Chambre ~195'1. Kamer der Volksvertegenwoordigers. Représentants BUDGET BEGROTING. du Ministère de la Dêfense Nationale pour l' exercice 1954

331 -

331

1953~195'1.

Chambre

Kamer der Volksvertegenwoordigers

23

FÉVRIER

des Représentants

23

1954.

FEBRUARI

1954.'

BEGROTING

BUDGET

van het Ministerie van Landsverdediging voor het dienstjaar 1954,

du Ministère de la Dêfense Nationale pour l'exercice 1954.

VERSLAG

. RAPPORT

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING (1), UITc,;EBRACHT

FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DE LA DEFENSE NATIONALE (l)

DOOR DE HEER BRUYNINCX.

PAR M. BRUYNÏNCX,

MEVROUWEN,

MIJNE

HEREN.

I. -- DB" VOÖRTZETTING DER. HERBEWAPENING BLIJFT NOODZAKELIJK. .III teqenstellinq met wat men verleden jaar kon denken, is het Verdrag der Europese Defensie Gemeenschap nog niet door al de betrokken parlementen bekrachtigd. zodat Bdgië zîch, met zijn bondqenoten, nog steeds uitsluitelijk inhet verband van de Noord Atlantische Verdrag Orqamsatie (N. A. V. O.) bevindt. Het is in het kader dezer orqanisatie dat België __ het werd tot vervelens toe herhaald - zijn militaire verplichtinqen heeft aangeqaan, militaireverplichtingen waaruit de sterkte van onze strtjdkrachten en de duur van de militaire dienst voortvloeien. De evolutie der internationale verhoudïnqen is geenszins van aard om een verzwakking van de Westerse verdediging toe te laten. . Indien er een zekere oppervlakkige ontspanninq is tot stand gekomen, is dit wellicht voor een groot deel te wljten aan de groeiende kracht van her Westen. maar onqelukkiglijk niet aan een toenadering tussen de tegenovergestelde blokken, hun ideologieën of hun doelelnden.

(1) Sarnenstellinq van de Commisste : de heren Joris, voorzltter: Brasseur. Bruynincx, Mevr. de Moor- V an Stna, de heren Dexters, Feansman, Goffin. Jaminet. Lefèvre [Théodore), Marck, Mertens (Jules). Van Goey, Verboven. ~ Deconlnck, Dejardin (Georges). Gelders, Hoen, Juste, Nameche, Sercu, Spinoy, Vercauteren. _ Destenay, Devèze.

MESDAMES, MESSIEURS,

L -

LE REARMEMENT

DOIT ETRE POURSWVI,

Contrairement à ce que l'on avait prévu l'an dernier. le Traité de la Communauté de Défense Européenne n'a pas encore été ratifié par tous les parlements intéressés. de sorte: que la Belgique et ses Alliés se trouvent toujours uniquement dans la communauté de l'Organisation du Traité de l'Atlantique-Nord (O. T.A. N.). C'est dans le cadre: de celle-ci que la Belgique - comme il a été répété jusqu'à satiêtè - a contracté ses engagegements militaires. d'où découlent l'effectif de nos forces armées et la durée du service militaire. L'évolution des rapports internationaux ne permet nullement un affaiblissement de Ia défense occidentale. Si une détente superficielle a été réalisée, elle est sans doute due en grande partie à la puissance grandissante. de l'Occident. mais malheureusement pas à un rapprochement 'entre les blocs opposés. entre leurs idéologies ou leurs objectifs.

(1) Composition de la Commission: MM. [orrs, président; Brasseur. Bruynincx, Mn•• de Meer-Van Slna, Dexters, Fransman, Goffin,

[arninet, Lefèvre (Théodore). Marck, Mertens (Jules), Van Goey, Verboven, - Deconinek, Dejardin (Georges), Gelders, Hoen, Namëche, Sercu, Spînoy, Vercauterén. ~ Destenay, Devèze. Voir

Zie:

t

i-X , Beqrotlnq.

t~X , Budget.

196 , Amendement.

196

I

Juste,

Amendement.

G.

[2 ]

331

Klnarbltjkelqk beoogt de Russische politiek bestendig de verdeling en de verzwakktnqvan het Westen: de Europese Delensieqerneenschap Ulag niet lot stand. komen, Dultsland mag zich ruet in Wesl Europe inteqreren: de U. S. A. st rijdkrachten moeten zich uit Europe en uit het Verre Oosten teruqtrekken. Ondertussen verqroot Rusland zijn invloed op de satelIretlanden (25 dtvisies in 1955) en versterkt het Oost-Duitsland (onder de vorm van politie), verbetert het de hoedaniqheid van zijn zeer groot militair apparaat ; zo wordt het leger uitqerust met nieuwe tanks, kanonnen, vlieqtulqen, V -wapens en vooral de onderzee-vloot wordt versterkt. Indien de offictële begroting voor Landsverdedrqtnq van Rusland voor de eerste maal sinds 1947 met 3 % is verminderd (en 1.402 milliard Belgische franken bedraagt). wordt er een verhoging vastqesteld voor wetenschappelîjk onderzoek en voor de oprichting van wapenfabrteken, zodat uiteindelijk de uitqaven op hun hoog niveau blijven, Wat betreft de verdediging (Jan het l-Vesten is het voor niemand een geheim dat de vooropgestelde doeletnden ruet werden bereikt, Deze verdedlqinq bevindt zich in een !}evaarlijk stadïum van afwachtende strategie, van staqnatie. De huidiqe stand der Westerse verdediqinq is - nletregenstaande de grote vooruitgang in verqelijkinq met 1950 - onvoldoende. Die toestand bestendiqen zou als gevolg kunnen hebben clat de offers en inspanningen tot heden qedaan van zeer weinig nut zouden kunnen worden, In andere woorden gezegd : het is gevaarlijk halfweg te blijven staan, Een halveverdediqmg is geen verdediging; het is absoluut noodzakelijk dat de taak worde voortqezet en voleindtqd: het gaat immers orn de verdediqinq van wat ons het duurbaarst ls. onze beschavinq, onze vrijheid en onze welstand. Wel te verstaan geldt deze noodzakeltjkheld VOOI: al de N. A. T.O.-landen van Europe. Ook Duitsland moet in de Westerse verdediqinq ingeschakeld worden. Onder meer daarom is het te betreuren dat de manœuvres die het tot stand komen van de Europese Defensieqemeenschap steeds willen vertraqen, hun 'doel bereiken. in afwachting de tot standkoming zelve defirutief te verhinderen. In de schoot der Commissie heeft de Mmister vanLandsverdediging een breedvoeriqeuiteenzettmq gedaan over de evolutie der bewapening en der strategie in functie van de moderne uitvindinqen. Sommige leden merkten daarbi] op dat er twee soorten partners zijn in de N. A. T. O.,deze die over die moderne bewapening beschikken en deze die alleen met detradtnonele 'wapens zijn uitqerust: volgens dezelfde leden zouden het derhalve deze: laatsten zijn die: de grootste: verliezen aan mensenlevens zullen onderqaan. De Mtnister antwoordde hierop dat, zo België thans niet over derqehjke wapens beschikt, het nochtans niet uitg esloten wordt bi] de aan gang zijnde studie in de staven van grote eenheden van de problernen die het te werk stellen der nieuwe wa-

L'objectif constant de la politique russe est manifestement la division et l'affaiblissement de l'Occident: la Communauté Européenne de Défense ne peut être mise sur pied, l'Allemagne ne peut s'Intéqrer à l'Europe occidentale, les forces armées des U. S. A. doivent se retirer de l'Europe et de I'Extrëme-Ortesnt. Entreternps, la Russie accroît son influence sur les pays satellites (25 divisions en 1955) et renforce l'Allemagne orientale (par des forces de police), améliore la qualité de sa forte organisation militaire; I'armée .est équipée de nouveaux tanks, canons, avions. d'armes du type V, et la flottè sous-marine surtout est renforcée. S'il est vrai que le budget offtctel de la Défense Nationale de la Russie a subi, pour la première fois depuis 1947, une réduction de 3 % (il atteint 1.402 milliards de francs belges), l'on constate une augmentation des crédits destinés à la recherche scientifique ainsi qu'à la création de fabriques d'armes, de- sorte qu'en définitive les dépenses se maintiennent à lem niveau élevé. Ce n'est lin secret pour personne qu'en ce qui concerne la défense de l'Occident les objectifs envisagés n'ont pas été atteints. Cette défense se trouve dans une phase dangereuse de stratégie d'attente et de stagnation. L'état actuel de la défense occidentale reste insuffisant. malgré le progrès considérable réalisé par, rapport à 1950. Si elle persiste, urie telle situation aboutirait à réduire à peu l'utilité des sacrifices et des efforts consentis jusqu'à présent. Autrement dit, il est dangereux de s'arrêter à michemin. Une demi-défense n'en est pas une; il importe absolument que la tâche soit poursuivie et achevée; il s'aqjt en effet de la défense de ce qui nous est le plus cher: notre civilisation. notre liberté et notre bien-être.

Cette nécessité s'impose évidemment à tous les pays d'Europe faisant partie de l'O. T. A. N. L'Allemagne également doit être intégrée à la défense occidentale. C'est pourquoi 'il est notamment à déplorer que les manœuvres visant à toujours retarder la création de la Communauté de Défense atteignent leur but. en attendant d'en empêcher définitivement la réalisation. ' Le Ministre de la Défense Nationale a fait, devant la Commission, un exposé détaillé sur révolution de rarmement et de la stratêqie en fonction des inventions modernes.

Dit antwoord neemt de uitgedrukte vrees slechts gedeel~ telijk weg. De kleine naties staan voor het Ieit dat zi] zich in de matertéle onmogelijkheid bevinden over dergeltjke wapens te beschikken (moderne bornmenwerpers, geleide projectielen, atoomwapens, enz.).

Certains commissaires ont fait observer à ce sujet que nos partenaires à l'O. T. A. N. se répartissent en deux catégories: ceux disposant cl'armes modernes et ceux équipés uniquement des armes traditionnelles; de ravis de ces mêmes membres, ce seraient donc ces derniers qui subiraient les plus fortes pertes en vle humaines. M. le Ministre a répondu que si la Belgique ne dispose pas actuellement d'armes semblables, elle n'est toutefois pas exclue des études en cours dans les états-majors des grandes unités relatives aux problèmes posés par l'utilisation des armes nouvelles. Cette réponse ne dissipera que partiellement les craintes exprimées. Les petites nations se trouvent devant le fait d'être matériellement dans l'Impossibilitê de disposer de pareilles armes (bombardiers modernes. projectiles téléguidés. armes atomiques. etc ... ).

Die toestand wijst op de absol~lte noodzakehjkherd voor de Europese landen de nationale legers te doen ruimen voor een uitqebreid geintegreerd leger dàt over meer mogelijkheden zal heschikken op het gebied van financiering, studre en opzoeking, productie, aánwendinq en verdeling van derqelijke wapens.

Cette situation révèle l'absolue nécessité pour les pays européens de substituer aux; armées nationales' une large armée intégrée, qui disposerait de plus de possibilités dans le domaine du financement, des études et des recherches. de la production. de l'utilisation et de la répartition de tels armements.

Het bestaan en de meer en meer tactische aanwendinq ontslaat althans niet (en zeker

Toutefois, l'existence et l'utilisation tactique de plus en plus fréq uente des armes modernes ne permet pas

peas

stelt,

van de moderne wapens

331

[ 3 ] voor de onmlddellijk mm een aanval blootgestelde landen) de tradittonelc wapens in ere te houden. Llit al de gegevens die door de pers en in offtciele mededelingen daarover worden gegeven, blijkt dat de aanwencling der moderne wapens nog in een beginstadium is, gedu~ rig evolueert en dat het nog wel enkele [aren zal duren orn in werkelijkheid de huidiqe formule te laten varen. Dit zal dan ook qeleidehjk moeten geschieden.

(certainement pas aux pays les plus exposés à une attaque) d'abandonner partiellement les armes traditionnelles. Il résulte: des détails fournis à ce: sujet par la presse et dans les communiqués officiels. que l'utilisation des ar~ mes modernes se trouve toujours dans sa phase initiale, qu'elle évolue constamment et qu'il faudra quelques années encore pOUl' que l'on puisse, en réalité, abandonner la Iormule actuelle. Cela ne pourra d'ailleurs se faire que progressivement.

II. ~ AANWENDING DER BUDGETAIRE KREDIETEN. - VERWEZENLIJKINGEN.

II. - UTILISATION DES CREDITS BUDGETAIRES REALISATIONS.

A) De totale kostprîjs van het militair apparaat,

A) Coût total de notre organisation

militaire.

Het totaal der kredieten vocrzien op de buîtenqewone begroting die toelaten verbintenissen aan te gaan. geeft een idee van de totale kostprijs van het in opbouw zijnde militaire apparaat,

Le total des crédits prévus au budget extraordinaire permettant de: prendre des engagements, donne une idée du coût total de notre organisation militaire en voie de constitution. .

Sinds 1946 tot en met 1953 bedroeq dit krediet 38,6 milliard (voor al de strijdkrachten, er in begrepen de basis in Kamina en de basis in Beneden-Congo).

De 1946 it 1953 inclus. ce: crédit a atteint 38,6 milliards. (pour l'ensemble des forces armées, y compris la base de Kamina et la base au Bas-Congo).

Bij deze som is een krediet bestaande

van 9.9 milliard te voegen,

uit :

Onderbouwwerken N. A. T. O. Britse basis . Rijkswacht , . Vernieuwing der dagjachtvliegtuigen

6,~ milliard 0.35 » 0.10 » 3.45 »

Il convient d'ajouter liards, se décomposant

... ...

en de tweebasissen

... ...

...

in Congo).

Dit krediet dient verhoogd met 1 milliard 780, zijnde het Belqisch aandeel in de N. A. T. O. - onderbouwwerken (op een geheel van 35 milliard voor de jaren 1954-55~56) en met 515 millioen voor de bewapening der Handelsvloot.

Diensvolqens zal de totale kostprijs der strijdkrechten en der conqolese besissen 38,6 + 10.2, hetzij 'tS.8 milliard bedraqen.

B) In welke mate werden deze kredieten in verbintenissen vasëgeleqd op 31 December 1953?

De voorziene krediten zouden de verwezenlijkinq van dat gedeelte van het programma vervallend op I ste Juli 1954 moeten mogelijk maken. Dit is het geval niet geweest. Een eerste budgetaire vertraging werd in 1952 opqeleqd. In 1953 werd een nieuw bedraq van 3 milliard geblokkeerd (op de noodzakelijke 23,9 milliard). Voor zovezl de nodige somrnen niet konden gevonden worclen, gaf deze blokkerinq aanleiding tot de splitsing van het programma in I", 2" en zelfs 3" hoogdringendheid [waar van sprake in het verslag over de Be:groting voor

6.- milliards 0.35 » 0.10 » 3,45

...

9,90 milliard

Om het vooropqestelde doel te bereiken wordt het heden nog te voorzien verbinteniskrediet geschat op 10,2 mîlliard [voor ai de strijdkrachten

comme suit ;

Travaux d'infrastructure de l'O.T.A.N. Base britannique ._. .. _ .. _ .. _ . Gendarmerie... .. . Renouvellement des avions de chasse de jour

Totaal

à cette somme un crédit de 9.9 mil-

»

9,90 milliards

Total

. Le crédit d'engagement restant encore à prévoir en vue d'atteindre l'objectif envisagé est évalué à 10,2 milliards (pour l'ensemble des forces armées et POUt les deux bases au Congo). Il convient d'augmenter ce crédit de 1 milliard 780, soit la part de la Belgique aux travaux d'infrastructure de ra. T. A. N. (sur un total de 35 milliards pour les années 1954-l955~1956) et de 515 millions pour l'armement de la flotte marchande. Par conséquent, le coût total des forces .armées et des bases congolaises s'élèvera à 38;6 + 10,2, soit 48,8 milliards

B) Dans

quelle mesure

ces crédits

au 31 décembre

étaient-ils

engagés

1953?

Les crédits prévus auraient dû permettre la réalisation de la partie du programme venant à échéance le 1er juillet 1954. Il n'en fut pas ainsi. Un premier ralentissement de l'exécution budgétaire fut imposé en 1952. En 1953. un nouveau montant de3 milliards fut bloqué (sur les 23,9 milliards nécessaires). Pour autant que les sommes nécessaires ne peuvent être trouvées, le blocage donne lieu à une division du programme en tranches de 1cc, 2e' et même 3" urgence (voir le rapport sur Ie budget de 1953), .

1953) .

Daar, zoals het te voorzien was, de nodige sommen (3 milliard) niet werden gevonden, werd de ultvoering

Comme: Il fallait s'y attendre, les sommes nécessaires (3 milliards) ne purent être trouvés, et rexécution du prO~

[4 l

331

vau het prog ramrna beperkt tot de in 1(' hooqdrtuqendheid aanqenomen werken (7,970 mtlliard}, hetzij 54,1 van de nodig geachte verbinteniskredieten, In werkehjkheid werd zelfs het plafond der verbintenlssen bij I(' hoogdringendheid, wegens moeilijkheden bij het sluiten van bepaalde akkoorden, niet berelkt, derwijze dat op de 45 milliard die toegekend werdeu tot einde 1953 {nlet iubeqrepen de vernieuwing van de daqjachtvlleqtuigen) 36 milliard het voorwerp van verbintentssen uitrnaakten op 31 Deceuiber 1953, hetzij 80 ;;0:,. De vertraqïnq bi] de aanwendinq der kredieten en dus in de ultvoerlnq werd hierdoor nog verqroot.

ru

C) De uitgevoerde

betalinqen,

Op de tot ètnde 1953 voorzleue verbinteniskredieten ten belope van 45 milliard (vernieuwing van daqjachtvlieqtuigen niet inbeqrepen] werden er 31 milliard betalingskredieten toeqekend, De in werkelijkheid uitgevoerde betalingen belopen tot op 31 December 1953 slechts 25,4 milliard, zodat de verwezenlijkingen slechts de 70 % der verbintentssen bereiken, Deze vertraging in de uitvoerinq der bestcllinqen vertraagt op haar beurt de uitvoering van het pl'ogramma. De som dezer driedubbele vertraqinq, vertraqïnq in de verbinteniskredieten, vertraging in de verbintenissen en vertraging in
gramme fut limitée aux travaux de première urgence (7,970 milliards), soit 54,1 % des crédits d'engagement estimés nécessaires. En réalitë, le plafond des engagements de l"" urgence ne fut même pas atteint par suite de difficultés survenues dans la conclusion de: certains accords, de sorte que SUl' les 45 milliards alloués jusqu'à la fin 1953 (à l'exclusion du renouvellement des chasseurs de jour), 36 milliards ont fait l'objet d'engagements au 31 décembre 1953, soit 80 %' Ceci n'a fait qu'accroître le retard dans l'utilisation des crédits et. par conséquent, dans l'exécution du programme établi.

C) Les paiements

effectués.

Sur les credits d'èngagcment s'élevant à 45 milliards, prévus jusqu'à fin 1953 (à l'exclusion du renouvellement des chasseurs de jour}, 31 milliards de crédits de paiement ont été accordés. Les paiements réellement effectués au 31 décembre 1953 ne s'élèvent qu'à 25,4 milliards, de sorte que les réalisations n'ont atteint que'7ü % des engagements. Ce retard dans l'exécution des commandes ralentit à son tour l'exécution du programme. Le total de ce triple retard, dans l' octroi des crédits d'engagement, dans les engagements et dans I'exécution des engagements contractés est très important. Ce serait donc une erreur que de ralentir immédiatement notre effort au premier signe d'une détente internationale. En effet. le développement de nos forces armées n'a pas atteint le niveau primitivement prévu, dans le cadre du Pacte Atlantique, en vue de notre sécurité. Certes, dans une économie de paix où il importe de maintenir l'équilibre financier et de promouvoir le progrès social, il n'est pas aisé de mettre sur pied des forces armées modernes. Et les dépenses consenties dans ce but par la Belgique seraient encore inutiles parce qu'insuffisantes, si les EtatsUnis n'intervenaient pas pour des montants très importants.

tussenkomen.

D) De kesten

der infrastructuur

in de kader

van de N. Ä. T. O. I. ,.- Algemeelthéden, Het programma van de NATO-onderbouw omvat werken en installaties [hoofdkwartieren. transmissies, vJie9~ velden. installaties voor het opslaan en verdelen van brandstoffen VOOI' reactiernotoren. oefenkampen, enz ... ) die reeds in vredestijd moeren uitgevoerd worden, met het oog op de ondersteuninq van de Atlantische strijdkrachten, De uitvoering van zulk programma. dat voorlopig in zeven reeksen werd verdeeld. brengt uitqaven mede, die ten laste vallen van de NATO-gemeenschap, en uitqaven die alleen ten iaste vallen van de landen op wier grondgebied de werken worden uitqevoerd. Zo vallen de uitgaven die voortvloeien uit de aankoop van de: gronden, vereist voor het aanleqqen of verqroten van vlieqvelden in België, en uit de ïnstallatie van de .gewone Iacihteiten [toeqanqswegen, riolen. aansluiting bij het telefoon-, het water- en het electriciteitsnet. enz ... ) ten Iaste van Landsverdediqinq, terwijl die welke met de verschillende technische installaties gemoeid zijn als gemeenschappelijke uitgaven moeren beschouwd worden, De gemeenschappelijke uitgaven worden onder de deel-

D) Coût de l'infrastructure dans le cadre de 1'0, T, A. N, I. -

Généralités.

Le programme de l'infrastructure de l'O.T.A.N. comporte des travaux et installations (quartiers généraux, transmissions, aérodromes, installations de stockage et de distribution de carburants pour réacteurs. camps d'entraînement, etc ... ) à réaliser dès le temps de paix en vue du soutien des forces atlantiques. L'éxêcution de ce programme, réparti provisoirement en sept tranches, entraîne des dépenses incombant à la communauté de rO.T.A,N. et des dépenses incombant uniquement aux pays sur le territoire desquels des travaux sont exécutés, C'est ainsi que les dépenses résultant de l'acquisition . des terrains nécessaires à rétablissement ou l'agrandissement d'aérodromes en Belgique et" de l'installation des 'facilités habituelles (accès, égouts, raccordement au téléphone, au réseau d'eau, à I'électricité. .etc ... ) tombent à charge de la Défense Nationale, tandis que celles concernant les diverses installations techniques sont à considérer comme des dépenses communes. Les dépenses communes sont réparties entre les Etats-

[5 ] nemende Staten verdeeld op basis van ecu in gemeen leg vastqestcld percentaqe.

over-

Llit de hierbi] gevoegde tabel blijkt : I) wat de reeds door de Noord-Atlantische gekeLLrde vijf reeksen betreft :

membres sur la baserl'uu accord.

Raad goed-

2) wat de Vl'" en VIlIlo reeks betreft, het vermoedelijk bedrag van het aandeel van Landsverdediqinq ill de gemeenschappelijke werken in hun geheel.

kredieten

bestrijden :

2) Reeksen

uitmaken,

Il en Ill.

De aanqevraaqde

kredieten

gique;

-. le montant des travaux Incombant uniquement à ta Défense Nationale; ~ le montant drs recettes extraordinaires à effectuer au titre d'Intervention des pays étrangers dans le montant des travaux communs à effectuer en Belgique (voir 2. ci-après ) ;

2) en ce qui concerne les VI" .et VII- tranches. le montant -présumé de l'intervention de la Défense Nationale dans J'ensemble des travaux communs,

II. -

Pl"ései1t,~tÎon budgétaire.

t.

Les crédits sollicités ~

couvrent

les dépenses incombant uniquement

à ta Défense

Na-

tionale:

~ toutes' les dépenses communes exposées à l'intérieur du pays: le montant de ces dépenses est înférièur au montant de l'intervention de la Défense Nationale dans l'ensemble des dépenses communes de l'O. T. A. N.; ~ les sommes à verser aux autres nations participantes et représentant la différence entre les deux montants ci~ dessus. . 2) Tranchés II et

bestrijden :

déjà approuvées

- le montant de l'intervention de la Odense Nittio~ nale dans l'ensemble des travaux communs; - le montant des travaux communs à exécuter en Bel-

ooorsteutnq.

- de alleen ten laste van Landsverdediging vallende uitgaven; - alle gemeenschappelijke ultqaven die in het binnenland worden gedaan; het bedraq van die uitqaven ligt onder het bedraq van het aandeel van Landsverdediging in de gemeenschappelijke NATO-uitgaven in hun geheel; ~ de sommen die aan de andere deelnemende nattes moeren worden gestort en die het verschil tussen de voor. melde twee bedraqen

arrêté de commun

1) en ce qui concerne lès cinq tranches par le Conseil de l'Atlantique-Nord :

1) Tranche De: aanqevraaqde

pourcentage

Le tableau ci-joint indique

~ het bedraq van het aandeel van Landsverdedrqtnq in de gC'11Ieenschappelijke werken in hun geheel: ~ het bedraq van de in Belqtë uit te voeren gemeenschnppelijke werken; ~ het bedraq van de alleen ten laste van Landsverdediging vallende werken: ~ het bedraq van de buitengewone ontvan qsten die geïnd worden bij wijze van aandeel der buueulandse mogendheden van de in België uit te voeren gemeenschappelljke werken (zie 2 hieronder}:

II. ~ Budgeta/ce

331

nt.

Les crédits sollicités couvrent :

-" de aileen ten Iaste van Landsverdediqing vallende uitgaven; - alle gemeenscharpelijke uitgaven die in het binnenland worden gedaan; het bedrag van die uitgaven ligt hoger dan het bedrag van het aandeel van Landsverdediging in de gemeenschappelijke NATO-uitgaven in hun geheeL

- les dépenses incombant uniquement à la Défense Nationale; ~ toutes les dépenses communes exposées à l'intérieur du pays; le montant de ces dépenses est supérieur au montant de l'intervention de la Défense Nationale dans l'ensemble des dépenses communes de l'O. T. A.'N.

Het verschil tussen de voocmelde twee bedragen wordt door buitengewone ontvangsten gecompenseerd. Tot in 19.51 werden de kredïeten betreffende de NA TOonderbouw ruet onder bijzondere begrotingsartikelen vermeld: deze verschenen voor de eerste maal in i952. maar de aldus alzonderlijk vermelde kredieten dienen teqelijk tot bestrijdinq van de alleen teri laste van Landsverdediqinq vallende kredieten en van de voor verdeling vatbare uitgaven.

La différence entre les deux montants ci-dessus est compensée par des recettes extraordinaires. Jusqu'en 1951. les crédits relatifs à l'infrastructure O. T. A. N. ne faisaient pas l'objet d'articles budgétaires -spêciaux: ceux-ci sont apparus pour la première Fois en 1952, mais les crédits mentionnés séparément couvrent à la fois des dépenses incombant uniquement à la Défense Nationale et des dépenses sujettes à répartition.

3) Reeksen IV en V. De aanqevraaqde

kredieten

3) Tranches IV et V.

bestrijden:

-. de alleen ten Iaste vvan Landsverdediqtnq vallende kred ieten: -. het aandeel van Landsverdediging in de gemeen~ schappe lijke in het binnenland uitgevoerde werken;

Les crédits Sollicités couvrent - les dépenses incombant uniquement à la Défense Nationale; - la part d'intervention de la Défense Nationale dans les travaux communs exécutés à l'intérieur du pays.

331

[6 ]

- het aandeel van. Landsverdedtqinq in de gemeen~ schappelijke in het bultenland uitqevoerde werken.

-- la part d'intervention de la Defense Nationale les travaux communs exécutés à l'étranger.

Die verschlllende rubrteken komen voor onder afzonderlljke artlkelen. Het aandeel van Landsverdediqinq i\l de gemeenschap~ pelljke in het binnenland uitqevoerde werken wordt overgedragen naar de begroting voor orde, sarnen met de aandelen van de andere landen in dezellde werken. In die omstandiqheden, moet geen enkele ontvangst in de buttengewone begrotingworden opgenomen. De budgetaire voorstelling van de uitgaven in verband met de reekseu IV en V zal eveneens voor de volgende reeksen worden aanqenomen.

Ces différentes

rubriques

dans

font l'objet d'articles distincts.

La part d'intervention de la Défense Nationale dans les travaux communs exécutés à l'intérieur du pays est transférée au budget pour ordre, conjointement avec les interventions des autres pays dans les mêmes travaux. Dans ces conditions, aucune recette n' est à prévoir au budget extraordinaire. La présentation budgétaire des dépenses afférentes aux tranches IV et V sera également adoptée pour les tranches suivantes. Ill. - Financement.

III. -- Finencietinq. De aandelen van een bepaald land in de gemeenschap~ pelijke uitqaven die door de andere Staten-leden worden gedaan maken het voorwerp utt van driemaandelijkse stortinqen, op de basis van de vermoedelijke uitqaven van het volgende trimester. Met die procedure ts prae-financierinq door de eneof andere natie. van uitgaven die ten laste van de NATO-gemeenschap vallen, uitgesloten. •

Les interventions d'un pays 'déterminé dans les dépenses communes exposées par les autres Etats-membres font l'objet de versements trimestriels basés. sur les prévisions de décaissements du trimestre suivant. Cette procédure exclut le préfinancement, par l'une ou l'autre nation, de dépenses incombant à la communauté O.T. A. N.

Infrastructuur N.A. T. Q.

Infrastructure Ö. 1\ A, N.

L -

Programma,

(IIi. duizenden

Irank.]

Bedraq voor de gezamenlijke gemeenschappell.)ke werken

REEKS

-

-

'tRANCHE

(a)

(En milliers de Irancs.] I

I

--

Montant de l'ensemble' des travaux: Communs

Intervention de la. Belgique dans l'ensemble des travaux communs

(b)

(c)

I

.

o,

BIjdrage van België in de qezamenlijke gemeenschappelijke werken

.

I I I

i

I

Bedrag voor de in België uit te voeren qemeenschappelljke werken

-

,

i

I

!

BedrcllJ voor dé \vèikm dlè uitslUltênd Belillê. tel::~d VàUI'il

i

Montant d~s travéux incombänt üniquèmènt il th Bcl\jlqù£

I

(e)

I

Montant des travaux communs I à exécuter , I en Belgique i (d)

I

1...

II

.......... .... ...

'00

...

...

... ... ~... ~

4.639.021

6f1A24

11.089.494

o •••••••

405.200 I

570.000

I

I I

J

:

I

!

(I)

i

i62.000

I i

i

.~

~'i

Bècltâil

•...

Mdiihml

I

I,

I

des reèethis extraordinaires

(i)

=

(d) -----'le> _ .............

_-

i

I

I

I I

1.708.000

.- ._-'" ---- ,._. -- --

van de buitenqëwönê ôntvànqstèn

I ...

I

_.

. .__ .._-

I

;';';3-

i.uaèoo

I

III

.-. ~.. .... .... ......

i

21.913580

10400.000

i

2.436.000

3(J().OOO

I IV

V

...

'00

...

•••

'O

••

•. ,

... ... -- . ...

.0'

...

20.846.280

1.050.017.

12.569.200

639.773

I VI-VII

(raming·

prév.)

22.130.800

793.600

I

I

i

209.200

I

564.200

-

i

i

i

17.800

i

1.141.727,.

?

i i

?

I

Totalen

-

TO,tal ......

93.488.375

I

5.'112.941

l' (I) Dit bedraq werd nlet nauwkeurig 15 milIioen frank.

vastqesteld:

--

I i

--

I

I I I I I

1.036.000

-2.174.000

I

het beloopt zowat

(l) Ce montant n'a pas 15 millions de francs.

été exactement

fixé; il est de l'ordre

de

331

[7 II.

Venvezenlijkingen

[In duizenden ,_

....

"_.-

--- ~

REEKS

-

TRANCHE

...

-

_____

.

-

communs

i

"-.'

i

-

.. - .. _,

•.

"

.-.-._._-----

-

Intervention des pays étrangers

Intervention de la Belqique

.. . ... .. .

405.200

405.200

-

. .. ...

l.154.608

586.803

556.805

III

... ... ... ... ... ...

965.203

677.628

287.575

-

-

IV ...

... ... ... ... ...

(3)

( I) Dit bcdraq werd nlet nauwkeurtq vastqesteld: het beloopt zowat 15 millloen frank. (2) Bedrag van 5 mlllioen onqeveer. (3) Gedeelte van een ultqave ten belope van 100 mlllîoen, te bepalen door het Comité voor de Infrastructuur, N. B. - De verstrckte bedragen .:ijn vatbaar voor gevolg van de. thans aan de gang zijnde contrôle.

E) De kesten

herzlenlnq

van de Britse basis « Gondola

als

».

Er werden in het geheel 1550 Ha. grond onteiqend. De kesten. daarvan vallen volledig ten Iaste van België en bedroegen 165.138.022.17 frank op 1 Januari 1954. De uitqevoerde werken bedroegen op zellde datum 868.216.426,55 frank, wäarvan 20 % ten [aste van Belqië, hetzlj 173.643.285.30 frank. De Imanctële last voor Belqië werd aanvankelijk geschat op circa 750.000.000 frank. Uit bovenstaande gegevens blijkt dat deze last merkelijk minder zal zijn. Krachtens de overeenkomst met Groot-Brtttannîë qesloten blijft de Belgische Staat eiqenaar der qronden en zal België na het vertrek der Bntse troepen, kosteloos bezit nemen van de: qebouwen. aanplantinqen en blijvende inrichtmqen, met uitzondering van de machines in de kesten waarvan Belqïë niet is tussenqekomen. Deze installatles omvatten voornamelijk : loodsen. maqazjjnen, administratieqebouwen, kleine kazernerlnqen, wegen, spoorweqverbrndinqen, kaaien, brandstcfopslaqplaatsen met pompim:ichting en pipelines. en weldra ook woningen voor gehuwde personeelsleden. De overname daarvan schijnt nuttig, zowel op burqerlijk als op militair gebied: de gebouwen kunnen door het leger als dusdanig in gebruik genomen worden: als dusdanig of mits omvorming kunnen verscheidene complexen voor rnjverheid en handel worden aangewend, zoals werkplaatsen. opslagplaatsen, enz.

(1) de 15 (2) (3) . par le

..

Bijdrage van gelgië voor de In het buitenland ultqevoerde qerneenscheppeltjke werken

1953.

-

Intervention de la Belgique dans les travaux communs exécutés à l'étranger

--~~---~-""'~~"--.. _--- ..

Werken die ultsluitend Belqtë ten deel vallen

-

Incombant Travaux uniquement ti la Belgique

-

206.224

...

...

_-

Btjdraqe der andere landen

Il

...

._'T .. '._._

werken

en Belgique

Bijdrage van België

! i i

...

-

exécutés

-

- ._--.----.--_.-.~------_._---

",-

Montant

1... ... -- . ...

- ... gcmeenschappelljkc

--

. ---

uitgevoerde

Travaux ._-_ ...

Bedrag

au 31 dëecembre

(En milliers de Irancs.)

.- "._ .

-_._'."

--,-~

~

Réalisations

frank.)

In Belqlë

"_

Il, -

op 31 Decembec 1953.

-

(I)

92.860

-

111.8'15

-

400

(2)

Ce montant n'a pas été fixé avec précisions; il est de l'ordre millions de francs. Ordre de grandeur 5 millions environ. Partie d'une dépense de l'ordre de 100 millions. à déterminer Comité d'infrastructure.

N. B. au contrôle

Les montants indiqués actuellement en cours.

sont

susceptibles

E) Le coût de la base britannique

de révision

« Gondola

suite

»,

Au total il a été exproprié 1550 hectares de terrains. Le coût est entièrement à charge de la Belgique et s'élevait . au 1el janvier 1954 à 165.138.022.l7-francs .. . Les travaux exécutés représentaient à la même ·date une somme de 868.216.42655 francs, dont 20 % à charge de la Belgique, soit 173.643.285.30 francs. La charge Financière pour la Belgique a été évaluée d'abord à environ 750.000.000 francs. Il résulte des données ci-dessus qu'elle sera notahleme-nt moindre. En vertu de la convention conclue avec la Grande-Bretaqne, l'Etat belge reste: propriètaire des terrains et. après' le départ des troupes britanniques. la Belgique entrera en possession, à titre gratuit, des bâtiments, plantations et installations permanentes, à I'excluslon des machines dans les frais desquelles la Belgique n'est pas intervenue. Ces installations comprennent en ordre principal : des baraquements. magasins, bâtiments d'administration. petits casernements. voies. raccordements de chemins de fer. quais. dépôts de carburants avec installation de pompage et pipelines, et bientôt égalemen\ des habitations pour les membres du personnel mariés. , Leur reprise semble utile, tant au point de vue civil qu'au point de vue militaire: les bâtiments peuvent être occupés comme tels par l'armée. Plusieurs complexes peuvent être utilisés comme tels ou moyennant transformations pour l'industrie et le commerce. tels que les ateliers, dépôts, etc,,,

III. - DE HUIDIGE TOESTAND DER STRIJDKRACHTEN.

III. - SITUATION ACTUELLE DES FORCES ARMEES,

In aansluiting met dezelfde rubriek in het verslag over de Begroting voor 1953, zullen we de toestand onderzoeken in verqelijkinq met 1950 (vertrekpunt) en het vellediq programma (pun t van aankomst). .

,Comme. suite à la même rubrique du rapport sur le budget pour 1953. nous examinerons la situation par rapport à 1950 (point de départ) et le programme complet (point d'arrivée).

,331

[ 8 ]

DE LANDMACHT.

LA FORCE TERRESTRE.

1) Evolutie van het personeel van de Landmacht,

1) Evolution des effectifs du personnel de la Force terrestre.

a) Militair personeel,

a) Le personnel

-

----r I

Augustus

1950

December

1951

~

kot 1950

I

Décembre

1951

I Offic[ererl Act[ef

RO.IL.T

.

R O./MiL...

10'

............

'"

dienst .0

gehouden _,.

••••

... ... ... ...

"o.

...

... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...

'" '"

Totalen

[anuarl

1953

195·1

Janvier

Janvier

1953

1954

4.369

4.449

-

Active.

118

55

.-

O.

229

402

-

Complément.

994

1.210

2.182

1.485

7.892

7.631

-

I

~

...

Reserve

4.298

~

I

~

I.'

•..

Reserve

o. ••

,

••••••

I I I

4.221

6.747

I

- I ~

-

-

...

'-

..... .... ...

... ...

... ... ... ...

-o

10.474

-

I I

... ...

I

403

476

I

2.056

3.202

l,

2.459

I,

...

'

3.359

5.652

5.353

18.109

-

-

Totaux.

Active. Réserve.

Totaux.

i

i

I

1.463

I I

4.41B

I

I

1.300

I

1.675

I

2.975

I

:

Active. Réserve.

Totaux.

I

I

I

-

21.443

19544

i

I

.. .. . ...

.. .

...

- ..

o.

•

I1\

10.807 37.771 '!8578

H.394

2.985

I I II

Candidats sous-oiiiciers

-

i

I I

Active. Réserve. Totaux.

I I

I

17586

I

22581

73.428

I

lll.822

I

I

!

-

i

I

I

Ceporeux et soldats :

70.01B

I I

87.604

65.879

-

88.460

[anuert 1951

[anuarâ 1952

Januari

1953

januart

1954

1951

Janvier- 1952

Janvier

1953

Janvier

1954

4.991

... ...

5.249

5.073

Cadre

769

1.506 (2)

Hulpkrachten

.

