Civis Mundi Israëlisch-Palestijns conflict als sluitstuk van het Europese dekolonisatiedrama Wim Couwenberg
Historische achtergrond dekolonisatiedrama Dat op regeringsniveau zo vaak dom- en dwaasheden begaan worden, daarvan geeft de Amerikaanse historica Barbara Tuchman in haar boek The March Of Folly (1984) uit de wereldgeschiedenis veel treffende voorbeelden. Ik ben geneigd de meeste dekolonisatieprocessen na de Tweede Wereldoorlog daartoe eveneens te rekenen. 'Too late and too little', dat hebben zij veelal met elkaar gemeen. Gemeen hebben ze ook hun historische oorsprong: het verlies van de Europese hegemonie in de wereld na de Tweede Wereldoorlog. Die oorlog maakt deel uit van wat historici tegenwoordig de Europese burgeroorlog van de twintigste eeuw noemen. Die begint in 1914 met de Eerste Wereldoorlog, de oercatastrofe van de twintigste eeuw, waar alle verdere ontwikkelingen in die eeuw op de een of andere manier mee samenhangen. Het naïeve liberale vooruitgangsoptimisme van de negentiende eeuw dat in die oorlog onverhoeds afknapt op een onvoorziene geweldsexplosie, herleeft daarna niettemin, wanneer op Amerikaans initiatief besloten wordt tot de oprichting van de Volkenbond. Die moest een nieuwe vreedzame wereldorde in liberale zin vestigen en zodoende voorgoed een einde maken aan oorlog als constante in de internationale betrekkingen. Daarop is van Japanse zijde ingehaakt met een voorstel om in het statuut van de Volkenbond in liberale geest een bepaling op te nemen, waarin alle rassen principieel gelijkwaardig verklaard worden. Dat was toen echter nog een brug te ver. Ook Amerika was daar nog niet aan toe vanwege zijn interne rassentegenstellingen. Amerika nam bij monde van president Woodrow Wilson tevens het initiatief die nieuwe liberale wereldorde te baseren op het zelfbeschikkingsrecht der volken. De proclamatie van dat recht samen met het Japanse streven naar erkenning van de gelijkwaardigheid van alle rassen heeft de ideologische grondslag gelegd, waarop in de jaren '20 van de vorige eeuw in Europese koloniale rijken, ook in Indonesië, nationalistische bewegingen opkwamen die de koloniale heerschappij met
pagina 1 van 5 - www.civismundi.nl
Europese liberale beginselen gingen betwisten. Na de Tweede Wereldoorlog is dat zelfbeschikkingsrecht in het Handvest van de VN opnieuw erkend en is het door nationalistische bewegingen in Europese koloniën met succes ingezet als legitimatie van hun streven naar bevrijding uit koloniale overheersing. Toch is die bevrijding meestal nog wel met veel politieke conflicten en bloedvergieten gepaard gegaan. Koloniale mogendheden hadden grote moeite zo onverhoeds het verlies van hun koloniale machtsposities te aanvaarden. Zij reageerden daardoor te laat en in onvoldoende mate op de veranderde machtsverhoudingen in de wereld. De Europese hegemonie maakte namelijk plaats voor twee nieuwe supermachten die bij alle fundamentele verschillen over één ding het met elkaar eens waren, namelijk hun principieel antikoloniale oriëntatie. In onderlinge concurrentie wierpen zij zich op als bondgenoten van nationale bevrijdingsbewegingen in Azië en daarna in Afrika. Die bewegingen profiteerden bovendien van het reusachtige gezags- en gezichtsverlies dat koloniale mogendheden tijdens de Japanse bezetting van hun koloniën geleden hadden. Zij genoten daarom ook veel meer steun van de bevolking dan de koloniale machtshebbers in de gaten hadden (J. Bank, 1985). Dit alles vormt mijns inziens de historische achtergrond van het Europese dekolonisatiedrama. En de dekolonisatie van Nederlands-Indië was daarvan eveneens een onderdeel. Alleen Groot-Brittannië heeft het er veel beter af gebracht.
Omslag naar principieel antikolonialisme Zoals Nederland geworsteld heeft met het prijsgeven van zijn oude koloniale banden met het vooroorlogse Nederlands-Indië en zich daarna bekeerd heeft tot een principieel antikolonialisme in de eerste plaats ten opzichte van de apartheid in Zuid-Afrika als restant van Europees kolonialisme, zo worstelt het ondanks zijn principieel antikoloniale oriëntatie opnieuw met zijn houding in het IsraëlischPalestijnse conflict, dat in zekere zin vergelijkbaar is met de conflictsituatie in ZuidAfrika tijdens de apartheid. Dit was, zo leek het, de laatste fase in het naoorlogse dekolonisatieproces. Maar in het Israëlisch - Palestijnse conflict worden we nog steeds geconfronteerd met een ijselijk lang voortslepend dekolonisatieproces. Dit conflict is wel gekarakteriseerd als de laatste koloniale oorlog.[1] Het herinnert namelijk aan het Europees kolonialisme waarvan ontstaan en ontwikkeling van de staat Israël een laatste restant is. Door zijn etnisch-nationalistische en koloniale trekken, zoals een exclusief Joods karakter, discriminatie van Arabieren in Israël,
pagina 2 van 5 - www.civismundi.nl
kolonisatie en territoriale expansie via een consequent doorgevoerde nederzettingenpolitiek, ernstige belemmering van de bewegingsvrijheid van Palestijnen, enz., - een ontwikkeling waartegen de Joodse filosofen Martin Buber en Hannah Arendt nadrukkelijk gewaarschuwd hebben - toont de staat Israël onmiskenbaar verwantschap met het interne kolonialisme van het apartheidsbewind in Zuid-Afrika en deelt het daarmee een racistische oriëntatie. Het ziet eruit als apartheid, het riekt naar apartheid, het voelt als apartheid, maar op de een of andere manier wil de wereld dat niet zien, constateert Arjan El Fassed, een Nederlander met een Palestijnse achtergrond[2] en tegenwoordig Tweede Kamerlid voor GroenLinks. In afwijking van de heersende opinie in Nederland die te dien aanzien consequent wegkijkt van die pijnlijke realiteit - in zekere zin vergelijkbaar met het wegkijken tijdens de oorlog bij het wegvoeren van Joden naar Duitse concentratiekampen - is die realiteit in Civis Mundi herhaaldelijk onder de aandacht gebracht.[3] Die nieuwe uiting van wat eerder als apartheid in Zuid-Afrika bestreden is wordt nu stilzwijgend geaccepteerd, nu Israël in het geding is. Voor de morele verontwaardiging over de apartheid in Zuid-Afrika die in de jaren '80 hoog opliep, is er nu nauwelijks een voedingsbodem.
