jaargang 17 / nr 57 / juni 2008
FC Portugal: vriendenclub met een missie In dit nummer o.a: • Zuideuropese lintjesregen pag. 3 • Interview met Kristina Goikoetxea Langarika, schrijfster van het boek ‘Evamar’ pag. 6 • Remigratiewet: nog geen veranderingen pag. 7
Bij het verschijnen van dit bulletin weten we (bijna) wie de nieuwe Europese kampioen voetbal is. Velen zullen misschien wat ‘voetbalmoe’ zijn geworden na de lange tv-avonden. Maar bij een voetbalclub kan het om meer gaan dan voetbal alleen. Daarom geven we hier aandacht aan een bijzondere vereniging, FC Portugal, en aan de drijvende kracht daarachter, Manuel Bravo da Silva. >>
>> voetbalclub met een missie FC Portugal is op 14 mei 1994 opgericht door José Manuel Oliveira Bravo da Silva, zoals zijn volledige naam luidt. Enig kind van Portugese migranten in Nederland. Hij heeft op dat moment een carrière als profvoetballer in Portugal achter de rug en kiest ervoor om terug te keren naar ‘huis’ in Nederland. Zijn passie voor voetbal leeft hij uit door met vrienden deel te nemen aan verschillende toernooien. Tegelijkertijd is hij ook trainer van de Turkse voetbalclub AGB in Amsterdam. Maar zijn grote droom moet dan nog werkelijkheid worden. “Ik wilde altijd al graag een eigen voetbalclub hebben, een club waar ik al mijn kennis in kwijt kon en waar ik de waarden waar ik in geloof, kon overbrengen op de jongeren en al mijn vrienden.” Maar eerst moeten er tenues komen en een naam. Voor de tenues schakelt hij zijn vriend Yadigar Erdogan van AGB in. Voor fl. 400,- worden er 20 stuks uit Turkije overgevlogen. Manuel vertelt over de naam van de club: “Ik heb me laten inspireren door Clube Portugal, een club in Portugal die bestaat uit voormalige internationals van Portugal en die zo nu en dan voor de gezelligheid promotiewedstrijden spelen over de hele wereld. Ik heb aan die naam alleen Futebol gekoppeld en zo is Futebol Clube Portugal ontstaan, afgekort FC Portugal.” Vriendschap, respect en leren omgaan met diversiteit waren vanaf het begin pijlers voor de club. “Etnische diversiteit kan de samenleving heel veel kracht en rijkdom geven. Dat laten wij met allerlei evenementen en projecten zien. Jongeren maken bij ons kennis met elkaars cultuur, maar vooral met elkaar.” Het ‘opleiden’ van die jongeren is dan ook een van de belangrijkste functies van de club en dan gaat het niet alleen om voetbal maar om het bieden van een persoonlijkheidsvormende structuur waar de jongens ook buiten het voetbal iets aan hebben. Zodoende is een vriendenclub/vereniging ontstaan die tot 2007 onder de paraplu van andere clubs speelde. Activiteiten buiten en naast het voetbal zijn bij FC Portugal even belangrijk. Al 14 jaar lang gaat men elk jaar op reis naar een buitenlandse bestemming! Deze aanpak en visie heeft de club geen windeieren gelegd. Het
ledenaantal is blijven stijgen tot boven de 200 tegenwoordig en de diversiteit van de leden is groot. Bij de A-selectie spelen 9 verschillende nationaliteiten wat voor een amateurclub een bijzonderheid is.
Zelfstandig
Sinds het seizoen 2007-2008 is er een grote stap voorwaarts gezet. Door de overname van de vroegere ‘moedervereniging’ Gold Star-SNA nemen ze tegenwoordig officieel deel aan de KNVB-competities onder de naam ‘FC Portugal Amsterdam’ en hebben ze een eigen standplaats in Sportpark Sloten. Een grote verantwoordelijkheid die echter prima wordt gedragen door de betrokken vrijwilligers. Ondanks het feit dat FC Portugal zijn geesteskind is, heeft Manuel toch besloten om een stap terug te doen. Carlos Gomes, die er vanaf het prille begin bij was en op cruciale momenten een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van het huidige FC Portugal, Carlos Gomes, Silverio Pereira, Karin Hardholt, Manuel Bravo da Silva is de nieuwe voorzitter en beheerder van de kantine. Karin Hardholt is secretaris en Silverio Pereira de penningmeester. Manuel zelf maakt deel uit van het bestuur als algemeen lid en blijft verantwoordelijk voor de externe contacten en andere activiteiten.