73

337 (3)

( 1) waaronder

599 vrouwen,

900 vrouwen.

Totaux.

Agents

.

(2) waaronder

Miliciens.

5.128(1)

Aanvullingskader

'Totalen

V.C.

b) Le personnel civil.

Janvier '"

I

I

b) Burgerlijk personeel.

(3) alle vrouwen.

O.R./Nl!.

I

Totalen

personeel

auxlllaires officlers en service.

O.R./L.D.

Sous·Officiers

1'1.666

-

B.V. ."

I

I

Korporaals en soldaten :

... ...

-

3.678

14.191

~

R. et maintenus

Candidats offici~rs :

12·157

-

•

... ... .. .

Totalen

8.323

I

I

I

i • ••

I

11.3Q7

:

'"

I

!

.

... ...

-

I

:

Candidaat-Onderofficieren

Burgerlijk

T.O.

i

~

o. ••

10.174

Reserve

619 1.771

I

•.. ~.... .~."" ... ... ... .... - .. ........ ... ... ... Totalen

...

46

I

-

.... ... ...... ... .... ... ......... Totalen .........

Onderotficieren

Miliciens

••

I

i

4.221

Calldidaat·olficieren :

Actief

i

Januari

Officiers:

..... ,

Aanvullingsofflcieren

Actief

.j

: •..

RO. en in hulpofficieren

Actief

militaire.

.

4.991

5.073

6.081

6.971

dont 599. femmes. (2) dont 900 femmes. (I)

(3) toutes

femmes.

civils. de complément.

Auxiliaires. . Totaux.

:

331

[ 9 ]

2) De Blnnenlandse

Strljdkrachten.

2) Les forces de l'intérieur.

a) Het volledig programma omvat :

a) Le programme complet comprend

een hnofdkwarfier: eenheden voor verdediging op de grond: een algemene reserve (pantsers. genie. transmissiètroepen. kwartiermeester, ordonnance); de T. W. L. (Territoriale Wacht voor Luchtefweer) : een infanterledlvlsie.

b) Toestand

op 1 Deccmber

b) Situation

1953

de eenheden 1I0Of /lerdedi{Jing op de grond zijn practisch te been. In 1954 zullen deze eenheden vollediq zijn: de algemene R.esewc : de meeste eenheden zljn: in staat te velde op te treden: de in lanteriedlvtsie (5'). c) De elfectiellen.

(Territoriale

Wacht

voor Luchtafweer).

a) De eenheden. In 1954 bestaan,

zullen

aIl

1953 ..

les unités de défense terrestre sont pratiquement constituées. En 1954, ces unités seront au complet: - la réserve f]énér:ale : la plupart des unités sont en état d'entrer en action: la division d'infanterie (5").

Au 20 août 1950: 8.900 hommes. Au 15 novembre 1952': 64.50.0 hommes. Au 31 décembre 1953, les forces de l'intérieur, sur pied de guerre, comptent 85% des effectifs" prévus. 3) La G. T, A. (Garde a) Les

op

èén na

alle

voorziene

bataljons

En 1954, tous constitués. b] Les effectifs.

Voorzien op oorloqsvoet : 45.484. Bestaande op 31 Decernber 1953 : 31.950, hetzr] 70 %.

Prévus

Dit personëel omvat besiendiq (miliciens) en niet besiendig petsoneel (bestendtqe kern- en reserve-officieren, reserve-o/officieren, miliciens met onbepaald verlof en vrijgestelden van dienst in vredestijd] . 15klassen zijn nodiq om de voorziene effectieven op . óorloqsvoet te bereiken. c] Materieel.

Territoriale

Àntiaérienne).

IlTlit€.s.

b] De effectielJen.

les bataillons

prévus, sauf

pn, seront

sur pied de guerre: 45.484. Existants au 31 décembre 1953 : 31.950, soit 70

%'

Ce personnel se compose d'effectifs peumenents [millciens ) et flon permanents (noyau permanent et officiers de réserve. sous-of Ilciers de réserve, miliciens en congé illimité et miliciens exemptés du service actif en temps de paix. Il faudra 15 classes pour atteindre les effectifs prévus sur pied de gllerre. c] Matériel.

Op het K 57 mm. na. zal in 1955 het materieel voor !00 % voorhanden zijn, d) Infrastructuur

1" décembre

de

c ) Les effer:tifs.

Op 20 Augustus 1950 : 8.900 manschappen. Op 15 November 19'52 : 64.500 manschappen. Op 31 December 1953 tellen de binnenlandse strijdkrachtenrop oorloqsvoet, 85 % der voorziene effectieven, 3) De T. W.L.

un quartier général; des unités de défense terrestre; une réserve générale (blindés, génie, troupes transmission. quartier-maître, ordonnance); . - la G. T. A. (Garde territoriale antîaêuenne}: une dlvislon d'infanterie.

zal voleindiqd

ztjn in 1954.

En 1955. IO(} % du matériel nécessaire sera disponible, sauf le c 57 mm. dj lnirestructure

1:) De Ïnterventiestrijdkrachten. Het uiteindelijk objecûef, ingevolge onze intern~tionale verbîntenissen. bestaat uit ëën pantserdivisie en 5 infanteriedivisies. Het objectief voor 31 December 1954 behelst drtc divisies, waaronder een gepantserde (IsLe leqerkorps ) onmtddelhjk beschikbaar, twee 2/3 divisies onmiddelhjk mobiliseerbaar. HuidifJe toestend Het eerste leqerkorps is strijdvaardig. De divîsies van het tweede legerkorps. uitsluitelijk uit reserue-eenheden samenqesteld, zullen dit jaar volledig uitglrust zijn onder meer wat de zware bewapeninq betreft.

: elle sera te-rminée en 1954.

-4) Les forces d'intervention. L'objectif final à atteindre conformément à nos engagements internationaux comporte une division blindée et 5 divisions d'Infanterie. L'objectif pour le 31 décembre 1954 comprend trois divisions, dont tine blindée (1er corps d'armée) immédiatement disponibles. deux divisions à 2/3 des effectifs, immédiatement mobilisables. Situation

ectueîle :

Le premier corps d'armée est à pied d'œuvre. Les divisions du deuxième corps d'armée, uniquement composées d'I,nités de réserve, seront complètement équipées cette année, notamment en ce qui concerne l'armement lourd.

[ 10 ]

33L

5) De onderbouwwerken

5) Les infrastructures

van de Landmacht. Einde

1954

fEïïld~dlum

1953 Kazcrncrirlg

Encssememcni

bezettlnq

Autoberqplaatsen Hospitalen

(I)

88.000

90.000

84.000

125.000

I

:

100.000

occupation

normale.

128.000

128.000

occupation

forte

365.000

365.000

365.000

2.890

J.600

3.600

2.320

(2)

!

Garages

(I),

ct ateliers,

Hôpitaux

(lits)

(2),

Dëiôts : .

;'

mobtltsatiedepots

ammunitir-

54.500

130.000 m'

en wcrkhuizcn

(bedden)

Opslagplaatsen -

Hnale

:

normulebezcrttnq dtchte

I. Phase

1954

Fin

de la Force terrestre.

375.000

onbcst. inexistant

verdriedubbeld triples

...•..............

maqazljn brandstoffen mtddelen ............•........

111'

465.000 rn'

516.000 m'

(uitgedrukt "in ton) (en tonnes)

de mobilisation.

de munitions.

en smeer-

magasin de combustibles lubrifiants.

einde 1954 : 14· X meer dan in 1949 fin 195i : 14 X plus .qu'en 19'19

(1) De voorhanden zijnde kazerneringen en de uitvoerinq van het programma 195'1 zijn in staat de Belgische troepen op bevredtqende wijze onder te brenqen, indien de terugtrekking uit Duitsland zou moeten plaats vinden. . (2) In oorlogstijd worden er in de achterzone [butten het nationale grondgebied) sanitaire formaties opqertche, voor dewelke thanst S.OOO bedden worden voorzten, Zij worden onderqebracht in op te eisen gebouwen. De hospltaalsterkte van een formatie bedraagt ± 450 bedden, De uitgave VOOr deze orqanisatie wordt qeschat op \0.000 frank per bed, hetûj 180.000.000 frank. Deze som dekt de aankoop in vredestijd van niet opeisbaar genees- en heelkundig materieel en een hoeveelheld pharmaceutlsche producten welke de ingangsteHiug en de werking gedurende ± 6 dagen toelaten.

~

et de

(I) La capacité d'encasernement actuelle et l'exécution du programme de 195'1 permettraient d'héberger de manière satisfaisante les troupes belges, si celles-ci étaient retirées d'Allemagne. . (2) En temps de guerre, des formations sanitaires seraient constituees dans la zone de l'arrière (en dehors du territoire national); actuellement, 15.000 lits sont prévus pour ces Iormattons .. Celles-ci seraient logées dans des bâtiments réquisitionnés. La capacité d'hospitalisation d'une formation sera environ de 450 lits. La dépense pour cette organisation est estimee à 10.000 francs par lit. soit 180.000.000 francs. Cette somme est destinée à rachat, en temps de paix, de materiel médical et chirurgical qui ne pourrait être réquisitionné et d' une quantite de produits pharmaceutiques permettant la mise- en marche et le fonctionnement pendant environ 6 jours.

6) De toestand van het belanqrijk materieel,

6) Situation du matériel majeur.

Op 1 [anuari 1951 is 'er een deficit vast te stellen wat betreft mitraîlletten, middelmatiqe tanks (onbeduidend deficit). camionnetten. camions [tamelijk belangrijk deficit). De artillerle is practisch vollediq uitqerust.

Au 1e-r janvier 1954, on enregistre' un déficit en ce qui concerne les mitraillettes, les blindés moyens( déficit insignifiant). les camionnettes et les camions (déficit assez important). L'équipement de l'artillerie est pratiquement au complet. En ce qui concerne les véhicules, le: parc comprend à présent au total 25.213 unités (y compris les chars de combat). Le programme final en prévoit 41.978 (y compris les réquisitions éventuelles}. . En 1951, le' parc auqmenteead'environ 6.590 unités.

Wat de voertuigen betreft omvat het park thaas globaal onqeveer 25.213 eenheden (strijdwagens inbeqrepen}. Het ulteindelljk programma voorziet er 41.978 [eventuele opeisinqen inbeqrepen}, In 1951 zal het park met circa 6590 eenheden vermeerderen.

DE LUCHTMACHT.

LA FORCE

1) Het personeel,

. 1) Le personnel.

l'Januaril'"Januarill'Januari

Einde 1955 orq, tabel

I' Januari

I"Januaril

1951

Officieren

in actieve dienst en miliciens

Ojofficieren

.

Korporaals en soldaten: Vrijwilligers Miliciens (1) Waaronder

(2) Waaronder

. .

i l'

l' :E:ler 1950

Il' :~:ier 1951

592

671

840

1.5H

1.67+

2.433

4.345

T.127

8.625

5.082

6.109

3.756 3.419

AERIENNE.

I

4.219

465 vliegend personeel, 292 niet vlieqend technisch personeel, 497 voor de adrntnistratle. 308 vlieqend personeel, 2.336 niet vlieqend pers.especialisten, 15.3.3 nlet vlleqend pers.vnlet-speciallsten.

i

I

:~~ier 1952

l' jl~~ier il 1953 I

1.065 3.320

I

-

1954

I I

Fin 1955 tableau org.

1.708

Officiers de l'active

6.021

Sjofficiers.

8.808

8.222

Caporaux et soldats Volontaires.

5990

5.225

1.254 Il} 4.177 (2)

Il

I

-

}' janvier

i

et miliciens.

,

MiliCiens.

(I) Dont '165 membres du personnel navigant, 292 membres du personnel technique non navigant, 497 membres du personnel administratif. (2) Dont 308 membres du personnel navigant, 2.336 specialistes non navigants, 1533 membres du personne) non navigant non-specialistes,

[ Il

]

331

2) De eenheden,

2) Les unités.

a) Het te bereiken doel is drieledlo : 1) verdediging van het luchtruim

a) L'objectif

(daqen nachtjagers):

1) defense de l'espace aérien nuit

2)

tactische

eenheden

(jacht bommenwerpers);

3) vervcër, b) De ioestend in 1953 : Eenheden en tcestellen drieledig doel tel: bereiken âéih\vezlg. c) Vocruitzichten

nodlq

à atteindre est triple

J;

unités tactiques 3) transport.

2)

(bombardiers

(chasseurs

de jour et de

de chasse);

b ) La situetion en 1953 : voor

zijn grosso

eerste lijn om dot modo VOO1' de 3/1

Les llnÎté~ ~t appareils de première ligne nécessaires pour atteindre ce trlplë but sont disponibles pour les 3/4 environ,

ëJ

einde 1954

AI de eenheden in het programma voorzien zullen einde Vaal' 100 % bestaan, op een uitzondering na, nI. betreffende de jachtvlieqtulqen Voor alle tijd. 1954

3) De Vliegveldverclecligingseëühedert.

Prévisions

fin 1954 :

Toutes les unités prévues au programme existeront à 100 % à la fin de1954, à la seule exception de...••chasseurs tous temps. 3) Les unités de défense des aérodromes,

Dè i:êorglinisattè clézer eènh.êclën werd in clè [óop Väii 1953 aanqevat. Zo zal elk vheqveld, in oorlogstijd, over êén verdedigingseenheid beschikken. Het effectief van een verdedlqtnqseenheid bedraagt : 21 officieren, 60 a/officieren, 407 korporaals en soldaten. Het personeel (5.178 man) en het mateneel zijn practisch volledig aanwezig.

, ta t'êörganisatio.n de ces unités a été entamée au Cours de I'ärirtéë 1953. C'est äÎn§Î que tout aérodrome disposera, en temps de guerre, d'une seule unité de défense. L'effectif d'Une unité de défense se compose de 21 offi~ ciers, 60 sous-officiers et 407 caporaux et soldats. Le personnel (5.178 hornmes ) et le matériel sont pratiquement au complet.

De oerdediqinq en de oeiliqheid der vlieqvelden is een zeer belangrijk probleem, Dé .Regering verschafte desbetreffend volqende nadere Inllchttnqen :

La défense et la sécurité des aérodromes constituent un problème très important. Le Gouvernement a fourni les préeisions suivantes à ce sujet ;

Dé äâIizlli:nlijb: uitqestrekthëld van de moderne luchtbasissè.n hi~a~t hët wacht- en veîliqheidsprobleem zeer irigê..yikk.éld. Mën mag Inderdaad niet uit het ooq verliezén dat dè grote ltichtI;as!~sën een perimetriekë uitqestrektheid van circa 20 Km. hébbên. Bovendien werden in zekere basissen stroken land terug ais böuwqrond gebntikt, hetgëcn de verplîchtinq met zich bracht hulpdoorgangen te:

La superficie considérable des bases aériennes modernes rend le problème de garde et de sécurité très complexe. On ne petit perdre de vue, en effet, que les. grandes bases aériennes ont un développement périmêtrique de l'ordre de 20 kilomètres. De plus. dans certaines bases des parcelles de terrain ont été remises en culture, ce qui entraîne Tobligation de prevoir des passages secondaires,

voorzïen.

Wat er ook van zij, de huidige orqanisatië Van het wacht, en veiligheidssysteem der luchtbasissen steunt enerziJds op de beschikbaarheid aan materieel, en anderzijds op dé besè1iikbaarheid aan personeel.' a)

Materieel.

Quoi qu'il en soit. I'orqanisation actuelle du système de garde et de sécurité des bases aériennes est fondée d'Une part sur des moyens matériels et d'autre part sur des moyens en personnel. a) Moyens matériels.

De: vêiligh.èid van dé basis wordt vooreerst verzekerd door dé instelling Van eën perünetrieke afsluiting, vervolgens door de instellinq van een dubbele afsluitinq rond de verschillende complexen die de belangrijke ïnstallanes binnen de basis omvatten, tenslotte door de instelling van een contrôle-stels~l van het burgerlijk en militair perseneel. 1) Perimetrieke

afsluiting.

De penmetrieke afsluiting, ter hoogte van 2,40 m. omvat 4 rangen Ijzerdraad, waarvan een rang prikkeldraad. Tussen de piketten worden dwarsstukken voorzien. In zekere gevallen worden de rangen ijzerdraad vervanqen door traliewerk.

La sécurité de la base est assurée d'abord par l'installation d'une clôture péri métrique , ensuite par l'installation d'une clôture double autour des différents complexes englobant les installations importantes à J'intérieur de la base, enfin par l'mstallatlon d'un système de contrôle du personnel civil et militaire. I) Clôture pécimétrique. La clôture périmétrique, d'une hauteur de 2,40 m., comprend 4 rangées de fil de fer dont un Eil barbelé. Entre piquets un croisstllonaqe est prévu. Dans certains cas, les rangées de fil de: fer sont remplacées par des treillis.

2} Binneruüsluitinqen.

2) Clôtures, intérieures,

De basis wordt verdeeld in complexen die de belanqrijke instellingen omvatten. Deze complexen moeten door een

L'intérieur de la base est divisé en complexes englobant les installations importantes. Ces complexes doivent être

331

dubbele afsluiting V(\11 3 m , hoogte, omhcnd worden, De tussenruimte wordt met een net van prlkkeldraad bedekt. De gehele lengte van de blnnen-n lsluitinqen bedrauqt ongeveer 15 Km. per basis, Het oprichtingswerk der afsluitingen werd aangevangen op het geheel cler vlieqpleinen. Ongeveer 60 % werd verwezenlijkt en alles laat voorzien clat het werk in de loop van 1954 zal voltooid zijn. 3) Contrôle

op hct bUI',(/crlijk

err militait'

3) Contrôle du personnel

personeel,

Het huidig systeem voorziet het gebruik van een tocgangskaart afgeleverd door de Commandant van de Basis. De Generale Staf van de Luchtrnacht bestudeert een nieuw contrôle-systeem. Dit zal het gebntik van de bijzondere kaarten van verschillende kleuren bevatten. naarqelanq de cornplexen van de Basts waartoe zi] toeqanq moeten verIenen. b) Personeel.

politie.

en personnel,

Le service de garde et de patrouille est assuré par du personnel de la police militaire, du personnel de l'Unité de Défense de l'Aérodrome et du personnel organique de la' Base. 1) Police Militaire.

De opdracht van de militaire politie is de controle te verzekeren bij de ingang van het kwartier en daqen nachtpatroeljes uit te voeren. 2) VercfedifJÎll9seenheid

cil/il ct militaire.

Le système actuel prévoit l'emploi d'une carte de circulation délivrée par le Commandant de Base. L'E.M.G./F.Aé. étudie un nouveau système de contrôle. Celui-ci comprendra l'usage de cartes spéciales de couleurs différentes suivant les complexes de la Base auxquelles elles donnent accès.

b ) Moyens

De wacht~ en .patroeljedienst wordt verzekerd door het personeel van de militaire politie, het personeel van de verdedtqinqsecnhetd van het vliegveld en het orqaniek , personeel van de basis. 1) Militaire

entourés d'une clôture double de 3 ln .de hauteur. L'intervalle entre les clôtures est couvert par des réseaux de fil de fer barbelés. La longueur totale des clôtures intérieures est de l'ordre de 15 km par base. . Le travail d'etablissement des clôtures a été entamé sur l'ensemble des aérodromes. Il est actuellement réalise à envil'on 60 % et tout laisse prévoir qu'il sera achevé dans le courant de 1954.

t'ail

het l4ie9t'elcl

(V EV).

De verdediqinqseenheid van het vlieqveld is belast met de wachtdienst. Zij levert dus de schildwachten nodig voor de wacht aan de complexen van de basis, Bovendien neemt de verdedigingseenneid van het vliegveld deel aan

Le rôle de la Police Militaire est d'assurer le contrôle à rentrée du quartier et d'effectuer des patrouilles de jour et de nuit. 2) Unité de Défense de l'Aérodrome

(L1.0.A.).

L'Unité de Défense de l'Aérodrome est chargée d'assurer le service de garde. Elle fournit donc les sentinelles nécessaires à la garde des complexes de la Base. De plus l'U.D.A. participe au service de patrouille.

de patroeljedienst.

3) Persolled van de Besis,

3) Personnel de la Bese.

Dit personeel .neèmt, samen met de verdedigingseenheid van het vlieqveld, deel aan de wachtdienst. Men kan zeqgen dat in het algemeen de wachtdienst verzekerd wordt door een veertigtal mannen per vlieqveld, die voor de helft qeleverd worden door de verdediginqseenheid van het vliegveld en, voor de andere heHt, door het personee] van de basîs. Bovendien levert het personeel van de basis elke dag een gewapend piket bestaande uit 1 onder-officier en een vijftiental mannen.

Ce personnel participe avec rU.D.A, au service de garde de l'aérodrome. On peut dire qu'en genê:ral. le service de garde est assuré par une quarantaine 'd'hommes par aerodrome, fournis par moitié par l'UD.A. et par moitié par Ie personnel de la Base. De plus le yersonnel de la Base fournit chaque jour un piquet en armes comportant L'sous-officier et une quinzaine d'hommes. 4) Travaux

'1) Onderbouwwerken. Het programma

voor 1954 voorz îet :

Le programme

d'infrastructure.

pour 1954 prévoit

:

voleindigen van 2'k en 3"" schijf (NATO); 4'1•.. schijf: regionale opslagplaatsen, pipelines, radar. radio. enz.; , ~ 511;, schijf : idem + telecommunlcaties.

l'achèvement de la z- et 3" tranche (O.T.A.N.); tranche : dépôts réqionaux, pipelines, radar,' radio. etc ... ; 5e tranche : idem plus téIécommunîcations,

Toestand in J 953: In het kader der tweede en derde· schijf" bestaande (verouderde) vheqvelden werden gemodermseerd en ingericht volgens NATO-normen; nieuwe vlieqveiden werden aanqeleqd (te zamen 19).

Situation en 1953 : Les aërodromes démodés existant dans le cadre de la 2e et 3" tranche ont été modernisés et aménagés selon des normes de rO.T,A.N.; de nouveaux aérodromes ont été établis (19 au total).

~ ~

-

-

".le

331

[ 13 ]

DE ZEEMACHT.

LÀ' FORCE Ni\.VALE.

1) Personeel.

1) Personnel. ---_.

... _-".

op [ [auuari 1952

au I'"

janvier

1952 Offtcleren (I),., . O/officieren Matrozcn

,.. (L" en 2")

/'

I

( I) Ofüctercn

der landmacht

-

Org.

au l'" janvier 1954

tabcl

Tableau

orq.

I

I

Wet Loi

225

T

(I),

Officiers

137

202

298

626

1.288

S/offlclers.

737

1.343

1.044

Matelots

l.521

l.224

Milldens.

Lo5[C)

Miliciens

-;-

".

op l [anuart 195'1

inbeqrepen.

(

ï

)

(I""

et ~"),

y compris les offlclcrs de la force terrestre.

2) 'I'oestand op 31 December 1953 der Zeemacht en Hitkijkeenheden.

2) Situation des unités de garde et de qnet maritime au 31 décembre 1953.

De eenheden zijn in twee streken gegroepeerd, nl. te Antwerpen (Haven van Antwerpen. Scheldeoevers, Haven van Gent. Kanaal Gent-Terneuzen) en te Oostende (haven van Oostende, Zeekust. Haven van Zeebrugge), en onderverdeeld in bataljons. Het personeel is voor 95 à 100 % besc.hikbaar. Het materreel VOOt" 75 à 90" %. met uitzondertnq van radio- en telefooninrichting; de kleding en persoonlijke uîtrusting voor 100 %; de bewapening voor 95 %'

Ces unités sont groupées dans deux régions, ·ù savoir Antlers (port d'Anvers. rives de l'Escaut. port de Gand. canal Gand-Terneuzen) et Ostende (port d'Ostende.vcöte maritime. port de Zeebruges) et subdivisêes en bataillons.

3) Evolutie onderbouwwerken (51-52-53).

. en ammuninedepots:

~ Te Oostende zijn 100 m. kaai in opbouw. alsmede depots en werkhuizen: ~ Te Zeebruqqe : de rescrvebasis der Zeemacht is voleindiqd, Daarenboven moet België in het kader VélP het NATObevel voor de zeeënqte instaan voor een oorloqstnfrastructuur,

Deze bestaat uit : Hoofdkwartier [schuilplaatsen}, transmlssie-onderdelen. mijnveqersbasis, verdedigingsmiddelen teqen onderzeeërs. Deze

werken

3) Evolution des travaux d'infrastructure. 'de la Force navale 5l-52~53).

der Zeemacht

~ Kamp van St-Kruis-bij-Bruqqe werd als mstrucnecentrum ingericht [Kazernementen in hard materiaal zullen in ME:i 1954 voleindlqd zijn): -- Twee Iorten bij Antwerpen werden ingericht als mobilisatie-

rc,

Le personnel est disponible pour 95 à 100 Le matériel pour 75 à 90 %. sauf pour l'installation de radio et téléphonique: rhabillement et l'équipement individuel pour 100 % et l'armement pour 95 %'

zijn in uitvoering.

- Le camp de St. Kruis-lez-Bruges a été aménagé en centre d'instruction. (Les casernements en matériaux durs seront achevés en mai 1954); . ~ Deux forts près d'Anvers ont été aménagés en dépôts de mobilisation et de munitions; - A Ostende. 400 mètres de quai sont en voie de construction, ainsi que des dépôts et des ateliers; - A Zeebruges. la base de réserve de la Force Navale est achevée. En outre. la Belgique doit assurer, dans le cadre du Commandement de ra. T. A. N. de la manche une infrastructure de guerre. Celle-ci comprend: le Quartier général (abris). des éléments de transmission. une 'base de dragueurs de mines, des moyens de défense contre salis-marins. Les travaux sont en exécution.

4) Toestand der schepen van de Zeemacht.

4) Situation des navires de la Force Navale.

Op het gdleel der schepen in het volledig programma voorzien zijn er gemiddeld 42 'le aanweziq. hetzij :

Sur l'ensemble des navires prévus au programme complet. une moyenne de 42 % est présente, soit: pour les dragueurs de haute mer: 33 %: pour les dragueurs côtiers : 25 %; pour les vedettes fluviales (flottille du Rhin) : 100 %; la frégate Lieutenant de vaisseau Billet : 100 %; Ie transport de troupes Kemine : 100 %; un remorqueur: 100 %; dragueurs de mines (farces d'outre-mer] 100 %: vedettes fluviales (Bas-Congo) : 0 %'

voor de zee-mijnveqers : 33 %: voor de kust-rnijnveqers : 25 %; voor de rivierwachtschepen (Rijnflotilje): 100 %: het fregatschip Luitenent ter Zee Billet: 100 %; het transportschip Kamina : 100 %; cen sleepboot (100 %): mijnve:gers [overzeese strljdkrachten ) 100 %: rivierwachtschepen (Beneden-Conqo] 0 7"Verwachtin9cn: In 1954 worden 12 nieuwe eenheden verwacht. in 1955 zeven, in 1955-56, zestien,

Préuisions : Pour 195"1, on prévoit 12 nouvelles unités; 1955. sept; pour 1955-56. seize.

pour

[ 14 ]

331 5) Bescherming

5) Protection

der Koopvaardtjvlcot.

De bijzondere aandacht van het Departement- gaat thans naar de bescherming en de bewapening van de Belgische Koopvaardljvloot. Het programmé! 1954 voorziet de bewapening van ] 10 schepen (boven de 500 ton), Deze bewapening eist 5U

afweerkanonnen

van

verschtllend

kaliber,

Het beheer der Marine beschikt op de begroting van Verkeerswezen over een bijzonder krediet voor de uitl'LIsting der koopvaardljvloot, Deze uitrustinq omvat het Deqaussinq [I .s00.000 frank per schlp van grote tonnemaat ) , rookgevende installattes, radio's van zeer hoge Irequentle. telefonen, camouflage. ammunitiecaissons, mobilisatfekoffers. Dit proqrarnma is in uitvoering. thans nog in een beqinstadium.

doch bevindt

ztch al-

L'attention spéciale du' Département est retenue pour le ' moment par la protection et l'armement de: la flotte marchande belge:. Le programme 1954 prévoit l'armement de 110 navires (jauqeant plus de 500 tonnes), Cet armemen t exige 511 canons de défense de divers calibres. L'administration de la Marine dispose sur le budget des Communications d'lm' crédit spécial pour I'équlpëment de la flotte marchande. Cet équipement comprend le Degaussing (pour un montant de 1500.000 francs pal' bateau de grand tonnage) : des installations fumigènes, radios de très' haute Irëquence, téléphones. camouflage, caissons de munitions, coffres de: mobilisation. Ce programme est en voie d'exëcutlon, mais il se trouve actuellement encore dans une phase initiale. Signalons.

Ter inlichting:

de la' flotte marchande,

à titre de renseignement,

que :

l canon 3" coûte environ 2.000.000 de francs; 1 canon 40 mm coûte environ 1.500.000 francs; 1 canon 20 mm coûte environ 750.000 francs.

kanon 3" kost circa 2.000.000 frank; kanon 10 mm kost ctrca 1.500.000 frank; kanon 20 mm kost circa 750.000 frank.

En ce qui concerne l'instructïon du personnel de défense de la flotte marchande. le Département communique ce qui

Wat het onderricht van het personeel voor de verdediging yan de koopvaardijvloot betreft. werd bet volgende door het Departement medegedeeld:

suit:

Het MInisterie van Landsverdediging heeft in de Hoqere Zeevaartschool '(Noordkasteel-Antwerpen) een artilleriecursuszaal ingericht met de bewapening die aan boord van de kcopvaardljschepen kan geplaatst worden (3inch. 40 en 20 mm). In deze cursuszaal werd het onderricht gegeven door instructeurs van de Zeemacht onder leidinq van Majoor Van Kerckhoven: het programma van de cursussen gegeven in 1953 was:

La Défense Nationale a établi à l'Ecole Supérieure de Navigation [Noordkasteel-Anvers ) une salle de cours d'artillerie équipée des pièces susceptibles d'être mises à bord des bâtiments de la marine marchande (3", 1() mm et 20 mm). Cette salle est desservie 'par du personnel de la Force Navale dont les instructeurs sous la conduite du major Vankerkhoven ont exécuté ml cours de l'année 1953 le programme ci-après :

1) Cursussen vaartschool :

1) Cours aux rélèves tion : '

aan de leerlingen

~

1"· sessie : December

~

2<1e sessie . December

van de Hoqere

Zee-

lingen. - 3d e sessie : zal aanvangen digen einde 1954.

op 29 januari

1954 en ein-

2) Officieren en bemanning van de koopvaardij [cursussen van 3 à 4 dagen aan de Hogere Zeevaartschool a) Öffîcieren (4 dagen) i tot

Il 27 26 23

tot tot tot tot

7 14 30 29 26

: 9 offlcleren » »

3

» »

3" session : débutera miner fin 1954. -

Totaal In 1954 zullen de cursussen

* * *

10 offlcieren » 11 »

le 29 janvier

1954 pour se ter-

9 officiers

6

Total subalterne

(3 jours)

Total

4

» »

3

»-

':I

»-

26 officiers :

12 au 14 octobre 1953... .. _ 9 au 12 novembre 1953 ... 7 au 9 décembre 1953 __.

~

(cours

(4 jours)

-4 au 7 août 1953 Il au li août 1953 27 au 30 septembre 1953 .. _ 26 au 29 octobre 1953 23 au 26 novembre 1953. __

31 officieren op 1 Februari hernemen.

de Navïqa-

2) Officiers et équipages de la marine marchande de 3 à 1: jours à l'Ecole Supérieure de Navigation)

b) Personnel

10

Supérieure

: décembre 1952 - juillet 1953 : 5':1 élèves. : décembre 1952-janvier 19.54 : 38 élèves.

26 officieren

(3 dagen) :

12 tot li October 1953 ... 9 tot 12 November 1953 7 tot 9 December 1953

-

6 i

4

Totaal personeel

1

2" session

a) Officiers

Augustus 1953 Augustus 1953 September 1953 October 1953 ... November 1953

b} Ondergeschikt

r. session

1952-Juli 1953: 54 leerhnqen. 1952-22 januarï 1954: 38 leer-

de: l'Ecole

...

En 1954. les cours reprendront

ro

officiers

10 Il

»»-

31 officiers le:

leI'

février 1954.

331

15 - De Zeemacht heeft zich in 1953 een grote inspanning getroost met de opleidmq van het eigen reservepersoneel dat aanqeduid zal worden voor de bescherming van de Staatsmarine en de Koopvaardij. De vo lqende gehad:

tnstructtewederoproepinqen

hebben

Duur van de wederoproeping Rcscn1e-officier'en Opqeroepen

Les rappels d'instruction suivants furent exécutés Durée du rappel

Aantal

Officiers

:

biJ het OC/Brugge

Res'cwc-olofficieren

32

Rappelés au CI Bruges

15 dagen

66

Rappelés au Cl Bruges

15 jours

32

15 jours

66

15 jours

387

SO!ls~officicrs de réserve

:

Opgeroepen bij het Maritiem Commando Antwerpen

Nombre

de réserve:

15 dagen

:

Opgeroepen bi] het OC/Brugge Reserve-kanonniers

plaats

- La Force Navale a fait un gros effort en 1953 avec son propre personnel de réserve qui sera affecté à la protection des bâtiments de la marine de l'Etat et de la marine marchande.

Canonniers 15 dagen

387

de réserve

Rappelés au Ct maritime d'Anvers

Aan de opwerpinq dat de opleiding waarvan hoger sprake hoofdzakelijk ill een zaal plaats heeft en dat ook schietoefeninqen nodiq zouden zijn, werd geantwoord dat in Comixlilar (1) beslist werd :

A l'objection que l'instruction donnée aux membres du personnel de la marine marchande s'effectue essentiellement en salle et que des exercices de tir semblent nècessail'es, il fut répondu, qu'il fut décidé en Comixmar (1) que:

1) « De Functies van « keyrnan » t.t.z , deze van richter zullen altijd waargenomen worden door personeel van de Zeemacht dat tijdens de actieve dienst en de wederoproepingen aan [scherp) schietoefeningen deelneemt. De Iunctie waarqenomen door de bemanning van koopvaardijschepen bestaat slechts uit het aanvoeren van munitie. De bemanning is anderzijds ook nog belast met de onderhoudsroutme en het remiqen van de bewapemnq.

1) Les fonctions « clefs », c'est-à-dire celles de pointeur seront toujours assurées par du personnel Foree Navale, qui au cours de son service normal et des rappels aura toujours effectué des tirs réels. Les fonctions dévolues aux équipages de la marine marchande ne comporteront que celles de pourvoyeur et de ravltallleur en munitions. Ils seront chargés en outre des routines d'entretien et de nettoyage.

2) Onder deze. voorwaarden is het niet noodzakehjk de opleiding aan te vullen met [scherp] schletoefentnqen, te meer daar het niet zeker is dat bi] mogelijke onqevallen belanghebbenden een schadeloosstéllinq zouden verkrijqen,

2) Dans ces conditions il n'est pas nécessaire de compléter l'entraînement prévu par des tirs réels. d'autant plus qu'en cas d'accident toujours possible les intéressés ne seraient pas assurés d'être indemnisés.

6) De Zeemacht in Beneden-Conqo.

6) La Force Navale an Bas-Congo,

De oprich ting van een basis in Beneden-Conqo is in uitvoerinq. België heeft de taak een minimum-verdediging van de stroom te verzekeren, Deze verdediging veronderstelt Iucht- en zeestrljdkrachten.

IV. -

DE GLOBALE BEGROTING

195-4.

De algemene principes blijven dezelfde :

La construction d'une base au Bas-Congo est en voie d'exécution. La Belgique a pour mission d'assurer au fleuve un 'minimum de défense. Cette défense suppose des forces aériennes et navales.

IV. -

LE BUDGET GLOBAL DE 1954.

Les principes généraux restent inchangés :

a) De kredieten strikt heperken tot het absoluut noodzakelijke om de stnjdkrachten die bestaan te encadreren, te onderhouden en te trainen, en tot het naleven der verbintenissen bestaande op 1 Januari 1954 en der verbintenlssen 1954 beantwoordend aan de eerste hoogdringendheid.

a) Limitation extrême des crédits au strict nécessaire pour 'assurer J'encadrement, r entraînement et I'entrenen des forces existantes, ainsi que l'observation des engaqements en cours au 1er janvier 1951 et de ceux de ]954 répondant aux besoins de première nécessité.

b) Prioriteit voor defensie-uttqaven, rekening houdend met de uitgaven in de burqerlijke sector en met de Iinancrële moqelïjkheden. Op deze basis werd, in gewone en buitengewone beqroting, een som voorzien van 21 milliard.

b) Priorité aux dépenses de défense, en tenant compte des dépenses dans le secteur civil et des possibilités financières. C'est sur cette base qu'un total de 21 milliards est prévu aux budgets ordinaire et extraordinaire.

(I) Comlxmar (comite mixte maritime, samenqesteld uit afqevaardigden van het Mtntsterie van Landsverdediqtnq, Verkeerswezen en van Openbare Werken. en van de Havencornmlssies van Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende, met het oog op de coördinatie van het

(I) Comixmar (comité mixte maritime, composé de délégués du Ministère tie la Défense Nationale, des Communications et des Travaux Publics, et des Commissions des Ports d'Anvers, Gand, Zeebrugge et Ostende, en vue -de la coordination du transport maritime en temps de guerre.)

vervoer tel" zee in oorlogstijd.)

[ 16 ]

331

Verdelinq

van deze som:

Voici la répartition

verbintenissen bestaande op I [anuan gewone begroting - buitengewone begroting ... Totaal Er blij ft dus voor nieuwe verbintenissen som van 10.350 mil!ioen beschikbaar.

195':1:

de cette somme:

2,850 millioen 7,800 »

engagements en CaUL'S au 1'" janvie .•..195':1 : - budget ordinaire ... 2.850 millions Total 10.650 millions

10.560 millioen

Total

10.650

in 1954 een

Par conséquent, il reste une somme de 10.350 millions pour des engagements nouveaux en 1954.

Voor de vaststelltnq der gewone begroting werd rekeoïng gehouden met volqende elementen:

Le budget ordinaire a été élaboré en tenant compte des éléments suivants :

recruterlnq tot absoluut minimum herleid: diensttijd: 21 maanden: de noodwendiqheden aan instructie-ammnnitie en brandstof met spaarzaamheld vastleggen; ~ in beginsel geen vernieuwinq, tenzij drinqende en hooqstnoodzakelijke vervangingen van materreel en uitrusting waarvan het behoud de goede gang van de dienst of de operationele waarde der eenheden zouden schaden.

recrutement limité au strict minimum; temps de: service: 21 moïs; établir avec parcimonie les besoins en carburant. munitions et instruction; - en principe. pas de renouvellements, sauf le remplacement absolument indispensable du matériel et de l'êquipement dont le maintien serait préjudiciable il la bonne: marche du service et à la valeur opérationnelle des unités.

Aldus vastgesteld bedraaqt de gewone begroting 11.789 mlllioen frank. Van deze som zal slechts 8.850 millioenin 1954 uitgegeven worden (het saldo gedurende het eerste trimester van 1955). zodat er VOOl" de begroting in 195.':1voor verbmtenissen op debuitengewonebegroting 1951: 10.350 millïoen min 8.850 mrllioen, hetzij 1500 millioen beschikbaar is,

Etabli de cette manière, le budget ordinaire s'élève à 11.789 millions de francs. Cette somme ne sera utilisée en 1954 qu'à concurrence de 8.S50 millions (le solde étant affecté au cours du premier trimestre de 1955), de' sorte que pour le budget de 1954 une somme de : 10.350 millions moins 8.850 millions. soit 1.500 millions, deviendra disponible pour des engagements sur le budget extreordineire de 1954.

