Chemie Park Delfzijl Site rules

Chemie Park Delfzijl Site rules

Chemie Park Delfzijl Beheerste uitgave Versie datum : 02-05-2013

Handboek Site Rules Nadruk verboden Pagina : 1

Inleiding Als Chemie Park Delfzijl zijn we ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden voor onze medewerkers, voor contractors en voor onze omgeving. Daarom streven we naar het vermijden van ongevallen en incidenten. We zetten in op handhaving van gezondheids-, veiligheids- en milieueisen. Daartoe hebben wij, de participanten op het Chemie Park Delfzijl, onze productieprocessen zo ingericht dat veiligheidsrisico’s tot een absoluut minimum zijn beperkt. ‘Je werkt hier veilig of je werkt hier niet’ is hier al jarenlang het credo. Het geeft aan dat veiligheid bij ons eerste prioriteit is. Uit oogpunt van beveiliging en veiligheid nemen we op uitgebreide schaal allerlei maatregelen. Werkvergunningen, speciale veiligheidsprogramma’s, voorlichting, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, het opstellen van Taak Risico Analyses voor aanvang van werkzaamheden en een streng gereglementeerd werkvergunningenstelsel zijn enkele van de veiligheidsvereisten. In dit kader past ook de inschakeling van gecertificeerde en gespecialiseerde bedrijven voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden welke niet door eigen medewerkers kunnen worden uitgevoerd. Uiteraard voldoen ook de productieprocessen, de opslag en de distributie van producten aan strenge richtlijnen. Lijnverantwoordelijken en veiligheidsdeskundigen bewaken en begeleiden de navolging van alle maatregelen en geven adviezen over de verdere verbetering van de veiligheid, bijvoorbeeld aan de hand van audits, inspecties en studies. Alle zaken die met beveiliging, veilig en verantwoord werken op het Chemie Park Delfzijl te maken hebben staan beschreven in het handboek Site rules. Bedrijfsspecifieke veiligheidsregels staan beschreven in de verschillende Veiligheidshandboeken van de participanten van het Chemie Park Delfzijl. Samengevat hebben we het dus over het volgende:  We hebben duidelijke en consistente regels,  We verwachten dat iedereen zich houdt aan deze regels,  We onderzoeken alle mogelijke afwijkingen,  Alle personen op het Chemie Park Delfzijl zijn verantwoordelijk voor de veiligheid.

Site rules is opgebouwd uit korte instructies verdeeld over de 3 gebieden:  Toegangsbeleid  Gedragsregels  Site Safety Rules.



INHOUDSOPGAVE INLEIDING............................................................................................................................................ 2 HOOFDSTUK 1 BELEIDSVERKLARING ....................................................................................... 5 1.1 Beleidsverklaring ........................................................................................................................................ 6

HOOFDSTUK 2 BEHEER VAN DE SITE RULES .......................................................................... 7 2.1 Beheer van het Handboek Site rules ........................................................................................................... 8

HOOFDSTUK 3 TOEGANGSBELEID .............................................................................................. 9 3.1 Toegang tot en Bewegen over het Chemie Park Delfzijl ............................................................................ 10 Om de locatie te betreden is voor een groot aantal van de bedrijven op het CPD de minimum leeftijd 16 jaar echter een enkele plant kan hier vanaf wijken. .............................................................................................. 11 3.1.1 Toegangsbadge ........................................................................................................................................ 12 3.1.2 Veiligheidsveiligheidsinstructie film ......................................................................................................... 13 3.1.3 Persoonlijke BeschermingsMiddelen (PBM’s) .......................................................................................... 14 3.1.4 Passeerkaart ............................................................................................................................................. 15 3.1.5 Toegangsbeleid Groepen en V.I.P. ........................................................................................................... 16 3.1.6 Ontzeggen van Toegang ........................................................................................................................... 17 3.1.7 Invoer en uitvoer van Goederen .............................................................................................................. 18 3.1.8 Aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen ............................................................................................... 19 3.2 Eerste dag Instructie ................................................................................................................................. 20 In het programma van de Eerste dag instructie wordt onder andere de Poortfilm getoond en wordt het Bedrijfsnoodplan (BNP) uitgelegd.3.3 Security ............................................................................................... 20 3.4 Beveiligen van Schepen en havenfaciliteiten ............................................................................................ 22

HOOFDSTUK 4 GEDRAGSREGELS ............................................................................................. 23 4.1 Algemene instructie in geval van brand, gasontsnapping of ongeval ........................................................ 24 4.2 Verkeer..................................................................................................................................................... 26 4.2.1 Wegafzettingen ........................................................................................................................................ 27 4.2.2 Alarm en Verkeer ..................................................................................................................................... 28 4.2.3 Weegbrug ................................................................................................................................................. 29 4.3 Opruimen Werkplek ................................................................................................................................. 30 4.4 Roken en open vuur ................................................................................................................................. 31 4.5 Bellen en gebruik portofoon ..................................................................................................................... 32 4.6 Fotograferen en Filmen ............................................................................................................................ 33 Chemie Park Delfzijl Beheerste uitgave Versie datum : 02-05-2013


HOOFDSTUK 5 SITE SAFETY RULES......................................................................................... 34 5.1 Bijzondere gebieden en zones .................................................................................................................. 35 5.2 Werkvergunning verstrekking CPD .......................................................................................................... 36 5.3 Veiligheidsrayons ..................................................................................................................................... 38 5.4 Battery Limits ........................................................................................................................................... 39 5.5 Werken door derden ................................................................................................................................ 40 5.6 Tijdelijke Bouwwerken en Ketenparken ................................................................................................... 41 5.7 Verticaal transport ................................................................................................................................... 42 5.8 Veiligheidssignalering (borden) ................................................................................................................ 43 5.9 Etikettering en GHS symbolen .................................................................................................................. 46 5.10 Identificatie van leidingen ...................................................................................................................... 47 5.11 Introductie nieuwe chemicaliën ............................................................................................................. 49 5.11.1 Behandelplannen ................................................................................................................................... 50 5.12 Werkzaamheden aan drinkwaterinstallatie ............................................................................................ 51 5.13 Legionella ............................................................................................................................................... 52 5.14 Pandemie ............................................................................................................................................... 53 5.15 Bijzondere weersomstandigheden ......................................................................................................... 54 5.15.1 Gladheidsbestrijding .............................................................................................................................. 56



Hoofdstuk 1 Beleidsverklaring



1.1 Beleidsverklaring Doel Het Chemie Park Delfzijl wil een aantrekkelijke en duurzame vestigingsplaats zijn, gewaardeerd door omgeving, medewerkers en contractors.

Beleid Wij willen, geen ongevallen, een laag ziekteverzuim, geen incidenten. De bedrijven op het Chemie Park Delfzijl willen daarom tot de top behoren op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.

Toelichting beleid Wij realiseren dit met alle medewerkers en contractors door: • proactief gedrag en leren van ervaringen, • consequent omgaan met normen en waarden, • waarderen van gewenst en aanspreken op afwijkend gedrag, • duidelijkheid in verantwoordelijkheden, • open communicatie Wij meten onze prestaties en vergelijken die met de top van de chemische industrie om voortdurend te verbeteren. Onze gezamenlijke afspraken betreffende veiligheid, geldend voor het gehele Chemie Park Delfzijl, zijn weergegeven in dit Handboek site rules. Hierin staan de voor algemene, voor iedereen geldende afspraken op onze locatie. Daarenboven kent elk bedrijf op het Chemie Park Delfzijl nog een set aan bedrijfsspecifieke regels, omdat het risicoprofiel per bedrijf verschilt.

AkzoNobel MCA, AkzoNobel MEB, AkzoNobel Salt, AkzoNobel SSC, BioMCN, Delamine, Delesto, JPB, Lubrizol, SGS, Stork, Teijin Aramid


Handboek Site Rules Nadruk verboden Pagina: 6

Hoofdstuk 2 Beheer van de Site Rules



2.1 Beheer van het Handboek Site Rules Doel Deze instructie maakt inzichtelijk hoe het beheer van het Handboek site rules is geregeld.

Beleid Het beheer van het Handboek site rules is geregeld en belegd binnen Site Services Center (SSC). Eigenaar van het boek “site rules” is de manager SSC. Binnen het SSC kennen wij een beheerder en een groep van auteurs die de redactionele zaken en uitgifte van de “site rules” regelen. De groep van auteurs hebben een overleg waarin de site rules ook inhoudelijk worden getoetst. De uitgifte wordt uitgevoerd door de beheerder van het kwaliteitssysteem van SSC. De genoemde auteurs zijn de veiligheidskundigen van het Ct Safety. Beoordelaars zijn de contactpersonen van de diverse bedrijven op het CPD.

Toelichting beleid Normaal beheer van de “site rules”. De beheerder en de auteurs vormen de zogeheten “redactiecommissie”. Zij zullen een maal per jaar de “site rules” evalueren tenzij er noodzaak is om tussentijds een of meerdere documenten te moeten aanpassen dan komen zij vaker bijeen. Het aanpassen van de documenten kan ook op verzoek van de beoordelaars plaatsvinden.

Meeting of Participants (MoP). De eigenaar zal in geval van een aanpassing in de “site rules” welke niet de volledige steun van de beoordelaars heeft binnen het MoP een eindoordeel te vragen om zodoende een beslissing over de aanpassing te verkrijgen.



Hoofdstuk 3 Toegangsbeleid



3.1 Toegang tot en Bewegen over het Chemie Park Delfzijl Doel Deze instructie maakt inzichtelijk, waaraan moet worden voldaan om het Chemie Park Delfzijl (CPD) te kunnen betreden.

Beleid Toegang tot het CPD hebben alleen degene die beschikken over een geldige toegangsbadge en, indien van toepassing, een auto passeerbewijs, via alle geautoriseerde ingangen.