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
2
De ‘tien geboden’ van Manuel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Positief denken Beleefd zijn Georganiseerd zijn Waakzaam zijn Aandachtig kunnen luisteren De gezondheid respecteren Afspraken nakomen Geduld hebben De waarheid spreken Houden van je familie en vrienden en geliefd zijn is de beste kwaliteit waar een persoon over kan beschikken
FC Portugal wordt in alles duidelijk. Het is de basis waar de club op drijft en waar iedereen zich schijnbaar als vanzelfsprekend naar schikt. Het lijkt de verdienste van Manuel die met zijn rustige en evenwichtige manier van praten en communiceren respect afdwingt als trainer en mens. Je moet van goede huize komen en over een bepaald charisma beschikken om ongedwongen en op afstand de regie te kunnen voeren. Maar dat is aan Manuel Bravo da Silva wel besteed. Het zich inzetten voor en het opleiden van jongeren lijkt zijn levenswerk. Binnen FC Portugal was er altijd al veel aandacht voor de jeugd. Het opleiden van de jeugd tot scheidsrechter of trainer is iets waar ze een paar jaar geleden mee zijn begonnen. In het kader van het project ‘Tijd voor Sport’ worden ze tegenwoordig door de KNVB ondersteund bij het vorm geven van die opleidingen. Hoe kan het dan dat de man die zoveel waarde hecht aan het opleiden van jongeren het aanbod van Co Adriaanse afsloeg om hoofd opleidingen te worden bij zijn grote liefde FC Porto? “Ik kon FC Portugal op dat moment niet in de steek laten.” Bescheidenheid en dankbaarheid zijn verweven met de Portugese cultuur en zitten ook in de karakter van Manuel Bravo da Silva. Het zou mede daarom een mooi gebaar van waardering voor hun trainer zijn, als de spelers van FC Portugal volgend jaar gaan promoveren naar de 4e klasse. Veel succes daarmee, het is jullie gegund.
Jeugd centraal
// Dimitris Grammatikas & Monica Moreno Diniz
Dat vriendschap, vertrouwen en verantwoordelijkheid een grote rol spelen bij
Meer weten over FC Portugal? Kijk op www.fc-portugal.nl
Koninklijke onderscheidingen voor Ivica Lupi, Ivan Bagaric, Emiliano Ruiz, Teresa Heimans-Ferreira en Pedro Tejero Saez
Het heeft Hare Majesteit behaagd… In de Nederlandse samenleving zetten van oudsher veel mensen zich op vrijwillige basis in voor het welzijn van groepen en individuen die hulp en ondersteuning nodig hebben. Op allerlei gebied zijn ouderen, jongeren en vrouwen, al dan niet in georganiseerd verband, actief. Ze hebben bestuursfuncties op het gebied van welzijn, sport en zorg, organiseren activiteiten, behartigen de belangen van mensen die het zelf niet meer kunnen, gaan op huisbezoek en staan open voor mensen die om raad vragen. Kortom: vrijwilligers zijn het smeermiddel van maatschappelijk Nederland. Onder hen zijn ook veel vrijwilligers uit de etnische gemeenschappen in Nederland, die zich veelal binnen de eigen gemeenschap inzetten. Deze steeds groter wordende groep vrijwilligers werkt al jaren in de anonimiteit. Lize wilde deze anonimiteit doorbreken en de Zuideuropese vrijwilligers zichtbaar maken en hen de waardering geven die zij verdienen. En hoe kan dit beter dan ze voor te dragen voor een Koninklijke onderscheiding?
