CL4xxe-2A
Gebruikershandboek
Uitgave december 2000
SATO Group of Companies
www.satoworldwide.com SATO INTERNATIONAL PTE LTD
SATO EUROPE NV
438A Alexandra Road #05-01/ 02,
Leuvensesteenweg 369,
Alexandra Technopark,
1932 Sint-Stevens-Woluwe, Brussels,
Singapore 119967
Belgium
Tel: 65-6271-2122
Tel: 32 (0)-2-788-80-00
Fax: 65-6271-2151
Fax: 32 (0)-2-788-80-80
Email:
[email protected]
Email:
[email protected]
SATO UK LTD
SATO DEUTSCHLAND GMBH
Valley Road, Harwich, Essex England
Schaberweg 28, 61348
Co12 4RR, United Kingdom
Bad Homburg, Germany
Tel: 44-1255-240000
Tel: 49 (0)-6-1726-8180
Fax: 44-1255-240111
Fax: 49 (0)-6-1726-818-199
Email:
[email protected]
Email:
[email protected]
SATO POLSKA SP Z O.O.
SATO FRANCE S.A.
Ul Okolna 2, 50-422 Wroclaw
Parc d'activités - rue Jacques Messager
Poland
59175 TEMPLEMARS, France
Tel: 48-71-335-23-20
Tel: +33 (0)3 20 62 96 40
Fax: 48-71-335-23-25
Fax: +33 (0)3 20 62 96 55
Email:
[email protected]
Email:
[email protected]
SATO AMERICA INC.
SATO ASIA PACIFIC PTE LTD
10350 Nations Ford Road Suite A,
438A Alexandra Road #05-01/02,
Charlotte, NC 28273, USA
Alexandra Technopark, Singapore 119967
Tel: 1-704-644-1650
Tel: 65-6271-5300
Fax: 1-704-644-1662
Fax: 65-6273-6011
Email:
[email protected]
Email:
[email protected]
Warning: This equipment complies with the requirements in Part 15 of FCC rules for a Class A computing device. Operation of this equipment in a residential area may cause unacceptable interference to radio and television reception requiring the operator to take whatever steps necessary to correct the interference. All rights reserved. This document, nor any part of it, may be reproduced or issued to third parties in any form without the express permission of SATO Europe. The material in this document is provided for general information only and is subject to change without notice. SATO Europe does not assume responsibility for any errors or omissions.
Belangrijke opmerkingen De veiligheids- en bedieningsinstructies in dit handboek moeten door iedereen, die deze printer bedient, ter kennis worden genomen en worden opgevolgd. Deze printer mag alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor hij bedoeld. Dit is een apparaat van Klasse A; het kan elektromagnetische storingen veroorzaken. Als dit nodig is, moet de gebruiker de juiste maatregelen treffen om eventuele problemen op te lossen. Elektrostatische ontladingen op de aansluitpins en op de geheugenkaart kunnen de printer beschadigen. In geval van brand in de buurt van de printer mag u geen water gebruiken om de brand te blussen. Er dient een brandblusser binnen handbereik klaar te staan. Aan deze printer noch aan toebehoren van de printer mogen geen mechanische noch elektrische wijzigingen worden aangebracht, zonder dat SATO EUROPE N.V. daartoe schriftelijke toestemming heeft verleend. Elke wijziging die zonder schriftelijke toestemming is aangebracht, kan ertoe leiden dat aanspraken op garantie komen te vervallen. Extra handboeken voor dit apparaat en extra informatiemateriaal voor een veilig gebruik van de printer is verkrijgbaar bij uw SATOleverancier. Alle afval en resten van verbruiksmateriaal zoals etikettendragermateriaal of verbruikte printerlinten moeten zorgvuldig worden verwijderd en zo milieubewust mogelijk tot afval worden verwerkt. Als u vragen hebt over instellingen, de bediening of de veiligheidsaspecten van deze printer, neem dan contact op met uw SATO-leverancier. SATO EUROPE N.V. garandeert niet dat alle functies die in dit handboek worden beschreven, ook daadwerkelijk op alle modellen voorkomen. SATO behoudt zich het recht voor om technische gegevens zonder vooraankondiging te wijzigen, wanneer deze voortvloeien uit voortdurende verdere ontwikkelingen en verbeteringen.
Verbruiksmateriaal Gebruik uitsluitend printerlinten en verbruiksmateriaal van SATO. Indien u materiaal gebruikt dat niet geschikt om met deze printer te worden gebruikt, loopt u kans dat u de printer beschadigt, waardoor aanspraken op garantie komen te vervallen.
Conventies Tekst die cursief en in hoofdletters wordt gedrukt, zoals bijv. LABEL, verwijst naar een toets of een LED in het bedieningsveld. Tekst tussen spitse haakjes zoals bijvoorbeeld <ESC> verwijst naar een Escape-sequentie van een datastring. Vet cursief gedrukte tekst zoals bijvoorbeeld On-Line verwijst naar een functie of een resultaat. Vet gedrukte tekst zoals bijvoorbeeld VR1 verwijst naar elektrische componenten zoals pins, weerstanden, aansluitingen enz.
Garantie en copyright SATO EUROPE N.V. staat niet borg voor deze documentatie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de stilzwijgende garantie dat zij de normale kwaliteit heeft en geschikt is voor een bepaald doel. SATO EUROPE N.V. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor fouten in de documentatie noch voor bijkomstige gevolgschade met betrekking tot de ter beschikkingstelling, de weergave of het gebruik van deze documentatie. Dit document bevat informatie van de fabrikant. Voor deze informatie geldt het auteursrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets van dit document mag op enigerlei wijze worden gereproduceerd of aan derden ter beschikking worden gesteld, zonder dat SATO EUROPE N.V. daartoe uitdrukkelijke toestemming heeft verleend. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. © Copyright 2000 SATO Europe N.V.
Inhoud 1. Technische gegevens .................................................................... 1 2. Inleiding ......................................................................................... 3 2.1 De standplaats van de printer ............................................. 3 2.2 Printerlint ............................................................................ 3 2.3 Afmetingen ......................................................................... 4 2.4 Benaming van de onderdelen ............................................. 5 2.5 Interface-aansluitingen, display en bedieningsveld ............ 6 2.6 Schakelaars en sensoren ................................................... 7 2.7 Computeraansluitingen ..................................................... 10 2.7.1 Bi-directionele parallelle interface .......................... 10 2.7.2 Optionele interface (RS232C) .................................11 2.7.3 Optionele interface (USB) ...................................... 12 2.7.4 Optionele interface (LAN) ....................................... 12 3. Printerconfiguratie ........................................................................ 13 3.1 Instellingen van de DIP-switches ...................................... 13 3.1.1 Het instellen van de verzendings-/ ontvangstparameters voor RS232C ....................... 14 3.1.2 Pintoewijzingen van de externe aansluiting ........... 21 3.1.3 Signaaltypes van de externe uitgang ..................... 23 3.2 Standaardinstellingen ....................................................... 24 3.3 Printerinstellingen ............................................................. 25 3.3.1 Normale modus ...................................................... 25 3.3.2 Gebruikersmodus ................................................... 25 3.3.3 Donkerheid (Print Darkness) .................................. 26 3.3.4 Printsnelheid (Print Speed) .................................... 26 3.3.5 Hoogte-offset en richting (Pitch Offset and Direction) .................................... 27 3.3.6 Printjob annuleren (Cancel Print Job) .................... 28 3.3.7 Uitgebreide instellingen .......................................... 28 4. Verbruiksmateriaal ....................................................................... 29 4.1 Het etikettenmateriaal inleggen ........................................ 29 4.1.1 Etikettenrollen ......................................................... 29 4.1.2 Zig-zagetiketten ...................................................... 33 4.2 Het printerlint plaatsen ...................................................... 37
i
5. Fouten verhelpen ......................................................................... 41 5.1 Problemen met de printkwaliteit ........................................ 41 6. Reiniging en onderhoud ............................................................... 45 6.1 De printkop schoonmaken ................................................ 46 6.1.1 De printkop schoonmaken met een reinigingsmiddel ...................................................... 46 6.1.2 De printkop met de lepfilm schoonmaken .............. 47 6.2 De aandrukrol en de rollen schoonmaken ........................ 48 Bijvoegsel A Uitgebreide instellingen ................................................ 49 Bijvoegsel B Overeenkomstigheidsverklaring ................................... 53
ii
Gebruikershandboek
1.