Toelichting beleid Iedereen zal worden geregistreerd, die het CPD gaat betreden. Toegangsregistratie is noodzakelijk, zodat het mogelijk is om in geval van calamiteiten na te kunnen gaan hoeveel en welke personen op de locatie aanwezig zijn. Werknemers Derden Werknemers van derden (aannemers/contractors) voor het CPD dienen zich te kunnen legitimeren door middel van:  Een geldig paspoort,  Een geldig rijbewijs of een,  Gemeentelijk ID bewijs. Een buitenlandse werknemer van derden dient te voldoen aan de wettelijke EEG voorschriften (formulier A1/E101 Verklaring toepasselijke sociale verzekeringswetgeving voor werknemers). Ook zal bij de toegangsregistratie worden geregistreerd of men in het bezit is van een Veiligheid Checklist Aannemers (VCA) paspoort. Werknemers CPD Naast de bezette toegangspoorten kent het CPD ook onbemande toegangspoorten deze zijn voorzien van tourniquets, die 24 uur/dag via camerasystemen worden geobserveerd. Deze mogen alleen gebruikt worden indien men een werknemer van het CPD is of in het bezit is van een geldige contractor-pas. Bezoekers Bezoekers van het CPD dienen zich te kunnen legitimeren door middel van:  Een geldig paspoort,  Een geldig rijbewijs of een,  Gemeentelijk ID bewijs. Nadat bezoekers zich hebben gelegitimeerd, krijgen zij een toegangsbatch (zie 3.1.1) en mag men het CPD betreden. Men mag zich op de volgende manieren bewegen over het CPD, volgens de aanwijzingen van Security:  Met de belbus,  Begeleid door een werknemer van het CPD, Met eigen vervoer, indien Security daarvoor een passeerbewijs heeft afgegeven. Privé bezoek Individueel privébezoek voor het chemiepersoneel, met als doel het tonen van de werkplek aan relaties, is alleen met toestemming van het afdelingsmanagement toegestaan. De afdelingsmanager dient dit bezoek te melden aan de security.



Overheidsfunctionarissen Overheidsfunctionarissen welke passage wensen in het kader van hulpverlening, opsporing en handhaving van taken, worden zonder belemmering doorgang verleend, na legitimatie, registratie, toegangsbatch en het zien van de poortfilm. De afdeling security draagt zorg voor passende begeleiding. Minimum leeftijd Om de locatie te betreden is voor een groot aantal van de bedrijven op het CPD de minimum leeftijd 16 jaar echter een plant kan hier vanaf wijken. Chauffeurs Chauffeurs van bulktransport, leveranciers, koeriersdiensten voor het magazijn, restaurant, etc. op het CPD, worden geregistreerd. Zij ontvangen tevens een veiligheidsinstructie (hard kopie). In het systeem wordt geregistreerd, datum, tijd in/uit, kenteken, vervoerder, productsoort, gewicht, bestemming. Bijzondere verordening t.b.v. vrachtwagen chauffeurs. Het is verboden om in het voertuig te overnachten/slapen en eten te bereiden zodra het voertuig op de locatie aanwezig is. Toelating voertuigen Het toelaten van personenvoertuigen en service/bedrijfswagens voor ondersteuningsdoeleinden wordt kritisch bekeken door de betrokken participant op het CPD. Na autorisatie door de participant, wordt een auto passeerbewijs verstrekt door de afdeling Security.



3.1.1 Toegangsbadge Doel Deze instructie beschrijft hoe een toegangsbadge verkregen wordt en om gegaan moet worden met de toegangsbadge.

Beleid De verkregen toegangsbadge is persoonlijk en niet overdraagbaar. De toegangsbadge dient zichtbaar gedragen te worden. Door middel van de persoonlijke toegangsbadge is het verplicht zich in- en uit te melden.

Toelichting beleid Toegang tot het CPD kan men verkrijgen met een van de volgende badges:  CPD toegangsbadge (persoonlijk)  C-badge, voor werknemers van derden die op de locatie werkzaamheden komen verrichten voor langere tijd.  Dag badge  Visitor badge Na beëindiging van het dienstverband dient de persoonlijke badge te worden ingeleverd bij de afdeling Security. De afdeling HR van het desbetreffende bedrijf zal ervoor moeten zorgen dat de gegevens van de badge verwijderd wordt, zodat de badge opnieuw kan worden ingezet. Badge voor vaste medewerkers. De vaste medewerkers in dienst van de op het CPD gevestigde bedrijven ontvangen een vaste toegangsbadge die door de personeelsdienst wordt verstrekt. Zij kunnen via alle geautoriseerde ingangen het terrein betreden. Badge voor medewerkers van derden. Aan werknemers van derden, die op de locatie werkzaamheden komen verrichten, wordt een C-badge (een badge met een C erop) met volgnummer uitgereikt door security. Een C-badge wordt na een periode van 6 weken niet te zijn gebruikt gedeactiveerd. Na einde werkzaamheden dient de C-badge te worden ingeleverd. Wanneer de C-badge niet wordt ingeleverd, wordt er een factuur gestuurd naar desbetreffend bedrijf. Dag Badge. Dit is voor medewerkers van het CPD die haar/zijn toegangsbatch badge is vergeten. Visitor Badge. Dit is een gele badge met een V erop en geldt voor iemand die de locatie bezoekt.



3.1.2 Veiligheidsveiligheidsinstructie film Doel Het doel van deze instructie is om op de hoogte te worden gebracht van de heersende veiligheids- en gezondheidsregels die geldend op het CPD.

Beleid

e

Een ieder die voor de 1 keer het Chemie Park Delfzijl gaat betreden, moet voor het betreden de “veiligheidsinstructie film” bekijken en deze afronden met een toets. De toets moet met goed gevolg worden gemaakt.

Toelichting beleid De veiligheidsinstructie film is een film met de huis- en veiligheidsregels voor het CPD. De film duurt ongeveer 10 minuten en er worden acht vragen gesteld. Alle vragen moeten correct worden ingevuld anders krijgt de persoon geen toegangspas uitgereikt en moet de veiligheidsinstructie film opnieuw bekeken worden. De film en bijbehorende vragenlijst zijn in verschillende talen beschikbaar t.w.:        

Nederland, Engels, Duits, Frans, Pools, Turks, Portugees en Tsjechisch.

De geldigheidsduur van bovenstaande is 2 jaar. Dus na 2 jaar dient opnieuw de film te worden bekeken en de vragen beantwoord te worden.



3.1.3 Persoonlijke BeschermingsMiddelen (PBM’s) Doel Deze instructie beschrijft maatregelen t.a.v. het gebruik van PBM’s en veiligheidsmiddelen ter verhoging van de persoonlijke veiligheid.

Beleid In het algemeen is een ieder die zich op het CPD verplaatst, verplicht een helm en veiligheidsbril met zijschotten te dragen, behalve als men de kortste route naar de fabriek/poort neemt (van en naar huis). Daar waar aangeven, op het CPD, met gebodsborden (pictogrammen) heeft men de verplichting de getoonde PBM’s te dragen.

Toelichting beleid Dragen van helm en veiligheidsbril Aanvullende veiligheidsmiddelen en eisen zoals veiligheidsschoenen en in een aantal gevallen gehoorbescherming en/of vluchtmasker (bij zich) te dragen, daar waar aangegeven door de participant.

Veiligheidshelm verplicht

Oogbescherming verplicht

Veiligheids-schoenen verplicht

Gehoorbescherming verplicht

Verplicht je vluchtmasker bij je te dragen



3.1.4 Passeerkaart Doel Deze instructie beschrijft op welke manier men het CPD kan betreden indien het noodzakelijk is dit met een voertuig (auto/motor) te doen.

Beleid Een passeerkaart wordt alleen verstrekt:  voor servicewerkzaamheden op het CPD, waarbij een voertuig noodzakelijk is (in geval er materiaal c.q. gereedschappen vervoerd worden)  voor werknemers die moeilijk kunnen bewegen naar hun werkplek  aan de site manager Personenvervoer op het terrein is niet toegestaan, buiten de Belbus om. De passeerkaart dient bij een auto zichtbaar achter de autoruit te worden aangebracht.

Toelichting beleid De aanvraag voor een voertuig dient te worden geautoriseerd door:  de contactpersoon van het bedrijf waar de werkzaamheden plaats vinden en  de beheerder van de terreinen en sectionhead security, of hun plaatsvervangers Daarna kan de passeerpas uitgegeven worden. De plantmanager is verantwoordelijk voor verstrekking van een passeerkaart voor personen binnen de eigen Business Unit. Voor personenvervoer wordt in de regel geen passeerkaart verstrekt Ingaande voertuigen Indien men medewerking aan de controle weigert, dan deelt de security functionaris betrokkene mede dat van een weigering rapport wordt opgemaakt en dat dit rapport wordt doorgezonden aan de sectionhead security en de geadresseerde. Uitgaande voertuigen Bij constatering van afwijkingen of het aantreffen van goederen waarvan de herkomst niet duidelijk is, moet overleg plaatsvinden met de contactpersoon van het bedrijf waar de werkzaamheden plaats gevonden hebben en die het passeerbewijs geautoriseerd heeft. Worden goederen aangetroffen waarvan zeker is dat deze eigendom van de op het CPD gevestigde bedrijven zijn en kan geen passeerbewijs overlegd worden, dan mag het voertuig het terrein niet verlaten. Er volgt dan een nader onderzoek ook in geval van een directe overtreding. De verstrekte passeerkaarten worden voor een bepaalde periode verstrekt. Na het verstrijken van deze periode dient de auto passeerkaart bij de afdeling security te worden ingeleverd. Als men zich niet houdt aan de, op het CPD, geldende regels kan de passeerkaart ingenomen worden dit is zeker het geval bij ernstige overtredingen. Indien zich tussentijds wijzigingen voordoen (zoals het wijzigen van kenteken etc.) dan dient dit gemeld te worden aan de security afdeling.

