT ZIJN ONTWIKKELINGSPROJECTEN VOOR JONGEREN ZINLOOS’’ Reageer nu op deze nieuwe stelling. Dan maak je kans op het fotoboek ‘One Love’. Je hebt 200 woorden om je mening te beschrijven. (Lees ook het artikel op de vorige pagina’s, over het werk van de organisaties Todos en ARCA voor jongeren in Brazilië.) Stuur je mening naar:
[email protected]
OUDE STELLING ‘‘DE SELECTIEMETHODE VOOR DE PARALYMPISCHE SPELEN IS TE NADELIG VOOR SPORTERS UIT ONTWIKKELINGSLANDEN’’ Zo luidde de stelling in de vorige Supporter, naar aanleiding van het interview met wheeler Ajara Muhammed Busanga. Jan de Lange uit Groningen reageerde op de stelling.
10
“Een volmondig ‘ja’. Iets anders kan ik niet roepen nu ik net het interview met Ajara Muhammed Busanga in Supporter 31 heb gelezen. Het is toch te idioot voor woorden dat selectiewedstrijden voor de Paralympische Spelen vooral in Europa plaatsvinden – onbereikbaar voor Afrikanen als Ajara? Zij hebben al moeite om voldoende geld bijeen te krijgen voor voedsel, laat staan voor dure vliegtickets. Wie verzint zo’n selectiemethode? Ik ging er altijd vanuit dat de organisatoren van de Paralympische Spelen over een redelijke mate van intelligentie beschikten, maar daar begin ik toch een beetje aan te twijfelen. Of is er sprake van opzet? Ja, er zijn wildcards. Dat is natuurlijk een hartstikke mooi initiatief om sporters uit niet-Europese landen op de Spelen te krijgen. Maar met die wildcards kun je maar aan een beperkt aantal onderdelen meedoen. Ik vraag me af hoe dit bij de Spelen voor mensen zónder handicap geregeld is (dat zou Supporter van mij wel eens mogen onderzoeken). De manier waarop paralympische sporters worden geselecteerd, komt op mij in ieder geval erg oneerlijk over. Alsof de ‘kleintjes’ wel een beetje mogen meedoen, maar toch vooral klein worden gehouden.”
// TRIBUNE Lezers over Supporter
Ook reageren op een artikel in Supporter? Stuur je reactie naar
[email protected] of naar NCDO AFD. SPORT & OS T.A.V. SUPPORTER POSTBUS 94020 1090 GA AMSTERDAM
Onzinnig Met de emancipatie van gehandicapte sporters gaat het langzaamaan beter. Maar nog niet in Afrika. Het interview met Ajara Muhammed Busanga (Supporter 31) heeft me geschokt. Geen sponsors, geen speciaal dieet, twee keer van de weg gereden, geen fatsoenlijke apparatuur en toch doorgaan. Alleen daarom al had ze een wildcard moeten krijgen. Het is onbegrijpelijk dat de selectiecriteria voor de Paralympics zo streng zijn. Dat ondermijnt de toewijding. En alsof dat nog niet voldoende tegenwerking is, blijkt uit het artikel van Willem Vissers dat zelfs als ze de Paralympics haalt, er weinig mensen zich bekommeren om de prestaties. Hij vergelijkt de paralympiërs met de plaatselijke grapjas in het café en de olympiërs met Youp van ‘t Hek. Dat is onzinnig natuurlijk. Gelukkig krijgen de Paralympics steeds meer hun verdiende aandacht. Wat mij betreft krijgen ze nog veel meer aandacht. De boodschap dat beperkingen je nooit klein moeten kunnen krijgen, is daar belangrijk genoeg voor. S. Kap, Utrecht Actie én woorden In het artikel ‘Actie klinkt luider dan woorden’ (Supporter 31) vraagt Trevor Dudley, initiatiefnemer van The Kids League in Oeganda, zich af waarom er geld verdwijnt naar
workshops en seminars. Hij windt zich daar over op, omdat volgens hem directe actie beter is. Hup, geweer neerleggen en meevoetballen. Was het allemaal maar zo eenvoudig. Ja, sporten helpt om slachtoffers van ontwrichtende zaken als oorlog en rampen weer gevoel voor verhouding, structuur en vertrouwen te geven. Dat is inmiddels bewezen. Maar het is niet waar dat iedereen daar overal al van doordrongen is. Er is veel samenwerking nodig tussen lokale en internationale organisaties, er moeten projecten worden opgestart en dat moet eigenlijk ook zo goed en indrukwekkend zijn dat er aandacht vanuit de media komt. En dan signaleert Dudley zelf al dat financiering het grootste probleem is. “Lang niet alle regeringen en mogelijke sponsors erkennen het belang van sport.” Ja, dat dankt je de koekoek. Hoe bereik je die bewustwording dan wel? Juist: workshops en seminars. Het klinkt zo lekker makkelijk: afgeven op deze ambtelijk klinkende zaken. Maar ze zijn nodig. Om de neuzen in dezelfde richting te krijgen, broodnodige contacten te leggen en draagvlak te creëren. Je moet nu eenmaal, zoals we hier zeggen, soms een schelvis uitgooien om een kabeljauw te vangen. P. Smit, Volendam
Normaal Overal ter wereld zijn de ogen op Afrika gericht. Naarmate het WK in Zuid-Afrika nadert, zullen daar meer ogen bijkomen. En meningen, bijvoorbeeld over wat die ogen moeten zien. “Het WK is een mooie kans om Afrika eens positief in het daglicht te stellen”, zegt ministerieel medewerker Bart Ooijen in het artikel ‘Brainstormen en bloggen’ (Supporter 31). De implicatie: “Afrika komt zo vaak met armoe en ellende in het nieuws, da’s oneerlijk, ja, zielig zelfs!” Ironisch genoeg wil Ooijen met zijn opmerking volgens mij juist benadrukken dat Afrika echt geen zielig continent is. De ironie in zijn implicatie is echter niet de enige reden waarom ik moet fronsen. Hoezo “positief daglicht”? Eventuele negatieve vooringenomenheid onderzoeken en beperken: prima! Maar nadrukkelijk positieve dingen belichten? Het lijkt mij beter om de situatie in Afrika in neutraal daglicht proberen te stellen. Dat is al moeilijk zat. Bovendien: zo naar is berichtgeving over honger en ellende helemaal niet, mits waarheidsgetrouw. Journalisten geven van oudsher aan wat anders dan anders is in een samenleving. Als vooral ‘goede’ gebeurtenissen het nieuws zouden halen, zouden die dus bijzonder zijn en misstanden normaal. Dát zou pas erg zijn! J. Mulder, Emmen
11
// REPORTAGE Toevaans worstelen
Allemaal doorzetters Kuresh, of Toevaans worstelen, is de populairste sport in Toeva, een autonome republiek in het zuidelijkste puntje van Rusland. In dit onherbergzame, arme gebied gebruikt de voormalige Russisch kampioen worstelen Mongush Radislav kuresh om weesjongens vooruit te helpen.
