Cbs de Triangel zet de toon voor de toekomst
1
SCHOOLPLAN 2015-2019
INHOUD
Inleiding................................................................................................................................................................................ 5 Deel I: De school binnen de huidige maatschappij en binnen Noordkwartier.........................................6 1. De missie, kernwaarden en identiteit ................................................................................................................ 6 1.1 Missie......................................................................................................................................................................... 6 1.2 Kernwaarden.......................................................................................................................................................... 6 1.3 Identiteit................................................................................................................................................................... 6 2 Relevante ontwikkelingen......................................................................................................................................... 7 3 Situatie Cbs de Triangel.............................................................................................................................................. 7 4 Visie en koers algemeen............................................................................................................................................. 9 Deel II: Onze visie........................................................................................................................................................... 10
2
2 Uitwerking van de hoofdlijnen op onze school............................................................................................... 10 2.1 Toekomstgericht onderwijs: Waar de toekomst vandaag begint ..................................................11 2.2 Talentontwikkeling: Breed en gericht op talent.................................................................................... 11 2.3 Versterken van de professional: LeerKRACHT....................................................................................... 11 2.4 Samenwerking en kindcentra: Waarom moeilijk doen als het samen kan?...............................11 2.5 Kwaliteit: Morgen zijn we beter dan vandaag........................................................................................ 12 3 Samenvatting................................................................................................................................................................ 12 Deel III Praktisch schoolplan..................................................................................................................................... 12 1 Uitgangssituatie...................................................................................................................................................... 12 3 Beginsituatie............................................................................................................................................................ 13 4 Verbeteractiviteiten.............................................................................................................................................. 16 4.1 Onderwijskundig beleid: toekomstgericht onderwijs en talentontwikkeling......................16 4.2 Kwaliteitsbeleid: Morgen beter dan vandaag ................................................................................... 17 4.3 Personeelsbeleid: LeerKRACHT.............................................................................................................. 18 4.4 De school in de wijk/de stad Appingedam: samenwerking ........................................................18 4.5 Ouderbetrokkenheid: ouders als partners.......................................................................................... 23 5 Implementatie......................................................................................................................................................... 24 6 Evaluatie.................................................................................................................................................................... 24 7 Sponsoringbeleid................................................................................................................................................... 24 Bijlagen bij het schoolplan 2011-2015............................................................................................................. 25 Ondertekening................................................................................................................................................................. 27
3
4
INLEIDING Voor u ligt het schoolplan van Cbs de Triangel voor de periode van 2015 tot 2019. Het schoolplan is tot stand gekomen in overleg met verschillende betrokkenen: team, ouders, stakeholders, mededirecteuren en bovenschools management. Samen hebben we gesproken over de visie en de doelen voor de komende jaren. Het is een relatief kort plan, dat de koers aangeeft die de school wil varen. Het plan is gericht op hoofdlijnen. Belangrijke thema’s voor de komende jaren zijn samenwerking, schaalvergroting en eigentijds onderwijs. De inhoud van het plan geeft een aantal kaders voor en richting aan het onderwijs. In de jaarplannen wordt deze koers uitgewerkt en vorm gegeven. Omdat we ons er van bewust zijn, dat we door samenwerken veel meer kunnen bereiken dan alleen, willen we de komende jaren veel samenwerken, met elkaar als team, met ouders, onze omgeving en binnen Noordkwartier. Ik wil hierbij iedereen bedanken die heeft mee gewerkt aan de totstandkoming van dit plan. Door het samen te doen, is het plan beter, mooier en meer inspirerend geworden. Mevr. R. Joustra-Deen Directeur Cbs de Triangel
5
DEEL I: DE SCHOOL BINNEN DE HUIDIGE MAATSCHAPPIJ EN BINNEN NOORDKWARTIER
1. DE MISSIE, KERNWAARDEN EN IDENTITEIT 1.1 MISSIE De kerntaak en wettelijke opdracht van het onderwijs houdt in: kwalificatie, socialisatie en identificatie van leerlingen.1 Kwalificatie houdt in dat we kinderen opleiden voor vervolgonderwijs, socialisatie betekent dat we kinderen opleiden tot volwaardig deelnemer van de maatschappij van de 21e eeuw en identificatie betekent dat we kinderen helpen om door zelfkennis, zelfsturing en talentontwikkeling te ontdekken wie ze zijn en wat ze kunnen.
1.2 KERNWAARDEN De scholen van Noordkwartier werken en handelen vanuit drie kernwaarden: veelzijdig, verantwoordelijk en verbonden. Veelzijdig Noordkwartier wil onderwijs aanbieden dat zich kenmerkt door veelzijdigheid. Binnen het kader van onze christelijke identiteit, stimuleren we diversiteit in onderwijs en talentontwikkeling. Profilering van de scholen, binnen de bestuurlijke kaders, heeft een hoge prioriteit. Verantwoordelijk Als christelijke scholen leggen we, vanuit onze overtuiging, verantwoording af voor de keuzes die we maken. Kinderen hebben recht op kwalitatief hoogstaand onderwijs, gegeven door professionals, gericht op de toekomst met aandacht voor zorg en welzijn. Zowel ouders als overheden verschaffen we inzicht in de opbrengsten door kwaliteitsmeting. Verantwoordelijkheden binnen de organisatie zijn duidelijk en mensen spreken elkaar aan op hun verantwoordelijkheden. Bij verantwoordelijkheid hoort ook effectief en efficiënt werken, zodat middelen optimaal kunnen worden benut. Verbonden We staan midden in de maatschappij en hebben daarin een functie. We streven ernaar onderwijsvoorzieningen te realiseren op dorps- of wijkniveau, in dialoog met alle betrokkenen, zoals kinderen/ouders, andere (onderwijs) instellingen en (lokale) overheden. Scholen werken samen met anderen waar door samenwerking meer kan worden bereikt.
1.3 IDENTITEIT Het uitgangspunt voor de identiteit van de scholen van Noordkwartier staat in de statuten verwoord. Hierin staat dat het onderwijs aan de christelijke scholen wordt gegeven met de Bijbel als grondslag. Het onderwijs aan de samenwerkingsschool wordt gegeven op algemeen bijzondere grondslag. In het schoolplan en de schoolgids wordt per school aangegeven op welke wijze vorm en inhoud wordt gegeven aan de identiteit van de christelijke scholen en de identiteit van de samenwerkingsscholen op algemeen bijzondere grondslag. 1 Onderwijsraad, 2008, Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen en advies, en G. Biesta, 2012, Goed onderwijs en de cultuur van het meten
6
Binnen onze scholen is het belangrijk om ontwikkeling en samenwerking te stimuleren, kinderen te leren om voor zichzelf te denken en open te staan voor anderen. Zingeving is een belangrijk onderwerp dat aandacht krijgt bij levensbeschouwelijke vorming. De leerlingen leren om vanuit hun eigen achtergrond om te gaan met verschillende levensopvattingen. Op onze scholen laten we kinderen kennismaken met een veelheid van levensbeschouwingen. De scholen kennen vormen van dagopeningen, hebben uren voor levensbeschouwelijke vorming en vieren bewust (enkele) religieuze feesten. Wij begeleiden onze leerlingen in het ontdekken van hun eigen identiteit en leren hen om andere opvattingen te begrijpen en te respecteren.
2 RELEVANTE ONTWIKKELINGEN Hieronder wordt een aantal belangrijke trends genoemd, waar onze school mee te maken heeft. Nieuwe inzichten over hoe mensen leren die zijn verkregen uit hersenonderzoek, maken dat van leerkrachten en leerlingen nieuwe vaardigheden worden gevraagd. De kennissamenleving waarin wij leven, vraagt andere kennis en vaardigheden dan scholen nu over het algemeen nog aanbieden en onderwijzen. We moeten toe naar een methodiek waarin kinderen leren om eigen kennis te construeren, interesses en talenten te ontwikkelen waarbij het persoonlijke leren centraal staat. We willen het creatief denken stimuleren. ‘We willen de praktische intelligentie aanspreken om de theoretisch intelligentie te vergroten ‘ Voor de regio is het een belangrijk gegeven dat de krimp zich onverminderd voortzet. In het schooljaar 20142015 hebben we echter gezien dat we 18 (!) leerlingen boven de prognose uitkomen. Dit is deels te verklaren vanuit de geboortecijfers en deels vanuit de kwaliteit van de school en de beeldvorming bij ouders. Dit betekent ook dat we per 1 augustus 2015 wederom starten met 8 groepen. Gebaseerd op de prognosecijfers van 2014 (Primos en Provincie Groningen) is de verwachting dat het aantal kinderen tot 2020 stabiel zal blijven. 2025 laat een daling zien naar 91%. De verwachting is wel dat Cbs de Triangel de komende jaren een kleine daling zal laten zien in het leerlingenaantal, omdat de andere basisscholen in Appingedam al licht teruglopen in leerlingaantal.