Verlies van passeerkaart Verlies van de kaart dient direct gemeld te worden bij de afdeling security daar wordt verder besloten hoe te handelen.



3.1.5 Toegangsbeleid Groepen en V.I.P. Doel Deze instructie beschrijft hoe toegang tot het Chemie Park Delfzijl voor groepsbezoek, bij stops en in geval van V.I.P.’s (very important persons) is geregeld.

Beleid Bij groepsbezoek moeten alle leden van de groep zich legitimeren en worden alle leden van de groep als bezoeker geregistreerd. Voor een V.I.P. geldt niet de inschrijfprocedure vermeld in instructie 3.1, maar worden de aangegeven richtlijnen van of namens de directie van de Business Unit opgevolgd, die dan gelden voor het betreffende bezoek.

Toelichting beleid Groepsbezoek Voor de praktische uitvoering is het noodzakelijk dat er een verzamellijst ingeleverd wordt bij de afdeling security. Stops Tijdens geplande fabrieks- en onderhoudstops waarbij grote groepen personeel van aannemers werkzaamheden komen verrichten op het CPD, kan in overleg met de stopcoördinator en betreffende veiligheidskundige vooraf bij de aannemer de poortveiligheidsinstructie worden verzorgd. Tevens kan dan de antecedentenkaart ingevuld worden. Voor het betreden van de groep moet met de registratie (aftekenlijst met de namen) van de poortfilm en de antecedentenkaart aan Security worden overlegd. Bij daadwerkelijke binnenkomst geldt dat de gegevens worden gecontroleerd op juistheid en dient men zich per persoon te legitimeren. V.I.P.’s Zijn personen/bezoekers van bijzonder belang voor de bedrijven op het CPD, die door of namens de directie in principe vooraf worden aangemeld bij de afdeling security. Onder richtlijnen kunnen vallen; - al dan niet met vlagvertoon, - met of zonder voertuigen, - ook bij V.I.P.’s geldt de regel dat bij een eventuele calamiteit, de gastheer/vrouw te allen tijde verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn/haar gasten, extra securitymaatregelen.



3.1.6 Ontzeggen van Toegang Doel Deze instructie beschrijft wanneer de toegang tot het Chemie Park Delfzijl wordt ontzegd.

Beleid De toegang tot het CPD zal worden ontzegd, wanneer de site rules of de interne beleidsinstructies worden overtreden. De toegang kan worden ontzegd voor één Business Unit of voor geheel CPD.

Toelichting beleid Het management van een bedrijf op het CPD gevestigd kan bij security melding maken van het ontzeggen van de toegang tot het CPD en daarbij aangeven of dit een ontzegging betreft voor het eigen bedrijf of het gehele CPD. De afdeling security zal e.e.a. in het systeem opnemen zodat het niet mogelijk is dat een persoon die de toegang is geweigerd alsnog het CPD kan betreden. Het management van het betreffende bedrijf heeft een primaire plicht om de betreffende persoon en/of de betreffende firma te informeren over de omvang van de ontzegging van de toegang. Daarnaast heeft het betreffende management de plicht om de andere bedrijven op het CPD te informeren over het genomen besluit en zo nodig te delen in de besluitvorming. Sitemanagement heeft hierin een rol indien er een verschil van mening of inzicht is tussen de betrokken partijen. Een ieder die:  door opzettelijke veronachtzaming van de veiligheidsvoorschriften levens of eigendommen in gevaar brengt of heeft gebracht,  bij herhaling opzettelijk de voorschriften overtreedt,  onder invloed van alcohol of drugs verkeert,  die zich onvoldoende kan legitimeren,  niet kan aantonen werkzaamheden op het terrein te verrichten of niet kan aantonen dat hij/zij op zakelijk bezoek is,  de toegang tot de terreinen door de directie zijn ontzegd  wordt de toegang tot het CPD ontzegd (niet gelimiteerde lijst).



3.1.7 Invoer en uitvoer van Goederen Doel Deze instructie beschrijft de wijze waarop in- en afvoer van goederen op het CPD plaatsvindt.

Beleid Alle goederen die uitgevoerd worden, moeten voorzien zijn van een getekend passeerdocument. Het getekend document is éénmalig geldig.

Toelichting beleid Goederen Materialen, gereedschappen, hulpmiddelen, documenten en andere informatiedragers (met uitzondering van documenten en informatiedragers waarvoor toestemming is verleend), alsmede andere stoffen en voorwerpen die door personen op enigerlei wijze kunnen worden meegevoerd. Het passeerdocument wordt door de afdeling security als gecontroleerd op:  Volledig ingevuld en door een bevoegde persoon ondertekent,  Of de af te voeren goederen in overeenstemming zijn met hetgeen op het passeerdocument staan vermeld,  Vervolgens wordt de gele kopie van het passeerdocument in ontvangst genomen door de afdeling security. Uitvoer van goederen mag alleen plaats vinden via een bemande poort. Indien afvoer van materialen en gereedschappen zonder geldig passeerbewijs plaatsvindt of wanneer de materialen of gereedschappen voorzien zijn van verkeerde merktekens, wordt dit gezien als diefstal. Persoonlijke goederen Persoonlijke bezittingen die ingevoerd worden, moeten worden voorzien van een invoer bon welke uitgeschreven wordt door de afdeling security met hierop de vermelding van naam eigenaar en omschrijving van het ingevoerde object. Wanneer de persoonlijke bezittingen weer afgevoerd worden, moet dit afgemeld worden bij de afdeling security. Het betreffende document wordt daarna vernietigd. Verboden goederen  Alcohol (consumptie), drugs, explosieven, wapens, enz.,  Goederen die niet van het CPD mogen worden afgevoerd zonder geldige of vereiste documenten,  Goederen die verkregen zijn door het plegen van een strafbaar feit, bijvoorbeeld afkomstig van diefstal of verduistering. Transport voor de aan- en afvoer van goederen en gereedschappen Participanten op het CPD en contractors zorgen ervoor, dat steeds een functionaris aanwezig is, die als contactpersoon kan functioneren met betrekking tot vragen over in- en uitgaande voertuigen, materialen en gereedschappen, die onder hun verantwoordelijkheid vallen. Afvoer van afval, zoals puin, grond en dergelijke worden behandeld als product. De vervoerder dient zicht te houden aan instructie 3.1.9. Vermissingen Alle medewerkers van het CPD dienen melding te maken van een vermissing van goederen aan de afdeling Security. De afdeling Security hoort aangever en eventuele getuigen, stelt een onderzoek in en verzamelt gegevens.  De afdeling Security rapporteert de bevindingen met betrekking tot de vermissing,  De aangever doet aangifte van vermissing bij de politie,  De politie kan naar het CPD komen om een onderzoek in te stellen.



3.1.8 Aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen Doel Deze instructie beschrijft waaraan betreders van het CPD zich moeten houden in geval van aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen.

Beleid Aanvoer van bulkgoederen, zoals grondstoffen en product- of hulpstoffen De securityfunctionaris controleert of het transport verwacht wordt en handelt vervolgens de door de afdeling bedrijfslogistiek vereiste incheckprocedure af. Vervolgens wordt de chauffeur geregistreerd in het Vrachtwagen Registratie Systeem (VRS) en ontvangt een CPD plattegrond en de specifieke bedrijfsregels. De chauffeur wordt daarna doorverwezen naar de plaats waar hij zich dient te melden. Afvoer van goederen, gereed product, hulp- en afvalstoffen Bij vertrek na belading met product moeten de chauffeurs van auto’s een door de afdeling verlading afgegeven vrachtbrief met vermelding van product, gewicht, product en bestemming overleggen bij de afdeling security. Deze worden geregistreerd in het VRS. Bij een geladen gevaarlijke stof dient naast de vrachtbrief ook een ondertekende chauffeursverklaring, door de afdeling verlading en de chauffeur te worden afgegeven aan de afdeling security. Indien alle bescheiden in orde zijn krijgt hij/zij toestemming om te vertrekken, bij afwijkingen op de voorschriften en regelgeving wordt contact opgenomen met de betreffende afdeling verlading.

Toelichting beleid Vervoer gevaarlijke stoffen De Europese regeling met de afkorting ADR is van toepassing. ADR is de afkorting van de Franse titel van het Europese verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg: ‘Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route’. In Nederland is het vervoer van gevaarlijke stoffen geregeld in de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS). Bij deze wet hoort ook een reglement: Besluit Vervoer Gevaarlijke Stoffen (BVGS). De WVGS heeft als doelstelling het bevorderen van de openbare veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit betekent het voorkomen van schade, of hinder voor mens, dier en het milieu als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen. De afdeling Security controleert de ADR verplichtingen. Security-medewerkers controleren door de gegevens van de vervoersdocumenten te vergelijken met de voertuiggegevens, voordat het voertuig het CPD verlaat. Bovendien wordt gelet op de aanwezigheid van de uitrusting van het voertuig en de vereiste documenten en de belading. Afwijkingen worden door de afdeling security gerapporteerd aan de betreffende logistieke afdeling. Voertuigcontrole gaat op basis van steekproeven.



3.2 Eerste dag Instructie Doel Deze instructie beschrijft hoe en waar en wanneer de Eerste dag instructie plaats vindt

Beleid Iedere nieuwe medewerker moet binnen 2 maanden de Eerste dag instructie hebben ontvangen. De Eerste dag instructie wordt gehouden op de eerste werkdag van de maand. Indien door onvoldoende deelname een instructie eenmalig geen doorgang zal vinden dan zal dit in elk geval de volgende maand doorgang moeten vinden.

Toelichting beleid In het programma van de Eerste dag instructie wordt onder andere de Poortfilm getoond en wordt het Bedrijfsnoodplan (BNP) uitgelegd.