Gezien het relikwaat del' oerbinteniskredieten op 31 Decèmber 1953 6.750millioen bedraagt, werd er beshst voor 1954 opnieuw een beperkt programma op te maken.

Le reliquat des crédits d'engagement étant de6.750 millions au 31 décembre 1953, il a été dëcidé d'elaborer de nouveau un programme réduit pour 1954.

Dit programma

omvat in het bijzonder:

volelndigen van de basis van Kamina ... onontbeerlijke nieuwe bouwwerken en voltrekkinq van in uitvoerinq zijnde werken '" '" '" . 5'10 schi]f der N. A. T. Oc-onderbouwwerken , .

Ce programme 388 millioen

271

»

639

»

betalmq op contracten

bestaande '"

op ,

7.S00

»

te sluiten in 1951

1.500

»

en particulier

de la base de Kamina '"

nouvelles constructions indispensables et achèvement des travaux en .cours ... 5~ tranche des travaux d'in Irastructure de l'O. T. A. N , Le budqet extraordinaire

De buitengewone beqroiinq bedraagt: betaling op contracten 1 Januari 1951

l'achèvement

comportera

2.690 millioen

Blijft te voorzien : 9.300 millîoen min 2.690 mîllicen, hetzij 6.610 millioe:n. In Ieite werd er 6.510. rnillioen gevraagd (wegens verschi! in de uitgaven voorzien voor de S,le schijf der N. A, T. Oc-onderbouwwerken, slechts in December vastgelegd door de Raad van het Atlantisch Verdraq): Concll1Sie : Het jaar 1951 zal essentieel besteed worden aan de verdere uitvoering van de proqramma's van 1953 en voriqe jaren,

millions

271

»

639

»

comporte:

le: paiement des contrats en cours au 1er janvier 1954 7.800 le paiement des contrats à conclure en 1954 ... .. . .. . ... .. . .. . " . .. . .. . .. . 1500 9.300

9.300 millioen Beschikbare betahngskredreten op 1 Jan uari 195'1 [overdracht der voriqe buttengewon e beg roting) '.. ... ... ... ... .,. ...

388

Crédits de paiement disponibles au I er janvier 1951 (report du budget extraordinaire précédent) ... ... ... ... ... ... ...

» »

millions

2.690 millions

Reste à prévoir : 9.300 millions moins 2.690 millions, soit 6.610 millions. En réalité, le crédit sollicité est de 6510 millions (par suite d'une augmentation des dépenses à prévoir pour la s- tranche des travaux d'infrastructure de l'O. T. A. N., dont le programme a seulement été étabIi en décembre par le Conseil du Traitë Atlantique). Conclusion

: L'année 1954 Sera essen tlellementconsacrëe de l' exécution des programmes de 1953 et des années anterieures. à la continuation

3.31

[ 17 ]

v, -

DE GEWONE

v. -

BEGROTING.

1) In haar geheel.

1) Dans son ensemble.

Aard

'1953 (A
Vermeerderlnq

-

van de uttqaven

-

1954:

uitgaven

Llttqaven

......

'"

... '" de

oorlog

Totalen

.........

uit

voortvloelend

•.....

...

11.120.058.000

...

276.336.000

11.396.394.000

j I

11.789.19'1.000

de

...

Dépenses

ordinaires.

Dépenses

résultant

392.800.000

Totaux.

215.8 millioris }} 276,3

1953': Corée .. , Guerre

492.1 millions

492,1 millioen

169,7 46,5

»»-

169.7 "16.5

1954: Corée ... Guerre

216,2 millioen

of Grote

Dienst

})

2) Aperçu des crédits par force et par grand service, Verschll met 19$3 (geamendeerd ·bijblad inbegrepen)

Aangevraagde kredieten voor 195'i

-

-

..

})

216,2 millions

2) Overzleht der kredieten per macht en per grote dienst.

Strijdkracht

de la guerre.

A l'augmentation proprement dite de 189 millions prêvue au projet de loi viennent s'ajouter les 203. millions faisant l'objet d'un amendement. de réduction au budget de 1953,. D'autre part, l'augmentation du budget ordinaire a été limitée, grâce à la réduction des dépenses relatives au Bataillonde Corée :

215,8 millioen 276,3 »-

1954 : Korea ... Oorlog

des depenses

392.800.000

11.789.194.000

De eiqenlijke vermeerdering van 189 rnillioen, voorzien in het wetsontwerp, moet vermeerderd worden met 203 millioen die het voorwerp uitmaakten van een vermindennqsamendement op begroting voor 1953, Anderzïjds wérd de"verhoging der gewone begroting laag qehouden door de vermindering der kosten van het Korea-Bataljon. 1953 : Korea ... Oorlog

Nature

Augmentation

Crédits adaptés après le Ieullleton d' ajustement) Gewone

LE BUDGET OR.DINAIRE.

Force

Dïfférence par rapport à 1953 (y compris feutlleton d'ajustement amendé)

Crédits sollidtés pour 1954

ou Grand

Service

.

'"

~ .. ... ... ... ... .. . ~~ ... ... ... ... ... ... ... ... ...

0"

.. .

0 ••

...

...

Hoofdbestuur Landmacht Luchtmacht

'"

...

,

•••.

'0'

• 0.

a.,

... ...

'.

...

.-. ... ... ...

.. .

... ... ... ... ... ... ... Territoriale Wacht voor Luchtafweer •.. ... . Basis van Kamina ... ...... ... . . ... ... ... ... ..~ Basis van Beneden-Congo ... ... ... ... ... ... ... Scholen en Koninklijk Leqermuseum ... ... ... ... Militair Geografisch ... ... ... ... ... Instituut Toelagen (I) ... ... ... ... ... ... en Verschetden Vrijwilligerskorps Korea ... ... ... ... '" ... ... Zeemacht

...

...

...

'"

,

,

"0

"0

"0

l'.fi

+ +

98.t25.000 1.510.971.000 . 25 ••8.511.000 3"7.629.000 540.593.000

I I

12.926.000

Administration

Centrale.

7i.140.ooo

Force

Terrestre.

+ 28'1:.384.000

Force

Aérienne.

+ +

59566.000

Force

Navale.

126.221.000

Garde

Territoriale

+ +

52.722.000

Base de Kamina.

15.022.000

Base duBas-Congo.

+

11.823.000

Ecoles

107.411.000

+

13.949.000

Institut

.158.391.000

-

169.720.000

-

161.1~t.OOO 49.669.000 93.749.000

U.789.19t.000 (1) Het verschil van 211.927.000 vloeitvoort uit de vergelijking tussen bet bedraq :voor 1954 en dit voor 1953; in deze laatste gewone begroting ;lij~ de « uitgaven voortvlcelend uit de oorlog »- beqrepen,

I

211.929.000 46.026.000

Antiaérienne.

et !Musée Royal Géographique

Subventions

de l'Ar.mée. Militaire.

et Divers (I) .

Corps de Volontaires

pour la·Corée.

+ 392.800.000 (-1) La différence de 2lt:927.(JOO ~st établie en comparantJe montant de 1954 à celui de 1953; 'dans ce dernier hudget ordinaire, les c dépenses résultant de la guerie ~ sont comprises.

[ 18 ]

331 3) Synthesis der gewone tlitgaven. (In millicenen

Aard

3) Synthèse

Irank.)

des dépenses ordinaires.

(En millions de Irancs.)

f"SJ

van de ultqaven

I

Ve~chil

1954-

I Drffërences

Nature des dépenses

...

5.286,8

5.876

+ 589,2

Uitgaven voor materlële behoeften en werktnqsult.., ...... gaven (art. 9 tot 19) .........

5.463.5

5.510.6

+

47,1

•.••

51,S

50,5

-

1

o.' •

61,5

'7+.9

+

13,4

Travaux

61.0

+

20,0

E.M. interalliés

276.3

46,5

-229.&

Divers (art. 28-2 à 28-8) (1).

215.8

169.7

-

Corps de Volontaires pour 1:0. Corée.

Bezoldlçlnqen en verqoedtnqen (art. I tot 8)

o. ••

Toelaqen

(art. 21. 22. 24) ......

Werken (art. 26-27) '" ."

•.

o. ••

~..•. .... ... ...

.... ...

•••

o. ••

o..'

•••••••

Rémunérations et Indemnités (art. 1 à 8).

Dépenses de matériel et de fonctionnement (art. 9 à 19).

Subventions

(art. 21, 22. 24).

(art. 26-27).

I Intergeallieerde 'Staven (art. 28-1) ......

...

Verscheiden (art. 28-2 tot 28-8) (1)

... ...

Vrijwilligerskorps Korea ...•.....

o. •••••••••

o. ••

•••

o. ••

••.•

o.o

Totalen .,

':l1.0

•

,_

.

I

11.396.4

11.789.2

46.1

+392,8

(art. 28-1).

Totaux,

(I) Ce poste comprend également les crédits figurant au Budget 1953 la rubrique « Dépenses résultant de la Guerre ».

(1) Deze post bevat insgelijks de kredieten die op de Begroting 1953 voorkomen onder de titel « Uitgaven voortvloeiend uït de oorloq s.

SOllS

Uit deze tabel blijkt dat 88 % van de btuto-vermeesdering yan 670 millioen aan bezoldigingen is besteed. In de begroting ·1953 bedroeg de netto-vermeerderinq ten opzjchte van 1952, 2.991 millioen frank [Bezoldtqtngen: 42.6 %). Voor de uitgaven voor materïële behoeften en werking volgen de verschillen, die zich voordoen, uit verhogingen en verminderingen.

Ce tableau montre que dans raugmentation brute de 670 millions les rémunérations interviennent pour 88%. Au budget de 1953 l'augmentation nette vis-à-vis de 1952 s'élevait à 2.991 millions de francs (Rémunérations: -12.6 %}. Pour les dépenses de matériel et de fonctionnement les différences qui apparaissent résultent d'augmentations et de réductions.

Voornaamste

[ectoren van verhogingen

a) PersoneetsuitgalJen

(art. 1 tot 8)...

b) Uitgaven voot meteriêle en werking:

-

+

589,2 millîoen

99

Uitgaven voor onderhoud en uitrusting (art. 10) . .. '" ... . .. .. .

+

386

Benodigdheden geleverd door tussenkomst van het C. B. B. (art. 12)

+

21

»

Uitgaven voor aankoop en gebruik van voertuigen (art. 13) ... ... ...

-

122,5

»

(art. 9)

a) Dépenses

[ecteuts

d'augmentations

de personnel

[art, 1 à8)

et de réductions.

+

589,2 millions

b) Dépenses de matériel et de fonctionnement :

behoejten

+

--.:...Verbruiksuitgaven

Principaux

en verminderinqen,

-

Dépenses de consommation (art. 9)

+

99

Dépenses d'entretien ment (art. 10)...

+

386

+

21

»

122,5

»

et d'équipe-

..,-.' Fournitures effectuées à I'interventionde l'O. C. F. (art. 12) ... ...

Dépenses relatives à l'achat et à l'utilisation du charroi (art. 13) .. ~ -.

y ..•.•••. __

._

•••••••

_%jhl ••••..•.

(In duizenden Ventilation

Strijdkta<-ht

y .•...•.•.•

t" •••..1.

a:o •.••.

"JUA •..6+.••.. "'.I •..

~.u.

~,I;v •..••. UA~.uz:t.•..•.

Irank.)

des principaux facteurs d'augmentation et de diminution pal: fOl:ce et pal: gl:and service, (En milliers de francs.)

Personeelsuttaaven

ol Grote Dienst

Depenses de personnel

Force Al'IDée

ou.

Grand Service

Att 3 41 .. en/et 5

Art,

Hcofdbestuur , .. Administration' Centrale.

+

+

Landmachz

+240.516

'"

Force Terrestre.' Lllchtmacht ... Force Aérienne. Zeemaeht .. :... Force Navale. TWL

"

GTA. Basïs Kamïna ... Base de Kaminà. Basis BenedenCongo '+ Base du BasCongo. Scholen en KLM Ecoles et MRA. GMJ 10M.

12.68J

Ó

I

Art. 7

20D ~

+ 1.773

-

+

Art, JO

+'

12,ô51

'l.:m

. +237.966 -

+ 141.763

848

+

11.890

+

105

+

405

+

14 + 19.820

28.993 + 10.799

8

+

1.945

+104.514 -

18.505

335

+

2.649

+ 50

+ 29.062+

15.941

·1'3.372 _

50,

+

246

-40

+

13.528 +

59

+

433

+

10.7H

26.028

+ 156.580 + + +

987 -

Art. 12

2'17-

+ 105.833 + 170.754

+

+ 102.607 -

+

--I-To_tllill Total

Art, I)

230

+ 133.721 28.693 -

I

14.550 44.775

Art. 13

6'!

+ +

1.202'

91.009 - 26.192

5.0OD .;.. 26.751 983

+

1.065 _'

-

-;.

2.105

Art. 17

Art. 18

50

-

+ ,10.425 -

+

Art, li

. 46

+

13.27i 5.254

-

267

-

7.706 -

+ 1.372

-38.731

+

-

62

3.110

+

117

1.300 +

2.770

+

47

lM8

+ 1.084

+

•.....

~t

20

4.065 -

510

Art. 19 Art, 19bis ~t

1.100 -'194.215 _

-

+ 8.750

64.483 -

500

-

300

1.064

+ 1.000

+

400

+

5.000

430,

,

+

10.252

+

6.972

+

+

581

+

6.914 +

63

+

3,696 -

655

+

613

+

77 3.557

+ +

122 19

+ -

122

5

+ +

60 351

Intergeallieerde Stavell •.....

+20.000

Etats-Majors Interalliés.

tLtgaven voortvloeiend uit de oorlog ... Dépenses 'résultant de la 'guerre. Korea •.•••.••. Corée, '

i

I

-229.836

I

-46.026

, +57,t'8i2

+ 1.356

Tl()

+589.165

+ 99.008 +386.025

+ 1,1.0-13-122569

- 32.983

+ 2.532

--16.510

-

1.100 -258.698

+ 13.350

+20.000 -219.836

-16.026

Verde1ingder

pUl3Onee16uitgaveu per strijdknçht en grote dienist. (In mil1ioenen Irank.)

Répartition des' dépenses de personnel 'par force et grand service. (En millions de Irancs.)

Hoofdbestuur Categorie

personeel

Land:acht

Adminis-

Force

tration Centrale

Terrestre

I

I LuCh~i:ht r

I·

Force Aérièllne

Zeemacht

Basis Kamina

TWL

floree

GTA

Navale

~e de Kamina

I

Militair personeel a)

58.-

oi38,3

Basis BenèdenI Congo

i

I

I

B;e du Bas-Congo

24.3

0.2

:

'1

l ' 1,,....

!

Beroepsmilitairen : (i) Weddetrekkenden (il) SoldiJlrekkenden

'" '" .. , , .. , .. '" , .. ,.,

3.015',6

1.019,6

l.4

I

Scholen en

i

'"

, ,

.

0.5

3.047.,....

1

t

(i) Weddetrekkenden

(ii) 'Soldijtrekkenden

..10.,....

, ..

.........•..

26,3

I

118,2

2U,9

1.019,6

H8,2

224.9

1i

1I

j

I

I I I

I -

I

3.1 2,2

1,4 . 0.2

6.5 13,1

5,3

1,6

19,6 .

26,9

71,3.

76,-

466,1

Totaal

militair

personeel

...

0,S

3.599,7

39,3

î.06i,2

10,2

28,3

160,-

272,8

Inlands personeelven de Bestssen van Afrika , ..• " .":" , , ..• "

A1gemeen totaal ... , .....

1.088,5

16M

273,-

Personnel civil.

a) Militaires

de cliirrière :

(i) Appointés. (u) Soldés.

N

o

1

71,3

26,9

II.

76._

! I I

I 1.611,1

I I

I !

!

I

I i

I 71,-

92.7

Total.

I

I

I I I I

0.1

I

27.3

1

b) Militaires 51,_

de réserve.

41.8

(t) Appointés. (li) Soldés.

92,8

Total.

567,3

c) Milirien.s.

I

I

11,7

58.5

l'1,613,_ 1,1

I c) Miliciens ... '" ." ..•...

585,S

55,7

I

'l

66,3

de personnel

Personnel militaire.

!

.

Totaa!

Catégorie

I

1

b) Reserve-militairen

Totalen

Totaux

Ecoles et MRA

I Totaal

I

KLM

1.6

I 0,5

j

i

I Burgerlijk personeel

I

Total Personnel militaire.

i

I

1,2

I

5.274,5

!

Personnel lndiqëne 15,6

d'Afrique.

I

I

30.1

131.7

i

:

, i

5.875,9

Tota/ Général.

des Bases

331

[ 21 ] A) Onderzcek der oorzaken die aanleiding geven tot verhoqinq der personeelsultqaven, 1) Burqerlijk Deze verhoging

persotieel (verhoging vloelt voort:

a) uii recruterinq

van 56,6 milhoen}.

Deftnitief of tl] delijk personeel : 31 agenten (kartografen, tekenaars en werktoeztchters}:

Tijdelijk personeel voor de basis van Beneden-Conqo. (12 millioen},

619 agents en vue de porter

Personnel définitif ou temporaire: 31 agents (cartographes. dessinateurs et surveillants de travaux] ; Personnel temporaire pour la base du Bas-Congo. et nominations

(12 millions).

2) Personnel militaire (513 millions) :

(513 mlllioen) :

r>p begroting 1954 der recrurerinqen.

(4'l,6 millions).

Personnel supplémentaire: l'effectif à 1.600 agents.

b) des promotions

a) 11crhoginy ltan het bezoldiqd personeel i 'f.l 07 eenheden voor 1954 (7.950 voor 1953). de drie machten en de T. W. L. Deze recruterinq vertegenwoordigt een verhoging van 83,1 mûhoen. b) toeersleg

clvil (augmentation de 56,6 millions). Cette résulte :

a) du recrutement

Bijgevoegd personeel : 619 agenten, ten elnde het effectief op 1.600 aqenten te brengen.

2 ) Militni« personeel

1) Personnel

augmentation

(41,6 millioen).

b) uit promoties en benoeminqen

A) Examen des raisons ayant donné lieu des dépenses de personnel,

à l'augmentation

gedaan

~1~~

.'

a) accroissemenë dl! personnel rémunéré : 4.107 unités pour 1954 (7.950 pour 1953). les 'trois forces armées et la G. T. 'A. Ce recrutement représente une augmentation de 83.1 millions; b) incidence sur le budget 1953.

1954 des recrutements

effe.~~

tltés en

Deze' recruterînqen vertegenwoordigen een gemiddelde verhogirtg van : 1.915 militairen voor de Landmacht: 865 militairen voor de Luchtmacht; 121 militairen voor de Zeemacht: en veroorzaken een verhoging van 143,2 rnillioen.

Ces recrutements représentent une augmentation moyenne de : 1.915 militaires de la Force terrestre: 865 militaires de la Force aérienne; 124 rnilîtaires- de la Force navale: et entraînent une augmentation de 143,2 millions.

c) Benoemingen, promoties, hoging: 17,3 millioen,

c) Nominations, promotions. et aU9mentatîons ques : augmentation : 17,3 millions.

en ïussenoerhoqmgen

: ver-

cl) Auymentation

cl) verhoginfJ der sociale lesten : 21,1 milhoen. e] Besls in Congo: de uithreiding van de basis veroorzaakt een personeelsverhoqinq van 199 milîtairen, wat een uitgavenverhoging van 27,9 millioen verteqenwoordîqt. £) Miliciens. Gemiddeld aantal onder de wapens

e

1952: 87.153; 1953: 84.803~ 1954: 89.098 [waarvan 49.425 minder dan 12 maanden en 39.673 12 maanden dienst volbrenqen}. Verhoging il} aantal miliciens: 4.295. . Budgetaire verh.oging : 22,7 millioen, g)

Wederoproe:ping

van eenheden,

Voorzien getal wederoproepingsdagen voor 1951: reserve-offtcreren 183.082, tegen 91.890 daqen in 1953; militairen van' laqere gC"aad : 2.033.939 tegen 1.420.035 dagen in [953. In deze cijfers zijn de instructie- en trainingsdagen van de T. W. 1. beqrepen. ' Deze cljfers stemmen overeen met een daqelljks gemiddeld getal reserve-milîtairen van 502 offïcieren en 5.573 miIitairen

van Iaqere qraad.

Budgetaire verhoging:

43,7 millîoen.

h) Inlande personeel der besis in Congo.

Verhoginq met 972 eenheden (totaal effectief voor beide basîssen : 2,872 eenheden). Budgetaire verh(Jgiog : 5,2 rnîllioen. De verhoqinq van personeel (burgerhjk, militai! en inlands) in de Congolese basissen vindt haar oorspronq in

des charges sociales:

péiiodi-

21,1 millions.

e) Base ail Congo: l'extension de la base entraîne une augmentation de personnel de 199 militaires, ce qui représente une dépense de personnel de 27,9 millions. £) Miliciens:

Effectif moyen sous les drapeaux: :,

1952 :87.453; 1953: 84.803; 1954 : 89.098 (dont 49.425 effectuent moins de 12 mois et 39.673 12 mois de service). Augmentation du nombre de miliciens : 4.295. Augmentation budqëtaire : 22,7 millions. g) Rappel d'unités sous les, drapeaux. Nombre de jours de rappel SOllS les drapeaux prévus pour 1951 : officiers de réserve: 183.082, contre 91.890 en I953;miJitaires de grade subalterne : 2.033.939. contre 1.420.035 en 1953. . Ces chiffres comprennent les journées d'instruction et d'entraînement de la G. T. A. Ces chiffres correspondent à une moyenne journalière de militaires de réserve comprenant 502 officiers et 5573 militaires de grade: subalterne. Accroissement hudgétaire : '43.7 millions. h) Personnel indigène' de la base aa Congo. Augmentation de: 972 unités (ensemble des effectifs des deux bases : 2.872 unités). Augmentation budgétaire: 5,2 millions. L' augmentation du personnel (civil, militaire .et indigêne] dans les bases congolaises provient de I'ëtablissement de

[ 22 ]

331

het feit dat de E. P. A aldaar is ondergebracht en de paracornrnando-eenheden aldaar worden getrnind en opqeleid, alsmede de miliciens die in Congo wonen, i) Andere I

l

I

.

j

j;:".,

l'E. P. A. (Ecole de pilotage avancé) et du fait qu'on y entraïne et forme les unités de para-commandos, ainsi que les miliciens résidant au Congo.

i) Autres augmentations.

verhogingen.

.

1.4 ml1lioen voor "bezoldtqtnq van burgerlijke profèssoren in Dultsland (beroepsopleiding). 13 nullicen voor vliegtoeslagen en bijzondere trimestriële premiën voor vliegend personeel der reserve.

1,4 millions pour la rémunération des professeurs civils en Allemagne (formation professionnelle). 13 millions pour allocations aéronautiques et prlmes spéciales trimestrielles pour le personnel navigant de réserve.

B) Verbruiks- en onderhoudsuitqaven.

B) Dépenses de consommation

1) Verbruiksuitgaven (art. 9). Vermeerderinq 99 millioen.

1) Dépenses de consommation (art. 9) .. Auqmenratïon 99 millions ..

(in duizenden frank).

(en milliers de francs).

I

macht

-

Aard van deuitgave

Luchtmacht

I

Izee:,acht

- I

F. M.

F. T.

F.N.

1Basis Territ. Basts . Beneden wacht Kamina Congo Lucht- I afweer· i Base Base I Kamina BasG.T-A·I .[ Congo

-

...

•••

'O

••

....... ... +

.... .... ....... ...

Oefenmunttie ......

Brandstoffenvliegtuigen

I

en vloot-

..~~.. .... .... ...... - .. ....... ......- ... + ...

Allerlel Totalen

10 ••

_.

... ........ ... ....

a) Kredieten

"-

.........

--

-

93.177

37.786 19.820

voor « Levensmiddelen

-

3.227

-

12.375

+ +

+ 118.316

+

3.119

-

\

+

+ 105.833

3.9691 + 3.701 , 2.002 i.. 25.554

I 5.613 I

I

7851

+

+ .10.7991-

s.

+ +

9.359 200

i + 607 I I i

i

-597

I

I

_

i

1.278 i, +

+

3.348

Nature de la depense

Divers

I

-150.783

materteel

Allerlei

-

t

Levensmlddelen

-

I

I Land-

et d'entretien.

104

+.5.

li

-

Vivres. MunItions d' entraînement. Carburants avions et materiel naval.

+ 966

+ 3.773

Divers.

, + 987

+ 3.773

Totaux.

1

18.505 . + 15.941 !

a) Crédiis e Vivres ».

De vermeerdering van de post « Levensmiddelen » is hoofdzakelijk het gevolg van de verhoging van het aantal dlenstphchtïqen en wederopgeroepenen, die in 1954 onder de wapens zullen zijn. Er valt echter op te merken dat die factor gedeeltelijk wordt tegengewerkt door de - verminderlng van de kostprijs van het rantsoen die van 24 tot 22,75 frank per dag daalt. . Wat. meer bepaald de landmacht betreft, moet aan die factor nog worden toegevoegd:

à ce facteur général viennent s'ajouter:

~de noodzaak een gedeelte van de voorraad oorlogsreserves te vernieuwent -- de verhoqinq van de getalsterkte der troepen uit het moederland in de Kolonie en, derhalve, de vermeerdermq van de reserve-levensmîddelen voor die troepen en van de rantsoenen in Afrika.

-- la nécessité de renouveler une partie du stock des réserves de guerre: , - l'accroissement des effectifs des troupes .mêtropolitaines à la Colonie et par conséquent augmentation des vivres de réserve pour ces troupes, ainsi que des rations d'Afrique.

Wat de Luchtmacht betreft, is de verrneerdennq van' het aantal dienstplichtigen gering en is derhalve de vermindering van de kostprijs van het rantsoen overwegend.

Pour la Force aérienne, raugmentation des miliciens. étant. faible, c'est la diminution du prix de la ration qui l'emporte.

b) Kredieten

voot oefenammunitîe.

De kredieten voor oefenammunitre van de Landmacht en van de Territoriale Wacht voor Luchtafweer werden merkelijk verminderd. De beslissing waarbij een dergelijke beperking werd aanqebracht in zo een helanqrijke sector zal zeker ten gevolge hebben dat de bevoorradinq in oefenammunitie tot een strict minimum wordt herleid en dat alleen

L'augmentation du poste « Vivres » résulte en ordre principal de l'augmentation du nombre de miliciens et de rappelés qui seront sous les armes en 1954. Il est cependant à remarquer que ce facteur est en partie contre-balancé par la diminution du coût de la ration qui est ramené de 24 Irancs à 22,75 francs par jour. En ce qui concerne plus spécialement la Force terrestre,

b) Crédits

pour

munitions

d'entraînement.

Les crédits polir munitions d'entraînement de la Force ferrestre et de laC. T. A. subissent une réduction sensible. La décision qui a été prise de procéder à pareille réduction dans un secteur aussi important aura nécessairement pour conséquence: de ramener les dotations en munitions d'instruction à un strict minimum, et de ne couvrir que les

331

[ 23 ] de behoeften van de gewone oefeningen zullen bestreden worden, waarbij ' het aanleggen van iedere btjkomende reserve llitgesloten is. c ) Motorbrandstoffen mnterieel,

uaor vliegtuigen

besoins de l'exercice courant à l'exclusion de la constitution de toute réserve complémentaire.

en zeernscht-

c) Carburants

En ce qui concerne les carburants pour avions. l'auqmentation résulte de l'accroissement du nombre d'avions en service. Quant aux carburants pour matériel naval. si le nombre d'unités en service reste identique (36 unités). nous devons tenir compte de ce que de petites unités déclassées en 1953 sont remplacées par des.tunttës plus importantes. Ce qui entraîne une augmentation de puissance de quelques 6.000 H. P.

Wat de motorbrandstoffen voor vliegtuigen betreft, is de vermeerdering het gevolg van de verhoging van het aantal vliegtuigen in dienst. Voor de motorbrandstoffen voor zeernachtmaterleel blijft het aantal eenheden in dienst onveranderd (36 eenheden}, maar wij moeten rekening houden met het feit dat kleine eenheden in 1953 gedeclasseerd en vervanqen werden door meer belangdjke eenheden. Daarutt vloeit een verhoging van vermogen voort van ongeveer 6.000 P. K. 2) Uitgauen

ondedloud en uitrusting Verhoging 386 millïoen .

(JOOl'

... _.. ~,.•.__.•.... ~'I -"'-'"

Landrnacht

F.T.

Aard van de uitqavcn

Kledinq en uitrustinq Kazernerlnq

.

en meubilair

Oorloqsrnatertcel

...

...

+ +

. ••••_.,••••• ~_.-~_ •..••• '-~--

-

i

i i

F.Aé.

,

i

-I-

1.850

I

14.629

i i

Zccvaartmaterteel Allerleî.

+

.

-

I

-I-

-

II

,

3'i.454

+

138.636

-

... '"

'"

-I-

156580

i

I I

2.0291 I

3.624 65 2.390

wacht voor

+ +

+

170.754

! +

__-o.

Allerlel

14.550

I

De verhoging is vooral te wijten aan de post« Vernieuwing » die op zichzel] in totaal 145.000.000 frank bedraaqt. In 1953 konden belangrijke verminderingen op de corspronkelïjk vastqestelde kredieten gebracht worden, door middel van afnemingen op de overgangsstocks. Daar de huidîqe overgangsstocks minima uitmaken, komen de aangevraagde kredieten overeen met de behoeften van het lopende jaar. De in 1954, in vergelijking met de beperkte kredieten van 1953, geboekte verhoging bestrijdt zowel de verhoging van het aantal manschappen als de in 1953 verwezenli jkte bezuinigingen. en meubileir.

Ten einde het mllitair personeel, zowel vrijwilligers als dienstphchtiqen, zoveel mogelijk vrij te maken voor werkelijk militaire opdrachten, moet voor het onderhoud van de lokalen meer hulppersoneel [schoonmaaksters) worden aangeworven. Die aanwervinq, die in 1953 werd gedaan, slaat op 214 eenheden die in 1954 een verhoqinq van 11.250.000 frank teweeqbrenqen. Overrqens is het volstrekt noodzakelijk op sornmige plaatsen het meubilair te vernieuwen, een post waarvoor in 1953 geen enkele uitgave werd toegestaan.

~ature

des dépenses

Divers

+

-I- 6.140 -I-

100

+ ~5.401

~

1>.400 201

(art. 10).

G.T.A.

-

a) Kleding en uitrustinq.

b) Kezernerinq

I

-I-

+

I

i

3.131 i

i!

i I

! 'Totalen

+

•.----

Territoriale

J I I

! i

.-_._-

i

i tucht~weer

F.N.

I + I -

i

VIi e gnmterieel

-

i

13.610 I

-I-

17.248

--

II Zeemacht

,

T

11.247

2) Dépenses d' entretien et d'équipement Augmentation 386 millions.

(art. 10).

! Luchtmacht

128T17

-

•. _.'.

et matériel naval.

41.775

i

1.419

+

150.082

Habillement

et équipement.

260

-I-

13.392

Casernement

et mobilier.

-I-

463

-I-

35.635

Matériel

de guerre:

+

I

I +

138.637

Matériel

volant.

Matériel

naval.

I

-'2.900

+

2.961

-

!

a) Habillement

634

+

5.500

-I-

42.779

+

386.025

Divers.

Totaux,

1

et équipement.

L'augmentation est due en ordre principal au poste « Renouvellement» qui totalise seul 145.000.000 de francs.

Il avait Né possible de consentir en 1953 des réductions importantes sur les crédits initialement prévus par prélèvements sur les stocks de soudure. Les stocks de soudure actuels étant des minima, les crédits sollicités correspondent aux besoins de l'année courante et l'augmentation enregistrée en 1954, par rapport aux crédits réduits en 1953 couvre et les augmentations d'effectifs et les économies réalisées en 1953..

b) Casernement

et mobilier.

En vile de libérer au maximum le personnel militaire tant volontaire que milicien pour des tâches proprement militaires, il est nécessaire de recruter pour l'entretien des locaux un personnel auxiliaire (nettoyeuses) plus important. Ce recrutement, effectué en 1953, porte sur 214 unités dont l'incidence en 1954 entraînera une augmentation de 11.250.000 francs. D'autre part, il est indispensable de procéder à certains renouvellements de mobilier, poste pour lequel aucune dépense n'avait été autorisée en 1953.

[ 24 ]

331 c) Vliegmaterieel.

c ) Matériel

volant.

De verhoging van de post voor onderhoud van het vheqmaterieel (138 millioen] is te wijten aan :

L'augmentation du poste entretien du matériel volant (138 millions) résulte :

10de vermeerderinq van het aantal gebruikte toestellen: 2°) het feit dat Belqïë, van 195'.1af, wisselstukken aankoopt die in België kunnen worden vervaardtqd, en die besternd zijn voor het onderhoud van de vliegtuigen. door de Verenigde Staten geleverd in het raam van de M,D,A.P.

Iode l'augmentation du nombre d'appareils en service; 2° de l'acquisition 'par la Belgique. à partir de 1954. de pièces de rechange pouvant être fabriquées en Belgique et destinées à l'entretien des avions fournis par les EtatsUnis dans le cadre du M. D. A. P.

d) Oorloçenuüerieei.

d) Matériel

de guerre.

De T.W.L. heeft hier het leeuwenaandeel, Oorzaakvan die aanzlenlijke verhoging is de vermeecderlng van. het voorziene materieel.

C'est la G. T. A. qui. ici, est prédominante. La raison de cette auqmentatlon importante réside dans l'accroissement du matériel prévu.

3) Wtgam3:n met betrekkinq tot het gebn.tik en de vetnleuu/ing' van het tollend materieel.

3) Dépenses concernant l'utilisation et le renouvellement du metériel roulent,

Bij deze uitgaven Is een globale vermindering vast te stellen van 122.569,000 frank, alhoewel het autopark ge~ durende het Iaatste jaar en het jaar 1954 merkelijk verhoogt in hoeveelheid en hoedanigheid (bijzonder wat de

Ces dépenses accusent une réduction globale de 122569.000 francs. bien que le parc automobile: ait considérablement augmenté en nombre et en qualité au cours de l'année dernière et augmentera encore en 1954 [spèetalement en ce qui concerne la G. T. A.). Pour les forces terrestres et la G. T. A., l'augmentation de la valeur du parc en 1951 est, estimée à 23.6 milliards, soit une augmentation de 6.1 milliards. Une nouvelle politique en matière d'utilisation des véhicules. destinée à Iavoriser une diminution de la consommation de: carburants. et une: réduction des frais d'entretien et de renouvellement, a été instaurée. En substance. cette politique consiste à substituer dans la mesure du possible le transport par rail au transport automobile: Iorsqu'Il n'y a pas d'autre alternative. utiliser les véhicules banalisés adaptés à l'usaqe qui en est fait, limiter l'utilisation des véhicules non banalisés aux exercices e:t à l'instruction. De: cette manière. on peut prévoir une: réduction considérable de la consommation. pour la force: terrestre, la force aérienne' et la G. T. A. (seule, la force navale escompte une augmentation de 257.000 francs. par suite de son extension). Le: crédit total prévu pour les carburants est de 780 millions. dont 330 millions à titre de taxes. Renouvellement : il n'est prévu aucun renouvellement important de matériel roulant, une part importante du parc automobile étant encore à l'état neuf.

T. W. 1. betreft}. Voor de Landmacht en de T. W. L. wordt de waarde van het park in 1954 geschat op 23.6 milliard. hetzij een verhoging van 6,1 milliard. Een nieuwe politiek van het gebruik der voertuigen die vermindering van brandstof, onderhoudskosten en van vernieuwing in de hand moet werken, werd ingevoerd. Samenvattend bestaat deze politiek er in zoveel mogelijk het autovervoer te vervanqen door hef:vervoer per spoor: daar waar het niet anders kan, gebruik maken vangewone voertuiqen aan het te bereiken doel eanqepast, het gebruik van niet-qewone voertuiqen absoluut te beperken tot oefeningen en instructle. Voor de Landmacht, de Luchtmacht en de T. W. L. is aldus een belangrijke vermindering van verbtuik voorzien [alleen de Zeemacht, door haar uitbreidinq, voorziet een verhoqinq van 257.000 frank). Het globaal krediet v~orzien voor brandstof bedraagt 780 millioen, waarin 330 millioen voor taksen is begrepen. Vet:nieUlving: belangrijke vernieuwing van rollend materleel is practisch niet voorzién, het groot gedeelte van het park is inderdaad nieuw.

VI. - HET GEBRUIK DER TALEN BIJ DE STRIJDKRACHTEN.

VI. -

L'EMPLOI

DES· LANGUES A L'ARMEE.

De Gemengde Commissie in 1952 opgericht om deze aanqeleqenheid te onderzoeken, bracht in de Zomer van 1953 een uitvoerig verslag uit en trok een zeker aantal concrète conclusies.

La Commission mixte creee en 1952 pour examiner ce problème: a déposé un rapport détaillé au cours de l'été de 1953 et abouti à un certain nombre de conclusions COllcrêtes,

1· -- De voorstellen van de Gemenqde Comrnissie hebben het voorwerp uitgemaakt van richtlijnen, die op 31 October 1953, tot deverschillende belanqhebbende ministeriéle diensttakken gericht werden, Deze richtlijnen schrijven voor een ontwerp van wet voor te berelden tot wijziging van de wet van 1938, en eveneens de: onmiddellijk te treffen maatregelen om zo spoedig mogelijk aan de wensen van de Commissie te voldoen.

1. -- Les propositions de la Commission mixte ont fait l'objet de: directives adressées le 31 octobre 1953 aux diverses branches ministérielles intéressées. Ces directives ordonnent la préparation d'un projet de loi portant modlFication de la loi de 1938 et contiennent également les mesures immédiates à prendre en vue de répondre le plus tôt possible aux vœux de la Commission.

2. ~ Het ontwerp van wet tot wijziging van de:we:t van 1938 zal narnelijk betrekkinq hebben op :

2. -- Le: projet de loi portant modification de la loi de 1938 concernera' notamment:

~ bepaling van de beqrîppen : elementaire kennis, wezenlijke kennis [voor de Iaqere en voor de hogere officieren}, een grondige kennis van de tweede taal:

- la définition des termes connaissance élémentaire. connaissance effective (pour Ies officiers subalternes et supérieurs). connaissance approfondie de la 2nll' langue;

[ 25 ]

331

.-.. wijzigingen aan te brengen aan de proeven over de kennls van de tweede taal, onder andere, aan de proeven over de wezenlîjke kennis voor de hoofdofficieren;

- les' modifications il apporter aux épreuves sur la connaissance de la 21ll" langue, entre autres. aux épreuves sur la connaissance effective organisées pour les officiers supérieurs;

- de inrichting van een bijkomende proef over de kennis van de tweede taal voor de onderluitenanten-leerlinqengeneesheren en de onderluîtenanten-leerlmqen van de Rijkswacht. bi] het beëindigen van de Applicatieschool:

- l'organisation d'une épreuve complémentaire sur 1.1 connaissance de la Z"'O langue pour les élèves sous-lieutenants médecins et les élèves sous-lieutenants de la ·gendarrnerle à la £in de l'école d'application;

- de periode qedurende dewelke joors de taalproef moeren afleggen;

- le délai accordé l'examen linguistique;

-

de candidaat-rna-

de oprichting van een Taaltnspectie.