De maatschappelijke verwachtingen leggen een sterkere druk op scholen. De buitenwereld verwacht van scholen dat er aandacht is voor maatschappelijke issues. Daarnaast wordt er kritischer dan voorheen gekeken naar bereikte resultaten.
Om goede voorzieningen te kunnen leveren is het van belang om voldoende schaalgrootte te hebben. Onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang werken daarom al steeds meer samen. Ook fusies tussen scholen en andere samenwerkingsvormen zijn hier het gevolg van.
3 SITUATIE CBS DE TRIANGEL Cbs de Triangel is sinds 1 augustus 2014 onderdeel van het Kindcentrum OPwierde. In het Kindcentrum zijn twee scholen gevestigd (Cbs de Triangel en obs de Vuurvlinder), kinderopvang en NSO (Kids2b) en peuterspeelzaal Pinkeltje (ASWA). We dragen de volgende gezamenlijke visie uit:
7
‘In OPwierde staan de kinderen van 0-13 in het middelpunt. Een goed samenwerkend team biedt een breed en gevarieerd aanbod, waarbij we via die verbinding samen op ontdekkingsreis gaan. We creëren samen: kinderen, ouders en teams, een leer-leefwereld waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen.’ Wekelijks bespreken de leidinggevenden lopende zaken en ontwikkelplannen die betrekking hebben op het hele kindcentrum. Daarnaast werken de leidinggevenden met een aantal medewerkers (die de opleiding ambassadeur/medewerker kindvoorziening hebben gevolgd) aan de bouwstenen: ondernemerschap, organisatie en beheer, onderwijskundig en pedagogisch, personeel. Ook binnen Appingedam wordt maandelijks overleg gevoerd met de leidinggevenden van de 4 basisscholen, de kinderopvang, peuterspeelzalen en de beleidsmedewerkster onderwijs van de gemeente. Belangrijk onderwerp van gesprek binnen dit overleg is de organisatie van de naschoolse activiteiten voor alle kinderen van 0-13 jaar in de gemeente. Cbs de Triangel werkt aan een vijftal speerpunten: Christelijke school o Iedereen is welkom
8
o
Aandacht en respect voor elkaar
o
Christelijke vieringen
o
Alle talenten aanboren
o
Bijbelverhalen en liederen
o
Goede doelen
o
Waarden en normen
Veilige school
o
Echt luisteren naar kinderen èn ouders
o
KiVa, een programma dat pesten helpt voorkomen
o
Altijd een luisterend oor
o
Ieder kind gaat graag naar school
Structuur en houvast
o
Rust in de school
o
Zelfstandig werken en directe instructie
o
Leerlingvolgsysteem
o
Continurooster
o
Duidelijk dagritme
o
Leerstofjaarklassen
Actueel onderwijs
o
Differentiatie
o
Projecten
o
Kunst en cultuur
o
ICT
o
Moderne methodes en didactiek
o
Ruimte voor verschillen
o
Aandacht voor leeropbrengsten
o
Leren samenwerken
o
Goed opgeleide leerkrachten
Zorgzame school
o
Extra uitdaging voor getalenteerde leerlingen
o
Uitgebreide leerlingenzorg
o
Extra begeleiding bij leerproblemen
o
Ouders zijn altijd welkom
o
Programma Leefstijl voor sociaal-emotionele ontwikkeling
o
Inspraak voor ouders via ouderraad en medezeggenschapsraad
4 VISIE EN KOERS ALGEMEEN De scholen van Noordkwartier werken de komende jaren aan de volgende visiepunten:
1.
Wij bieden hoogwaardig onderwijs voor de toekomst: innoverend, kinderen worden voorbereid op hun rol in de nieuwe wereld. Bewuste inzet van ICT als middel.
2. Wij bieden op al onze scholen een aanbod dat voor zoveel mogelijk leerlingen uit de omgeving passend is.
3. Eigenheid en trots mogen bij ons gezien zijn. Er is binnen Noordkwartier ruimte voor talentontwikkeling voor iedereen en alle geledingen, we stimuleren dat kinderen en medewerkers het beste uit zichzelf halen. We laten aan anderen zien wat we doen.
4. Wij hebben interne en externe samenwerkingsrelaties nodig om onze doelstellingen te realiseren. Intern: teams zijn belangrijk, leren en groeien doe je als team. Extern: samenwerking met ouders, onderwijs- en andere partners. We zijn extern gericht om te kunnen zorgen voor een goede interne focus.
9
5. Bevoegdheden liggen bij ons in de organisatie zo laag mogelijk. Wij geven ruimte aan de professional. We spreken elkaar aan op resultaten. De wijze van uitvoering is een zaak van de professional zelf. Resultaten staan bij ons centraal in de verantwoording op alle niveaus.
DEEL II: ONZE VISIE 1 DE HOOFDLIJNEN Aan de hand van de visie , wordt gewerkt aan vijf programmalijnen: 1 Toekomstgericht onderwijs: Waar de toekomst vandaag begint … 2 Talentontwikkeling: Breed en gericht op talent
3 4 5
Versterken van de professional: LeerKRACHT Samenwerking en kindcentra: Waarom moeilijk doen als het samen kan? Kwaliteit: Morgen zijn we beter dan vandaag
2 UITWERKING VAN DE HOOFDLIJNEN OP ONZE SCHOOL De hierboven genoemde hoofdlijnen zijn leidend voor de verdere ontwikkeling van onze school en vormen het kader van de uit te werken beleidspunten in de komende jaren. Dit is onderwerp van gesprek geweest binnen het team, op de locatie OPwierde en tijdens een inbrengavond voor de ouders van de school en de medezeggenschapsraad.
10
2.1 TOEKOMSTGERICHT ONDERWIJS: WAAR DE TOEKOMST VANDAAG BEGINT .. Het onderwijs op Cbs de Triangel komt zoveel als mogelijk tegemoet aan de behoeften van leerlingen uit de wijk en uit Appingedam. We hebben een populatie waarbij het opleidingsniveau van ouders voor meer dan 50% bestaat uit maximaal MBO. Daarnaast wordt het deel anderstaligen steeds groter. We merken dat anderstalige ouders meer voor onze school kiezen vanwege het onderwijs, de sfeer en regels. Daarnaast kiest 80% van de ouders voor onze school zonder dat ze zelf een christelijke of andere gezindte hebben. Ook deze ouders geven aan te kiezen voor waarden en normen, regels, rust, structuur en kleinschaligheid. Onze leerlingen zijn grotendeels afkomstig uit de directe schoolomgeving. Relatief veel ouders werken in loondienst of oefenen een beroep uit waarbij lichamelijke arbeid wordt verricht. Hogere opleidingen (HBO, universiteit) komen weinig voor. De landelijke trend dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is ook hier merkbaar. We zien de ouders minder in de school komen. Een groot deel van onze leerlingen heeft een Nederlandse cultuur als achtergrond. De tweetaligheid van de allochtone leerlingen heeft uiteraard consequenties voor de school en het aangeboden onderwijs. Zo heeft de school te maken met kinderen die op vierjarige leeftijd de school binnen komen zonder dat ze Nederlands spreken of in het Nederlands aanspreekbaar zijn. veel kinderen hebben een taalachterstand. Ook de communicatie met de ouders is door de taal of door cultuurverschillen soms moeilijk. Er is binnen de school aandacht voor de inzet van 21th century skills. Door leerlingen vaardigheden als communiceren, samenwerken, probleemoplossend en kritisch denken en creativiteit te bieden kunnen we ervoor zorgen dat ze kritische en betrokken deelnemers worden van onze maatschappij. Kinderen leren keuzes te maken die bijdragen aan de eigen ontwikkeling omdat ieder kind uniek is en recht heeft op onderwijs passend bij de individuele mogelijkheden en behoeften. Ook door de specialismen binnen het team en het kindcentrum beter in te zetten komen we tegemoet aan de behoeften van de individuele leerlingen, de groep en de school.
2.2 TALENTONTWIKKELING: BREED EN GERICHT OP TALENT Uitdagend onderwijs is de basis voor talentontwikkeling. De specialisaties van de teamleden zullen ingezet worden om de brede ontwikkeling van iedere leerling vorm te geven. Hierbij valt te denken aan digitalisering, techniekonderwijs en cultuureducatie. Ook zal er een betere koppeling gemaakt worden met het aanbod binnen de naschoolse activiteiten. Ook deze activiteiten hebben een maatschappelijk -, cultureel - en ontwikkelingsaspect. De activiteiten zullen geëvalueerd worden onder alle betrokkenen (leerlingen, ouders en organisaties) om het aanbod nog beter af te kunnen stemmen.
