Checklist valpreventie Hoe kan u een valincident vermijden?
Inleiding Vallen is soms erger dan u denkt. Een domme val kan heel wat ellende veroorzaken. Om valpartijen te voorkomen, moet uw woning een “veilige” woning zijn. En het is zeker even belangrijk om u veilig te gedragen in huis. Deze checklist kan u gebruiken om de veiligheid van uw woning te verbeteren. De vragen laten u ook stilstaan bij uw eigen gedrag. Gedraagt u zich wel altijd even veilig? Door tijdig de juiste maatregelen te nemen, vergroot u de kans om lang zelfstandig te wonen in uw eigen woning. De vragen zijn zo gerangschikt dat u stapsgewijs door uw woning kan wandelen om ze te beantwoorden. Deze checklist werd ontwikkeld in het kader van het project: ‘Blijf op eigen benen staan” (BOEBS-project)1.
1
‘Blijf op eigen benen staan’: Een samenwerking van het Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie vzw, Rode Kruis Vlaanderen en de Logo’s (lokale Gezondheidsnetwerken).
Hoe werkt de checklist? De vragenlijst doorloopt uw hele woning. We starten bij de inkom. Lees elke vraag aandachtig. Als een gedrag of de toestand van uw woning overeenkomt met de beschrijving, zet dan een kruisje in de kolom “ja”. Komt de beschrijving niet overeen met de toestand in uw woning of met uw gedrag, dan zet u een kruisje in de kolom “neen”. Is de vraag helemaal niet van toepassing op uw woning omdat het onderwerp niet aanwezig is in uw woning, zet dan een kruisje in de kolom “heb ik niet”. De resultaten van de checklist dienen zeker niet om uw woning te beoordelen of veroordelen. Ze dienen alleen om uw aandacht te vestigen op onveilige situaties en onveilig gedrag die aanleiding kunnen geven tot een valpartij.
1. Gang en inkom Ja
Nee
Heb ik niet
Ja
Nee
Heb ik niet
a. Mijn pad, de toegang tot mijn b. c. d. e. f.
woning ligt effen. Ik gebruik de leuning die aan mijn voordeur is bevestigd. Mijn deurmat heeft een antisliplaag en kan dus niet wegschuiven. Ik steek het licht aan als er te weinig daglicht is. Er zijn lichtschakelaars bij alle deuren die uitkomen in de gang. Er is een brievenkast aan mijn brievenbus bevestigd, zodat ik niet kan uitglijden over brieven en kranten.
2. Woonkamer a. Al mijn meubelen zijn stevig
genoeg zodat ik erop kan leunen als ik struikel. b. Ik heb mijn meubels geschikt zodat er voldoende ruimte is om errond te lopen en nergens tegenaan te lopen. c. Ik gebruik voldoende verlichting in de woonkamer zodat ik alles duidelijk kan zien. d. Ik leg een antisliplaag onder mijn tapijten.
3. Keuken Ja
Nee
Heb ik niet
a. Ik werk in een goed verlichte b. c. d. e. f.
keuken. Ik gebruik een stabiel opstapje met een leuning. Ik doe kasten en lades steeds dicht na gebruik zodat ik niet kan blijven haperen. Ik zet het keukengerei dat ik vaak gebruik in kastjes die makkelijk bereikbaar zijn. Ik ruim gemorste etensresten of vloeistoffen direct op zodat ik er niet over kan uitglijden. Ik hou steeds de grond vrij en zet mijn spullen (frietpot, boodschappentas …) niet op de grond.
4. Trappen, overloop, zolder en kelder Ja
a. Ik ga naar boven/ beneden via b. c. d. e. f.
een goed verlichte trap. Zowel beneden als boven aan de trap is er een lichtschakelaar. Mijn traploper ligt goed vast. Ik houd mij steeds vast aan de trapleuning als ik de trap op- of afloop. Er liggen geen spullen op de trap die mij verhinderen om veilig de trap op en af te lopen. Ik heb zowel aan de eerste als aan de laatste trede een duidelijke fluo-strook aangebracht zodat ik duidelijk kan zien waar de trap begint en eindigt.