Zuideuropese pioniers Binnen etnische gemeenschappen in Nederland is het nog niet zo gebruikelijk om vrijwilligers met een staat van dienst, voor te dragen voor een Koninklijke onderscheiding. Vaak weet men de weg (nog) niet om een lintje aan te vragen of men ziet op tegen de langdurige procedure. Lize heeft een aantal jaren geleden al eens de stap genomen om met succes een Koninklijke onderscheiding aan te vragen voor een pionier onder de Zuideuropese vrijwilligers, wijlen Dario Secchi. Op vrijdag 25 april 2008 was het zover. Teresa Heimans-Ferreira, Emiliano Ruiz, Ivan Bagaric en Ivica Lupi ontvingen uit handen van burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag een Koninklijke onderscheiding en werden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Teresa Heimans-Ferreira is onderscheiden voor haar jarenlange inzet voor een betere emancipatie, participatie en integratie van Portugezen in Nederland. Zij was actief als (vrijwillig) bestuurder van verschillende Portugese verenigingen en is nog steeds actief binnen de federatie van Portugese verenigingen in Nederland. In 2005 ontving zij ook een onderscheiding van de President van Portugal, Jorge Sampaio, voor haar inzet voor een betere rechts-
positie van de Portugezen in Nederland en het behoud van de Portugese taal en cultuur. Emiliano Ruiz zet zich al jaren, op uitvoerend en beleidsniveau, in voor het welzijn van de Spanjaarden in Nederland en is actief geweest binnen de federatie van Spaanse verenigingen (FAEEH) in Nederland. Hij is één van de pioniers als het gaat om de belangenbehartiging van oudere migranten, in het bijzonder de Zuideuropese ouderen Daarnaast is hij al jaren als vrijwilliger actief bij de Rotterdamse Marathon. Ivan Bagaric en Ivica Lupi hebben aan de wieg gestaan van het Landelijk Inspraakorgaaan Zuid Europeanen (LIZE). In het bijzonder in de periode van de oorlog in Joegoslavië, die een grote weerslag had op de toenmalige Joegoslavische gemeenschap in Nederland, zijn de verdiensten van Ivan Bagaric en Ivica Lupi groot geweest. Hun expertise en contacten met de (voormalig) Joegoslavische gemeenschappen in Nederland hebben er voor gezorgd dat Lize de gesprekspartner bleef met de Nederlandse overheid en de afzonderlijke (voormalig) Joegoslavische gemeenschappen in Nederland.
Pedro Tejero Saez kon er op 25 april in Den Haag helaas niet bij zijn. Op die dag zat hij namelijk ’s morgens met zijn hele familie in het vliegtuig naar Spanje. Glunderend van trots, met zijn vrouw aan zijn zijde en zijn kinderen en kleinkinderen er om heen, ontving Pedro Tejero Saez uit handen van Peter van der Velden, burgemeester van Breda, op 16 mei de Koninklijke onderscheiding. De bijeenkomst vond plaats in Centro Español in Breda. “Het heeft Hare Majesteit behaagd”, aldus de burgemeester, “u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.” De burgemeester prees Pedro Tejero Saez als belangenbehartiger pur sang en bruggenbouwer. Niet alleen in Breda maar ook landelijk heeft Pedro zich ingezet voor de belangen van Spanjaarden op het gebied van sociale zekerheid en hun rechtspositie. Hij was actief in de vakbond, in de Spaanse vereniging in Breda, bij Lize en de federatie van Spaanse verenigingen in Nederland. Namens de samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden is hij lid van de Cliëntenraad van de Sociale Verzekeringsbank.
// Boudewijn Sittrop
3
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
Lize-vrouwen in de Tweede Kamer Afgelopen april bracht een groep van dertig vrouwen een bezoek aan de Tweede Kamer in Den Haag. Dit deden zij in het kader van het educatieve project De Haagse Tribune van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP). Onder enthousiaste en deskundige leiding van Brahim Fattah heeft de groep een gevarieerd en leerzaam programma doorlopen. Na een historische DVD over de geschiedenis van het Binnenhof en de Tweede Kamer volgde een bezoek aan het Haags Historisch Museum. Dit bezoek was extra uitdagend omdat er ook een vragenlijst ingevuld moest worden.
Aan de hand van de tentoongestelde schilderijen beantwoordden de vrouwen vragen over Willem van Oranje, de invloed van de Franse revolutie op Nederland en Vadertje Drees. Het middagdeel bestond uit een gesprek met een Tweede Kamerlid en het bezoek aan de plenaire vergaderzaal van de Tweede kamer. CDA-kamerlid Sander de Rouwe stond de vrouwen openhartig te woord. Ze waren vooral geïnteresseerd in onderwerpen zoals de combinatie van arbeid en zorg, onderwijs, bestrijding van criminaliteit en gezondheidszorg. Het gesprek was naar eigen zeggen voor zowel
de vrouwen als het kamerlid een bijzondere ervaring. De vrouwen waardeerden de aandacht die er was voor het beantwoorden van hun vragen en voor de heer Rouwe was het een eerste kennismaking met een voor hem onbekende doelgroep. Eenmaal aangekomen bij de vergaderzaal van de Tweede Kamer steeg de spanning. Het vragenuurtje was volop aan de gang en iedereen nam stilletjes plaats op de publiekstribune. Camiel Eurlings (minister van Verkeer en Waterstaat) werd op dat moment door de Kamer aan de tand gevoeld over het testen van drugsgebruik in het verkeer. De vrouwen beleefden er plezier aan de bekende politici in de Kamer aan te wijzen. Ons half uurtje in de Kamer zat er helaas snel op. De groep vertrok voor een laatste keer naar het IPP om ter afsluiting van het programma een politieke bingo te spelen en schaduwverkiezingen te houden. De bingo bood een mooie gelegenheid om te laten zien hoeveel iedereen die dag had geleerd. De schaduwverkiezingen verliepen precies volgens de regels, met stembiljetten, rode stempotloden, stembureau compleet met stembus en openbare telling van de stemmen. En net als in het echt blijft ook nu de politieke voorkeur van deze groep vrouwen geheim!
