CIZ Basisrapportage AWBZ provincie Groningen 1 juli 2012 1 januari 2012 1 juli 2011
Inhoud 1. Introductie.....................................................................................................................2 1.1 Doel van de CIZ Basisrapportage AWBZ .....................................................................2 1.2 Publicatiedatum, verschijningsfrequentie en peildatum..................................................2 1.3 Cijfers op verschillende geografische niveaus...............................................................2 1.4 Cijferafronding in de tabellen.....................................................................................3 1.5 Waar zijn de CIZ Basisrapportages AWBZ te verkrijgen?................................................3 1.6 Belangrijke wijzigingen ten opzicht van de vorige uitgave..............................................3 2. Begripsbepaling.............................................................................................................4 2.1 De CIZ-database, indicaties en cliënten.......................................................................4 2.2 Definities van kernbegrippen: cliëntkenmerken............................................................4 2.3 Definities van kernbegrippen: besluitkenmerken...........................................................6 3. Totale aanspraak op AWBZ-zorg...................................................................................11 4. Leeftijd........................................................................................................................12 5. Dominante grondslag...................................................................................................13 6. Cliëntgroepen ..............................................................................................................14 6.1 Alle cliënten naar cliëntgroep ..................................................................................14 6.2 Extramurale cliënten naar cliëntgroep ......................................................................16 6.3 Intramurale cliënten naar cliëntgroep .......................................................................18 7. Functiecategorieën...................................................................................................... 19 8. Cliëntgroepen naar extramurale zorgomvang...............................................................21 9. Voorkeursleveringsvorm: Pgb en ZIN...........................................................................26 Bijlage A. Aantal cliënten per ZZP-soort...........................................................................27 Bijlage B. Wat valt onder AWBZ-zorg?..............................................................................30 Bijlage C. Lijst van afkortingen.........................................................................................31
1. Introductie
Het CIZ krijgt regelmatig vragen van Nederlandse gemeenten over het uitstaand recht op AWBZ-zorg in de desbetreffende gemeenten. Bijvoorbeeld: ‘Kunt u ons vertellen hoeveel van onze inwoners recht hebben op de functie Begeleiding?’ en: ‘Hoeveel gehandicapten met een AWBZ-indicatie wonen in onze gemeente?’. Ook andere actoren stellen dit soort vragen, zoals zorgkantoren, provincies en GGD’s. Daarnaast staan veranderingen in de AWBZ op stapel, die gevolgen zullen hebben voor gemeenten. Die zullen de komende tijd daarom nog meer inzicht willen krijgen in de populatie AWBZ-cliënten binnen hun gemeentegrenzen. Daarvoor hebben zij de informatie van het CIZ nodig. Bovengenoemde factoren hebben het CIZ aangezet tot de ontwikkeling van deze CIZ Basisrapportage AWBZ. In de Basisrapportage wordt zowel aandacht besteed aan cliënten met een extramurale indicatie als cliënten met een intramurale indicatie. Het CIZ voorziet hiermee in AWBZ-brede informatie. De rapportage is ontwikkeld in samenspraak met het ministerie van VWS en de VNG.
1.1 Doel van de CIZ Basisrapportage AWBZ Met de CIZ Basisrapportage AWBZ biedt het CIZ een overzicht van het aantal inwoners in Nederlandse gemeenten en andere geografische gebieden, zoals zorgkantoorregio’s of provincies, met een indicatie voor AWBZ-zorg op een bepaald moment. Met de basisrapportage voorziet het CIZ gemeenten van informatie die eenvoudig en eenduidig is, en die tevens uitputtend genoeg is om aan de verscheidenheid in vragen tegemoet te komen. De Basisrapportage gaat over indicaties voor alle soorten AWBZ-zorg, niet alleen over de functie Begeleiding. Gedetailleerde informatie over deze functie staat in een andere publicatie van het CIZ: ‘Begeleiding in beeld – Feiten en cijfers over cliënten met een indicatie van het CIZ’. Deze is verkrijgbaar via www.ciz.nl.
1.2 Publicatiedatum, verschijningsfrequentie en peildatum Deze CIZ Basisrapportage AWBZ is gepubliceerd in het vierde kwartaal 2012. De Basisrapportage verschijnt twee keer per jaar: in het tweede en vierde kwartaal. De volgende rapportage wordt verwacht in het voorjaar van 2013. In iedere CIZ Basisrapportage AWBZ wordt gerapporteerd over de stand van zaken op drie peilmomenten. Hierbij worden 1 januari en 1 juli als vaste data aangehouden. De gegevens zijn beschikbaar vanaf 1 januari 2010.
1.3 Cijfers op verschillende geografische niveaus De CIZ Basisrapportage AWBZ is beschikbaar voor iedere afzonderlijke gemeente, provincie, zorgkantoor en GGD in Nederland. Ook is er een Basisrapportage waarin alleen landelijke cijfers gepresenteerd worden 1. De CIZ Basisrapportage is niet verkrijgbaar op wijk- of postcodeniveau.
1
Meer uitgebreide informatie over de landelijke indicatiestelling is te vinden in de Trendrapportage van het CIZ. Deze is te downloaden via www.ciz.nl : Voor professionals/ Downloads/ Jaarverslagen en rapportages.
De indeling in gemeenten die hier wordt gebruikt, is gebaseerd op de indeling van 1 januari 2011 zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aanhoudt. Ook wat betreft de COROP-gebieden (COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma) houdt het CIZ de indeling aan van het CBS. Meer informatie hierover staat op de website www.cbs.nl, onder ‘Methoden’, ‘Begrippen’. Voor de zorgkantoorregio’s wordt de indeling gehanteerd van Zorgverzekeraars Nederland. Welke gemeenten onder de verschillende regio’s vallen, is te lezen op www.zn.nl/branche/zorgkantoren. De woonplaats van een cliënt wordt bepaald op basis van de meest actuele gegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie (GBA).
1.4 Cijferafronding in de tabellen De inhoud van de rapportage is privacygevoelig. Om de privacy van cliënten te waarborgen, zijn de volgende maatregelen genomen: 1) In een tabel worden per cel aantallen vanaf de waarde vijf getoond. Bij de waardes nul tot en met vier staan kruisjes in de cellen. Als in een tabel over zorgomvang het aantal geldige cliënten is ‘weggekruist’, wordt het gemiddelde aantal uren of dagdelen zorg voor die categorie ook niet getoond; 2) Alle aantallen in deze rapportage worden afgerond op vijftallen. Deze twee maatregelen kunnen ertoe leiden dat de optelling van het aantal cliënten in een tabel, niet overeenkomt met de randtotalen van deze tabel.