-

aux candidats-majors

pour subir

la création d'une inspection linguistique.

Dit ontwerp van wet zal aan de Raad van State onderworpen worden in de loop van de maand Februart.

Le projet de loi en question sera soumis au Conseil d'Etat au cours du mois de février.

3. - De door de Cornmissie gedane voorstellen en die geen voorafqaande wijziging van de wet behoeven, hebben het voorwerp uitgemaakt van schikkinqen die onrniddellijk in voege treden :

3. ~ Les propositions faites par la Commission et qui n'exigent aucune modification préalable de la loi. ont fait l'objet de dispositions entrant immédiatement en vigueur:

~ het Departement onderzoekt de kwestie van de cursussen in de tweede taal voor het lager personeel van de Gezondheidsdienst; facultatieve cursussen in de tweede taal worden bij de Rijkswacht ingericht voor het lager personeel, maatreqelen werden getroffen opdat deze cursussen door het grootst mogelijk aantal Rljkswachters zouden kunnen qevolqd worden:

- le département examine la question des cours de 2"'0 langue pour le personnel subalterne du Service de santé; à la gendarmerie, des cours facultatifs de seconde langue sont organisés pour le personnel subalterne:- des mesures ont été prises pour que ces cours soient suivis paE' le plus grand nombre possible de gendarmes;

~ het programma van de cursussen in' de tweede taal bij de School voor Offlcteren van de Gezondheidsdienst werd uîtqebreid:

- le programme des cours de 2Ulelangue d'officiers du Service de santé a été élargi;

à l'Ecole

de proqramma's .van de cursussen in' de tweede taal bij de Applicatiescholen van de Gèzondheldsdienst en de Rijkswacht werden gewijzigd en aangepast aan de bijkomende proef over de wezenlijke kennis van de tweede taal, die de offtcleren-leerltnqen zullen moeten afleggen bij het beëindiqen van deze Scholen. van zodra de Wijzigingen aan de wet in voege treden:

- les programmes des cours de 2me langue aux écoles d'application du Service de santé et de la Gendarmerie ont été modifiés et adaptés à l'épreuve complémentaire sur la connaissance: effective de la 2'"" langue, que les élèvesofficiers devront subir à la fin des cours de ces écoles, dès que Ies modifications à la loi entreront en vigueur;

~. de proeven over de grondige kennis van de tweede taal zullen vanaf 1954 ingericht worden, overeenkomstiq de voorstellen van de Taalcommtssie:

~ à partir de 1954, les êpreuves sur Ia connaissance approfondie de la 2"'" langue seront organisées conformément aux propositions de la Commission linguistique;

- de samenstelling van de [ury's zal deze zijn die door de Commissie wordt vastqesteld, te beginnen met de volgende taalexamens, De bestendiqe [ury-Commissie en de Commissie der Examinatoren, zullen te dien einde eerlang opgericht worden. .

~ la composition des jurys sera déterminée par la Commission, à partir de la prochaine session des examens linguistiques. A cet effet. le Jury et la Commission des examinateurs seront prochainement créés;

.~ een akko~rd is tussenbeide gekomen met de landse Overheden, dat zal toelaten zeer vlug de migheid in het gebruik der Nederlandse technische te verwezenhjken evenals hun overeenstemming termen in gebruik bi] het Nederlands leger;

- un accord est intervenu avec les autorités nêerlandaises en vue de réaliser à bref délai runification des termes techniques néerlandais et leur concordance avec les termes en usage dans l'armée néerlandaise;

-

Nedereenvorterrnen met de.

- teneinde de werving toe te laten van een voldoend aantal Vlaamstalige candidaat-officieren voor de drie Strijdkrachten en de Rijkswacht. werden volgende maatreg elen getroffen:

-

les mesures suivantes ont été prises en vue d'arriver suffisant de candidats officiers d'expression néerlandaise pour les trois forces et pour la gendarmerie:

à un recrutement

- een nieuwe voordrachten-campaqne in de onderwijsinrichtingen van het hoqer rniddelbaar onderwi]s, zal in de loop van het 1sto. trimester 1954 aanvanqen, namelijk in het Vlaams gedeelte van het land;

~ au cours du Ioc trimestre de 1954, une nouvelle série de conférences sera organisée dans les établissements d'enseignement moyen du degré supérieur, dans la région flamande du pays notamment:

- een beknopte brochure aanqaande de toetreding tot de graad van onderluitenant voor de drie Strijdkrachten en de Rijkswacht, is in voorbereidlnq:

- une brochure succincte: relative à l'admission au grade de sous-lieutenant aux trois forces et à la gendarmerie est en préparation;

[ 26 ]

33.

-- de Provtncie-commandanten zijn sinds 1 [anuari 1954 bij machte aan de candtdaten die zich tot hen zouden richten, alle nodige inllchtingen te verschaffen:

-- depuis le 10" janvier 1954. les commandants de province sont en mesure de donner tous les renseignements utiles aux candidats qui s'adresseraient à eux:

-- er werd beslist dat de ëéntaltqe basis-eenhetd bij de Luchtmacht en bij de Landmacht, de escadrille zou ztjn,

- il a été décidé que l'unité de base: unilingue dans la force aérienne et dans la force terrestre serait l'escadrille.

De. oprichting van deze ééntalIge escadrilles .ln die twee Strijdkrachten , ligt ter studie.

La création de ces escadrilles unilingues dans les deux forces en question est à l'étude.

4. - De huidiqe toestend, onafhankelijk sies der Gemenqde Commtssie.

4 . ..:..... Situation actuelle indépendamment de la. Commission mixte. .

(Jan

de conclu-

Ter aanvullinq van het antwoord op de vraag n' 9, die antwoordt op de eerste twee punten van devraaq n' 50. wordt li hieronder een uiteenzetting van de toestand gegeven (zie statistieken in bijlage). Alhoewel het aantal Vlaamse officteren van het actief kader, in de schoot der Strijdkrachten, niet in enkele maanden voelbaar kan evolueren, werd er nochtans, onafhankelijk van de werken van de Gemengde Commissie, een werkehjke verbeterîng vastgesteld: elk jaar verhoogt het aantal jonge: Vlaamse officieren. In 1953 waren 45 % der nieuw bevorderde onderluitenanten Vlamingen: in 1954 zal deze verhouding 50 '% be:reiken. Er dient nochtans opqemerkt dat voor de toelatinqsproef . tot de Konînkhjke Militaire School 3/5 der plaatsen voorbehouden worden voor het Nederlands taalstelsel. Ten slotte zijn 50 % van het totaal der offlcieren van het aanvulllnqskader, voör lange duur opgeroepen reserveoffidel"en en hulpofflcleren, van hec Nederlands taalstelsel.

En vue de compléter la réponse à la question n'' 9. qui répond aux deux premiers pointsde la question n" 50, il est donné ci-après un aperçu de la situation (voir les statistiques en annexe). Bien que le: nombre des offtcters flamands des cadres actifs des forces armées ne puisse évoluer: sensiblement, en l'espace de quelques mois, une amélioration réelle a cependant été constatée. indépendamment des travaux de la Commission mixte : chaque année, le nombre des jeunes officiers flamands s'accroît. En 1953, 45 % des sous-heutenants nouvellement promus étaient flamands : en 1954 cette proportion atteindra 50 %. Il convient cependant de faire observer que pour l'examen d'admission à l'Ecole Royale Militaire. les 3/5mes des places sont réservées au régime linguistique: néerlandais. Enfin. 50 % du total des officiers du cadre de complément. des officiers de réserve et officiers auxiliaires en rappel de longue durée, appartiennent au régime Iinquistique: néerlandais. En 1953, sur un total de 2.297 officiers, il a. été formé. en vue de l'encadrement des unités de la Force terrestre. 1.367 officiers de réserve flamands (soit environ 60 %).

Met het oogop de encadrering 'der eenheden van de Landmachë, werden, in 1953, op een totaal van 2.297 officieren, 1.367 Vlaamse reserve-officieren gevormd (hetzij ongeveer 60 %). Ingevolge de wens uitqedrukt door de Taalcommissie wordt, bi] gelijke waarde, in de keuze tot bevordering der hoofd- en opperofflcieren, rekeninq qehouden met de kennis van de: tweede taal.

Conformément au vœu exprimé: par la Commission linguistique. il est tenu compte. à valeur égale. de la connaissance de la 2"e langue: pour le choix en vue de: la promotion des officiers supérieurs et des olficiers.qênèraux.

Hier volqen enkele statistieken :

1. -

Toestend

Ci-dessous quelques statistiques: 1. -- Situation

van het ectie] keder-

Néerlandais

Total

Verschil

Einde 1953 1952

-.------T-~-----r--~--Fin 1953

1952 Fin

I

1953

_..

Luchtmacht

_..

f.085

4.383

697

751

130

II

Zeemacht

132

J64

60

Différence

.i

II

17,2

862

20

165 I

I

645

du. cadre actif.

Nederlands

Totaal

Landmacht

20

+

22

+ 35 +2%

Force aérienne.

50

+

+ 4:%

Force navale.

21

+221

+3%

TotaL

165 +3%

Force terrestre.

I

15.5

I

I

81

i I

21

,i

Totaal

4.862

des conclusions

5.298

8B7

18.3

L1••

1

331

[ 27 ]

2. -- Beoocdertnq van Onderlultensnteti viln bet actief keder in 1953. ..

•..

~,

.•

..,.

.."--~ _ ... -

,'-

.._

.._-~

.

•".~.+

2. -- Promotion de Sous-Lieutenants du cadre actif en 1953.

-_

..

"

.

..-

..w .••..•,~...•

... ... ... ...

Luchtmacht ."

...

... ...

... ... ... ... ...

Zeemacht

... ... ...

Totaal

...

...

...

'"

...

...

... ...

... ...

...

,I

...

... .. . . .. ... ... .. .

59

22

37

Force aérienne .

...

... ... ... ... ... .. .

la

8

80

Force

235

106

45

Total.

...

... ... ... ... ... ... ... ... ... .. . ...

'"

...

_.

._

..

. ..

Luchtmacht

... ... ... ...

... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ...

Totaal

'"

...

Si

Force terrestre .

40

Force aérienne .

60

Force navale.

51

Tata!.

113

28

IS

9

II

293

1. -- Toestend /Jan het Keder der Luitenenten

I

I

150

,

4. -- Situation du Cadre des Lieuienënts et Sous-Lieutenants

en Cnderluitensnten, (er inbeqrepen offiderenvan het actlef kader, van het aanvulhnqskader, voor lange duur opgeroepen reserveofficieren] .

(y compris les officiers du cadre actif. ceux du cadre de complément. et les officiers de réserve en rappel de longue durée).

Nederlands

IT~al

% Total

Landmacht

%

69

o.'

"

-

Néerlandais

209

'"

Zeemacht

I

I

... ... .. . ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... .... ... ... ... ... '" ... . ... ... ... ... ... ... o..

r...-

--.

Nederlands

-

... ... ...

...

I

Total ...

navale.

3. -- Prévisions pour 1954 : Promotion au grade de Sous-Lieutenant,

Totaal

... ...

Force terrestre .

I

166

'0

...

46

Néerlandais

3. - Vool'llitzichten voor 1954 : Beoocderinq tot de graad van Onderluitenant,

Landmacht

76

Total

... ... .. .

... .. .

...

%

Nederlands

-

Landmacht

-

Totaal

or

Néerlandais

~..

2.809

1.289

-16

Force terrestre.

Luchtmacht ...

665

219

33

Force aérienne.

Zeemacht

ItO

59

535

Force navale.

1567

Hi

Total.

Totaal

5. -

"

~~.. ... ...

... _ ..

...

Candiclaat-Officie,ren

... ...

...

...

... ... ... ... ...

van het actief keder ~

a) Koninklijke Militaire School.

35M

1953.

5. -'

Aantal beschtkbare plaatsen

Nombre des candidats

Nombre des vacances

Nederlands ...

300

12Ct

Frans

... ...

317

SCt

Totaal

.....

617

ZOO

...................

officiers du cadre: actif -

a) Ecole royale militaire.

Aantal candldaten

,

Candidats

,I I I i

I

Aantal toeqelaten candidaten Nombre des candidats admis .67

I

7J

HO

Néerlandais. Français .

Total.

1953.

331

L 28 ]

b) Keder

(Examen

b) Cadre (Examen A).

A).

·_·".

Néerlandals

~

Totalen

Frans

Nederlands

.'__._.._·

.n_

Français

".~.~ __ ~__ ~~.

Totaux.

~__

I

Candldaten

Candtdaten

Toeqelaten

Admis

Candidats

Admis

33.7

48

383

16

720

94

Foree terrestre.

136

34

165

35

301

69

Force aérienne.

16

3

10

1

26

'1

82

1.047

167

Candidats

Landmacht Luchtmacht

Zecmachr ...

... ... ... ... .. . ... .. . ... ... ... ... ... ... ... .. , ... ... ... .. ... ... '

i Toeqelaten

I

I I

-

Admis

"Force navale.

I

T'otaal. ..

... .. ... ... ... .. ... ... ,

,

489

85

558

I

II

Total.

! Onder « Vragen en Antwoorden », werden de vragen betreffende de Talen afzonderlijk gegroepeerd (zie bij-

Sous « Questions et Réponses ».'les questions relatives aux langues ont été groupées séparément (voir Annexe II).

lage II). SLOTBESCHOUWING.

CONCLUSION

FINALE.

Bij het einde van dit verslaq houdt uw verslaqqever er aan enkele beschouwingen in het midden te brenqen, die zeker niemand verbinden, maar die hij hoopt door de meerderheid van de leden dezer Kamer te zien beamen,

A la fin de ce rapport, votre rapporteur tient à présenter quelques considérations qui, certes, n'engagent personne, mais qu'il espère voir approuvées par la majorité de cette Chambre.

1'> De Commissie voor de Landsverdediging in haar gehed en elktussenkomerid lid in het bijzonder, behandelde het probleem der Landsverdediqmq in een absoluut nationale zin, die zeker geen kritiek uitsluit, noch bezorgdheïd en soms ongerustheid over de zware Fïnanciële en morele verantwoordelijkheld die ons land ztch getroost in het domein der Landsverdediging. Bezorqdhetd om het welzijn der soklaten en om de doeltreffendheid van de gedane krachtsinspannînq. die voldoening gevend op het nationaal plan, tenslotte afhangt van de inspanningen onzer bondgenoten. Bezorgdhe:id om de taak die ons leger zou te vervullen krijgen in geval van conflict. Beaorqdheid om het lot van de burqerbevolkinq. . Ook blijft uw Commissie gehecht aan de gedachte dat het eerste doelwit moet blijven het behoud van de vrede en dat de internationale samenwerking dat doel moet nastreven, Dit niet alleen omdat de vrede de eerste voorwaarde is voor het geluk der volkeren, rnaar omdat niemand zieh illusies maakt over het lot van landen zoals het onze in geval van conflict, al zouden we ook behoren tot de sterkste en overwinnende groep en zelfs al bleven we van bezetting gespaard. . Het land van bezetting besparen is dan ook het tweede doel, Geen krachtsinspannînq is daarvoor groot genoeg, indien zij redelijkerwijze als doeltreffend kan worden beschouwd.

I" La Commission de la Défense. Nationale dans son ensemble et chaque membre en particulier, Intervenant dans la discussion, ont examiné le problème de la défense nationale dans un esprit absolument national qui n'exclut certainement ni la critique ni la préoccupation, voire l'inquiétude quant à la lourde responsabilité financière et morale que notre pays assume dans le domaine de la défense nationale. Souci du bien-être des soldats et de l'efficacité de nos efforts qui. s'ils sont satisfaisants sur le plan national. sont cependant subordonnés auxefforts de nos alliés. Souci de la tâche que notre. armée aurait à accomplir en cas de conflit. Souci aussi du sort de la population civile.

2" Het Belgisch leger 1954. omringd door zrjn bondgenoten, schijnt te beantwoorden aan wat men ervan mag verwachten, . • De sterkte beantwoordt aan onze internationale verbintenissen (deze dienen hier niet besproken ) , Er is evenwtcht tussen land- lucht- en zeestrijdkrachten. De uitrustinq en bewapening heeft een bevrediqend peil van degelijkheid bereikt. Het kader is, in zijn geheel genomen, bevoeqd en aan zijn taak toegewijd. Het leger beantwoordt aan de democratische opvatting; geen beroepsleqer, eerbied voor de soldaat als mens, rechtvaardiqe en rnenselijke behandeltnq op moreel en mate-

Votre Commission demeure égale~eht attachée à la conception que le but essentiel doit toujours être le jnalntien de la paix. et que la coopération internationale doit tendre vers ce but, non seulement paree que la paix constitue la condition essentielle du bonheur des peuples, mais aussi parce que personne ne se fait des illusions, en cas de conflit. sur le sort des pays comme le nôtre. même sinous. faisons partie du groupe le plus puissant et victorieux et si nous échappons à l'occupation. Le deuxième objectif est donc de préserver le pays de l'occupation. Aucun effort dans ce sens ne saurait être trop grand si logiquement il peut être considéré comme efficace. 2" L'armée belge de J 954. entourée de ses alliés. semble répondre à ce que I'on peut attendre cl' elle. Ses effectifs correspondent à nos engagements internationaux (ceux-ci ne doivent pas être examinés ici) ~ Il y a équilibre entre les forces terrestres,' aériennes et navales. La qualité de l'équipement et de l'armement 'a atteint tin niveau satisfaisant. Dans son 'ensemble, le cadre est compétent et dévoué à sa mission. L'armée répond à 'la conception démocratique: pas d' armée professionnelle, respect du soldat en tant qu'être humain, traitement équitable et humain au point de vue moral

331

[ 29 ] rieel gebied, behoorlljke kazernering, voeding en verzorging. In afwachting van de geleidelijke volledige oplossing van het taalprobleem, erkenning, gelijkbehancleling en eer ... bied voor belde volksqemeenschappen. . Voorqaande punten zijn ongetwijfeld niet volledig ver ... wezenlijkt en nog vatbaar voor verbetering en aanvullinq, het ene meer dan het andere, De oprichting van het leger Is een zware taak waarvan de vervulling afhangt van de middelen waarover men be ... schlkt en van de hoedanigheden en gebreken van hen die over die middelen beschlkken,

et matériel, casernement et intendance convenables, En attendant une solution progressive et définitive du problème des langues, reconnaissance, égalité et respect des deux. communautés nationales. Sans doute les problèmes ci-dessus ne sont pas encore pleinement résolus et susceptibles d'être améliorés etcompiétés. La création d'une armée est une tâche difflcile, dont la réalisation dépend des moyens disponibles et des qualitès et défauts de ceux qui en' Iont usage.

3° De werkelijke contrôle van de zeer grote ultqaven ontsnapt in grote mate aan het Parlement. De kredietèn worden weliswaar verantwoord, maar dè parlementaire formule om zulke ontaaglijke bedragen met zekerheid te controleren blijftsteeds uit, nîetteqenstaande de ïnschikke ... lijkheid van het Departement op dat gebied. De contrôle der uitgallen. zelf --- van de uitvoering der begroting - is nog veel moeiltjker. Zij is louter technisch.: behoort daarenboven' tot de uitvoerende macht en de misbruiken wordèn doorgaans slechts « post factum» vast. gesteld. .

3<> Le contrôle eIfectif des dépenses très importantes échappe dans une large mesure au Parlement. Certes, les crédits sont- justifiés. mals la formule parlementaire per ... mettant un contrôle efficace de ces sommes considérables fait toujours défaut, malqré la bonne volonté dudëpartement dans ce domaine. Le contrôle des dépenses mêmes - de l'exécution du budget --- est encore beaucoup plus difficile. Il est purement technique et appartient d'ailleurs au pouvoir exécutif. et les abus ne sont généralement constatés que « post factum »,

,

4° Het essentteel meninqsverschil tussen de meerderhetd en de opposttie is de duur. van de militaire dienst. . De studie daarvan werd onlanqs, op parlementair Ini... Hàtie!; toèvertrouwd aan een gemengde Commîssie, wier werkzaamheden nog niet ten einde zijn, Het vraaqstuk is immers zeer ingewikkeld en vergt van de leden niet ...tech ... niekers crifische studïe v~n heel wat louter techntsche gegevens. De duur van de dienst was niet het voorwerp van besprekingen in de Commtssie,

. 4" Les divergences fondamentales entre la majorité et l'opposition concernent la durée du service militaire. Sur l'initiative parlernentalre, l'étude de ce problème a été confiée récemment à une Commission mixte dont les travaux ne sont pas encore terminés. En effet. le problème. très compliqué. exige des membrésnon technrciens l'étude critique de nombreux êléments purement techniques. La durée du service Commission.

militaire n'a pas été soulevée

en

~* * De begroting en 4: tegen.

werd goedgekeurd

met 8 stemmen

voor

Wat het amendement van de heer Leburton betreft (Stuk n" 196). heeft de Commissie geen beslissinq genomen; zi] verwijst de besprekinq er van naar de openbare vergaderinq.

Le budget a été approuvé par 8 voix contre 4. En ce qui concerne l'amendement de M. Leburton [Doc, n" 196) la Commission n'a, pas pris de décision; elle en réserve la discussion pour la séance publique.

De Verslagyever.

De Voorzitter.

Le Rapporteur,

Le Président,

W. BRUYNINCX.

L. JORIS.

W. BRUYNINCX.

1. JORIS.

[ 30

331 BIJLAGE I.

ANNEXE I.

ERRATA.

ERRATA.

(Bladztide 5.)

(Page 4.)

HOOFDSTUK UITGAVEN

J.

1.

VAN ALGEMEEN

CHAPITRE BESTUUR.

DEPENSES

GENERALE.

et indemnités.

Au lieu de :

In plaats van: Art. 6. ,.....Erelonen van advocaten en geneesheren. Bezoldtqtng van niet tot de Administratie behorende deskundigen en prestaties van derden :

4. Zeernacht

D'ADMINISTRATION

§ 1. Rémunérations

§ 1. Bezoldigingen en vergoedinqen,

I.

I

,.

1.ID5

Art. 6. ,.;...,Honoraire des avocats et 'des mëdecins. Rémunération d'experts étrangers à I'Administratlon prestations de tiers :

1.005

1.210

I

et

4. Force navale.

Lire:

Leze men:

Art. 6. ,.....Erelonen van advocaten en geneesheren. ,..... Art. 6. - Honoraires des avocats et des médecins. Bezoldiging van niet tot de Administratie behorende des~ Rémunération d'experts étrangers à l"Administration et kundiqen en prestaties van derden : prestations de tiers :

I

4. Zeemacbt.c,

l.l05

1,210

1.205

(Bladzijde 9.)

§ 2. Dépenses de matériel et autees dépenses de fonctioenement,

en andere werkingsuitgaven.

Ln plaats van :

Au lieu de :

Art. 18. - Aankoop, voor eerste uitrusting, van meubilail" en bureelmachines. - Werken en andere leveringen voor eerste uitrusting

6. Scholen en Koninklijk van het leger en van schtedents , Geoqraftsch

1. Force navale.

(Pag~ 8.) .

§ 2. Uitgaven voor materiël~ behoeften

7. Militair

I

Art. 18. ...- Achat en premier équipement de mobilier et de machines de bureau. - Travaux et autres fournitures de premier équipement:

museum krIjgsge-

instituut

6. Ecoles et Musée: royal de l'armée 155

100

215

2,330

2,ioo

2,681

430

. '"

Basis van het moederland in Beneden-Konqo (pro memocie},

36,607

et dll!sloire

mllitaire.

7. institut g~raphiq"ue

militaire.

Base métrop<Jlitaine du Con{ll) (pour mémoire).

Bas-

[ 31 ]

Lice :

Leze men Art. 18. - Aankoop, voor eerste uitrustinq, van meubelair en bureelmachlnes, - Werken en andere leveringen voor eerste uitrustinq :

6. Scholen van

331

en Konlnkltjk

het

leger

en van

museum kl'ijgsge-

scbtedeuts .....•.....•.....• 7. Militair

Geoqraftsch

Art. 18. - Achat en premier équipement de mobilier et de machines de bureau. - Travaux et autres fournitures de premier équipement.

Instltuut

...

215

155

108

2,681

2,330

2,200

Basts van het moederland in Beneden-Konqo (pro memorie},

6. Ecoles et Musée royal de l'armée et d'histoire militaire. 7. Institut

géographique

mllitair~.

Base métropolltelne du Congo [pour mémoire).

-430

Bas-

36.607

(Bladaltde

11.)

HOOFDSTUK

(Page

II.

10.).

CHAPITRE

II.

SUBVENTIONS.

TOELAGEN. Au lieu dé

In pleets van Art. 22. - Toelaqen voor hej onderwijs, de opvoeding en de schone kunsten:

2. Institùut tot aanmoediging van het wetenschappelljk onderzoek in nijverhetd en landbouw . 3. Europees centrum voor qrammetrie .........•........

Art. 22. - Subventions pour l'enseignement, l'éducation et les beaux-arts :

2. Institut pour rencouragement de la recherche scientifiqued~s l'industrie et l'agriculture.

200

3. Centre européen métrie.

Ioto-

Nationaal centrum voor opleiding van zweefvliegers (pro memor-ie) , ....•.

200

1.600

28

1,600

de photogram-

Centre-école natîonal de vol à voile (pour mëmoire},

238

Lire:

Leze men Art. 22 . ......Toelagen voor het onderwijs, de opvoeding en de schorre kunsten :

2. Instituut tot aanmoediging van het wetenschappehjk onderzoek in nijverheid en landbouw ... . .. 3. Europees qrarnmetrie

centrum

'"

.....

200

Art. 22• ......-Subventions pour l'enseignement, l'éducation et les beaux-arts : .

2.. Institut pour l'encouragement de la recherche scteDilfique dans l'industrie et l'agriculture.

200

VOOr Ioto-

, ...

Nationaal centrum voor opletding van zweefvliegers (pro memarie} '" ,

3. Centre européen métrie.

28

1,600

»

238

1,600

de. photogram-

Centre-école national de vol â voile (pour mémoire];

331

[ 32 ]

BIJLAGE Il.

ANNEXE Il.

A) Vraqen en Antwoorden betreffende de artikelen,

A) Questions et Rêponses relatives aux articles.

VRAAG:

QUESTION

Artlkel 3. ~ De verrneerderlnq van 13 millioen zou voortsprulten ult de wervlnq van het aanvulltnqspcrsoneel [zle Kontnkltjk beslult van 21 December 1951). Wl]

hebben

l .burqerlljk

Artikel

2' zelfde personeel

admlntstratlef

3

3. -

6.771.000

personecl

21.859.000

.

948 personeelsledeu bekleden betrekklnqen van laqere rang: 65.341.000 frank. Artikel

tijdelijk administratief

bestemd voor

personeel

... ...

milttairen

1.336.000

Zal dit personeel het voordeel genietC'n van de maatreqelen die getroffen werden ten bate van de tijdelijke personeelsleden of zijn dit nieuw uanqeworven personeelsleden ? Sedert wanneer ? Artlkel 3. ~

,

l.181.000 697.000

. .

'"

Article

3. -

Article 3. -

1 personnel 2 më~e

civil

personnel

'"

21.859,000

.

948 agents occupent des emplois prévus subalterne : 65.341.000 francs. Article 3. -

6.771.000

administratif

3 personnel administratif

ge

pour des milttalres

rang

1.336.000

temporaire

Ce personnel jouira-t-il des mesures prises en faveur des agents temporaires ou bien sont-ce des nouveaux agents recrutes, depuis quand? .Àrticle 3. ~ 8 Ecole et Musée

8 School en Koninklijk Museum.

Tijdelijk personeel.,' Aanvulltnqspersoneel

Article 3. - L'augmentation de 13 millions résulterait du recrutement du personnel de complément [volr' arrêté royal du 24 décembre 1951). Il Y a déjà à :

reeds biJ:

Artikel 3. ~ 3. ~

:

Personnel Personnel

Royal.

1.184.000 697.000

temporaire . de .complésnent RÉPONSE:

ANTWOORD:

Bij Konù:Jklljk besluit van 24 December 1951 (Staatsblad van 30 en 31 dito) werd de Minister van Landsverdediging er toe gemachtigd mannelijk en vrouwelijk aanvullinqspersoneel aan te werven, om 750 betrekkïnqen te bekleden, besternd voor militalren van laqere qraad, me aldus vrijkomen om de eenheden van het Leger te versterken, Bij Konlnkltjk beslutt van 27 Februari (Staätsblad van 8 Maart 1953) werd her getà1 750 tot 1.600 opqevoerd, In 1953. werd het krediet voor het ganse aanvulllnqspersoneel op artikel 3-2 uitgetrokken. '

Par arrêté royal du 24 décembre 1951 (Moniteur des. 30 et 31 dito), le Ministre de la Défense Nationale a été. autorisé à engager du personnel masculin et du personnel féminin (le 'complement pour occuper 750 emplois prévus pour des militaires de rang subaheme lesquels sont ",ins! Itbërëspoùr renforcer l'effet tif des unités de l'Armée. L'arrêté royal du 27 février 1953 (Moniteur' du 8 mars 1953) a porté Ie chiffre' de 750 à 1.600. En 1953. le crédit du personnel de complément figurait pour la totalité de son effécnf présent à l'arncle 3-2.

In 1954. werd het kredlet voor dit personeel als volgt verdeeld onder de veeschïllende machten en diensten van het Leger:

En 1954, le crédit de ce personnel a été réparti comme suit entre les différentes forces et services de l'armée :

Getal personeelsleden

----r-Takkeu

..~.-.

I I,

6

11.9-47.000

: I

Landmacht

... ... ...

. ,.. ... ... ,..

Luchtmacht ... Zeemacht

"

Scholen en Konmk,lijk Museum van het Leger en van KrijgsgeschIedenis,

918 !

110

65.341.000

i

60

H.958.0Q0

210 35

adminisf stratl S

-

II I II

478.000

Administration trale .........

7.068.000

Force

3.733.000

Force

-

2256.000 I I

Force

cen, ..

... aérienne ... ... J navale ... ... terrestre ...

Ecoles et M. R. A.

10

Militair Geografisch Instituut •.. ~.. .-.

-

Totaal .........

1.391

1 I I

I

:I

J 1.600

I

[

I

188

Branches

meesters-, vak- en dienstpersoneel

administratief personeel

I Hoofdbestuur

I

I

meesters-, vak- en dienstpersoneel

adminisstratlef personeel

Nombre d'agents

Bedraq van de aanqevraaqde kredleten

611.000

~.

personnel de maltrtse, gens de métier et de service

Montant des crédits sollicités

personnel de maitrise. gens de métier et de service

admin.istratifs

i

I

188

6

11.9i7.000

948

110

65.341.000

I

7.068.000

210

60

14.958.000

I

3.733.000

-

35

-

225<00>1 1

10

478.000

614.000

83.000

83.000 1. G. M.

32

-

2.325.000

209

95.116.000

13.687.000

108.803.000

Totaux

............ •........

,:,1 I

1.600

32

-

2325.000

209

95.116.000

13.687.000

108.803.000

331

[ 33 ] Het aanvulltnqspcrsoneel hecft ecn eigen statuut, bepaald bij vorenaanqchaald Koninklijk beslutt van 2'1 December 1951. Het Koninklijk beslult van 2 October 1937, houdende statuut van het Rljkspersoneel, noch de Rcqcntsbeslulten dd, 30 April 1947 en 10 April 1918, houdende respecncveltjk statuut van het tijdelijk personeel en van het tijdelijk -werkltedenpersoneel, z ijn op het aanvulllnçspersoneel toepasselljk, De aanwervtnq op qrond van de Koninklijke besluïten van 2':1.December 1951 en 27 Februari 1953 kan, In qeen geval, recht verlenen op een benoeming, ze lfs in tIjdelijk verband, in cie personeelskaders waarop het statuut van het Rtjkspersoneel, van het tijdelijk personeelof van het tijdelijk werklledenpersoneel van de Staat toepasselljk ts. Die ultsluiting maakt het voorwerp uit van cen van de clausules van hun drenstvèrbtnterüs. Kortom, de kredleten voor het aanvulllnqspersoneel, uttqetrokken op de onderschetden arttkelen die betrekklnq hebben op de bezoldlqtnq van het burqerüjk pcrsoneel, vormeu een afzonderlijke last, welke geen verband houdt met de kredleten voorzien voor het tijdelijk burqerlljk admlnlstratief personeel van de verschlllende machten en dicnsten van het Leger, Laatstvermelde kredleten hebben Inderdaad betrekklnq op een personeel, dat onafhankcltjk staat teqenover het aangeworven aanvullinqspersoneel en waarvan het belanq nlet verrnlndcrd werd door de oprichting van het aanvullmqskader. Het aanvulllnçspersoneel kan in geen geval het voordeel genIeten van de reqularisatiernaatreqel e n getl:offen ten voordele van de tijdelijke personeelsleden. Wat het ttjdelljk admlnistrattef personeel betreft, dit beztt meerendeels genoeg dienstouderdom om, krachtens de bepallnqen van het Koninklijk beslult van 25 November 1953. In vast verband te worden benoemd.

Le personnel de complément Il un statut propre, défini par l'arrêté royal du H décembre 1951 précité. Il ne tombe pas sous l'application de l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant statut des agents de l'Etat ni des arrêtés du Régent des 30 avril 1947 Oll 10 avril 1948 portant respectivement le Statut des agents temporaires et le Statut des ouvriers temporatres. Le recrutement effectué en vertu des arrêté royaux des 24 décembre 1951 et 27 février 1953 ne peut, en aucun cas, constituer un titre à une nomination. même temporaire, dans les cadres du personuel civil soumis au Statut des agents de l'Etat, des agents temporaires ou des ouvriers temporaires de l'Etat. Cette exclusive constitue une des clauses du contrat d'engagement des membres de ce personnel. En résumé les crédits du personnel de complément prévus aux différents articles se rapportant aux rémunérations du personnel civil représentant une charge distincte et sans rapport avec les crédits prévus pour le personnel civil administratif temporaire des différentes forces et services de l'armée. Ces derniers crédits concernent en effet un personnel Indépendant de celui recruté dans le cadre de complément et dont l'importance n'a pas été diminuée du fait de la création du dit cadre de complément, Le personnel de complément ne' peut eu aucun cas bénéficler des mesures de régularisation prévues en faveur des agents temporaires, Quant au personnel administratif majorité, u.ne ancienneté suffisante à titre définitif en vertu de l'arrêté

QUESTION:

VRAAG:

Onder hoofding artikel 3 wordt er qewezen op de in dienst hernomen gepensionneerde militairen. De vraaq stelt zich of het wel een volstrekte noodzakehjkhetd in zich sluit gepensionneerde mllitalren terug In dienst te nemen ?

temporaire •. il a, dans sa grande polir bénéficier d'une nomination royal du 25 novembre 1953.

L'article

3 a trait aux militaires

La question se pose de sa voir servtce des milttatres pensionnés?

pensionnés s'il s'a vère

repris utile

en service. de reprendre

en

RÉPONSE

ANTWOORD :

l. - Voor het ogenblik zljn er nog 191 gepensionneerde onderofficieren in dienst. die teruq in dienst genomen werden of als dusdanig in dienst behouden.

1. _ sionnés

IJ Y a encore actuellement en service 191 sous-offlclers repris en service ou maintenus comme tels.

pen-

2. - Deze onderofficieren zijn in het algemeen militairen die bedreven zijn in de administratieve: vraagstukken en bekleden betrekkingen van secretarissen, voor het merendeel in sedentaire orqanismen, Hun behoud wettigt zich door de moeilijkheden die ondervonden werden bij de werving en de vorming van bekwame secretanssen, De geweldige uitbreidinq van de effectieven van het leger is oorzaak qeweest dat de in dienst zijnde onderofficieren e-n deze die de Iaatste [aren aangeworven werden in de maximum mate bestemd moesten worden voor strädende betrekkingen.

2. _ Ces sous-officiers sont généralement des militaires rompus aux questions administratives et occupent des emplois de secrétaires en général dans des organismes sédentaires. Leur maintien se justifie par les difficultés éprouvées fi recruter et former des secrétaires capables. L'accroissement considérable des effectifs de l'armée a fait que les sous-officiers en activité et ceux recrutés ces dernières années. ont dû é~re affectés au maximum aux emplois combattants.

3. - Voor het ogenblik. houdt het departement geen nieuw gepenstonneerde onderofficieren meer in dienst. De aanwerving van onderofficieren vermeerderde in de Iaatste jaren en het is mogelijk het merendeel der betrekkingen te: doen bezetten, Nochtans zou het nog te vroeg zijn deze 'goede dienaars al te danken, hun blijvende aenwezlqheid heeft inderdaad een goede u itwerking. Zij zullen vertrekken wanneer de jongsten in het beroep de nodige ondervinding zullen opgedaan hebben om hen te vervanqen. Daarom werd berekend dat hun in dienst houden tot de ouderdom van 60 [aar wenselijk Is, Gezlen hun aanwervinq ophield in 1953, zullen de laatsten in 1957 vertrekken.

3. - Actuellement, le département ne maintient plus en activité des sous-officiers nouvellement pensionnés. Le recrutement en sous-officiers a auqrnentë ces dernières années et il devient possible d'honorer la majorité des emplois. Toutefois Il serait prématuré de remercier ces bons serviteurs dont la permanence est d'un heureux effet. Ils partiront lorsque les plus jeunes dans la carrière auront acquis l'expérience voulue pour les remplacer. C'est pourquoi il a été calculé que leur maintien en service jusque l'âge de 60 ans. était souhaitable, Leur recrutement ayant cessé en 1953, les derniers partiront en 1957.

QUESTION:

Artikel 5. - Hoelang zullen de tijdelijke diensten die voorkomen onder artikel 5. nog gebezigd worden '! Wat beduidt dit ged~tacheerd vastaanqesteld personeel en waar is het gedetacheerd?

Article 5_ -- Combien de temps dureront l'utilisation des services temporaires l'epris à rarticle 5 ? Que signifie ce personnel définitif détaché et où est-il détaché ?