Onderwijs in eigen taal: de Servische scholen De voormalige OALT-scholen in de Servische taal worstelen om open te blijven. Met de afschaffing van de overheidsfinanciering van leerkrachten enige jaren geleden zijn thans nog maar twee Servische scholen actief. In Rotterdam maken de lessen tegenwoordig onderdeel uit van het Servisch Cultureel Centrum ‘Vuk Karadžic’, in Amsterdam heet de school ‘Naša škola’ (Onze School). Al meer dan 35 jaar bestaan ze en ooit kregen er meer dan duizend leerlingen op zaterdag onderwijs in eigen taal en cultuur, maar nu komen er nog maar zestig leerlingen bijeen. Veel ouders weten niet dat de scholen nog draaiende worden gehouden, hetgeen voor een deel het geringe aantal leerlingen verklaart. Het feit dat deze twee scholen nog open zijn heeft ook te maken met het feit dat in deze twee steden relatief veel Serven woonachtig
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
4
zijn. Ter illustratie: in 1987 telde Nederland 17 Joegoslavische lespunten, na het uiteenvallen van de Joegoslavische gemeenschap bleven er 8 Servische lespunten over, onder andere ook in Alkmaar, Vlissingen, Utrecht en Nijmegen. Allen hebben ze de deuren moeten sluiten, behalve de ‘Grote Twee’. De vier leerkrachten die in Amsterdam en Rotterdam Servische taal en cultuur geven, werken anno 2008 op vrijwillige basis, genoegen nemend met een reiskostenvergoeding. Vanwege het lage leerlingenaantal, de hoge kosten voor de huur van de leslokalen en het ontbreken van subsidie van de Servische overheid, dreigde dit jaar ook de school in Amsterdam te moeten sluiten, maar door gulle donaties van ouders en grootouders werd in april van dit jaar besloten om minimaal nog een jaar door te gaan. Er is ook hoop en niet
alles is zo zwart als het lijkt. Zo besprak de Servische vereniging ‘Stefan Nemanja’ uit Utrecht onlangs de mogelijkheden om weer met Servische lessen te starten, waarbij een betere beheersing van de Nederlandse taal als speerpunt van de activiteiten is benoemd. Ondanks de financiële perikelen willen de overgebleven leerkrachten al met al les blijven geven. Want de liefde om de Servische taal aan de tweede en derde generatie over te brengen compenseert heel veel, aldus de vrijwilligers. Zij benadrukken daarbij wat Nederlandse taal- en onderwijskundigen altijd al hebben bevestigd: dat een goede beheersing van de moedertaal onontbeerlijk is voor een betere beheersing van het Nederlands. Alle bezuinigingen van overheidswege ten spijt.
Vijfde nummer tijdschrift Donau
Donau, het tijdschrift over ZuidoostEuropa werd opgericht in 2006. De makers studeerden geschiedenis, internationale betrekkingen, Slavische talen of Hongaars aan de universiteit van Groningen en besloten hun handen ineen te slaan om de Oost-Europese cultuur op een originele wijze te promoten. In het comité van aanbeveling zetelen de grootste Balkanologen van de Benelux, waaronder de Gentse Slavist Raymond Detrez en de Leidse hoogleraar Turks Erik-Jan Zürcher. Het bijzondere aan Donau is de combinatie van verdieping en verstrooiing. Zowel wetenschappers, uit alle disciplines, als liefhebbers van de Zuidoost-Europese cultuur kunnen iets interessants vinden in Donau. Na succesvolle themanummers over onder andere de Osmaanse erfenis op de Balkan en een muzieknummer is nu het vijfde exemplaar uit. Hierin aandacht voor onder andere Bosnische identiteit in literatuur, Hongaarse literaire discussies en natuurlijk de uitgeroepen onafhankelijkheid van Kosovo en hoe die wordt ervaren in de buurlanden. Zeer interessant zijn de luchtige artikelen over de Midden-Europese eetcultuur, reizen in Albanië en een analyse van Kuifje’s Balkan-avonturen. Voor meer informatie over dit tijdschrift of bestellingen: www.donaustroom.eu
Twee keer geridderd Gino Scalzo is op 2 juni voor de tweede keer geridderd. Ditmaal op de dag van de Italiaanse Republiek. Ruim acht jaar geleden werd hij al door koningin Beatrix benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Beide onderscheidingen geven uitdrukking aan zijn enorme inzet voor zowel de Nederlandse als de Italiaanse samenleving en in het bijzonder de positie van Italianen in Nederland. Al in 1972 maakte Gino zich hard voor de positie van minderheden in Nederland en richtte toen de Italiaanse vereniging in Delft op. In 1978 was hij medeoprichter van de Belangenraad voor minderheden. Als een van de eerste allochtonen werd hij in 1986 gekozen in de gemeenteraad van Delft. Nu geniet Gino vooral van het opa zijn. Hij fungeert nog wel eens als klankbord voor deze en gene. De Raad van Toezicht van Woonbron vraagt wel weer ouderwetse vergadertijd. En als er verkiezingen zijn in Italië en Nederland blijft hij zoveel mogelijk campagne voeren. Het politieke bloed blijft stromen. Zo is hij ook erg blij dat zijn onderscheiding ‘Cavaliere’ op de valreep is voorgedragen door oud ministerpresident Prodi en is verleend door president Napolitano.