Uitzichtloze dekolonisatieproblematiek Bij een onbevangen beoordeling toont de oprichting van een exclusief joodse staat op een aantal punten, lijkt mij, onmiskenbaar grote verwantschap met het streven van Afrikaner nationalisten naar een zuiver blanke (apartheids)staat zoals dat in Zuid-Afrika sinds 1948 operationeel gemaakt is. Als westerse enclave in een nietwesterse regio en late expressie van Europees kolonialisme en in die zin ook een voorpost van westerse machtsontplooiing aldaar is Israël evenals Zuid-Afrika onder de apartheid een land geworden dat voor zijn zelfhandhaving sterk leunt op militaire suprematie. Evenals Zuid-Afrika onder de apartheid, is het in de ban geraakt van een nationaal veiligheidssyndroom. Daardoor is het een 'nation in war' geworden en vallen elementaire mensenrechten van Palestijnen daaraan zonodig ten offer. Israël kent alleen mensenrechten voor Joden zoals het apartheidsregime in Zuid-Afrika die alleen kent voor blanken, constateerde in de jaren zeventig al Joodse advocaten die optraden als verdedigers van Palestijnse arrestanten. In afwijking van de heersende opinie in Nederland die te dien aanzien consequent wegkijkt van die pijnlijke realiteit - in zekere zin vergelijkbaar met het wegkijken tijdens de oorlog
pagina 3 van 5 - www.civismundi.nl
bij het wegvoeren van Joden naar Duitse concentratiekampen - is die realiteit in Civis Mundi herhaaldelijk onder de aandacht gebracht.[4] Die nieuwe uiting van wat eerder als apartheid in Zuid-Afrika bestreden is wordt nu stilzwijgend geaccepteerd, nu Israël in het geding is. Voor de morele verontwaardiging over de apartheid in Zuid-Afrika die in de jaren '80 hoog opliep, is er nu nauwelijks een voedingsbodem. Dat is wel verklaarbaar. Wat de staat Israël betreft, ontbreekt die vanwege de holocaust waaraan die staat zijn ontstaan dankt en waarin het eeuwenlange christelijk geïnspireerde antisemitisme in Europa in de 20e eeuw culmineert. Ondanks zijn antikoloniale oriëntatie als uitgangspunt verhoudt Nederland zich ten opzichte van dit laatste koloniale conflict zoals gezegd heel ambivalent. Enerzijds erkent het het recht van Palestijnen op een eigen staat (tweestatenoplossing), anderzijds steunt het Israël onvoorwaardelijk in zijn streven naar waarborging van zijn nationale veiligheid. Israël heeft echter grote moeite het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen, dus een eigen Palestijnse staat, te aanvaarden. Het ziet daarin een bedreiging van de eigen veiligheid en is met zijn jarenlange koloniale nederzettingenpolitiek geruisloos bezig een eigen, levensvatbare Palestijnse staat in feite te verijdelen. De nationale veiligheid van Israël verdraagt zich in Israëlische ogen derhalve niet met een levensvatbare Palestijnse staat. Daarmee zit de wereld opgescheept met een uitzichtloze dekolonisatieproblematiek zonder weerga.
[1] Zie R. Fisk, The Great War of Civilization. The Conquest of the Middle East, 2003 [2] A.L. Fassed, Niet iedereen kan stenen gooien, 2008. [3] Zie o.a. C.A.O van Nieuwenhuijze en L.A.V. Metzemaekers, Dekolonisatie en intern kolonialisme, Civis Mundi, 2, 1989; S.W. Couwenberg, De staat Israël een vorm van intern kolonialisme, Civis Mundi 4, 1998; idem Moderniteit als nieuw beschavingstype, Civis Mundi Jaarboek 2009, pp 275-277 [4] Zie o.a. C.A.O van Nieuwenhuijze en L.A.V. Metzemaekers, aw (zie noot 10); S.W. Couwenberg, De staat Israël een vorm van intern kolonialisme, Civis Mundi
pagina 4 van 5 - www.civismundi.nl
4, 1998; idem Moderniteit als nieuw beschavingstype, Civis Mundi Jaarboek 2009, pp 275-277
pagina 5 van 5 - www.civismundi.nl