Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Lesbrief Painted Poetry
1
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
INHOUDSOPGAVE
Painted Poetry: de cultuurontmoeting
3
Inleiding en doelen
5
Tien tips om een gedicht te leren schrijven
6
Voorbereiding les
8
Verwerking lessen
11
Literatuurtips
14
2
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Painted Poetry Bibliotheek en CREA Over het project / De cultuurontmoeting Deel een: introductie Poëzie Inleidend gesprek over het begrip poëzie. Alle gedichten samen, korte lange, droevige, grappige, rijmende en niet – rijmende, makkelijke en onbegrijpelijke gedichten samen noemen we poëzie. Er wordt een gedicht voorgelezen uit Kat in ’t bakkie, rijmen is een makkie van Hans Kuyper. Het gedicht wordt besproken aan de hand van de volgende vragen:
Welke beelden, kleuren zie je
Hoe is de sfeer / stemming
Welk seizoen is het, kun je dit ontdekken
Is het een gedicht op rijm
Welke gebeurtenis wordt er beschreven
De leerlingen bemerken en ervaren:
dat in het gedicht een gebeurtenis niet uitgebreid wordt omgeschreven en woorden zijn weggelaten
het gedicht spannender wordt door het gebruik van korte zinnen.
de lezer / toehoorder daardoor wordt aangezet om zelf uit te vinden wat er gebeurt.
verschillen tussen een verhaal en een gedicht
Dichtspelletjes In de kring worden dichtspelletjes gedaan, er is aandacht voor:
rijmvormen
het persoonlijk gedicht, vanuit de ik-vorm – expressie: gevoelens beleven
het beschouwend gedicht, vanuit de observatie – impressie: indrukken beschrijven
ritme, klank, klemtoon: een rap - gedicht dient als voorbeeld - de leerlingen klappen het ritme mee
De leerlingen leren verschillende dichtvormen gebruiken en ervaren dat ritme, klank en klemtoon belangrijke elementen zijn om een gedicht te beleven.
3
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Schilderkunst en poëzie Plintposters, die een combinatie laten zien van dichtkunst en schilderkunst, worden samen bekeken, de leerlingen benoemen wat ze zien en ervaren. - Passen het schilderij en gedicht goed bij elkaar - Heeft de schilder het gedicht begrepen, - Door welke zinnen en woorden werd hij geïnspireerd
Deel twee: een gedicht maken bij een schilderij In het Crea Atelier staan schilderijen van professionele kunstenaars klaar. Bij elk schilderij werken maximaal 5 leerlingen. Het schilderij staat model voor een gedicht. Na het schilderij aandachtig te hebben bekeken, schrijven de leerlingen spontaan woorden en zinnen op papier die het eerste in ze opkomen. Daarna kiest de leerling de dichtvorm: een vrij gedicht; een rijmend gedicht; persoonlijk, door in de huid te kruipen van een figuur of voorwerp op het schilderij, of beschouwend / beschrijvend. De gedichten worden verzameld, zonder naam erbij, waardoor het een verrassing blijft wie het gedicht heeft geschreven. Painted Poetry Elke leerling krijgt een gedicht van een klasgenoot en gaat aan de hand van dit gedicht een tekening / schildering maken. Het gedicht wordt onderdeel van het werkstuk door het erin te schrijven, te plakken of als een collage te verwerken. Het werk wordt verzameld en in de kring gelegd. De schilderijen waar de gedichten over zijn gemaakt, worden erbij gezet. Daarna bespreken we de resultaten: - Zien we overeenkomsten tussen de werkstukken van de leerlingen en de oorspronkelijke schilderijen - Hoe was het om bij een gedicht van een ander te tekenen / schilderen - Een aantal gedichten worden voorgelezen - aandacht voor zinsopbouw, ritme, klemtoon - Leerlingen geven elkaar feed – back. Over de docent: Hettie Franken Ze verzorgt cursussen schilderen en illustreren, ontwikkelt projecten beeldende vorming voor het basis- en voortgezet onderwijs en begeleidt de bijbehorende workshops. Hettie Franken is beeldend kunstenaar, dichter en docent. Het docentschap haalt haar uit het atelier en houdt haar scherp. Improvisatie van de leerlingen speelt een belangrijke rol in haar lessen.