Brunch in het Kroatië huis Op 3 maart j.l. hebben Movisie en CABO twee bijeenkomsten georganiseerd met als thema ‘Zilveren Kracht onder oudere migranten’. Tijdens de middagbijeenkomst met oudere migranten uit de verschillende gemeenschappen werd opgemerkt dat de gemeenschappen elkaar niet of nauwelijks kenden en dat daar verandering in zou moeten worden gebracht. Het Kroatië huis ‘Kardinal Stepinac’ in Amsterdam heeft de daad bij het woord gevoegd en oudere migranten uit de diverse gemeenschappen uitgenodigd voor een kennismakingsbrunch op 13 april in het Kroatië huis aan de Wittenkade. Met hartverwarmende gastvrijheid werd iedereen ontvangen. De opkomst, ruim 40 personen uit zeer verschillende gemeenschappen, van China tot Chili, was boven verwachting. Na een ontvangst met koffie, thee en allerlei lekkernijen, vertelde een aantal Kroaten uit de diverse generaties boeiende verhalen over hun land en hun eigen lotgevallen in zowel Kroatië als Nederland. Ook een Servische en Bosnische gast deden een
duit in het zakje, door beiden de wens uit te spreken dat een initiatief als dit een vervolg verdient. De sfeer tijdens de bijeenkomst was ronduit enthousiast en vrolijk te noemen. Na de verhalen van onze Kroatische gastvrouwen en -heren bleken zij nog een verrassing in petto te hebben, namelijk een fototentoonstelling van een Kroatische fotograaf, die overigens zelf ook aanwezig was en een en ander op foto en video vastlegde. In een uiterst goede sfeer waarin de uitnodigingen voor volgende bijeenkomsten over en weer gingen, werd er aan de brunch begonnen, met goed belegde broodjes, warme smaakvolle Kroatische gerechten en lekkere drankjes. De mensen werden voortdurend aangemoedigd om nog een keer op te scheppen. De oudste gast -87 jaar- speelde Kroatische muziek op de piano. Het is niet overdreven te stellen dat de mensen van het Kroatië huis zeer succesvol zijn geweest bij dit initiatief tot een nadere kennismaking! Met dank aan alle organisatoren zijn er speciale complimenten op zijn plaats voor
Mira en Ivan Cerenic die met dit initiatief wellicht nieuwe wegen tot ontmoeting en samenwerking hebben geopend. (bron: CABO, www.caboamsterdam.nl)
5
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
Interview met Kristina Goikoetxea Langarika, schrijfster van het boek ‘Evamar’
Als kind droomde ik ervan om nieuwslezeres te worden... Kristina: droomde je er als klein meisje van om schrijfster te worden en in Nederland te komen wonen? Als klein meisje leefde ik in een eigen wereldje, vol verhalen die ik zelf verzon. Ik had een geweldige fantasie, droomde ervan dat ik veel zou reizen en was altijd met taal bezig. Ik schreef van alles: gedichten, verhaaltjes en natuurlijk in mijn dagboek. Maar ik droomde er niet van om schrijfster te worden. Mijn droom was om het Spaanse nieuws ‘el Telediario’ te presenteren. Toen ik echter een opleiding moest kiezen, heb ik voor de Engelse en Duitse taal gekozen. Op de een of andere manier ben ik voor mijn stage vervolgens in Maastricht terechtgekomen (ik dacht nota bene dat hier Engels werd gesproken!) en toen ben ik meteen Nederlands gaan leren. Ik vond het prachtig om een taal te leren die zo weinig mensen spreken en ook door geen van mijn medestudenten gekozen zou worden.