1.5 Waar zijn de CIZ Basisrapportages AWBZ te verkrijgen? De CIZ Basisrapportage AWBZ wordt online door het CIZ gepubliceerd. Geïnteresseerden kunnen de rapportages downloaden via www.ciz.nl. Dit geldt ook voor de landelijke rapportage. De Basisrapportages worden niet in papieren versies verstrekt.
1.6 Belangrijke wijzigingen ten opzichte van de vorige uitgave In deze ‘CIZ Basisrapportage AWBZ’ is voor de laatste peildatum (1 juli 2012) een wijziging doorgevoerd die betrekking heeft op revalidatiezorg. In het verleden kregen alle cliënten die aanspraak maakten op een vorm van revalidatiezorg terecht in een zorgzwaartepakket VV09. Per 1 januari 2012 wordt er in de indicatiestelling onderscheid gemaakt tussen VV09a en VV09b. VV09a is bedoeld voor cliënten die voorafgaand aan revalidatiezorg geen Behandeling in combinatie met Verblijf ontvingen. VV09b wordt geïndiceerd als er wel reeds sprake is van een indicatie met Behandeling in combinatie met Verblijf. Daarnaast is het CIZ voortdurend bezig het databestand te verfijnen. Dit kan ook gevolgen hebben voor peildata in het verleden. Wij adviseren daarom altijd de laatste versie van www.ciz.databank.nl te downloaden. In de rapporten die daar online staan, zijn altijd de meest recente gegevens opgenomen ook voor peildata uit het verleden.
2. Begripsbepaling
De tabellen in deze CIZ Basisrapportage AWBZ spreken in principe voor zich. Maar het is belangrijk dat lezers een goed begrip van de gepresenteerde categorieën hebben. In dit hoofdstuk worden daarom alle kernbegrippen en eventuele bijzonderheden uitgelegd. Maar eerst wordt toegelicht op welke informatie deze rapportage is gebaseerd.
2.1 De CIZ-database, indicaties en cliënten Het CIZ beschikt over een database waarin alle AWBZ-indicaties zijn opgeslagen die door het CIZ zijn afgegeven sinds de oprichting in 2005. Deze CIZ Basisrapportage AWBZ is gebaseerd op die database. In de CIZ Basisrapportage AWBZ wordt gerapporteerd over aantallen cliënten die op een vastgesteld moment een geldige aanspraak hebben op AWBZ-zorg. Iedere cliënt kan slechts één geldig besluit hebben, maar wel opvolgend in de tijd over verschillende geldige besluiten beschikken. Belangrijk is dat ook de Bureaus Jeugdzorg indicaties afgeven voor AWBZ-zorg. Zij indiceren kinderen (jonger dan 18 jaar) met een psychiatrische aandoening. Omdat het CIZ niet over de gegevens van de Bureaus Jeugdzorg beschikt, kan hierover niet worden gerapporteerd. Daarnaast is een deel van de AWBZ-zorg indicatievrij en komt daardoor ook niet voor in deze rapportage. Behandeling bij ZG en advies, instructie en voorlichting door de thuiszorg zijn voorbeelden van AWBZ-zorg die indicatievrij is. Een tweede aandachtspunt is dat het aantal cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg in een gemeente niet overeen hoeft te komen met het aantal cliënten dat daadwerkelijk zorg consumeert in die gemeente. Het kan dat geïndiceerde zorg niet wordt geconsumeerd. Een cliënt kan een indicatie hebben zonder die te verzilveren bij een zorgaanbieder. Daarnaast kan een verschil optreden als cliënten in een andere gemeente hun zorg consumeren dan waar zij woonachtig zijn. Bijvoorbeeld, kinderen die in een gemeente wonen worden naar de dagopvang gebracht in een buurgemeente. De cijfers in deze CIZ Basisrapportage AWBZ wijken enigszins af van de cijfers in de versie van juli 2011. De oorzaak hiervan is een administratieve verbeterslag die het CIZ in de zomer van 2011 gemaakt heeft. Het CIZ is voortdurend bezig het databestand te verfijnen. Dit kan ook gevolgen hebben voor peildata in het verleden.
2.2 Definities van kernbegrippen: cliëntkenmerken Het cliëntenbestand wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van de volgende kenmerken.
2.2.1 Cliënt Onder cliënt wordt hier verstaan: een persoon die op een vastgesteld moment een geldig AWBZindicatiebesluit heeft dat is afgegeven door het CIZ en die op de peildatum in leven is 2.
2
Het CIZ is voor iedere peildatum nagegaan welke cliënten in leven waren en welke zijn overleden in het voorafgaande halfjaar. De peildatum is echter niet de publicatiedatum van de CIZ Basisrapportage AWBZ. Het is mogelijk dat cliënten zijn overleden in de tijd tussen de peildatum en het moment van verschijnen van de Basisrapportage.
2.2.2 Leeftijd in klassen De leeftijd van cliënten is opgedeeld in zeven categorieën. Dit is de standaardindeling die het CIZ in vrijwel al haar publicaties gebruikt: • • • • • • •
0 12 18 50 65 75 85
- 11 jaar; - 17 jaar; - 49 jaar; - 64 jaar; - 74 jaar; - 84 jaar; jaar en ouder.
De leeftijd van cliënten wordt vastgesteld op de peildatum.
2.2.3 Grondslag Een cliënt kan alleen aanspraak maken op AWBZ-zorg, als voor hem of haar een grondslag kan worden vastgesteld. Een grondslag is een aandoening, beperking of handicap waardoor de verzekerde kan zijn aangewezen op zorg. Er zijn zes grondslagen: • • • • • •
Somatische aandoening/beperking (SOM); Psychogeriatrische aandoening/ beperking (PG); Psychiatrische aandoening/ beperking (PSY); Lichamelijke handicap (LG); Verstandelijke handicap (VG); Zintuiglijke handicap (ZG).
2.2.4 Dominante grondslag Voor een cliënt kunnen meerdere grondslagen worden geregistreerd. Bijvoorbeeld, als iemand zowel een somatische als een psychiatrische aandoening heeft. Eén hiervan is de dominante grondslag. Deze wordt vastgesteld op grond van de zwaarst wegende actuele beperkingen in relatie tot de geobjectiveerde zorgbehoefte. Als het vooral de psychiatrische aandoening is die tot de zorgvraag leidt, dan is ‘PSY’ de dominante grondslag. Somatiek (SOM) is in dit geval de secundaire grondslag.