4
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Inleiding Poëzie bevordert het leesplezier en de leesvaardigheid. Poëzie is goed te combineren met muziek. Veel gedichten zijn op muziek gezet. Poëzie laat zich prima voorlezen of beter: voordragen. Poëzie is spelen met taal, met woorden, met betekenissen, met rijm of ritme, met klanken. Poëzie is een middel om kinderen nieuwsgierig te maken. Een gedicht is een tekst met korte zinnen. Die zinnen klinken mooi en sommige gedichten rijmen. Voor dichters is niet alleen de inhoud van de tekst belangrijk, maar ook de vorm waarin hij gegoten is. Dichters vertellen graag veel in weinig, goed gekozen woorden. Een gedicht maken is niet zo moeilijk als iedereen denkt. Eigenlijk zijn er geen regels voor het schrijven van een gedicht. Alles mag en niets moet. Als je twee of meer rijmregels hebt, is dat al een gedicht. Een gedicht mag net zolang zijn als je zelf wilt.
Schriftelijk taalonderwijs
De leerlingen krijgen door speelse oefeningen en improvisatie kennis van verschillende dichtvormen en plezier in het schrijven van gedichten.
Ze leren indrukken en gevoelens in een gedicht te verwoorden.
Kunstzinnige oriëntatie
De leerlingen leren beeld en taal te gebruiken om er impressies en gevoelens mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
5
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
10 tips voor het schrijven van een gedicht 1. Je gedicht kan overal over gaan Over kleine dingen als een fietsbel of een sok, over grote dingen als een flatgebouw of het reuzenrad, over mensen die je kent, je vriendje, je juf of je moeder. In een gedicht mag je dromen, liegen, overdrijven, je herinneren, gek doen. In een gedicht mag je zelfs zwijgen Als je in een gedicht niet alles vertelt, kan de lezer erg nieuwsgierig worden! 2. Je hoeft gedichten niet te begrijpen Zelfs je eigen gedicht hoef je niet te snappen. Een schilderij of een muziekstuk begrijp je toch ook niet? Een gedicht mag een beetje mysterieus zijn. Het gaat erom wat een gedicht met de lezer doet. Krijg je er kippenvel van? Moet je er om grinniken? Vind je het gewoon mooi en weet je niet waarom? Of klinkt het gewoon lekker uit je mond als het hardop leest? 3. In een gedicht speel je met woorden en klanken Dichters zeggen de dingen net een beetje anders. Soms zeggen ze dingen twee of drie keer zodat je het echt goed hoort. Dichters liegen, fantaseren spreken soms de waarheid, ze spreken in beelden en vergelijkingen. Een zonsondergang lijkt bijvoorbeeld op een oranje pizza. En een burgemeester is een heer met een halsband. 4. Veel kinderen denken dat een gedicht moet rijmen En dan schrijven ze regels op, alleen vanwege het rijm. Bijvoorbeeld: Ik loop door het bos, en ik ben de klos. Of : De hemel is blauw, ik hou van jou. Flauwe bekende rijmpjes die al tienduizend keer zijn opgeschreven. Daarom is het soms mooier om niet te rijmen maar te letten op het ritme, de lengte van de zinnen en op de woorden die je gebruikt. 5. Schrijf korte regels Tien woorden op één regel is vaak al heel veel. De meeste gedichten hebben korte regels. Met korte regels hou je een gedicht open: Alle woorden hebben dan de ruimte, ze drukken elkaar niet weg. 6. Schrijf korte gedichten met weinig regels Bijvoorbeeld een gedicht van zes, tien of hooguit veertien regels. Heb je meer regels? Kijk wat je kunt schrappen. Een gedicht wordt er beter van als het kort en krachtig is.