‘Geld komt en gaat, maar vrienden blijven.’ De lijfspreuk van Mongush Radislav hangt boven de kleedkamerdeur van zijn sportschool in Kyzyl, de hoofdstad van Toeva. De oud-worstelkampioen weet wat vrienden waard zijn. Zij hebben hem de afgelopen jaren met raad en daad bijgestaan om zijn droom te realiseren: het oprichten van een sportschool annex internaat waar getalenteerde weesjongens tot topworstelaars worden opgeleid. Het opvallende gebouw staat aan de beboste rand van de hoofdstad van Toeva, een terrein van bergen, steppen en herders dat grenst aan Mongolië. Twee reusachtige, goudglimmende beelden van worstelaars houden de wacht bij de ingang van de school. Een paar mannen in sporttenue lopen langs en begroeten de eigenaar met gepaste eerbied. Worstelkampioenen hebben een sterrenstatus in Toeva, maar dat
12
is niet de reden dat Mongush Radislav op handen wordt gedragen en twee jaar geleden zelfs een onderscheiding ontving uit handen van Oorzhak, de toenmalige premier van Toeva. Stomdronken De ruim veertig jaar geleden in Toeva geboren worstelkampioen blonk op jonge leeftijd al uit in kuresh. In deze contreien is worstelen net zo gewoon als straatvoetbal in Nederland en Radislav leerde het dan ook spelenderwijs. Na zijn studie aan de sportacademie vertrok hij naar Moskou en werd daar opgenomen in de nationale Sumo-worstelploeg. In de jaren negentig was hij hoofdtrainer van het Russische team. Radislav had zijn zaken goed voor elkaar, maar in 1998 zette een ernstige knieblessure hem aan het denken. Wat had hij eigenlijk bereikt in het leven? Een kast vol prijzen, ja, en het geld dat daarbij kwam. Maar
wie, behalve hij en zijn gezin, had daar iets aan? Niet de mensen in Toeva. Zij waren massaal depressief omdat de republiek in een ernstige economische crisis verkeerde. Iedereen had destijds staan juichen toen de SovjetUnie uiteen viel en de Russen uit Toeva vertrokken. “Maar de prijs die we voor de vrijheid betalen is hoog”, zegt Radislav, terugkijkend op de roerige jaren ’90. De economie stortte in en de samenleving raakte volkomen ontwricht. “Werkloosheid, depressie, apathie, overmatig drankgebruik en excessief geweld” – met die woorden beschrijft Radislav de situatie in Toeva, die nog altijd voortduurt. Toeva, met slechts 300.000 inwoners, heeft de hoogste misdaadcijfers in de Russische Federatie. Gemiddeld een moord per dag. De daders weten achteraf vaak niet eens wat ze hebben gedaan omdat ze stomdronken waren. Wasmachines Alcoholisme is een vloek voor de samenleving in Toeva. Veel
kinderen groeien ouderloos op omdat hun vader in de gevangenis zit, zich lam zuipt of is doodgestoken. Familie kan niet altijd inspringen vanwege de beroerde economische situatie en de kans dat een weesjongen goed terecht komt in het corrupte Toeva is gering. Zonder connecties en smeergeld geen werk. Het razend populaire kuresh is één van de weinige manieren om uit die uitzichtloze situatie te ontsnappen. Voor deze sport is kracht nodig. En moed, behendigheid en doorzettingsvermogen. Allemaal zaken die niet te koop zijn. Een goede worstelaar kan van zijn prijzen - van auto’s tot televisies en wasmachines - redelijk rondkomen. Én hij maakt kans op een internationale carrière in het worstelen. Radislav besloot zich via de sport in te zetten voor kansloze jongens. Er moest een sportschool annex internaat komen waar hij jongens kon opleiden. Hij sprak zijn spaarcenten aan, zamelde geld in bij zakenvrienden en nam een lening bij de bank. Samen met vrienden en >>>
13
// REPORTAGE Toevaans worstelen
Worstelkampioen Mongush Radislav voor zijn trainingscentrum
bekenden bouwde hij in 2000 de goed uitgeruste sportschool en het bijbehorende internaat waar nu 22 jongens wonen. Kampioenen “Mijn pupillen zijn gedreven”, prijst Radislav ‘zijn’ jongens. “Allemaal doorzetters, die alles over hebben voor de sport.” In het verleden trainde hij ook wel eens een jongen die talent had én ouders. Maar daar is hij
14
vanaf gestapt. Kinderen uit harmonieuze of rijke gezinnen ontbreekt het aan de juiste mentaliteit. Ze hebben niet geleerd te vechten voor hun bestaan, in tegenstelling tot de weesjongens voor wie kuresh de enige manier is om iets te bereiken in het leven. “Hier zie je toekomstige kampioenen”, klinkt het trots tijdens de rondleiding die langs de trainingsruimte voert. Op
dikke matten trainen kleine en grote jongens in de leeftijd van 10 tot 17 jaar. In tweetallen staan ze in typische kureshhouding: Hoofden en armen aan elkaar geklonken, de benen en heupen naar achteren gestoken. De langzame bewegingen lijken op een sierlijke dans. De traagheid verraadt opperste concentratie. Ieder zoekt een zwakke plek bij de tegenstander om dan bliksemsnel toe te
slaan. Degene die het eerst de grond raakt verliest. Rotleven De jarenlange training op de sportschool is gratis voor de 22 weesjongens. Ze gaan overdag naar een gewone school en trainen daarnaast vier uur per dag op de sportschool. De kosten van de sportopleiding worden gedekt door betalende leden, giften en inkomsten uit
het internaat waar de jongens met subsidie van de overheid verblijven. Dat er geld is om de jongens te trainen en naar kampioenschappen te sturen, is natuurlijk belangrijk, maar minstens zo essentieel is de kwaliteit van de begeleiding. “De meeste jongens hebben een rotleven achter de rug”, licht Mongush Radislav toe. En getraumatiseerde kinderen ontsporen makkelijk. Kuresh
houdt hen op het goede pad. De trainingen zijn zwaar en sporten op dergelijk niveau gaat niet samen met het gebruik van drugs en alcohol. Ook biedt kuresh de jongens een kans om zichzelf op een positieve manier als man te bewijzen. Al doende ontdekken ze hun kracht en dat schept zelfvertrouwen. Ook leren ze omgaan met zwakke en sterke kanten van henzelf en van de tegenstander, >>>
15
// REPORTAGE Toevaans worstelen
Vechten tot er één overblijft
Radislav: “Allemaal zaken die hen later, als volwassenen, van pas zullen komen.” Voor de geestelijke bijstand zorgen boeddhistische monniken in een tempel naast de school. Ook Mongush Radislav levert een belangrijke bijdrage aan de opvoeding. Dat is onontkoombaar: hij is nu eenmaal de centrale figuur in het leven van 22 getraumatiseerde kinderen. Dat schept verplichtingen. Verplichtingen die verder
16
gaan dan fondsen werven, een sportschool bouwen en kampioenen afleveren. “Het is fantastisch als de jongens kampioen worden”, beaamt hij. Maar zijn uiteindelijke doel reikt verder. “Mijn missie is pas geslaagd als de jongens uitgroeien tot evenwichtige persoonlijkheden. Tot mannen die de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.” ••••••••••• Tekst en foto’s: Arita Baaijens.
Kuresh is een eeuwenoude sport die zijn oorsprong vindt in het herdersbestaan. Herders moeten hun kuddes beschermen tegen wolven en andere roofdieren. Daarvoor dienen zij te beschikken over kracht, moed en behendigheid. Datzelfde geldt voor kuresh. In juli, tijdens het Naadim-festival, strijden enkele honderden mannen in de buitenlucht om de Toevaanse titel. Voor deelname gelden geen restricties qua leeftijd; alleen qua sekse gewicht of lengte. De worstelaars dragen een speciaal kostuum: een korte vechtslip en een jasje met lange mouwen dat de borst geheel vrij laat. Een als man verklede vrouw zou ooit een belangrijke worstelwedstrijd hebben gewonnen – en zoiets wil men sindsdien voorkomen. Voor aanvang van het gevecht voeren de mannen een dans uit. Deze elegante dans van een adelaar in volle vlucht symboliseert gratie, kracht en onoverwinnelijkheid. Een gevecht kan in een paar seconden afgelopen zijn of tientallen minuten duren. De verliezer is degene die als eerste de grond raakt met zijn rug, knie of elleboog. Tijdens wedstrijden vechten meerdere koppels tegelijkertijd op een groot veld. Winnaars gaan door naar de volgende ronde, tot uiteindelijk één winnaar overblijft.
// BOND NSA
Niemand buitenspel Sport inzetten om de maatschappij te ontwikkelen. Dat is waar de Nederlandse Sport Alliantie (NSA) zich mee bezig houdt. Uitgangspunt is ‘gelijkheid’, oftewel: sport, spel en beweging voor iedereen. “En dat brengt ons tot ver over de eigen landsgrenzen”, zegt Leonie Hallers. Zij stuurt het NSA-programma ‘Sport & Ontwikkelingssamenwerking’ aan. “NSA ontstond in 2006 als krachtenbundeling van drie levensbeschouwelijke sportkoepels”, vertelt Hallers. “Dit waren de Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS), de Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU) en de Nederlandse Culturele Sportbond (NCS). Deze koepels bestaan nog steeds, als zelfstandige ledenorganisaties. Maar hun externe projecten zijn nu ondergebracht bij de NSA. Daaronder vallen ook alle ontwikkelingssamenwerkingsprojecten.” Zelfredzaamheid Met het toenmalige Novib (nu Oxfam Novib) begon NKS in 1998 bijvoorbeeld het initiatief ‘Hoezo buitenspel?’. Hallers: “Dat was een project in Burkina Faso. En voor NKS een eerste stap in de sport & ontwikkelingssamenwerking.” NKS zocht een lokale opleidingspartner en vond die in INJEPS, het nationale opleidingsinstituut van Burkina Faso voor jeugdwerkers, sportleiders en leraren lichamelijke opvoeding. “Het project was redelijk concreet. Het bestond voornamelijk uit het verder ontwikkelen van sportopleidingen. Inmiddels is ‘Hoezo buitenspel?’ afgerond. We hebben ons er, eerst als NKS en later als NSA, op gericht dat INJEPS helemaal zelfredzaam is. Dat wil zeggen: dat zij de verbeterde sportopleidingen in hun land helemaal zonder onze hulp kunnen organiseren. Dat is goed gelukt. Dus gaan we nu een stapje verder – in Burkina Faso, maar ook in andere landen. Hoe kun je mensen actiever laten sporten? Hoe kun je ze meer bij de maatschappij betrekken via sport? Hoe zorg je dat iedereen toegang tot sport krijgt? Dat zijn de vragen die nu aan de orde zijn.” Wereldkampioen “Ongeveer een kwart van onze werkzaamheden is gericht op ontwikkelingssamenwerking”, zegt Hallers. “We werken niet alleen in Burkina Faso, maar bijvoorbeeld ook in Kenia, Indonesië, Zuid-Afrika, Gambia en Suriname.” De keuze van de landen waarin de NSA actief is, is afhankelijk van allerlei factoren. “Maar we kijken vooral of er organisaties of mensen in het land zelf zijn die het werk uiteindelijk van ons kunnen overnemen. Want onze insteek is altijd dat we na verloop van tijd niet meer nodig moeten zijn.” Vaak krijgt NSA vanuit een ontwikkelingsland een heel concrete vraag, bijvoorbeeld de vraag om materiaal. Hallers: “Mensen denken soms dat als ze maar het juiste materiaal hebben, ze wel wereldkampioen kunnen worden. Wij stellen dan op onze beurt vragen: ‘Waarom wil je wereldkampioen worden? Wat denk je daarmee te bereiken? Is het niet belangrijker dat vrouwen en kinderen in jullie land meer gaan sporten?’ We laten mensen zien dat sport een grote maatschappelijke kracht kan zijn. Dat ieders inzet voor de eigen samenleving groter is, als niemand buitenspel wordt gezet. Dat iedereen alleen daarom al toegang moet krijgen tot sport.” •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Tekst Martien Versteegh. Illustratie: Olivier Rijcken.