2.3 VERSTERKEN VAN DE PROFESSIONAL: LEERKRACHT Vanaf september 2015 zal Cbs de Triangel starten met het traject LeerKRACHT . De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs is goed. Dit blijkt al jarenlang uit internationale vergelijkingen. Om de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren is het nodig de aandacht te verleggen naar de essentie van toponderwijs: de kwaliteit van de leraar. Optimaal leren door leerlingen vergt leraren die samenwerken in een verbetercultuur. Leraren en schoolleiding die leren van elkaar en samen verbeteren. In landen met geweldige scholen besteden leraren 70% van hun tijd aan lesgeven en de rest aan uitwisseling met collega’s. Ook de schoolleiders maken het verschil. Hoe meer tijd zij besteden aan coaching en ondersteuning van hun leraren, hoe hoger het onderwijsniveau. Scholen die zo aan het werk zijn, kunnen van Nederland een geweldig onderwijsland maken. De ontwikkeling van de leerkracht sluit aan bij de volgende aspecten: een pro actieve houding, het benutten van kwaliteiten (d.m.v. intervisie, collegiale consultatie, bordsessies en gezamenlijke lesvoorbereidingen), het vergroten van het vertrouwen in het eigen kunnen. In het traject zullen we de professionalisering (zoals feedbacktraining, efficiënt werken, oplossingenboom) direct toetsen aan het rendement.
2.4 SAMENWERKING EN KINDCENTRA: WAAROM MOEILIJK DOEN ALS HET SAMEN KAN? We hebben interne en externe samenwerkingsrelaties nodig om onze doelstellingen te realiseren: leren en groeien doe je als team (intern) en samenwerking met onderwijs- en andere partners (extern) is nodig om ervoor te zorgen dat onze leerlingen zich maximaal kunnen ontwikkelen en kansen kunnen benutten. Partners zijn bijvoorbeeld andere scholen (po en vo), de kinderopvang, de peuterspeelzaal, de gemeente en de overheid. Samen willen we een maximale toegevoegde waarde realiseren.
11
Binnen het kindcentrum OPwierde werken we vanuit de volgende visie: In OPwierde staan de kinderen van 0-13 in het middelpunt. Een goed samenwerkend team biedt een breed en gevarieerd aanbod, waarbij we via die verbinding samen op ontdekkingsreis gaan. We creëren samen: kinderen, ouders en teams, een leer-leefwereld waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen.
2.5 KWALITEIT: MORGEN ZIJN WE BETER DAN VANDAAG Op het gebied van kwaliteit van onderwijs is er de afgelopen jaren veel bereikt. Het is belangrijk dat de kwaliteit vastgehouden of verbeterd wordt door structureel aandacht te blijven schenken aan de kwaliteit. Deze aandacht is gericht op resultaten, processen en medewerkers. Een belangrijk speerpunt voor de komende jaren is het borgen van de kwaliteit van het beleid. Er wordt een systeem ontwikkeld waarin afspraken worden gearchiveerd. De afspraken uit de nieuwe cao worden op een professionele wijze uitgevoerd. Onderdeel hiervan is het nieuwe taakbeleid waarin de school meer ruimte krijgt voor een eigen invulling. De bewaking van de kwaliteit vindt plaats door toepassing van de PDCA-cirkel. Deze methode wordt op alle niveaus toegepast.
3 SAMENVATTING Dit betekent voor de toekomst van Cbs de Triangel dat we de komende jaren gaan werken aan doorgaande lijnen, borgen en het ontwikkelen van zowel de leerkracht als de leerling. Ontwikkeling van het individu, het team, de groep, de school en de locatie. We zijn ons bewust van onze positie binnen het kindcentrum en de maatschappij en zullen de leerlingen voorbereiden op hun toekomst, passend bij de eigen mogelijkheden en wensen. Samen (leerlingen, ouders en team) zijn we verantwoordelijk voor de ontwikkeling van onze kinderen/leerlingen, passend bij de eigen mogelijkheden. De ouders zijn hierin een belangrijke partner.
DEEL III PRAKTISCH SCHOOLPLAN 1
UITGANGSSITUATIE De meeste leerlingen van Cbs de Triangel komen uit de wijk Opwierde. Het leerlinggewicht ligt onder de 15%. Toch hebben we een groot aantal leerlingen die extra aandacht en zorg nodig hebben in de gedrags- en leerontwikkeling. We leggen een grote nadruk op de basisvaardigheden taal, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling. De kenmerken van de leerlingenpopulatie van Cbs de Triangel zijn te vinden binnen het administratiesysteem Parnassys. Te denken valt hierbij aan de bevolkingsgroepen, het opleidingsniveau en de gezindte. Daarnaast natuurlijk de opbrengsten van het onderwijs; de trendanalyses voor Nederlandse taal, Rekenen & wiskunde en de andere vakgebieden op basis van de methodegebonden toetsen, de CITO toetsen (M en E), de CITO eindtoets, de uitstroom naar het voortgezet onderwijs en het leerlingengewicht. Deze gegevens vormen het uitgangspunt voor het onderwijsaanbod. 2
BESCHRIJVING KWALITEITSZORGSYSTEEM De school beschikt over een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten voor het volgen van de vorderingen van de leerlingen, zoals de CITO toetsen (M en E), de CITO entree- en eindtoets, methodegebonden toetsen en Zien.
12
De ontwikkeling van iedere leerling wordt gevolgd in een cyclisch proces. Zorgleerlingen krijgen verlengde instructie, een handelingsplan of een aangepast onderwijsaanbod. Deze vorderingen worden in de evaluatie van de weekplanning en het logboek van de leerling bijgehouden. Hierbij wordt ook verwezen naar Parnassys. Deze cyclus is terug te vinden in de zorgmap, als onderdeel van de kwaliteitsmappen. Evaluatie onderwijsleerproces: Het gaat ons niet alleen om het evalueren van de resultaten die we behalen met de leerlingen, maar ook om andere zaken die van invloed zijn op het onderwijsleerproces. We noemen hier leerstofinhouden, voldoende tijd, veilig schoolklimaat, duidelijke uitleg door leerkrachten, afstemming op de mogelijkheden van de leerlingen, in- en externe communicatie, contact met ouders, aansturing van de organisatie. We plannen onze evaluaties systematisch. Om blinde vlekken te voorkomen, wordt ook gebruik gemaakt van objectieve evaluatie-instrumenten. Ten aanzien van de leerstofinhouden maakt de school alleen gebruik van methodes die voldoen aan de kerndoelen. In het incidentele geval dat dit niet zo is, wordt gemotiveerd aangegeven waarom we afwijken en welke maatregelen we nemen om alsnog aan de kerndoelen te voldoen. Per schoolplanperiode wordt minimaal één keer nagegaan of de gebruikte methodes nog passen bij onze doelstellingen, de gewenste opbrengsten en de leerlingenpopulatie. De school roostert voldoende tijd in om de leerstof die bij een bepaald leerjaar hoort, te behandelen. De directie evalueert dit jaarlijks met de leerkrachten. Daarbij wordt ook besproken of de beschikbare tijd efficiënt wordt besteed. We streven naar een veilig schoolklimaat. Dat geldt zowel voor leerlingen en ouders als voor personeel. Om kinderen te helpen bij het ontwikkelen van hun sociaal-emotionele vaardigheden maken we gebruik van de methode KiVa. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen systematisch te kunnen volgen, maken wij gebruik van ZIEN. Daarnaast nemen we eens in de vier jaar een enquête af bij de leerlingen. In deze vragenlijst wordt ook gevraagd naar een veilig klimaat, pestgedrag en omgangsvormen. Onze school beschikt over een pestprotocol en maakt gebruik van het anti-pestprogramma KiVa om het pedagogisch klimaat te verbeteren. Ook ons personeel wordt eens in de vier jaar door middel van een enquête gevraagd naar hun welbevinden. Indien uit deze onderzoeken blijkt dat we ons beleid moeten bijstellen, zullen we dit uiteraard doen. Om een zo goed mogelijk leerrendement te halen voor alle leerlingen, schenken we veel aandacht aan een duidelijke instructie door leerkrachten en het afstemmen op de mogelijkheden van leerlingen. Leerkrachten die dat wensen kunnen worden bijgeschoold op deze thema’s. Regelmatig vindt een klassenbezoek plaats door de directeur en intern begeleider. Deze klassenbezoeken vinden plaats aan de hand van een kijkwijzer. Elk klassenbezoek wordt nabesproken met de leerkracht. Jaarlijks wordt de inhoud van de kijkwijzer vastgesteld op basis van de relevante thema’s die o.a. uit de klassenbezoeken naar voren zijn gekomen. Mogelijke relevante thema’s zijn in ieder geval taakgerichtheid, afstemming op verschillen tussen leerlingen en betrokkenheid van leerlingen.