3.3 Security Doel Deze instructie beschrijft welke werkzaamheden de een afdeling security uitvoert op het CPD.

Beleid Het beleid van de afdeling Security is gericht op het verzorgen van de fysieke beveiliging van het CPD, adequate afhandeling van calamiteiten en telefoonservice.

Toelichting beleid De dienst doet dit o.m. door:  Bewaken van toegangen en poorten;  Ontvangen van bezoekers;  Vertonen van de veiligheidsfilm en toetsen van de kennis van contractors en transporteurs;  Controleren en registreren van in- en uitgaande personen, voertuigen en goederen;  In werking stellen van het Bedrijfs Nood Plan (BNP) en de calamiteitencomputer;  Verrichten van EHBO op het CPD en in de verbandkamer;  Onderzoeken en rapporteren van ongewenste activiteiten;  Verrichten van surveillance-, brand- en sluitronden;  Bedienen van de telefooncentrale, verzorgen en beheren van semafoonoproepen. Ondersteuning van het management door:  Adviseren bij diefstal, vermissingen of vandalisme;  Adviseren en inspecteren van aanvullende voorzieningen en regels die gelden voor het CPD. Als kritische succesfactoren hanteert de dienst:  Een snelle doorstroming van bezoekers van het CPD;  Terugdringen van diefstal door een strikt auto toelatingsbeleid;  Bedrijfsnoodplan en calamiteitencomputer in werking stellen binnen één minuut na afhandeling meldingsgesprek. Algemeen Beveiligen is noodzakelijk om de volgende redenen:  Voorkomen van ongewilde situaties;  Beschermen van belangen;  Bescherming van eigendommen;  Verminderen van risico’s;  Interne/externe controle; De uitvoering is zowel preventief als repressief.  De Akzo Nobel beveiligingsdienst is bevoegd te allen tijde controle uit te oefenen en indien nodig corrigerende en/of aanvullende maatregelen dwingend voor te schrijven, mits dit niet tegen de wetgeving ingaat of tegen de beleidsregels van de participant;  Langs de terreinafscheiding moet minimaal een strook van 5 meter breed worden vrijgehouden. Beveiligingsvormen  Mensbeveiliging;  Materiële beveiliging (met techniek);  Personele beveiliging (van of tegen personen).



3.4 Beveiligen van Schepen en havenfaciliteiten Doel Deze instructie beschrijft hoe het beveiligen van schepen plaatsvindt.

Beleid Schepen worden beveiligd volgens de ISPS code.

Toelichting beleid De Internationale Code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS-code) (International Ship and Port facility Security Code) is een amendement op de SOLAS (Safety Of Live At Sea). Het is het beveiligen van schepen en haveninstallaties tegen terroristische aanslagen.

De ISPS-code is verplicht voor alle schepen op internationale reizen met meer dan 500 GT. Niet enkel schepen maar alle bedrijven in de haven die in contact komen met de schepen moeten aan de ISPScode voldoen. Elk schip en terminal is onder andere verplicht te hebben:      

veiligheidsplannen (voor elk schip specifiek opgemaakt, getest en gecontroleerd door de vlaggestaat); veiligheidsofficier aan boord; veiligheidsofficier aan de wal; bepaald materiaal (zoals camera's, metaaldetectors, afsluitingen,...); personen controleren bij aankomst of vertrek; lading controleren.

Er zijn 3 veiligheidsniveaus in de ISPS-code.   

niveau 1: basisniveau, geldt altijd, het handhaven van een minimum aan passende, beschermende veiligheidsmaatregelen; niveau 2: het gedurende een bepaalde tijd handhaven van bijkomende beschermende veiligheidsmaatregelen. Dit door een verhoogd risico op een veiligheidsincident; niveau 3: het gedurende een beperkte tijd handhaven van verdere speciale beschermende veiligheidsmaatregelen. Dit als een veiligheidsincident waarschijnlijk of ophanden is (hoewel het precieze doel misschien niet kan worden vastgesteld).

Voorbeelden van veiligheidsmaatregelen Verhinderen dat personen die daar niet gerechtigd toe zijn, toegang krijgen tot schepen of haventerreinen. Verhinderen dat ontoelaatbare wapens en explosieven aan boord van schepen of op de haventerreinen worden gebracht. Eisen dat de (verplichte) veiligheidsplannen voor de schepen en de haventerreinen gebaseerd zijn op een (verplichte) beoordeling van de veiligheidssituatie. Training en oefeningen voorschrijven om alle betrokkenen met de veiligheidsplannen vertrouwd te maken.



Hoofdstuk 4 Gedragsregels



4.1 Algemene instructie in geval van brand, gasontsnapping of ongeval Doel Doel van deze instructie het vastleggen van de instructie in geval van brand, gasontsnapping en ongeval.

Beleid In het geval van een incident zoals een brand, een gasontsnapping of een ongeval treedt het bedrijfsnoodplan in werking.

Toelichting beleid Bij het ontstaan of ontdekken van brand of een gas- en / of schadelijk stof ontsnapping is snel en gecoördineerd optreden vereist. Ook in het geval van een ongeval met letsel kan dit van levensbelang zijn.

Alarmtoestand Bij een ongeval, brand of gasalarm op het CPD stelt de beveiliging het Bedrijfsnoodplan in werking. In geval van een brand- of gascalamiteit wordt er kenbaar gemaakt of men zich binnen of buiten het bedreigde gebied bevindt middels de calamiteitenomroep. Men dient de aanwijzingen strikt op te volgen. Binnen ieder bedrijf kan een specifiek ontruimingsplan zijn, stelt u daar voor aanvang van de werkzaamheden van op de hoogte. Binnen het bedreigde gebied mogen geen liften gebruikt worden. Binnen het bedreigde gebied vervallen alle werkvergunningen. Gedurende de alarmperiode mag geen gebruik worden gemaakt van het telefoonnet (ook niet in het niet-bedreigd gebied), tenzij noodzakelijk ten behoeve van de calamiteitenbestrijding.

Einde Alarm Het einde van de alarmtoestand wordt kenbaar gemaakt via de calamiteitenomroep. De werkvergunning dient voor het hervatten van de werkzaamheden opnieuw geautoriseerd te worden. De vergunningverstrekker dient zich ervan te overtuigen dat de werkplek weer veilig betreden kan worden. Zie de tabel op de volgende bladzijde.



Situatie

Actie

Melding naar Loge 2 tst 7777 of via intercom

Brand

In beginfase blussen of uitbreiding voorkomen. Bij twijfel succes direct melden Bij succes, melden na afloop van het voorval.

Gas / damp / schadelijk stof uitbraak

Indien daartoe bevoegd, ontsnapping tegen gaan en directe omgeving waarschuwen. Bij gevaar of hinder aan omgeving, dan direct melden.

Loge 2 tst 7777 of via intercom

Ongeval

Let op gevaar voor u zelf, collega’s en het slachtoffer. Ga na wat er gebeurd is. Stel slachtoffer gerust en laat deze niet alleen, tenzij de omstandigheden u er toe dwingen. Verplaats slachtoffer alleen in nood gevallen. Bij aanraking met chemicaliën langdurig spoelen. Bijzondere voorzichtigheid in acht nemen bij besloten ruimten en ongevallen met elektriciteit.

Loge 2 tst 7777 of via intercom

Door wie Bij voorkeur door wachtchef of baas. Indien daardoor teveel vertraging ontstaat dan direct door eerste waarnemer Bij voorkeur door wachtchef of baas. Indien daardoor teveel vertraging ontstaat dan direct door eerste waarnemer Bij voorkeur door wachtchef of baas. Indien daardoor teveel vertraging ontstaat dan direct door eerste waarnemer

Wat melden Wie: Naam, Functie, Afdeling Wat: Bijzonderheden Waar: Plaats voorval Wie: Naam, Functie, Afdeling Wat: Bijzonderheden Waar: Plaats voorval Wie: Naam, Functie, Afdeling Wat: Bijzonderheden omtrent de toedracht Waar: Plaats voorval Aantal slachtoffers Bijzonderheden: Situatie waarin het slachtoffer zich bevindt

Bellen met de mobiele telefoon: 0596-647777



4.2 Verkeer Doel Deze instructie beschrijft de verkeersregels die van toepassing zijn op het Chemie Park Delfzijl.

Beleid Een passeerbewijs van security is noodzakelijk bij het betreden met een voertuig van het CPD. Op het Chemie Park Delfzijl is het wettelijke reglement verkeersregels en verkeerstekens van toepassing. Tevens zijn de ADR regels van toepassing.

Toelichting beleid Ten behoeve van het uitvoeren van dit beleid zijn controles noodzakelijk en worden steekproefsgewijs uitgevoerd. Weigering aan deze controles zal worden vastgelegd en aan het security sectionhead en geadresseerde worden toegestuurd.

De maximum toegestane snelheid op het CPD is 30 km/uur.

Het dragen van autogordels is verplicht (incl. passagiers).

Parkeren Men dient te parkeren op de daarvoor geldende plaatsen (bezoekersparkeerplaats). Indien er elders wordt geparkeerd, moeten de sleutels in de voertuig blijven. Dan kan bij een calamiteit het voertuig worden verplaatst, indien dit nodig is. Poortcontrole Ingaande- en uitgaande voertuigen kunnen worden gecontroleerd door een securityfunctionaris. Bij geconstateerde afwijkingen kan het zijn dat het voertuig het terrein niet mag betreden of verlaten. Interne spoorwegovergangen Op een spoorwegoverweg geldt een verbod om stil te staan en te parkeren. De spoorwegovergangen zijn onbewaakt men dient zich bij passeren hiervan te vergewissen dat er geen locomotief en/of wagons op het punt staan de overgang te passeren. ADR Het “Accord européen relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route” is het verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Volgens het ADR moeten stoffen en producten worden ingedeeld op basis van hun gevaarseigenschappen. Niet met name genoemde stoffen worden in het ADR geclassificeerd onder een verzamelnaam, zoals bijvoorbeeld ‘UN 1993 Brandbare vloeistoffen, N.E.G. (niet elders genoemd)’. De ADR indeling of classificatie is vervolgens de basis voor de vervoersvoorwaarden. In deel 3.2 van het ADR is de lijst opgenomen van veel vervoerde stoffen, hun classificatie en de bijbehorende vervoersvoorwaarden.