17
// club Voetbalvereniging Union 14 G: IN: 19 T H C I WERKIN R N E M A OPGE SS KELING K I W T N O MYSA steunt
Wat?
HOE?
Het beoefenen van voetbal kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van individuen. Maar ook aan die van de samenleving. Vanuit deze overtuiging werd in 1914 de voetbalclub Union opgericht. Die achtergrond sluit aan bij de betrokkenheid van de vereniging bij de Mathare Youth Sport Association (MYSA). Deze Keniaanse organisatie haalt jongeren uit Afrikaanse sloppenwijken van de straat, laat ze voetballen en biedt ze de kans hun schoolgeld te verdienen door zich in te zetten voor MYSA. Zo kunnen ze bijvoorbeeld jonge voetballertjes coachen, aidsvoorlichting geven of vuilnis opruimen. Via de stichting ‘Union, meer dan voetbal’ wordt geld ingezameld om met MYSA een bibliotheek/studiehuis te bouwen in de sloppenwijken van Nairobi.
“Dat inzamelen doen we op veel manieren”, vertelt Joost Gilissen, basisschooldocent en Union-voetbaltrainer. “Zo kunnen kinderen op zondag meedoen aan mijn training. Daar betalen ze € 2,- per persoon voor. De helft daarvan is bestemd voor de club en de andere helft voor MYSA.” Maar de betrokkenheid gaat verder dan het inzamelen van geld. Union is ook al acht jaar lang gastheer van een team jeugdige MYSA-voetballers. Zij komen elke zomer acht dagen spelen in Nederland. Ze slapen, douchen en eten dan op het clubterrein. Gilissen: “Door dit contact gaat het werk van MYSA - en haar samenwerking met ons - nog meer leven bij de leden van Union.”
18
Naam: Wouter Schelhaas Leeftijd: 6 jaar Woonplaats: Nijmegen Sport: Voetbal Sinds: Anderhalf jaar Wedstrijdteam: F10 Leest Supporter: Nog niet (is nog iets te jong)
Wat heb je met sport? “Ik vind alle sporten heel leuk. Op woensdag heb ik voetbaltraining en op zaterdag speel ik een
Mijn zusje Meike en ik bedachten dat het leuk zou zijn wat extra geld in te zamelen. Oma
“Toen hebben we pannenkoeken verkocht”
WAAROM? “Union wil de betrokkenheid van de jeugd bij de wereld graag vergroten”, zegt Gilissen. “Sporten is een sociale bezigheid; het gaat niet om het voetballen alleen. De wereld is groter dan de vereniging.” Zelf is Gilissen inmiddels zeer actief betrokken bij veel projecten in Kenia. Dat Union succesvol is in haar opzet, blijkt uit het feit dat zelfs de jongste clubleden al initiatieven bedenken om geld in te zamelen. NCDO heeft grote waardering voor de inzet van Union. De organisatie verdubbelde de € 35.000 die de stichting de afgelopen drie jaar voor MSYA ophaalde.
wedstrijd. Vaak kom ik ook op zondag nog trainen bij Joost! [Zie linkerpagina, red.] Daar spelen dan weer andere kinderen mee dan in mijn eigen team. Ik zit ook op zwemles en op judo. En ik zou nog wel willen basketballen, maar daar heb ik geen tijd meer voor.” Vind je het leuk om wat voor arme kinderen te doen? “Ja! Hier op de voetbalclub zamelen we geld in voor Afrika.
heeft toen vijftig pannenkoeken gebakken. Meike heeft folders uitgedeeld bij al onze buren en vriendjes en vriendinnetjes. En toen hebben we bij ons in de tuin pannenkoeken verkocht. De pannenkoeken kosten € 0,50, maar sommige mensen gaven wat meer omdat ze wisten dat het voor een goed doel was. Ik heb toen een envelop met € 75,- meegenomen naar Union en aan Joost gegeven. Voor de kinderen in Afrika!’ •••••••••
Tekst en foto‘s: Martien Versteegh.
19
// veld Kort nieuws LEZEN Rugby tegen apartheid Midden jaren ’90. De apartheid was officieel voorbij en Nelson Mandela was net geïnstalleerd als president van Zuid-Afrika. De nieuwe bewindsman zocht naar een strategie om zijn volk samen te brengen. Een manier om het hart van álle ZuidAfrikanen te winnen. In Nelson Mandela en de wedstrijd die een volk verenigde vertelt de veelgeprezen journalist John Carlin hoe die manier zich aandiende met de World Cup Rugby 1995. Tegen alle verwachtingen in wonnen de ZuidAfrikaanse ‘Springbokken’ van wereldkampioen Nieuw-Zeeland. Een symbolische overwinning van een nieuw Zuid-Afrika, waar blank en zwart als gelijken samenleefden en samen sportten. Een overwinning op Nieuw-Zeeland, kortom, maar ook op de apartheidsmentaliteit.
Nelson Mandela en de wedstrijd die een volk verenigde (Kosmos Uitgevers) is verkrijgbaar in de boekhandel. Adviesprijs: € 19,95. ISBN: 9789021529943.
Van Zimbabwe naar Haarlem Hoe trap je het best tegen een bal aan? Hoe zet je sport in op school? Hoe gebruik je sport voor wijkverbetering? En hoe organiseer je een succesvol sportevenement? Zomaar wat vragen waarover zestien Zimbabwaanse sportleiders spraken met leerlingen en docenten van de sportopleiding CIOS Haarlem. Zij volgden vanaf 27 oktober vier weken lang lessen op het CIOS, zoals een fitnesscursus. Ook liepen ze mee met de stages en sportactiviteiten van Nederlandse studenten. In Zimbabwe werken zij voor het – mede door CIOS-docenten opgezette – project ‘Haarlem Mutare Sportleiders’ van de Stedenband Haarlem-Mutare. Zestig Zimbabwaanse jongeren zijn of worden door de stedenband opgeleid tot sportleider. Zij verzorgen dagelijks sportactiviteiten in hun wijk, met speciale aandacht voor hiv/aids, gelijkheid tussen man en vrouw en lichamelijke handicaps. Deze kans op een opleiding en werk is uniek in het door politiek- en economische crises getroffen Zimbabwe.
20
Blijf op de hoogte van de projecten van Steden band Haarlem-Mutare! Kijk op www.haarlem-mutare.nl. Het Zimbabwaanse bezoek krijgt in de volgende Supporter uitgebreider aandacht en was mede mogelijk dankzij Xplore-subsidie (www.xplore.nl).
Sportcoalities aan de slag In Burkina Faso gaan het nationaal sportinstituut INJEPPS en kleine wijkorganisaties binnenkort samenwerken met een Nederlandse sportbond en sportkoepel. Nederlandse netwerken van gehandicapten- en vrouwenorganisaties stellen daarbij hun kennis ter beschikking. Doel van het gezamenlijke programma is gemarginaliseerde jongeren – in het bijzonder gehandicapten en meisjes – beter te laten deelnemen aan hun samenleving. Het project is één van de nieuwe, krachtige sportcoalities die ontstaan naar aanleiding van de beleidsbrief ‘Een kans voor open doel. De kracht van sport in ontwikkelingssamenwerking’ van minister Koenders en staatssecretaris Bussemaker. Ook in Zuid-Afrika, Suriname, Kenia, Senegal en Mozambique werken lokale organisaties met Nederlandse (sport) organisaties aan duurzame programma’s op het gebied van gezondheid, onderwijs en emancipatie. Binnenkort volgen Guatemala, Indonesië, Zambia en Bhutan. Uiteindelijk zullen in tien landen sportcoalities aan de slag zijn voor een betere positie voor jongeren, meisjes en vrouwen en gehandicapten. NOC*NSF coördineert de projecten onder de titel ‘Sportcoalities aan de Slag’.
Volg de voortgang van ‘Sportcoalities aan de Slag’ op www.sport.nl/ontwikkelingssamenwerking!
// reportage Millenniumschoen Award 2008
‘‘Hij dóet het gewoon’’ Hij treedt niet graag op de voorgrond. Maar op 24 oktober stond hij tijdens het festival ‘UN me’ te glunderen op het podium. Al sinds het begin van zijn voetbalcarrière spant Clarence Seedorf zich in voor ontwikkelingshulp. Daarom kreeg hij door minister Koenders de Millenniumschoen Award 2008 uitgereikt. “Deze erkenning is belangrijk voor me.”
Van alle genomineerden viel Seedorf bij de jury extra op. Al vele jaren zet hij sportprojecten op in ontwikkelingslanden, en altijd op een bescheiden manier. Of zoals minister Koenders bij de uitreiking zei: “Hij maakt er niet veel ophef over, maar dóet het gewoon.” Seedorf is intensief betrokken bij zijn projecten en neemt zelf vaak de verantwoordelijkheid. Zijn stichting, Champions for Children, verbetert de omstandigheden en het onderwijs van jonge kinderen in ontwikkelingslanden. Ook is hij actief voor Goal4Africa, een organisatie die mensen in staat stelt doelpunten te sponsoren (zie pagina 24). Bovendien is Seedorf betrokken bij de Innovatie- en
Tekst: Eric de Frel. Foto’s: NCDO.