3
BEGINSITUATIE
Jaarlijks evalueren we ons onderwijs door een analyse van de schoolresultaten (methodisch, tussen- en eindopbrengsten), de actieplannen en het schooljaarplan. Input voor de evaluatie vormen Parnassys, Zien, tevredenheidonderzoeken (team, ouders en leerlingen), KiVa en het administratiesysteem van het Onderwijsbureau Meppel. Dit zal vanaf september 2015 uitgebreid worden met Coo7. De Triangel staat voor veiligheid en structuur Dat betekent … … dat leerlingen zich gehoord voelen, een duidelijk dagritme en duidelijke regels ervaren, zodat ze zelfvertrouwen opbouwen (onder meer door de inzet van middelen als “Leefstijl” en “KiVa”). … dat leerkrachten echt luisteren naar leerlingen en hun ouders. De regels en afspraken worden op een eenduidige manier toegepast voor alle partijen. We hanteren een duidelijke jaarplanning en een duidelijk dagritme zodat leerlingen vertrouwen opbouwen en zich veilig voelen. Er wordt op een goed
13
gestructureerde manier vergaderd op basis van een jaarkalender. Mede daardoor bouwen we vertrouwen op in elkaar en in de schoolleiding. … dat ouders zich gehoord voelen, betrokken worden bij verkeersveiligheid en bij sociale veiligheid, de school als laagdrempelig ervaren, goede afspraken kunnen maken met de school. … betekent, dat de omgeving wordt opgenomen in een verkeersplan, profiteert van de uitstraling van het schoolgebouw, goede afspraken kan maken met de school. De Triangel staat voor een christelijke identiteit Dat betekent … … leerlingen waarden en normen meekrijgen en die ook ervaren - bijvoorbeeld vergeving: je mag opnieuw beginnen of naastenliefde: je komt in actie voor goede doelen -, een eigen inbreng hebben in kringgesprekken, (actuele) projecten en gebeden, leren open te staan voor en respectvol en begripvol om te gaan met andere levensovertuigingen; onder meer door de inzet van een viertafel, een (kijk-)bijbel, het (nieuwe) liedboek en vieringen. … dat leerkrachten de identiteit aantrekkelijk maken, met leerlingen zingen en bidden, normen en waarden voorleven – zoals naastenliefde, door middel van actie voeren voor goede doelen – , aandacht hebben en open staan voor andere levensovertuigingen en deze respectvol bejegenen. … dat ouders de normen en waarden van de school respecteren en zo mogelijk ook voorleven, zodat ook zij zich verbonden voelen en verbinden met de activiteiten van de school op dit gebied. … dat de omgeving ervaart uit welke waarden en normen de school haar inspiratie haalt en merkt dat de school deze concreet maakt, ook dicht bij huis.
De Triangel staat voor passie Dat betekent … … dat leerlingen ruimte en tijd krijgen om passies in brengen op school, merken dat het niet alleen om cognitieve prestaties gaat, maar ook om handvaardigheid, sport en techniek, kortom: om de inzet van al hun talenten in de breedste zin van het woord. … dat leerkrachten ruimte en tijd vrij maken om in te spelen op de passie van de leerling; de passie voor hun werk (terug) willen (krijgen en) behouden en als gedreven, gemotiveerde professionals open willen staan voor nieuwe dingen. … dat ouders samen met de school op zoek gaan naar het allerbeste voor hun kind. … dat de omgeving wordt geïntegreerd in het leren op school, dat de school daarom wil weten wat er speelt en leeft bij jong en oud in de omgeving van de school en hen meer bij de school wil betrekken. De Triangel staat voor eigenaarschap Dat betekent … … dat leerlingen zo veel mogelijk verantwoordelijk moeten worden gesteld voor het beantwoorden van eigen leervragen en zelf ‘leerplannen’ moeten maken (uiteraard op het niveau dat correspondeert
14
met hun leeftijd): wat wil je leren, hoe wil je leren, wat heb je nodig?; de school niet ervaren als alleen maar een must (dus soms wel moeten doorzetten). … dat leerkrachten hun rol als begeleider en coach op zich moeten kunnen nemen, regelmatig ‘functioneringsgesprekken’ met leerlingen moeten kunnen voeren, los moeten durven laten, zich niet dominant en alles bepalend moeten opstellen, alert moeten zijn op sociaal-emotionele signalen; anderzijds ook verantwoording krijgen voor eigen kennen en kunnen en ontwikkeling, kortom: voor een stuk kwaliteitsbewaking. … dat ouders achter deze visie van de school moeten staan, goede contacten met de school moeten onderhouden en met de school in gesprek moeten gaan (en niet moeten afwachten of over de school praten). … dat de omgeving niet op afstand moet worden gezet maar dat de kwaliteit en de leefbaarheid van de omgeving deel zal moeten kunnen uitmaken van het bovengenoemde ‘leerplan’. De Triangel staat voor samenwerken Dat betekent … … dat leerlingen coöperatieve werkvormen moeten kunnen toepassen, groepsoverstijgend moeten kunnen leren (cognitief en sociaal), van elkaar moeten kunnen leren en een meer actieve rol moeten kunnen krijgen in leerling besprekingen. … dat leerkrachten effectiever gebruik gaan maken van de kwaliteiten en de expertise van hun leerlingen én van de collega’s: dat betekent overleggen, elkaar op de hoogte houden, communiceren en functioneren als teamlid. … dat ouders samenwerken met leerkrachten en met andere ouders in hun inzet binnen de school. … dat de omgeving projectmatig samenwerkt met de school in concrete activiteiten (zoals de 4 meiherdenking, kerst, oud papier- en kledingacties) omdat de school (mede) zorg wil dragen voor mens en milieu in de hele wijk. Gekeken is naar (verwezen wordt naar) de auditrapportage maart 2013, het inspectierapport juni 2013, de schooljaarplannen, de schooljaarverslagen, de opbrengstenrapportages, de vaardigheidsmeter voor leerkrachten, de teamevaluaties, het school ondersteuningsprofiel en de actieplannen. De speerpunten uit het vorige schoolplan (2011-2015) zijn gerealiseerd: veel aandacht voor rekenen en taal, een veilige plek voor kinderen, zelfstandig leren, Bijbelse waarden en normen, moderne lesmethoden met moderne communicatiemiddelen, betrokkenheid van ouders, openstaan voor onderwijsvernieuwing. De kracht van de school ligt in de identiteit en de sfeer (welkom, open, zichtbaar, samen, gezellig), het team, de christelijke identiteit, transparant, communicatie/nieuwsbrieven, openheid, toegankelijk/laagdrempelig, vieringen met ouders en alle kinderen, projecten, leerlingen kennen elkaar, maatjeswerk/groepsoverstijgend, oog voor het individu en betrokken ouders. Ontwikkeling is nodig op het gebied van het borgen van de afspraken, het uitvoeren en bewaken van de doorgaande lijnen en het versterken van de veiligheid binnen het team (intervisie, collegiale consultatie en gezamenlijke lesvoorbereidingen). De grootste bedreiging voor de school vormt de krimp van de bevolking. Er zijn minder kinderen in de gemeente waardoor het leerlingaantal in de nabije toekomst zal dalen. Als onderdeel van het kindcentrum OPwierde hebben we echter ook de kans om samen met de partners het onderwijs nog meer af te stemmen op de behoeften van de totale populatie en meer gebruik te maken van de specialisaties en specifieke kennis van de andere partners in het gebouw. De beleidslijnen die al zijn ingezet en die de komende jaren doorlopen en verdiept zullen worden, zijn de sociale en fysieke veiligheid, zorg en opbrengsten, taalonderwijs, talentonderwijs (meerbegaafdheid) en techniek.