Wat voor een beeld had je van Nederland en hoe was dat in de praktijk? Ik had vóóraf niet echt een beeld van Nederland. Daardoor heb ik ook een behoorlijke cultuurshock ervaren toen ik er
eenmaal was. Mensen kijken mij vreemd aan als ik het zeg, maar ik vond Nederland heel exotisch. Een land waarin alles open en mogelijk was, waar iedereen zichzelf kon zijn. Ook het onderwijssysteem was heel anders dan wat ik gewend was in Spanje en dat beviel me heel goed. Toen ik eenmaal terug was in Spanje ging ik als vertaalster aan de slag. Maar dat viel in allerlei opzichten tegen. Gelukkig lukte het mij om met een Spaanse en vervolgens twee Nederlandse beurzen Nederlandkunde te gaan studeren in Leiden. In deze studie was er ook veel aandacht voor literatuur uit Suriname, de Nederlandse Antillen, Indonesië en Zuid-Afrika, wat mij enorm aantrok. Ik ging zelfs voor een half jaar naar Zuid-Afrika in het kader van een studentenuitwisseling. Na mijn studie wilde ik teruggaan naar Baskenland om Nederlands te doceren. Maar de afdeling Neerlandistiek kwam niet goed van de grond en dus bleef ik in Nederland. In die tijd heb ik de Spaanse vertaling gedaan van een boek van de Zuidafrikaanse schrijfster Riana Scheepers. Het was in die tijd ook dat ik tot de ontdekking kwam dat ik meer wilde dan vertalen, dat ik mijn eigen verhalen wilde vertellen. Deze perio de is heel beslissend geweest in mijn leven. Ik ging in Amsterdam wonen. Door het gebrek aan sociale controle en de grote mate van onverschilligheid die er heerst, ben je helemaal op jezelf aangewezen. Jij en niemand anders bepaalt de keuzes die je maakt. Op die manier leer je jezelf heel goed kennen.
Hoe komt een nieuwkomer uit Spanje midden jaren ’90 in Nederland aan de kost? Ik deed van alles om mijn brood te verdienen, want het was zeker niet makkelijk om een plek te veroveren in het gevestigde vertalerswereldje en al helemaal niet als schrijfster. En dus deed ik rondleidingen op rondvaarboten en werkte onder andere bij de Anne Frankstichting. Ik heb zelfs een poosje Spaanse les gegeven aan Spaanse kinderen hier in Nederland. Daarnaast begon ik te schrijven voor een Baskische krant en later ook voor enkele tijdschriften en besloot om de schrijversopleiding te gaan volgen aan de Hogeschool voor de Kunsten.
Stond het van begin af aan vast dat je je eerste boek in het Nederlands zou schrijven? Is dat het ultieme teken van integratie? Nee, zeker niet, het is min of meer vanzelf gegaan. Je woont in een land en eerst wil je de taal van dat land goed leren om met anderen te communiceren. Om te begrijpen wat om je heen gebeurt. Dan leer je de taal en ineens merk je dat je langzamerhand je eigen intieme gevoelens ook in die taal beschrijft. Als een kameleon paste ik me onbewust aan mijn nieuwe cultuur aan. Zo begon ik ook met mijn eerste gedichten in het Nederlands te schrijven. Kameleon kunnen zijn kan wel ideaal klinken voor integratie, maar toch behoud je altijd een gevoel van vervreemding. En dat is niet zo ideaal. Mijn boek ‘Evamar’ is uit dat gevoel ontstaan. Alle personages in het boek zijn kameleons. Ze passen zich aan hun omgeving. Soms gaat het vanzelf. Soms met moeite. Toch behouden ze altijd het gevoel van vervreemding. Het is een boek over mensen zoals ik.