2.2.5 Cliëntgroepen Binnen de populatie van AWBZ-cliënten zijn verschillende subgroepen te onderscheiden op basis van leeftijd en dominante grondslag van de cliënt. Vaak richten zorgaanbieders zich in het bijzonder op één of enkele van deze subgroepen. De indeling die hiervoor wordt gebruikt, staat in tabel 2.1. De groep PSY jonger dan 18 jaar komt niet voor in de CIZ-cliëntgroepen. Bureau Jeugdzorg is het bevoegde orgaan om indicaties te stellen voor minderjarigen bij wie de zorgvraag voortkomt uit de grondslag PSY. Het CIZ is voor de indicatiestelling bij deze kinderen niet bevoegd. Cliënten die vóór hun 18e door een Bureau Jeugdzorg zijn geïndiceerd voor AWBZ-zorg en daarnaast jeugdhulpverlening ontvangen, krijgen zo nodig tot hun 23ste indicaties van Bureau Jeugdzorg. Alle andere cliënten onder de 18 jaar worden door het CIZ geïndiceerd. Dit betreft dus cliënten jonger dan 18 jaar met (een) andere grondslag(en) dan PSY. In deze rapportage wordt alleen gerapporteerd over de indicaties die door het CIZ zijn afgegeven; het CIZ beschikt niet over data van de Bureaus Jeugdzorg.
Tabel 2.1 Overzicht van de negen cliëntgroepen.
Cliëntgroep
Dominante grondslag
Leeftijd
SOM 0-64 jaar*
Somatische aandoening/beperking
0 tot 65 jaar
SOM 65-74 jaar
Somatische aandoening/beperking
65 tot 75 jaar
SOM 75 jaar en ouder
Somatische aandoening/beperking
75 jaar en ouder
PG 65 jaar en ouder
Psychogeriatrische aandoening/beperking
65 jaar en ouder
PSY 18 jaar en ouder
Psychiatrische aandoening/beperking
vanaf 18 jaar
VG 0-17 jaar
Verstandelijke handicap
tot en met 17 jaar
VG 18 jaar en ouder
Verstandelijke handicap
vanaf 18 jaar
ZG
Zintuiglijke handicap
alle leeftijden
LG
Lichamelijke handicap
alle leeftijden
*Omvat ook cliënten met psychogeriatrische aandoening (PG). Die grondslag-leeftijdcombinatie is zo zeldzaam, dat deze niet is uitgesplitst.
Voor een inhoudelijke duiding van de tien cliëntgroepen, verwijzen we u graag naar de CIZ-publicatie ‘Wie is de cliënt? Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep van AWBZ naar WMO’. Deze is te verkrijgen via www.ciz.nl .
2.3 Definities van kernbegrippen: besluitkenmerken Cliënten kunnen niet alleen worden ingedeeld in categorieën op basis van hun persoonlijke kenmerken. Dit kan ook op basis van het type zorg dat zij geïndiceerd hebben gekregen, of hoe zij hun zorg graag willen ontvangen. Bij de zorgvorm wordt onderscheid gemaakt in extramurale zorg (zonder verblijf) en intramurale zorg (zorg met verblijf). We spreken van extramurale zorg als de cliënt maximaal drie etmalen per week in een zorginstelling verblijft. Is dat meer dan drie etmalen per week, dan spreken we van intramurale zorg. Extramurale zorg wordt geïndiceerd in functies en klassen, intramurale zorg in zorgzwaartepakketten.
2.3.1 Extramurale zorgfuncties De extramurale AWBZ-zorg is ingedeeld in zorgfuncties, te weten: • • • • •
Persoonlijke Verzorging (PV); Verpleging (VP); Begeleiding (BG); Behandeling (BH); Kortdurend Verblijf (KVB).
De functies Begeleiding en Behandeling kennen twee vormen: Individueel en Groep. Dit leidt tot de functies Behandeling Individueel (BHI) en Behandeling Groep (BHG), Begeleiding Individueel (BGI) en Begeleiding Groep (BGG). De functie Kortdurend Verblijf is van kracht sinds 1 januari 2011. Tot die datum werden indicaties afgegeven voor de functie Verblijf Tijdelijk (VBT). Indicaties voor VBT met een looptijd tot na 1 januari 2011, behielden hun geldigheid. Nieuwe indicaties worden gesteld met Kortdurend Verblijf; de toegangsvoorwaarden voor deze functie zijn anders dan voor de oude functie VBT. In deze rapportage worden indicaties met VBT gerangschikt onder KVB.
2.3.2 Extramurale zorgomvang In een indicatiebesluit wordt niet alleen aangegeven op welke functie(s) een cliënt aanspraak heeft, maar ook op hoeveel zorg binnen elke functie. Dit heet de zorgomvang, die per functie wordt weergegeven in klassen. De klassen lopen op van klasse 0 tot en met maximaal klasse 9. De minimum- en maximumklasse verschilt per functie. Afhankelijk van de functie, worden de klassen gedefinieerd in bandbreedtes in uren, dagdelen of etmalen per week. Zie het overzicht in tabel 2.2. Tabel 2.2 Overzicht van de minimum- en maximumklassen van zorgomvang van de extramurale functies.
Cliëntgroep
Minimumklasse
Persoonlijke verzorging (PV)
Klasse 1
0 – 1,9 uur per week
Klasse 8
20 – 24,9 uur per week
Verpleging (VP)
Klasse 0
0 – 0,9 uur per week
Klasse 7
16 – 19,9 uur per week
Begeleiding Individueel (BGI)
Klasse 1
0 – 1,9 uur per week
Klasse 8
20 – 24,9 uur per week
Begeleiding Groep (BGG)
Klasse 1
Één dagdeel per week
Klasse 9
Negen dagdelen per week
Behandeling (BH) en Behandeling Individueel (BHI)
Maximumklasse
Het CIZ indiceert geen omvang voor de functies BH en BHI.
Behandeling Groep (BHG)
Klasse 1
Één dagdeel per week
Klasse 9
Negen dagdelen per week
Kortdurend Verblijf (KVB)
Klasse 1
Één etmaal per week
Klasse 3
Drie etmalen per week
Bij functies die in uren per week worden geïndiceerd, wordt het midden van de klasse aangehouden bij de berekening van het gemiddelde aantal uren zorg per week. Als in uitzonderingsgevallen de zorgbehoefte van de cliënt uitgaat boven de hoogste klasse, kan additionele zorg in uren en/of dagdelen gemotiveerd worden geïndiceerd. Dit betreft bijvoorbeeld cliënten met een indicatie voor palliatief terminale zorg, die additionele uren Begeleiding Individueel krijgen. Voor alle extramurale functies (behalve Behandeling Individueel) kunnen additionele uren worden geïndiceerd.