1. Technische gegevens
Technische gegevens Het belangrijkste verschil tussen model CL408e e en CL412e e is de printkopresolutie. Printer CL408e e met zijn printop met 203 dpi biedt voor de meeste toepassingen een goede resolutie voor het printen van etiketten. Model CL412e e levert een hogere printkopresolutie, nl. 305 dpi en biedt dus meer laserprintkwaliteit. Wij raden aan om deze printer te nemen als u een hogere resolutie nodig hebt voor zeer gedetailleerd grafisch drukwerk. CL408e
CL412e
Printtechniek
Thermodirect, thermotransfer
Resolutie
0,125 mm (8 dot/mm, 203 dpi)
0,083 mm (12 dot/mm, 305 dpi)
Snelheid
Kan door de gebruiker worden gekozen: van 50 mm/sec tot 150 mm/sec
Kan door de gebruiker worden gekozen: van 50 mm/sec tot 100 mm/sec
Donkerheid
5 Trappen die m.b.v. het printerstuurprogramma (<ESC> code) of m.b.v. het display kunnen worden gekozen
Printbereik
Hoogte 178 mm 356 mm 1249 mm
Breedte 104 mm standaard 104 mm
104 mm optioneel <EX>
Hoogte 178 mm 356 mm 830 mm
Breedte 104 mm standaard 104 mm 104 mm optioneel <EX>
mm mm mm mm
drager) drager) drager) drager)
Materiaalbreedte 22~128 mm (25~131 mm incl. drager) Materiaallengte en -dikte
Standaardmod.: Dispensermod.: Snijdmod.: Afscheurmod.:
06~178 17~178 17~178 17~178
(09~181 (18~181 (18~181 (18~181
incl. incl. incl. incl.
0,08~0,21 0,08~0,18 0,08~0,21 0,08~0,21
Etikettenrol
Maximale rollendiameter: 220 mm (binnenwaarts gewikkeld) Kerndiameter: 38-76 mm
mm mm mm mm
Materiaalsoorten Zelfklevende etiketten; oneindig materiaal; tag-etiketten, rollentype binnenwaarts gewikkeld, zig-zagmateriaal, weefselmateriaal Printerlint
450 Meter lang, binnenwaarts gewikkeld, binnendiameter 25,4 mm, dikte: 4,5 micron, zwart en gekleurd
Streepjescodes
UPC A/E; EAN 8 & 13; code 39; code 128; UCC/EAN 128; Interleaved 2 van 5; Industrial 2 van 5; Matrix 2 van 5; NM-7; MSI; Bookland; Postnet
Streepjescodeverhouding
1:2, 1:3, 2:5
CL408e CL408e/412e /412e
1
1. Technische gegevens
Gebruikershandboek
Afmetingen streepjescodes
Hoogte: 4 dots tot 600 dots, breedte: instelbaar door de gebruiker
Rotatie
In trappen van 90°
2-D-codes
Data Matrix, Maxicode, PDF 417, QR-Code
Lettertypes
U; S; M; WB; WL; XU; XS; XM; XB; XL; OCR-A/B; Outline Font (50-999) Rasterizer Font Triumvirate & Times (08-99 punten of 16-999 dots)
Etikettendetectie Reflectiesensor (balkmarkering van de drager), verstelbaar Doorlichtsensor (etikettenopening), verstelbaar CPU
32 Bit SH3 RISC-processor / 117 MHz
Geheugencapaciteit
16 MB SDRAM; 2,9 MB invoergeheugen; 2 MB Flash-Memory intern (standaard) Geheugenuitbreiding optioneel – intern: 4 MB Flash-Memory SIM-kaart, extern: tot 4 MB S-RAM-kaart of tot 16 MB Flash-kaart
Interfaces
ECP parallel (IEEE1284) Centronics parallel RS232C Standaard (2400 – 19.200 baud) RS232C Highspeed (9600 – 57.600 baud) USB (12 Mbit/s) LAN (TCP/IP-protocol, 10/100 Base-T) Twinax/Koax RS422 / 485
Bedieningsveld
Aan/uit-schakelaar: Config.-schakelaar LED LCD
Afmetingen
Hoogte: 324,9 mm, breedte: 278 mm diepte: 429,4 mm
Gewicht
13 kg (standaard)
Net
110 - 240 V +/- 10%, 50/60 Hz, 130 W
Omgevingsvoor waarden
Gebruik: + 5 ~ + 40° C, vocht 30 ~ 80% RLV niet condenserend Opslag: - 5 ~ + 60° C, vocht 30 ~ 90% RLV niet condenserend
Keurmerken
UL, CSA, TÜV-GS, CE
Toebehoren
snij-inrichting, dispenserkant met ingebouwde oproller voor drager, externe oproller voor etikettenmateriaal R400, geheugenuitbreiding, smartkeyboard
2
LINE-toets, FEED-toets 2 x DIP-switch Status Printerconfiguratie via menu's en foutmeldingen Ondersteunde talen: Engels (standaard), Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Portugees
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
2.
2. Inleiding
Inleiding De SATO CL408e/412e Het gebruikershandboek bevat informatie over de installatie en het onderhoud van de SATO-printer CL408e/ 412e. Aan de hand van instructies wordt u wordt stap voor stap naar het onderhoud van de printer geleid. Tevens krijgt u te maken met typische problemen en de manier waarop u die problemen kunt oplossen. Wij raden u aan om elk hoofdstuk van dit handboek heel aandachtig door te lezen, voordat u de printer gaat installeren of er onderhoud aan gaat verrichten. Dit handboek bestaat uit de volgende zes hoofdstukken: • Hoofdstuk 1 – Technische gegevens • Hoofdstuk 2 – Ten geleide • Hoofdstuk 3 – Printerconfiguratie • Hoofdstuk 4 – Verbruiksmateriaal • Hoofdstuk 5 – Fouten verhelpen • Hoofdstuk 6 – Reiniging en onderhoud • Bijvoegsel
2.1 De standplaats van de printer Het printen kan worden beïnvloed door de omgeving van printer. De standplaats van de printer moet vrij zijn van stof, vocht en plotselinge vibraties. Om optimale resultaten met uw printer te verkrijgen, mag u de printer niet neerzetten op plaatsen waar de volgende omstandigheden heersen: • Direct of heel helder zonlicht, aangezien de etikettensensor bij veel licht slechter reageert. Dat kan ertoe leiden dat de etiketten verkeerd worden waargenomen. • Hoge temperaturen, aangezien die elektrische problemen in de printer kunnen veroorzaken.
2.2 Printerlint Gebruik uitlsuitend SATO thermotransfer-printerlinten die uitdrukkelijk zijn goedgekeurd voor gebruik in alle SATO-printers. Als u niet goedgekeurde printerlinten gebruikt, kan gebrekkige printkwaliteit en/of beschadigingen aan de printer en verlies van de garantie het gevolg zijn. CL408e/412e
3
2. Inleiding
Gebruikershandboek
2.3 Afmetingen Breedte
278 mm
Diepte
429,4 mm
Hoogte
324,9 mm
Diepte
Breedte Hoogte
4
CL408e/412e
Gebruikershandboek
2. Inleiding
2.4 Benaming van de onderdelen DISPLAY & BEDIENINGSVELD
OPTIONELE SNIJINRICHTING
OPWIKKELSPIL VOOR PRINTERLINT
AFWIKKELSPIL VOOR PRINTERLINT
DIP-SWITCH CONFI- DRUKKOP GURATIE-TABEL HOOFDPRINTPLAAT
NETADAPTER
AANDRUKROL
TOETSENBORDPRINTPLAAT
SYNCHRONERIEM
STAPPENMOTOR
CL408e/412e
5
2. Inleiding
Gebruikershandboek
2.5 Interface-aansluitingen, display en bedieningsveld VOORZIJDE
ELEKTRONISCH GEDEELTE: bevat netadapter, stappenmotor, hoofdprintplaat.