Inspiratiegroep Sport en OS, en bij allerlei ontwikkelingsprojecten in Suriname en Zuid-Afrika. Tijdens de uitreiking van de Millenniumschoen Award De Millenniumschoen Award... vertelde de stervoetballer over zijn motivatie. ... wordt ieder jaar uitgereikt aan een bekende “Ontwikkelingswerk is van jongs sporter die zich bijzonder heeft ingezet voor af aan mijn missie geweest. Nu sport en de millenniumdoelen. Deze doelen ik een bekende sporter ben, richten zich op onder meer het terugdringen van gebruik ik mijn beroemdheid armoede, aids en kindersterfte en op gelijkheid graag om overal deuren te van vrouwen en mannen. In 2006 werd via een openen. Ik blijf daarbij liever op prijsvraag de Millenniumschoen ontworpen. In de achtergrond. Voor mij zijn dat jaar ging de eerste Millenniumschoen Award vooral de daden belangrijk; aan naar voetballer Aron Winter. Het jaar erna mocht grote woorden en valse beloftes atlete Lornah Kiplagat de prijs in ontvangst heb je niks. Mijn ervaring is hoe nemen. De uitreiking is elk jaar tijdens de ‘vermeer je kunt geven, des te jaardag’ van de Verenigde Naties, ‘UN me’, gelukkiger je wordt. Daarom doe voorheen ‘Nacht van de VN’. Op dit evenement ik dit net zo goed voor mezelf; ik is aandacht voor het werk van de VN en wordt voel mij er zelf ook beter door.” >>> de Nederlandse Jongerenvertegenwoordiger van de VN democratisch gekozen.
21
“Dames en heren, geachte aanwezigen, Sport alleen zal de wereld niet veranderen, maar kan wel een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de millenniumdoelen. Ik ben daarom blij dat sport deel uitmaakt van programma’s van VNorganisaties. In Rwanda, bijvoorbeeld, laat UNICEF kinderen samen sporten, of ze nu Hutu of Tutsi zijn. Zo leren ze dat ze eigenlijk helemaal niet van elkaar verschillen. Het klinkt simpel, maar als je bedenkt dat de vaders van deze kinderen misschien elkaars familieleden hebben gedood, dan is het geweldig als hun zonen bij elkaar in een voetbalteam zitten en samen juichen als ze winnen. Emancipatie In veel landen is het voor meisjes en vrouwen moeilijk of zelfs verboden om te sporten. Sport is belangrijk voor hun emancipatie. Want door meisjes de kans te geven aan sportactiviteiten deel te nemen, groeit hun zelfvertrouwen, breiden ze hun sociale netwerk uit en worden ze weerbaarder. Zien jullie het voor je: boksende meisjes in de sloppenwijken van Nairobi? Ik heb het zelf gezien toen ik in Kenia was. En behalve dat ze zichzelf leren verdedigen, groeit ook hun overtuiging dat ze controle hebben over hun toekomst; dat die niet al bepaald is door hun familie. Ook draagt het bij aan een verandering van opvattingen van mannen over de positie van vrouwen. Daardoor komt het derde millenniumdoel, gelijke kansen voor mannen en vrouwen, weer dichterbij.
22
minister bert Koenders:
‘‘Het bereik van is gigantisch’’
// reportage Millenniumschoen Award 2008
idolen
Koenders en atlete Lornah Kiplagat, winnares van vorig jaar, overhandigen Clarence Seedorf de Milenniumschoen Award 2008.
Opvoeding Sport kan ook bijdragen aan een goede opvoeding. In Guatemala zijn er bijvoorbeeld enorm gewelddadige jeugdbendes. Veel jongens voelen zich daartoe aangetrokken, omdat ze geen goede opleiding hebben gehad, hun ouders niet goed voor hen konden zorgen of omdat ze geen toekomstperspectief hebben. Om deze jongens uit de criminaliteit te houden zijn er sportprogramma’s in de achterstandswijken van Guatemala-Stad. In plaats van mensen te beroven, leven zij zich nu uit op het voetbalveld. De jongens worden beloond voor goed en gestraft voor slecht gedrag. Als ze verliezen, feliciteren ze de tegenpartij, in plaats van erop los te slaan. En om goed te presteren, moeten ze gezond eten, minder drinken en geen drugs gebruiken. Voor de jongeren is deze coaching bepalend voor de rest van hun leven. Wat zij leren op het voetbalveld, helpt hen bij het afmaken van school of bij het vinden van een baan. Idolen Sinds begin dit jaar maak ik me samen met staatssecretaris Bussemaker sterk voor sport als middel bij het bereiken van ontwikkelingsdoelen. Tot 2011 hebben we 16 miljoen euro
uitgetrokken voor sportactiviteiten die zich richten op maatschappelijke ontwikkeling in tien landen, waaronder Kenia en Guatemala. Er is speciale aandacht voor kwetsbare groepen zoals jongeren, meisjes en vrouwen, en gehandicapten in ontwikkelingslanden. Maar de overheid kan dit niet alleen. Daarom werken we in Nederland samen met partners als NOC*NSF en NCDO, en in ontwikkelingslanden – via de ambassades - met lokale organisaties. Deze Millenniumschoen Award zegt iets over het belang van rolmodellen voor sociaalmaatschappelijke ontwikkeling. Ieder land, iedere tijd en iedere sport kent zijn eigen idolen. Deze sporthelden kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van ontwikkelingsdoelen. Waar zij zijn, daar zijn ook de camera’s. Het bereik van hun boodschap is gigantisch. Dat geldt ook voor de winnaar van vanavond, die zich al vanaf het begin van zijn sportieve carrière inspant voor sportprojecten en goede doelen in ontwikkelingslanden: Clarence Seedorf. Clarence, gefeliciteerd!” •••••
Dit is een ingekorte versie van de toespraak die Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders op 24 oktober hield bij de uitreiking van de Millenniumschoen Award 2008.
23
// WK VOETBAL 2010 Goal4Africa
Geïnspireerd door Mandela Om succes te hebben, moet gescoord worden. Die sportwijsheid krijgt een nieuwe lading met Goal4Africa. De oproep van deze stichting aan alle overheden, bedrijven, organisaties, clubs, teams en individuen ter wereld, is simpel. Doneer van nu tot aan de aftrap van het WK Voetbal een bedrag naar keuze voor de goals die jouw favoriete prof- of amateurteam maakt. Goal4Africa investeert dat geld vervolgens in sport en onderwijs voor kinderen in Afrika.
Motaung 4 Africa
De eerste mogelijkheid om via Goal4Africa doelpunten te ‘sponsoren’ was op 12 juli. Toen hield de stichting de kick-off van zijn donatiecampagne: een benefietwedstrijd waaraan veertig topvoetballers meededen – van Kaká, Maldini, Cannavaro en Gerrard tot Van Persie, Eto’o, Drogba en Seedorf (zie foto). Dat was zes dagen vóór de 90e verjaardag van Nelson Mandela, bij wiens leven en idealen rond de wedstrijd uitgebreid stil werd gestaan. Goal4Africa streeft ernaar Mandela’s dromen voor het continent te realiseren. De organisatie ondersteunt hiervoor
Een belangrijk gezicht van Goal4Africa is levende legende Kaizer Motaung. Net als Stanley Tshabalala, oud-bondscoach van Zuid-Afrika (zie pagina 25), groeide Motaung op in de kansarme wijk Orlando East van township Soweto en was hij profvoetballer in de Verenigde Staten. Motaung richtte, terug in Zuid-Afrika, de uiterst succesvolle club Kaizer Chiefs op. Hij stond enkele jaren na de apartheid – in 1996 – aan de wieg van de nationale Premier Soccer League. En hij speelt een invloedrijke rol in de organisatie van het WK Voetbal 2010 in zijn land.
24
sport & ontwikkelingsprojecten en wil met het ingezamelde geld uiteindelijk een ‘African Legacy Programme’ opzetten. Vanuit dit programma moet worden gewerkt aan vredesopbouw, armoedebestrijding en economische ontwikkeling in Afrika. Doel: het werelddeel voor volgende generaties een betere, veilige en kansrijke plek maken. Goal4Africa heeft sinds 12 juli bijna 1,3 miljoen euro opgehaald.
Ook goals sponsoren? Ga naar www.goal4africa.org.
Foto: ANP.
// interview Stanley Tshabalala NAAR HET STATION Orlando East. Zo heette de wijk waar Tshabalala opgroeide. Er werd in de jaren ’50 en ’60 veel op straat gevoetbald in dit straatarme deel van de township Soweto. Ander vermaak was er nauwelijks. Slechts een enkeling had geld om de kinderen naar school te sturen. “Zelf verdiende ik een beetje door pinda’s te verkopen bij het treinstation. De meesten van mijn vrienden probeerden op andere manieren aan geld te komen. Met zakkenrollen. Ze werden regelmatig gepakt en zaten dan een tijdje vast.” Niet alleen zakkenrollers moesten uitkijken voor de politie. Het einde van de apartheid was nog niet in zicht, maar het verzet onder de zwarte bevolking groeide. “Veel mensen
was een fantastisch blank team in Johannesburg, Highlands Park, met Engelsen en Brazilianen. Hun voetbal, met veel flair, sprak tot onze verbeelding. We gingen regelmatig naar hun wedstrijden. Al werden we weggestopt in een stampvol hoekje van het stadion en zaten blanken op de beste plaatsen, ik vond het prachtig.” Het voetbal leidde Tshabalala af van de ellende thuis. Zijn vader was vertrokken toen hij een paar jaar oud was. Zijn moeder verdiende niet genoeg om alle zes kinderen te voeden. “Ze was huishoudster bij een blanke familie. Als we geluk hadden, kreeg ze de restjes mee. Dan hadden we genoeg te eten. Naar school ging ik niet, ook al
Een paspoort tot alles Hij werd kort geleden uitgenodigd door een universiteit. Of hij lang wilde komen om een lezing te geven. Hij kon het bijna niet geloven. “Ik, die zonder scholing in een arme township was opgegroeid!” Maar de lezing
waren met politiek bezig. Je mocht de politie nooit vertellen waar iemand woonde. Dat kon gevaarlijk zijn voor die persoon en jou het stempel ‘verrader’ opleveren.” De apartheid was vreselijk, zegt hij. “Maar mijn vrienden en ik waren geen politici. Wij hielden van voetbal; meer dan van wat dan ook.”
ging over voetbal. “En dat ken ik”, zegt Stanley Tshabalala (59), de legendarische oud-bondscoach van Zuid-Afrika. “Voetbal heeft me ver gebracht.”