ANTWOORD :

Het Koninklijk besluit van 17 December 1953 (Staatsblad van 26 en 27 dito) tot vaststellinq van het tijdelijk kader, voor het jaar 1953. van het adrnlnistrattef personeel van het departement van Landsverdediging. heeft het effectid op 17 eenheden vastgesteld. Dit kader wenlopgemaakt volqens het op 31 December 1952 aanwezig effectief, dus met een verminderinq van 21 eenheden teqenover het kader van 1952. Het ontwerp van tijdelijk kader van het admlnistratîef personeel voor het jaar 1951 voorzlet 13 eenheden, hetzt] een vermindering van

RÉPONSE:

L'arrêté royal du 17 décembre 1953 (Moniteur des 26-27 dito} contenant le cadre temporaire du personnel administratif du département de la Défense Nationale pour l'année 1953" a fixé l'effectif à 17 unités. 'Ce cadre a été établi en tenant compte de l'effectif en fonction au 31 décembre 1952, soit avec une réduction de 24 unités sur le cadre

de 1952. Le projet de- cadre temporaire du personne! administratif pour l'année 1954 prévoit un effectif de 13 unités soit une réduction de

[ 34 ]

331 34 eenheden ten opztchte van het kader

VOOr

1953. Dit ontwerp werd

ultqewerkt. met Iuachtnemlnq van de rlchtlljnen vervat in een rondzendbrlcf dd. 22 junt 1953 Van de diensten van de Eerste-Mtulster, te weten : al de dlensten waarvcor el' thans noq kaders worden voorzten, ill de mate van het mogelijke in het vast kader Inlassen. Mijn departement heeft het cffecttef van het tijdelijk kader tot het ulrerste verminderd. Allecn die dlensten komen el' nog in VOOt' welke moeren verdwijnen doch wler werklnq nog ten mlnste éëu [anr verantwoord ls. Zodra het ontwerp van het kader voor 1954 door de hogere ovcrheldspersonen qoedqekeurd Is •. zal el' in het aanpasslnqsfeullleton voor 1954 vcorqesteld worden een deel van de kredleten van artlkel 5 op 3 van de gewone begroting cver te schrljven. Anderdcels dient als « gedetacheerd» beschouwd, het vast personcel dat betrekkinqen ult het tijdelljk kader bekleedt, daar dit perscneel, bij de ontbinding van de tijdelijke diensten, In openstaande betrckklnqen uit het vast kader zal tewerkgesteld worden.

Dès que le projet de cadre de 1954 aura été appt'oLlvé pal' les autorités supérleurea, des propositions seront présentées au Ieulllcton d'ajustement de 1954 pour transférer une. partie des crédits de l'article 5 il l'article 3 du budget ordinaire. , D'autre part. il y a Heu de considérer comme « détaché» le personnel défln1tif occupant des emplois prévus au cadre temporatre, attendu que lors de la dlssolutlon des. services temporaires, ce personnel sem affecté il des emplois vacants du cadre définitif.

QueSTION:

VRA.AG:

Wat beduidt deze als wedde geldende verqoedinq voor dactylograaf? Volstaan de 7 nlet die voorzlen zljn ? ANTWOORD

34 unités pal' l'apport au cadre de 1953. Cc projet a été: établi en tenant compte des recommandations faites par les Services du Premier Ministre dans une lettre-clrculalre du 22 juin 1953, à savoir : incorporer dans la mesure du possible, dans le cadre définitif. tous les services pour lesquels des cadres sont encore actuellement prévus. Mon département a réduit à l'extrëme les effectifs du cadre temporaire et seuls y Ilqurent encore les services appelés il disparaître mais dont l'activité peut sc [usttfier pour une année au moins.

een steno-

:

Het betrelt een wijziging in de aanrekenlnq. De stenodactyloqraaf is sedert 1 Maart 1951 verbonden aan het Kabinet en was ruet beschouwd als lid van het Rijkspersoneel. In 1953 werd haar wedde in artikel 3/1 opgenomen, in het voorultzlcht dat zij, inqevolqe een examen. in de loop van het jaar als tijdelijk personeelslid zou kunnen worden erkend. .Toen de beqrotinqsramlngen voor 1954 opqemaakt werden, t.t,z, in [unl 1953, was dit vooruitzicht nog geen werkelijkheid geworden en werd bewuste persoon noq steeds beschouwd als lid van het Kabinet en niet als lid van het Rljksperscneet. Derhalve diende haar wedde ten bezware van artikel 2 urtqekeerd, In de vorm van vergoeding. Deze stenodacryloqreaf Is beqrepen in de 7 die de Kabtnetsverqoeding ontvangen. ' Tot nartcht : bedoelde stenodactyloqraaf is thans iu het tijdelijk Rijkspersoneelopgenomen. Bij het volgende aanpasslnqsfeullleton voor 1954 zal de SOIll van 68.2':10 frank, zegge het hedrag van de als wedde geldende vergoedinq. op arnkel 3/! overqeschreven worden,

VRAAG:

Artikel 6. - Er zijn reeds 9 advokaten: el' zijn ook bovendîenrriet qeattitreerde advokaten. Totaal der uitgave: 1.3OQ.OOO frank. Hoe rechtvaardigt men de 350.000 frank voor de bijkomende erelonen voor de geattitreerde advokaten ?

Qu'est cette indemnité tenant l.ieu de traltement Les 7 prévues ne sont-elles pas suffisantes?

à une sténo-dactylo

'? .

RSPONSE :

It s'agit d'un changement d'imputation. La stéao-dactyloqraphe est attachée au Cabinet depuis le l " mars 1951 et n'était pas considérée comme agent de l'Etat. En 1953. son traitement avait été prévu à l'article 3-1, dans l'espoir qu'elle pourrait. il la suite d'un examen, être requallfiée m. cours de l'annéé 1953, comme agent temporaire. . Au moment de l'établissement des prévisions budgétaires de 1954, c'est-il-dire en juin 1953, cette prévision ne s'étant pas encore réalisée, cette personne était donc toujours considérée comme membre du Cabinet non agent de l'Etat; son traitement devait être payé il charge de l'artlcle 2 salis forme d'indemnité. Cette stëno-dactyloqraphe est comprise dans les 7 qui ta uchent l'indemnité de Cabinet. Pour gouvernI.', cette sténo-dactylographe est actuellement -requahftëe comme agent temporaire de l'Etat. Lors du prochain feuilleton d'ajustement de 1954, la somme' de 68.2'lO francs représentant l'indemnité tenant lieu de traitement sera transférée à l'article 3-1.

QUESTION

Article 6. ~ Il y a déjà 9 avocats; -il y a aussi en plus des avocats non attitrés. Total de la dépense: 1.300.000 francs. . Comment justifie-t-on les 350.000 francs d'honoraires supplémentaires pour les avocats attitrés '?

ANTWOORD:

RÉPONSIi :

De dienst der rechrsqeschtllen van het M.L.V. wordt georganiseerd bt] Koninklijk beslutt n' H254bis van 28 Februarl 1933. De drie eersb-aanwezende advokaten en de vier adjunct-advokaten worden bij abonnement betaald, namelljk 120.000 frank voor de eerstaanwezende en 60.000 frank voor de adjunct-advokaten. Nochtans, in geval cr wordt vastqesteld dat het abonnement ontoereikend Is in verhouding tot het aantal zaken, hun belangrijkheid en de bultenqewone prestattes door deze advokaten qeleverd, kan de Minister, krachtens artlkel 2 van dit Koninklijk beslutt, hen een jaarlijkse buitenqewone toeslaq op het ereloon verlenen, Het Is om gebeurlijk deze toeslag op het ereloon te kunnen toekennen dat het krediet wordt aangevraaqd. Het Departement doet slechts beroep op nier geattitreerde advokaten voor de processen in Congo of in het bultenland, of, uitzondcrlijk, voor sommige geschillen bi] de Raad van State.

Le: Contentieux. Judiciaire du Mlnîstère de la Défense Nationale a étë organisé par un arrêté royal 110 34254b.is du 28 février 1933. Les avocats principaux et adjoints sont payés par abonnement à raison de 120.000 francs pour les principaux et 60.000 francs pour les, adjoints. Toutefois, en cas d'insuffisance constatée de l'abonnement, eu égard au nombre d'affaires, à leur importance et aux devoirs extraordinaires fournis en l'occurrence par ces avocats, le Ministre peut, en vertu de I'article 2 de cet arrêté royal, allouer un supplément extraordinaire annuel d'honoraire. C'est pour pouvoir allouer éventuellement ce supplément d'honoraires que le crédit est demandé. , Le Département n'a recours à des avocats non attrtrés que pour les procès au Congo ou dans les pays étrangers, ou. exceptionnellement. pou •. certalns litiges au Conseil d'Etat.

VRAAG

Onder artlke l 7 kan men Iezen dat vergoedingen worden toegekend aan de valschermspringers ten bedraqe van 20 frank per dag. Is men niet de mening toegedaan clat dergelijke vergoeding onvoldoende ls, in aanmerking nemende het qevaar .er aan verbonden ?

QUESTION:

L'article' 7 couvre le paiement d'une indemnité journalière de 20 francs en faveur des parachutistes. Ne vous semble-t-il pas que le montant de celte indemnité est insuffisant eu égard aux dangers que présente cette fonction?

[ 35

J

331

ANTWOORD:

RËPON~I! :

De dagelijks,' vergoedill\) van 20 Irnuk voorztcn bi] hct bcsluit van de Regent van 27 Maart 1948 is geen prenne wcqeus gevaar, maar cen to e lage verbonden aan het bcztt van het brevet van parachutlst, Zij wordt bctaald op voorwaarde dat bclanqhcbbeudc aan de trainlnqeu deelnecmt. 't is te zeggen dat hij werkclijk de Functlcs waaruccrut waarvoor hct brevet hem werd afqclcvcrd, De \j<,v
L'iudemnlté de 20 Iraucs pal' jour prévue par l'arrêté du R~gent du 27 mars 19'1S n'est pas une prime de danger, mais une allocatton attachée ù la possession du brevet de parachutiste et qui est payée il condition que I'lutëressé participe aux entraînements, c'est-à-dire qu'il remplisse e Hectlveuient les fonctions pour lesquelles le brev e t lui a été décerné, Les risques sont couverts par la loi du 9 mars 1953 relative aLIX pensions de réparation des militaires invalides du temps de paix et de leurs ayants droit.

QUESTION

VRAAG:

Artlke!

7, -

Hoc-lang

zal deze

Dienst

van

de Wcerstand

nog

te

werk b lljven ?

Sprult deze verlenging steeds voort ult de toepassiuq Koninklijk besluit van 20 Octobcr 1953? Kan men evcntueel de uitslaqen van deze hcrzteutnçcu Zowel voor de militaire als voor de nlet militaire weerstandcrs

van

net

kcnncn ?

?

Article 7. Combien de temps durera e-ncore ce Service de la Rëststance ? Cette prolonqation est-elle due déjà l'application de J'arrêté royal du 20 octobre- 1953 ? Pourair-on savotr éventuellement les résultats de cette revision Tant pour les militaires que pour les résistants non milit aires ? à

RÉPONSE:

ANTWOORD:

Hct is heden niet moqelijk een termijn te bepalen van volbrenqlnq van de zendlnq van de Dienst van de Weerstand, dit wcqens ingewtkkoldhetd ztjner werkz aarnheden. Het bestaan van deze Dienst wordt tot hcden ruet door het Koniuklijk besluit van 20 October 1953 qewtjz iqd. In beroep en op datum van 31 [anuari 1954 werd de hoedanigheid van Gewapende Weerstander geweigerd of inqetrokken ten opztchte van 2.701 personen. Bovendicn hebben 79 personen van hun aanvraaq afgezien. Inteqendeel, 85 candtdaten gewapende weerstnnders. hebben in beroep de hoedaniqheid van qewapende weerstander bekomen, welke hun in eerste aanleq geweigerd werd. Oe bij de Dienst van de Weerstand qehouden qoedkeurruqen maken geen onderscheid tussen de milîtairen en niet-militairen evenmtn als tussen dieqene die Staatsbedrende zîjn of niet.

Il n'est pas possible d'assigner maintenant UIl terme it l'achèvement de la mission de l'Office d(' la Résistance ct ce en raison de la complexité de ses travaux. L'existence de ce service n'est pas, à l'heure actuelle. affectée par l'arrêté royal du 20 octobre 1953, Eu appel et il la date du 3 t janvier 1954 la qualité de résistant armé a été refusée Olt retirée ù 2.70 I personnes. ,En outre, 79 personnes se sont désistées, Par contre. 85 candidats résistant armé ont obtenu eu appel la qualité de résistant armé refusée en première instance, Les attache-ments tenus à l'Office de la Résistance ne font pas de distinction entre les militaires et les non militaires, pas plus qu' entre les agents de l'Etat et ceux qui ne le sont pas.

VR,\AG:

Artikel 7-3. - "Vat betekcnen de bijzondcre prcmiën wcqens luchtvaartonqeval : 9.000.000 frank? Besraat H geen strekking orn de wedden op een onreqelmatlqe wij." te verhoqen door bijvoeging van verqoedinqen die niet nan inhoudinqen voor pensioen onderworpen zijn? Zie de verqocdinqen voor de officieren, ingenieurs van milöta;re Fabrieken, Zie de verqoedlnqen voor de officieren belast mel het ge-ven van

QUESTION:

Article 7-3. - Qlto:: signifient les primes spéciales d'accident aéronautique : 9.000,000 de francs ? N'y a-t-il pas une te-ndance 11 augmenter les traitements d'une manière- déguisée en additionnant des indemnités non soumises à retenue pour la pension ? Voir les indemnités pour officiers ingénieurs de labrication ? Voir

les indemnités

pour

officiers

chargés

de donner

des cours

cursusscn,

Zelfde

vraaq

voor artikel

7·6, 7-7, 7-8. enz ...

Mëme

question

pour arficles

7-6, 7-7. 7-8, etc,

ANTWOORD:

I, - De bijzonderc premién weqens hichtvaartonqeval, waarvoor in artlkel 7-3 van de- beqrotlnq een krediet van 9.000.000 voorkomt. worden verleend. krachtens het besluit van de Regent van 2 Mei 1950. aan de mllltalrr- slachtolfers van een onqcval, gedIIrende een bcvolen Iuchtdienst of aan hun rechthebbendcn [weduwe, wezen ol ascendenten). Alhoewcl het bedraq veel lager ligt stemmen zt] overeen met extrawettelijke kapitalen die onder zelfde voorwaarden gestort worden, aan het personeel van de luchtvaartrnaatschappijen. De luchtvaarttoelaqen voorzren bij art. 7-3, 7-6 en 7-7 van de beçrotlnq worde n krachtens zelîde besluit toeqekend aan de Ieden van het varend personeel. die maandelijks hrchtvaartprestaties leveren waarvan de minimumduur door zelfde besluit vastgesteld is. Deze toelaqen brenqen. onder zeker ooqpunt, een weddeverhogin9 mede rnaar niet een verrnomde verhoging: de Iuchtvaartpremiën zijn in werkelijkheld een alqemeen qebrulk: zif werden immer toeqekend zowel in het burqerlijk als in het militair vliegwezen.

Elles correspondent - tout en étant d'un montant beaucoup plus modeste - aux capitaux extra-légaux qui sont versés dans les mêmes conditions au personnel des sociétés de navigation aérienne, Les allocations aéronautiques visées aux articles 7-3. 7-6 et 7·7 du budget. sont accordées en vertu du même arrêté aux membres du personnel navigant qui effectuent mensuellement des prestations de- vol dont la durée minima est fixée par l'arrêté. Ces allocations constituent, d'un certain point de vue. une augmentation de traitement, mais non une- augmentation déguisée : tes primes de vol sont en effet d'un usage constant et général; elles ont toujours été accordées tant dans l'aviation civlle que dans I'aviation militaire.

2. - Ik herinner aan hct achtbaar !id, dat de anclenniteitspensioencn kosteloos zijn, Enkel de overlevinqspenstoenen verqen een alhouding van 6 % teri bate van de Kas voor Wcduwen en Wezen, Deze afhoudinq geschiedt op de brutoweddc, met uitsluiting van verqoedinqen die werkelijke lasten dekken of bijkornende prestaties bczoldigen. Deze beperking is normaal, daar enkel de- weelde ais basis dient voor ne-t berekenen van eventuele pensloenen.

2. - Je rappelle à l'honorable membre que les pensions d'ancienneté sont gratuites. Seules les penslons de survie donnent lieu à une: retenue de- 6 % au profit de la Caisse des veuves et orphelins. Cette retenue s'opère sur le- traitement brut à l'exclusion des indemnités couvrant des charges réelles ou rémunérant des pre-stations supplémentaires. Cette Iimîtation est normale: puisque seul le traite-ment sert de base au calcul des pensions éventuelles.

L - Les primes spéciales d'accident aéronautique, pour lesquelles l'article 7-3 du budget prévoit lin crédit de 9.000.000 sont allouées en vertu de larrëté du Régent du 2 mal 1950 aux militaires victimes d'Un accident survenu en service aérien commandé, ou it leurs ayants droit (veuve. orphelins Ott ascendants).

[ 36 ]

331

QUESTION:

VRAAG:

In Artlkel 10-2. onder de rubrtek « Dtrectte Selecue »,. komt ccn post: « Hcruleuwlnq van de meubelen : 20.000 frank» voor. Hoc kan die ultqavc gerechtvaardigd worden?

Il est prévu à I'arttcle 10"2 sous la rubrlque « Dtrectton de 1<1 Sëlectian» lin poste « Renouvellement du moblller : 20.0DO francs ». Comment cette dépense peut-elle se [usttfler ? RÉPONSE:

ANTWOORD :

Het VOOI'

voor 1954 aanqevraaqd kredlet van het aankopen van 5 metalen meubelen

voor het klasseren van de 1954 gedemobiliseerde nulttatren: VOOI'

kornsttqe

het klasseren dienstpllchtlqen

«

FINDEX

20.000

frank

s-stcekkaarten

de « 'FINDEX »-steekkaarten

IVan

der

ts bestemd

van de in

van de toe-

klassel955.

Le crédit de 20.000 francs de 5 meubles métalliques : - pour le 'classement bilisés en 1954; _ pour le classement de la classe 1955.

pour

1954 est destiné

des fldhes

«

FINDEX»

des fiches

«

'FINDEX

à l'achat

des militaires

démo-

» des futurs rnlllclcns

QUESTION:

VRAAG:

Arttkel 10-2 voorztet onder de rubrtek « Dlrectle der Kwartieren» een post: « Hernieuwing van mobilier: 2.500.000. frank ». Hoe kan deze uitqave qerechtvaardlqd worden?

Il est prévu à l'article 10-2 sous la rubrique tiers» un poste «Renouvellement du mobilier Comment cette dépense peut-elle se justifier

« Dlrectlon : 2.500.000 ?

des Quarfrancs ».

RÉPONSE

ANTWOORD:

Deze ultqave beantwoordt aan de vervanqinq, door nieuw mobilier, van het afqekeurd mobilier dat te oud geworden is en ntet meer hersteld kan worden. Eneraiids dlent opqemerkt dat er noq betrekkelijk veel oud mobilier voorhanden ts en dat anderzijds het aanqevraaqd krediet ecn klein percentaqe verteqenwoordtqt der waarde van het in dienst zijnde mobilier.

Cette dépense correspond au remplacement, par du mobtliei- neuf, du mobilier déclassé parce qu'étant trop vétuste et plus réparable. Il y a lieu de consldérer d'une part qu'il existe encore de l'ancien mobtüer en assez grand nombre et que d'autre part le crédit demandé représente un faible pourcentage de la valeur du mobilier en service.

QUESTION:

VRAAG:

Op artikel 10-2. onder de rubriek « Dienst Aankqop en Matedalen »0 wordt een post « Vernieuwing van 500.00() frank » voorzten. Hoe kan deze uitgave gerechtvaardigd worden ?

van Matericel het meubilair:

Il est prévu à l'article 10-2 SOllS la rubrique « Service d'Achat des Matériels et Matériaux » un poste « renouvellement du mobilier : 500.000 francs ». Comment cette dépense peut-elle sc justifier ?

ANTWOORD:

RÉPONSE:

De- post « 'Ve.:nieuwing van het meubilair : 500.000 frank ». welke in arrëkel 10-2 onder rubriek « Dienst Aankoop van Materieel en Materialen »0 voorkomt, verteqenwoordiqt het krediet nodig ter vernieuwinq van her mobilisatlemobrlair van de eenheden te velde: vernieuwinq van buree l- en moblltsatlekolfers, van rneubelen voor decimale classlficatte, van rumen en wisselstukken voor bureelmeubelen. Op te merken valt, dat het krediet Vaal:" onderhoud en vernieuwinq van het meubtlatr, voorkomend in zelfde begrotingsartikelonder rubriek « Directie Kwartieren », enkel betrekking heeft op het casernertnqsmeubilair.

Le poste « renouvellement du mobilier :i>: 500.000 francs figllrant il l'artlcle 10-2 sous la rubrique « Service d'Achat des Matériels et iMatérraux » représente le crédit nécessaire au renouvellement du mobilier de mobilisation des unités de campagne : renouvellement des coffres de bureau et de mobilisation. des meubles pour classement décimal. des cadres et rechanges pour meubles de bureau, etc. .. I! y a lieu de remarquer que le crédit pour entretien et renouvellement de mobilier fiqurant au même article budqétaire sous la rubrique ol: Direction des Quartiers» a trait uniquement au mobilier de casernement.

VRAAG:

QUESTION:

Het artikel 10-8 onder de rubriek « K.M.S. » (Meubilairvernieuwing) voorziet: 200.roo frank, Hoe kan deze uitgave gerechtvaardigd worden ? ANTWOORD

solllclté

:

Het volledig meubilatr dat voor 1940 in de slaapkerners, kamers, klaslokalen, studtezalen, bureau's, enz. in gebruik was, werd door de bezetter rnedegenomen of vernietigd. Deze lokalen werden met meubels van uiteenlopende aard gemeubiIeerd, die na cie bevrijding ter plaatse beschikbaar waren. :Dit meubilair is van minden.vaardige kwaliteit en bevindt zich in zeer slechte staat. Het is uitermate wenselijk dat een hoger onderwijsinrichting over een fatsoenlijk meubrlair kan beschikken, Daarorn W!'Td een algemeen programma opqemaakt, ten einde het bestaande gebrekkig en onvolledig meubilair geleidelijk te vervangen en aan te' vulfeq. Pit programma moet over verschlllende opeenvolgende jaren verwezenläjkt worden. Het bedraq van 200.000 frank, ingeschreven onder artlkel 10-8. is een schljf van dit programma, voor hetwelk reeds 1.036.000 frank toegekend werd.

«

Il est prévu à l'article 10-8 salis la rubrique « Ecole Royale Renouvellement du mobilier: 200.000 francs ». Comment cette dépense peut-elle se justifier ?

Militaire

:l>

RépONSE:

Tout le: rnobllier qui existait avant 1940 dans les dortoirs. chambres, salles de cours. salles d'études, bureaux, etc.i. a été enlevé ou dêtruit par l' occupant. Ces locaux ont été meublés avec du mobilier disparate trouvé après .Ja libération. Ce mobilier est de qualité très médiocre et en très mauvais état. . Il est trés 'souhaitable qu'un établissement supérieur d'enseignement militaire soit doté d'un mobilier décent. Un programme général visant il remplacer et à compléter proçressivement le mobilier défectueux ct insuffisant a été établi. Ce programme doit être réalisé en plusieurs années successives, Le montant de 200.000 francs tranche de ce programme pour alloué 1.036.000 francs.

inscrit à rartide 10-8 constitue la réalisation duquel il a déjà

une été

331

[ ·37 ] VRAAG:

QUBSTION

« Er Is voorzten in het Artlkel 10-8 onder de rubriek: « Vernleuwlnq Meubtlaïr » 30.000 frank. Hoe kan die uitgave gerechtvaardigd wordcn, »

K, Cad. Sch.

« Il est prévu I'artlcle 10-8 sous la rubrique Ecole Cadets» « Renouvellement Moblller , 30.000 francs ». Comment cette dépense peut-elle se justifier l à

Vernieuwing van studlclokalen. De 1948 geplaatst en teqen het wassen

vanqen

te wordeu,

Royale

des

RÉPONSIl

ANTWOORD:

1. klas- en het [aar bestand

:

cen gedeelte van huldlqe gordijnen komen voort van of drooqremtqen

de schutfqordtjnen van de werden bi] hct begin van oorloqstocks, Ze zijn nlet en dienen proqressief ver-

1954:

1. - Renouvellement d'une partie des stores des salles de cours et des salles d' étude, Les stores existant actuellement ont été placés au début de l'année 1948 et provenaient de stocks de 9 lierre. Ils J1(' résistent pas à la lessive ni au nettoyage à sec et doivent être remplacés progressivement. Montant de la dépense estimée pour 1954 : 7.000 fr.

2. - Vervanqinq van de houten rekken van de blbltotheek door ijzeren rekken, De rekken waarin de boeken geborgen worden, werden bij de wedcroprichting van de school vervaardtqd uit noodmatertaal, De vervanging van de rekken werd bcqonnen III 1953 en gaat dit [aar verder. Schattlnq van de nitgave voor 1954: 6.000 frank.

2. - Remplacement des étagères en bois de la bibliothèque par des étagères métalliques. Des rayons pour y placer les livres ont été construits avec des moyens de fortune lors de la réorqanisatton de l'école. Le renouvelle" ment des étagères a été commencé en 1953 et se poursuivra cette année. Estimation de la dépense pour 1954 : 6.000 francs.

3. - Vervaardlqlnq van lessenaars voor leraars. De leraars beschikken in de klaslokalen over een kleine lessenaar, die dezelfde is als deze door de leerlingen gebruikt. Sedert Ianq reeds hebben de leraars de vervanging er van gevraagd, maar andere meer drlnqende vernieuwinqen hebben er de ultvoerinq van onmoqelûk qernaekt, Dit werk, dat docr de schrtjnwerker van het Personeel voor onderhoud der kwartieren uttqevoerd zal worden, was voorzien voor 1953 maar kon ntet doorqaan daar de kredleten ontoereikend waren. Beraminq van de uitgaven voor 195'1: 10.000 frank.

3. - Fabrication de pupttres pour professeurs. Les professeurs ne disposent actuellement dans les salles de CO\U's que d'un petit pupitre identique il celui des élèves. Depuis longtemps déjà ils en ont demandé le remplacement mais certains renouvellements plus urgents n'ont pas permis cette réalisation. Cc tra\'~il. qlli sera réalisé par le menuisier de l'équipe d'entretien, était prévue pour 1953 mals n'a' pu ëtre exécuté faute de crédits suffisants. Estimation (te la dépense pour 1954: 10.000 francs.

4. - Het aantal der leerlingen van de K. Cad. Sch. vermeerdert elk jaar, er is cen vermeerdering van 15 Ieerllnqen voorzien voor 1954. Die vermeerderinq van Cie effectteven. verphcht ons het noodwendig klein meubilair aan te schaffen of te vervaardiqen, zoals tafels, stoelen, kasten voor de schoolboeken van de lecrllnqen, enz. Beraming voor 1954: 5.000 frank.

4. - Le nombre d'élèves de l'E, R. Cad. est en augmentation chaque année. il est prévu 15 élèves' en plus en 1954. Ces augmentations d'effectifs nous obligent à fabriquer ou à nOLIS procurer du petit mobilier indispensable tel que tables, chaises. armoires pour livres scolaires des élèves. etc. Prévisions pOLIr 1954 : 5.000 francs.

5. _ Verschillende: Aankoop van hout voor het vervaardiqen van rekken, kasten voor mededellnqen, klein materlaal nodig in de afdeltngen en diensten. Schatting: 2.000 frank.

5. - Divers: achat de bois pour fabrication d'étagères, de valves et de petits matériels nécessaires dans les divisions et services.

Bedraq van

de uitqave

voorzten

voor

7.000 frank.

Estimation:

2.000 francs.

VRAAG:

QUEstiON:

Onder artâkel 10 kan men de uitqave nagaan bestemd voor abonnernenten op daqbladen en offlcrële publicaties. Bezoeken en inlichtingen hebben ons aangetoond en bewezen dat Socialistische daqbladen en publicaties nog dikwijls ontbreken in de informatiezalen en bibliotheken. Kan er niet voor gezorgd worden dat steeds alle publieke qezindheden daarbij zouden in aanmerking worden genomen?

Sous l'arttcle 10. Oll peut contrôler les dépenses. pour abonnements aux journaux et publications officielles. Des visites et des informations ont démontré et prouvé que des journaux et publications socialistes font souvent défaut dans les Salles d'Information et les bibliothèques. Ne peut-on faire en sorte que tontes les opinions publiques soient prises en considération ? RÊPONSE

ANTWOORD:

De daqbladen en publicaties die kosteloos verstrekt worden aan de eenheden der Strljdrnachten, worden aanqewezen door het resultaat van een jaarhjkse referendum dat in de vorm van een geheime stemming gehouden wordt onder al de militairen van elk Korps en elke daarmee gelijkgestelde eenheid. AI de openbare gezindheden worden in aanmerking genomen. en een gevolg wordt gegeven overeenkomstiq de vrij uitgedrukte: wens van elk dienstplichtige.

Les journaux Forces Armées. annuel, effectué Corps ou unité Toutes . satisfaites milicien.

et publications délivrés gratuitement aux unités des sont déterminés par les résultats d'un referendum par vote. secret. parmi tous les miliciens de chaque assimilée.

les opinions publiques sont prises en considération et sont uniquement suivant' le désir exprimé librement par chaque

QUESTION:

VRAAG:

Onder artikel 14 wordt melding gemaakt van de representatiekosten voor de Dienst Welfare. Is het gering bedrag van 5.000 frank verantwoord voor de culturele en ontspannende opdrachten, aan de Dienst Welfare opgedragen? ANTWOORD

:

:

De representatiekosten uitgetrokken op artikel 14 van de gewone begroting voor 1954 « Walfare-Dîenst » hebben betrekking op de uitgaven die door het Hoofd van de Welfare-dtenst gedaan worden ter gelegenheid van de verplaatsinqen van de Welfare-tournées, Deze bedraqen volstaan thans voor het dekken van deze' uitgaven.

L'article: 14 mentionne

les frais de représentation

du Service Welfare.

Le montant peu important de 5.000 francs est-il justifié. des missions d'ordre culturel et récréatif dont le service chargé.

compte tenu Welfare est

RÉPONS!? :

Les frais de représentation inscrits à l'articlp 14 du budget ordinaire de 1954 « Service Welfare » concernent les dépenses devant être effectuées par le Chef du Service Welfare à t'occasion des déplacements des tournèesWelfare, Cette somme suffit actuellement à ces débours.

[ 38 ]

331

QUESTION:

VRAAG:

Artlkel 21-3. - Toelaqe aan de Mutualltettsvcrentqtnq der rechthebbenden van het Leger. Een amendement wcrd lnqedicnd door de heer Leburtou strekkende tot het wcqlaten van hct kredlet van 1'1.601.000 frank aan de Mutuallteltsvereniqlnq, ' Op de arqumenten In de vcrantwoordlnq van het Amendement aanqehaald antwoordt hct Departement van Landsverdedlqlnq als volqt :

Article 21-3. l'armée. Lln améndement presslon du crédit

Subsides

à

la Société

a été présenté de 14.604.000

'Mutuelle

drott de

pal' M. Leburton en vue de la supfrancs il la Société Mutuelle.

ALIX arquments invoqués dans la justification le Département de la Défense Nationale répond

ANTWOORD:

des ayants

de cet aruerldcment. ce qui suit :

RÉPONSE:

1. -- De M. V. R. L., erkcnde Mutualiteltsverenlqluq, leeft xlipt de schikklnqen na van de wet van 23 JunI 1894. betreffende de M utualiteltsverenlqtnqen. Zl] werd erkend bij Besluit van 5 [uni 1941. onde.' het nr 20181205. Zij werd bekrachtigd bt] Besluit van de Regent van 15 Novern-

1. - La S. M. A. D. A.. Société Mutuelle reconnue, se conforme strictement aux dispositions de la loi du 23 Juin 1894 SUI' les Sociétés Mutuelles. Elle a été reconnue par Arrêté du 5 Ju}n 1941 sous lcn? 2048/205. Elle a été confirmée. pal' arrêté du' Régent du 15 novembre 1944.

ber 1944. Haar statuten werden door het Mtntsterlc van Arbeld en Sociale Voorzorq gehomologeerd: zij verschenen In de bijlaqen aan het Bdgisch St
Ses statuts ont été homologués par le Mlntstère la Prévoyance Sociale; ils ont paru dans les annexes dl, 18 juin 19'11.

du Travail et de du Moniteur Belge

2: - Zo het juist Is dat hët toekennen van de Staatssubsldiën tcn voordele der vrije mutuallteltsverentqlnqen door het Besluit van de Regent dd, 14 Januari 1946 geregl'ld wordt, is het niet mindel' waar dat het artikel Il van het Beslutt van de Regent van 15 Novëmber 1914 (Belgisch Stalltsblad van '1 en 5 December 1914) het toekennen van een subsidie ten laste van de Landverdedtqtnq voorztet, wat betreft de Mutualltettsverentqtnq der Rechthebbenden van hct Leger. Op te merken valt dat het Besluit van de Regent dd, 15 November 1944 klaar eu duidelijk Is, dat het qenomen werd door de Mtntsters In Raad verqaderd, dat het op 15 November 1941 bekrachtlqd werd en dat de Minister van Landsuenlediging belest is met de uit-

2. ~ S'il est exact que l'attrlbution des subsides de l'Etat. en faveur des soctétës d'assurance mutualistes libres. est réglée pal" l'arrêté dLI Régent du l'! janvier 19'16. il n'en est pas moins vrai que l'arrêté du Régent du 15 novembre 1944 (Moniteur Belge du 4 et 5 décembre 1944) règle en son article Il, pour ce qui concerne la Société Mutuelle des Ayants-Droit de l'Armée. I'attrtbution d'un subside à charge de la Défense Nationale. A remarquer que l'arrëtë du Régent du IS novembre 1944 est clair et précis, qu'Il a été pris par les 'Ministres réunis en Cons e il. qu'il a été sanctionné le 15 novembre 1944 et que c'est le Ministre de la Défense Netionnle qui est chargé de l'exécution de cet arrëté;

voecing .van. dit besluit. Anderûjds. werd het Besluit van 15 November 1941 nlet ingetrokken door hel besluït van de Regent dd. 11 Januari 1946, noch door de volqende beslutten, waarbij de subsidiën van de Staat qereqeld werdcn, Wij wijzen er op dat arttkel 8bis van de wet op de Mutuallteitsverenigingen van 23 [uni 1894. bedingt dat alleen de door de Regering erkende Mutualitettsvereniqinqenen verbonden de subsîdiën van de openbare machten kunnen ontvanqen. De Mutualiteitsvereniging der Rechthebbenden van het Leger Is een, overeenkomstig de wet van 1894~ bij Besluit van 5 [uni 1941 crkende mutualttettsverenïqtnq welk laatste bekrachttqd werd door het Besluit van de Regent dd, 15 November 1944. . Ten etnde geen verscbil met de andere vrlje mutuailteiten te maken wat betreft het toekennen van het bedraq der Staatssubsidlên voorzien bij het besluit van de Regent dd, 14 Januari 1946. en hierbij akkoord gaande met de Alqemene Inspectie van Financiën, heefr de Minister van Landsverdediging destijds besloten dat aan de M.V.R.t. een subsldle zou worden toeqekend, ultqerekend op dezelfde basis als voor de andere mutualltelten. 3. - Het argument betreffende artlkel Il van het beslult dd, 30 Augustus 1943 Is onjuist, aanqezlen het qeen betrekking heeft op de wettelijke subsldie, welke de mutualitëitsvereniqinqen zouden kunnen genieten. Dit artikel II heeft alleenhjk betrekking op een verqoediuq uitqerekend op 85 % van de gedane uitgaven voor de huur, her onderhoud, de relnigingsk:osten en de bewaking van een geboltw. Deze bijzondere uitqave werd ten andere tot een jaarlijks maximum van 70.000 frank beperkt. Er dlent opgemerkt dat voorrneld artikel 11 niet veranderd doch !Vei ingetrokken werâ, doorhetbesluit van 15 November 1944. Dit besluit

bevat

een nieuwartikel

II, luidend

als volgt;

« Een substdle ten laste van hel Budget van het Ministerie van Landsverdediging mag aan de « Mutualiteitsvereniging der Rechthebbenden van het Leger » na gunstig advies van de- Inspectie der Financiën verleend worden. »

D'autre part. l'arrêté du Rég.-nt du 14 janvier 1946. de même que les arrêtés subséquents. réglant l'attribution. des subsides de l'Etat. n'ont pas abrogé l'arrêté du 15 novembre 1944. Signalons que la loi sur les Sociétés 'Mutuelles du 23 juin 1894 stipule en son article 8bis, que les Sociétés et Fédérations mutualistes reconnues par le Gouvernement peuvent seules recevoir les subsides des pouvoirs publics. La Société 'Mutuelle des Ayants Droit de l'Armée est une société mutuelle reconnue- conformément à la loi de 1891 par l'arrêté du 5 juin 1911 qui a été confirmé par l'arrêté du Régent du 15 novem-

bre 19':14.

•

D'accord en cela avec l'Inspection Générale d e s Finances et pour ne pas créer de différence avec les autres mutuelles libres. dans l'attribution du taux des stibsides de" l'Etat prévus par l'arrêté du -Régent dt, 14 janvier 1946, 'M. le 'Ministre de la Défense Nationale a décidé à répoquc qu'il serait attribué à la S. 'M. A. D. A.. une subvention calculée sur les mêmes bases que pour les. autres mutuelles.

3. ~ L'arqument concernant l'artide I I de l'arrêtë du' 30 août 1943 n'est pas juste, attendu qu'il ne se rapporte pas au subside légal dont pourraient bénéficier les sociétés mutuelles. Cet article II se rapporte uniquement à un dédommagement calculé à raison de 85 % des dépenses occasionnées pour la location d'un Immeuble, pour l'entretien de celui-ci et pour les frais de nettoyage el de garde. Cette dépense spéciale avait du reste \Ill plafond limite annuel de 70.000 francs. A remarquer que cet article t I a été abroge et lion modifié par l'arrêté du [5 novembre 1944. Ce suit

dernier

arrêté

a introduit

un nouvel

article

I l, libellé

comme

Zoals artikel I [ opqesteld is, steunt het op artikel 8bis van de wct van 23 'Juni 189·t De aan de Mutualiteitsvereniging der Rechthebbenden van het L-eger toeçekende subsldte Is dus volstrekt wetreltjk.

Tel qu'il est libellé cet article Il se fonde: sur l'article 8bis de la loi du 23 juin 189':1. 'La subvention attribuée à la S. ·M. A. D. A. est donc parfaitement légale.

4: ~ De Mutlt~!iteitsverenigin'g der Rechthebbenden van het Leger gemet noch ceri bijzondere noch een bevoorrechte positle. . Zt] bekomt de wettelijke subsîdles, onder de bl] reglementaire beschikking vastqestelde voorwaarden, namelijk « het artlkel 11 van het Besluit van de Regent van 15 November 1944 », waarvan de uitvoering toevertrouwd is aan de î\1inister van Landsverdediqinq,

1. -;- La Société Mutuelle des Ayants Droit de l'Armee, ne jouit pas cl une situation partlculière et privl!égiée . ElIe reçoit les subsides légaux dont les conditions d'octroi sont fixées par une' disposition réglementaire : « rarticle Il de rarrêté du Régen~ .du 15 novembre 1944 :» dont l'exécution est mise à charge duMlmstre de la Défense Nationale.

