Chronisch Suïcidaal Gedrag vraagt om specifieke zorg Geeske Meijer Verpleegkundig Specialist GGZ Aandachtsfunctionaris Suïcidepreventie GGz Centraal Commissie Suïcidaliteit GGz Centraal Innova training suïcidepreventie GGz Centraal PITSTOP training 113online, aanvulling chronische suïcidaliteit
“Els, een vrouw met ernstige persoonlijkheidsproblematiek en terugkerende depressies, belt haar behandelaar met de mededeling dat ze in het bos staat met heel veel (gespaarde) pillen. Els geeft aan klaar te zijn met dit leven. De behandelaar twijfelt en weet niet wat te doen.”
Demoralisatie?
Ontregeling bij de patiënt Disregulatie van emoties/ interpersoonlijk probleem.
Twijfel over verantwoordelijk heden gecombineerd met toenemend appèl
Handelingsverlegenheid bij de hulpverlener
Ontbreken van perspectief/ alternatieven bij de patiënt en de hulpverlener
De Multidisciplinaire Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag; Summier op het gebied van chronisch suïcidaal gedrag
Ontwerp, aanvullend op de richtlijn. Gericht op chronisch suïcidaal gedrag binnen de EPA doelgroep (m.n. met (co-morbide) persoonlijkheidsstoornis cluster B en C).
-
Begrijpen van het suïcidale proces
-
Essentiele aspecten bij de behandeling
-
Methodisch/ gestructureerd handelen
-
Interventies bij de verschillende fases binnen het behandelproces
-
Optimaliseren van de handelingsbekwaamheid van de hulpverlener
Begrijpen van het suïcidale proces • • • •
Contact Uitbreiden van het theoretisch kader Naast het stress-kwetsbaarheid en entrapment model Williams (2011), Gunderson (2012) en Joiner (2011)
Essentiële aspecten • Geduld en reflectie; in kaart brengen van de suïcidale motivatie vanuit de ontwikkelingsgeschiedenis, • Verdragen van de suïcidale dreiging door de hulpverlener, zonder moreel oordeel; betrokken en nieuwsgierig • Hulp en steun zoeken bij (homocide) dreiging binnen de organisatie • Alertheid voor acuut op chronisch suïcidaal gedrag
Methodisch en gestructureerd handelen • • • •
Duidelijk behandelkader Collaborative care, samenwerkingsteam Afspraken over doelen, verwachtingen en rollen Behandelproces proces: Voorbereiding/ Behandeling (verschillende fases) en Evaluatie
Interventies Een aantal interventies uitgelicht.. • Emotie-regulatie, steun (verbinding) en grensstelling waarbij hoop als motor werkt. • De authentieke betrokken samenwerkingsrelatie tussen hulpverlener, patiënt en diens naaste. • Onderzoek in welke fase de patiënt zit. Bepalend voor je interventies.
Verrassend neveneffect; Door toename van handelingsbekwaamheid lijkt er een paralelproces op het gebied van re-moralisatie. Er is moraal nodig om hoop en verbinding in te zetten als essentiële interventies bij chronische suïcidaliteit vanuit een authentieke betrokken behandelrelatie.
Welkom bij de workshop……….
Voor vragen:
[email protected]
Workshop “Chronisch suïcidaal gedrag binnen de EPA doelgroep vraagt om specifieke zorg” Welkom! Geeske Meijer Verpleegkundig Specialist GGZ Aandachtsfunctionaris Suïcidepreventie GGz Centraal Commissie Suïcidaliteit GGz Centraal PITSTOP training 113online, aanvulling chronische suïcidaliteit
Ervaringen met chronisch suïcidaal gedrag?
Ontwerpgericht onderzoek Aanleiding Implementatie van de richtlijn
Context FACT EPA doelgroep
Relevantie Suïcide cijfers zijn sinds 2007 gestegen, grootste toename binnen Europa
suïcide in Nederland 1980 t/m 2014
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
Mannen Vrouwen
Jaar
2013
2010
2007
2004
2001
1998
1995
1992
1989
1986
1983
Totaal
1980
Aantal
absolute aantallen (CBS, 2015)
17
Theoretisch kader • Geïntegreerd stress kwetsbaarheid en entrapment model ( Goldney en Williams, bron MDR 2012)
• Cry of Pain Model (Williams, 2001) • Interpersoonlijke coherentie (Gunderson, 2012) • Interpersoonlijke theorie (Joiner, 2011)
Geïntegreerd stress-kwetsbaarheid model (Goldney en Williams; Bron MDR 2012)
Entrapment Model (Williams, 2001)
Interpersoonlijke theorie (Joiner, 2011)
BPD, interpersoonlijke coherentie (Gunderson, 2012)
Probleemanalyse; Aandachtspunten bij chronisch suïcidaal gedrag • Commitment • Contract • Containment • Countertransference • Cooperation • Comprehensive • Concern
Doelstelling Het is duidelijk wat er naast de Multidisciplinaire Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag nodig is voor diagnostiek en behandeling van chronisch suïcidale patiënten binnen de EPA doelgroep. Deze kennis wordt verwerkt in een aanvulling op de richtlijn, gericht op chronische suïcidaliteit binnen de EPA doelgroep. Het ontwerp dat hiervoor wordt ontwikkeld draagt bij aan optimale zorg voor deze patiënten.
Literatuur studie •
Hoop
•
Problem solving therapy
•
Collaborative care
•
Sterke betrokken therapeutische relatie
Benchmarking •
Therapeutische behandelrelatie; samen en echt
•
Emotieregulatie; zelf weer bij oplossingsvaardigheden komen
•
Verbinden; betrekken van naasten, holding
•
Copingvaardigheden; vroegsignaleren, PST, psycho-educatie
•
Empowerment; shared desicion making en collaborative care
•
Hoop; cruciaal, de motor achter suïcidepreventie
Focus-groep, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen. Waar lopen ze in de praktijk tegen aan? •
Ontbreken van perspectief (bij beiden)
•
Bespreekbaar maken (angst om gedrag te verergeren, maar ook geen alternatief)
•
Verantwoordelijkheid (vragen over verantwoordelijkheden van gedrag)
•
Documentatie (niet duidelijk terug te vinden in dossier)
Integratie van verschillende resultaten, • Crises zijn te verwachten dus van te voren beschrijven hoe te anticiperen. • Nadruk op het begrijpen, holding, grenzen stellen, gebruik van vroegsignalering en het betrekken van naasten. • Transparante behandelomgeving vanuit een authentieke betrokken behandelrelatie. • Stimuleren van adequate coping • Demoralisering staat ondersteunen van hoop in de weg.
Ontwerp van uit de verschillende perspectieven Patiënt: Serieus genomen worden, betrokken, positieve benadering, eenduidigheid bij transitie momenten Hulpverleners: Duidelijke plek in patiënten dossier, meer gestructureerd handelen van vpk, helpen bij taxeren van de ernst, wanneer actie bij acuut op chronisch Organisatie: Meetbaar, Evidence Based Practice, training en instructie
Pilot test resultaten •
Zelfvertrouwen neemt toe
•
Methodisch handelen
•
Effect in het patiënten-contact en het betrekken van naasten; verhogen van empowerment en zelfmanagement.
•
Remoralisatie?
Als gevolg van het verbeteren van de handelingsbekwaamheid wordt de demoralisatie van zowel de patiënt als de hulpverlener bestreden door de functie van hoop met aandacht voor verbinding.
Dank voor uw aandacht!