DISPLAY BEDIENINGSVELD
MATERIAA LUITLAAT
ACHTERZIJDE
MECHANISCH GEDEELTE: bevat printerlint, etikettenmateriaal, sensoren
De printplaten zijn uitgerust met de volgende aansluitingen: PARALLELLE AANSLUITING: AANSLUITING: Voor het printen met parallelle communicatie-aansluiting. RS232-AANSLUITING: Voor het printen met seriële communicatie-aansluiting. TWINAX/KOAX, USB, LAN: voor het printen in een PC- of mainframe-netwerkomg. SLOT VOOR GEHEUGENKAART: Optionele slot voor een PCMCIA-geheugenkaart. EXTERNE AANSLUITING: Externe signaalaansluiting. AAN/UIT-SCHAKELAAR: Om de printer mee in-/uit te schakelen (I/0). ZEKERING (WISSELSTROOM): Om het apparaat te beschermen tegen te hoge netspanning te beschermen. Type 3 A / 250 V. INGANGSBUS (WISSELSTROOM): Voor de stroomtoevoer 220 V / 50/60 Hz. Gebruik a.u.b. de meegeleverde stroomkabel.
6
CL408e/412e
Gebruikershandboek
2. Inleiding
2.6 Schakelaars en sensoren SENSOR VOOR ”BEHUIZING OPEN”: Als deze sensor geactiveerd is, dan is de printer niet bedrijfsklaar en verschijnt de melding Cover Open op het display.
HENDEL VOOR ”PRINTKOP OPEN”: Als de printkop open is, wordt er een schakelaar geactiveerd en de printer stopt met printen c.q. is niet bedrijfsklaar. ONDERBREKINGSPEN VOOR ”BEHUIZING OPEN” SENSOR: In het deurtje zit een onderbrekingspen. Als het voorste deurtje wordt geopend, dan wordt de sensor voor”Behuizing open” geactiveerd en stopt de printer met printen c.q. is niet bedrijfsklaar.
CL408e/412e
7
2. Inleiding
Gebruikershandboek
PRINTERLINTSENSOR: Deze sensor is een bewegingsmelder die aan de printer een signaal geeft als de printerlintafwikkeling draait. Deze sensor wordt zowel voor de detectie van het einde van het printerlint als voor de detectie van het feit dat het printerlint bijna op is (ca. 13,7 m). Op het display verschijnt dan de foutmelding: Ribbon Out. ETIKETTENSENSOR: Zowel de reflectiesensor als de doorlichtsensor kunnen op de CL408e/412e binnen een beperkt bereik worden ingesteld. Beide bevinden zich in de sensoreenheid. Om ze in te stellen, beweegt u de groene sensorinstelknop, die onder de etikettengeleidingsarm zit en schuift u de etikettensensoreenheid in de gewenste stand. De doorlichtsensor kan worden ingesteld vanaf een minimumwaarde van 17 mm tot een maximumwaarde van 64 mm en de reflectiesensor vanaf een minimumwaarde van 6 mm tot een maximumwaarde van 53 mm vanuit de vaste positie aan de binnenste etikettenmateriaalgeleiding.
SENSOREENHEID SENSORINSTELKNOP
REFLECTIESENSOR
8
DOORLICHTSENSOR
CL408e/412e
Gebruikershandboek
2. Inleiding
FEED-toets: Druktoets. Als u op deze toets drukt, krijgt de printer een leeg etiket als hij zich in de Offline-modus bevindt. Als de printer Online is, wordt er een kopie van het laatste etiket geprint, als de functie ”Drukherhaling met Feed” (Reprint w\feed) in het printermenu is gekozen. LINE-toets: Druktoets. Als u deze toets indrukt, schakelt u de printer heen en weer tussen online- en offline-modus. In de online-modus is de printer gereed om gegevens van de host te ontvangen. Deze toets is bedoeld om een pauze te maken terwijl de printjob loopt. De printer wordt dan offline geschakeld. De LINE-toets kan ook als toets met pauzefunctie worden gebruikt om de printer tijdens het printen te stoppen.
PITCH-potentiometer: Bedoeld om de positie van het etiket in te stellen (+/3,75 mm). Beïnvloedt de stop-positie van de toevoer van etikettenmateriaal, de printpositie en de dispenserpositie. Het is beter om grotere veranderingen aan de instellingen te verrichten met gebruikmaking van de OFFSET-functie. Functie-indicatie: Deze brandt als de snij- of de dispenserinrichting wordt gebruikt. OFFSET-potentiometer: Beoeld om de voorwaartse/ achterwaartse beweging van de dispenserinrichting in te stellen (+/- 3,75 mm). PRINT-potentiometer: Bedoeld om de donkerheid (fijninstelling) in te stellen. DSW2 & 3: DIP-switch voor het instellen van bedrijfsparameters van de printer.
Opmerking: De optionele RS232-interfacekaart is uitgerust met DSW1. Deze DIP-switches worden bij aflevering tegelijk met de printer geconfigureerd.
Status-LED Uit: Groen: Knippert groen: Oranje: Rood: CL408e/412e
Offline ONLINE Gegevensontvangst of invoergeheugen bijna vol Gegevenscompilatie Fout 9
2. Inleiding
Gebruikershandboek
2.7 Computeraansluitingen 2.7.1 Bi-directionele parallelle interface 1. Schakel de printer uit. Sluit de computer met een interfacekabel op de bi-directionele parallelle interface-aansluiting op de achterzijde van de printer aan. 2. Zorg ervoor dat u een IEEE 1284-compatibele kabel gebruikt. Aansluiting: 36-polig amp Maximale kabellengte: 1,8 m Centronic 5 m IEEE1284 Pinfunctie voor IEEE1284-compatibele kabels: Computer Printer 1 Strobe 1 D0 2 2 D1 3 3 D2 4 4 D3 5 5 D4 6 6 D5 7 7 D6 8 8 D7 9 9 10 AKN 10 11 Busy 11 PE 12 12 Select 13 13
10
Computer Printer LF 14 14 Error 32 15 Init 31 16 17 Select in 36 GND 33 18 GND 19 19 GND 21 20 GND 23 21 GND 25 22 GND 27 23 GND 29 24 GND 30 25 Afscherming Afscherming
CL408e/412e
Gebruikershandboek
2. Inleiding
2.7.2 Optionele interface (RS232C) De printer op een computer aansluiten. 1. Schakel de printer uit. Sluit de computer met een interfacekabel op de optionele interface-aansluiting op de achterzijde van de printer aan. 2. Interfacekabel De functie van de kabelpins hangt af van het communicatieapparaat. Gebruik een kabel die past bij het communicatieprotocol. Aansluiting: D-SUB-25S. Kabellengte: minder dan 5 meter. ER Control 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 20 20
CL408e/412e
Status 3/4 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 20 20
11
2. Inleiding
Gebruikershandboek
2.7.3 Optionele interface (USB) De printer op een computer aansluiten. 1. Schakel de printer uit. Sluit de computer met een interfacekabel op de optionele interface-aansluiting op de achterzijde van de printer aan. 2. Interfacekabel De USB-aansluiting voor een printer wordt aangeduid met bus type B. Gebruik een USB-kabel van het type B om de computer op de printer aan te sluiten.
2.7.4 Optionele interface (LAN) De printer op een netwerk aansluiten. 1. Schakel de printer uit. Sluit de computer met een interfacekabel op de optionele interface-aansluiting op de achterzijde van de printer aan. 2. Interfacekabel Gebruik een kabel met gekruist toegewezen draden om de printer op een computer aan te sluiten. Als u de printer op een HUB aansluit, moet u een kabel gebruiken waarvan de draden 1:1 zijn toegewezen.