Nee
Heb ik niet
5. Badkamer Ja
Nee
Heb ik niet
Ja
Nee
Heb ik niet
Ja
Nee
Heb ik niet
a. Ik gebruik de handgreep die
aangebracht is als steun om in en uit de douche en het bad te stappen. b. Ik gebruik het zitbankje in de douche en in het bad. c. Zowel in als voor de douche en het bad ligt een antislipmatje.
6. Toilet a. Ik gebruik de handgreep die
aangebracht is als steun bij het toilet. b. Voor het toilet ligt een antislipmatje. c. Ik steek altijd het licht aan bij het gebruik van het toilet.
7. Slaapkamer a. Ik steek altijd het licht aan als ik b. c. d. e.
’s nachts naar het toilet ga. Ik kan de lichtschakelaar gemakkelijk vanuit het bed bereiken. Ik heb een antisliplaag gelegd onder mijn tapijten. Vanuit mijn slaapkamer kan ik het toilet gemakkelijk bereiken. Mijn bed staat op de juiste hoogte zodat ik, als ik op de rand van mijn bed ga zitten, net met beide voeten aan de grond kan.
8. Garage en tuin Ja
Nee
Heb ik niet
Ja
Nee
Heb ik niet
a. Ik ruim onmiddellijk gemorste olie,
verf … op zodat ik er niet over kan uitglijden. b. Mijn gereedschap is zo opgeborgen dat het niet kan wegschuiven. c. Mijn ladders en opstapjes zijn in goede en stabiele staat. d. Ik onderhoud mijn terras of koertje zodat het niet begroeid is met gras of mos.
9. Algemeen a. Mijn elektriciteitsdraden en b. c. d. e.
f. g. h. i. j.
verlengkabels zijn stevig bevestigd aan de muur. Ik draag aangepast schoeisel als ik rondloop in huis. Ik kan de telefoons op elke verdieping gemakkelijk bereiken. Ik verplaats mij rustig als de telefoon rinkelt. Ik heb het telefoonnummer van mijn huisarts en van een familielid of buur naast mijn telefoons (boven en beneden) gelegd. Ik heb afspraken gemaakt met buren, familie of vrienden mocht zich een noodgeval voordoen. Ik laat mij regelmatig onderzoeken door mijn huisarts. Ik neem mijn geneesmiddelen in volgens het voorschrift. Ik draag altijd mijn bril als dit nodig is. Ik ben matig met alcohol.
Nadenken over uw woning en uw gedrag in huis. Nadat u met deze checklist uw woning bent rondgegaan, merkte u misschien een aantal onveilige situaties en gedragingen op. Staan er veel kruisjes in de kolom “ja”? Dan hebt u waarschijnlijk een veilige woning en gedraagt u zich veilig om vallen te voorkomen. Kijk eens naar de kolom “neen”. Staan daar kruisjes in? En welke kruisjes zijn dat juist? De kruisjes in deze kolom willen zeggen dat u een aantal gedragingen stelt die valpartijen kunnen veroorzaken of dat er een aantal onveilige situaties zijn in uw woning. Sta bij de kruisjes in de kolom “heb ik niet” even stil om na te gaan of u de woning veiliger kan maken door de situatie te veranderen. Een echt doordenkerskolommetje dus. Tijd om er iets aan te doen? Hoe gaan we dat doen? Stel jezelf eerst een aantal vragen om een werkplan op te stellen: -
Wat moet er allemaal veranderen? Waar ga ik eerst aan beginnen? Wat is eenvoudig op te lossen? Wat kan ik zelf veranderen? Waarvoor heb ik hulp van anderen nodig? Wanneer begin ik eraan?
Veel succes met de uitwerking van uw werkplan om vallen te voorkomen!
doc. 51103