331

[ 39 ] Billljkheidshalve, heeft de Mtntster van Landsverdcdtqlnq bcslotcn. aan de 'Mutualttcltsvcrenlqlnq der Rcchehcbbendcn van het Leger, een subsldie te vcrlcnen, uitqerekend volqcns dezelfde gegevens als deze voor al de andere niutualttetten van het Land voorzleu. Betrcffcnde de ttvce ter beschikking van de Mutualttott qeste ldc beroepsmtlttaircn, werd het beslult door de iMinlster van Landsverdediging genomen krachtcns artikel 1,2 van het Beslult van de Regent d.d. IS November 1944, omdal de Mutualtteltsvercnlqlnq der Rechthebbenden van het Leger, bij de afsl'haffing van de Gezondheldsdienst van het Leger en van de Rljkswncht. zwnrc lasten hcefr moeten overnernen, die uormaal tell laste van voormelde Dienst hadden rnoetcn komen (zeer oude en zwaar ztek ztjnde qepensionneerde mllltalren: hun echtqenoten en kinderen, die, in de meeste qevallon, zlch nict meer bij eon ande-re Mutualttelt konden aanslutten) . HE:'t arneudcment werd door de Conurüssle voorbehoudcn,

C'est par mesure de justlce que 'M. le 'Mtnlstre de la Défense Nationale a décidé d'allouer à la Société Mutuelle des Ayants Droit de l'Année, le subside calculé sur les mêmes bases que celui prévu pour toutes les autres mutuelles du pays. Quant aux deux milttalres de cardère mis il la disposition de la mutuelle, la déclslon en a ëtë prlse pal' M. le 'Ministre de la Défense Nationale en vertu de l'arttcle 12 de l'arrêté du Régent du 15 novembre 1944, parce que la Société Mutuelle des Ayants Droit de l'Armée Ci dü reprendre lors de la suppression du Service de Santé de l'Armée ct de celui de la Gendarmerie de lourdes charges qui eussent dû normalement incomber ft celui-ci (militaires pensionnes âgés, grands malades; leurs épouses et leurs enfants qui, dans de très nombreux cas, n' eussent plus été mutualisables ailleurs). L'amendement

est réservé

par

la Couuulsslou,

QUESTION:

VRAAG:

Bij artikel 22 wordt gewezen op het bestaan van een Instltuut tot aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek in nljverheid en landbouw, waacvoor 200.000 frank ïs uitqetrokken, Zou kunncn medeqedeeld worden waarin de wcrkelüke opdracht van het Instltuut bestaat, en of de doelmatigheid er van kan worden bewezcn ?

A J'article 22 il est question de l'existence d'un Institut pour l'encouraqement de la Recherche Sclentlflque dans l'Industrte et l'Agrtculture pour lequel on prévoit 200,000 francs. Est-Il possible de communiquer en quoi consiste la mission réelle de cet lnstltut et l' efficacité de celle-ci peut-elle ëtre démontrée I

RÊPONs," :

ANTWOORD:

Het krediet vau 200.000 frank. aanqevraaqd ten gunste van het Ïnstituut tôt aanmoediging van het wetenschappelijk onderzoek in uijverhé id en landbouw voor het jaar 1953. iS bestemd voor de studiën die gedaan worden orn het vérvaardigen van verschillende militaire uitrusttnqente verbeteren, Gezien deze onderzoekingen voortqezet worden in 1954. wordt een gelijkaa"dig krediet aanqevraaqd met het oog op het voorulthelpen van deze werken. die interessant zijn voor het Departement. alsook voor andere studiën die zouden kunnen ondernomen worden in de loop van het [aar 1954.

Le crédit de 200.000 francs pour l'année 1953 était destiné certains équipements militaires.

demandé en faveur de l'L R S. I. A. aux etudes entreprises pour améliorer

Ces recherches devant se continuer en 195'1, un crédit semblable a été demandé, en vue d'aider la poursuite de ces travaux pouvant' intéresser le Dëpartement, ainsi que pour d'autres études qui seraient entreprises dans le courant de l'année 1954.

B) Questions et Réponses relatives à l'emploi des Langues.

B) Vragen en Antwoorden betreîfende hef qebruik der Talen,

QUESTION:

In de maand

Auqustus

ontvinq ik ecu brief uit Zellik. waar ecn werd ingericht. ne inrlchter (Korporaal van de opvoedânqsdîenst] vindt niets beter dan ook de Nederlandsspreek~ beurten op te maken, Hi] is totaal Vlaamsonkundiq en deze spreekbeurten rnoeten vertaald worden. Hl] zelf kiest ook de fraqmenten en laat die in het Nederlands vertalen,

« week van het boek

l>

Dans le courant du mois d'août, fat reçu une lettre de Zellik où on a organisé « une semaine du livre s-, L'organisateur (caporal du service d'éducation) ne trouve rien de mieux que de rédJger également les causeries en néerlandais. Il ne connaît pas du tout le flamand et ces causeries doivent être traduites. Il choisit lui-même les 'extraits et les fait traduire en nëerlandats,

ANTWOORD:

RépONSE:

De Opvoedtnqsdienst van het Materteel- en Bevoorradinqsdepot te Zellik heeft daadwerkelijk een « weck van het boek » lnqerciht in de Ioop van de UHland Augustus.

Le Service Education du Dépôt de Matériel et d'Approvisionnements de Zellik a effectivemerit' organisé « une semaine du livre dans le courant du mois d'août.

Verscheidene

actlviteiten 'hebben rijdens bedoelde week plaats gehad:

Différentes

twee

en Nederlandse

deux

Franse

~ De qeschiedents - De geschiedenis België.

spreekbeurten

:

van het beek en van de boekdrukkunst: van de Franse en Nederlanse Ietterkunde

twee bezoeken : ~ -

deux: visites

De Koninklijke Bibliotheek; De Drukkert] van een Brussels

~ -

daqblad.

De spreekbeurten, opqesteld door een Korporaal behorende tot de Opvoedtnqsdienst, zlch steunend op brochures door her Leger uitqegeven, werden in het Nederlands vertaald door een vertaler van de Staf. De spreekbeurten werden door de Korporaal in kwestie voor de Franstaliqe militaire gehouden. terwijl de Nederlandstalige militatren een Vlaams spreker hadden. In geen geval werden spreekbeurten voor de milttairenqehouden door een hunner makkers die hun moedertaal niet volledtq machtig was. Wat

de

uittreksels

causeries

L'histoire L'histoire

in

betrefr.

deze

werden

overpenomen

uil

de

activités

se déroulèrent

en français

durant

cette

semaine

et en néerlandais

du livre et de l'imprimerie; de la littérature Française et néerlandaise

en Belgique.

:

La Bibliothèque Royale; L'ünprtmerle d' un QUotidien

bruxellois.

Les causeries, rédigées par un Caporal appartenant au Serviée' d'Education en se basant sur des brochures éditées par l'Armée, furent traduites en néerlandais par un traducteur de l'Etat-Major. Les causeries furent données aux militaires d'expresslon ' française par le Caporal en question. Quant aux militaires d'expression néerlandaise, ils eurent un conférencier flamand En aucun cas des causeries ne furent présentées aux militaires par un de leurs compagnons ne possédant pas parfaitement leur langue maternelle. Quant aux extraits,' ces derniers proviennent de la brochure

»-

[ "10 ]

331 brochure « Het Leger ~ dOOL' de Öpvoedlnqsdlenst

De Natte », uitgegeven vau het Leger.

in bclde landstalen

«

L'Armée - 'La Nation» éditée dans nos deux langues Ie Service Education de l'Armée.

nationales

QueSTION:

. VRAAG:

In sornmlqe scholen hier in Belqtë Is er personeel van de C.M.C., dat totaal Vlaamsoukundiq Is, ook waar het merendeel van de leerllnqen Vlaamsstaltq 15. Zou de Minister kunnen zeggen welk het percentage is van de Vlaamstaltqe en Vlaarnssprekende personen ? En op welke bnsls dit personeel aariqeworven wordt?

Dans certaines écoles situées en Belgique. Ù y a du personnel de la C. M. C. qui ne possède absolument pas la langue flamande, même là où la majorité des élèves est d'expresslon flamande, Le Ministre pourralt-Il donner le pourcentaqe du personnel d'expression flamande et parlant le flamand? Sur quelle base ce personnel est-Il recruté?

ANTWOORD:

REPONSB

:

I. - De clubs in de scholen inqericht, worden door het personeel van de B. E. L. A. A. C. en niet door dat van de C. M. G, bediend.

I. ~ Les clubs Installés dans les écoles sont desservis sounel des B. E. L. A. A. C. et non de la GIM. C.

2. - Op dit oqenbllk bezttten 52 % van .het van de B. E. L, A. A. C. kennis van het Vlaarns. 3. - Bij de aanwervlnq met volqende elementen :

der candtdaten

wordt

A ce jour 52 % du personnel la langue flamande.

vrouwelilk

personeel

2. possède

rekening

qehouden

3, - Le recrutement des candidates sidération les éléments suivants :

~ het taalreqlme del' eenhetd," waarvoor de candtdaten bestemd worden: ~ hun leeftijd; ~ hun antecedenten (volbrachte studies, vroeger uitgeoefende Iuncties en inlichtingen hterover ): ~ hun familiaal milieu en de opvoedlnq, die ze er ontvanqen hebben: - hun geschiktheid en hekwaamheid om hun zendinq te vervullen (zowel van practisch, als van opvoedend en soctaal standpunt nit beschouwd); - hun toewljdinq, houding en wijze van dienen qedurende cen proeftijd.

op de verdeling

3. - Wordt er propaganda soneel en indien ja, welke?

B. E. L. A. A. G

des

est effectué en prenant

en con-

- leurs dispositions point de vue pratique. - leur dévouement. période d' essai.

et .aptitudes à remplir qu'éducatif et social); maintien

et

manière

leur de

mission

sera anté-

(tant

servir- pendant

au une

QUESTION:

1. ~ Wat het Belaac-personeel betreft, werd verleden jaar vastqesteld dat 46 '% er van 'Vlaarnstahq is en de verdelinq van dit personeel geschf.edt met inachtneming van het taalstelsel van belanqhebbende eenheden. Verschtllende soldaten klaqen echter dat men hen niet in het Nederlands te woord kan staan, of dat dit personeel geheel Vlaams onkundig is. Kan men niet zorgen dat waar Vlaamstalige eenheden verblijven ten minste één Vlaamstalig persoon wordt voorzien ?

Is er contrôle

féminin

pal' du per-

- le régime linguistique de l'unité il laquelle la candidate affectée; ~ leur âge. - leurs antécédents (études accomplies. fonctions exercées rieurement et l'enseignements il ce sujet); - leur milieu familial et l'éducation qu'elles y ont reçues;

VRAAG:

2. -

pal'

en hoe gebeurt

qevoérd

2. Existe-HI effectué?

die?

tot het aanwerven

I. - En ce qui concerne le personnel des Belaac, il fut établi J'an dernier que ':16 % du personnel était' de régime linguistique flamand et que la répartition de ce personnel était faite en prenant en considération le régime linguistique des unités mtëeessëes, Plusieurs soldats se plaignent cependant que: l'on ne peut leur adresser la parole en flamand ou que ce personnel ignoré complètement le flamand, Ne pourrait-on envisager que dans les quartiers où séjournent des unités de régime linguistique flamand au moins une personne de même rèqime soit prévue.

van per-

3. et dans

un contrôle

Fait-on de la propagande l'affirmative laquelle?

ANTWCORD:

sur

la répartition pour

et comment

le recrutement

est-il

de personnel

RÉPONSE

I. - a) In iedere kantien van een eenheid met gemengd taalstelsel is er ten minste één V'laamssprekende asslsrente. In de kantienen van de Vlaams sprekende eenheden zijn alle leden, die deel uitmaken van het personeel, Vlaamssprekend. 0) De opmerkinqen die gemaakt werden, kunnen op twee verschillende wijzen uitgelegd worden, die ieder een buitengewoon karakter vertonen:

I. - a) Dans chaque cantine d'unité de régime linguistique mixte. il y a au moins une Assistante parlant le flamand, Dans les cantines d'unité d'expression flamande, tous les membres du personnel parlent cette langue. 0) La remarque énoncée peut s'expliquer de deux manières. qui chacune revêt un caractère exceptionnel :

(i)' In de kleine kanttenen van de eenheden met gemengd taalstelsel en met een qetalsterkte van twce asslstenten, moet men rekenlnq houden met de wekelijkse rust gedurende de dag of avonden voor de Vlaamse asslstente. Het teqenoverqestelde doet ztch eveneens voor. (ii) Gedurende de jaarlljkse verlofperiode kan de plaatsvervanging niet altijd geschieden, rekenmq houdend met het taalreqtme del' eenheid,

(i) Dans les petites cantines d'unité mixte dont la force ne comporte que deux Assistantes. il faut tenir compte des soirées et jours de repos hebdomadaires de l'Assistante flamande; l'inverse peut se produire, (ii) Pendant la période des conqëes annuels. les l'emplacements ne peuvent pas toujours être effectués suivant le régime linguistique des intéressés.

c) Nlet alleen de verdelinq, maar revens het aanwerven van het personeel wordt gedaan. rekening houdend met het taalstelse! van de belanqhebbende eenheden.

c) Non seulement la répartition, mais encore le recrutement du personnel sont effectués en tenant compte du régime linguistique des unités intéressées.

2. ~ De contrôle wordt uitqeoefend door de afgevaardigde der der B. E. L. A. A. C. en dl': militaire htërarchtsche oversten.

2. Le contrôle est exercé pal' l'Administrateur B. E. L. A. A. C. et par les Chefs hiérarchiques mlfitairès,

3, -

Geziende

zeer strenqe

selectie,

heheer-

die aan de basis ligt van de

3, -

En raison

de la sélection

très sévère

délégué

des

qul est à la base de" son

[ "H ]

331

aanwervlnq, maakt de Belaac geen publicltelt in de daqbladen, om de teleurstelllnq te vermijden van de candldaten die ntet zouden vol· doen. De propagandn wordt in gans het land door de leden van de

recrutement. Belaac ne fait pas de publicité dans les journaux. ne pas décevoir des candidatures qui ne pourraient être retenues.

BELAAC zclf qedaan.

de BELAAC.

La propagande

est faite, dans tout le pays,

mêmes

QUESTION:

VRAAG:

Er werd gesignaleerd dat in een paar eenheden de daqelljkse orders steeds in het Vlaams verschtjnen, doch wanneer el' soms nleuwe orders van de 'kapiteln van de week verschljnen, deze vaak enkel in het

Frans

par les membres

pour

Il est stqnalë que, dans quelques unités, les Ordres Journaliers paraissent toujours en famand, mais que parfois, des ordres nouveaux émanant du Capitaine de semaine, sont donnés en français,

zljn,

Voor een paar maandeu werd gezegd dat sommige [onqens, die' geen Frans kennen, les krtjqen van Instructeurs die enkel Franssprekend zijn. •

Il y a quelques mols. il a été rapporté que des soldats ne connaissant pas 'le français, reçoivent des leçons. d'Instructeurs parlant uniquement le français.

AN1'WODRD:

RBPONSB:

Er wordt zeer dtkwijls herinnerd aan de voorschrlften aanqaande de taalwetten bij 'het Leger. en dit werd onlanqs weer gedaan. Ik ben: geneigd te geloven dat de door het Achtbaar Lid qesiqnaleerde feiten uitzonderingen zijn: ae zijn daarorn nog moetltjker op te sporen. Wat cr ook van Zij, de aandacht van de mtlttalre , cverheden wordt getrokken op hec feit dat de eaalwetten streng dtenen toeqepast te worden en zondcr ëën enkele .uitzonderinq,

Les prescriptions relatives à J'usage des langues à l'Armée sont rappelées souvent et elles le furent encore récemment. . Je suis porté à croire que les faits signalés par l'Honorable Membre constituent des exceptions; elles n'en sant que plus difficiles à dépister, Quoi qu'il en soit, J'attention des autorités milltalres est attirée sur le fait que la lol linguistique doit être appliquée strictement et sans aucune exception.

VRAAG:

QUESTION:

Op de basis van Kamina zou dienen gezorgd voor Vlaarnstahqe ilustraties. Zouden wij kunnen te wetcn komen of op deze basis een bibliotheekvoorhanden is? Onder wiens zorqen deze blbllotheek en de sameristelllnq er van is gesteld? '"Velk het percentaqe is van de 'Vlaamse bladen en Illustratles die worden ontvanqen ?

A Ja Base de Kamlna se pose le problème des Illustrations en langue néerlandaise, Peut-on savoir s'Il existe' à la dite Base une bibliothèque? Sous les soins de qui cette bibliothèque et 'sa constitution est-elle placée ? Quel est le 'pourcentage de journaux et illustrations en langue néerlandaise qu'Us reçoivent?

ÀWTWOORD:

1. ~

De Basis van Kamtna

beschlkt

RÈPONSE:

over :

I. ~

a) een Franstalige opvoedende bibliotheek: b) een Nederlandstaltqe opvoedende bibliotheek: c] een gemengde ontspanningsbibliotheek. Daarbl] dient gevoegd in de Basts verblijft : a) een gemengde b) een gemengde

voor

het Detachement

opvoedende bibliotheek; ontspanntnqsblbitotheek,

a) une bibliothèque b) une bibliothèque c) une bibliothèque

Para-Commando's

De Vorderingsvliegschool

ontvangt

de

ver-'

Opvoe-

het bestendlq

Het Detachement

Para-Commando-s

éducative éducative récréative

française: flamande; mixte.

pour le détachement éducative récréative

Para-Commando's

mixte; mixte.

3. ~ La Base de Kamina proprement dite reçoit, pour permanent et les miliciens incorporés au Congo:

Franstalige daqbladen en Franstalhqe geïllustreerde weekbladen Nederlandstalige daqbladen en Nederlandstalige geillustreerde weekbladen,

le personnel

Il journaux français et I iIlustrê français: 1 journaux flamands et 1 illustré flamand. der In Congo voorkomen.

U est â noter que sur l' ensemble 10 % seulement sont d'expression de Pilotage

Avancé

des miliciens incorporés flamande.

reçoit:

3 journaux français et 3 journaux flamands. ontvangt:

qui sëjoume

2. - Ces bibliothèques sont constituées à l'intervention de- la Directian de I"Education des Forces Armêes. Elles sont gérées par l'Officier d'Education de la Base.

L'Ecole

3 Franstalige dagbladen en 3 Nederlandstallqe dagbladen.

3 3 2 3

wordt

Franstaliqe dagbladen en Franstaliq geïllustreerd weekblad: Nederlandstalige dagbladen en Nederlandstalig geïllustreerd weekblad,

Er dient opqemerkt re worden dat cr op het geheel ingelijfde dienstplichtigen, slechts 10 % Vlaamstaligen

Il faut y ajouter. â la Base:

a) une: bibliothèque b) une bibliothèque

2. ~ De samenstelling van de opvoedende bfbllotheken zorqd door de Directie Opvoeding bij de Krijgsmacht_ Deze verschillende bibliotheken worden beheerd door dfngsoflicier van de Basis,

I} I 4 I

dat

"

3. ~ De eigenlijke Basts van Kamina ontvangt voor personeel en de diensëplichtîqen ingelijfd in Congo :

La Base de Kamrna possède':

Le Détachement 3 3 2 3

Para-Commando

journaux français et illustrés français. [ournaux flamands et illustrés flamands.

reçoit:

au Congo, .

[ 42 ]

331

VRAAG:

QLlBSTION

Ik zou de verdellnq wlllen kenneu van de 26.925 tussenkomsten van de Sociale Dienst tussen de mllltairen met Frans taalstelsel en deze met Vlaarns taalstelsel. Anderzljds werd er dikwijls vastqèsteld dat de tussenkomsten van de Sociale Dienst laattijdig z ijn, Dit schijnt voort te vloeten ult het feil dat de Sociale Dienst zich belast zelf al de nodtqe tnltchttnqen in te winnen, als wanneer sommlqe van deze inlichtinqen zouden kimnen bekomen worden door zich te wenden tot de lokale autorlteiten en namclljk tot de gemeentebesturen. Is de heer Mïntster niet van oordeel dat men ecn nauwer contact zou dleuen te beoqen tussen de Sociale Dienst en de lokale autortteiten ?

Je voudrais connaltre la répartltlon des 26.925 interventtons du Service Social entre les militaires d'expression française, et ceux d'expression flamande. D'autre part, il est souvent constaté que les Intervendons du Serv lee Social sont tardives, Cccl semble résulter du fait que le Service Social se charge de recuellltr lut-même l'ensemble des renseiqnernents nécessaires alors que .certatns vde ces renselqnements pourraient être obtenus en s'adressant aux autorites locales et notamment aux admintstrattons communales. M. le Mtnlstre n'estlme-t-ll pas qu'il y aurait lieu d'envisager une liaison plus étroite entre le Service Soctal et les autorités locales? RÉPONSE:

ANTWOORD:

1. - Verdellnq van de 26.925 onderzoeken gedaan Dienst van het Leg er, De !hiernavolgende tabel geeft. per provincie,het onderzoeken.

door de Sociale

Brabant

taalstelsel

3.080

...

Lutk

3.6l5

1.777

Henegouwen

5.0l6

W est- Vlaanderen

1.977

...

2.3l4

... 1.433

Limburg ... Luxemburg

B. S. D ....

765

A~iJIeen

Totaal

...

totaal

...

26.925

donne

enquêtes

par province

190

96

11.587

15.338

par

Brabant

3.532

3.080 3.615

Liège Flandre

Orientale

Hainaut

..•.........

Flandre

Occidentale

Namur

..•

1.777

...

5.016 1.977 2.314 1.433 765

Luxembourq F.B.A.

effec-

Expression française

3.130

...

le Service

d'enquêtes

Expression flamande

.._ ... Total

Total 9~n':ra1

26.925

effectuées le nprnbre

Ltmbourq'

...

'"

des

~vers

.

Oost-Vlaanderen

Namen

qedane

3.532

3.130

."

Antwerpen

aantal

L -- Répartition Social de l'Armée. Le table-au ci-après tuées.

Frans taalstelsel

~rlands

I

:

190

96

11.587

15.338

.

26,925

Het groot aantal onderzoeken in het Franstalige gedeelte van het land is te verklaren door het feit, dat het voornamelijk in de sterk qeïndustrialiseerde streken is dat de farnilies van militairen beroep doen op de Sociale Dienst.

La proportion elevee d'enquêtes dans la regIon française du pays s' explique par le fait que c'est principalement dans les régions fortement tndustrlalisées que les familles de militaires font appel au Service Social.

2. ~ Behalve in spoedqevallen voor welke onmtddellijke tussenkomst voorzten Is, Is de normale tijdspanne voor tussenkomst van de Sociale Dienst 2 tot 3 weken, normale en materieel noodzakeltjke tijdspanne om de verschlllende formaliteiten te vervullen. Een werkehjke sociale acne eist een rechtstreeks contact met àe belanqhebbende familles, wat verwezenlijkt wordt door het bezoek van een sociale assistente. Dit sluit de verbinding niet ult met de lokale overheden om nlet alleen alle nodige mlichtinqen in te winnen, maar eveneens alle mogelijke samenwerking voor de sociale actie tot stand te brenqen.

2. Sauf dans les cas d'urgence pour lesquels des interventions immediates sont prevues, le delai 'normal des interventions du Service Social est de 2 à 3 semaines, temps normalement et matériellement nécessaire pour effectuer les différentes formalités. Une véritable action sociale exige le contact direct avec les familles intéressées, réalise par la visite d'une assistante sociale. Ceci n'exclut pas la liaison avec les autorttés locales visant à obtenir non seulement tous renseignements utiles, mais également toute Ia collaboration possible pour l'action sociale.

C) All~lei.

C) Divers.

QUESTION:

VRAAG:

Een persartrkel verscheen in La Libre Belgique onder de handtekening van 'Chevalier Willy Coppens de Houthulst. Het was getiteld « La Révolte des A"changes ». Ik zou de mening van de heer :Minister hieromtrent wen~en te kermen.

RÉPONSE

ANTWOORD:

Het artïkel « La Révolte des Archanges », op de pers verschenen, strookt niet met de waarheid.

Un article a été publiê dans La Libre Befgique sous la signature du Chevalier Willy Coppens de Houthulst. Il etait intitulé « La Révolte des Archanges », . Je désirerais connaître l' opinion de Monsieur le Ministre quant à la teneur de cet arttcle ?

12 [anuart

1954 in

L'article- intitulé « La Révolte des Archang'es s- paru dans la presse du 12 janvier 1954 ne reflète pas l'expression de la vérité.

[ 13 ]

331

Enerzijds dient opqernerkt dat dit artlkel gewag rnaakt van een brlef door zckere onderolftcteren vlteqcrs aan de Mintster van Landsverdcdtqtnq gericht. De tckst van dit artlkcl laat veronderstellen clat het om een oHicwIe brtef gillg, dan wunneer hct tn werkeltjkhcld een naamloze brief betreft, die mi] trouwens op 14 [anuarl 1954 tocqezonden werd, hetzl] 2 daqcn na het verschijnen van het arttkel. LI begrijpt welllcht dat Ik zulke brtcf niet in aanmerktnq kan ncmen. Anderzljds, onder de tltel « La conception du Ministre :P, herncemt hct artikel ulttreksels van het antwoord dat ik gegeven heb op de parlementaire vraag n' 8 van 25 Novernber 1953 van de heer Volksvertcqenwoordtqer Vanden Boeynants, Om de zakcn op te heldercn, kan ik ruet bcter doen dan hier het door mij gegeven antwoord te herncmen. li zult opmcrken dat de tckst van het antwoord in het persartlkel vermlnkt werd

Il est à remarquer d'une part, que cet article parle en son debut d'une lettre adressée pa,' certatns sous-officiers aviateurs au Ministre de la Defense Nationale. Le texte laisse supposer qu'il s'agit d'une lettre officielle alors qu'en réalité il s'agit d'une lettre anonyme qui me fut d'ailleurs envoyée le 14 Janvier '1954, soit deux jours après la publication de l'article. Vous comprendrez aisément que je ne puis m'arrêter à une lettre de cette nature. D'autre part. sous le titre ot La conception du Ministre », l'article reprend des extraits d'une réponse que j'al fournie à la question parlementaire n" 8 de 'M, Ie Représentant Vanden Boeynants du 2'l novembre 1953. Afin de remettre les choses au point, je ne puis mieux Ialre que de reprodutrc ici la réponse que j'ai Iournie. Vous constaterez que le tex te de la réponse a été tronq ué clans l'article de presse ,

« De Luchtmacht bestaat bijna uitsluitend ult qevechtsescadrtllea. met interceptlejaqcrs en bombnrderinqs-jnqers, hetqeen de aanwezigheid van jonge pilotcn vergt, vol geestdrift en gezondheid. Zij moet dan ook hun vernleuwlnq voorzten in een beperkte tijdspanne.

« La Force Aérienne se compose presque exclusivement d'escadrllles de combat comprenant des chasseurs d'interception et des chasseurs bombardiers, ce qui implique la présence de pilotes jeunes. pleins d'allant et de santé. Il lui faut en conséquence prévoir leur renouvellement dans un temps limité. :1>. Lorsque dans un avenir prochain la Force Aérienne aura rëahsë son programme d' expansion, elle pourra libérer des pilotes officiers auxiliaires et sous-offtcters au profit de notre aviation commerciale. s- L'organisation de la Force Aérienne prévoit pour son personnel de carrière des officiers et des sous-officiers pilotes. comme cela existe d'ailleurs dans tous les pays d'Europe. y compris la GrandeBretaqne. »Fanni Ces officters pilotes, les sous-Lteutenants auxiliaires appartiennent il une catégorie de personnel essentiellement temporaire. Ils servent pendant une période limitée (5 ans) et après ce terme ils sont démobilisés et versés il la reserve. Les sous-officiers pilotes au contraire, peuvent effectuer une carrière complète à la Force Aérienne. » Par ailleurs. il est possible, tant aux officiers auxiliaires qu'aux sous-offlcrers, d'entrer dans le cadre des officiers de l'active moyennant la réussite des épreuves légalement prévues. La Force Aérienne encourage les sous-officiers pilotes dans cette voie ct met à leur disposition les aides didactiques nécessaires pour leur permettre le niveau d'études requis. » Il est difficile de faire un parallèle entre les Forces Aériennes belge et américaine. 'en ce qui concerne les grades des pilotes. :I> Les candidats sous-officiers pilotes belges ne doivent présenter comme niveau de formation au moment de leur entrée au service, que les matières de renseignement moyen du degré inférieur.

» Wanneer binnenkort de Luchtmacht haar uitbreldlnqsproqratuma zal verwezcnltjkt hebben, zal zi] piloten, hulpofficieren en ondcr-ofhctercn kunnen vrijrnaken ten voordele van onze handelsluchtvloot, :p De orqanlsntie van de Luchtrnacht voorzret voor haar beroepspersoneelofficieren en onderofftclercn-piloten, zoals dit trouwcns in alle landen van Europa het geval is, inbeqrepen in Groot-Brlttannlê. j> Tussen deze offtcieren-piloten behoren de hulponderluttenanten tot ceri esscntieel tijdelijkecategorie van personcel. Zij dienen gedurende een beperkte periode (5 jaar); daarna worden z i] gedemobiliseerd en bij de reserve ingelijfd. De onderofficreren-ptloren daarenteqen kunncn > ecn vollediqe loopbaan bi] de Luchtmacht volbrenqen.

» Ten andere bestaat de mogelijkheid, zowel voor de hulpofficleren als voor de onderofflcteren, tot het kader der actreve offtcteren toc te treden, door het slagen in de wettelijk voorziene proeven. De Luchtmacht spcort de onderofficieren- piloten aan om dit te doen en stelt de nodiqe didactische hulp te hunner beschikkinq om 'het vereiste studieniveau te verkrijqen. » Het is moeilijk een vergdijking te maken tussen de Belgische en Amenkaanse Luchtmachten, wat de graden van de piloten betreft. ~ De Belgische kandldaten onderofficieren-piloten moeten slechts op het oqenbhk van hun dienstneminq een studlentveau hebben, overeenstemmend md de stof van het Middelbaar Ouderwijs van de laqere graad. » In de Vereniqde Staten, inteqendeel, is het intellectueel niveau voor de aanvaarding van leerhnqen-piloten hoqer dan onze volledlqe humaniora. ," Bovendien worden in de Vereniqde Staten van Amerika de gebreveteerde piloten lot onderluitenantin de reserve benoemd cu zij volbrengen een actieve dienstterml]n, waarna zij tot het burqerleven teruqkeren. Een klein gedeelte van deze piloten wordt tot het actief leger toeqe laten. » De hijzondere schikkinqen die in België getroffen worden len opzêchte van de hulponderluëtenanteu zouden in zekere mate kunnen verqeleken wordcn met het Amerikaans svsteern, maar de basis-voorwaarden verschillen en het is onmoqelljk, in België. de aanwervinq van leer linqen-piloten te be perken tot de jonqelinqen die een universitaire graad bezttten, zoals 'dat het qeval is in de 'Vereniqde Staten. » Tenslotte dtent opgemerkt dar de Ioopbaan van de onderofflcteren-piloot niet zo nadelig is ais men wt] doen ultschijnen, vermits i,t die categorie de belanqhebbenden normaal de graden van Adjudant en Adjudant l't. klasse bekomen. respectievelljk onqeveer 5 en 10 jaar na het bekomen van de graad van serqeant: een onderofftcter van de Landmacht of van het niet-varend personeel van de Luchtmacht, daarenteqen, wordt tot Adjudant benoernd 15 of 20 jaar na het bekomen van de graad van 'Serqeant, en tot Adjudant l''' klasse, na 25 of 30 jaar. » De vorminq tot piloot is dezelfde voor de olficieren als voor de onderofficieren, ", Nochtans, in een escadrille reeds, zijn de Iunctles verschillend, en de officlercn moeren een hoqere tactlsche opleiding krijgen dan de onderofftctcren, :;. Het sterne niet overeen met de werkeltjkheid, dat een 'hulponderluitenant-pilcot een onderofficler-piloot als monitor heeft, ve,mits in dat geval de graad van onderluitenant slechts toegekend wordt nadat de kandidaat zijn brevet van piloot verkregen heeft. » Ten andere. deze kwestie van opleiding tot het sturen is onafhankelijk van de graad. want de onderluitenant van het actief. die uit de Koninklijke Militaire School komt en de Luchtmacht vervoegt als leerling-piloot. zou insgelijks een onderofficier-piloot als monito, kunnen hebben, en nochtans, hier betreft het een leerling die reeds officier is te definitieve titel. . » Tenslotte. warlOœr een onderluitenant. van categorie, in een escadrille komt na zijn training

om het even welke in de scholen, moet

:l> Alix Etats-Unis au contraire, le niveau intellectuel de base pour J'admission des élèves-pilotes se situe au-dessus de notre programme: d'humanitês complètes, » De plus. ",ux U.S.A. tes pilotes brevetés sont nommés SOliS-Lieutenants dans la réserve et accomplissent un terme de service actif il la fin duquel ils sont rendus il la vie civile. Une minime proportion de ces pilotes est admise il passer il l'active. :I> Les dispositions spéciales prises en Belgique pour les SOllSLieutenants auxiliaires pourraient dans une certaine mesure se comparer au systeme américain, mais les conditions de base sont différentes et il s'avère impossible en Belgique de limiter le recrutement des élèves-pilotes à des jeunes gens ayant un grade untvcrsitalre. comme c'est le cas aux Etats-Unis. Il convient de remarquer erifin que la carrière du sous-officier pilote n'est pas si désavantageuse que l'on veuille le faire paraître. puisque dans cette catégorie les intéressés atteiqnent normalement le grade d'Adjudant et d'Adjudant de l '" classe. respectivement après 5 et 10 ans environ de grade de Sergent. alors qu'un sous-officier de la Force Terrestre ou du personnel non-navigant de la Force Aérienne est nomme après 15 ou 20 ans de grade de Sergent et Adjudant de l'~ classe après 25 ou 30 ans.

» La formation de pilotes est identique pour les officiers ct k-s sous-officiers. »Cependant, en escadrille déjà les fonctions sont différentes et les. officiers doivent acquérir une formation tactique plus poussé que les sous-officiers. Il n' est pas réel qu'un pilote sous-Lieutenant auxiliaire ait pour mOlliteur un pilote sous-offiCier. attendll que dans ce cas le grade de sous-Lieutenant n'est octroyé que lorsque le candidat a obtenu son brevet de pilote. :i> Par ailleurs. cette question d'instruction au pilotage est indépendilnte du grade. car le sous-Lieurenant actif sortant de rE,ole Royale- Militaire et entrant à la Force Aérienne comme éléve-pilote pomrait également avoir comme moniteur un sous~off[cier pilote et cependant. là il s'agit d' un élève qui est déjà officier il titre définitif. »Enfin, lorsqu'un sous-Lieutenant. sJe quelle catégorie arrive dans une escadrille après son entrainement dans

qu'il .soit. les écoles,

[ 44 ]

331 hi] el' zijn wcrkelijke natuurlijk, dat plloten dienen. "

gevechtsleertijd beqinnen, en .het is dus heel met meer ondervindlnq dan hl] hem tot qids

il doit y commencer son aprèntlssaqe réel du combat ct il est donc tout nature! que des pilotes plus expérimentes lui servent de gLLlde. »

QUESTlON

VRAAG:

Zou de heer Mlnlster mij kunnen zeggen of men aan de jonqe plloten beloofde, bij hun dienstnernlnq, de voordelen toe te kennen die opgeiHst werden in het persartikel dat in La Libre Bêlglqlle vcrscheen onder de handtekening van Chevalier Willy Coppens de Houthulst en qetlteld « La Révolte des Archanqcs 't.?

M. le Ministre

pourrait-il

:

Ille dire si, lors de leur engagement.

il a

été promis aux jeunes pilotes, de leur accorder les avantaqes reveudiquës dans l'article publié dans LOl Libre Belgique par le chevalier Willy Coppens Archange s "' ?

de

Houthulst.

sous

le

tltrc

«

La

Révolte

des

RÉPONS!! ,

ANTWOORD:

De wet van 3 April 1948 op de stand en bevordertnq van de offlcteren van de Luchtmacht (gewijzigd door de wet van 11 Juni 1951) bepaalt In haar artlkel 32 :

La toi du 3 avril de la force aérienne son article 32 :

« De candtdaten-hulpofftcteren worden aangeworven onder de jougelingen die hun hoqere mtddelbare studiën met welslaçen beëtndtqd hebben of die in de proeven, van gelijke waarde, door de Kontnq bepaald, geslaagd zijn. s-.

« Les candidats officiers auxllaires sont recrutés parmi les. jeunes gens qui ont terminé avec succès les études moyennes du deqré supérieur ou qui ont réussi des épreuves de valeur équivalente. fixées par le Roi. »

Het Konînklijk werd (Koninklijk kel 1. 4·;

L'arrêté royal. pris en exécution 16 avril 1952) stipule en son article

beslutt beslutt

dat in uitvoering van deze van 16 April 1952) bepaalt

wet qeuomcn in zijn arti-

«. 1° » 2· » 3"

,~ 'I" voldoen

aan de volqende

leeftiids-en

studleverelsten

:

« ln » 2° :? 3" ~ 1" remplir

1948 SlU' la position ct l'avancement des. officiers (modifiée par la loi du 14 juin 1951) stipule en

les conditions

d'âgé

de cette l '", 4";

et d'études

loi

(arrêté

royal

du

suivantes:

:il a) voor de candidaten van het varend personeel ; bouder zijn van een getuigschrift of diploma luidens hetwelk de candidaat de hoqere middelbare studtën met qoed gevolg geëindigd heeft en niet ouder zijn dan 24 jaar; »b) .. , »

Ol> a) pour les candidats du. personnel navigant: être porteur d'un certificat Ou diplôme attestant que le candidat a terminé avec succès les études moyennes du degré supérieur et ne pas avoir dépasse l'âge b) ,.. ».

De jonge candidaat-piloten, die nlet aan deze wettelijke en reglementaire voorwaarden voldoen, weten heel qoed, op het ogenblik van hun dîenstneminq, dat zij geen hulpofftcter kunnen worden. . Bij hun aanwerving krijqen zi] een brochure. die de voorwaarden opsomt am het~ij onderofftcter-vlteger, hetzt] hulpofftcter-vlleqer te worden. Het staat hun dus vrij, op dat ogenblik. de dtenstverbtntenls te aanvaarden of te weiqeren, naargelang de voorwaarden, voor de aangeboden Ioopbaan, hun aanstaan of niet. Er werd bovendien nooit overwoqen een voorlopige titel van «. aspirant » te scheppen, de wet zeqt hieromtrent trouwens nîets.

Les jeunes candidats pilotes qui remplissent ces condtnons légales et réglementaires savent très bien, au moment de leur enqaqement, qu'ils ne peuvent pas devenir officier auxiliaire. Au moment de leur engagement, ils reçoivent une brochure qui ênumêre les conditions requises pour devenir sous-officier aviateur ou auxiliaire aviateur. Il leur est donc loisible, à cc moment. d'accepter ou de refuser l'engagement de service, selon que les conditions de la carrière offerte leur plaisent ou non. Au surplus, il n'a jamais été envisagé de créer le titre provisoire d'« aspirant ». D'ailleurs. la loi ne dit rien â cc sujet.

VRAAG;

Zou de heer Minister het standpunt nen bepalen wat berrefr de cadetten

QUESTION;

van het Departement nader kuncandidaat militaire- geneesheren?

Monsieur le Ministre pourrait-il préciser la position ment en ce qui concerne les cadets csndidoi« médecins

ANTWOORD:

du Départemilitaires 7

RÉPONSE:

t. - De leerlinqen van de Koninklijke Cadettenschool die met vrucht de Gneks-Lanjnse of Latijns-Wiskundige humantora beëmdigen en die lot de rang van. onderluuenant-qeneesheren wensen toe te treden, worden in onderhoud geplaats in een eenheid om de CUl"cussen te volqen van een universlteit naar keuze,

1. - Les élèves de l'Ecole Royale des Cadets qui terminent avec fruit les humanités gréco-latines ou latines-mathématiques et qui désirent accéder au grade de sous-Lieutenant médecin sont placés en subsistance dans une unité pour suivre les cours d'une universlté de: leur choix.