NAAR HIGLANDS PARK In die tijd, halverwege de jaren zestig, was ook de voetbalcompetitie nog gescheiden. Blank, zwart, Indiër, kleurling: iedereen had zijn eigen competitie. “Er
wilde ik heel graag. Dat kon alleen als je familie geld had, bijvoorbeeld door een eigen zaak. Dat kwam zelden voor.” Het toekomstperspectief voor jongens als Tshabalala was beperkt. NAAR AMERIKA “Waar ik opgroeide had je eigenlijk twee keuzes, je werd voetballer of bokser. Boksen was niks voor mij. Je krijgt een pak slaag of komt thuis met een gebroken neus. Dus werd het voetbal.” Die keuze viel gelukkig uit. Tshabalala bleek een talent, >>>
25
die zich snel in de kijker speelde. Op zijn vijftiende speelde hij voor Real Fighters in Alexandra, ook in Johannesburg. Hij was een snelle rechtsbuiten, die regel matig scoorde. Na twee seizoenen trok Kaiser XI – de voorloper van topclub Kaiser Chiefs – hem aan. Bij ‘Kaiser’ verdiende Tshabalala geld met wat hij het liefste deed. Nu kon hij zijn familie een beetje
26
lucht verschaffen. De tijden van voorspoed zouden nog even voortduren voor de jonge speler. Want twee jaar later, in 1971, vond hij een manier om naar Amerika te gaan. “In de boeken van World Soccer stonden de adressen van alle Amerikaanse clubs. En ik wist dat het niet onmogelijk was. Beroemde Zuid-Afrikanen als Jomo Sono en Kaiser Motaung waren mij al
// interview Stanley Tshabalala Tshabalala over het WK2010:
“Houd ruimte voor Afrikaanse accenten”
voorgegaan. Een buurvrouw schreef een sollicitatiebrief voor mij.” NAAR BEVERLY Zuid-Afrikaanse spelers waren gewild in de Verenigde Staten. Tshabalala kreeg een kans bij Fort Lauderdale Strikers in Miami. In New York logeerde hij bij Steve ‘Kalamazoo’ Mokone, de spits die in de jaren ’50 nog indruk had gemaakt bij de Nederlandse club Heracles Almelo. Het was een grote stap van Orlando East naar Miami – en een leerzame. “Het niveau was een stuk hoger dan ik gewend was.” Jaren na hem zouden spelers als Pele, Neeskens, Cruijff en Beckenbauer eveneens hun kunsten in de Amerikaanse eredivisie vertonen. Maar ook in Tshabalala’s tijd speelden er al gelouterde spelers uit Europa. “Vergeleken met hen bleek ik opeens een gemiddelde
ze te douchen. Ik was doodsbang iets verkeerd te doen. Maar al voetballend hielpen mijn teamgenoten me over de schroom heen. En naakt in de kleedkamer bleken ze gewoon mannen, zoals ik.” Hij ontmoette Beverly, een studente medicijnen. “Na elke training gaf ze me Engelse les. Ik was gretig. Ze deed het gratis, uit medemenselijkheid. Ze leerde me ook zwemmen. Ze was een hele mooie meid, maar gek genoeg is er nooit iets amoureus tussen ons voorgevallen. Ik ben haar ontzettend dankbaar. We hebben altijd contact gehouden. Ze is zelfs een keer naar Zuid-Afrika gekomen, op mijn uitnodiging, toen ik bondscoach was. Helaas is ze inmiddels overleden.” NAAR SOWETO Tshabalala brak niet door in Florida. Na anderhalf jaar kwam hij terug naar Zuid-Afrika, waar
“Ik had nog nooit met blanken gevoetbald en durfde ze niet aan te raken” voetballer.” Tshabalala begon zichzelf anders te bekijken. Ook op andere vlakken. “Ik was de enige donkere speler, had nog nooit met blanken gevoetbald. Ik durfde ze niet aan te raken, ook niet in het veld, laat staan met
voetbal steeds meer gemengd werd. De overheid liet het oogluikend toe. “Het was een interessante tijd. En al waren blanken spelers eerst nog bang om in Soweto te spelen, we speelden tenminste samen!” Na
Het WK komt er aan en oud-bondscoach Tshabalala maakt zich zorgen. “De hele wereld kijkt naar ons. En het gaat niet goed met ons team. Buitenlandse invloed is prima, maar je moet je eigen cultuur niet verloochenen. Dat dreigt nu te gebeuren. Veel officials denken nog steeds dat een buitenlandse coach zaligmakend is. Maar een buitenlandse coach wil vaak te veel veranderen. Ik hou óók van de speelstijl van andere landen, zoals Nederland, en van buitenlandse voetballers, zoals Wesley Sneijder. Die mix van kracht en flair, een moderne voetballer, hij is overal! Maar bij ons in Zuid-Afrika moet wel ruimte blijven voor Afrikaanse accenten. Zwarte spelers hebben een natuurlijke flair. Als coach moet je er discipline aan toevoegen, maar maak het niet kapot. Ga geen trucjes en dribbels verbieden. Zorg alleen dat de spelers weten dat ze bij balverlies keihard moeten werken om hem terug te winnen.”
Amerika bekeek hij de apartheid met andere ogen. “Ik kwam terug als een compleet ander persoon. Durfde ik aanvankelijk niet met mijn medespelers te douchen of Beverly ook maar met één vinger aan te raken, in Amerika leerde ik dat daar niets mis mee was. Eenmaal terug in Zuid-Afrika, ging ik mezelf vragen stellen. Waarom leven we zo? Wat een dwaze toestand eigenlijk.” Hij kreeg een contract bij Orlando Pirates. Dat ging goed. Tot hij in een zware botsing kwam met keeper Henry ‘Black Cat’ Cele. Hij brak zijn been op meerdere plaatsen en kwam als voetballer nooit meer op niveau, mede vanwege een verkeerde behandeling. “De medische voorzieningen voor zwarten >>>
27
waren toen nogal beperkt.” Keeper Cele zou jaren later zijn agressie op andere manieren kanaliseren. Hij werd acteur en maakte in de jaren ’80 onder meer furore als Shaka Zulu in de gelijknamige miniserie. NAAR ITALIË Toen Tshabalala in 1975 – pas 26 jaar oud – ook zijn andere
28
been brak, stopte hij met voetballen. Nog datzelfde jaar werd hij gevraagd coach van Orlando Pirates te worden. “Onze toenmalige coach, Mario Tuani, moest terug naar Chili. De belangrijkste spelers van mijn team, Jomo Sono en Patson Banda, wilden dat ik zijn rol overnam. Ik weet niet wat ze in me zagen, maar de spelers geloofden in me. Ik had veel opgestoken in Amerika.” Orlando Pirates won de BP Cup. En de jonge coach kreeg een bijnaam, met dank aan zijn volume langs de lijn: Stanley ‘Screamer’ Tshabalala. Zijn succes was ook Zola Mahobe opgevallen. Deze steenrijke zakenman had de club Mamelodi Sundowns overgenomen en haalde Tshabalala weg bij Orlando Pirates. Ook kocht hij een vijftal topspelers. Mahobe stuurde Tshabalala naar Italië om stage te lopen bij AC Milan en Juventus. “Vooral bij Milan leerde ik veel. Daar was Arrigo Sacchi coach. Verdedigers als Maldini en Baresi waren altijd rustig aan de bal, want Sacchi riep steeds: ‘piano, piano, rustig aan’. Zuid-Afrikaanse verdedigers peren de bal vaak wild naar voren.” NAAR DE BOND Vanuit zijn ervaring in Italië leerde Tshabalala de spelers van Mamelodi Sundowns verzorgd te voetballen. Zijn speelstijl kreeg zelfs een naam: ‘shoeshine and
piano’. “‘Piano’ verwijst naar de rust in het spel. En ‘shoeshine’ naar de beweging van een schoenpoetser. Het betekent: samen aanvallen en verdedigen. Het leek wel wat op het Totaalvoetbal van Michels en Cruijff.” Sundowns won negen bekers in zes jaar en doorbrak de hegemonie van de Soweto Big Three (Orlando Pirates, Kaiser Chiefs en Moroko Swallows) door kampioen te worden.” Aan het feest kwam plots een einde toen Mahobe werd gearresteerd wegens fraude. Maar Tshabalala had zijn naam als coach gevestigd. Toen Zuid-Afrika in 1992 – na de sportboycot – weer door de FIFA werd toegelaten, werd hij de eerste bondscoach van de post-apartheidsjaren. “Ik moest bij nul beginnen. Ik wilde het sterkste team, maar wilde ook dat de blanken zich niet buitengesloten zouden voelen. Gelukkig hadden we in die tijd ook een paar sterke blanke spelers, zoals Mark Anderson, Peter Gordon en Neil Tovey. NAAR LAGOS De verwachtingen waren enorm, maar Zuid-Afrika was al sinds 1954 niet meer blootgesteld aan internationale verhoudingen. Vriendschappelijk werd nog wel gewonnen van Kameroen (1-0), dat met Roger Milla furore had gemaakt op het WK, maar bij de WK-kwalificatie ging het mis.