2.3.3 Intramurale zorgzwaartepakketten Intramurale indicaties zijn geformuleerd in zorgzwaartepakketten (ZZP’s). Intramurale zorg wordt geïndiceerd als de zorgvraag noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht. Intramurale besluiten kunnen worden onderverdeeld in drie sectoren: • • •
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ); Gehandicaptenzorg (GZ); Verpleging en Verzorging (V&V).
2.3.4 Functiecategorieën Sommige cliënten hebben een indicatie voor een enkele functie. Vaak echter hebben cliënten meerdere functies geïndiceerd gekregen. Omdat bepaalde combinaties van functies veel voorkomen, kunnen verschillende functiecategorieën worden geformuleerd. De categorieën lopen min of meer op in zorgzwaarte. Bovendien sluiten de categorieën elkaar uit. Dit betekent dat iedere cliënt in slechts één van de categorieën kan worden ingedeeld. De functiecategorieën die hier worden gehanteerd, staan vermeld in tabel 2.3. Daarin wordt ook aangegeven of de functiecategorie enige vorm van Begeleiding bevat. Tabel 2.3 Overzicht van de functiecatgorieën.
Functie categorie
Bevat Begeleiding?
Functies in het indicatiebesluit
PV-sec
Nee
Alleen Persoonlijke Verzorging
VP-sec
Nee
Alleen Verpleging
PV + VP
Nee
Persoonlijke Verzorging en Verpleging, geen andere functies
BH (+ PV/VP)
Nee
Behandeling alleen, of in combinatie met Persoonlijke Verzorging en/of Verpleging
BGI-sec
Ja
Alleen Begeleiding Individueel
BGI + PV/VP/BH
Ja
Begeleiding Individueel in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging, en Behandeling
BGG-sec
Ja
Alleen Begeleiding Groep
BGG + PV/VP/BH
Ja
Begeleiding Groep in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling
BGI + BGG
Ja
Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep, geen andere functies
BGI + BGG + PV/VP/BH
Ja
Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep, in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling
KVB + (PV/VP/BH/BG)
Ja, vrijwel altijd
Kortdurend Verblijf (maximaal drie etmalen per week) in combinatie met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging, Behandeling, Begeleiding Individueel en Begeleiding Groep
Intramuraal GGZ
Intramuraal*
Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Geestelijke Gezondheidszorg
Intramuraal GZ
Intramuraal*
Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Gehandicaptenzorg
Intramuraal V&V
Intramuraal*
Intramuraal (Zorgzwaartepakket (ZZP), Verblijf (VB), Kortdurend Verblijf van meer dan drie etmalen per week) binnen de sector Verpleging en Verzorging
*Binnen de intramurale functiecategorieën wordt de functie Begeleiding niet apart aangemerkt, omdat zorgfuncties in een intramurale setting altijd deel uit maken van het totale zorgzwaartepakket. Bovendien bevat slechts een deel van de ZZP’s de functie Begeleiding.
Bepalen van de functiecategorie Tot welke functiecategorie een cliënt op een peildatum wordt gerekend, wordt bepaald op basis van
de functies die op het moment van peilen geldig zijn. Figuur 2.1 geeft hiervan een schematische weergave. Peildatum:
1 januari 2009
1 januari 2010
1 januari 2011
1 januari 2012
Persoonlijke verzorging Verpleging Besluit(en) van cliënt X:
Begeleiding Individueel
Besluit(en) van cliënt Y:
Resultaat van peiling:
1 besluit geldig 1 cliënt 3 functies
2 besluiten geldig 2 cliënten 3 functies
2 besluiten geldig 2 cliënten 3 functies
1 besluiten geldig 1 cliënt 2 functies
Figuur 2.1 Schematische weergave peilmethodiek.
Cliënt X in de figuur hoorde, op basis van hetzelfde indicatiebesluit, op 1 januari 2009 tot de functiecategorie BGI + PV/VP/BH (Begeleiding Individueel met een of meer van de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Behandeling), en op 1 januari 2011 in de categorie PV-sec (alleen Persoonlijke Verzorging). Door het wisselende aantal geldige functies, kan de totale zorgomvang van het besluit in de tijd veranderen. Daarom wordt de zorgomvang ook op ieder peilmoment opnieuw vastgesteld. De cliënten met een intramurale indicatie zijn ingedeeld in de functiecategorieën Intramuraal GGZ, Intramuraal GZ, Intramuraal VV en Intramuraal Onbekend. Deze categorieën bestaan uit zowel cliënten met VB- als ZZP-indicaties.
2.3.5 Voorkeursleveringsvorm Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn voorkeur heeft: persoonsgebonden budget (Pgb) of zorg in natura (ZIN). In een indicatiebesluit dat meerdere functies omvat, kan voor iedere functie een leveringsvorm gekozen worden. Hierdoor is het mogelijk dat een indicatiebesluit zowel de voorkeursleveringsvorm Pgb als ZIN bevat. In de tabel over voorkeursleveringsvorm worden dus de volgende categorieën gebruikt: • Zorg in natura (ZIN); • Persoonsgebonden budget (Pgb); • Combinatie ZIN en Pgb. Belangrijk is dat de voorkeursleveringsvorm die het CIZ registreert niet overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt namelijk in afstemming met het zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur. Bij een intramurale indicatie kan de cliënt ook zijn leveringsvorm van voorkeur aangeven. Die wordt geregistreerd in het besluit, maar deze informatie is (nog) niet beschikbaar in het gegevensbestand waarop deze rapportage is gebaseerd. Wel wordt bij intramurale aanspraak meestal gekozen voor zorg in natura.
3. Totale aanspraak op AWBZ-zorg
Op 1 juli 2012 hadden 33.400 cliënten in provincie Groningen een geldige indicatie voor AWBZ-zorg (door het CIZ geïndiceerd). In heel Nederland waren er op 1 juli 2012 781.210 cliënten met een geldige CIZ-indicatie voor AWBZzorg. Tabel 3.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen en in Nederland.
Locatie
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
Groningen
32.105
32.785
33.400
Nederland
758.655
769.705
781.210
4. Leeftijd
In Tabel 4.1 staat een overzicht van de cliënten met uitstaand recht op AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012, verdeeld over zeven leeftijdscategorieën. In de tabel is te zien dat op 1 juli 2012 de grootste groep AWBZ-cliënten in provincie Groningen in de leeftijdscategorie 18-49 jaar viel. Tabel 4.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen naar leeftijd.