15
4
VERBETERACTIVITEITEN De verbeteractiviteiten zijn tot stand gekomen na de evaluaties, teambesprekingen en een inbrengavond met ouders en de medezeggenschapsraad. Deze verbeteractiviteiten worden hieronder verder beschreven en uitgewerkt in jaarplannen en actieplannen. 4.1
ONDERWIJSKUNDIG BELEID: TOEKOMSTGERICHT ONDERWIJS EN TALENTONTWIKKELING Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische onderdelen zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritisch zijn, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: Een kwaliteitsvolle instructie verzorgen, d.w.z. een interactieve directe instructie Onderwijs op maat geven; differentiëren Gevarieerde werkvormen hanteren (variatie=motiverend) Kinderen zelfstandig (samen) laten werken In een doorlopend onderwijsaanbod staat afstemming op de onderwijsbehoeften van kinderen centraal. Leerlingen verschillen in onderwijsbehoeften. Deze verschillen worden gerespecteerd. Er wordt handelingsgericht gedacht, gesproken en gewerkt vanuit onderwijsbehoeften middels het model handelingsgericht werken. Er is binnen de school aandacht voor de inzet van 21th century skills. Door leerlingen vaardigheden als communiceren, samenwerken, probleemoplossend en kritisch denken, creativiteit te bieden kunnen we ervoor zorgen dat ze kritische en betrokken deelnemers worden van onze maatschappij. Kinderen leren eigen keuzes te maken die bijdragen aan de eigen ontwikkeling omdat ieder kind uniek is en recht heeft op onderwijs passend bij de eigen mogelijkheden en behoeften. Ook door de specialismen binnen het team en het kindcentrum beter in te zetten komen we tegemoet aan de behoeften van de individuele leerlingen, de groep en de school. Uitdagend onderwijs is de basis voor talentontwikkeling. De specialisaties van de teamleden zullen ingezet worden om de brede ontwikkeling van iedere leerling vorm te geven. Hierbij valt te denken aan digitalisering, techniekonderwijs en cultuureducatie. Ook zal er een betere koppeling gemaakt worden met het aanbod binnen de naschoolse activiteiten. Ook deze activiteiten hebben een maatschappelijk -, cultureel - en ontwikkelingsaspect. De activiteiten zullen geëvalueerd worden onder alle betrokkenen (leerlingen, ouders en organisaties) om het aanbod nog beter af te kunnen stemmen. We hechten veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn ontdekken, kiezen en doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Leerkrachten begeleiden de leerprocessen en doen dat ‘op maat’. De onderstaande speerpunten in het beleid van de komende vier jaren worden verder uitgewerkt in de schooljaarplannen en de onderliggende actieplannen. Speerpunt KiVa Sociale en fysieke veiligheid Zorg Taal Talentonderwijs
Techniek
16
Doel Implementatie van het beschreven beleid in relatie tot Zien Borgen van de afspraken op school- en locatieniveau Zorgstructuur vastleggen middels het protocol handelingsgericht werken Zie ook zorgplan en schoolondersteuningsprofiel Zie taalbeleidsplan 2015-2019 Signaleren meerbegaafdheid Inpassen in klassenmanagement Aanbod afstemmen Protocol opstellen Invoeren als onderdeel van het curriculum Regulier en in relatie tot talentonderwijs
Rekenen & wiskunde
4.2
Protocol opstellen Afstemming doorgaande lijnen Kennis rekendidactiek vergroten Aanstellen rekencoördinator
KWALITEITSBELEID: MORGEN BETER DAN VANDAAG
Zie 2 Beschrijving kwaliteitszorgsysteem We gebruiken de volgende evaluatie-instrumenten: - Jaarlijks worden tijdens onze beleidsvergadering de volgende onderwerpen besproken: a. Analyses van de schoolresultaten b. Actieplannen dit schooljaar wel/niet afgerond en geborgd. c. Actieplannen komend schooljaar, eventueel wijzigen en vastleggen Hiervoor gebruiken we de volgende instrumenten: Parnassys, ZIEN, Coo7, de tevredenheidonderzoeken, KiVa, administratiesysteem van Onderwijsbureau Meppel.
-
Elke leerkracht krijgt minstens 2 keer per jaar een klassenbezoek door de directeur. De methodegebonden toetsen worden systematisch afgenomen, besproken en geëvalueerd door leerkracht en intern begeleider. We volgen de systematiek van het Cito leerlingvolgsysteem. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen gebruiken we KiVa en het volgsysteem ZIEN. Voor de evaluatie van ons onderwijs maken we gebruik van de PDCA cyclus als onderdeel van het INK model. Eens in de vier jaar nemen we een vragenlijst af bij leerlingen, ouders en personeel. Hiervoor wordt een extern bureau ingeschakeld. Voor de evaluatie van de professionalisering van het personeel gebruiken we Coo7
Bewaking van de kwaliteit van de school door het bevoegd gezag De bewaking van de kwaliteit van de school door het bestuur loopt via de lijn schoolplan – jaarplan – jaarverslag. De informatie voor het schoolplan wordt onder andere geleverd door de evaluatie van het vorige schoolplan, de gegevens uit een ouderenquête, een leerlingenenquête en de personeelsenquête, het strategisch plan van S CPO Noordkwartier, een omgevingsverkenning en de beoordeling van de inspectie. Het schoolplan wordt vertaald in jaarplannen. Elk jaar maakt de school een jaarplan waarin de doelen voor dat schooljaar worden opgenomen. De evaluatie van het jaarplan vindt in eerste instantie plaats met het team. De resultaten hiervan worden weergegeven in het jaarverslag. Het jaarplan en jaarverslag worden besproken met het CvB. In de gesprekken die het CvB periodiek met de directeur voert, komen in ieder geval de volgende elementen aan de orde: Jaarplan, waarin in ieder geval zijn opgenomen de gewenste resultaten Jaarverslag, waarin in ieder geval zijn opgenomen de gerealiseerde resultaten Bespreking indicatoren Beoordeling inspectie in het kader van het toezichtarrangement Resultaten op de tussentoetsen van het leerlingvolgsysteem Resultaten Cito-eindtoets en/of het drempelonderzoek Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Uitstroom naar het speciaal (basis)onderwijs. Afspraken worden vastgelegd in een managementcontract. Naast de gesprekken over de kwaliteit van het onderwijs, wordt er met de directeuren ook minimaal twee keer per jaar gesproken over de omvang van de formatie, het personeelsbeleid in algemene zin en over de begroting. Ook deze gesprekken worden gevoerd door het CvB. De voorzitter van het College van Bestuur rapporteert aan de Raad van Toezicht over de behaalde resultaten.
17
De onderstaande speerpunten in het beleid van de komende vier jaren worden verder uitgewerkt in de schooljaarplannen en de onderliggende actieplannen. Speerpunt KiVa Sociale en fysieke veiligheid Opbrengsten Zorg Nieuwe methoden Taal Talentonderwijs
Techniek
4.3
Doel Implementatie van het beschreven beleid in relatie tot Zien Borgen van de afspraken op school- en locatieniveau Tussen- en eindopbrengsten minimaal op de ondergrens van de inspectie of de eigen schoolnorm Zorgstructuur vastleggen middels het protocol handelingsgericht werken Zie ook zorgplan en schoolondersteuningsprofiel Afstemmen op de populatie en binnen de grenzen van de begroting Zie taalbeleidsplan 2015-2019 Signaleren meerbegaafdheid Inpassen in klassenmanagement Aanbod afstemmen Protocol opstellen Invoeren als onderdeel van het curriculum Regulier en in relatie tot talentonderwijs Protocol opstellen
PERSONEELSBELEID : LEERKRACHT
Cbs de Triangel geeft uitvoering aan het personeelsbeleid zoals dit is vastgesteld voor S CPO Noordkwartier. Op onze school bestaat het team uit een directeur, een intern begeleider en leerkrachten (LA en LB). De schoolleiding vindt met name het onderwijskundig leiderschap van belang naast goede communicatie en het adequaat organiseren van de gang van zaken op school. De schoolleiding stimuleert het eigen initiatief en verantwoordingsgevoel van leerkrachten. Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de leerkrachten beschikken over ruime leerkrachtvaardigheden. Er wordt op onze school veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers. Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie van de school en de ambities per beleidsterrein. Vanaf augustus 2015 gaat de school werken volgens de principes van Stichting LeerKRACHT (zie ook 2.3) waarbij het leren van elkaar en ‘iedere dag samen een beetje beter’ centraal staan. Wekelijks zal de bordsessie (ambities en uitvoering) geleid worden door een teamlid en tweewekelijks zal een les samen voorbereid worden met een collega en zal er collegiale consultatie plaatsvinden. De professionalisering van het team zal ook gericht zijn op de onderdelen uit LeerKRACHT zoals feedback geven en ontvangen, efficiënt werken en denken in oplossingen (oplossingenboom). Vanaf schooljaar 2015-2016 zal ook Coo7 geïmplementeerd worden. Leerkrachtvaardigheden zullen vanaf dat moment waarschijnlijk niet meer gemeten worden middels de vaardigheidsmeter, maar via het interne instrument van Coo7. De onderstaande speerpunten in het beleid van de komende vier jaren worden verder uitgewerkt in de schooljaarplannen en de onderliggende actieplannen. Speerpunt Sociale en fysieke veiligheid Opbrengsten Zorg
4.4
18
Doel Borgen van de afspraken op school- en locatieniveau Tussen- en eindopbrengsten minimaal op de ondergrens van de inspectie of de eigen schoolnorm Zorgstructuur vastleggen middels het protocol handelingsgericht werken Zie ook zorgplan en schoolondersteuningsprofiel
DE SCHOOL IN DE WIJK/DE STAD APPINGEDAM: SAMENWERKING
De gemeente, de scholen, de kinderopvang en de peuterspeelzaal zet gezamenlijk in op de verdere vorming en ontwikkeling van de kindcentra in Appingedam; voorzieningen die aan kinderen van 0-13 jaar in een doorgaande pedagogische- en ontwikkelingslijn onderwijs, opvang en begeleiding bieden. De wethouder onderwijs en de beleidsmedewerker onderwijs maken deel uit van het regionale platform integrale kindvoorzieningen. Daarnaast vertegenwoordigt de beleidsmedewerker de gemeente iedere maand tijdens het gezamenlijk managementoverleg van de beide kindcentra in Appingedam en is zij dagelijks het gemeentelijk aanspreekpunt voor alle partijen binnen de kindcentra. Het doel is om in gezamenlijkheid voor de beide kindcentra één visie, één aanbod, één doorgaande lijn, één team, één organisatie, één werkbegroting, één leiding, één medezeggenschapsraad en één aanspreekpunt voor ouders te creëren. Het kind staat hierbij altijd centraal. Een optimale ontwikkeling van het kind is ons gezamenlijk doel. Kinderen zijn onze burgers van de toekomst. De nadruk ligt op:
-
Het ontwikkelen van een op alle kinderen van 0-13 jaar toegesneden ononderbroken aanbod op het gebied van spel, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
-
Het realiseren van een sluitend VVE aanbod voor kinderen in de leeftijdsgroep van 2 tot 6 jaar, die dit op basis van hun ondersteuningsvraag en de geformuleerde toewijzingscriteria vragen van de kinderopvang, welzijnsinstelling en het basisonderwijs.