// interview Stanley Tshabalala Tshabalala over het WK2010:
“Stel niet te veel onervaren spelers op” De Braziliaanse bondscoach Tele Santana van Zuid-Afrika heeft – in navolging van voorganger Carlos Parreira – gekozen voor de jeugd. Tshabalala: “Dat is mooi voor hun ontwikkeling, maar het geeft ons niet automatisch een sterk team. We hebben ervaren spelers nodig, zeker op het middenveld. Een speler wordt tegenwoordig snel als ‘te oud’ beschouwd. Maar ik vind: zolang zijn benen hem nog kunnen dragen, stel hem op! Want je hebt zijn ervaring hard nodig. Ja, ik ben kritisch. Ik schreeuw het niet van de daken, het staat niet in de krant, maar ik adviseer de andere ZuidAfrikaanse coaches wel. Toch stap ik niet zomaar op de bondscoach af. Zo ben ik niet opgevoed. Die man is uitgenodigd om hier te komen coachen. Pas wanneer hij erom vraagt, zal ik mijn mening geven. Dan is het aan hem of hij er iets mee doet.”
Eerst won Zimbabwe in Harare met 4-1. En op 10 oktober 1992 was de prestigieuze uitwedstrijd in Lagos tegen Nigeria. Het duel symboliseerde de strijd om de
voerde campagne voor de Engelsman Terry Paine, die in 1966 wereldkampioen was geworden. Lerman wilde geen zwarte coach, het moest een
“Ik wilde het sterkste team, zonder dat blanken zich uitgesloten zouden voelen” hegemonie op het continent. Tshabalala’s team was kansloos tegen het ijzersterke Nigeria van Clemens Westerhof: 4-0. De pers bekritiseerde Tshabalala. Met name Sy Lerman, een blanke sportjournalist van de Zuid-Afrikaanse Sunday Times, was scherp in zijn uitlatingen. Na de nederlaag tegen Nigeria schreef hij een stuk over Tshabalala, met als kop ‘Don’t scream, just go!’ Tshabilala: “Kritiek op de speelwijze is prima, maar hij werd te persoonlijk. Lerman
blanke buitenlander zijn. Hij vond dat ik internationale ervaring miste, maar ik kreeg sterk het idee dat hij gedreven werd door racistische motieven.” NAAR DE JEUGD De controverse leidde tot een incident met grote gevolgen. Bij een persconferentie eindigde een discussie in een handgemeen, waarbij Tshabalala een klap uitdeelde aan Lerman. “Ik duwde hem weg,” is Tshabalala’s verweer. “Maar ik
zat fout. En ik accepteerde dat de bond mij ontsloeg.” Na het Lerman-incident stokte de carrière van Tshabalala als hoofdcoach. Toch bleef hij actief in het voetbal – bij Sundowns en Orlando Pirates. Inmiddels is hij al enige jaren coach van de nationale teams van Zuid-Afrika voor spelers onder de twintig en onder de zeventien jaar. “Natuurlijk ben ik niet trots op dat ene incident, maar ik ben gelukkig. Ik ben nog altijd continu bezig met mijn grote liefde: voetbal.” Als jeugdcoach ziet hij dat het met veel jonge talenten misgaat in Zuid-Afrika. Zoals toptalent Jabu Pule, die in Oostenrijk dronken achter het stuur in slaap viel en werd ontslagen. “Begeleiding is cruciaal. Je moet keihard zijn. Jonge spelers krijgen soms een miljoen Rand tekengeld [85.000 euro, red]. Het eerste wat ze daarmee doen is vaak een dure auto kopen, met een flinke installatie. Ze denken niet aan investeren.
En de zaakwaarnemer is vaak vertrokken zodra hij zijn vergoeding heeft opgestreken.” Zelf is hij vooral zijn moeder dankbaar. “Ik verkocht pinda’s. Het enige wat ik kon was voetballen. ‘Geen alcohol, niet gokken’, zei mijn moeder altijd. En dat zeg ik nu tegen mijn spelers. Mijn moeder heeft me geleerd mijn eigen kleding te wassen en geld opzij te leggen. Dat kun je jongeren nog steeds leren. Ik kwam uit een arme township. We hadden niets. En kijk hoe ik er nu bijzit: ik ben schoon, draag een pak, en kan in het Engels discussiëren. Voetbal was mijn paspoort tot een goed leven en een mooie oude dag voor mijn moeder. Voetbal was mijn paspoort tot bekendheid en ontmoetingen met presidenten. Een paspoort tot alles.” •••••••••••••• Tekst: Edwin Schoon. Foto’s: Gallo Images.
29
// SPELAANWIJZINGEN Meer weten over sport & ontwikkelingssamenwerking? Zelf een sportieve bijdrage leveren aan een betere wereld? Er zijn diverse websites waar je terecht kunt. Supporter zet er een aantal voor je op een rijtje.
Zoek je informatie of wil je kennis en ideeën uitwisselen? Dit zijn belangrijke websites op het gebied van sport & ontwikkelingssamenwerking:
www.sportdevelopment.org Op dit webportaal van programma Sport & Ontwikkelingssamenwerking van NCDO vind je info, tools en tips voor sport & ontwikkelingssamenwerkingin Nederland
www.sportanddev.org Dit internationale platform voor sport & ontwikkelingssamen werking biedt niet alleen informatie en projectvoorbeelden, je kunt er ook ideeën, ervaringen en kennis uitwisselen.
www.toolkitsportdevelopment.org In het netwerk Sport & Ontwikkelingssamenwerking bundelen allerlei organisaties hun krachten. Bijvoorbeeld deze onderwijs- & opleidingsinstituten:
www.cios.nl CIOS
Nederland
www.hanzehogeschool.nl Hanze
Hogeschool
www.inholland.nl Hogeschool
INHOLLAND
www.voltijd.hva.nl/sport-management-enondernemen/ Hogeschool
van Amsterdam
www.windesheim.nl Hogeschool
Windesheim
in Zwolle
Wil je zelf een project opstarten en ben je op zoek naar subsidiemogelijkheden? Kijk eens op één van deze websites:
www.sportdevelopment.org fondsen en subsidies Op deze site vind je een overzicht van verschillende mogelijk heden in Nederland om financiering voor een project te krijgen.
www.sport.nl/ ontwikkelingssamenwerking Deze webpagina geeft basisinformatie over het nieuwe programma ‘Sportcoalities aan de slag’ van NOC*NSF
www.nuffic.nl Nuffic www.geog.uu.nl/sgo/onderzoek/ceres.nl
Universiteit Utrecht
www.ncdo.nl subsidie aanvragen Bij NCDO kun je subsidie aanvragen voor activiteiten in Nederland waarmee je Nederlanders betrekt bij internationale samenwerking en bij het leven van mensen in ontwikkelingslanden.
www.usg.uu.nl USBO www.mulierinstituut.nl WJH
Wat maakt een project succesvol en wat zijn de valkuilen? Deze toolkit bundelt beschikbare kennis en ervaringen. Praktische tools als checklists en handleidingen helpen je zelf projecten op te zetten.
Mulier
Instituut
www.impulsis.nl
Kijk voor meer leden van het netwerk Sport & Ontwikkelingssamenwerking op: www.sportdevelopment.org
Impulsis is een loket voor ondernemende mensen in ontwikkelingslanden en in Nederland. Je kunt er terecht voor advies, uitbreiding van je netwerk, expertise en financiële steun.
30
// DE LIBERO
Zó 2008 Gaat u tegenwoordig ook zo blij door het leven? Zodra ik ‘s ochtends de krant door de brievenbus hoor schuiven, storm ik opgetogen de trap af. Het vrolijke wereldnieuws pept me volledig op. En voordat ik zelfs maar de káns krijg neerslachtig te worden, kijk en luister ik naar het Journaal. Geen beter anti-depressivum dan het hakkelend uitgesproken breaking news van Philip Freriks. Hoe anders voelde ik me een paar maanden geleden nog. Ik hoorde over graaiende bankiers, over derdewereldlanden die lijden onder het superieure Westen en over vergeten continenten. En dit alles, zo was mijn stellige overtuiging, zou nooit meer veranderen. Maar kijk nu eens! Kapitalistische bankiers moeten zich houden aan de Balkenende-norm. India schiet raketten naar de maan. En Zuid-Afrika gaat een WK Voetbal organiseren. Ik lach me rot. De Zuid-Afrikanen delen mijn opgewektheid. Zij beginnen in 2010 zelfs een nieuwe jaartelling, zo zeker zijn ze dat voor hen een Gouden Eeuw aanbreekt. Op dit moment leven miljoenen mensen, bijna 15 jaar na de afschaffing van de apartheid, nog altijd in middeleeuwse omstandigheden. Maar het aanstaande WK gaat redding brengen. Sloppenwijken zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het zal banen regenen. En de economische groei zal ervoor zorgen dat iedereen er warmpjes bij zit.
Frank van Eekeren werkt als senior adviseur en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Ook is hij namens NOC*NSF manager van ‘Sportcoalities aan de slag’, een programma gericht op de versterking van de inzet van Nederlandse organisaties voor sport & ontwikkelingssamenwerking.