12
CL408e/412e
Gebruikershandboek
3.
3. Printerconfiguratie
Printerconfiguratie
3.1 Instellingen van de DIP-switches De beide DIP-switches DSW2 en DSW3 zitten onder het bedieningsveld van de voorste afdekkap; DIP-switch DSW1 bevindt zich op de optionele seriële RS232-interfacekaart. Met deze schakelaars kunt u de volgende instellingen verrichten: • Verzendings-/ontvangstparameters voor RS232C • Thermotransfer- of thermodirectmodus • Etikettensensor geactiveerd/gedeactiveerd • Printkoptestmodus • Hex Dump-modus • Grootte ontvangstgeheugen • Bedrijfsmodus DIP-switchtoewijzing van DSW1, die zich op de RS232-interfacekaart bevindt
Om de schakelaars in te stellen, moet u eerst de printer uitschakelen. Vervolgens zet u de DIP-switches in de gewenste stand. Schakel de printer daarna opnieuw in. De schakelaarinstellingen worden gelezen door de printerelektronica als de printer wordt ingeschakeld. Zij treden dus pas in werking als de printer opnieuw wordt ingeschakeld
CL408e CL408e/412e /412e
13
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
3.1.1 Het instellen van de verzendings-/ ontvangstparameters voor RS232C Het kiezen van de databits (DSW1-1) Met deze schakelaar stelt u de printer voor elk overgedragen byte in op de ontvangst van 7 resp. 8 databits. DSW1-1
*OFF ON
Instelling 8 Databits 7 Databits
DSW1 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de pariteit (DSW1-2, DSW1-3) Met deze schakelaar kiest u het pariteitstype dat gebruikt wordt voor de foutdetectie. DSW1-2
DSW1-3
*OFF OFF ON ON
*OFF ON OFF ON
Instelling Geen pariteit Even Oneven Niet gebruikt
DSW1 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de stoppbits (DSW1-4) Met deze schakelaarstand kiest u het aantal stoppbits aan het einde van elk byte. DSW1-4
*OFF ON
Instelling 1 Stoppbit 2 Stoppbits
DSW1 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de baudrate (DSW1-5, DSW1-6) Met deze schakelaar kiest u de datarate (bps) voor de RS232poort. DSW1-5
DSW1-6
*OFF OFF ON ON
*OFF ON OFF ON
Instelling 9600 19200 38400 57600
DSW1 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
* Fabrieksinstelling 14
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
Het kiezen van het communicatieprotocol (DSW1-7, DSW1-8) Met deze schakelaars kies u de stromingscontrole en de statusprotocollering. DSW1-7
DSW1-8
*OFF OFF ON ON
*OFF ON OFF ON
Instelling Rdy/Bsy XOn/XOff Status 3 Status 4
DSW1 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Opmerking: voor status 4 moet DSW2-8 in de OFF-stand staan. De printmodus kiezen (DSW2-1) U kiest uit thermodirectprinten op thermomateriaal en thermotransferprinten met een printerlint. DSW2-1
*OFF ON
Instelling Thermotransfer Thermodirect
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het sensortype kiezen (DSW2-2) Hiermee kiest u de soort sensordetectie. DSW2-2
*OFF ON
Instelling Doorlicht Reflectie
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Instelling printkoptest (DSW2-3) Indien deze schakelaar wordt geactiveerd ("enabled"), dan controleert de printer, of printkopelementen met elektrische storingen te maken krijgen. DSW2-3
*OFF ON
Instelling Niet actief actief
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
* Fabrieksinstelling
CL408e CL408e/412e /412e
15
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
Instelling Hex Dump (DSW2-4) Hiermee kiest u de Hex Dump-modus. DSW2-4
*OFF ON
Instelling Niet actief actief
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Instelling ontvangstgeheugen (DSW2-5) Hiermee kiest u de bedrijfsmodus van het ontvangstgeheugen. DSW2-5
OFF *ON
Instelling Afzonderlijke job Meervoudige job
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Download mode (DSW2-6) Met deze schakelaar kunt u het downloaden van de firmware starten. DSW2-6
*OFF ON
Instelling Niet actief actief
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de protocolbesturingscodes (DSW2-7) Hiermee kiest u de commandocodes die gebruikt worden voor de protocolbesturing. DSW2-7
*OFF ON
Instelling STANDAARD NON-STAND.
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
* Fabrieksinstelling
16
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
Het kiezen van de protocolbesturingscodes Protocolbesturingscodes zijn speciale besturingsteken die de printer voorbereiden op de ontvangst van instructies. Zo deelt bijvoorbeeld het teken <ESC> aan de printer mede dat er een commandocode volgt en wordt met het teken <ENQ> de printerstatus opgevraagd. Er zijn twee voorgedefinieerde sets van protocolbesturingscodes ingebouwd, waaruit u een keuze kunt maken. Elke set bestaat uit zes speciale tekens. De standaard protocolbesturingscodes zijn onprintbare tekens en de non-standaard-protocolbesturingscodes zijn printbare tekens. De non-standaard-set kan van pas komen bij computers die gebruik maken van protocolconverters of in een toepassing waarin niet printbare ASCII-tekens niet door de hostcomputer kunnen worden verzonden. In dit handboek wordt in alle voorbeelden gebruik gemaakt van de standaard protocolbesturingscodes. Bij wijze van alternatief kan de gebruiker ook een set met aan de wensen van de klant aangepaste protocolbesturingscodes definiëren en downloaden. BESTURINGSTEKEN
STANDAARD DSW2-7 OFF
NONSTANDAARD DSW2-7 ON
BESCHRIJVING
STX
02 Hex
7B Hex = {
Begin van de gegevens
ETX
03 Hex
7D Hex = }
Einde van de gegevens
ESC
1B Hex
5E Hex = ^
Commandocode volgt
Nul
00 Hex
7E Hex = ~
Afsnijder-commando
ENQ
05 Hex
40 Hex = @
Hole printerstatus, bi-comm.-modus
Can
18 Hex
21 Hex = !
Printjob annuleren, bi-comm.-modus
Off-Line
40 Hex
5D Hex = ]
Printer op OFFLINE zetten
CL408e CL408e/412e /412e
17
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
Instelling van de compatibiliteitsmodus (DSW2-8) Compatibiliteitt met softwarecommando's van oudere printermodellen van SATO. DSW2-8
*OFF ON
Instelling Status 4 Compatibiliteit
DSW2 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de printmodus (DSW3-1 en DSW3-2) Hiermee kiest u de bedrijfsmodus van de printer. DSW3-1
DSW3-2
*OFF OFF ON ON
*OFF ON OFF ON
Instelling Batch/oneindig Afscheurmod. Snijdmod. Dispensermod.