-
Het realiseren van een warme overdracht van voorschools naar vroegschools en van PO naar VO.
-
Het zo vroeg mogelijk signaleren van ontwikkelingsachterstand of –voorsprong en andere ontwikkelings gerelateerde zaken en het kunnen bieden van een passende aanpak. Hierbij is het belangrijk dat de samenwerking met de andere (zorg)partijen in de wijk en gemeente zoals CJG, sport en cultuur verder wordt versterkt. Dit kan bijvoorbeeld door het intensiever gebruiken van de flexwerkplekken voor de zorg en het door ontwikkelen van de schoolsportvereniging.
De primaire verantwoordelijkheid voor de realisatie van dit streefbeeld ligt bij de partners zelf: schoolbesturen, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De kans op succes in Appingedam is aanzienlijk omdat de partners zich committeren en de randvoorwaarden goed op orde zijn. De gemeente heeft een regisserende, stimulerende en verbindende rol. De formele positie van de gemeente ten opzichte van de partners is zeer verschillend en de stapeling van regelingen bemoeilijkt een efficiënte regie. Directe sturing is mogelijk op het gebied van peuterspeelzaalwerk via het subsidie-instrument en op het gebied van VVE op basis van de Wet OKE. Ook heeft de gemeente de rol van extern toezichthouder voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Voor het jeugdbeleid als geheel heeft de gemeente een regiefunctie die als gevolg van de transitie jeugdzorg verder is vergroot. de mogelijkheden te sturen op kinderopvang zijn zeer beperkt, aangezien deze sector privaat is georganiseerd. dit geldt ook voor de schoolbesturen, die bekostigd worden door de rijksoverheid. De Regionale Educatieve Agenda, het huisvestingsbeleid en de leerplicht zijn hier de voornaamste aangrijpingspunten. om tot een effectieve samenwerking te komen tussen de partijen en de gemeente is integrale regelgeving een belangrijke voorwaarde. Harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk is een eerste belangrijke stap, waar momenteel hard aan wordt gewerkt. Parels van Appingedam In augustus 2014 zijn de kindcentra ‘OPwierde’en ‘Olingertil’ opgeleverd. Ze huisvesten elk een peuterspeelzaal, een organisatie voor kinderopvang en twee basisscholen. Ze zijn de twee voorzieningen voor onderwijs die de gemeente Appingedam heeft. Ieder kind tot twaalf jaar dat in Appingedam woont, gaat er naar toe. Ouders hebben de keuze hun kind naar één van beide kindcentra te brengen. Beide gebouwen zijn
19
schitterend geoutilleerd en de teams die er werken maken gebruik van de mogelijkheden die er zijn. De verschillende ruimten die er zijn kunnen goed benut worden doordat we er met zijn allen gebruik van maken. Het rendement blijft hierdoor hoog. Zo heeft ieder centrum; gymzalen, een bibliotheek, en ateliers. Ook zijn er ruimten naast de klassenlokalen die ingezet worden als werkplekken voor kinderen. De kindcentra in Appingedam lopen op dit moment voorop in vergelijk met de wijde omgeving en wij willen dat ook zo houden. We werken er iedere dag aan om de huidige voorzieningen te borgen en te verbeteren, zodat deze twee parels van Appingedam voorbeelden blijven. Team Ieder kindcentrum heeft ruim 500 kinderen en meer dan 60 teamleden. Om de structuur in de organisatie te bewaken heeft ieder kindcentrum een managementteam die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van het kindcentrum in zijn geheel. Eén van de leden van het managementteam is aangewezen als voorzitter van het managementteam. Als teamlid ben je verantwoordelijk voor het gehele centrum. Ieder teamlid heeft de taak om te voldoen aan de afspraken die gelden binnen de eigen organisatie, maar ook om te voldoen aan de afspraken die gelden voor het Kindcentrum. Op deze wijze is er één pedagogische sfeer en zijn de regels duidelijk. Om deze eenheid te bevorderen is er veel contact tussen de teamleden die dezelfde bouw hebben. Om contacten te initiëren en te laten groeien is er twee wekelijks overleg tussen de leidinggevenden. In dit overleg wordt onderzocht welke gezamenlijke ontwikkelingen we nastreven en of daar gezamenlijke scholing bij hoort. In de voorbije twee jaren is door een tiental teamleden per locatie een leergang ‘Ambassadeur van de kindvoorziening’ gevolgd om te zien wat we samen willen ontwikkelen. Als team zorgen we er voor dat de kennis die er is gedeeld wordt. Expertise wat ontwikkeld moet worden pakken we samen op. Soms kunnen we dat zelf en soms doen we dat met begeleiding van buitenaf. Eén keer per maand is er overleg tussen de beide kindcentra. In dit overleg wordt besproken wat beide kindcentra in samenwerking kunnen oppakken. Dit varieert van een gezamenlijke scholing, een sportdag, of naschoolse activiteit. Ouders Het streven van ons is dat ouders nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind. Als ouder dient u te weten welke ondersteuning uw kind nodig heeft. Wat vindt uw kind moeilijk en waar is uw kind mee bezig? Om de ontwikkeling van kinderen goed te begeleiden is het onontbeerlijk dat de begeleider over de correcte informatie ten aanzien van het kind beschikt. De kindcentra in Appingedam streven er naar dat alle kinderen vanaf twee jaar naar de peuterspeelzaal gaan. De overstap naar het basisonderwijs zal dan soepeler verlopen. Het kind is gewend aan het naar school gaan en de expertise van de peuterspeelzaal garandeert een goede overdracht aan de leerkracht onderbouw. Kinderen die gebruik maken van opvang in het gebouw worden begeleid. Ook deze begeleider staat in contact met de begeleider van uw kind tijdens de uren dat iedereen naar school / de peuterspeelzaal gaat. Ook hier is dus een pedagogische lijn. Ouders willen natuurlijk informatie over de begeleiding van hun kind. Om dit zo goed mogelijk te doen, zijn er ouderavonden en andere momenten waarop voorlichting over het ontwikkelproces en andere informatie gegeven wordt. Voor het kind is het belangrijk dat ouders dicht op het proces zitten en meedenken over de begeleiding. Wij streven er naar dat ouders zo goed mogelijk geïnformeerd zijn en deelnemer worden in het onderwijsleerproces van hun kind. Buurt Het kindcentrum zien wij niet als een losstaand gebouw in een wijk, maar als onderdeel van de buurt. Het gebouw moet zo gebruikt worden dat de buurt er zo veel mogelijk voordeel van heeft. Onder meer door het ontwikkelen van naschoolse activiteiten wordt het gebouw toegankelijk. Het afgelopen jaar zijn de naschoolse activiteiten meestal gegeven door beroepskrachten. Een enkele keer was de activiteit verzorgd door een buurtbewoner. Het ging hierbij om koken, hardlopen, naaien en boetseren. Dit soort initiatieven juichen wij vanuit het kindcentrum toe. Om de veiligheid en kwaliteit te waarborgen zijn we op zoek naar een structuur
20