In mijn depressieve periode dacht ik nog dat een WK Voetbal slecht zou uitpakken voor een land in ontwikkeling. Het bouwen van dure stadions, zo redeneerde ik, stuwt de prijs van arbeid en grondstoffen zo ver op dat sociale huizenbouw stilgelegd moet worden. Ook verwachtte ik een definitieve klap voor het toch al broze imago van Afrika, omdat voetbalsupporters beroofd – of anders wel ziek door het bezoeken van met HIV besmette prostituees – zouden terugkeren naar het Westen. Ik wist ook héél zeker dat FIFAbobo’s en sponsors, ondanks de duidelijk zichtbare townships, alleen oog zouden hebben voor de eigen portemonnee. Maar negatief denken is zó ‘2008’. Een organisatiecomité dat slechts droomt van mooie stadions is hopeloos ouderwets. Nee, een modern sportevenement zorgt voor een stevige economische en maatschappelijke erfenis waar een land jaren mee vooruit kan. En natuurlijk is de huidige voetbalsupporter niet langer een naïeve en op seks beluste cultuurbarbaar, maar een wereldburger die zijn bezoek aan het WK aangrijpt om te genieten van lokale gebruiken en levenslange vriendschappen sluit met de lokale bevolking. Het enige waarvan ik nog niet zeker ben, is of de nieuwe tijdgeest ook bij de FIFA en haar sponsors is doorgedrongen. Zouden zij wel in de gaten hebben dat nietsontziende hebzucht passé is? Dat hun overmatig klinken met champagne in vijfsterrenhotels not done is, als er luttele kilometers verderop mensen wonen zonder stromend water in hun huis? Dat zij, als WK-organisatoren, kleine ondernemers zonder al te veel moeite een graantje kunnen laten meepikken van het evenement? Ik hoop het. Want zelfs een conservatief bolwerk als de FIFA moet toch mee met zijn tijd. En een harteloos WK, dat is terug naar het jaar nul.
31
DIT NUMMER UIT? En nieuwsgierig naar het volgende? Neem
KWARTAALBLAD OVER SPORT
& ONTWIKKELINGSSAMENWERK
ING jaargang 7 / 12-2008
dan nu een gratis abonnement op Supporter (zie kader hieronder). En lees elk kwartaal: // INTERVIEWS MET BEKENDE SPORTERS // SPORTREPORTAGES UIT VERRE LANDEN // INFORMATIEVE ACHTERGRONDARTIKELEN // SCHERPE OPINIESTUKKEN EN COLUMNS // NIEUWS OVER SPORT & ONTWIKKELING // KOOPTIPS EN SPELAANWIJZINGEN
een uitgave van
// EN MEER!
PORTAGE worstelen
CLARENCE SE EDORF: DE
WINNAAR ////// TO M VAN ’T HE K// WK VO LEVE ETBA NDE LEGEND E: TSHABALA LA
MET EEN M ISSIE
L 2010///// /////// // BErT KOENDErS// //////
////
// club Voetbalvereniging Union T IN: 1914 G: OPGERICH ENWERKIN LINGSSAM ONTWIKKE MYsA steunt
// reportage Millenniumschoen Award 2008 Naam: WOuteR scHelHAAs Leeftijd: 6 jAAR Woonplaats: nijMegen “Dames en heren, Sport: aanwezigen, VOetbAl geachte Sport alleen zal de wereld niet Sinds: AndeRHAlf jAAR veranderen, maar kan wel een Wedstrijdteam: bijdrage leveren aan belangrijkef10 Leest Supporter: nOg niet is het behalen van de millennium( nOg iets te jOng)
ush Radislav voor zijn trainingscentrum
bekenden bouwde hij in 2000 de goed uitgeruste sportschool en het bijbehorende internaat waar nu 22 jongens wonen. Kampioenen “Mijn pupillen zijn gedreven”, prijst Radislav ‘zijn’ jongens. “Allemaal doorzetters, die alles over hebben voor de sport.” In het verleden trainde hij ook wel eens een jongen die talent had én ouders. Maar daar is hij
vanaf gestapt. Kinderen uit harmonieuze of rijke gezinnen ontbreekt het aan de juiste mentaliteit. Ze hebben niet geleerd te vechten voor hun bestaan, in tegenstelling tot de weesjongens voor wie kuresh de enige manier is om iets te
bereiken in het leven. “Hier zie je toekomstige kampioenen”, klinkt het trots tijdens de rondleiding die langs de trainingsruimte voert. Op
dikke matten trainen kleine en grote jongens in de leeftijd van 10 tot 17 jaar. In tweetallen staan ze in typische kureshhouding: Hoofden en armen aan elkaar geklonken, de benen en heupen naar achteren gestoken. De langzame bewegingen lijken op een sierlijke dans. De traagheid verraadt opperste concentratie. Ieder zoekt een zwakke plek bij de tegenstander om dan bliksemsnel toe te
slaan. Degene die het eerst de grond raakt verliest. Rotleven De jarenlange training op de sportschool is gratis voor de 22 weesjongens. Ze gaan overdag naar een gewone school en trainen daarnaast vier uur per dag op de sportschool. De kosten van de sportopleiding worden gedekt door betalende leden, giften en inkomsten uit
houdt hen op het goede pad. het internaat waar de jongens De trainingen zijn zwaar en met subsidie van de overheid sporten op dergelijk niveau gaat verblijven. Dat er geld is om de niet samen met het gebruik van jongens te trainen en naar drugs en alcohol. Ook biedt kampioenschappen te sturen, is kuresh de jongens een kans om natuurlijk belangrijk, maar zichzelf op een positieve manier minstens zo essentieel is de als man te bewijzen. Al doende kwaliteit van de begeleiding. ontdekken ze hun kracht en dat “De meeste jongens hebben schept zelfvertrouwen. Ook een rotleven achter de rug”, licht leren ze omgaan met zwakke en Mongush Radislav toe. En sterke kanten van henzelf en getraumatiseerde kinderen van de tegenstander, >>> ontsporen makkelijk. Kuresh
WAt? Het beoefenen van voetbal kan een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van individuen. Maar ook aan die van de samenleving. Vanuit deze overtuiging werd in 1914 de voetbalclub Union opgericht. Die achtergrond sluit aan bij de betrokkenheid van de vereniging bij de Mathare Youth Sport Association (MYSA). Deze Keniaanse organisatie haalt jongeren uit Afrikaanse sloppenwijken van de straat, laat ze voetballen en biedt ze de kans hun schoolgeld te verdienen door zich in te zetten voor MYSA. Zo kunnen ze bijvoorbeeld jonge voetballertjes coachen, aidsvoorlichting geven of vuilnis opruimen. Via de stichting ‘Union, meer dan voetbal’ wordt geld ingezameld om met MYSA een bibliotheek/studiehuis te bouwen in de sloppenwijken van Nairobi.
18
doelen. Ik ben daarom blij dat sport deel uitmaakt van programma’s van VNorganisaties. In Rwanda, UNICEF Mijn zusje Meike bijvoorbeeld, en ik bedach-laat samen sporten, of ze kinderen ten dat het leuk zou zijn wat of Tutsi zijn. Zo leren ze nu HutuOma extra geld in te zamelen. dat ze eigenlijk helemaal niet van elkaar verschillen. Het klinkt simpel, maar als je bedenkt dat de vaders van deze kinderen misschien elkaars familieleden wedstrijd. Vaak kom ik ook op heeft toen vijftig pannenkoeken hebben gedood, dan is het zondag nog trainen bij Joost! als hun zonen bij gebakken. Meike heeft geweldig folders [Zie linkerpagina, red.] Daar voetbalteam zitten uitgedeeld bij al onze in een elkaar buren en spelen dan weer andere als ze winnen. vriendjes en vriendinnetjes. en samen Enjuichen kinderen mee dan in mijn eigen toen hebben we bij ons in de team. Ik zit ook op zwemles en tuin pannenkoeken EmancipatiE verkocht. De op judo. En ik zou nog wel willen pannenkoeken kosten landen is het voor In veel € 0,50, basketballen, maar daar heb ik maar sommige mensen en vrouwen moeilijk of meisjes gaven geen tijd meer voor.” om te sporten. wat meer omdat ze wisten zelfs verboden dat voor hun het voor een goed doel is belangrijk Sport was. Ik Vind je het leuk om wat voor arme heb toen een envelopemancipatie. Want door meisjes met kinderen te doen? € 75,- meegenomen de te geven aan sportactikans naar Union “Ja! Hier op de voetbalclub groeit en aan Joost gegeven. viteiten Voor deel de te nemen, zamelen we geld in voor Afrika. kinderen in Afrika!’ ••••••••• hun zelfvertrouwen, breiden ze hun sociale netwerk uit en worden ze weerbaarder. Zien jullie het voor je: boksende Tekst en foto‘s: Martien Versteegh. meisjes in de sloppenwijken van Nairobi? Ik heb het zelf gezien toen ik in Kenia was. En behalve dat ze zichzelf leren verdedigen, groeit ook hun overtuiging dat ze controle hebben over hun toekomst; dat die niet al bepaald is door hun familie. Ook draagt het bij aan een verandering van opvattingen van mannen over de positie van vrouwen. Daardoor komt het derde millenniumdoel, gelijke kansen voor mannen en vrouwen, weer dichterbij. Wat heb je met sport? “Ik vind alle sporten heel leuk. Op woensdag heb ik voetbaltraining en op zaterdag speel ik een
15 HOe? “Dat inzamelen doen we op veel manieren”, vertelt Joost Gilissen, basisschooldocent en Union-voetbaltrainer. “Zo kunnen kinderen op zondag meedoen aan mijn training. Daar betalen ze € 2,- per persoon voor. De helft daarvan is bestemd voor de club en de andere helft voor MYSA.” Maar de betrokkenheid gaat verder dan het inzamelen van geld. Union is ook al acht jaar lang gastheer van een team jeugdige MYSA-voetballers. Zij komen elke zomer acht dagen spelen in Nederland. Ze slapen, douchen en eten dan op het clubterrein. Gilissen: “Door dit contact gaat het werk van MYSA - en haar samenwerking met ons - nog meer leven bij de leden van Union.”