DSW3 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Het kiezen van de etikettensensor (DSW3-3) Hiermee activeert c.q. deactiveert u de etikettensensor. Als de sensor geactiveerd is, neemt hij de kant van het etiket waar en positioneert hij automatisch. Als de sensor gedeactiveerd is, moet de positionering worden verricht door de software met behulp van commando's voor het uitvoeren van een regelopschuiving (line feed). DSW3-3
*OFF ON
Instelling Sensor activeerd Sensor deactiveert
DSW3 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
* Fabrieksinstelling
18
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
Backfeed-instelling (DSW3-4) Als backfeed geactiveerd (enabled) is, brengt de printer het etikettenmateriaal bij de dispenser-/snij-inrichting in positie en trekt het terug totdat de juiste drukpositie is bereikt en wel voordat het volgende etiket wordt geprint. DSW3-4
Instelling Actief Niet actief
*OFF ON
DSW3 ON OFF 1 2 3 4 5 6 7 8
Opmerking:
de backfeed-functie werkt alleen als de afscheur-, de snijd- of de dispensermodus is gekozen. Zie DSW3-1, 3-2. Externe signaalinterface De EXT-aansluiting op de achterzijde van de CL-printer is bedoeld om te worden gebruikt in combinatie met externe printertoebehoren zoals etikettenoprollers of applicatieinrichtingen. De 14-polige aansluiting van het type Centronics maakt een keuze mogelijk van vier verschillende uitgangssignalen en diverse fouttoestanden. Het kiezen van het printstartsignaal (DSW3-5) DSW3-5
*OFF ON
Instelling DSW3 Niet actief ON Actief OFF (Uitgang op PIN 5) 1 2 3 4 5 6 7 8
Het externe signaaltype (DSW3-6, DSW3-7) kiezen Met deze schakelaars kunt u zowel de polariteit als het signaaltype (niveau of impuls) van het externe printsynchronisatiesignaal kiezen. DSW3-6
DSW3-7
*OFF OFF ON ON
*OFF ON OFF ON
Instelling DSW3 Type 4 ON Type 3 OFF Type 2 1 2 3 4 5 6 7 8 Type 1 (Uitgang op PIN 6)
* Fabrieksinstelling CL408e CL408e/412e /412e
19
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
Printherhaling m.b.v. een extern signaal (DSW3-8) Als deze schakelaar geactiveerd is, kunt u het etiket dat zich nog in het printergeheugen bevindt met behulp van een extern signaal nogmaals uitprinten. DSW3-8
*OFF ON
Instelling DSW3 Niet actief ON Actief OFF (Uitgang op PIN 7) 1 2 3 4 5 6 7 8
Opmerking:
bij het ter perse gaan van dit document hielden de vermelde DIP-schakelaarfuncties reeds rekening met de nieuwste firmwarerevisies. * Fabrieksinstelling
20
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
3.1.2 Pintoewijzingen van de externe aansluiting PIN
RICHTING
SIGNAALBESCHRIJVING
1
Naar de computer
Label Out – Etiket op. Deze pin springt op LOW (0 V) als er sprake is van een label out-fout.
2
Referentie
Signaalmassa
3
Naar de computer
Ribbon Out – Printerlint op. Deze pin springt op LOW als het printerlint op is.
4
Naar de computer
Error – Fout. Deze pin springt op LOW als de printer een foutstatus waarneemt, zoals bijvoorbeeld printkop geopend of ontvangstgeheugen vol.
5
Naar de printer
Print Start – Begin printen. De printer print een etiket als deze pin op massa wordt getrokken. Dit signaal moet worden geactiveerd, door de DIP-switch DSW3-5 onder het bedieningsveld in de stand OFF te zetten.
6
Naar de computer
End Print – Einde printen. Deze pin wordt gebruikt voor het aandrijven van een applicatie-inrichting of een ander extern apparaat waarvoor een synchronisatie met de printcyclus nodig is. U kunt kiezen uit vier soorten uitgangssignalen. Dat doet u door DSW3-6 en DSW3-7 in de desbetreffende stand te zetten.
7
Naar de printer
Print Repeat – Printherhaling. De printer print herhaald het etiket dat zich op dit moment in het printergeheugen bevindt, zodra hij dit signaal ontvangt. DSW3-8 moet op ON staan.
8
Naar de printer
Vcc - + 5 V
9
Naar de computer
On-Line
10
Naar de computer
Printerlint is bijna op
11
Naar de printer
12
Naar de computer
+ 24 V – Voor de voedingsspanning van toebehoren.
13
Naar de computer
Vcc - + 5 V
14
Referentie
Behuizingsmassa
CL408e CL408e/412e /412e
TBD
21
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
OPMERKING: De signalen op pin 1,3,4 en 6 hebben elk een open collectoruitgang. Op deze pins wordt normaal gesproken een spanning gemeten van maximaal +0,7 V als de toestand waar is. Als de toestand niet waar is, valt de spanning terug naar 0 V. Om een signaalniveau te bereiken van + 5 V, moet u een pullupweerstand van 1 KOhm en ¼ W tussen de pin met open collectoruitgang en Vcc (pin 13) toevoegen (zie de afbeelding). Op die manier wordt er een signaalniveau van + 5 V bij de toestand waar geleverd en 0 V bij de toestand niet waar. De maximumspanning die op deze pins kan liggen, bedraagt + 50 V, de maximumstroom ligt bij 500 milliampère.
22
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
3.1.3 Signaaltypes van de externe uitgang Pin 13 Vcc = +5V
1 K ohm, ¼W
Signaal uit Pin 1, 3, 4 oder 6
TYPE 1
+5V 0V 20 milliseconden +5V
TYPE 2 0V +5V
TYPE 3 0V +5V
TYPE 4 0V Printen beginnen (Stop toevoer etikettenmateriaal)
CL408e CL408e/412e /412e
Einde printen (Stop toevoer etikettenmateriaal)
23
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
3.2 Standaardinstellingen Schakelaarstanden Alle schakelaars staan bij aflevering in de stand OFF (standaard). Dat levert de volgende bedrijfsconfiguratie op: • Communications: (communicatie) 8 databits, geen pariteit, 1 stoppbit, 9600 baud • Protocol: (protocol) Ready/Busy • Sensor: (sensor) doorlichtsensor • Receive Buffer: (ontvangstgeheugen) afzonderlijke job • Mode: (modus) batch/oneindig • Pitch: (hoogte) sensor gebruikt • Back feed: (backfeed) geactiveerd • External Signals: (externe signalen) gedeactiveerd Software-instellingen De CL408e e/412e e slaat de software-instellingen tijdens de ontvangst op en gebruikt ze totdat ze door de ontvangst van een commando met nieuwe instellingen weer worden veranderd. Deze instellingen worden opgeslagen in het niet-vluchtige RAM en gaan ook niet verloren als de printer wordt uitgeschakeld. De printer kan worden teruggezet op de standaard software-instellingen, als u bij het inschakelen van de printer gelijktijdig de toetsen LINE en FEED indrukt. Dat levert de volgende standaardconfiguratie op: • Print Darkness: (donkerheid) "3" • Print Speed: (printsnelheid) 4 inch per seconde • Print Reference: (printreferentie) verticaal = 0001, horizontaal = 0001 • Zero: (nul) schuine streep • Auto On Line: (autom. online) geactiveerd • Ignore CR/LF: (CR/LF negeren) gedeactiveerd • Character Pitch: (hoogte lettertype) proportioneel • Cover Open Sensor: (sensor vr. afdekkap open) geactiveerd • Auto Online Feed: (autom. online-transport) gedeactiveerd • Feed On Error: (transport bij fout) gedeactiveerd • Repeat Print: (printherhaling) geactiveerd • Forward/Backfeed: (forward/backfeed) standaard • Select Language: (taal kiezen) Engels • Priority Setting: (prioriteitsinstelling) LCD 24
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
3.3 Printerinstellingen Het LCD-paneel van model CL408e e/412e e wordt in combinatie met de toetsen LINE en FEED door de operator gebruikt voor het op handmatige wijze invoeren van de instellingen voor de printerconfiguratie. Veel instellingen kunnen ook met behulp van softwarecommando's worden bestuurd. Als er een conflict optreedt tussen de software- en de bedieningsveldinstellingen, gebruikt de printer altijd de laatste geldige instelling. Als u een etikettenjob laadt die software-instellingen bevat en dan op het bedieningsveld een nieuwe waarde intoetst, gebruikt de printer de handmatig ingestelde waarde. Als u de waarden handmatig instelt en dan een printjob met software-instellingen downloadt, worden de softwareinstellingen gebruikt.
3.3.1 Normale modus Vlak nadat de printer is ingeschakeld, moet de volgende melding op het display verschijnen:
ONLINE QTY:000000 Op het LCD-paneel ziet u in de bovenste regel van het display de status ONLINE staan en in de onderste regel ziet u de vermelding van de etikettenhoeveelheid (QTY). De ONLINE -indicatie verandert in OFFLINE zodra de printer door een druk op de LINEtoets op OFFLINE geschakeld wordt. Zodra er een printjob wordt ontvangen, geeft de QTY -indicator het aantal te printen etiketten aan. Zodra de etikettenprintjob begint, ziet u op het display het daadwerkelijke aantal nog te printen etiketten.