waar we gebruik maken van pedagogisch medewerkers en vrijwilligers die samen zorg dragen voor een blijvend naschools aanbod. Doorgaande lijnen in formulieren en overdracht van peuterspeelzaal, kinderopvang naar primair onderwijs In onze visie staat beschreven dat de kinderen van 0-13 in het middelpunt staan. We zijn ervan overtuigd dat doorgaande leerlijnen de ontwikkeling van kinderen ten goede komen. Er moet op allerlei gebieden afstemming plaatsvinden. Binnen onze nieuwe Kindcentra OPwierde en Olingertil gaan we een doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar basisonderwijs op het gebied van zorg verbeteren. Niet in alle gevallen is het bij binnenkomst van de jonge kleuters al duidelijk dat er sprake is van een ontwikkelingsachterstand. Een warme overdracht is dan van belang. De Intern begeleiders van de peuterspeelzaal, de kinderopvang en de basisscholen hebben drie keer per jaar een overleg. Expertise van alle partijen wordt zo vroeg mogelijk ingezet. Het Regionale Expertise Team en de intern begeleiders van het basisonderwijs kunnen bij zorg omtrent de ontwikkeling of het gedrag van het jonge kind observeren, signaleren en diagnosticeren. Ingezette (zorg)trajecten lopen door naar een vervolgschool. Het belang van het kind is hierbij leidend. Het leerlingvolgsysteem gaan we op elkaar afstemmen, met als doel een zo volledig mogelijk leerling dossier te realiseren. Een onderdeel hiervan is het overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal en de kinderopvang naar de basisschool. Voor beide organisaties wordt hetzelfde formulier gebruikt. Ondernemen De Kindcentra ‘OPwierde’ en ‘Olingertil’ hebben een voorloperfunctie in de regio. We hebben daardoor mogelijkheden die we ten goede willen laten komen aan het ontwikkelproces van kinderen. We kunnen, doordat we te maken hebben met ruim duizend kinderen die verspreid zitten over ‘maar’ twee gebouwen, voordelen behalen. We kunnen bijvoorbeeld tegen een scherpe prijs een kopieercontract afsluiten, of een (digitaal) abonnement afsluiten. Sommige onderdelen hoeven we niet meer uit te besteden omdat er conciërges in ons team zitten die een deel van de schoonmaak of onderhoud werkzaamheden kunnen doen. Het doel van onze organisatie is om zonder kwaliteitsverlies meer mogelijkheden te creëren, zodat wij in Appingedam voorloper blijven. Bevorderen gezond gedrag: sport en bewegen De scholen binnen de kindcentra in Appingedam willen planmatig en structureel aandacht besteden aan het bevorderen van gezond gedrag. Gezondheidsbevordering en -preventie worden de komende jaren aangepakt in een breder perspectief. We werken toe naar een integraal schoolgezondheidsbeleid waarin aandacht is voor een goede educatie over gezonde en duurzame voeding, een gezond en veilig pedagogisch en fysiek schoolklimaat, een helder voedingsbeleid en het stimuleren van sport en bewegen. Dit alles in samenspraak met leerlingen, het schoolteam, het overkoepelend management van de kindcentra en de gemeente Appingedam. Ook het Huis voor de Sport heeft hier een duidelijke bijdrage in. Financiën Kindcentra zoals die zijn gevestigd in Appingedam vergen inspanning van alle betrokkenen. Aanvankelijk staat daar lang niet altijd een geldelijke beloning tegenover. In de beginfase drijft het proces vaak op inspiratie en de wil om door samenwerking meer te bereiken. Maar na enige tijd moet er een gezonde financiële basis komen voor de ambities. In eerste instantie werkt men vaak met projectfinanciering voor de korte termijn. De ervaring leert echter dat een kindcentrum structurele financiering vereist. Vaak vraagt een kindcentrum om bekostiging die verder reikt dan de beschikbare onderwijs(huisvestings)middelen. Maar ook de inzet van (extra) personeel, activiteiten, materialen zullen grotendeels structureel bekostigd moeten worden. Financiële zekerheid is uiteindelijk van doorslaggevend belang voor de verdere ontwikkeling van een kindcentrum. De financiering van een kindcentrum vereist inventiviteit en vasthoudendheid. Of het nu gaat om investeringen in algemene materialen of het salaris van een coördinator of conciërge. In alle gevallen zal men zich in de zoektocht naar budget buiten de gebaande paden moeten begeven. Het gaat om multisectorale oftewel integrale financiering. Richtinggevende vragen met betrekking tot financiering zijn: Wat kost een kindcentrum? Hoe zorgen wij voor een sluitende begroting? We moeten de komende jaren dan ook kijken waar we deze
21
‘derde’ geldstromen vandaan halen: de gemeente, andere overheden, projecten en andere gebruikers. Van zeer groot belang bij dit punt is samen als gebruikers van de kindcentra optrekken. Jaarplanning Met de totstandkoming van twee prachtige kindcentra in Appingedam doen zich vele kansen en mogelijkheden voor. Een voorbeeld hiervan is het samen maken van een gezamenlijke jaarplanning (activiteitenplan). Een jaarplan bevat het overzicht van de activiteiten en het programma van het kindcentrum. Meestal wordt zo’n plan jaarlijks opgesteld of bijgesteld. In het activiteitenplan wordt elke activiteit beschreven, wie ze uitvoert, de bedoeling ervan, voor wie ze bedoeld is, het bereik van de activiteit, de dagen en het tijdstip waarop ze wordt uitgevoerd en de locatie. De gezamenlijke ambitie op dit vlak kan als volgt worden weergegeven: Er zijn op elkaar afgestemde activiteiten die aansluiten bij de (ontwikkel)doelen die de school op dat moment nastreeft. Naschoolse activiteiten De naschoolse activiteiten (voor alle kinderen in Appingedam in de leeftijd van 0 t/m 13 jaar) worden georganiseerd vanuit de beide kindcentra OPwierde en Olingertil. De activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats op en rond de locaties. Drie keer per jaar wordt er een nieuw activiteitenaanbod gelanceerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie vormen waarin de activiteiten worden georganiseerd: 1. Activiteiten georganiseerd door ketenpartners IVAK, Huis voor de Sport en Bibliotheek; 2. Activiteiten georganiseerd door (sport)verenigingen, clubs, ouders en andere vrijwilligers. Verenigingen worden uitgenodigd om gedurende een blok introductielessen te organiseren waarmee ze hun sport of andere activiteit onder de aandacht kunnen brengen. Kinderen maken op een actieve manier kennis met de sport of activiteit; 3. Activiteiten van commerciële aanbieders, afgestemd op de vraag en behoeften van de kindcentra, kinderen, ouders en leerkrachten. Voor de te organiseren activiteiten gelden de volgende uitgangspunten: De georganiseerde activiteiten moeten breed toegankelijk en laagdrempelig zijn. De eigen bijdrage moet zo laag mogelijk blijven. De activiteiten worden bij voorkeur georganiseerd op en vanuit de locatie De activiteiten worden georganiseerd in opdracht van het MT van de Kindcentra door de werkgroep NSA. De georganiseerde activiteiten betreffen de doelgroep van de brede school (0-13 jr). Men houdt zich aan de binnen de kindcentra geldende afspraken over gebruik van ruimtes en materialen. Het MT van de Kindcentra beoordeelt of een activiteit in de school georganiseerd mag worden. Het is onze ambitie om zoveel mogelijk kinderen te kunnen laten deelnemen door een kleine (kostendekkende) eigen bijdrage te vragen en door het aanbod beter af te stemmen op de behoeften van leerlingen en ouders. Evaluatie bij deelnemende leerlingen, ouders en aanbieders vormen hierbij een onmisbare input. Daarnaast willen we ook de activiteiten die maatschappelijk gericht zijn uitbreiden en gaat we onderzoeken of het mogelijk is om een betere verbinding te leggen tussen het naschoolse aanbod en de activiteiten binnen de deelnemende organisaties (basisonderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang). Ontwikkeling kindcentra en toekomstbeeld Hiervoor wordt verwezen naar het ‘Merkmanifest kindcentra Noord Groningen’. Het kindcentrum zoals we die voor ogen hebben schept eigenlijk een nieuwe wereld. Die nieuwe wereld vraagt om een nieuw referentiekader. Het vraagt om een definitie die duidelijk maakt dat het om een verstrengeling van producten gaat. Weg van de klassieke zuilen. Het vraagt om een definitie die uitgaat van een geïntegreerd totaalpakket van diensten dat tot een meerwaarde leidt voor kinderen, ouders, leerkrachten en betrokkenen. Meerwaarde in de zin van ‘meer betekenen voor kinderen’.