“Toen hebben we pannenk oeken verkocht”
WAAROM? “Union wil de betrokkenheid van de jeugd bij de wereld graag vergroten”, zegt Gilissen. “Sporten is een sociale bezigheid; het gaat niet om het voetballen alleen. De wereld is groter dan de vereniging.” Zelf is Gilissen inmiddels zeer actief betrokken bij veel projecten in Kenia. Dat Union succesvol is in haar opzet, blijkt uit het feit dat zelfs de jongste clubleden al initiatieven bedenken om geld in te zamelen. NCDO heeft grote waardering voor de inzet van Union. De organisatie verdubbelde de € 35.000 die de stichting de afgelopen drie jaar voor MSYA ophaalde.
19
minister bert Koenders:
‘‘Het bereiK van idolen is gigantiscH’’ van vorig jaar, overhandigen Koenders en atlete Lornah Kiplagat, winnares 2008. Clarence Seedorf de Milenniumschoen Award
OpvOEding Sport kan ook bijdragen aan een goede opvoeding. In Guatemala zijn er bijvoorbeeld enorm gewelddadige jeugdbendes. Veel jongens voelen zich daartoe aangetrokken, omdat ze geen goede opleiding hebben gehad, hun ouders niet goed voor hen konden zorgen of omdat ze geen toekomstperspectief hebben. Om deze jongens uit de criminaliteit te
houden zijn er sportprogramma’s in de achterstandswijken van Guatemala-Stad. In plaats van mensen te beroven, leven zij zich nu uit op het voetbalveld. De jongens worden beloond voor goed en gestraft voor slecht gedrag. Als ze verliezen, feliciteren ze de tegenpartij, in plaats van erop los te slaan. En om goed te presteren, moeten ze gezond eten, minder drinken en geen drugs gebruiken. Voor de jongeren is deze coaching bepalend voor de rest van hun leven. Wat zij leren op het voetbalveld, helpt hen bij het afmaken van school of bij het vinden van een baan.
idOlEn Sinds begin dit jaar maak ik me samen met staatssecretaris Bussemaker sterk voor sport als middel bij het bereiken van ontwikkelingsdoelen. Tot 2011 hebben we 16 miljoen euro
De impact van sport reikt verder dan het sportveld. Steeds meer mensen beseffen dat. Van overheden tot sportbonden. En van hulporganisaties tot sportliefhebbers. Zij weten dat sport van invloed is op politieke en sociale verandering. Dat het een waardevol middel is tegen armoede, onrecht, oorlog en ziektes. En ze willen daar graag méér over weten.
// interview Stanley Tshabalala Tshabalala over het WK2010:
“Houd ruimte voor Afrikaanse accenten”
organisaties. Deze Millenniumschoen Award zegt iets over het belang van rolmodellen voor sociaalmaatschappelijke ontwikkeling. Ieder land, iedere tijd en iedere sport kent zijn eigen idolen. Deze sporthelden kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van ontwikkelingsdoelen. Waar zij zijn, daar zijn ook de camera’s. Het bereik van hun boodschap is gigantisch. Dat geldt ook voor de winnaar van vanavond, die zich al vanaf het begin van zijn sportieve carrière inspant voor sportprojecten en goede doelen in ontwikkelingslanden: Clarence
voorgegaan. Een buurvrouw ze te douchen. Ik was doods schreef een sollicitatiebrief bang iets verkeerd te doen. voor mij.” Maar al voetballend hielpen mijn teamgenoten me over de NAAR BEVERLY schroom heen. En naakt in de ZuidAfrikaanse spelers waren kleedkamer bleken ze gewoon gewild in de Verenigde Staten. mannen, zoals ik.” Tshabalala kreeg een kans bij Hij ontmoette Beverly, een Fort Lauderdale Strikers in studente medicijnen. “Na elke Miami. In New York logeerde hij training gaf ze me Engelse les. bij Steve ‘Kalamazoo’ Mokone, Ik was gretig. Ze deed het de spits die in de jaren ’50 nog gratis, uit medemenselijkheid. indruk had gemaakt bij de Ze leerde me ook zwemmen. Ze Nederlandse club Heracles was een hele mooie meid, maar Almelo. Het was een grote stap gek genoeg is er nooit iets van Orlando East naar Miami amoureus tussen ons voorge – en een leerzame. vallen. Ik ben haar ontzettend “Het niveau was een stuk hoger dankbaar. We hebben altijd dan ik gewend was.” Jaren na contact gehouden. Ze is zelfs hem zouden spelers als Pele, een keer naar ZuidAfrika Neeskens, Cruijff en gekomen, op mijn uitnodiging, Beckenbauer eveneens hun toen ik bondscoach was. Helaas kunsten in de Amerikaanse is ze inmiddels overleden.” eredivisie vertonen. Maar ook in Tshabalala’s tijd speelden er al NAAR SOWETO gelouterde spelers uit Europa. Tshabalala brak niet door in “Vergeleken met hen bleek ik Florida. Na anderhalf jaar kwam opeens een gemiddelde hij terug naar ZuidAfrika, waar
Seedorf. Clarence, gefeliciteerd!” •••••
de toespraak die Dit is een ingekorte versie van werking Bert Minister voor Ontwikkelingssamen bij de uitreiking van de Koenders op 24 oktober hield Millenniumschoen Award 2008.
23
22
SUPPORTER: SPORTIEF BETROKKEN
uitgetrokken voor sportactiviteiten die zich richten op maatschappelijke ontwikkeling in tien landen, waaronder Kenia en Guatemala. Er is speciale aandacht voor kwetsbare groepen zoals jongeren, meisjes en vrouwen, en gehandicapten in ontwikkelingslanden. Maar de overheid kan dit niet alleen. Daarom werken we in Nederland samen met partners als NOC*NSF en NCDO, en in ontwikkelingslanden – via de ambassades - met lokale
26
die zich snel in de kijker speelde. Op zijn vijftiende speelde hij voor Real Fighters in Alexandra, ook in Johannesburg. Hij was een snelle rechtsbuiten, die regel matig scoorde. Na twee seizoenen trok Kaiser XI – de voorloper van topclub Kaiser Chiefs – hem aan. Bij ‘Kaiser’ verdiende Tshabalala geld met wat hij het liefste deed. Nu kon hij zijn familie een beetje
“Ik had nog nooit met lucht verschaffen. De tijden van voorspoed zouden nog even voortduren voor de jonge speler. Want twee jaar later, in 1971, vond hij een manier om naar Amerika te gaan. “In de boeken van World Soccer stonden de adressen van alle Amerikaanse clubs. En ik wist dat het niet onmogelijk was. Beroemde ZuidAfrikanen als Jomo Sono en Kaiser Motaung waren mij al
blanken gevoetbald en durfde ze niet aan te raken” voetballer.” Tshabalala begon zichzelf anders te bekijken. Ook op andere vlakken. “Ik was de enige donkere speler, had nog nooit met blanken gevoetbald. Ik durfde ze niet aan te raken, ook niet in het veld, laat staan met
voetbal steeds meer gemengd werd. De overheid liet het oogluikend toe. “Het was een interessante tijd. En al waren blanken spelers eerst nog bang om in Soweto te spelen, we speelden tenminste samen!” Na
Het WK komt er aan en oud-bondscoach Tshabalala maakt zich zorgen. “De hele wereld kijkt naar ons. En het gaat niet goed met ons team. Buitenlandse invloed is prima, maar je moet je eigen cultuur niet verloochenen. Dat dreigt nu te gebeuren. Veel officials denken nog steeds dat een buitenlandse coach zaligmakend is. Maar een buitenlandse coach wil vaak te veel veranderen. Ik hou óók van de speelstijl van andere landen, zoals Nederland, en van buitenlandse voetballers, zoals Wesley Sneijder. Die mix van kracht en flair, een moderne voetballer, hij is overal! Maar bij ons in Zuid-Afrika moet wel ruimte blijven voor Afrikaanse accenten. Zwarte spelers hebben een natuurlijke flair. Als coach moet je er discipline aan toevoegen, maar maak het niet kapot. Ga geen trucjes en dribbels verbieden. Zorg alleen dat de spelers weten dat ze bij balverlies keihard moeten werken om hem terug te winnen.”
Amerika bekeek hij de apartheid met andere ogen. “Ik kwam terug als een compleet ander persoon. Durfde ik aanvankelijk niet met mijn medespelers te douchen of Beverly ook maar met één vinger aan te raken, in Amerika leerde ik dat daar niets mis mee was. Eenmaal terug in ZuidAfrika, ging ik mezelf vragen stellen. Waarom leven we zo? Wat een dwaze toe stand eigenlijk.” Hij kreeg een contract bij Orlando Pirates. Dat ging goed. Tot hij in een zware botsing kwam met keeper Henry ‘Black Cat’ Cele. Hij brak zijn been op meerdere plaatsen en kwam als voetballer nooit meer op niveau, mede vanwege een verkeerde behandeling. “De medische voorzieningen voor zwarten >>>
27
Daarom lezen zij Supporter. Het enige tijdschrift in Nederland over sport als instrument in ontwikkelings samenwerking. Over de personen en organisaties die dit instrument gebruiken. En over de wijze waarop mensen in ontwikkelingslanden hun sport ervaren. Leer de impact van sport kennen. Neem een gratis abonnement op Supporter, een grensverleggend sportief tijdschrift. Mail je naam en adres naar:
[email protected]