3.3.2 Gebruikersmodus 1. De printer wordt eerst door een eenmalige druk op de LINEtoets op offline gezet. Het display verandert als volgt:
OFFLINE QTY:000000 2. Als het display in OFFLINE verandert, drukt u tegelijkertijd op de toetsen FEED en LINE en houdt u deze gedurende langer dan één seconde ingedrukt. De printer geeft nu de eerste instelmogelijkheid in de gebruikersmodus (Print Darkness) aan.
CL408e CL408e/412e /412e
25
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
3.3.3 Donkerheid (Print Darkness) De printers CL408e e/412e e bieden vijf instelmogelijkheden voor de donkerheid PRINT DARKNESS (of warmtebereik). Hoe hoger de numerieke waarde is, des te donkerder is de instelling. De huidige instelwaarde wordt gekenmerkt door een knipperende cursor. Om de instelling te veranderen, gaat u als volgt te werk: 1. Met de LINE-toets zet u de knipperende cursor op de gewenste waarde.
PRINT DARKNESS 12345
2. Als u de correcte instelwaarde hebt gekozen, bevestigt u de isntelling door op de FEED-toets te drukken. Nu kunt u de volgende printerinstelling verrichten.
Opmerking:
deze instelling kan door een softwarecommando buiten werking worden gesteld.
3.3.4 Printsnelheid (Print Speed) De printers CL408e e/412e e bieden vijf instelmogelijkheden voor de printsnelheid PRINT SPEED. De waarden verschijnen in de onderste regel van het display. De huidige instelwaarde wordt gekenmerkt door een knipperende cursor. Om de instelling te veranderen, gaat u als volgt te werk: 1. Met de LINE-toets zet u de knipperende cursor op de gewenste waarde.
PRINT SPEED 23456
2. Als u de correcte instelwaarde hebt gekozen, bevestigt u de isntelling door op de FEED-toets te drukken. Nu kunt u de volgende printerinstelling verrichten.
Opmerking:
26
deze instelling kan door een softwarecommando buiten werking worden gesteld.
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
3. Printerconfiguratie
3.3.5 Hoogte-offset en richting (Pitch Offset and Direction) De etikettenhoogte is de afstand tussen de bovenste kant van een etiket (d.w.z. de kant die het eerst uit de printer komt) en de bovenkant van het volgende etiket. De positie van de etikettenbovenkant kan +/- 49 mm relatief t.o.v. de printkop in stappen van elk 1 mm worden ingesteld. Zodra de positie is vastgelegd, kan u - door aan de PITCH-potentiometer in het bedieningsveld te draaien - een fijninstelling verrichten van +/3,75 mm. VERSCHUIVING VOLG. NEG. OFFSET (-) ORIGINELE PRINTREGEL VERSCHUIVING VOLG. POS. OFFSET (+)
RICHTING REGELTRANSPORT
De etikettenhoogte is de afstand tussen de bovenste kant van een etiket (d.w.z. de kant die het eerst uit de printer komt) en de bovenkant van het volgende etiket. Om de instelling te veranderen, gaat u als volgt te werk: 1. Met een druk op de LINE-toets zet u de teller in de gewenste stand. Op het display wordt er bij elke druk op de LINE-toets één stap verder geteld. Als u de LINE-toets ingedrukt houdt, wordt de getoonde waarde op 49 mm omhooggeteld en begint hij vervolgens automatisch weer bij "00". De richting die bij de vorige stap is ingesteld, wordt vóór de OFFSET-waarde getoond.
PITCH OFFSET +00mm 2. Als de correcte instelwaarde in beeld verschijnt, accepteert u de isntelling door op de FEED-toets te drukken. Nu kunt u de volgende printerinstelling CANCEL PRINT (printjob annuleren) verrichten. 3. Als u klaar bent, kunt u controleren of uw instellingen correct zijn. Dat doet u door een testetiket te printen. CL408e CL408e/412e /412e
27
3. Printerconfiguratie
Gebruikershandboek
3.3.6 Printjob annuleren (Cancel Print Job) Als er een printjob c.q. meerdere printjobs in het geheugen van de printer zit(ten), dan wordt/worden de printjob(s) met YES geannuleerd. De standaardinstelling is NO. Voordat u YES kiest, moet u er zich wel van overtuigen dat u de printjob ook daadwerkelijk wilt annuleren. Een eenmaal geannuleerde printjob kan kan niet meer worden hervat, maar moet opnieuw naar de printer worden verzonden. Om een printjob te annuleren, gaat u als volgt te werk: 1. Met een druk op de LINE-toets zet u de knipperende cursor op YES of NO. CANCEL PRINT JOB NO YES 2. Als u de correcte instelwaarde hebt gekozen, bevestigt u de isntelling door op de FEED-toets te drukken. Nu wordt gebruikersmodus beëindigd en keert u terug naar de normale modus met de ONLINE-indicatie. Indien u een instelling wilt veranderen, moet u de printer eerst op OFFLINE zetten en vervolgens overschakelen op de gebruikersmodus. Druk daartoe tegelijkertijd de toetsen FEED en LINE in en houd deze gedurende langer dan één seconde ingedrukt.
3.3.7 Uitgebreide instellingen In Bijvoegsel A vindt u meer informatie over uitgebreide instellingen. Houdt u er a.u.b. rekening mee dat u voor sommige instellingen speciale instructies nodig hebt!
28
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4.
4. Verbruiksmateriaal
Verbruiksmateriaal
4.1 Het etikettenmateriaal inleggen 4.1.1 Etikettenrollen 1. Klap de bovenste afdekkap naar boven toe open en open vervolgens het voorste deurtje door de groene hendel omlaag te drukken.
Groene hendel 2. Open de printkopeenheid door de kopvergrendeling in de richting van de achterzijde van de printer te draaien. De veerbelaste printkopeenheid gaat automatisch open zodra de kopvergrendeling wordt losgemaakt.
Kopvergrendeling
Printerkop
CL408e CL408e/412e /412e
29
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
3. Schuif de geleiding voor de etikettenafwikkeling naar buiten toe om de maximale etikettenbreedte mogelijk te maken.
Label roll Etikettenrol
Label unwind Geleiding voor guide de etikettenafwikkeling 4. Schuif de rol etikettenmateriaal op de bevestiging van de etikettenafwikkeling, waarbij de te printen kant van de etiketten bij het afwikkelen van de rol naar boven toe wijst. Schuif de rol helemaal naar binnen en schuif de geleiding voor de etikettenafwikkeling zodanig ver naar binnen dat deze direct buiten tegen de rol etikettenmateriaal aanligt. Geleiding voor de etikettenafwikkeling
Bevestiging van de etikettenafwikkeling
30
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4. Verbruiksmateriaal
5. Haal het etikettenmateriaal onder de beugel van de etikettengeleiding door, dan verder door de printkopeenheid en aan de voorzijde uit de printer tevoorschijn.
Label Etikettengeleidingsbeugel guide shaft
Opmerking: Als de optionele dispenserinrichting is geïnstalleerd, verwijdert u de etiketten 600 tot 800 mm ver van de drager en haalt u de drager de weg terug door de dispenserinrichting.
CL408e CL408e/412e /412e
31
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
6. Controleer de weg van de etiketten en zorg ervoor dat de etikettenweg overeenkomt met de etikettengeleiding op de afbeelding. Stel de instelbare etikettengeleidingen zodanig in dat de etiketten tegen de wand van de printer aanliggen. Sensoreenheid
Etikettengeleiding
Etikettengeleiding
Opmerking: De volgende stap geldt niet voor de thermodirectmodus. 7. Als het printerlint reeds is ingelegd, maakt u de printkopeenheid dicht. Draai daartoe de kopvergrendeling omlaag totdat deze vastklikt. Als het printerlint niet is ingelegd volgt u de instructies in hoofdstuk 4.2 Het printerlint plaatsen.