22
Een kindcentrum is een plek voor alles wat we belangrijk vinden Voor de optimale ontwikkeling van kinderen van 0-13 jaar. We bieden een geïntegreerd aanbod van Leren, spelen en ontdekken. Een kindcentrum biedt ruimte aan ieder kind. Ruimte waarin een kind kan ontdekken wie het is en waar het goed in is. Ruimte ook waarin kinderen zichzelf kunnen zijn en zichzelf kunnen ontwikkelen. Een veilige ruimte. Doordat alle medewerkers voor hetzelfde gaan: de behoeften en talenten van ieder kind. En doordat alle medewerkers rond hetzelfde staan: dit ene kind. Een kindcentrum is een bondgenoot. Van kinderen en ouders. Hun wensen en behoeften spelen een belangrijke rol in het aanbod en in de wijze waarop de voorziening wordt ingericht. Een kindcentrum is een verhaal dat voortdurend verder gaat. Een verhaal waarin kinderen de hoofdrol spelen. Alleen en samen met anderen. Een kindcentrum is maat(jes)werk. De brandspirit Why: In alles wat wij doen vinden wij het belangrijk dat kinderen mogen en kunnen ontdekken wie ze zijn. How: Centraal bij ons staat de brede (ook sociale) ontwikkeling van het kind. What: Daarom stemmen wij ons aanbod van leren, spelen en ontdekken specifiek op het kind af. De onderstaande speerpunten in het beleid van de komende vier jaren worden verder uitgewerkt in de schooljaarplannen en de onderliggende actieplannen. Speerpunt Sociale en fysieke veiligheid Opbrengsten Zorg
4.5
Doel Borgen van de afspraken op school- en locatieniveau Tussen- en eindopbrengsten minimaal op de ondergrens van de inspectie of de eigen schoolnorm Zorgstructuur vastleggen middels het protocol handelingsgericht werken Zie ook zorgplan en schoolondersteuningsprofiel
OUDERBETROKKENHEID : OUDERS ALS PARTNERS
Een goede relatie met alle betrokkenen bij de school levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs en aan het welbevinden van leerlingen, teamleden en ouders. Voor een goede relatie is de communicatie onontbeerlijk. Goede contacten met ouders vinden wij van groot belang omdat school en ouders dezelfde doelen nastreven: de algemeen menselijke en de cognitieve ontwikkeling van (hun) kinderen. Ouders zien we daarom als gelijkwaardige gesprekspartners. Voor de leerkrachten zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze uitgangspunten zijn: - Ouders worden meer betrokken bij schoolactiviteiten (hoge opkomst). - Leerkrachten stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders (Gouden Weken gesprek en 10-minuten gesprek). - Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken (gesprekken, nieuwsbrief, informatie- en ouderavonden). - Ouders worden betrokken bij (extra) zorg (telefonisch of op uitnodiging). - Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs (nieuwsbrief, gesprekken en informatieavonden). - Ouders worden op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind (gesprekken, rapport/portfolio en uitdraai Parnassys). - Leerkrachten stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie (nieuwsbrief en gesprekken).
23
De onderstaande speerpunten in het beleid van de komende vier jaren worden verder uitgewerkt in de schooljaarplannen en de onderliggende actieplannen. Speerpunt KiVa Sociale en fysieke veiligheid Opbrengsten Zorg Talentonderwijs
Doel Implementatie van het beschreven beleid in relatie tot Zien Borgen van de afspraken op school- en locatieniveau Tussen- en eindopbrengsten minimaal op de ondergrens van de inspectie of de eigen schoolnorm Bekend bij en besproken met de ouders Bekend bij en besproken met de ouders
5
IMPLEMENTATIE Algemeen beleid m.b.t. nascholing en begeleiding Nascholing wordt jaarlijks bovenschools geïnventariseerd en al dan niet toegekend. Leraren worden gestimuleerd om gebruik te maken van de mogelijkheden binnen de lerarenbeurs. Daarnaast wordt de inzet van specialisaties en talenten van eigen teamleden van Noordkwartier gestimuleerd. Leren met en van elkaar. Nascholing is altijd gerelateerd aan de speerpunten uit het beleid, zoals hierboven beschreven.
Bewaken van afspraken en borging van beleid Afspraken en beleid worden geborgd op stichtings- en/of schoolniveau. Deze documenten zijn gerelateerd aan de actieplannen en komen jaarlijks terug in de teamvergaderingen volgens de PDCA-cyclus. Deze documenten zijn te vinden in de kwaliteitsmappen. Relatie met jaarplan en jaarverslag Het schoolplan geeft een overzicht van de speerpunten op schoolniveau voor de komende 4 jaren en geeft de relatie aan met het strategisch beleidsplan van S CPO Noordkwartier. Deze speerpunten worden jaarlijks (voor aanvang van het nieuwe schooljaar) uitgewerkt in een schooljaarplan en de onderliggende actieplannen. Het onderwijskundig jaarverslag wordt jaarlijks gedeeld met de ouders. Hierin wordt verantwoording afgelegd over de behaalde resultaten (opbrengsten en beleid).
6
EVALUATIE
Het schooljaarplan wordt aan het einde van het schooljaar geëvalueerd met het team. De opbrengsten van de onderliggende actieplannen worden dan gepresenteerd, geëvalueerd en verantwoord. De uitkomsten van deze evaluatie vormen het startpunt voor de nieuwe actieplannen van het komende schooljaar. Afspraken die voortkomen uit de actieplannen worden vastgelegd in beleidsdocumenten (nieuw of geactualiseerd). De voortgang van de actieplannen staat vier keer per jaar op de agenda van een teamvergadering. De betrokken teamleden presenteren dan de voortgang van hun actieplan en vragen om input. De leerresultaten worden geëvalueerd middels analyses van de methodegebonden toetsen en reviews van de cito toetsen. Deze worden besproken door directeur-intern begeleider-leerkracht. Na deze individuele besprekingen komt de evaluatie en bespreking terug op de teamvergadering. Handelingsplannen worden aan het einde van iedere zorgperiode geëvalueerd en besproken met de ouders.
7
SPONSORINGBELEID
Sponsorgelden/sponsoring van materialen waarvoor een tegenprestatie wordt gevraagd worden niet geaccepteerd.
24
BIJLAGEN BIJ HET SCHOOLPLAN 2011-2015 -
Overzicht vakken en methoden
-
Toetsinstrumenten
-
Schema INK model
Vakken en methoden Vakken Taal Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Schrijven Engels Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde Natuuronderwijs Verkeer Kunstzinnige oriëntatie Motoriek Bewegingsonderwijs Sociaal-emotionele ontwikkeling Godsdienst Toetsinstrumenten:
25
Methode Piramide Onderbouwd Taal in beeld Veilig Leren Lezen Lekker Lezen Nieuwsbegrip XL Taal in beeld Hello you Wereld in getallen Onderbouwd Bij de tijd Geobas Leefwereld Klaar … over! Moet je doen Onderbouwd Stroes en van Gelder, bewegingslessen basisonderwijs Leefstijl KiVa Kind op Maandag
Cito toetsen M en E Cito entreetoets Cito eindtoets Methode gebonden toetsen Observatielijsten Schema INK-model
Verwezen wordt naar:
26
Strategisch beleidsplan S CPO Noordkwartier
Businessplan OPwierde
Schoolgids
Zorgplan
Toetskalender
Lessentabel Parnassys
School ondersteuningsprofiel
Tevredenheidsonderzoek ouders
Tevredenheidsonderzoek leerlingen
Tevredenheidsonderzoek team
Plan van aanpak naschoolse activiteiten
ONDERTEKENING Vastgesteld in teamvergadering d.d.
………………………
Handtekening directeur:
………………………
Besproken in MR d.d.
………………………
Handtekening voorzitter MR
………………………
Vastgesteld door bestuur d.d.
………………………
Handtekening bestuur
………………………
27