4.2.1 Wegafzettingen Doel Het zorgdragen voor informatievoorziening van hulpdiensten op het Chemie Park Delfzijl als er wegen afgesloten zijn voor verkeer en het nemen van de noodzakelijke acties om een goede hulpverlening te waarborgen.

Beleid Wegafzettingen op het CPD zijn ingedeeld in verschillende categorieën, aangeduid met prioriteit A t/m C. De prioriteit geeft aan in welke mate deze weg belangrijk is voor de hulpverlening om in geval calamiteiten of ongevallen de hulpverlening niet te hinderen. Een overig aandachtspunt daarbij is dat gewijzigde route duidelijk en helder zijn.

Toelichting beleid In geval van het afzetten van wegen zal de volgende procedure gevolgd worden: e

-

Het voornemen tot het plaatsen van een wegafzetting dient gemeld te worden aan de 1 BBA (Beveiligings BeAmbte) aanwezig bij loge-2

-

De 1 BBA bepaalt aan de hand van tekeningoverzicht Brandkranen en Wegen (60425-S-11) onder welke prioriteit de weg valt. Wegen worden onderverdeeld in drie prioriteit categorieën, namelijk:  Prioriteit A Zeer belangrijke weg voor spoedeisende hulpverlening,  Prioriteit B Belangrijke weg voor Hulpverlening,  Prioriteit C Weg.

-

Afhankelijk van de prioriteit van de weg waarin de wegafzetting plaatsvindt worden de volgende acties ondernomen:  Prioriteit A

e

   





Vaststellen van noodzakelijkheid en tijdsduur van wegafzetting, Overleg met Sectionhead Security (bij diens afwezigheid de coördinator AHV) onder welke nadere voorwaarden deze weg buiten gebruik gesteld kan worden, Definitieve vaststelling van tijdsduur en nadere voorwaarden door Sectionhead Security (bij diens afwezigheid de coördinator AHV, Aangeven wegafzetting op plattegrond en communicatie met bevelvoerder zodat ook de Firebrigade geïnformeerd is.

Prioriteit B  Vaststelling van noodzakelijkheid en tijdsduur van wegafzetting,  Bepaling of er voldoende alternatieve routes beschikbaar zijn om hulpverlening binnen gestelde norm tijd te realiseren. Indien dit niet het geval is bepalen onder welke nadere voorwaarden deze weg buiten gebruik gesteld kan worden,  Bij kortdurende afzettingen (korter dan 8 uur) aangeven van de wegafzetting op plattegrond en communicatie met bevelvoerder zodat ook de Firebrigade geïnformeerd is,  Bij langdurige wegafzetting (langer dan 8 uur) informeren van de Sectionhead Security (bij dienst afwezigheid de coördinator AHV) onder welke nadere voorwaarden deze weg buiten gebruik gesteld kan worden,  Aangeven wegafzetting op plattegrond en communicatie met bevelvoerder zodat ook de Firebrigade geïnformeerd is. Prioriteit C  Vaststelling van tijdsduur van wegafzetting,  Aangeven wegafzetting op plattegrond en communicatie met bevelvoerder zodat ook de Firebrigade geïnformeerd is.

Een ieder die zich over het CPD verplaatst middels een voertuig dient zich strikt te houden aan de route die door borden wordt weergegeven.



4.2.2 Alarm en Verkeer Doel Deze instructie beschrijft wat te doen voor alle deelnemers aan het verkeer op het CPD ten tijde van een calamiteit

Beleid Bij een gas alarm of een brandalarm op het CPD zal de calamiteitenomroep in werking worden gesteld en treed het bedrijfsnoodplan in werking. Voor alle deelnemers aan het verkeer gelden de volgende regels:  Alle gemotoriseerd verkeer stopt en parkeert het voertuig op een veilige manier waarbij de doorgaande route beschikbaar is voor de hulpdiensten,  Binnen het bedreigde gebied begeeft een ieder zich te voet of per fiets naar een veilig gebied haaks op de windrichting,  Buiten het bedreigde gebied is er geen verplaatsing tussen de rayons op het CPD toegestaan,  De enige verkeersdeelnemers op het CPD die zich mogen verplaatsen zijn de hulpdiensten die als zodanig herkenbaar zijn.

Toelichting beleid Door deze maatregelen wordt voorkomen dat er zich mensen bevinden binnen het bedreigde gebied of zich verplaatsen naar het bedreigde gebied. Verder wordt het risico op mogelijke ontsteking van een gaswolk door gemotoriseerd verkeer voorkomen. Ook draagt de maatregel bij een het snel ter plaatse krijgen van de hulpdiensten om zo escalatie van het gebeuren te beperken of voorkomen.



4.2.3 Weegbrug Doel Deze instructie beschrijft wat het verkeer moet doen bij de weegbrug op het Chemie Park Delfzijl.

Beleid De afdeling security controleert de ADR verplichtingen. Zij voeren ook controles uit op vervoersdocumenten en vergelijken deze met de voertuiggevens voordat het voertuig het CPD verlaat. Onder deze taak valt de gewichtsgegevens. Om dit te doen is eer een faciliteit ingericht met een weegbrug. De bediening van de weegbrug gebeurt door een security-medewerker.

Toelichting beleid De bediening van de weegbrug gebeurt door een security-medewerker vanuit loge 3 tijdens openingstijden. Buiten openingstijden van poort 3 wordt de weegbrug door een security-medewerker vanuit loge 2 bediend. Indien de weegbrug gebreken vertoont die niet snel verholpen kunnen worden, kan er uitgeweken worden naar de Zout Sulfaatweegbrug van het Zoutbedrijf.



4.3 Opruimen Werkplek Doel Deze instructie beschrijft het beleid ten aanzien van Orde en Netheid van de werkplekken.

Beleid Ter voorkoming van ongevallen dienen werkplekken na beëindiging werkzaamheden schoon te worden achter gelaten.

Toelichting beleid Zonder Orde en Netheid is er geen veiligheid mogelijk! Daarom dient er aandacht geschonken te worden aan de volgende punten:  Toegangen, looppaden en vluchtwegen moeten te allen tijde vrij worden gehouden;  Afzettingen, die zijn gebruikt bij de werkzaamheden, moeten weer verwijderd worden,  Afval moet in de daarvoor bestemde afvalbakken of containers worden gedeponeerd.  Werkplekken, kantoren, schaft-, kleed-, en wasgelegenheden moeten ordelijk en schoon worden gehouden;  Drink- en etenswaren mogen alleen in de daartoe bestemde ruimten worden genuttigd (drinkwaren ook elders, indien er extreem hoge temperaturen zijn, zie ook paragraaf 5.15);  Sterk vervuilde werkkleding moet zo snel mogelijk vervangen worden door schone en gedeponeerd worden in de daarvoor bestemde kasten/containers; Het CPD is een veilige werkomgeving mits iedereen zich houdt aan de voorschriften. Zo ook met betrekking tot het afvoeren van afval. Op de locatie zijn diverse plekken waarin afval gescheiden verzameld kan worden. Er staan verschillende containers voor, chemisch afval, schroot en huishoudelijk afval. De afvoer van deze verschillende stoffen loopt via de afvalcoördinator. Opruimen en controle van de werkplek is een onderdeel van de werkvergunningprocedure.



4.4 Roken en open vuur Doel Deze instructie beschrijft de regels aangaande roken en open vuur op het CPD.

Beleid Roken en open vuur is op de gehele locatie verboden. Die plaatsen waar wel gerookt mag worden zijn aangegeven met een sticker “roken toegestaan”.

Toelichting beleid Roken en open vuur is op de gehele locatie verboden en wordt aangegeven met onderstaande borden.

Roken Verboden

Vuur open vlam verboden

Uitzonderingen. 

Op plaatsen waar wel gerookt mag worden wordt dit aangegeven met de tekst “roken toegestaan”.



Het werken met open vuur mag alleen met een geldige werkvergunning.



4.5 Bellen en gebruik portofoon Doel Deze instructie beschrijft de gedragsregels waar een ieder zich aan te houden heeft zodra het Chemie Park Delfzijl zich te houden heeft.

Beleid Telefoneren mag tenzij anders aangegeven door borden of door degene waarbij u op bezoek komt of aan het werk gaat. Dit geldt tevens voor het gebruik van portofoons.

Toelichting beleid Over het algemeen mag u gebruik maken van een mobiele telefoon of portofoon. Daar waar er een verbod geldt is dit aangegeven middels de verbodsborden (zie hieronder).

Verboden voor mobiele telefoons


Verboden voor portofoons


4.6 Fotograferen en Filmen Doel Deze instructie beschrijft het beleid t.a.v. fotograferen en filmen.

Beleid Fotograferen en filmen is niet toegestaan zonder toestemming.

Toelichting beleid De installatie eigenaar dient vooraf toestemming te geven voor fotograferen en/of filmen.

Fotograferen is verboden


Filmen is verboden


Hoofdstuk 5 Site Safety Rules



5.1 Bijzondere gebieden en zones Doel Deze instructie beschrijft het beleid ten aanzien van het aanduiden van bijzondere gebieden (zones).

Beleid De afzonderlijke bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor:  Het in kaart brengen van bijzondere gebieden,  Het fysiek aanduiden van de bijzondere gebieden door middel van kleurcodering op b.v. o Bestrating, o Bebording, o Paaltjes, o Fysieke afscheiding,  Bord met leesbare eisen die van toepassing is voor het bijzondere gebied.