6
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
7. Sla af en toe eens een regel over. Dat heet: een witregel. Witregels maken een gedicht overzichtelijk. Ze geven een gedicht ruimte, de stilte die het nodig heeft. 8. Gebruik woorden die je voor je ziet Zie je een auto? Noem het merk! Zie je een bloem? Noem de naam! Sommige woorden zijn zo vaak gebruikt dat ze versleten zijn. ‘Leuk’ is bijvoorbeeld zo`n woord. Heb je ‘leuk’ opgeschreven? Zet er een streep door en bedenk een beter woord. 9. Herhaal een belangrijk woord of een belangrijke regel Daardoor gaat je gedicht klinken als een lied, als een muziekstukje van klanken. 10. Schrijf geen gedicht over van andere dichters Want dan ben je een dief. Je pakt iets van een ander en je zegt dat het van jou is! Dat is niet sportief! (rijmt per ongeluk)
Bron: www.poeziepaleis.nl
7
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Voorbereiding les voor Painted Poetry Print de 10 tips voor het schrijven van een gedicht van deze lesbrief uit en bespreek ze met de leerlingen. Dichten met rijm Rijmen kan op veel manieren, een regel kan rijmen op de zin ervoor, maar je kunt ook steeds een regel overslaan. Dit noemen we rijmschema’s. Om rijmschema’s gemakkelijk te kunnen laten zien gebruiken we letters. Gelijke eindklanken krijgen dezelfde letter: Eindrijm Ik zit mij voor het vensterglas
a
onnoemelijk te vervelen.
b
Ik wou dat ik twee hondjes was,
a
dan kon ik samen spelen.
b
Godfried Bomans
Groot, rood, boot
a
schaatsen op een sloot
a
Kat in het bakkie
b
rijmen is een makkie
b
Hans Kuyper
Opdrachten 1. Een leerling
noemt een eerste dichtregel, een andere leerling de volgende, tot de vier regels van het rijmschema zijn gemaakt.
2. De leerlingen
bedenken korte gedichten van vier regels met de verschillende rijschema’s.
luisteren naar ritme en de klank, klappen mee en neuriën de zin
Een grote boze toverheks
zeggen de maten in de zin hardop mee
Pa
dam pa
dam pa
Een gro - te
bo- ze
dam pa dam to- ver - heks
klappen, neuriën, fluiten, tikken, enz. de woorden
Man - da – rijn
Am – ster – dam
Fiets - pomp - re - pa - ra - tie - se - tje
Te - le - vi - sie - pro - duc - tie - maat - schap - pij
De leerlingen ervaren dat ritme en klemtoon belangrijk zijn in een gedicht.
8
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Een gedicht hoeft niet te rijmen, je kunt ook iets poëtisch opschrijven. (po ee ties = met mooie woorden zeggen of opschrijven). Schilderen met woorden Een dichter is eigenlijk een schilder met woorden. Hij moet de lezer het gevoel geven dat ze samen op de plek staan, die in het gedicht besproken wordt. De lezer ziet, proeft en ruikt alles wat zich daar afspeelt. Een gedicht hoeft niet perse te rijmen. De woorden die je kiest, hoelang je zinnen zijn en hoe ze samen klinken, zijn belangrijke ingrediënten om een gedicht te maken. Lees de regels bij het schrijven van je gedicht eens zachtjes hardop, dan hoor je vanzelf of het gedicht goed loopt, hoe het ritme is en waar de klemtoon moet liggen.
De docent leest onderstaand gedicht voor, ter inspiratie voor de volgende opdracht.
Storm Storm Grijs zwarte wolken Doorzichtige druppels Gele bliksem Harde wind Storm Ik merk er niets van Ik zit op school En schrijf een gedicht Over regen en storm Malenka van Ommen gr 7
9
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Opdracht Leerlingen gaan individueel aan de slag met onderstaande opdracht: 1. Kies uit het volgende rijtje een woord: blij / boos / bang / vrolijk / verdrietig / stoer / lief 2. Welk dier, persoon en / of voorwerp past voor jou bij dit gevoel 3. Welke kleuren passen erbij, welk weer 4. Welk geluid, wat ruik je, wat proef je 5. Schrijf nu een gedicht van zeven korte regels waarin alles samenkomt: gevoel, dier, kleur, weer, geluid, geur, smaak 6. Let op korte zinnen, gebruik niet teveel woorden 7. Maak het gedicht spannend door niet alles te vertellen wat er gebeurd 8. Maak er een tekening bij waarin de sfeer van het gedicht goed naar voren komt
10
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Verwerking les
Maak een gedicht bij een schilderij. Twee leerlingen werken samen aan de opdracht. 1. Ieder schrijft een eerste zin, geeft dan zijn blaadje door, de buurman of buurvrouw schrijft dan de tweede zin op het blaadje dat voor hem/haar ligt. 2. De blaadjes worden net zo lang aan elkaar doorgegeven totdat een gedicht van zes regels is gemaakt. 3. Bedenk ook een titel bij het gedicht.