2, lijke en om zich tot de bieden.

2, ~ Ils s'inscrivent en prermere candidature en sciences naturelles ct médicales et s'engagent à -se présenter ail concours d'admission à l'Ecole d'Officiers du Service de Santé â l'issue de cette année d'études.

Ze schrijven zich in voor de eerste candidatuur in natuurgeneeskundige wetenschappen en gaan de verbintenis aan, op het einde van dit studiejaar voor de toelatfnqswedstrild School voor officieren van de Gezondheidsdienst aan te

3. ~ De cadetten die in de elndexamens van het eerste jaar aan de unlversiteit niet slagen, alsook deqenen die zich tijdens de toelatingswedstrijd tot de School voor offlcieren van de Gezondheidsdienst niet in een gunstige orde ranqschikken, hebben de keuze tusson de volqende oplossinqen :

3. - Les cadets qui ne réussissent 'pas .Ies examens de fin de première année à l'université, ainsi que" ceux qui ne se classent pas en ordre utile au concours d'admission à J'Ecole d'Officiers du Service de Santé ont le choix: entre les solutions suivantes ;

a) Onder de wapens yehouden iuorden in hoedaniçheid vrijwilligers' of in oerio] sonder soldi], VOOr een duut gestuurd urocden,

a) Etre maintenus sous les armes en qualité de oolonieire carrière ou être envo.yés en conat sans solde pour une durée un an.

De candidaten

die

één dezer oplossinqen

verklezen,

van beroepsëën jeer.

!lan

kunnen ;

Les candidats

qui optent

pour une de ces solutions

peuvent

de de

331

[ 45 ]

I) Zich opuleuw aanbicdcn Vaal' de toelatinqswcclstrlld tot de School vcor offtcicrcu van de Gczondheidsdicnst, het jaar volqeud op datgene \)edurende hctwelk ze niet werdcn nanqcnouien in de scheel.

1) S~ représenter au concours d'admission fi l'Ecole d'Officiers du Servtcc de Santé, l'année qui suit celle au cours de laquelle Ils n'ont pas été admis dans cette école,

2) Zich aaublcdc n voor de toclattnqswcdstrljd 'lot de Konlnklljke Militaire School of voor de Ietterkundiqe en wetenschappeltlke procven vaal' cie wervinq del' olficiercn van hct acttef kadcr lanqs het kadcr 01\1,

2) sc présenter au concours d'admission il. l'Eeo[e Royale Mili· taire ou aux épreuves littéraire et sctentlftque du .recruternent des officiers d'active par la voie du cadre.

b) De

hun dicnstucrbintcnis vragen cn teruq uiorden Of/! iwn hun ocrpiichiùujen ectteve dienst nls dienstplichtige tc voldocn, oP:CUyiflY

tueroinpsrcscrvc

(lW!

ge-l>oegd

bij de inzake

ol: ~ De moqc-lijkhe.d om cen zekcr aantal plaatsen nan de school voor Olftctcrcu van de Gozondhcidsdtensf pcr prioriteit aan cie wwezen cadettcn voor tc' bchouden werd bestudcerd. Het ts nochtans gebleken dat het niet paste een derqelljkc procedure tee te passen, rokcnlnq qehouden met het Ieit dat het aantal cadettcn (burqcrs en cadetten) veel hoger is dan het aantal bcschikbare plaatsen in deze school, cu dat dlenvolqcns de selectle normaal moet kunncn qeschteden.

4. -

Ln possibllité

!'E.o,S.S., pal' prtortté,

et éÎ

de réserver un certain nombre aux ex-cadets a ëtë étudtëe.

Ure: reversé

leurs de

obliga· places

il

Toutefois li est apparu qu'il n'ëtatt pas Indiqué d'appllquer une telle procédure. compte tenu du fnit que le nombre de candidats (civils et cadets) est trés supérieur au nombre des places disponibles dans cette école. et que dès lors la sélection doit pouvoir s'opérer normalement,

QUESTION:

VRAAG;

Toen ik in 1953 de vraaq stelde hoevcr het stond met het statuut der militaire zickenoerplceqsters, werd cr mi] qeantwoord dat dit statuut ter studie lag. Graag vernam ik hocvcr het thans gevorderd is, ANI'WOORD

b) De-mander ln résiliation cie leur engagement duns la résewe de recrutement en vue de satisfaire tions cie service actif comme milicien.

;

Lorsqu'en 1953 je me suis préoccupé de savoir ott en était le statut des infirmières militaires. il me fut répondu que ce statut était il. l'étude. It m'intéresserait de savoir où en est ce statut à l'heure actuelle. RÉPONSE;

Bij het departement zijn er vooralsnog af leen burgerl,jke vcrpleeqsters. Zij zijn onderworpen aan verschillende statuten, naargelang het vastbenoernden, stagiaires. tijddijken of lcdcn van het aanvullinqspersoncel zijn ;

Il n'existe actuellement au département que des inlil'Juières civiles. Celles-ci sont soumises à des statuts différents suivant qu'elles sont permanentes ou staqlalres, temporaires, ou encore complémentaires :

- De vastbenoernde en de staqedoende verpleeqsters vallen onder toepnssing van het statuut van het Rijkspersoneel dd. 2 October 1937; - De lijdelijh' verpleeqsters zijn onderworpen aan het statuut van hct tijdelijk personeel van 30 April 1947; - De verpleeqsters, die lot het aanvulhnqspcrsoneel behoren, vallen onder toepassing van hel statuut vastqesteld bij het Koninklijk bcshut van 24 Dccember 1951. waarbt] de Minister van Landsverdedlqinq er toe gemachtigd werd aanvullinqspersoncel aan te werven.

- Les inlirmiéres permanentes et stagiaires sont regies par le statut des agents de l'Etat du 2 octobre 1937; - Les inftrmlères temporaires sont régles par le statut des agents temporaires du 30 avril 1947; - Les infirmières complémentaires sont régies par le statut fixé par l'Arrêté Royal du 24 décembre 1951 autorisant le :Ministre de la Défense Nationale à engager du personnel de complément.

Anderdeels ligt cr thans een ontwerp van statuut ter studie, tot regding van de toestand van de bijkomende verpleeçsters, die in oorlogstijd dienen aanqeworven. Bt] qebrek aan een eigen statuut, zouden laetstbedoelden opgeëist worden krachtens de wet van 12 Met 1927 op de rntlitaire opeisinqen, doch zij zouden in allen gevalle- dce l uitmaken van het burgerlijk personeel en de hoedanlqhetd van militair niet kunnen bezîtten, doordat de vigerende dlenstpllchtwet zulks nier gedoogt, « 'Militaire verpleegsters» is ccn onjuste benaming; alleen de terrnen « verplceqsters bi] de milltaire hospitalcn » blijken gepast.

D'autre part, un projet de statut destiné à rëqler- le sort des infirmières de renfort à recruter en temps cie gtrerre, est à t'étude en cc moment, En l'absence d'un statut propre, c•.s dernières seraient réquisitionnées en vertu de la loi sur les réquisitions militaires dIL 12 mai 1927. mais de toute Iaçon les intéreSsées feraient partie du personnel civil et ne pourraient avoir la qualité de militaire •. la loi de milice en viglleur ne le permettant pas, C'est improprement que le terme «: Infirmières militaires » est utilisé. alors que la dénomination «: Infirmières des hôpitaux: militaires » serail seule adéquate.

VRAAG De bevordering der onderofflcleren-specialisten is het voorwerp van vele klachten. Vele ondeêofficieren beklagen het zich. dat zt] zich in dit kader hebben laten inlijven, Het thans geldend stelsel bevredlqt hen nter inzake bevorderinq tot keuronderofftcier. Vele serqeanten voldoen aan de drie gestelde militaire voorwaarden om bevorderd te wordcn. Zi] z ijn geslaagd in de militaire proeven, doch kunnen niet bevorderd worden omdat zij niet in het bezit zijn van het bckwaanrheldsbrevet klas II. Vclen zijn daardoor ver achterwege in bevorderinq, verçeleken bij hun makkers niet-speciallsten in de regimenten. Zo zijrr cr ook keuronderofftcteren oud-qebreveteerde onderrtchtcrs van vöör 1940. die in de veldtocht 1910 eervol de 'taak van dd. Adjudanl hebben volbracht, die nu nict tot· Adjudant kunnen benocmd worden. alhoe wel in nuttige orde scdert 26 Dccember [953, omdat eerst het brevet klas I moet verworven worden. Zt] beweren dat de- kleine prernie-toclaqe die zc onlvangen in deverste verte- hun achterstand in bevordering niel vergoedt. Zij beklaqen er zich ovcr als minderwaardig aanqezlen te worden teqenover de

QUESTION:

L'avancement des sous-officiers spécialistes fait J'objet de plaintes nombreuses. De nombreux sous-offtciers se plaignent de s'être laissé incorporer dans le cadre des spécialistes. Le régime actuellement •.il vigueur du point de vue avancement des sous-officiers d'élite ne les salis fait pas, Beaucoup de: sergents satisfont aux trois conditions militaires exi-' gées pour être promus. Ils ont réussi les épreuves militaires mais ne peuvent être promus parce qu'Ils ne détiennent pas le brevet de capacité de classe II. Beaucoup sont, de ce fait, retardés dans leur avancement par rapport à leurs collègues non spécialistes qui .>1' trouvent dans les régiment. C'est ainsi qu'il existe également des sous-officiees d'élite, brevetés instructeurs d'avant 19'10. qui ont honorablement accompli Ieur tâche d'adjudant « faisant fonctions » pendant la campagne de 1940 et qui ne peuvent être actuellement promus au grade d'adjudant, quoiqu'en ordre u~ile depuis le 26 décembre 1953, parce qu'ils dotvent d' abord acquérir le brevet de classe I. . lis prétendent que la p e tite allocation qu'ils perçoivent oc compense nullement leur retard dans l'avancement. Ils' se plaiqnent d'être moins considérés que tes instructeurs ct de devolr saluer des plus jeunes

[ 46 ]

331 ouderrtchters,

en

te moeren

groeten

voor

[onqeren,

hoqer

In graad

weqens een sneller bevorderlnqsstclscl. Kan

("1"

teqemoet

qekomen worden

aan deze gegronde

klachten ?

qu'eux, plus élevés plus rapide. Peut-on examiner

en grade

parce

ave-c bienveillance

De bevordering der onderofflcler en specialisten behorende tot het Korps der beroepsonderofftcteren, is qereqeld door hot Statuut der Onderofflcleren (Wet van 27 Juli 1934, gewijzigd bij de wetten van 11 April 1936 en 12 Februart 1951).

del' bevordertuq

qeven nauwkeurtq

op dat, om

toegang te hebben tot de qraad van l·t. serqeant, men houdcr moet zijn van hct beroepsbrevet 'klasse II, en om toeqanq te hebben tot de graad van adjudant men houder moet zijn van het beroepsbrevet klasse I. Dit stelsel is gezond orndat het van de speciallst de beroepsbekwaarnheld vergt die overeenstemt met de Iuncttes die hij zal moeren waarnemen. Al de onderofftcteren spectalisten zijn vrijwilllq tot dit kader toeqetreden en waren er dus nlet onwetend van dat zij aan die beroepsproeven onderworpen waren. Bovendien Is het nlet [ulst te bcweren dat de bevorderlnq de-r specialisten minder vluq Is dan deze van de onderofficieren onderrtchters. Deze toestand .doet ztch slechts voor ill eukele speciahtelten in wclke er geen vacante betrekkinqen meer zijn en voor enkele speclallsten die zlch nlet in reqel stelden met de bevordering. De laatsten, dte ten andere in de mtnderheld zljn, moeten de qevolqen dragen van hun nalatigheid. Ten slotte is het werk van het Departement een redelijk evenwicht te behouden in de bevordennq. zowcl voor de onderofftcreren specialisten als voor de onderofhcteren nlet specialisten,

VRAAG

Ce système est sain parce qu'Il exige du spêclallste les connaissances professionnelles correspondant aux fonctions qu'tl est appelé ft occuper. Tous les sous-officiers specialistes sont entrés volontair-ement dans ce cadre et n'Ignoraient donc pas qu'ils étalent astreints ces épreuves professionnelles pour garantir leur avancement. En outre. il n'est pas exact d'affirme-r que l'avancement des spëclallstes est moins rapide que l'avancement de sous-offtcters instructeurs. Cette situation ne se présente que dans quelques spécialités où n'existe plus d'emploi vacants et pour quelques spécialistes qui ne se sont pas mis en règle d'avancement. Ces derniers, en minorité d'atl. leurs, doivent supporter -Ies conséquences de leur nég Hgence. à

Enfin le souci du Département est de rnalntcnir un équilibre ralsonnable dans l'avancement tant pour les sous-officiers spéclalistes que pour les sous-officiers non spécialiste-s

QUESTION:

Je ne saurais assez insister sur les critiques qu'on entend de tous côtés quant à l'utilisation des voitures et du cheeeoi, Je ne parle pas du charroi utilisé pour chercher ou ramener le personnel vers les bases d'aviation ou les casernes éloignées, bien que des ordres devraient être donnés pour éviter la vitesse abusive. Mais trop de voitures circulent non pour le service propre. Etait-on certain des .connaissances sltffisantes des chauffeurs tant au point de vue du matériel utilisé que des règles de la circulation ?

ANTWOORI>

RËPONSE :

1.-

Ouerdreoen snellteid,

a) De maxïma-snelheden die door de militaire voertuigen niet mogen overschreden worden, zijn door de « Admtnistratieve Onderrichtingen over het qebruik van Autovot:rtuigen »bepaald. Ze

zijn uiterst

gematigd;

bljvoorbeéld

:

bovenvermelde

Onderrichtingen

Vitesse abusive.

a) Les vitesses maximum qui ne pe-uvent être dépassées par des véhicules mllitaires :sont déterminée-s par r « Instruction administrative sur l'utilisation du charroi automobile ». Elles sont des plus modérées.

75 km/u. 55 km/u. 50 km/u. 30 km/u.

Reizigersvoeduigen en jeeps Kleine vrachtwagen _ . Wagen van 3 T en minder- . Wagen over de 3 T ...

b) Volgens

fondées ?

L'avancement des sous-offtcters, spéclaltstes appartenant au Corps des sous-officiers de cardère- est rég lé par le statut des sous-offlciers (Loi du 27 juillet 1934. modthée par les lois du li avril [936 ct 12 février 1951) .. Les règles d'avancement précisent notamment que pour accéder élu grande. de I'" sergent. il fautétre détenteur du brevet profèsslonnel de classe II et que pour accéder au grnde d'adjudant, il lnut être détenteur du brevet professionnel de classe I.

~

Ik kan nlet genoeg aandrinqen op de kritieken die men allerzijde hoort over het ge-bruik van aI/to's en llutovoertuigcll. Ik spreek niet over de voertutqen gebruikt om hce personeel af te halen en terug te voeren naar de vlieqpleinen of de ver afqeleqen kazernen,alhoewel er orders zouden moeten qeqeven worden 001 de overdreven snelheid te verrnijden, Maar te veel autos rijden voor de werkelijke dienst met, Was men zeker van de .voldoende kennis der voerders op gebied van ge-bruik materieel en verkeersreqlernenten 1

L _

ces plaintes

d'lin avancement

RÛPONSIl

ANTWOORD:

De vocrschrtften

que bénéficiant

Voitures-voyaqeurs et jeeps Camionnettes _ Camions 3 T ou moins Camions de. plus de 3 T

:

b) Aux

« - ne gebruikers van voertuêqen (officier, oudste in graad aan boord of gegradueerae beqeleider] hebben als strtkte plicht, de voerders te wijzen op het in 'acht nemen van de toeqelaten maximum snelheid, De snelheidsbeperkinqen moeren verminderd worden in de mate welke de voorzichtigheid 'vereist, namelijk : » -

In geval van motreqen,

» -

Wannecr

de gevolgde- wegen in slechte staat

» -

Wanneer

de slijtage

Par exemple

rekkende nevel, ijzel, rnist, sneeuw, enz.

termes de J'Instruction

_

: _ . . . .

75 Km/H 55 Km/H 50 Km/ri

JO Km/H

précitée:

« Les utllisateurs de véhicules (plus ancien officier à bord, gradé convoyeur) ont le devoir strict, si besoin en est, de rappeler les chauffeurs au respect des vitesses maximum autorisées. Les limites de vite-sse doivent être réduites dans toute la mesure e-xig~e par la prudence. notamment:

is. »

» - En cas de pluie fine, brume traïnante, verglas, brouillard, neige. etc., , » - Lorsque des routes parcourues sont en mauvais état ou encombrées, » - Quand l'usure de la bande- de roulement des enveloppes est prononcée. ~

c) Contrôle : (Oe patroullles der baan-contrôle van de Mllitalre Politie en van de Rijkswacht waken over het in acht nemen der hierbovenverrnelde maatreqelen. De verslaqen door deze patrouilles opge-steld worden altijd onderzocht en strenge sanctles getroffen indien misbruiken worden vastqesteld,

c) Contrôle: Les patrouilles de contrôle routier de la Police M,litaire et de la Gendarmerie veillent au respect des mesures reprises ci-dessus. Les rapports établis par ces patrouilles sont toujours examinés et des sanctions sévères sont prises lorsque des culpabilités sont démontrées.

2. -

of versperd

van het rijvlak der banden

zijn.

ver gevorderd

Misbruik van outovoertuiçen.

Ulterst strenqe maatreqelen werden getroffen autovoertulqen af te schaffen:

2. ten einde misbruîk van

Lltiîisetion

abusive du charroi.

Des mesures très strictes ont été prises satlons absutves du charroi;

afin de supprimer

les utili.

331

[ '17 ]

de contrôle door de M. P. en de Rijkswacht is dcorlopend, de overstcn van alle rang der hiërarchte, hcbben lot opdracht aan de betcuqelinq der misbruiken mede te werken, tucht- en getdmaatregelen wordcn opqeleqd. Al deze maarreqelcn hebben posltleve uitslaqen opqeleverd, maar hct is moqclijk dat alle mlsbruiken nog niet nan het daglicht qcbracht werden. DesbctrcHeudc. ZOLl het wensclijk zijn elat de mlsbrulkcn waarvun ell.' heer Volksvcrteqenwoordlqer spreekt, nauwkeurlq zoudeu 'bepaald wordcn tcn etude sanctics te kunnen trcffcn. 3. -

Kcnnis

le contrôle par la M. P. et la Gendarmerie est permanent" les ch~f~ les échelons de la hiérarchie ont POUl' missions de collaborer a la répression des abus. des sanctions disciplinaires et pécuniaires sont prises. Toutes ces mesures ont porté des ft'ult~ certains mais il e'st possible que tous les cas d'emploi abusif n'aient pas encore été dépistés. . ti tous

A cc sujet il serait souhaitable quelles Monsieur le Représentant d'en permettre la répression.

abuslves précisées

auxafin

I - COf1llllisSlIllces des chauffeurs.

der voerders.

a) De qeëtste Iormalltettcn brevet zijn de volqcndc :

voor

hct

bekomcn

van

hot

voerders-

a) Les

formallté)~

requis~s.

PO~ll' l'obtention

d'un

brevet

sont

les

sutvantcs

(i) Prakttscho en thcorctlschc auto-opletdiuq. schonuuclcud van één tot cwce maandcn (u) Examen voor voerder, algelegel voor e'.'n4'commlssle bestaande uit één hoofdofftcter. ëén of twee laqerc offlciercn auto-opleiders. en ëën keurouderofflc ier auto-oplcldcr. (iii) Hot examen voor voerdcrs test de kandtdatcn als volgt :

a) Praknsche test van autostureu: b] Thcoretische test van de- weqcodc: c) Theoretische en praküsche test over tuiqen: €I) Thcorettsche test over auto-techntek,

het onderhouden

(i) Instruction automobile pratique et théorique d'une durée variant dECun il deux mois, (ii) Examen de chauffeur passé devant une commission comprenant un officie.' supérieur, un ou deux officiers subalternes, ïnstructems auto ct un sous-officier d'élite Instructeur auto, (iii) L'examen de chauffeur teste les candidats comme suit

der voer-

Opmerking : Een uitsl u itingsquota van 50
8) Test b) Test c} Test

pratique théorique théorique

de conduite auto; SUl' le code de la route; et pratique sur l'entretien

d) Test

théorique

SUI'

verwezenlükt bouwwerken, veroorzaken, die aanztenlijk

la technique

auto.

Qllf.STtON

opqevat blijken.

volgens

Zo werd de kazerne te Amay, die- trouwens uitstekende logementsvoorwaarden biedt, opqertcht naar net ste lsel van afzonderlijke blokken zondcr verdiepinq, waarbi] elk blok een eenheld vormt. Is zulke constructie niet te kostelijk? Zou de heer 'Minister rnij de kostprijs der kazerne te Amay kunnen mededelen. Anderzijds werd cen aanvanq qemaakt met de bouw van kazcrneringen van de G. T. A. en mobilisattcdepots. Wdke aard van materialen worden voor deze bouwwerken qebeztqd ? Houdt men zlch aan de klassieke en duurzame materlalen en neemt men zijn toevlucht tot moderne geprefabriceerde bouwmaterialen ? Het zou nuttiq zijn te beschtkken over verqelijkende prêjzen tussen het qebruik van elk dezer mater-inlen,

:,

La Défense Nationale réalise des constructions qui sont conçues suivant des principes qui 'entraînent des dépenses qui paraissent constdérables. è'est ainsi que la caserne d'Amay qui, par ailleurs, offre d'excellentes conditions de logement, a été construite suivant le système des blocs séparés sans étage, chaque bloc constituant une unité. Pareil genre de construction n'est-il pas trop coûteux ? Monsieur le Ministre pourrait-il faire connaître le coût de la case me d'Amay? D'autre part des constructions sont entreprises pour les casernements de la G. T. A. et les dépôts de mobilisation. Quel qenre de matériaux utihse-t-on pour ces construcnons ? S' en tient·on aux matér iaux classiques et durables et a-t-on recours aux matériaux modernes de constructions préfabriquées ? Il serait utile de disposer de prix comparés enre l'utilisation de chacun de ces matériaux. RÉPONSE:

ANTWOORD

De kostprijs van het loqementsblok der kazcrne te Arnay, voor een capaciteit van 50 manschappen e-1I met eigen sanitaire instelllnqen. bedraaqt 1.062.000 francs + l75.oo0 francs voor de verwarmlnqsen electri cite [tsinsteU in qen. Op het ogenblik van de oprichtinq dezer kazerne, heeft de factor snelheid de admlnistrat!e verpllcht het type van Iicht bouwwerk zonder verdiepinq te aanvaarden. in qeprefabr iceerde materialen, dit werd te Amay verwezenlijkt, De bouw -omvat 'holle elernenten en bekledinqsplaten, oplossing die een besparing moest toelaten bij verqelijkinq met de bouwwerken in baksteen, Bovendren hedt het Bestuur van de Stedebouw, dat roen geraadpleegd werd. een duidelijke voorkeur qeqeven aan 'het stelsel der prefabricatie (vrolijker ultzicht}. dat aanqenornen werd voor verscheidene wllken van goedkope woning e n in de omqevinq van Charleroi en Luik. Uit de ondervinding is gebleken dat het svsteern qeen merkbarc tijdsbesparinq toeliet en dat het stelsel van Iichte bouwwerken 'zonder verdiepinq niet economischer was. Dit is de redc waarom wij thans, zovaak als zulks mogelijk is. het type van blokken met I vcrdieping aanwenden, dat ver wezenlijkt werd voor de uitbreiding der kazerne te Stockem, voor de kazernerrnqen te Sijsele. Haasdonk, voor de nieuwe kazerries die voor Florennes toeqewezen werden, alsmede voor deze die eerlanq te Kruibeke zullen opgericht worden. Dit laatste stelsel laat toe de bouwwerken meer en meer te groeperen en aldus de wegen, Ieidinqen, enz ... in te korten. De bOlt\vwerken voor de G. T. A. en de moblltsatiedepots zijn heel dikwijls sarnenqesteld uit loodsen, waarvoor het gebleken is dat de

des véhicules;

Remarqttes : Une cote d'exclusion de 50 % des points est appliquée aux tests a), b) ct c}: la cote d'exclusion est de 25 % des points pour le test d). b) L'expërtence a prouvé que les candidats satisfaisant aux conditions prévues offrent toutes garanties aux points de vue théorlque ~t pratique,

VRAAG:

De Landsverdedtqinq principes die uitqaven

que les utilisations fait allusion. soient

Le coftt' du bloc logement de la caserne d'Amay, d'une capacité 50 hommes. avec installations sanitaires propres, est de 1.062.000 francs 175.00 francs pour l'installation de chauffage t't d'électricité. A. l'époque de .la construction de cette caserne, le facteur rapidité a obligé l'administration à adopter le type de bâtiment léger sans étage en matériaux préfabriqués, c'est ce qui a été réalisé à Amay, de

+

La construction comprend des éléments creux et des plaques de parement, solution qui devait réaliser une économie par rapport aux constructions en briques. De plus, l'Administration de l'Urbanisme. qui avait été consultée il l'époque. a marqué une nette préférence pour le système- préfabriqué (aspect plus gai). qui avait été admis pour diverses cités d'habitations il bon marché des' régions de Charleroi ct de Liège. A l' expérience, li s' est avéré que le système ne réalisait pas une économie de- temps appréciable ct que le système de construction légère sans étage n'était pas .plus économique. C'est pourquoi nous adoptons actuelleme-nt .. chaque fois que cela est possible, le type de blocs il l'étage. qui est réalisé pour' l'extension de la caserne de Stockem. pour les casernements de Sijsele, de Haasdonck, pour lesnouvelles casernes qui viennent d'être adjugées pour Florennes. ct pour celles qui seront prochainement construites il Kruibeke. Ce dernier système permet de grouper davantage les constructions et 'le diminuer ainsi (es routes. canalisations, etc ... tes constructions pour la G.T.A. et les dépôts de mobilisation sont constituées bien souvent par des hangars, pour lesquels il s'est avéré

[ i8 ]

331

meest econorntsche verticale aluminium

bouwwtjze het llcht metalen geraamte bekleding en bedekklnq in flbrocement.

was

met

In het alqemeen worden de klassieke en duurzame materialen In mededigin~f geplaatst Illet de moderne qeprefabrtceerde materlalen: aldus, VOOI' de ultbreldlnq der kazerne te Amay. bood de laaqste inschrljver een gebouwaan In baksteen voor de prijs van 927.000 fr. en stelde een vcrmlndertnq voor van slechts 20,000 francs voor hetzelfde gebouw in gepl'efabriceerde materlalen, Thans Ievert hel qebruik van geprefabriceerde materlalen in Belqlë geen grote voordelen op, daar men bovendlen nog moet rekeninq houdon met de respectleve eiqcnschappen der materlalen en de nadelen voortvloelend ult de toepassinq van lIchte materlalen op basis van cement ten gevolge van de krimping op lange termijn, hetqeen splljtcn veroorzaakt, \

que la construction la plus économique était la charpente métallique léqère avec revêtements verttcaux en, aluminium et couvertures en ftbro-ctment, En général, les matériaux classiques el durables sont mis en complétltlon avec les matériaux modernes préfabriqués: c'est ainsi que. pour l'extension dc la caserne d'Amay, le. plus bas soumissionnaire présentait lin bâtiment POlU: le prix de 927.000 francs. et proposait une réductien de 20.000 francs seulement pour le même bâtiment en matériaux préfabrlq liés, A l'heure présente, il n'y a pas encore, en Belgique. de garns appréciables dans l'emploi de matériaux préfabriqués. d'autant plus qu'Il faut tenir compte des caractérlstiquea respectives des matériaux. ct des Inconvénients résultant de l'application des matériaux légers à base de ciment. pal' suite du retralt à longue échéance. ce qui provoque des Fissures.

VRAAG:

QUESTION

De stijging van het aantal dienstplichtigen onder de wapensin 1954: vloett namelijk voort uit de contrôle op de aanvraqen voor ultstel, uitgevoerd bij toepasslnq van het arttkel 26 van de dienstplichtwet, Zou de heer Minister ml] de terugslag van bedoelde contrôle op deze verhoqlnq kunnen doen kermen ?

L'auqmentatton du nombre de miliciens présent sous les armes en 1954 résulte notamment du contrôle des demandes de sursis effectué en application de l'article 26 de la loi sur la milice. ,Monsieur ce contrôlé

le Ministre pourrait-il sur cette augmentation

De kolom « Recuperatte » van onderstaande tabel toont de teruqslaq aan van het onderzoek der aanvraqen tol uitstel door de rechtscolleqes in milîtiezaken. ls qeqeven

:

r-

de récupération

est donné

l'tncidence

de

:

~ pour les classes de 1950, 1951 'et 1952 (classes qui n'ont pas fall l'objet d'un examen par les Conseils de Milice} en tenant compte des renonciàtlons ault sursis, des désistements, etc ... - pour la classe de 1953 {classe qui a fait l'objet d'uri examen par les Consetls de Milice} en tenant compte en plus des renonciations aux sursis 'Ct aux désistements, etc..; des décisions de ceieis des J uridictions de milice.

II Rëcupëratton

IRecuperatie

I

1950

32.713

31.716

1951

32.025

30.904

1952

4:2.888

39.778

1953

47.633

38.927

1950 ...

32.713

31.716

4%

1951

32.025

30.904

&%

1952

42.888

39.778

8%

47.6~3

38.927

18.3%

3%

·1

1953

18,3%

De terugslag van de contrôle op de aanvragen voor ultstel door de rechtscolleqes in mihtiezaken mag dus geschat worden op onqeveer ro $'o. Er valt op te merken dat de klasse- van 1952 de jongelui omvatte geboren In 1932, alsook die geboren tussen 1 januart 1933 en 30 Juni 1933. De klasse van 1953 omvatte de jongelui geboren tussen 1 Juil 1933 en 30 September ,1934.

L'incidence du contrôle des demandes de sursis de milice peut donc être évalue à environ 10 %'

Welk is de maximum duurtijd van een voorloplqe afkeuring? Kan een eerste beslissinq een voorlopipe afkeuring van meer één jaar tot gevolg hebben ?

3% '4%

par les Juridictions

A noter que la classe de 1952 comprenait les jeunes gens nés en 1932 et ceux nés entre le 1"' janvier 1933 et le 30 juin 1933. La classe de 1953 comprenait les jeunes gens nés entre le I"' juillet 1933 et le 30 septembre 1934.

VRAAG:

QUEsnON:

dan

Quel est le maximum Une décision peut-elle d'un an ?

ANTWOORD

Naar de termen van het eerste artikel der wet van J5 juni 1951 «: in de voorlopiqe afkeuring de overbrenging, op een der bi] de wet bepaalde lichamelijke gronden, van de dlenstpltchtlqe naar een volgende lichting :0-. Zij heeft dus niet noodzakeltjk de duur Van een jaar. Deze duur verandert naargelang van de periode tijdens welke belanqhebbende deelneemt aan de overmaklnqsverrichtlnqen van het contingent.

Voorbeeld. -

connaître

La colonne « Récupération » du tableau ci-dessous. montre l'lncidenee de I'exarnen, par les Juridictions de' milice. des demandes de sursis, Ce pourcentage

- voor de klassen van 1950. 1951 en 1952 (klassen 'die nlet het voorwerp hebben uitgemaakt van een onderzoek door de Militieraden), rekening houdend met de verzaklnqen aan ultstel, de intrekkingen, enz. ~ voor de klasse van 1953 (klasse welke het 'voorwerp heeft uitgemaakt van een onderzoek door de Militieraden). rekening houdend, butten cie verzakingen aan uitstel, intrekkinqen, enz ...• met de besliuten tot lJentJerpîng van de rechtscolleges in militiezaken.

geroepen

me faire

?

Ri\PONSB

ANTWOORD

Dit recuperatlepercentage

~

Een dienstplichtiqe van 1953 wordt naar het C. R. S. bij het begin der verrtchnnçen, 't.t.z" op 16 September 1952.

de la durée d'un ajournement? avoir pour effet d'ajourner d'emblée

à plus

RÉPONSE; ~

Aux termes de l'article I"' dé la loi du 15 Juin 1951 « l'ajournement est le transfert du milicien ft une levée suivante pour une' des causes physiques déterminées en vertu de la loi ». Il n'a- donc selon l'époque du contingent.

Exemple. opérations.

pas nécessairement la durée d'un an. Cette durée varie ft laquelle l'interesse participe ·aux opérations de remise

Un milicien de 1953 est appelé au C. R. S. au début des c'est-à-dire, lel6 -septernhre 1952. Il est ajourné et, à

331

[ 49 ]

Ht] wordt voorloplç afqekeurd en, op zijn vcrzak, lnqedeeld bl] de lichting van 11951. Gezien dl' verrlchtinqen voor deze Iaatste klasse etndigen op 30 Scpteuiber 1951, kan belanqhcbbende dus terug opqeroepen worden naar het CRS in Septcmber 1951. Indien hl; daarenteqen verscheneu Is met de laatste elementen van zijn lichting, October 1953, kan hij teruq opqcroepen worden bi) het begin der verrichtinqeu voor 1954. t.t. t: , in Novernber of December 1953. Bovendten kun de voorloptq afgekelu'de dicnstpllchtlqc, op zIJn aanvraaq. inqcdceld worden bij de eerste lichting, wat hem toelaat nog deel te ncrnen aan al de mllltleverrlchtinqen. In bovenqenoemd geval kon deze dtenstpltchttqe dus zijn indeling vraqen bij de lichtinq van 1955 en opqeroepen worden om te Verschijnen met de laatstc clementcn van 1955, t. t. Z., in de maand Auqustus 1955.

sa demande, rattaché à la levée de 195'1. Les opérations de cette dernière classe se terminant le:30 septembre ·1951, l'intéressé peut dOlIC être rcconvoqué au 'Centre de Sélection l'Il septembre 1954. Par contre, s'il a comparu avec les dernlers éléments de sa levée. OCtobre 1953, il peut être reconvoquë au début des opérations de 195'1, c'est-à-dire en novembre ou décembre 1953. De plus, le rnlltclen ajourné peut. à sa demande, être l'attaché à la première levée qui lui permet encore de participer à toutes les opë-. rations de mlllce. Dans le cas cité cl-dessus, ce milicien 1953 pouvait donc demander son rattachement à la levée de 1955 et être appelé à comparaitre avec les derniers éléments de 1955, c'est-à-dire, au mols d'août 1955.

QUESTION:

VRAAG:

Graag zou lk ecus een overztchtbekomen van de verwezenlijkinqen van de beroepsopletdinq in de opletdtnqscentra, scholen, eenhcdcn der diensten, hospitalen en verschlllende techrrische orqanisatles die op elk oqenbltk moeten functtonneren en waal' de Kommandant op eigen verantwoordelükheid het proqramma VOOI' beroepsopleldtnq samenstelt, Hoeveel burqerlljke leraars en voor welke vakken. ten bate van de Belgische strtjdkrachten in Dultsland, werden reeds aanqenomerï , ? AtHWOORD

I. -

Verwezenlijkingen

inzake

Je 'dêslrerais recevoir un aperçu des réalisations en matière d'éducation professionnelle dans les Centres d'Instruction, écoles. unités -:les services, hôpitaux et organisations techniques diverses qui doivent fonctionner en tout temps et où le Commandant met sur pied le programme d'Education professionnelle sous sa propre responsabilité. Combien de, professeurs civils, et pour quelles branches, ont été engagés au bénéfice des unités belges d'Allemaqne ?

:

RÉPONSE:

beroeps- en cultutele

opvoedinq.

L ,..... Réalislltions

en matiè,e

cr éducation

proiessionnelle

et cultu-

l'elle. l. - Gezten het doorgaand technisch karakter der cenheden waarvan sprake, oefenen er een groot qetal dlenstphchtlqen 'het beroep uit dat zji in het burqerlevenhadden. zoala : chauffeur, mekanieker, technieker, kok, rnaqazijniervbediende, enz.: het leger 'biedt hen aldus de moqelljkheid zich in hun 'beroep te volmaken.

L ...:.. Etant donné le caractère généralement technique des unités en question, un grand nombre de miliciens y exercent le métterqu'tls pratiquaient dans la vie civile, tel que : chauffeur. mëcantcten. technicien. cuisinier, magasinier, employé. etc ... ; l'Armée le Ill' offre. de ce fait. l'occasion de se perfectionner professionnellement.

2. - In de, opleidtnqscentra, scholen, eenheden der diensten, talen en verschillende technische orqanlsatles, zijn inqericht

2. - Sont organisés. en outre. dans les centres d'Instruction, écoles. unités des services. hôpltäux et organisations techniques diverses:

a) q: Elementaire cursussen » voor onqeletterden: b) Cursussen per briefwisseling: c) Avondleergangen in technische scholen: d) Werkplaatsen van de kazernerfnq, waarin de kunnen qeplaatst worden. '

hospl-

dtenstpllchtiqen

3. - Nauwkeuriger richtlijnen en een steviqer toezlcht zal op touw gezet worden voor deze qespecialiseerde eenheden, ten einde er 'het rendement inzake beroeps- en culturele opvoeding 'nog te verhoqen. 2. -

Aanwet:ving

van bltrgerfijfre

lerears

de Belgische

Strijd-

. a) hl cl d)

des des des des

cours élémentaires pour tes miliciens illettrés; cours par correspondance; cours du soir dans des écoles techniques; ateliers du casernement où les miliciens peuvent

3. Des directives plus précises et un contrôle plus 'strict seront mis en œuvre pour ces unités spécialisées afin d'y accroître encore le rendement en matière d'éducation professionnelle et culturelle.

krechten in Duitslsnd;

2. - Recrutement Allemagne.

Het geacht lid zal het antwoord op tIeze vraag vinden in de parlementaire vragen n' t en' 35. door de heer Volksverteqenwoordlqee Destenay gesteld.

L'honorable membre questions parlementaires

"001'

de

professeurs

civils

pour

les forces

belges

en

trouvera la réponse à cette demande dans les n° 4 et 35 soulevées par M, le Représentant

Destenav,

QuesTION:

VRAAG

Welk ts de toestand van de burqerlijke professeren belast met de beroepsopleidinq ? Welk is hun getal? Hoeveel Belgen en hoeveel Duitsers ? Welke zijn de getroffen maatregelen ten einde belgische professoren in Duitsland te vermeerderen ?

être affectés,

Quelle est la situation des professeurs civils chargés de l' éducation professionnelle ? Quel est leur nombre ? Combien de Belges et combien d'Allemands !. Quelles sont les mesures prises pour accroître le nombre de professeurs belges en Allemagne !

ANTWOORD

RÉPONSE:

De toestand der burqerlijkeprofessoren belast met de beroepsopleidlnq ls bepaald in het Koninklijk besluit n' 1758 van 20 April. verschenen in het Belgisch Steetsbled van 25 April 1953. Hij verschilt naargelang de eenh eden in België of in Duitsland gestationneerd zijn. Voor de eersten worden de professoren per uur aanqeworven: voor de laatsten worden ze in principe aanqeworven met volledige betrekking en per ploegen aan welke garnizoenen, door verscheldene Korpsen bezet. aanqewezen worden.