Toelichting beleid Bijzondere gebieden / zones zijn zones waarbinnen aanvullende eisen gelden. Het betreden van een bijzonder gebied / zone is alleen toegestaan met toestemming van de verantwoordelijke functionaris, zoals vermeldt op de bebording. Zie voorbeeld oranje zone

Voorbeeld bord aanduiding oranje zone

Oranje zones komen voor over het hele Chemie Park Delfzijl, aanvullende bijzondere gebieden / zones met kleurcodering kunnen voorkomen bij de verschillende bedrijven op het Chemie Park Delfzijl. Deze gebieden worden beschreven in het veiligheidsboek van het desbetreffende bedrijf.



5.2 Werkvergunning verstrekking CPD Doel Eenduidige afspraken met betrekking tot het verstrekken van werkvergunningen ter voorkoming van onduidelijkheid met betrekking tot taken en verantwoordelijkheden van de opdracht verstrekkende partij en de rayonbeheerder(s).

Beleid Vergunningen op het CPD worden verstrekt door de opdracht gevende partij (operationeel beheerder van de installatie). De opdracht gevende partij is inhoudelijk op de hoogte van;  De risico’s van de installatie (onderdeel van de RI&E),  Aanvullende risico’s voortkomend uit de werkzaamheden (TRA),  Aanvullende risico’s voortkomend uit de omgeving (TRA). Bij grensoverschrijdende werkzaamheden dient de operationeel rayonbeheerder (vaak de dienstdoende wachtchef van het rayon) mee te tekenen om de werkvergunning. Hiermee geeft de rayonbeheerder aan dat;  de maatregelen die vastgelegd zijn in de werkvergunning voldoende zijn om de risico’s uit omgeving te beheersen,  Geeft de operationeel rayonbeheerder hiermee aan dat er geen conflicterende werkzaamheden zijn en,  dat hij bij een eventuele calamiteit op de hoogte is van de aanwezigheid van de medewerkers in zijn rayon (ontruiming en evacuatie conform BNP),  Er is een kopie van de werkvergunning aanwezig bij de operationeel rayonbeheerder.

Toelichting beleid Op het Chemiepark Delfzijl (CPD) zijn verschillende bedrijven gevestigd, die samen een keten vormen. Werkzaamheden die uitgevoerd worden (onderhoud en bediening) worden uitgevoerd in opdracht van een opdrachtgever. Deze werkzaamheden worden niet altijd uitgevoerd in het rayon van de opdrachtverstrekkende partij. Bij “grensoverschrijdende werkzaamheden” ontstaat onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden, in het bijzonder op het gebied van;  Rayonindeling,  Vergunning verstrekking (inclusief mede autorisatie en toezicht),  Het toekennen van incidenten (in het kader van incident onderzoek). Arbo wetgeving Conform de Arbowetgeving heeft de werkgever de zorg voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers betreffende alle met de arbeid verbonden aspecten. Indien er meerdere werkgevers zijn, zijn de werkgevers verplicht vooraf schriftelijk vast te leggen de wijze van samenwerking, de daarbij te treffen voorzieningen en de wijze waarop toezicht wordt uitgevoerd. Conform het Bouwbesluit is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de coördinatie van de veiligheid tijdens de werkzaamheden. Eventueel wordt hier een aanvullende risico inventarisatie van gemaakt (V&G plan of TRA).  Artikel 5 Arbowet RI&E,  Artikel 19 Arbowet verschillende werkgevers,  Arbobesluit 2:29 aanstellen coördinatoren,  Arbobesluit 2:31 taken coördinator in uitvoeringsfase,  AI 25 4.4.12 Beheersing van de werkzaamheden.



Rayonindeling De indeling van de rayons is vastgelegd op de kaart “Rayon indeling t.b.v. Bedrijfsnoodplan en vergunning verstrekking”. De kaart is in hoofdstuk 5.3 toegevoegd. Battery Limits van installatie onderdelen op het CPD zijn vastgelegd op de verschillende PID’s van de verschillende bedrijven op het CPD. Incidentonderzoek De opdracht gevende partij is verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden en is verantwoordelijk voor een veilige werkplek en de maatregelen die nodig zijn voor het beheersen van de risico’s voortkomend uit de werkzaamheden. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen eigen medewerkers, supervised of independent contractors. De opdracht gevende partij is tevens de vergunning verstrekker. Incidenten dienen dan ook onderzocht te worden door de opdrachtgever (vergunning verstrekker). N.B. Indien er geen opdracht gevende partij is (bijvoorbeeld bij bezoekers, rondleidingen op het CPD, etc.) wordt de ontvangende partij op het CPD beschouwd als opdrachtgever.



5.3 Veiligheidsrayons



5.4 Battery Limits Doel Deze instructie beschrijft het beleid ten aanzien de verschillende Battery Limits.

Beleid Bedrijven die met elkaar verbonden zijn dienen ter voorkoming van ongevallen, het vrijkomen van chemicaliën en energieën duidelijke afspraken te maken over beheer, onderhoud van de Battery Limits.

Toelichting beleid Een Battery Limit kan het beste verwoord worden als een fysieke scheiding Een scheiding / grens contractueel, op papier of daadwerkelijk een scheiding in het veld. Binnen het Chemie Park Delfzijl zijn de verschillende bedrijven als een chemische keten aan elkaar verbonden. Elke verbinding is een Battery Limit welke in onderling overleg vastgesteld dient te worden en waar bepaald wordt wie voor welke werkzaamheden verantwoordelijk is. Battery Limits dienen minimaal duidelijk zichtbaar vastgelegd te worden op P&ID’s (tekeningen). Het geniet de voorkeur om bij complexe systemen in het veld duidelijk herkenbare bebording aan te brengen waaruit blijkt wat de scheiding is en wie de eigenaar van het systeem is.



5.5 Werken door derden Doel Deze instructie beschrijft de minimale eisen voor de uitvoering van werkzaamheden door derden, waarbij een werkvergunning nodig is.

Beleid Het volgens wet en regelgeving laten uitvoeren van werkzaamheden door derden waarbij de uitvoerenden minimaal voldoen aan de VCA en de opdrachtgever de plicht heeft om aanvullende maatregelen te nemen daar waar noodzakelijk.

Toelichting beleid De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het opleveren van een veilige werkplek. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het in stand houden van het veiligheidsniveau van de werkplek en de stipte naleving van de bepalingen door het door hem ingeschakelde personeel inclusief dat van onderaannemers. De vergunninghouder moet kunnen communiceren met de vergunningverlener en zijn uitvoerenden. De vergunninghouder heeft niet meer dan 5 anderstalige uitvoerenden onder toezicht als deze niet kunnen communiceren in het Engels of het Nederlands. Op basis van een risicoanalyse, te bekrachtigen door middel van een extra autorisatie, kan worden besloten hiervan af te wijken. De werknemers dienen gerechtigd te zijn om te werken. Van de werknemers kan de opdrachtgever verlangen dat er een bewijs wordt geleverd van de goede gezondheid in relatie met de uit te voeren werkzaamheden. In geval van overtreding zullen betrokkenen onmiddellijk van het terrein worden verwijderd.



5.6 Tijdelijke Bouwwerken en Ketenparken Doel Deze instructie beschrijft het beleid en de randvoorwaarden waaraan een tijdelijk bouwwerk en ketenpark moet voldoen.

Beleid Constructie, plaatsing, inrichting en gebruik van tijdelijke accommodaties is gebonden aan wettelijke voorschriften volgens het “Bouwbesluit”. Het plaatsen en gebruiken van een tijdelijk bouwwerk dient te gebeuren in overeenstemming met de vigerende bouwen milieuvergunning. Aanvullende eisen van het CPD zijn: Bouwen in eigen rayon:  Er dient te worden voldaan aan de eigen vigerende milieuvergunning,  Indien aan de rand van het rayon geplaatst wordt, dient er controle plaats te vinden of dit in overeenstemming is met de vigerende milieuvergunning van het naast gelegen rayon,  Aanvalsplannen, repressiemiddelen en vluchtwegen dienen met de CPD Firebrigade opgesteld te worden. Bouwen in ander rayon:  Er dient een huurovereenkomst te worden opgesteld, waarin alle eisen t.a.v. de vigerende milieuvergunning vermeldt staan van het rayon, waar het tijdelijke bouwwerk komt te staan,  Er dient rekening te worden gehouden met de vigerende milieuvergunning en andere eisen van de omliggende rayons (afstand tot installatie etc.),  Aanvalsplannen, repressiemiddelen en vluchtwegen dienen met de CPD Firebrigade opgesteld te worden,  De bouwvergunning wordt gestuurd naar rayon verantwoordelijke ter controle, voordat deze wordt aangevraagd bij de overheid. Bij grote projecten (stops, nieuwbouw, etc.) dient een ketenplan te worden opgesteld met de Fire Brigade. Aandachtspunten in het ketenplan zijn, in aanvulling op het bouwbesluit;  Hoeveelheid en plaatsing van kantoor-, schaft-, kleed-, was- of toiletruimten,  Toegangswegen en parkeerbeleid,  Looproutes van en naar de poort,  Bewaking / security aspecten. De calamiteiten omroep van het Chemie Park Delfzijl dient in de tijdelijke accommodatie hoorbaar te zijn. De hoorbaarheid dient in de testprocedure te worden opgenomen.

Toelichting beleid De overheid toetst aanvragen voor een bouwvergunning van tijdelijke accommodaties aan de uitgangspunten van het Bouwbesluit en de vigerende milieuvergunningen. Definitie Tijdelijke accommodaties worden geduid als niet-permanente bouwwerken die tot maximaal 5 jaar op Chemie Park Delfzijl staan. Gebruiksvergunning Voor accommodaties die gelijktijdig door meer dan 50 personen gebruikt worden of kunnen worden, dient eveneens een gebruiksvergunning te worden aangevraagd bij de commandant van de gemeentelijke brandweer. De CPD Firebrigade kan hierbij adviseren.