Aandachtspunten voor de leerlingen:
Bespreek of je een gedicht op rijm wilt gaan maken of een vrij gedicht
Let op zinslengte, ritme, klemtoon
Woordkeus: kijk welke woorden goed bij de afbeelding passen
Lees de zin van je buurman / buurvrouw aandachtig en kijk hoe je er een passend vervolg op kunt maken, wanneer je rijm gebruikt, kies samen voor een rijmschema
Lees de zinnen in gedachten hardop, hoe klinkt het, hoe is het ritme, waar leg ik de nadruk op
Print de afbeelding uit en schrijf de tekst in het schilderij, zodat het onderdeel wordt van het kunstwerk.
De gedichten worden voorgelezen, er wordt gelet op zinslengte, woordkeus, ritme en of het gedicht goed bij het schilderij past. Er wordt gekeken naar de vormgeving: is het gedicht op een spannende, bijzondere, grappige manier in het schilderij verwerkt, heeft het een positieve effect op het Kunstwerk?
11
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Dichter / kunstenaar Ted van Lieshout Ted van Lieshout is een echte duizendpoot: hij schrijft gedichten, verhalen, boeken over kunst, liedjes voor tv, toneelteksten en prentenboeken. Bovendien is hij illustrator. Na zijn afstuderen aan de kunstacademie, in 1980, ontwierp hij boekomslagen en catalogi en maakte tekeningen voor kranten en tijdschriften. Sinds 1986 schrijft en illustreert hij proza en poëzie voor kinderen. Hij is een echte duizendpoot: schrijft gedichten, verhalen, boeken over kunst, liedjes voor tv, toneelteksten en prentenboeken. Bovendien is hij illustrator. Sommige onderwerpen komen vaak in zijn verhalen voor: hij schrijft veel over de dood, over mensen die er niet bij horen, over gevoelens rond opgroeien en het zoeken naar een eigen plek. In zijn boeken vertelt hij ook vaak over zichzelf en de dingen die hij meemaakte, bijvoorbeeld over de dood van zijn vader en zijn broer. In 2009 ontving hij de Theo Thijssenprijs voor zijn gehele oeuvre. In 2010 kreeg hij als eerste de Willem Wilminkprijs, de prijs voor het beste kinderlied. En in 2012 mocht hij de Woutertje Pieterse Prijs en een Zilveren Griffel in ontvangst nemen voor zijn blokgedichten in Driedelig paard. www.tedvanlieshout.com en http://tedvanlieshout.nu/
12
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Visuele Poëzie De docent leest onderstaand gedicht voor, ter inspiratie voor de volgende opdracht. Het spook Er was een spook dat spoken wou, maar bang was in het donker. En als er 's nachts gedoold moest worden door het huis, dan klonk er de hele tijd een stemmetje, 't kwam uit de hoek vandaan, dat angstig vroeg: 'O, mag er alstublieft een lichtje aan?' De mensen die daar sliepen werden wakker van 't geluid. Ze lagen bevend in hun bed en durfden er niet uit, behalve een klein meisje dat is opgestaan en toen de gang op ging om voor het spook een lampje aan te doen.
Opdracht Maak een illustratie bij het gedicht ´Het spook´ van Ted van Lieshout.
Teken met potlood een vorm die bij het gedicht past.
Schrijf het gedicht op een speelse manier in de vorm met een zwarte viltstift of fine liner.
Maak de tekening verder af met viltstift.
De leerlingen gaan nu een stapje verder met het combineren van tekst en beeld door de tekst van het gedicht als visueel element toe te passen, tekst wordt beeld: visuele poëzie.
13
Centrum voor Kunsteducatie en Hengelose Balletschool
Literatuurtips
Websites http://poezieweek.com/school/index.html www.gedichtendag.com/2013/documenten/poezielessen_BO.pdf www.poeziepaleis.nl/lesmateriaal www.cultuurplein.nl/primair-onderwijs/lesidee%C3%ABn www.schoolderpoezie.nl/lesbrieven/themas.html www.uitzendinggemist.nl/programmas/4736-kunstuur-poezie-animatie www.doemaardichtmaar.nl www.plint.nl
14