Kopvergrendeling
32
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4. Verbruiksmateriaal
8. Maak het voorste deurtje en de kap bovenaan dicht.
4.1.2 Zig-zagetiketten 1. Klap de bovenste afdekkap naar boven toe open en open vervolgens het voorste deurtje door de groene hendel omlaag te drukken. Neem de afdekplaat van de achterzijde van de printer af.
Afdekplaat
CL408e CL408e/412e /412e
33
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
2. Open de printkopeenheid door de kopvergrendeling in de richting van de achterzijde van de printer te draaien. De veerbelaste printkopeenheid gaat automatisch open zodra de kopvergrendeling wordt losgemaakt.
Kopvergrendeling
Printerkop
3. Leg het zig-zag-etikettenmateriaal achter de printer en haal dit door de spleet en via de bevestiging van de etikettenafwikkeling. De te printen kant van de etiketten moet naar boven toe wijzen. Schuif de geleiding voor de etikettenafwikkeling zover naar binnen dat deze direct buiten tegen het zig-zagmateriaal aanligt. Zig-zagetiketten
Geleiding voor de etikettenafwikkeling
34
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4. Verbruiksmateriaal
4. Haal het etikettenmateriaal onder de beugel van de etikettengeleiding door, dan verder door de printkopeenheid en aan de voorzijde uit de printer tevoorschijn.
Beugel van de etikettengeleiding 5. Controleer de weg van de etiketten en zorg ervoor dat de etikettenweg overeenkomt met de etikettengeleiding op de afbeelding. Stel de instelbare etikettengeleidingen zodanig in dat de etiketten tegen de wand van de printer aanliggen. Sensoreenheid
Etikettengeleiding
Etikettengeleiding
CL408e CL408e/412e /412e
35
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
6. Als het printerlint reeds is ingelegd, maakt u de printkopeenheid dicht. Draai daartoe de kopvergrendeling omlaag totdat deze vastklikt. Als het printerlint niet is ingelegd volgt u de instructies in hoofdstuk 4.2 Het printerlint inzetten.
7. Maak het voorste deurtje en de kap bovenaan dicht.
36
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4. Verbruiksmateriaal
4.2 Het printerlint plaatsen 1. Klap de bovenste afdekkap naar boven toe open en open vervolgens het voorste deurtje door de groene hendel omlaag te drukken.
Groene hendel 2. Open de printkopeenheid door de kopvergrendeling in de richting van de achterzijde van de printer te draaien. De veerbelaste printkopeenheid gaat automatisch open zodra de kopvergrendeling wordt losgemaakt.
Kopvergrendeling
Printerkop
CL408e CL408e/412e /412e
37
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
3. Schuif het printerlint zover naar binnen toe op de afwikkelspil voor printerlint dat dit direct tegen het einde van de spil aanligt. De printerlintkant met de drukinkt moet naar binnen toe wijzen, terwijl de printerlintrol tegen de wijzers van de klok in wordt afgewikkeld. Afwikkelspil voor printerlint Printerlintrol
4. Schuif de wikkelkern van het printerlint zover naar binnen toe op de afwikkelspil voor printerlint dat deze direct tegen het einde van de spil aanligt. Houdt u er a.u.b. rekening mee dat telkens de lege wikkelkern van een rol dienst doet als opwikkelkern voor de volgende printerlintrol. Opwikkelspil voor printerlint
Printerlintwikkelkern
38
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
4. Verbruiksmateriaal
5. Haal het voorste gedeelte van het printerlint door de printkopeenheid omhoog naar de opwikkelspil voor printerlint en plak deze vast aan de wikkelkern. Draai de opwikkelspoel met de hand om het printerlint rond de kern te wikkelen. Na één à twee omwentelingen zit het vast.
Opwikkelspil voorprinterlint Printerlintwikkelkern
6. Zorg ervoor dat de weg van het printerlint overeenstemt met de printerlintgeleiding zoals getoond op de afbeelding.
Drukinkt binnen
CL408e CL408e/412e /412e
39
4. Verbruiksmateriaal
Gebruikershandboek
7. Als de etiketten of labels reeds zijn ingelegd, maakt u de printkopeenheid dicht. Draai daartoe de groene kopvergrendeling omlaag totdat deze vastklikt.
Kopvergrendeling 8. Maak het voorste deurtje en de kap bovenaan dicht.
Opmerking:
40
Verricht een testuitdraai. Zo weet u zeker dat de etiketten en het printerlint correct zijn ingelegd.
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
5.
5. Fouten verhelpen
Fouten verhelpen De SATO-printers SATO CL-408e e/412e e zijn gebaseerd op beproefde technologie en betrouwbare componenten. Als er desondanks een probleem mocht optreden, kunt u de oplossing gewoon aan de hand van de storingstabel in dit hoofdstuk vinden. In deze tabel staan storingen, mogelijke oorzaken en maatregelen voor het verhelpen van storingen. De storingstabel behandelt zowel problemen met de printkwaliteit als algemene storingen in de werking van het apparaat.
5.1 Problemen met de printkwaliteit Storing
Mogelijke oorzaak
Drukbeeld met Etikettenmateriaal minderwaardig een ongelijkmatige kleurverzadiging Printerlinten minderwaardig
Printerlint gekreukt
Maatregel voor het verhelpen van de storingen Gebruik etikettenmateriaal dat geschikt is voor de thermotransferdruk Gebruik originele SATO-printerlinten
Printerlint niet geschikt voor het gebruikte etikettenmateriaal
Gebruik het juiste en geschikte printerlint Neem contact op met uw dealer
Elektronica beschadigd
Printplaat vervangen
Aandrukrol beschadigd
Aandrukrol vervangen
Printkop slecht afgesteld
Kopevenwicht instellen Printerlintrol instellen Kop goed afstellen
Printerlintspanning te gering Printerlintspanning instellen
CL408e CL408e/412e /412e
Aandrukrol versleten
Aandrukrol vervangen
Verontreinigingen op de printkop of de aandrukrol
Printkop c.q. aandrukrol schoonmaken
Verontreinigingen op etikettenmateriaal
Hoogwaardig etikettenmateriaal gebruiken
Printkop beschadigd
Printkop vervangen
41
5. Fouten verhelpen Drukbeeld te zwak
Etikettenmateriaal minderwaardig
Gebruik etikettenmateriaal dat geschikt is voor de thermotransferdruk
Printerlinten minderwaardig
Gebruik originele SATO-printerlinten
Warmte-energie/donkerheid van de printkop te gering
Donkerheid instellen
Aandruk van de printkop te gering
Aandrukpositie van de printkop instellen
Printerlint niet geschikt voor het gebruikte etikettenmateriaal
Gebruik het juiste en geschikte printerlint Neem contact op met uw dealer
Gering koppel van de de printerlintaandrijving Printerlint beweegt niet
Koppeling van de printerlintaandrijving instellen
Verontreinigingen op de printkop
Printkop c.q. aandrukrol schoonmaken
Printkop slecht afgesteld
Printkop afstellen
Printsnelheid te hoog
Printsnelheid reduceren
Drukbeeld met Etikettenmateriaal mindervegen en vlek- waardig ken Printerlinten minderwaardig
42
Gebruikershandboek
Kies een juist en geschikt printerlint Gebruik originele SATO-printerlinten
Verontreinigingen op de printkop of de aandrukrol
Printkop c.q. aandrukrol schoonmaken
Verontreinigingen op etikettenmateriaal
Hoogwaardig etikettenmateriaal gebruiken
Warmte-energie van de printkop te hoog
Donkerheid instellen
Printsnelheid te hoog
Printsnelheid reduceren
Aandruk van de printkop te sterk
Aandrukpositie van de printkop instellen
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek Printerlint beweegt niet
5. Fouten verhelpen
Printerlint met verkeerde wikkelkerngrootte
Gebruik originele SATO-printerlinten
Aandrijvingskoppeling grijpt niet