Leeftijd
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
0-11 jaar
1.160
1.100
1.065
12-17 jaar
1.290
1.345
1.320
18-49 jaar
8.035
8.485
8.890
50-64 jaar
4.185
4.350
4.445
65-74 jaar
3.250
3.340
3.440
75-84 jaar
6.840
6.795
6.785
85 jaar en ouder
7.345
7.365
7.450
x
x
x
32.105
32.785
33.400
Leeftijd onbekend Totaal
Tabel 4.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen naar leeftijd.
Leeftijd
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
0-11 jaar
5%
5%
5%
12-17 jaar
5%
5%
5%
18-49 jaar
25%
25%
25%
50-64 jaar
15%
15%
15%
65-74 jaar
10%
10%
10%
75-84 jaar
20%
20%
20%
85 jaar en ouder
25%
20%
20%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
Leeftijd onbekend Totaal
5. Dominante grondslag
Tabel 5.1 geeft de verdeling weer van AWBZ-cliënten ingedeeld naar dominante grondslag. Uit de tabel blijkt dat in provincie Groningen de groep cliënten met de dominante grondslag SOM op 1 juli 2012 het grootste was. Tabel 5.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen naar dominante grondslag.
Dominante grondslag
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
13.275
13.170
13.305
PG
3.085
3.125
3.145
PSY
5.600
6.045
6.375
LG
2.970
3.045
3.055
VG
6.590
6.895
7.075
ZG
585
495
450
5
x
x
32.105
32.785
33.400
SOM
Grondslag onbekend Totaal
Tabel 5.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen naar dominante grondslag.
Dominante grondslag
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
SOM
40%
40%
40%
PG
10%
10%
10%
PSY
15%
20%
20%
LG
10%
10%
10%
VG
20%
20%
20%
ZG
0%
0%
0%
Grondslag onbekend
0%
0%
0%
100%
100%
100%
Totaal
6. Cliëntgroepen
In dit hoofdstuk worden de cliëntgroepen gepresenteerd. Paragraaf 6.1 bevat een overzicht van alle cliënten naar cliëntgroep. In de paragrafen 6.2 en 6.3 worden respectievelijk de extramurale en intramurale cliënten los van elkaar vermeld.
6.1 Alle cliënten naar cliëntgroep In Tabel 6.1.1 zijn de cliëntgroepen weergegeven die zijn gebaseerd op de leeftijd en dominante grondslag van de cliënt. Het blijkt dat in provincie Groningen de cliëntgroep SOM 75 jaar en ouder de grootste was. Tabel 6.1.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
SOM 0-64 jaar
1.890
1.825
1.810
SOM 65-74 jaar
1.860
1.885
1.950
SOM 75 jaar en ouder
9.615
9.555
9.640
PG 65 jaar en ouder
2.995
3.030
3.050
PSY 18 jaar en ouder
5.600
6.045
6.375
VG 0-17 jaar
1.965
2.030
2.010
VG 18 jaar en ouder
4.625
4.865
5.065
ZG
585
495
450
LG
2.970
3.045
3.055
5
x
x
32.105
32.785
33.400
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 6.1.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
SOM 0-64 jaar
5%
5%
5%
SOM 65-74 jaar
5%
5%
5%
SOM 75 jaar en ouder
30%
30%
30%
PG 65 jaar en ouder
10%
10%
10%
PSY 18 jaar en ouder
15%
20%
20%
5%
5%
5%
15%
15%
15%
ZG
0%
0%
0%
LG
10%
10%
10%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
VG 0-17 jaar VG 18 jaar en ouder
Cliëntgroep onbekend Totaal
6.2 Extramurale cliënten naar cliëntgroep In provincie Groningen waren er op 1 juli 2012 20.900 cliënten met een extramurale indicatie. De grootste groep extramurale cliënten in provincie Groningen op 1 juli 2012 werd gevormd door de cliëntgroep SOM 75 jaar en ouder. Er waren 11.175 cliënten met een indicatie voor de functie Begeleiding. Dit betekent dat 53 procent van de cliënten met een extramurale indicatie (ook) aanspraak op Begeleiding had. De grootste groep cliënten met Begeleiding op 1 juli 2012 viel binnen de cliëntgroep PSY 18 jaar en ouder. Tabel 6.2.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
Geen BG
Wel BG
Geen BG
Wel BG
Geen BG
Wel BG
SOM 0-64 jaar
1.340
305
1.270
300
1.240
310
SOM 65-74 jaar
1.390
175
1.405
165
1.455
180
SOM 75 jaar en ouder
5.710
515
5.770
520
5.810
540
165
345
185
305
175
340
PSY 18 jaar en ouder
40
4.345
40
4.685
40
4.960
VG 0-17 jaar
60
1.585
75
1.620
90
1.570
VG 18 jaar en ouder
15
1.865
10
1.990
10
2.040
ZG
160
290
80
275
40
265
LG
800
960
830
985
865
975
x
x
x
x
x
x
9.680
10.385
9.660
10.840
9.725
11.175
PG 65 jaar en ouder
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 6.2.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
Geen BG
Wel BG
Geen BG
Wel BG
Geen BG
Wel BG
SOM 0-64 jaar
15%
5%
15%
5%
15%
5%
SOM 65-74 jaar
15%
0%
15%
0%
15%
0%
SOM 75 jaar en ouder
60%
5%
60%
5%
60%
5%
PG 65 jaar en ouder
0%
5%
0%
5%
0%
5%
PSY 18 jaar en ouder
0%
40%
0%
45%
0%
45%
VG 0-17 jaar
0%
15%
0%
15%
0%
15%
VG 18 jaar en ouder
0%
20%
0%
20%
0%
20%
ZG
0%
5%
0%
5%
0%
0%
LG
10%
10%
10%
10%
10%
10%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Cliëntgroep onbekend Totaal
6.3 Intramurale cliënten naar cliëntgroep In provincie Groningen waren er op 1 juli 2012 ? cliënten met een intramurale indicatie. De grootste groep intramurale cliënten in provincie Groningen op 1 juli 2012 werd gevormd door de cliëntgroep SOM 75 jaar en ouder. Tabel 6.3.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
SOM 0-64 jaar
245
260
260
SOM 65-74 jaar
295
320
315
SOM 75 jaar en ouder
3.390
3.265
3.290
PG 65 jaar en ouder
2.485
2.540
2.535
PSY 18 jaar en ouder
1.215
1.320
1.375
320
335
355
2.740
2.860
3.015
ZG
135
145
145
LG
1.205
1.235
1.215
x
x
x
12.040
12.285
12.500
VG 0-17 jaar VG 18 jaar en ouder
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 6.3.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
Cliëntgroep
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
SOM 0-64 jaar
0%
0%
0%
SOM 65-74 jaar
0%
5%
5%
SOM 75 jaar en ouder
30%
25%
25%
PG 65 jaar en ouder
20%
20%
20%
PSY 18 jaar en ouder
10%
10%
10%
5%
5%
5%
25%
25%
25%
ZG
0%
0%
0%
LG
10%
10%
10%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
VG 0-17 jaar VG 18 jaar en ouder
Cliëntgroep onbekend Totaal
7. Functiecategorieën
Indicatiebesluiten kunnen verschillende (combinaties van) functies omvatten. Tabel 7.1 geeft weer hoeveel cliënten in iedere functiecategorie vallen. De functiecategorie PV-sec was het grootst. Tabel 7.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per functiecategorie.