Meer info: www.evamar.nl // Lucía Lameiro García
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
6
Remigratiewet: nog geen veranderingen EU-burgers kunnen over een tijdje misschien geen gebruik meer maken van de Remigratiewet. Minister Vogelaar schreef op 14 februari in een brief aan de Tweede Kamer dat het ‘vanwege strijdigheid met Europese regelgeving’ nodig is om EUburgers uit te zonderen van de Remigratiewet. Om het simpel te zeggen gaat het bij die vermeende strijdigheid met Europese regels om de vraag waarom een Fransman geen gebruik kan maken van de Remigratiewet en een Spanjaard wel. In het algemeen mag er namelijk geen onderscheid gemaakt worden tussen EU-burgers, behalve als er sprake is van een ‘objectief’ onderscheid. Bij de totstandkoming van de Remigratie wet in 1999/2000 zijn de juridische regels van alle kanten bekeken. Na afweging van alle argumenten hebben Tweede en Eerste Kamer toen besloten om de EUburgers uit de oude ‘gastarbeiderslanden’ wél aan te wijzen als doelgroep voor de Remigratiewet. De Remigratiewet staat alleen open voor doelgroepen van het integratiebeleid en dat is de grond om objectief onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds de EU-burgers die geen doelgroep zijn van het integratiebeleid (zoals bijvoorbeeld de Fransen) en anderzijds de Zuideuropese gemeenschappen die immers wél doelgroep zijn van het integratiebeleid. De Europese regelgeving is tot nu toe niet veranderd, zodat niet te begrijpen is waarom de Remigratiewet nu opeens zou moeten veranderen. Het ministerie is
echter vastbesloten en vindt dat de doelgroepen aangepast moeten worden. Hoewel er tot nu toe geen enkele sprake is van een ‘ingebrekestelling’ door de Europese Commissie, neemt de Nederlandse overheid toch zelf het initiatief om over de Remigratiewet te gaan overleggen met de Europese commissie. De onderhandelingen zijn erop gericht om de Remigratiewet wel open te houden voor migranten uit Spanje, Portugal, Griekenland, Italie en Slovenie die zich in Nederland hebben gevestigd vóór dat het vrij verkeer van werknemers met hun land van kracht werd. Of deze voorstellen gehaald worden is niet te zeggen. Op 7 april was er een ambtelijk overleg en in dit overleg heeft Lize aangegeven dat wij de conclusie van de minister niet delen. Ook heeft Lize laten weten dat we niet begrijpen waarom er niet
26 weken buitenland voor 65-plussers met Wwb Bijstandsgerechtigden die ouder zijn dan 65 jaar mogen vanaf 1 juli 26 weken per jaar in het buitenland doorbrengen zonder op hun uitkering te worden gekort. Ook voor wie al voor de datum van 1 juli vertrekt, geldt de nieuwe termijn van 26 weken. Bijstandsgerechtigden die op 1 januari 2008 65 jaar of ouder zijn mogen in heel 2008 26 weken met behoud van bijstand in het buitenland verblijven, maar in de eerste helft van 2008 niet meer dan 13 weken. De verruiming van de periode dat men in het buitenland mag verblijven is het gevolg van een wijziging van de Wet werk en bijstand, die op 12 februari door de Tweede Kamer en op 8 april door de Eerste Kamer is goedgekeurd. Bijstandsgerechtigden jónger dan 65 jaar die zijn vrijgesteld van de sollicitatieplicht en geen re-integratieprogramma behoeven te volgen, mogen vanaf 1 juli maximaal 13 weken per jaar in het buitenland verblijven. Nu geldt die vrijstelling alleen voor bijstandsgerechtigden zonder sollicitatieplicht die ouder zijn dan 57½.
Raul op bezoek bij zijn opa in Spanje. eerst gewacht wordt op een formele waar schuwing vanuit de Europese Commissie. De volgende punten zijn van belang: • op dit moment is er nog helemaal niets veranderd en kunnen Spanjaarden, Portugezen, Italianen, Grieken en Slovenen gewoon gebruik maken van de Remigratiewet. • het is niet te zeggen wanneer er wel of niet iets gaat veranderen, dat hangt af van de snelheid waarmee ‘Europa’ zal reageren op de Nederlandse voorstellen. • eventuele veranderingen worden door Lize zo snel en zo breed mogelijk bekend gemaakt. Door het ministerie is toegezegd dat er een redelijke termijn zal zitten tussen de datum van het besluit om de doelgroepen te veranderen en de datum waarop die wijziging feitelijk ingaat. Aanvragen die worden ingediend vóórdat de wijziging ingaat, worden nog volgens de oude regels behandeld. Het is dus niet nodig om overhaaste stappen te nemen. Wel adviseren wij mensen die nu al denken over remigratie om zich alvast goed te laten informeren zodat zij goed voorbereid zijn tegen de tijd dat er wijzigingen komen. • de uitkeringen van mensen die al geremigreerd zijn lopen gewoon door. • voor algemene vragen kunt u altijd contact opnemen met Lize; voor aanvragen en hulp bij alle procedures kunt u terecht bij de spreekuren van het Nederlands Migratie Instituut. Telefoon 030 - 234 2936.