La siniatlon des professeurs civils chargés de l'éducation profèssionnelle, est spécifiée dans l'Arrêté Royal n" 1758 du 20 avril paru au Moniteur Bdge du 25 avril 1953. Elle varie suivant que les unités sont stationnées en Belgique Oll en Allemagne. Pour les 'premières. les professeurs sont recrutés fi l'heure; pour les secondes, les professeurs seront engagês en principe à fonctions exclusives et par équipes affectées à des garnisons occupées par plusieurs Corps.

In België werden gedurende het jaar 1953 twee en 'Vijftig burgerlijke professoren helast met de culturele opvoedinq en de beroepsopletdinq van de dienstpltchtlqen.

En Belgique, ont été çharqés

... .

durant l'année 1953, cinquante-deux professeurs civils de l' éducation professionnelle et culturelle des miliciens.

[ 50 ]

331

I n Dultsland

En Allemagne

:

a) werd op veertien onderwijzers, die onderrtcht verstrekken in de Belgische schoten in Dultsland, een beroep gedaan voor de culturele opvoedtnq, Inzouderheld van de onqeletterde dlenstpllchtlqen: b) hebben de Duitse burqerltjke arbeldskrachten (B, A. K.) 220 geschoolde arbeldcrs geleverd, die dienst doon als werkplaatslciders, in af wachtlnq van de aankomst van qeschoolde monitors uit Belqlë.

a) Quatorze instituteurs enseignant dans les écoles belqes d'Allemagne ont été utilisés pour l'éducation culturelle, partlcullèrement pour les miliciens Illettrés ; b) La main-d'œuvre ctvlle allemande (M. O. C,) a fourni 220 ouvriers qualifiés faisant fonction de moniteurs d'ateliers, en attendant l'm'rivée de moniteurs qualifiés de Belgique .

...

4 • •

Ten etude het aantal professoren der ecnheden in Duitaland verrneerderen werd er twcemaal beroep qedaan lanqs de pers de radio, op 13 Mel en 28 Septeruber, op :

te en

Pour accrottre le nombre de: professeurs pour les unités stationnées en Allemaqne, li il été fait appel. il deux reprises. par la voie de la presse et de la radio ct notamment le 13 mai et le 28 septembre 19)1

a) Wetenschappellj ke Regenten voor de culturcle opvocdinq: belast met de houten ijzerbewerkinq. de cursussen in electrtcltet t in de auto-mechanika.

fi des régents scientifiques it des moniteurs chargés d'électricité. et de la mécanique

De candidaten leqqen thans tot 2 Fcbruart 1954 de toelatlnqsprocven af in het Voertulqarseuaal te Etterbeek. Eerlapg zullen de eerste wetenschappelljke Reqenten en Monitors vertrekken om in de Belgische Strljdkrachten in Duitsland de. beroepsopleidinq te verzekeren en cr geleidelijk de onderrlchters uit het urilitair en het M. 0, Ci-personeel, waarvan hterboven sprake, te vervauqen.

Les candidats subissent actuellement, et jusqu'au 2- Iévrter 19')1. des épreuves d'admission il l'Arsenal du Charroi. fi Etterbeek. Incessamment, les premiers régents scientifiques et moniteurs partiront assurer l'éducation professionnelle dans le secteur des Forees belges d'Allemagne 0(' ils remplaceront, progressivement. des lnstructeurs militaires et le personnel M, 0, C. dont question ci-dessus.

b) 'Monitors

al

b)

QUESTION:

VRAAG:

De heer Minister heeft kenbaar gemaakt dat hij lanqs de pers en de radio om een oproep heeft'gemaakt met het oog op de aanwervlnq van professors voor de beroepsopvoedinq in de eenhedcn welke in Duitsland gestationneerd zijn. Ik weris te weten, hoeveel aanvragen cr binnen kwarnen, hoeveel kandidaten er slaagden en aanqenomen werden.

Monsïeur le Ministre a fait savoir qu'il avait procédé un appel par la presse ct la .radio en vue de recruter des professeurs pour l'éducation professionnelle dans les unités stationnées en Allemagne, à

Je désirerais connaltre combien de demandes ont combien de rêclpendlaires ont réussi et été admis,

Er werden 'i2 geldige aanvraqen ontvanqcn. te weten : 9 uitqaande van wetenschappelijke reqenten en 35 van lesqevers in technlsche cursussen. ,Alleen deze laatsten hebben een toelatlnqsproef rnoeten onderqaan. Op 35 uitgenodigde£! hebben er zich 14 niet aangeboden of hebben verzaakt en 12 zijn qezakt, Negen (9) ziJn geslaagd en zullen btnnen kort toeqelaten worden om een engagement te ondertekenen, te zamen met de wetenschappelijke regenten. deze Iaatsten naar raso van een per ploeq.

42 demandes valables 'ont êté reçues il savoir: 9 émanant scientifiques et 35 de chargés de COllI'S pratiques.

genieten genieten

:

de un par équipe.

deze jongens soldij ? zij enëqe andere vergoeding

telt dit herstelverlof

Il me serait agréable d'avoir des renseignements concernant les miliciens malades qui ont été hospitalisés et qui ont été renvoyés dans leurs foyers. en congé de convalescence par exemple. Je désirerais

van

als werkelijke

?

Landsverdedigënç

wie betaalt de kesten van verzorqinq ? genieten ze militievergneding ? hebben die jongens eventueel j-echt op invaliditeitspenstoen ~

de régents

QUESTION:

tk inlichtingen over ';:ieke dtenstplichtlqen die in het kwamen en naar huis gezonden werden, b.v. met

verrremen

et

Seuls ces derniers ont dû subir une épreuve d'admisston. Sur 35 convoq liés. 14 ne se sont pas présentés ou' se sont désistés et 12 ont échoués, Neuf (9') ont réussi et seront. sous peu. admis il contracter un engagement, de même que les régents scientifiques, ceux-ct, à raison

VRAAG:

Ik zou willen

été introduites

RÉPONSE:

ANTWOORD:

Graag vernam hospitaal terecht herstelverlof,

pour l'éducation culturelle; du travail du bois, du fer, du cours auto,

?

dienst

savoir

:

- ces jeunes gens bênéficrent-ils de la solde ? - bénëfictent-lls d'une autre allocation quelconque it charge de la Défense Nationale, ? . - qui supporte les frais de traitement médical ? - bénéficient·ils de l'indemnité de milice ? - ces jeunes gens ont-ils éventuellement droit à une pension d'invalidité ? - ce congé de convalescence compte-t-il comme service actif ?

ANTWOORD:

RÉPONSE

I. - Artikel 3 van het Koninklijk 'besluit van 18 December· !951 houdende geldelijk statuut van het soldijtrekkend personeel van de krijgsmacht (Belgisch Staatsblad van 2 I De:cember /951) bepaalt dat de: soldijtrekkende milttair, die om welke reden dan ook met verlof is, het recht op soldi] verliest. Dlensvolqens qeniet de dtenstphchtiqe die, in de loop van zijn actieve diensttermîjn ter verzorging in een militair hospitaal is geweest en een herstelverlof heeft bekomen, geen soldij gedurende dit verlof,

L - L'article 3 de l'Arrêté Royal du 18 décembre 1951 portant le statut pécuniaire du personnel soldé des forces armées (Moniteur Belge du 2 t décembre 1951), dispose que le militaire soldé. en congé pour quelque motif que ce soit, perd le bénéfice du régime de la solde. En conséquence, le milicien qui. au cours' de son terme de service, a séjourné dans un hôpital militaire et a obtenu un congé de convalescence, ne bénéficie pas de fa solde: pendant œ congé.

2. - Daarenboven wordt tijdens dit herstelverlof door ment van Lendsverdedtqinq qeen enkele andere vergoedtng hebbende verleend,

2, - Aucune autre indemnité quelconque n'est allouée à l'Intéressé par le département de la Défense' Nationale pendant ledit congé de convalescence.

3, -

AI

de

onkosten,

die

door

de

gezondheidstoestand

her departeaan belanq-

van

de

3. ~

Tous

les' frais

que

l'état

cie santé

du milicien

en congé

rie

331

[ 51 ]

convalescence pourrait exiger au point de vue médical. pharmaceuttque, alimentaire ou autre, sont il charge des parents ou de l'épouse,

dtonstpllchtlqe mochten vereist wordcn, zcwcl voor geneeskundiÇ)e- en phannaceutische zorqcn als voor voeding en audere. zijn teu laste van de ouders of de cchtqcnote, Betreffcnde het voorafqnandc maak ik el' II atteut op, dat ecu dtenstpllchtlq noolt nmbtslutlot: met hcrstclverlof wordt gezonden; zulks \Jeschiedt enkol met het voorafqaandelljk en formeel akkoord van de Iamilie. Dit akkcord maakc het voorwerp uit van ecn verklariuq bij wclke de lamilie zich verblndt al dl' kesten te dragen die de nan de militair toc tl:' dlonen zorçeu verr-lsen.

Concernant ce qui précède, il y a lieu de remarquer qu'un milicien n'est jamais envoyé d'office en congé de convalescence: il ne l'est qu'avec l'accord préalable formel de la famille. Cet accord Fait l'objet d'une attestation par laquelle la famille s'engage en outre il prendre en charge tous les frais pouvant découler des soins exigés par le militaire.

4. ~ Indien op 'het oqcnbllk waarop de dicnstpllchtiqe ecn herstelverlof bekomt de mlltttcvcrqoedtnq wordt toe qckcnd. blij ft het recht op deze verqoedlnq tljdcns de duur van di t vcrlof bchouden. De uitsluitin q van het recht ingcvolgs artikc-l <j,l van de wct van 9 Juli 1951 houdcndc vcrqocdinq ten bchocve van de gezilllwn van soldi]trekkendc militairen, narneli] k tijdens de uUz<JIIc!erlijke verloven, is in dit geval nlet tocpasseliik, daar dc rherstelverloven qccn uitzonderlijke verlovcn zijn.

'L - Si l'indemnité de milice est allouée au moment où lm congé de convalescence est accordé au milicien, le droit il cette indemntté est maintenu pendant la durée dudlt congé. . L'exclusion du droit prononcée par l'article '41 de la loi du 9 [urllet 1951 portant ludcrunlté en faveur des Familles tics. militaires soldés. notamment. pendant les congés exceptionnels n'est pas applicable en l'occurrence, le congé de convalescence n'étant pas lin congé excep, tionnel.

5. - Wat het recht op Invaltdttettspenstoen betreft, rneld lk dat bij onqeval of zie kte opgelopen in dienst en wegens de' dienst, de dienstpllchtiqc, zo hij de gestelde voorwaarden vervult. het stclsel kan genieten tcepasselljk op de rnilltalre Invaliden van vredestijd, dat het voorwerp uttrnaakt van mijn antwoord op de door her geacht lid qestelde vraag n' 52.

5. - En cc qui concerne le droit il la pension d'Iuvaltdtté, je signait' qu'en cas d'nccident ou de maladie survenu en service et par le fait du service, le milicien peut. sil remplit les conditions requises, bénéficier du régime applicable aux invalides militaires du temps de paix qui fait l'objet de ma réponse il la question rr' 52 posée pal' l'honorable membre.

6. ~ Oe herstclverloven van de dtenstpltchttqe tellen als werkelljke dienst, op voorwaarde dat de kwetsuur of de ztekre die het vcrlof rechtvaardlqen opgelopen of vererqerd werden in dienst.

6. - Le congé de convalescence d'un milicien compte comme service actif pour autant que la blessure ou la maladie qui est il l'origine de son octroi, soit survenue ou se soit aqqravée en service.

VRAA.G

Graag

ve rnarn ik uitleg over

:

QUESTION:

de invalitcitspensioenen

AN1'WOORD

in vredestijd

?

Il me serait agréable d'étre lidité en temps de paix.

:

documenté RÊPONSE

au sujet des pensions

d'Inva-

:

I. ~ Het verqoedinqstelsel toepasselijk op de militaire invaliden van vredestijd werd merkelljk verbeterd bi] de wet van 9 Maart 1953 houdcnde sommige aanpassinqen in zake militaire pensioenen en verlening van kosteloze genees- en artsenijkundige verzorging voor de militaire invaliden van vredestijd (Belgisch Stsuüsbtod van 22 Maart 1953). Vöör het van krachr worden van deze wet was het stelsel, dat deze invallden, in het kader van de samenqeordende wetten op de militaire pensloenen, genoten. merkelijk minder voordelig dan dit aan de oorloqslnvaliden voocbehouden. Bewuste wet heeft deze toestand verholpen. Sedert haar mwerkinq-tredtnq kan hec stclsel van de verqoedtnqspènsioenen. welke de militairen Invaliden van vredestqd qerueten. zich als volqt kenmerken :

I. - Le régime de réparation applicable aux Invalides militaires du temps de paix a l'té sensiblement amélioré par la loi du 9 mars 1953 réalisant certains ajustements en matière de 'pensions militaires et accordant la gratuité des soins médicaux et pharmaceutiques aux irrvalldes militaires du temps de paix (Moniteur Belge du 22 mars 1953).

a) Invaltdttettcn te wijten aan schadelljke 25 Augustus 1939 hebben voorqedaan

a) Invalidités imputables Ie 25 août 1939

feiten

die

ztch

vöör

Avant l'entrée en vigueur de cette loi, le régime dont bénéficiaient lesdits invalides dans le cadre des lois coordonnées sur les pensions' militaires. leur était nettement moins favorable que celui réservé aux invalides de guerre. La loi dont question a remédié il cette situation. Depuis son entrée en vigueur. le régime de pensions d'invalidité dont bénéficient les invalides militaires du temps doe paix se caractérise comme suit: à des

faits dommageables

survenus

avant

(i) Betrokkcn invaliden ontvanqen l'en pensioen geregeld naar het mlnimum-bedraq voorzlen voor de oorlogsinvaliden 191'1-1918. Het minimum-bedraq is dit van het pensioen toeqekend wegens invaliditeiten opqelopen achter het front. Behoudens zljn bedraq, blijft dit pensioen onderworpen aan het stelsel der pensloenen van vredestild, zoals het door de samenqeordende wetten op de militaire penstoenen werd qereqeld, Derhalve kunnen de in actieve dienst zijnde militairen slechts bij het definitief verlaten van de dienst het pensioen genieten. (H) De nier hertrouwde weduwen van overleden tnvaliden qenleten een pensioen geregeld naar dit van de weduwen van de oorlog 19141918 d,e na het schadelijk fdt getrouwd zijn. De hertrouwdc weduwen behouden de bedragen hun vöör de nieuwe wet verleend. Voor deze die in de toekomst een nieuw huwelijk aangaan. zal hun pensioen tot het zelfde bedrag teruggebracht worden. (iii) De wezen en de ascendenten van dezelfde invaltden genieten ecn pensioen qcreqeld naar dit van de wezen en de asccndenten van de oorlog 1914-19[8.

(i) Les invalides intéressés perçoivent une pension alignée sur ie taux rmnnnum prévu pour l'Invalide de: guerre 1914-1918. Le taux minimum est celui de la pension accordée pour invalidités contractées à l'arrière du front. En dehors de son montant. cette pension demeure soumise au régime des pensions dl! temps de paix tel qu'il a été réglé par l'Cs lois coordonnées SUl' les pensions militaires. Les militaires en activité de service ne oeuvent dès lors obtenir la pension qu'à partir du moment où ils quittent définitivement le service. (H) Les veuves non remariées des invalides décédés perçoivent une pension aliqnée sur celle des veuves de la guerre 1914·191&, dont le mariage est postérieur au fait dommageable. Les veuves remariées conservent le taux antérieur il la loi nouvelle. Celles qui contracteront lin nouveau mariage dans l'avenir verront leur pension ramenée au même taux. ' (iii) Les orphelins et les ascendants des mêmes invalides perçoivent une pension alignée sur celle des orphelins et des ascendants de la guerre 1914-1918. '

b) Invaliditetten te wijten aan schadehjke tus 1947 hebben voorgedaan:

b) Invalidités imputables il des faits dommageables rieurementau 25 août 1947 :

feiten die zich na 25 Augus-

(i) De bepalinqen van de wet van 26 Augustus 1947 op de verqoedinqspensloenen ztjn voor bewuste feiten van integrale toepassing. Daarutr volqt namelijk dat cie toegekende pensioenen aan de vijfjaarlijkseherzleninqen onderworpen zijn. naar de voorwaardcn voorztcn bl] artikel 16 van de samengeordende wetten op de verqoedinqspensioenen. Zij mogen qecumuleerd worde-n met de wedde, de soldi] of her loon verbonden aan een militaire of bur qerltjke bediernnq van de Staat. Zij zijn een forfaitaire verqoedinq waardoor, buiten het verIenen op Staatskosten van de genees- en artsenijkundige zorqen, de

survenus

posté-

(i) Les dispositions de la iol du 26 août 1917 SUl' les pens'ons de réparation sont intégralement applicables aux faits susvises. Il en résulte notamment que [es pensions accordées sont soumises aux revisions quinquennales dans les conditions prévues à l'article' 16 des lois coordonnées .sur les pensions de réparation. Elles peuvent se cumuler avec le traitement, la solde ou le salaire afférent à un emploi militaire ou civil de l'Etat. Elles constituent une réparation Forfaitaire et excluent l'attribution pour le même fait dommageable; de toute indemnisation autre que l'octroi, aux frais de l'Etat, des soins médi-

[ 52 ]

331

verplcqinq in een zickcnhuts en de prothcse- en nndcre toestellcn, de toekenning voor orn 't even wclke andere verqocdlnq VOOr hetzelfde schadeltjk fclt uitqeslotcn wordt, (li) De VÔÓ1' I April 1953 hertrouwde wcduwcn behouden hct pensteen verworven ingevolge de samcnqcordcndc wetten op de militaire penstoenen. Daarenteqen wordt, overcenkornsttq arttkel 2~ van voornoernde wet van 26 Auçustus 1917, het pcnsiocn afgeschaH aan de na 31 Maart 1953 hertrouwde weduweu vanaf de eerste dag van het kwartaal volgend op het nleuw huwelljk, 2. Boven de verbeterlnqen aangebracht wat de bedraqen van de Invaltdltcltspcnsloenen betrcft, voorzlet de wet van 9 Maart 1953 voor de militairl'n· Invaliden van vrcdestild. hun leven lang, op Staatskosten genees- en artsentjkundtqc zorqen, de vcrplcqtnq in ecu zlekcnhuis en de prothcse- en andero toestelleu welke door de zlekten of kwetsuren waarop de' pcnstoen-aanspraak berust, uoodznkeltlk gemaakt wordcn. De kostelozc zorgen worden eveuccns tocqekcnd aan de personcu die om een pensloen hebben verzocht en voor wie men kan vermoedeu dat het pensloen zal toe qekend worden, Vöör het van kracht worden van de wet van 9 Maart 1953 waren voornoemde voordelen aau de lnvallden van vredestljd ntet toegekend.

eaux ct pharmnceutlques, thèse et autres.

de l'hospttnllsatton

ct des appareils

de pro-

(il) Les 'IC\lVeS remariées avant Iii 1« avril 1953 conservent la pension acquise' en vertu des lois coordonnées sur les pensions mHItalees. Par contre. conformément ù l'article 25 de la loi précitée du 26 août 19'17, la pension est supprimée aux veuves qui contractent un nouveau mariage après le 31 mars 1953, ù parttr dupremter jour elu trimestre qui suit le remariage. 2. - En plus des amêliorations, apportées en ce qui concerne les taux des pensions d'Invalidité, la lol du 9 mars 1953 prévoit gue les militaires Invalldes du temps de paix reçoivent leur vie durant, aux frais de l'Etat, les soins médicaux, pharmaceutiques, l'hospitalisation et, les appareils de prothèse et autres. nécessités par les maladies ou blessures qui leur valent la pension. La gratitude des soins est 'ég~alement accordée aux personnes en instance de pension s'Il existe une présomptlon que la pension sera accordée.

Avant l'entrée précités n'étalent

en vigueur de la loi du 9 mal-S 1953, les avautaqes pas accordés aux invalides du temps de paix.

QUESTION

VRAAG:

Kan de heer Minister uitleq verstrekken over het verschll van de goede en kwade zijden der manœuvres 1952 teqen 1953, zo uitqcbreld mogelijk?

Monsieur le Ministre peut-Il me donner une explication, aussi développée que possible, concernant la différence entre les bons et mauvais aspects des manœuvres de 1952 et 1953. RÉPONSE:

ANTWOORD:

l. - Zowel in 1953 als in 1952 hebben de Belgische krachten deelqenomen aan twec vcrschillende manœuvres.

Landstrijdte weten :

I. - Aussi ont pris part

à

bien en 1953 qu'en 1952. les forces terrestres deux manœuvres distinctes. Ù savoir ;

belges

a) de lnterqeallieerde herfstrnanœuvres, waaraan de actieve divisies en een ~root aantal steuneenheden hebben deelqenornen: b} een divisiemanœuvre, gehollden op het einde van de wederoproepinqspertode van een rescrvedtvtsäe.

a) tes manœuvres interalliées d'automne. les divisions actives ct un nombre important b). une manœuvre de division, organisée rappel d'une division de réserve.

De twee belanqrijke luchtverdedlqinqsoefeninqen, waaraan de Territoriale Wacht voor Luchtafweer In' 1953 heeft deelqenomcn, worden 'hier slechts als herinnering vernoemd, daar in 1952 qeen enkele dergelijke oefening werd ingerieht.

Les ceux exercices importants de défense aérienne. auxquels la G. T. A. a participé en 1953 ne sont ici cités 'Ille pour mémoire, étant donné qu'aucun exercice analogue n'a été organisé en 1952.

2. - De manœuvres van 1952 hadden beiden een nieuw karakter : de eerste door de omvanq der gebruikte rniddelen, de tweede door het feit dat ze door een grote rescrve-eenheid werd uitqevoerd. Men mag over het algemeen zeqqen, dat de talrljkc lessen die qetrok- . ken werden, toeqelaten hebben, merkbare vooruitqanq te vcrwezenlijken tijdens de gelijksoortige manœuvers Van 1953.

2. - Les manœuvres de 1952 avaient l'une et l'autre un caractère de nouveauté ; la première. par l'ampleur des moyens mis en œuvre. la seconde par I~ fait qu'elle était exécutée par une grande unité de réserve, Aussi peul-on dire. d'une manière générale, que les nombreux enseigneme-nts qui en ont été tirés ont permis de réaliser des progrès sensibles au cours des manœuvres comparables de 1953.

3. - De meest opvallende gebieden bekomen :

3. - Les améliorations les domaines suivants ;

verbetertnqen

werden

op

de

volqcnde

a) tactisch gebruik der nleuwe Amerikaanse bewapeninqen materîeel; b) manœuvre-moqelijkheden der kleine cenheden; c) sarnenwerkinq tussen de verschillende wapens en cohaesie grote eenheden; d) orqanîaatte en uitvoerinq der beweqrnqen, "I,

-

Nietternin

rnoet

er

nog

vooruitgang

gemaakt

worden

en

der

training tot het schieten: samenwerktnq met de luchtstrijdkrachten, die slechts schaal beproefd is geworden: aanpassinq aan de voorwaarden van oorloqstijd:

d) de training

6. -

wat

in 1953

van de reserve-eenheden.

Samenqevat, de studie van de in 1952 en 1953 bekomen resul-

beeft

bevestrqd

dat de inrichtinq

van jaarlijkse

manœuvres

des nouveaux

armements

ont

été obtenues

et matériels

ó) aptitudes manœuvrières des petites unités; c) coopération entre les diiférentes armes et cohésion d) orqanisation

5. - De eisen van de militaire geheimhouding laten niet toe een qedetallleerde vergelijking te maken van de therna's, voor de manœuvres van 1952 en 1953 gekozen. ' Men mag nochtans zeggen dat deze van 1953 een veel groter mobilisatiekarakter vertoonden en voor de eerste maal belangrijke nachtoperaties omvattcn, wat toeqelaten heeft de vroeqer verworvcn Iessen gunstig aan te vullen.

taten

emploi lactique'

les plus marquantes

da-is

américains;

des grandes

unités:

hetreft : a) de b} de op grote . c) de

a)

auxquelles ont participé d'unités de soutien: à la fin de la période de

nood-

4. - Par contre. concerne:

et exécution des progrès

des mouvements. doivent

encore

être réalisés

a) l'entraînement au tir; ó) la coopération avec les forces aériennes, qui n'a tée il grande échelle qu'en 1953; c) l'adaptation aux conditions qui seraient celles guerre;. d) l'entraînement des unités de réserve.

en ce qui

été expérimendu

temps

de

5. _ Les exiqences du secret militaire ne permettent pas de faire une comparaison détaillée des thèmes choisis pour les manœuvres de 1952 et 1953, On peut dire cependant que celle de 1953 ont eu un caractère de de mobilité beaucoup plus marqué et on comporté pour la première fois des opérations de nuit importantes, ce qui a permis de compléter heureusement les enseignements recuelllts antérieurement. 6_ - Eu résumé, l'étude des résultats obtenus en 1952 et en 1953 a confirmé que l'orqantsatton de manœuvres annuelles est nécessaire.

[ 53 ]

zakelijk is om de tratrunq der kaders op al de echelons te vcrbetercn eu te behouden, om de opleldinç del' onder de wapcns zijnde dienstpllchtiqen te voltooicn en om de qeschtktheld tot het gevecht der reserveecnhcden te onderhouden,

331

polir améliorer et maintenir I' éntralnernent des cadres ti tous les échelons, pour parachever I'tnstructton des miliciens présents sous les armes et pour entretenir l'aptitude au combat des unités de réserve.

QUESTION:

VRAAG:

t. - De ruilitalre wetten vcorzlen strenqe straffeu voor de soldaten bij het vcrsprcideu van pornoqraftsche beelden en lectuur. nochtans komen herhaaldelijk klachten van soldatcn dlcnnanqaande. Welke contrôle wordt er vanweqe de overheid voorzten en hoe wordt die ill praktijk gebracht? Deze klachten komen lanqs verschillendc zijden,

l. - Les lois mllltalres prévalent des punitions sévères pour les soldats qui répandent des images et des lectures pornographiques; cependant des plaintes sont Introduites fréquemment à ce sujet par des 'soldats. Quel contrôle est prévu de la part de l'autorité et comment est-Il mis en pratlque ? Ces plaintes viennent de différents cotés.

2. - Sommige opvocdtnqsofftcleren verkopen of versprelden bladen die niet op de voorziene lijst voorkomen. (Indien ik mi] niet verqts « De Lecn »}. Is hierop voldocnde 'contrôle of moqen de opvoedlnqsofficieren hierover zelf beslissen ?

2. - Certains officiers d'éducation vendent ou répandent des publications qui ne figurent pas sur la liste prévue (Si je ne me trompe .De Lach U.n contrôle suffisant est-Il exercé dans ce domaine ou les officiers d'éducation peuvent-ils eux-mêmes décider?

3, - In de 'Belgische Strtjdkrachteo in Dultsland, waar de verkoop van pornoqrafische lectuur zeer ruim is opqevat. kopen ' veel soldaten derqcltjke zaken om die in het geniep te versprelden in de kazerue. Noq altijd gebeurt het in sommige stations (Aken, Kculcn). Kan er in de stations ntethardhandiqer opqetreden worden !

3, - Dans les Forces Belges en Allemagne, où la vente -dé lecture pornographique fait l'objet de concepttons très larges. de: nombreux soldats achètent de pareilles publications pOUL'les répandre en cachette ~ la caserne. Cela se passe encore toujours dans certaines gares (Aixla-Chapelle, Cologne). Ne peut-on pas agir plus ér~rgiqllement dans la caserne et dans les gares ?

4. In België wordt in verscheidene kazemes pornografische lectuur verspreid. Op deze tijdschriften [o.a. Casbah) staat ~ naam en adres van de uitgeefster of uitqever, 'ln bepaaldegarnizoenen trad men reeds op. Wordt er iets gedaan om
'l, ~ En Belgique, on l'épand de la lecture: pornographique dans plusieurs case-mes. Sur ces périodiques (notamment Casbah) figurent Je nom et l'adresse de' l'éditeur ou de l'ëdttrrce, Dans certatnes qarntsons on est déjà intervenu. Fait-on quelque chose pour empêcher' ce trafic: che>: les éditeurs respectifs ? Une Intervention de la gendarmerie: lors de l'expédition par chemin de fer n'est-elle, pas souhaitable?

ANTWOORD:

RÉPONS!; :

Het verspreiden van pornoqrafische werken of geschriften is een der vormen van openbare schenrus der goede zedeu welke voorzlen zijn in Hoofdstuk VII van het Wetboek van Strafrecht. Elke militaire overheid die in de uitodening van haar ambt om het even hoe kennis krijgt van een inbreuk op de strafwet, is er toe qehouden zulks onmiddellijk ter kennis te brengen van de bevoeqde krijgsauditeur. Dtenvolqens heefr de soldaae die de hierboven aangehaalde af te keuren feiten vaststelt, tot plicht deze onmiddellijk en in volle vertrouwen ter kennis te brengen van zljn overheden, Iazonderhetd van 2iijn compaqniecornmandant of van de officier voor staatsburqerhjke opvoedinq, Na een summier vooronderzoek bij het Korps, wordt de zaak aan het Militair Gerecht overgemaakt. De desbetreffende contrôle moet gedaan worden ,door alle qeqradueerden zonder onderscheid en tnzonderheid, butten de diensturen, het personeel van de week en èle officier van wacht. Daarenboven is de korpscommandant verantwoordelijk voor de goede zeden van de onder zijn bevelen staande manschappen en wordt daarin bijgestaan door de officier voor staatsburgerlijke opvoeding. De verkoop van daqbladen e-n allerli) pubhcattests gereglementeerd. en heel kort qeleden werd er in Duitsland hertnnerd aan het verbod om daqbladen te verkopen welke schadelijk voor de zedelijkheld geoordeeld worden, Een llmitatleve lijst van daqbladen, waarvan de verkoop toeqelaten is, zal eerstdaaqs door toedoen van de Commandant der Belgische Strijdkrachten in Duitsland verspreid worden. De vervolqlnq van de uitqevers van pornoqrafische brochures en het inqrijpen van de rijkswacht voor de door U voorqestelde opdracht behoort niet tot de bevoegdheid van het Departement van Landsverdediging. '

La diffuSion d'ouvrages ou de lectures pornographiques constitue till des' outrages publics aux bonnes mœurs. délits prévus au chapitre VII du Code pénal. . Toute autorité militaire qui dans l' exercice de ses fonctions acquiert de quelque manière que ce soit la connaissance d'une Infraction à la loi pénale est tenue" d'en informer Immédiatement l'auditeur militaire compètent. En conséquence, le soldat constatant les faits réprouvés cités ci-dessus a 'pour devoir, de les porter immédiatement et en toute: confiance à la connaissance de ses supérieurs et en particullèr de son commandant de compagnie ou de l'ofhcter d'ëducaüon civique. Après une information sommaire au Corps. l'affaire est transmise à la Justice Militaire. Le contrôle en cette matière doit être effectué par tous les gradés indistinctement et en particulier en dehors des heures de service. le personnel de semaine et l'officier de garde. De: plus •. le Chef de Corps est responsable de la bonne mora lité des hommes sous ses ordres, il est secondé en cela par l'officier d'éducation civique. ,

ï,

,

La vente de journaux 'Cl publications diverses est réqlementée et, tout récemment, il a été rappelé en Allemagne, l'interdiction de vendre des journaux jugés néfastes à la moralité. Une liste exclusive de journaux. dont la vente est autorisée. sera diffusée incessamment par les soins du Commandant des Forces Belges en Allemagne. , La poursuite des éditeurs des brochures pornoqraphiques el I'Interventlon de la gendarmerie pour la mission que VQUS proposez n'est pas de Ia compétence du Département de la Défense Nartonale,

QUESTION:

VRAf\G:

In vooruitztcht van het verwezenhjken van de Europese Defenslegemeenschap is in de textielmiddens de vrees ontstaan dat onze textielproducties minder in aanmerking zouden worden genomen voor de kleding van militairen en voor alle andere weefselbekledtnq, Is het mogelijk geruststellende verklarlnqen in deze te verstrekken voor de textlelindustrte van ons land 1 ANTWOORD:

Een groep deskundigen ls thans vergaderd in de schoot van het Interim Comité van de Europese Defensleqemeenschap, om de norrnen vast te stellen die ars basis moeren dienen voor het opstellen

En rapport avec; la réalisation de la C. E. D. les milleux: textiles craignent que notre industrie textile soit beaucoup moins sollicitée pour la fabrication de tissus militaires et' de tous autres tissus. ' Est-il possible d'obtenir textile de notre pays ?

des explications

rassurantes

pour l'industrie

RÉPONSE

Un groupe d'experts est actuellement réuni au sein du Comité Intérimaire de la Communauté Européenne de Défense en vue de: fixer !-es normes devant servir de base à l'élaboration des spécifications

331

( 54

van de technlsche speclflcatles, die bestemd zijn orn de aankopen van texttelarnkelen, welke noodzakeltjk zijn voor de uitrusting van de troepen der Europese Verdedtqtnqsqemeenschap, te beheersen. De Belgische afqevaardlqde vau deze groep is het hoofd van de Dienst van de Aankoop van Llïtrusnnqen, van de Algemene Dienst der Voorraden, Nauwkeurlqe instructtes zijn aan deze afgevaardigde gegeven. opdat dit werk ill nauwe samenwerklnq verrlcht zouworden met de bevoeqde Dtensten van het "Mtntsterte van Economlsche Zaken en opdat in qeen enkel geval kwallteltspeclflcatles of Fabrlcaqeprocedé's, die een benadeling van 'onze textteltndustrie ultmaken, zou worden toegelaten. Anderzqds, krachtens de arttkelen 29 en 30 van het financieel protocol, dat bij het vcrdraq van de Europese .Defensteqemeenschap Is gevoegd. moet een bedraq, waarvan de belanqrljkheld verschllt van 85 tot 115 % van de deelname van de lid zijnde Staat, in deze Staat worden uitqeqeven. Er is qeen enkele reden om te geloven dat de textleltndustrte benadeeld zal worden met betrekktnq tot de andere tndusertetakken,

r technlques destinées à réqlr Iesmarchës d'articles à l'équipement des troupes de la C, E. D.

textiles

Le délégué belge il ce groupe est le chef du Service Equipements du Service Général des Approvisionnements.

nécessaires

d'Achat

des·

Hé

Des instructlons précises ont données ti ce délégué pour que ce travail salt mené en liaison étroite avec les services compétents du MInistère des Affail'es Economtques, et pour qu'en aucun cas des spécifications de quallté ou des 'procédés de fabrication susceptibles de nuire à 'notre industrie textile ne salent admis, D'autre part en vertu des articles 29 et 30 du protocole financier annexé au traité de la C, E.· D. un montant dont l'importance varie de 85 % 115 % de la contribution. de l'Etat membre dolt être dépensé dans cet Etat. à

Il n'y a aucune raison de .crolre que l'industrie risée par rapport il d'autres branches de l'industrie.

textile

sera défavo-

[ 55 J

331

ANNEXE

BIJLAGE III.

Lisle des questions et réponses déposées au greffe. concernant I

Lijst der vraqen en antwoorden die ter griffie neerqeleqd werden, betreffende

I. - Le personnel.

1. -s-He: personeel : . 1. Oproepinq van de Territoriale Wacht voor Luchtafweer: 2. Verschijnen van de Kandidaten .reserve-offtcteren voor het Centrum voor psychotechnische examens; 3. Psychologische en paedaqoqische vorming van de reserve-officieren: 4. Toelagen aan speciahsten: 5. Indeling van de specialisten (aanvulling van de vraaq onder n" 4); 6. Vakpersoneel vcor het opslaan en het onderhouden van het materteel: 7. Aantal gem~mals; 8. Bezoldiging van de « innaaiers » van het Mihtair Geografisch Instituut: 9. Rechtvaardiging van de uitgaven H. I. B. (Hulp- en Informatiebureau voor Gezinnen van Militairen).

Il. -- Her meterieel :

III. ~ De militiewet , uitqesproken

door dienstplichtiqen

inzake op-

La loi sur la milice.

1. Désirs formulés par les miliciens concernant SOtlSles armes.

V. -- Allerlei :

1. Valeur morale et valeur artistique des spectacles présentês par des troupes allemandes: '2. Bibliothèques itinérantes; 3. Délassements dans les hôpitaux militáires; i. Répartition des journaux et des publications; 5. Répartition des sommes prévues au budget pour la Section «:WeHare » et pour les « Prêts de livres s-,

V. -

1. Werking van de « Dienst van de Weerstand »; 2. Opleiding van de opqeroepenen der Territoriale Wacht voor Luchtafweer; 3. Vrouwelijk personeel van de diensten van de luchtcontröle: 1. Nederlandse tekst van de brochure « Hoe wordt een stad bezocht »: 5. Verlof van de soldaten gekantonneerd te Longerich; 6. Voeding: kwaliteit van de aardappelen: 7. Portvrijdom voor soldaten die te Kamina gekazerneerd zijn,

en Selecnecentra.

les appels

IV. - Lëdltcation et « Welfare ».

:

1. Morele gaafheid en artistieke waardc van de « shows » door Duitse groepen voorqesteld: 2. Rondreizende bibhotheken: 3. Ontspanning in de militaire hospîtalen: 4. Uitdeling van dagbladen en periodieken: 5. Verdeling der bedraqen voorzien in de begroting voor de « Sectie 'Welfare » en « Lenen van boeken ».

&. Behandeling in de RecrutennqsGeneeskundig onderzoek.

Le matériel.

1. Construction des hangars - Effondrement d'un hangar; 2. Construction de maisons' pour sous-officiers ä proximité des casernes et des champs d'aviaion, III. -

roepinq.

IV. -- De opvoedinq en « Welfare»

1; Rappel sous les drapeaux de la Garde Territoriale Antiaérienne; 2. Comparution des candidats officiers de réserve au CenIre d'examens psychotechniques; 3. Formation psychologique et pédagogique des officiers de réserve; 4.' Primes octroyées aux spécialistes; 5. Reclassement des spécialistes (complément à la question n? 4); 6. Gens de métier affectés à l'entreposage ainsï qu'à l'entretien du matériel; 7. Nombre de généraux; 8. Salaire attribué aux « brocheurs »- de l'Institut Gëographique militake: 9. Justification des dépenses de l'O,.R. A. F. (Office de Renseignements et d'Aide aux Familles); II. -

I. Oprichting van loodsen -- Instorting van een loods: 2. Bouwen van woonhuizen voor onderofficieren in de omgeving van kazernes en vheqvelden.

1. Wensen

III.

-

Sujets divers.

1. Fonctionnement de: J'« Office: de la Résistance »; 2. Entraînement des rappelés de la Garde 'Territonale Antiaérienne; 3. Personnel féminin des Services de Contrôle aérien; i. Texte néerlandais de la brochure: « Comment visiter tine ville »: 5. Congés des soldats cantonnés à Longerich: 6. Nourriture: qualité des pommes de terré; 7. Octroi de la franchise postale aux soldats casernés à Kamina; 8. Traitements infligés au Centre de Recrutement et de Sélection. - Examen médical.

Chambre ~195'1. Kamer der Volksvertegenwoordigers. Représentants BUDGET BEGROTING. du Ministère de la Dêfense Nationale pour l' exercice 1954

Recommend Documents