Functiecategorie
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
PV-sec
6.310
6.475
6.505
VP-sec
1.295
1.230
1.200
PV+VP
1.665
1.565
1.650
370
370
360
4.130
4.475
4.745
930
1.005
1.080
BGG-sec
1.035
1.080
1.105
BGG+PV/VP/BH
1.000
925
890
BGI+BGG (sec)
1.485
1.615
1.690
BGI+BGG(+PV/VP/BH)
535
555
615
KVB (+PV/VP/BH/BGI/BGG)
1.310
1.200
1.060
Intramuraal GGZ
1.210
1.310
1.365
Intramuraal GZ
4.350
4.525
4.670
Intramuraal VV
6.480
6.450
6.465
x
x
x
32.105
32.785
33.400
BH(+PV/VP) BGI-sec BGI+PV/VP/BH
Intramuraal Onbekend3 Totaal
Het absolute aantal cliënten met intramurale zorg wordt in Bijlage A onderverdeeld naar de verschillende ZZP’s.
3
De cliënten in de categorie Intramuraal Onbekend hebben een geldige indicatie voor Verblijf (in functie en klassen), maar de sector waarin zij verblijven kan niet worden bepaald omdat hun grondslag onbekend is.
Tabel 7.2 Relatief aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per functiecategorie.
Functiecategorie
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
PV-sec
20%
20%
20%
VP-sec
5%
5%
5%
PV+VP
5%
5%
5%
BH(+PV/VP)
0%
0%
0%
15%
15%
15%
BGI+PV/VP/BH
5%
5%
5%
BGG-sec
5%
5%
5%
BGG+PV/VP/BH
5%
5%
5%
BGI+BGG (sec)
5%
5%
5%
BGI+BGG(+PV/VP/BH)
0%
0%
0%
KVB (+PV/VP/BH/BGI/BGG)
5%
5%
5%
Intramuraal GGZ
5%
5%
5%
Intramuraal GZ
15%
15%
15%
Intramuraal VV
20%
20%
20%
0%
0%
0%
100%
100%
100%
BGI-sec
Intramuraal Onbekend Totaal
8. Cliëntgroepen naar extramurale zorgomvang
In Tabellen 8.1 tot en met 8.5 worden voor iedere extramurale functie apart het gemiddelde aantal uren zorg per week gepresenteerd4. Hierbij moet worden aangetekend dat het gemiddelde voor iedere functie is berekend op basis van de cliënten die een indicatie voor de betreffende functie hebben. Immers, niet iedereen in een bepaalde cliëntgroep heeft per definitie dezelfde zorg geïndiceerd gekregen. Bijvoorbeeld, het kan dat slechts tien procent van de kinderen met een verstandelijke handicap een indicatie voor Verpleging heeft, tachtig procent een indicatie voor Begeleiding Groep en alle cliënten in deze cliëntgroep een indicatie voor Persoonlijke Verzorging. In dit (hypothetische) geval zou de gemiddelde zorgomvang per functie berekend worden over die respectievelijk tien, tachtig en honderd procent van de cliëntgroep. In iedere tabel wordt daarom voor elke cliëntgroep vermeld, hoeveel cliënten een indicatie voor de betreffende functie hadden. Tabel 8.1 Aantal cliënten met Begeleiding Individueel en het gemiddelde aantal uren Begeleiding Individueel per week op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
1 juli 2011 Cliëntgroep SOM 0-64 jaar
Gemiddeld aantal uren BGI
Aantal cliënten met BGI
1 juli 2012
Gemiddeld aantal uren BGI
Aantal cliënten met BGI
Gemiddeld aantal uren BGI
205
10,8
210
9,6
230
10,0
SOM 65-74 jaar
80
18,7
75
14,7
85
14,4
SOM 75 jaar en ouder
160
20,0
165
20,3
180
20,9
80
2,8
85
2,8
115
2,8
PSY 18 jaar en ouder
3.815
3,0
4.120
3,0
4.390
3,0
VG 0-17 jaar
1.090
3,4
1.130
3,4
1.120
3,4
VG 18 jaar en ouder
1.720
4,2
1.840
4,2
1.890
4,3
ZG
250
2,9
235
3,1
235
2,9
LG
625
3,1
665
3,1
680
3,0
x
-
x
-
x
-
8.030
4,0
8.530
3,9
8.920
4,0
PG 65 jaar en ouder
Cliëntgroep onbekend Totaal
4
Aantal cliënten met BGI
1 januari 2012
De functie Behandeling Groep bestaat sinds januari 2011. Pas vanaf dat moment wordt voor deze functie een omvang geïndiceerd. Behandeling Individueel en de oude functie Behandeling (Algemeen) kennen geen omvang. Over de functie Behandeling wordt daarom geen zorgomvang gerapporteerd.