5.7 Verticaal transport Doel Deze instructie beschrijft het beleid voor het veilig verticaal transporteren van lasten buiten de eigen fabrieksinstallaties (rayon) op het Chemie Park Delfzijl.

Beleid Bij grensoverschrijdende werkzaamheden waarbij verticaal moet worden gehesen moeten de volgend stappen worden ondernomen:  Overleg betrokken rayonbeheerders,  Risico-inschatting (TRA),  Bepalen condities waaronder verticaal getransporteerd mag worden (hijsplan),  Vastleggen verantwoordelijkheden en autorisaties.

Toelichting beleid Tijdens de risico-inschatting van het verticaal transport wordt in overleg met de hijsmeester, de werkvergunningverlener en (alle) betrokken rayonbeheerders indien noodzakelijk een hijsplan opgesteld. Een hijsplan vervangt niet de werkvergunning of TRA, maar is voorwaarde voor het verkrijgen van een werkvergunning. Een hijsplan moet opgesteld worden indien:  De last zwaarder is dan 3500 kg, of grote afmetingen heeft,  Er meer dan twee personen met de communicatie belast zijn,  De ondergrond, waarop het hefwerktuig staat, speciale voorzieningen vereist,  Er meer dan één hefwerktuig (kraan of mast) per last wordt ingezet,  de justering van de last een grote mate van nauwkeurigheid vereist in verband met de aanwezige installatie-onderdelen. Verticaal transport in de nabijheid van leidingbruggen dienen speciale aandacht te krijgen en mogen alleen plaatsvinden nadat het multidisciplinaire team samen met de beheerder van de verschillende leidingen de risico’s hebben geïnventariseerd en de beheersmaatregelen vastgesteld en geïmplementeerd hebben. LET OP! Verticaaltransport in de nabijheid van de Chloorleiding is alleen toegestaan na instemming van het MEB. Verticaaltransport over een in bedrijf zijnde Chloorleiding is verboden!



5.8 Veiligheidssignalering (borden) Doel Deze instructie beschrijft de betekenis van de diverse veiligheidssignaleringen zoals van toepassing binnen het Chemie Park Delfzijl.

Beleid Verwijzen naar Arbowet en NEN 3011 zie leidingcodering Bij afwijkende veiligheidssignaleringen en/of onduidelijkheden kunt u aanvullende informatie krijgen bij de rayonbeheerder.

Toelichting beleid

Gebodsborden Ronde borden, waarop een wit pictogram zichtbaar is op een blauwe achtergrond (de blauwe kleur moet ten minste 50% van het oppervlak van het bord beslaan).

Veiligheidshandschoenen verplicht

Adembescherming verplicht

Veiligheidsschoenen verplicht

Gehoorbescherming verplicht

Veiligheidshelm verplicht

Oogbescherming verplicht

Verbodsborden Ronde borden, waarop een zwart pictogram zichtbaar is op een witte achtergrond, tevens is het bord voorzien van een rode rand en balk.

Verboden te roken

Vuur, open vlam en roken verboden

Verboden voor voetgangers

Verboden met water te blussen

Geen toegang voor onbevoegden

Verboden voor personen met een pacemaker

Verboden voor portofoons

Verboden voor mobiele telefoons


Geen drinkwater


Waarschuwingsborden Een driehoekig bord met daarop een zwart pictogram op een gele achtergrond met een zwarte rand. De gele kleur moet ten minste 50% van het oppervalk van het bord beslaan.

Bijtende stoffen

Giftige stoffen

RadioActieve Stoffen

Opgelet transportvoertuigen

Ioniserende Stralen

Ontvlambare stoffen

Gevaar voor elektrische spanning

Algemeen Gevaarsteken

Explosieve stoffen

Hangende Lasten

VERSTIKKINGSGEVAAR

Belangrijk magnetisch veld


Milieu gevaarlijke stoffen

Gevaar voor uitglijden

Ex zone

Verstikkingsgevaar


Reddingsborden Deze borden zijn rechthoekig of vierkant, hierop vindt men een wit pictogram op een groene achtergrond. De groene kleur moet ten minste 50% van het oppervlak van het bord beslaan.

Vluchtweg: Nooduitgang

Te volgen richting (wordt samen met één van de onderstaande borden gebruikt)

Eerste Hulp

Brancard

Veiligheids douche

Ogen spoelen / douche

Telefoon voor redding en eerste hulp

Borden i.v.m. het brandbestrijdingsmateriaal Deze borden zijn rechthoekig of vierkant, hierop vindt men een wit pictogram op een rode achtergrond. De rode kleur moet ten minste 50% van het oppervlak van het bord beslaan.

Brandslang

Ladder

Blusapparaat

Telefoon voor brandalarmering

Alarm konp / schakelaar brandbestreiding

Te volgen richting (wordt samen met één van de bovenstaande borden gebruikt)



5.9 Etikettering en GHS symbolen Doel Beschrijven van de regels ten aanzien van identificatie van chemische stoffen en mengsels om de werknemers te wijzen op het gevaar, transport en gebruik van deze stoffen

Beleid Alle flessen, potten, dozen en andere verpakkingen waarin zich chemische stoffen en mengsels bevinden, moeten voorzien zijn van een etiket. Gebruikers van chemische stoffen en mengsels zullen voor de belangrijke informatie over de gevaren van een stof of mengsel eerst het etiket raadplegen. Het etiket moet in ieder geval de volgende informatie bevatten:        

Nominale hoeveelheid stof in de verpakking, Gegevens over de leverancier / bedrijf, Productidentificatie, GHS symbolen, Signaalwoord, Gevarenaanduiding(en) (H-zinnen), Voorzorgsmaatregelen (P-zinnen), Aanvullende informatie (EUH-zinnen).

Toelichting beleid

GHS symbolen GHS staat voor Global Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals. De indeling van de chemische stoffen en mengsels is volgens de EU-GHS systematiek. De gevarenpictogrammen moeten de vorm hebben van een vierkant op zijn punt.

Explosieve stoffen

Ontvlambare stoffen

Oxiderende stoffen

Gassen onder druk

Corrosieve stoffen

Giftige stoffen

Irriterende, Sensibiliserende, Schadelijke stoffen

Lange termijn gezondheidsgevaarlijk stoffen

Gevaar voor aquatisch milieu



5.10 Identificatie van leidingen Doel Deze instructie beschrijft hoe leidingen dienen te worden geïdentificeerd.

Beleid Conform artikel 8.12 uit de Arboregeling en Europese Richtlijn 92/58/EEG, bijlage III dienen leidingen voor gassen en vloeistoffen te worden geïdentificeerd met minimaal de aanduiding van het medium kleur.

Toelichting beleid

Leidingcodering Leidingen voor transport van gevaarlijke vloeistoffen moeten zijn voorzien van de betreffende GHS gevaarsymbolen.

Toe te passen medium kleur Leidingen en of gebruikte identificaties dienen in de mediumkleur conform NEN3050 te worden geïdentificeerd.

Kleur

RAL code

Medium

Groen

6010

Grijs

9006

Bruin

8001

Water Stoom Ontvlambare vloeibare stoffen

Geel

1004

Gassen

Violet

4001

Licht blauw

5012

Zuren en basen Lucht

Zwart

9005

Onontvlambare vloeibare stoffen

Rood

3000

Brandblusmiddelen



Positionering codering Leidingmarkeringen moeten bij voorkeur worden aangebracht bij alle verbindingen, aan weerszijden van afsluiters, van toestellen, van schotten, van muurdoorgangen en op alle punten waar het van belang is om de aard van de vloeistof of het gas te kunnen bepalen. Bij leidingen in leidingtracés bij wegovergangen en onderdoorgangen zal naast de productnaam, stroomrichtingspijl, gevaarcodering en eventueel productietechnische aanwijzingen ook de tekst “Bij ongeregeldheden bellen met (naam bedrijf / afdeling en telefoonnummer, die 24 uur per dag bemand is) aangebracht moeten worden.



5.11 Introductie nieuwe chemicaliën Doel Deze instructie beschrijft het beleid voor de introductie van nieuwe chemicaliën waar de bedrijven op het Chemie Park Delfzijl zich aan te houden hebben.

Beleid De afzonderlijke bedrijven dienen nieuwe chemicaliën te introduceren conform wet en regelgeving. Bij de introductie van nieuwe chemicaliën, gelden de volgende verplichtingen:  Nieuwe chemicaliën dienen opgenomen te worden in het stoffenregister van het Chemie Park Delfzijl.  Op basis van veiligheid, gezondheid risico’s introduceren of aanpassen van: o Behandelplannen, o Aanvalsplannen, o BHV protocollen.

Toelichting beleid Bij de introductie van nieuwe chemicaliën dient bovenstaande informatie aangeleverd te worden aan de Manager Shared Services Center. De Manager Shared Services Center coördineert de aanpassing van de Chemie Park documenten.



5.11.1 Behandelplannen Doel Zorg dragen voor het aanwezig hebben van de benodigde kennis en eventuele noodzakelijke middelen voor het verlenen van eerste hulp

Beleid Ieder bedrijf op het CPD draagt zorg voor het bekend zijn van de op dat bedrijf aanwezige chemicaliën bij EHBO post bij loge 2. De behandelprotocollen zijn in overeenstemming met de ESDS. De eventueel daarbij benodigde behandelprotocollen worden in samenwerking met het OZG locatie Delfzicht afgestemd.

Toelichting beleid Bij introductie nieuwe chemicaliën op het CPD is het bedrijf waar deze worden geïntroduceerd verantwoordelijk om dit met security te overleggen. In het bijzonder met chemicaliën die voor tijdelijke toepassingen zoals beitsen en passiveren van RVS wordt gebruikt aangezien de benodigde neutralisers slecht beperkt houdbaar zijn.