// Gonnie Kaptein
7
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
Voor vragen over dit blad of andere zaken: Lize Postbus 14065 3508 SC Utrecht tel. 030 233 21 00 fax 030 232 25 71 e-mail
[email protected] www.lize.nl
Kunst en cultuur tijdens de Lize-vrouwendag Het is zondag 8 juni en het belooft een mooie zomerse dag te worden. Honderdtwintig Zuideuropese vrouwen uit heel Nederland zetten koers naar het ZiDtheater in Amsterdam. Daar staat hen een bijzonder cultureel programma te wachten, want het is weer tijd voor de Lize-vrouwendag. De vrouwendag werd dit jaar voor de derde keer georganiseerd en begon met een avontuurlijke reis naar het ZiDtheater. Deze voerde de vrouwen met behulp van rode ballonnen langs snelwegen, zandpaadjes en voetbalvelden om uiteindelijk in de knusse zaal van het ZiDtheater te eindigen. Na de koffie, thee en begroetingen nestelden de vrouwen zich in hun stoelen en kon het programma beginnen! In de ochtend hebben de vrouwen gekeken naar de dansvoorstelling ‘Melkwitje’ van Karolina Spaic, Tamara Rosso en Monali Meher. Het is het verhaal van een vrouw die zich met haar gemengde culturele achtergrond in Nederland staande probeert te houden. Zo muisstil als het publiek tijdens de voorstelling was, zo graag wilden de vrouwen na afloop hun ideeën en interpretaties met elkaar delen. Het leverde herkenbare verhalen op van moeders én dochters over hoe je vorm geeft aan je identiteit wanneer je leeft tussen twee culturen, en welke vragen en dilemma’s daarbij komen kijken. De indrukwekkende voorstelling had iedereen geraakt en de algemene conclusie was: ‘ondanks de te nemen obstakels vinden we onze weg wel’. Na de lunch konden iedereen haar creatieve kant tonen. Onder begeleiding van vijf kunstenaressen hebben de
Lizebulletin / nr 57 / juni 2008
8
Kopij voor het Lize bulletin kan gestuurd worden naar bovenstaand adres. Eindredactie Gonnie Kaptein Bijdrage van Predrag Vitkovic´ Foto’s Lize, Donau, CABO, Richard Scalzo, Emilia Hernandez Vormgeving C&P Communicatie ISSN 1571-6384
vrouwen deel genomen aan theater-, dans- en beeldende kunst workshops. Lopend door de gangen van het gebouw was voelbaar dat er iets moois aan het ontstaan was. Het bewijs hiervan kwam met de presentatie van de afzonderlijke workshops. Een metersgroot schilderij van kleurrijke bloemen, bevrijdende uitspraken van krachtige vrouwen, ritmische flamencopassen en inventief handwerk. Het leverde een aantal unieke Lize behartigt bij de landelijke overheid de belangen van personen afkomstig uit momenten op: het zelf gemaakte schort dat symbolisch werd uitgetrokken en in Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Italië, de lucht geworpen (met een knipoog Kaapverdië, Kroatië, Macedonië, Montenegro, naar de stropdas van prins Claus), de Portugal, Servië, Slovenië en Spanje en hun enorme kring van honderdtwintig nakomelingen. Lize maakt deel uit van het Landelijk Overleg Minderheden dat de belanhand in hand dansende vrouwen en de vrouw die voor de hele zaal stond gen behartigt van alle doelgroepen van het rijks-integratiebeleid. en zei: “ik heb veel gegeven maar heb nóg meer te geven”. Lize vervult met haar kennis van en haar relatie met de Zuideuropese gemeenschappen een Voor ons als medewerkers van Lize beleidsbeïnvloedende rol bij de overheid. Lize was de vrouwendag nu al één van functioneert tevens als informatiemakelaar tussen de hoogtepunten van 2008, we overheid en achterban. Op zaterdag In haar 22 september belangenbehartiging wordt van 15.00 tot hopen voor alle aanwezigen ook! zoekt Lize de balans 19.00 tussen uur in partycentrum het belang van‘Het de Streeperkruis’, achterban en het politiek Streeperstraat haalbare. Om 66 in haar Landgraaf kerntaak(Limburg), uit te een voeren, voert Lize regelmatig overleg met de minister van integratiebeleid, bewindslieden, ambtenaren en // Monica Moreno Diniz leden van de Tweede Kamer. Daarnaast werkt Lize nauw samen met andere landelijke partners.