Tabel 8.2 Aantal cliënten met Begeleiding Groep en het gemiddelde aantal dagdelen Begeleiding Groep per week op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
1 juli 2011
Cliëntgroep
Aantal cliënten met BGG
1 januari 2012
Gemiddeld aantal dagdelen BGG
1 juli 2012
Gemiddeld aantal dagdelen BGG
Aantal cliënten met BGG
Aantal cliënten met BGG
Gemiddeld aantal dagdelen BGG
SOM 0-64 jaar
140
4,5
120
4,4
120
4,4
SOM 65-74 jaar
110
4,6
100
4,5
110
4,3
SOM 75 jaar en ouder
375
4,6
380
4,7
380
4,7
PG 65 jaar en ouder
295
5,5
250
5,5
265
5,6
PSY 18 jaar en ouder
1.525
4,6
1.625
4,7
1.665
4,7
VG 0-17 jaar
1.350
3,4
1.370
3,2
1.320
3,1
VG 18 jaar en ouder
645
7,1
665
7,0
680
6,9
ZG
120
3,6
120
3,8
115
3,7
LG
585
4,7
575
4,7
560
4,7
x
x
x
-
x
-
5.150
4,6
5.210
4,6
5.215
4,6
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 8.3 Aantal cliënten met Kortdurend Verblijf en het gemiddelde aantal etmalen Kortdurend Verblijf per week op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
1 juli 2011
Cliëntgroep
SOM 0-64 jaar
Aantal cliënten met KVB
1 januari 2012
Gemiddeld aantal etmalen KVB
1 juli 2012
Gemiddeld aantal etmalen KVB
Aantal cliënten met KVB
Gemiddeld aantal etmalen KVB
Aantal cliënten met KVB
20
1,3
20
1,3
15
1,2
SOM 65-74 jaar
x
x
x
x
x
x
SOM 75 jaar en ouder
5
1,6
x
x
x
x
PG 65 jaar en ouder
10
1,4
5
1,3
5
1,6
PSY 18 jaar en ouder
50
1,3
45
1,2
40
1,2
VG 0-17 jaar
895
1,1
825
1,1
735
1,1
VG 18 jaar en ouder
215
1,1
210
1,1
195
1,1
ZG
30
1,4
20
1,2
15
1,1
LG
85
1,2
70
1,2
55
1,1
x
-
x
-
x
-
1.310
1,1
1.200
1,1
1.060
1,1
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 8.4 Aantal cliënten met Persoonlijke Verzorging en het gemiddelde aantal uren Persoonlijke Verzorging per week op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
1 juli 2011 Cliëntgroep
Aantal cliënten met PV
1 januari 2012
Gemiddeld aantal uren PV
Aantal cliënten met PV
1 juli 2012
Gemiddeld aantal uren PV
Aantal cliënten met PV
Gemiddeld aantal uren PV
SOM 0-64 jaar
1.035
6,5
985
6,3
1.015
6,4
SOM 65-74 jaar
1.225
5,3
1.235
5,1
1.295
5,3
SOM 75 jaar en ouder
5.625
5,4
5.725
5,3
5.765
5,4
PG 65 jaar en ouder
390
7,2
365
7,3
380
7,7
PSY 18 jaar en ouder
310
4,1
320
4,2
340
4,0
VG 0-17 jaar
560
5,7
575
5,7
565
5,6
VG 18 jaar en ouder
280
6,0
275
5,7
295
5,6
ZG
135
7,4
115
7,1
100
6,6
LG
1.335
8,9
1.375
9,1
1.415
9,2
5
3,7
x
x
x
x
10.900
6,0
10.980
5,9
11.175
6,0
Cliëntgroep onbekend Totaal
Tabel 8.5 Aantal cliënten met Verpleging en het gemiddelde aantal uren Verpleging per week op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per cliëntgroep.
1 juli 2011 Cliëntgroep
Aantal cliënten met VP
1 januari 2012
Gemiddeld aantal uren VP
Aantal cliënten met VP
1 juli 2012
Gemiddeld aantal uren VP
Aantal cliënten met VP
Gemiddeld aantal uren VP
SOM 0-64 jaar
815
4,0
755
4,1
705
4,0
SOM 65-74 jaar
605
3,7
595
3,7
605
3,5
SOM 75 jaar en ouder
1.710
3,2
1.590
3,3
1.720
3,0
PG 65 jaar en ouder
70
3,3
65
3,5
70
3,5
PSY 18 jaar en ouder
80
3,3
85
3,0
95
2,8
VG 0-17 jaar
30
5,8
25
6,5
25
2,8
VG 18 jaar en ouder
50
3,9
55
3,7
50
4,1
ZG
30
6,0
25
3,5
20
3,4
LG
355
4,7
355
4,9
365
4,7
x
-
x
-
x
-
3.750
3,7
3.550
3,7
3.655
3,5
Cliëntgroep onbekend Totaal
9. Voorkeursleveringsvorm: Pgb en ZIN
Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn voorkeur heeft. Belangrijk is dat de hier gepresenteerde voorkeursleveringsvorm niet overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt namelijk in afstemming met het zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur. Zie ook paragraaf 2.3.4 op pagina 10. In Tabel 9.1 (waarin alleen de cliënten met een extramurale indicatie zijn opgenomen) is zichtbaar dat er in provincie Groningen op 1 juli 2012 meer cliënten waren met de voorkeursleveringsvorm zorg in natura (ZIN) dan de leveringsvorm persoonsgebonden budget (Pgb). Tabel 9.2 toont dat 70 procent van de cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg op 1 juli 2012 heeft aangegeven deze zorg bij voorkeur in de vorm van zorg in natura te ontvangen. 25 procent van de cliënten prefereerde een persoonsgebonden budget. 5 procent van de cliënten koos voor een combinatie van de twee leveringsvormen. Tabel 9.1 Aantal cliënten met een geldige extramurale indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per voorkeursleveringsvorm.
Voorkeursleveringsvorm zorg in natura (ZIN)
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
13.440
13.615
14.205
4.960
5.145
5.000
ZIN+Pgb
720
730
675
onbekend
945
1.015
1.020
20.065
20.505
20.900
persoonsgebonden budget (Pgb)
Totaal
Tabel 9.2 Relatieve aantal cliënten met een geldige extramurale indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per voorkeursleveringsvorm.
Voorkeursleveringsvorm
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
zorg in natura (ZIN)
65%
65%
70%
persoonsgebinden budget (Pgb)
25%
25%
25%
ZIN+Pgb
5%
5%
5%
onbekend
5%
5%
5%
100%
100%
100%
Totaal
Bijlage A. Aantal cliënten per ZZP-soort
Intramurale indicaties zijn geformuleerd in termen van zorgzwaartepaketten (ZZP’s) 5, waarbij drie sectoren worden onderscheiden op basis van de dominante grondslag: Verpleging en Verzorging, Gehandicaptenzorg en Geestelijke Gezondheidszorg. In aanvulling op deze sectoren kennen de ZZP”s verbijzonderingen naar specifieke setting. Er bestaan ZZP-sets voor: Verpleging en Verzorging (V&V); Verstandelijke handicap (VG); Licht Verstandelijke Gehandicapt (LVG); Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt (SGLVG); Lichamelijke handicap (LG); Zintuiglijke handicap Auditief (ZGaud) en Visueel (ZGvis); Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). De ZZP's VG (LVG, SGLVG), ZG en LG vallen onder de sector Gehandicaptenzorg (GZ). Iedere set zorgzwaartepaketten bestaat uit een of meerdere uitvoeringen. Zo is er bijvoorbeeld slechts één ZZP-SGLVG, kent het ZZP-LG zeven categorieën en zijn er tien verschillende ZZP’s binnen de set V&V. Ieder ZZP is toegesneden op een groep cliënten met een vooraf vastgesteld cliëntprofiel. Van elk ZZP is bovendien vastgelegd welk soort zorg binnen het ZZP valt, wat de omvang van de totale zorg in uren is, in welke setting zorg kan worden ingezet (bijvoorbeeld beschermd wonen), en onder welke leveringsvoorwaarde 6 dit kan. Van ieder zorgzwaartepakket is een beschrijving beschikbaar via www.rijksoverheid.nl : onderwerp ‘zorgzwaartebekostiging’, ‘zorgpakket: beschrijving van de zorg’.