5.12 Werkzaamheden aan drinkwaterinstallatie Doel Het volledig informeren en afstemmen van werkzaamheden aan de drinkwaterinstallatie.

Beleid Werkzaamheden of calamiteiten zullen door de beheerder altijd kenbaar gemaakt worden aan de gebruiker.

Toelichting beleid Drinkwater moet beschikbaar zijn, geschikt voor consumptie en voldoen aan het drinkwaterbesluit. Dit betekent dat deze werkzaamheden met de grootst mogelijke zorg en hygiëne moeten worden uitgevoerd en dat vervolgens de drinkwaterinstallatie goed gereinigd moet worden. AUB/Delesto (beheerder) is verantwoordelijk voor het drinkwaterbeheer buiten de battery limits. Bij geplande werkzaamheden zal de beheerder alle maatregelen treffen om de drinkwaterlevering zo normaal mogelijk te continueren. De planning van de werkzaamheden zal worden opgesteld met de gebruikers. De beheerder zal de gebruikers ruimschoots van tevoren informeren:  aard van de werkzaamheden,  duur van de werkzaamheden. In geval van een calamiteit zal de beheerder of de wachtchef van AUB/Delesto er voor zorgen dat de drinkwaterlevering weer zo snel mogelijk hervat wordt. Indien nodig zal hiervoor een beroep worden gedaan op afdeling Infra van SSC. Bij aanvang van de werkzaamheden, of in geval van een calamiteit, informeert de wachtchef AUB/Delesto alle betrokken wachtchefs en de beheerders van de gebouwen.



5.13 Legionella Doel Deze instructie beschrijft de beheersing en bestrijding van de legionellabacterie in watersystemen binnen het Chemie Park Delfzijl.

Beleid De afzonderlijke bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor:  Het inventariseren, bestrijden en beheersen van legionella,  Het op schrift hebben en uitvoeren van een legionella beheersplan,  Het informeren van potentieel blootgestelden en derden (contractor, bezoekers),  Bij aanwezig zijn van legionella boven de wettelijke normen, dit te melden aan de arts van de bedrijf medische dienst,  Het melden van de constatering van Legionella aan de Manager Shared Services Center van het Chemie Park Delfzijl. De Manager Shared Services Center van het Chemie Park Delfzijl is verantwoordelijk voor:  Het plaatsen van een notificatie op de publicatieborden, zodat de informatie gedeeld wordt met al het personeel van de Chemie Park Delfzijl.

Toelichting beleid Een legionella beheersplan wordt opgesteld door de volgende stappen uit te voeren:  Identificatie en evaluatie van legionellabronnen,  Vaststelling controle- en beheersmaatregelen,  Nemen van analyses en opstellen van bestrijdingsplannen. Met het opstellen van en werken volgens een beheersplan streeft een bedrijf ernaar de legionellabacterie in watersystemen te voorkomen, beheersen en te bestrijden. Op het moment dat een legionellasoort wordt aangetroffen, kan er dus sprake zijn van een risicovolle situatie en moeten zo nodig maatregelen worden getroffen.

Besmetting met legionella Gemiddeld worden mensen na 6 dagen ziek. Mocht je na een publicatie van een legionella uitbraak de volgende symptomen hebben die sterk lijken op (zeer) hevige griep:  Moeheid, zwakte, spierpijn, hoofdpijn en koorts boven de 39 °C,  Symptomen die duiden op longontsteking: pijn op de borst,  Hoesten en kortademigheid. Meld je dan bij je eigen huisarts en geef aan dat je vermoedelijk in contact bent geweest met legionella. Meld tevens bij je werkgever het vermoeden van legionella besmetting.



5.14 Pandemie Doel Deze instructie beschrijft de beheersing en bestrijding van een pandemie.

Beleid De afzonderlijke bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor:  Een pandemieplan,  Een bedrijfs continuïteitsplan. De Manager Shared Services Center van het Chemie Park Delfzijl is verantwoordelijk voor:  Het formeren van het Site Response Team (SRT) met als voorzitter de locatie manager van het Chemie Park Delfzijl. Het SRT is o.a. verantwoordelijk voor:  Coördineren beheersmaatregelen op Chemie Park niveau,  Het SRT communiceert door middel van het plaatsen van een notificatie op de publicatieborden, zodat de informatie gedeeld wordt met al het personeel van de Chemie Park Delfzijl.

Toelichting beleid Een pandemie is een epidemie op wereldwijde schaal. Tevens zijn er 3 voorwaarden voordat een ziekte zich een pandemie mag noemen:  De ziekte moet nieuw zijn en er zijn nog geen vaccins voor ontwikkeld,  De ziekte infecteert mensen en veroorzaakt hevige klachten,  De ziekte verspreidt zich gemakkelijk onder mensen. Een pandemieplan moet minimaal de volgende onderdelen bevatten:  Plant Response Team (PRT),  Communicatieplan intern en extern,  Instructie voor medewerkers,  Reinigings- en desinfectieplan,  Betermelding. Met het opstellen van en pandemieplan streeft een bedrijf ernaar de verspreiding over het Chemie Park Delfzijl zo veel mogelijk te voorkomen. Op het moment dat er een pandemiedreiging is kan er dus sprake zijn van een risicovolle situatie en moeten zo nodig maatregelen worden getroffen door het PRT en SRT.

Pandemiebesmetting In het algemeen geldt:  Minimaliseer bezoeken aan het getroffen bedrijf,  Was regelmatig je handen (voor het eten, na toiletgebruik en na het aanraken van mond of neus),  Gebruik papieren zakdoekjes wanneer u moet hoesten of niezen en ruim die daarna op. Ook dan handen wassen!  Vermijd intensief contact met mensen die koorts hebben of hoesten,  Zorg voor voldoende slaap en beweging en eet gevarieerd.



5.15 Bijzondere weersomstandigheden Doel Deze instructie beschrijft de bescherming van de personen welke aanwezig zijn op Chemie Park Delfzijl.

Beleid Voorkomen dat personen op het Chemie Park Delfzijl in of nabij fabrieksinstallaties tijdens bijzonder weersomstandigheden een verhoogd risico lopen.

Toelichting beleid Tijdens dagelijkse activiteiten, bij de uitvoering van werkzaamheden kunnen bijzondere weersomstandigheden een rol spelen. Bij het plannen van werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met de weersverwachting van het tijdstip waarop de werkzaamheden gepland zijn. Onder bijzondere weersomstandigheden wordt verstaan:  Dreigend en/of zwaar onweer (minder dan 10 sec. tussen de flits en de knal),  Harde wind (windkracht > 6),  Extreme hoge temperaturen (temperaturen boven de 26˚C),  Extreme lage temperaturen (gevoelstemperatuur lager dan -6 ˚C),  IJs, sneeuw of hagel. Maatregelen bij dreigen en/of zwaar onweer:  Hijswerkzaamheden stoppen,  Werkzaamheden op daken stoppen,  Werkzaamheden met ladderliften stoppen,  Rolsteigers, hoogwerkers, werkbakken verlaten,  Steigers verlaten,  Werkzaamheden in open terreinen stoppen,  Ga naar een veilige locatie (gebouw). Maatregelen bij harde wind en windstoten:  Hijswerkzaamheden stoppen,  Werkzaamheden op daken stoppen,  Werkzaamheden met ladderliften stoppen,  Rolsteigers, hoogwerkers, werkbakken verlaten,  Steigers verlaten,  Zonneschermen optrekken,  Losliggende materialen zekeren zijn tegen wegwaaien afhankelijk van hun gewicht in relatie tot de heersende windsnelheid. Maatregelen bij extreme hoge temperaturen:  Nagaan of werken in de warmte wel noodzakelijk is,  De duur van werkzaamheden in de warmte verkorten,  Werkzaamheden afwisselen met werk op een koelere plek,  Koele dranken aanbieden,  Persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen. Maatregelen bij extreme lage temperaturen:  Persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen,  De duur van de werkzaamheden verkorten,  Werkzaamheden afwisselen met werk op een warme plek.



Maatregelen ijs, sneeuw of hagel: Het Shared Services Center draagt zorg voor de volgende zaken:  Het opstellen van een gladheidsbestrijdingsplan voor het CPD. o Prioritering van de uitvoering is hierin benoemd, o Jaarlijks wordt dit plan geëvalueerd en daar waar nodig aangepast, o Plan wordt vervolgens in oktober verspreid over CPD, o Het betreft hier gladheidsbestrijding van de hoofdroutes inclusief fiets en wandelroutes. De afzonderlijke bedrijven: o Dragen zorg voor gladheidsbestrijding eigen terrein, o Zorgen voor preventiemaatregelen voor invloed van sneeuw, hagel of ijs op de installaties.



5.15.1 Gladheidsbestrijding Doel Deze instructie beschrijft hoe gladheidsbestrijding op het Chemie Park Delfzijl geregeld is.

Beleid Op basis van voorspellingen en signalering van de Provincie bepaalt loge 2 eventueel in overleg met de bevelvoerder, of bestrijding op het CPD noodzakelijk is. Een geselecteerde firma voert de werkzaamheden vervolgens uit. Tijdens dagdiensturen beslist de bevelvoerder samen met de centrale meld post van de afdeling Security of er gestrooid dient te worden. Buiten dagdiensturen en in het weekend is de bevelvoerder gemachtigd de beslissing te nemen of er wel/niet gestrooid dient te worden.

Toelichting beleid Uitgangspunten hierbij zijn veiligheid van mensen en bereikbaarheid van installaties en gebouwen in geval van incidenten. Het plan (zout strooien, sneeuwschuiven) richt zich op: 1. Hoofdwegen, parkeerterreinen en voetpaden, 2. Verlading- en bedrijfswegen, 3. Overige wegen en terreinen.



Chemie Park Delfzijl Site rules

Recommend Documents