Koppelingsspanning instellen
Aandrijfriem van de aandruk- Aandrijfriem instellen/vervanrol grijp niet gen
Er wordt geen etikettenmateriaal aangevoerd
Geen +24 Volt uitgang
Netadapter controleren en eventueel vervangen
Elektronica beschadigd
Printplaat vervangen
Losse/gebroken aandrijfriem Aandrijfriem instellen/vervanvan de aandrukrol gen Verkeerde etikettensensor gekozen
Kies de juiste etikettensensor (DSW2-2)
Geen +24 Volt uitgang
Netadapter controleren en eventueel vervangen
Instelschroef op de aandruk- Instelschroef/-schroeven vastrol/stappenmotor losgeraakt draaien Geen drukbeeld
Display verlicht, maar geen weergave of display donker
CL408e CL408e/412e /412e
Printkop niet aangesloten
Controleer of de printkopaansluiting op de printkop en op de hoofdprintplaat goed vast zit, desnoods goed insteken
Printerlint verkeerd om gewikeld
Gebruik originele SATO-printerlinten
Geen +24 Volt uitgang
Netadapter controleren en eventueel vervangen
Printkop beschadigd
Printkop vervangen
Elektronica beschadigd
Printplaat vervangen
Typische DOA-fout (fout bij eerste installatie) na levering Wellicht is de LCD-lintkabel eruit gevallen of zit de aansluiting niet goed vast
Controleer of de kabels en aansluitingen goed zijn ingestoken, steek ze desnoods goed in
43
5. Fouten verhelpen POWER
Gebruikershandboek
Stroomkabel niet ingestoken Kabelverbinding op de printer en op het stopcontact controleren Hoofdzekering defect
Zekering vervangen
Netadapter defect
Netadapter controleren en eventueel vervangen
HEAD OPEN
Printkop niet vergrendeld
Printkopvergrendeling sluiten en vastklikken
LABEL END
Rol etikettenmateriaal leeg
Etikettenmateriaal bijvullen
Het etikettenmateriaal wordt niet door de sensor gehaald
Etikettenmateriaal correct inleggen
Etikettensensor niet correct afgesteld
De positie van de sensor instellen
Etikettensensor verontreinigd
Etikettensensor schoonmaken
Etikettensensor reageert ver- Reactiewaarde etikettensenkeerd sor (threshold) instellen Storing in de aandrijving van Zie het servicehandboek de aandrukrol RIBBON END Printerlintrol leeg
Nieuw printerlint inleggen
Printerlintsensor niet correct Printerlintsensor instellen afgesteld
SENSOR ERROR**
Printerlintsensor verontreinigd
Printerlintsensor schoonmaken
Geen Wikkelkern op opwikkelspoel
Opwikkelspoel van wikkelkern voorzien
Auto Threshold niet binnen het bereik
Etikettenweg, sensorpositie en instellingen DIP-switches controleren
Geen transSynchrone riemen defect/ port van etiket- losgeraakt ten *Opmerking:
44
Synchrone riemen vervangen/ spannen
Deze foutstatus wordt opgeslagen in het printergeheugen. Om de foutmelding weg te kunnen drukken, moet u de printkop openen terwijl de printer is ingeschakeld. CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
6.
6. Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud Algemene instructies De printkop heeft een precisie-oppervlak dat zorgvuldig moet worden beschermd tegen mechanische beschadiging. Bijzonder voorzichtig moet u te werk gaan tijdens de installatie en in de omgang met de printer, zodat het blootliggende oppervlak niet wordt beschadigd met krassen, kerven, deuken of andere inwerkingen. Reiniging Voor het af en toe verwijderen van de resten etikettenmateriaal op de printkop mogen alleen reinigingsvloeistoffen worden gebruikt, d.w.z. alcohol resp. andere door SATO aanbevolen reinigingsmiddelen. Ga tijdens het gebruik ervan zorgvuldig te werk en gebruik een wattestaafje. Hoe vaak u dit gedeelte moet schoonmaken, hangt af van de soort etikettenmateriaal die u gebruikt alsook van mechanische factoren. Telkens als u een printerlint vervangt, moet u het apparaat ook een reinigingsbeurt geven. De printer mag alleen worden gereinigd als hij is uitgeschakeld. De printer moet zijn afgekoeld tot op kamertemperatuur zodat hij niet kan worden beschadigd als gevolg van een plotseling optredende temperatuursverandering. Neem de printer niet meteen na de reinigingsbeurt in gebruik, aangezien de printkop dan nog vochtig kan zijn van reinigingsmiddelen Gebruik voor het reinigen geen schurende middelen. SEG levert een speciale lepfilm (SEG-nr. 1938), waarmee u het oppervlak van de printkop kunt schoonmaken.
CL408e CL408e/412e /412e
45
6. Reiniging en onderhoud
Gebruikershandboek
6.1 De printkop schoonmaken 6.1.1 De printkop schoonmaken met een reinigingsmiddel 1. Zet de printer uit. 2. Maak de bovenste afdekkap en het voorste deurtje open. 3. Maak de printkopeenheid open door de kopvergrendeling in de richting van de achterzijde van de printer te draaien. De veerbelaste printkopeenheid gaat automatisch open zodra de kopvergrendeling wordt losgemaakt. 4. Doe een door SATO goedgekeurd reinigingsmiddel voor thermoprintkoppen op een wattestaafje. 5. De printkop loopt langs de voorzijde van de printer en is omlaag gericht. Strijk het doordrenkte staafje langs de gehele breedte van de printkop. (Mogelijk moet u hiertoe even het printerlint aan de kant schuiven.) 6. Controleer na deze reinigingsbeurt of er nog zwarte inkt of lijm op het wattestaafje zit. 7. Ga door met reinigen totdat het wattestaafje schoon blijft nadat u er de printkop mee hebt schoongeveegd. 8. De printkop moet tenminste bij elke wisseling van het printerlint worden schoongemaakt. In een stoffige omgeving verdient het aanbeveling om het apparaat vaker een reinigingsbeurt te geven.
Kopvergrendeling
Printkop
46
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
6. Reiniging en onderhoud
6.1.2 De printkop met de lepfilm schoonmaken 1. Snijd de lepfilm met een schaar of een scherp mes op een breedte van 120 mm af. 2. Zet de printer uit. 3. Leg de lepfilm met de zandige kant omhoog tussen de printkop en de aandrukrol. Maak de printkop met de kopvergrendeling dicht. 4. Trek de reinigingsfilm met de hand langzaam in de richting van de voorzijde van de printer. 5. Herhaal de stappen3 en 4 twee- tot drie maal. 6. Tenslotte maakt u de printkop op de in het bovenstaande beschreven wijze schoon met een reinigingsmiddel.
CL408e CL408e/412e /412e
47
6. Reiniging en onderhoud
Gebruikershandboek
6.2 De aandrukrol en de rollen schoonmaken 1. Zet de printer uit. 2. Maak de bovenste afdekkap en het voorste deurtje open. 3. Maak de printkopeenheid open door de kopvergrendeling in de richting van de achterzijde van de printer te draaien. De veerbelaste printkopeenheid gaat automatisch open zodra de kopvergrendeling wordt losgemaakt. 4. Doe een door SATO goedgekeurd reinigingsmiddel op een schone doek. 5. De aandrukrol is de rubberen rol, die vlak onder de printkop zit. U moet deze rol ontdoen van resten printerlint of etikettenmateriaal. 6. De eikettengeleidingen waarmee het etikettenmateriaal door de printer wordt geleid, moeten worden ontdaan van resten printerlint of etikettenmateriaal of van andere soorten verontreinigingen. 7. Herhaal de reinigingsbeurt als dat nodig is. De aandrukrol en de rollen moeten altijd worden schoongemaakt als verontreinigingen zoals stof of lijm aanwezig zijn.
48
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
Bijvoegsel A
Bijvoegsel A Uitgebreide instellingen
CL408e CL408e/412e /412e
49
Bijvoegsel A
50
Gebruikershandboek
CL408e CL408e/412e /412e
Gebruikershandboek
CL408e CL408e/412e /412e
Bijvoegsel A
51
Bijvoegsel A
Gebruikershandboek Deze pagina is opzettelijk opengelaten.
52
CL408e CL408e/412e /412e