5
Cliënten die vóór juli 2007 zijn geïndiceerd, hebben geen indicatiebesluit in termen van ZZP’s, maar in termen van Verblijf (VB). Deze indicaties zijn onder te verdelen naar drie sectoren: GGZ, GZ en V&V. Zie ook paragraaf 2.3.2. 6 De leveringsvoorwaarde is het advies van het CIZ aan het zorgkantoor in casu de zorgaanbieder, inzake de zorgverlening waar het gaat om de (on)planbaarheid van de zorg (kan de zorg plaatsvinden op afspraak, of is die voortdurend of op onplanbare tijden nodig?) en/of de nabijheid van de zorgverlener ten opzichte van de verzekerde (is het noodzakelijk dat de zorgverlener direct in de buurt is, of volstaat het de zorgverlener op te roepen).
Tabel A.1 Aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg op 1 juli 2011, 1 januari 2012 en 1 juli 2012 in provincie Groningen per ZZP.
Functiecategorie
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
VV01
325
280
235
VV02
880
820
730
VV03
845
885
950
VV04
920
995
1.005
VV05
1.820
1.900
1.925
VV06
515
550
605
VV07
145
160
190
40
45
60
VV08 VV09
675
670
x
*
-
-
650
VV09b*
-
-
65
35
40
40
280
110
x
VG01
45
35
35
VG02
310
310
335
VG03
715
765
825
VG04
385
405
415
VG05
370
375
385
VG06
730
815
900
VG07
240
245
245
VG08
10
20
40
LVG01
x
x
x
LVG02
20
15
15
LVG03
95
110
115
LVG04
40
35
40
LVG05
10
10
10
x
x
x
LG01
85
75
65
LG02
95
95
100
LG03
275
265
250
*
VV09a
VV10 Verblijf VV
SGLVG01
*
In het verleden kregen alle cliënten die aanspraak maakten op een vorm van revalidatiezorg terecht in een zorgzwaartepakket VV09. Per 1 januari 2012 wordt er in de indicatiestelling onderscheid gemaakt tussen VV09a en VV09b. VV09a is bedoeld voor cliënten die voorafgaand aan revalidatiezorg geen Behandeling in combinatie met Verblijf ontvingen. VV09b wordt geïndiceerd als er wel reeds sprake is van een indicatie met Behandeling in combinatie met Verblijf.
Functiecategorie
1 juli 2011
1 januari 2012
1 juli 2012
LG04
205
235
235
LG05
165
165
155
LG06
250
270
265
LG07
75
80
90
ZG VIS01
15
10
10
ZG VIS02
15
15
10
ZG VIS03
20
25
20
ZG VIS04
10
10
15
ZG VIS05
10
15
15
ZG AUD01
5
10
10
ZG AUD02
30
35
40
ZG AUD03
10
10
10
ZG AUD04
10
10
10
Verblijf GZ
95
55
x
GGZ01B
x
x
x
GGZ02B
x
5
x
GGZ03B
30
35
40
GGZ04B
30
30
35
GGZ05B
30
30
40
GGZ06B
10
10
10
GGZ07B
10
5
5
GGZ01C
40
35
30
GGZ02C
175
170
180
GGZ03C
560
640
680
GGZ04C
185
205
220
GGZ05C
70
100
100
GGZ06C
10
15
15
Verblijf GGZ
60
30
x
560
x
x
12.040
12.285
12.500
Verblijf, sector onbekend Totaal aantal cliënten intramuraal
Bijlage B. Wat valt onder AWBZ-zorg?
Functie
Voorbeelden van zorg binnen de functie
Persoonlijke Verzorging
Hulp bij douchen, aankleden, scheren, pillen innemen, ogen druppelen of naar de wc gaan.
Verpleging
Medische hulp, zoals wondverzorging en injecties, of hulp bij zelf leren injecteren.
Begeleiding
Hulp bij het organiseren van praktische zaken in het dagelijks leven.
Verblijf
Verblijven in een AWBZ-instelling, zoals verpleeg- of verzorgingshuis, revalidatie gedurende enkele weken of maanden.
Behandeling
Herstel of verbetering van een aandoening (bijvoorbeeld: opnieuw leren lopen na een hersenbloeding), of verbetering van vaardigheden of gedrag (bijvoorbeeld: leren omgaan met woedeaanvallen).
Kortdurend Verblijf
Logeren in een instelling voor maximaal drie etmalen per week.
Meer informatie over de inhoud van de functies is te lezen in de Indicatiewijzer 4.1. Dit is een uitgave van het CIZ en is te downloaden via www.ciz.nl: Downloads/ CIZ Indicatiewijzer.
Bijlage C. Lijst van afkortingen
Op alfabetische volgorde: AWBZ BG BGG BGI BH BHG BHI KVB LG PG Pgb PSY PV SOM VB VBT VG VP ZG ZIN ZZP
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Begeleiding (overkoepelende functiegroep) Begeleiding Groep (d.w.z. in groepsverband) Begeleiding Individueel Behandeling (functie) Behandeling Groep (m.i.v. 1 januari 2011) Behandeling Individueel (m.i.v. 1 januari 2011) Kortdurend Verblijf (m.i.v. 1 januari 2011) Lichamelijke handicap (grondslag) Psychogeriatrische aandoening/ziekte (grondslag) Persoonsgebonden budget Psychiatrische aandoening/ziekte (grondslag) Persoonlijke Verzorging (functie) Somatische aandoening/ziekte (grondslag) Verblijf (overkoepelende functiegroep) Verblijf Tijdelijk (functie, tot 1 januari 2011)) Verstandelijke handicap (grondslag) Verpleging (functie) Zintuiglijke handicap (grondslag) Zorg in natura Zorgzwaartepakket
Dit is een uitgave van het CIZ. Versie 3.1 – september 2012 De verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie berust bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het gebruik van cijfers en/of teksten uit deze publicatie als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. CIZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. Voortschrijdend inzicht en informatiewensen vanuit het Ministerie van VWS en de AWBZ-ketenpartners kunnen leiden tot aanpassing van de vorm en inhoud van deze publicatie.