Basisschool Het Octaaf
Locatie Fanfarestraat
Locatie Symfoniestraat
Zet de toon met goed onderwijs
Schoolgids 2007-2011 versie1 24-08-07
2
Basisschool Het Octaaf Fanfarestraat 51-53 6544 NS Nijmegen Tel: 3771250 Fax: 3737976
[email protected] www.octaaf.nl Symfoniestraat 210 Tel: 3771708
Directeur. Dhr. Chris de Ronde Adjunct. Directeur. Mevr. Anne Verstappen
Schoolgids 2007-2011 versie1 24-08-07
3
Inhoudsopgave Voorwoord 1 2 3 4 5 6 7 8 9
voorwoord Onze school Waar de school voor staat De organisatie van ons onderwijs Vakinhoud De zorg voor de kinderen Het team De ouders De ontwikkeling van ons onderwijs De resultaten van ons onderwijs
Pag:4 Pag:5 Pag:6 Pag:11 Pag:13 Pag:20 Pag:28 Pag:29 Pag:32 Pag:35
Bijlage: inlegvel
Schoolgids 2007-2011
3
Voorwoord Waarom een schoolgids voor ouders? Scholen zijn verschillend, in hun manier van werken, in de sfeer die er op school heerst en in wat kinderen er leren. Scholen hebben verschillende kwaliteiten, afhankelijk van hun ideeën over onderwijs en opvoeding en leerlingen die de school bezoeken. In deze gids willen wij aangeven hoe wij deze ideeën op onze school in praktijk brengen. . Wat staat er in deze schoolgids? *
hoe wij de doelstellingen die de wet op het primair onderwijs ons stelt, willen bereiken * welke methodes wij daarbij gebruiken * hoe wij omgaan met andere belangrijke zaken * wat wij daarmee willen bereiken * hoe wij met elkaar omgaan * wat wij van de leerkrachten, de kinderen en de ouders verwachten. * hoe de opzet van ons onderwijs is * hoe de zorg voor de leerlingen is georganiseerd * hoe wij de resultaten van de ontwikkelingen en vorderingen van uw kind(eren) meten * en hoe wij u daarover informeren. Deze gids is dus gemaakt om u te informeren. U als ouder van een leerling op deze school, maar misschien ook u als toekomstige ouder van onze school. Deze schoolgids wordt aan het begin van het schooljaar 2007-2008 uitgereikt en is geldig tot en met schooljaar 2010-2011. Elk jaar wordt u middels een nieuw inlegvel op de hoogte gebracht van de actuele zaken. Vanzelfsprekend krijgen alle nieuwe leerlingen in die periode ook een schoolgids. Naast deze onderwijskundige zaken kunt u ook lezen welke bijdrage(n) u kunt leveren, zoals: * *
uw aanwezigheid op ouderavonden daar waar U mogelijk kunt meewerken ter ondersteuning van het onderwijs op onze school.
Tot slot besteden wij in deze gids aandacht aan zaken als vakanties en verlofregelingen, roosters, festiviteiten, overblijven, ouderraad, medezeggenschapsraad, schoolarts e.d. Alle jaarlijks veranderende zaken en gegevens vindt u op het losse inlegvel. Reacties Mocht u nog aanvullende wensen hebben ter verbetering van de schoolgids neem dan contact op met de directeur of adjunct directeur van de school.
Schoolgids 2007-2011
4
Richting Het Octaaf is een katholieke basisschool, en ervaart zichzelf als een ontmoetingsschool, waar kinderen van allerlei overtuigingen, geloven en culturen samen kunnen werken en zich thuis behoren te voelen. Er wordt lesgegeven vanuit de christelijke levensovertuiging met waardering en begrip voor andere godsdiensten. Wij zijn een klassikale school met veel aandacht voor de vakken lezen, begrijpend lezen rekenen en taal, de zogenaamde instrumentele vaardigheden. Het Octaaf is de enige school in de wijk Neerbosch-Oost. Deze wijk ligt tamelijk geïsoleerd, een drukke (snel)weg moet overgestoken worden, om in andere wijken te komen. We zijn onderdeel van de OpenWijkSchool (Tandem, Ouderkindcentrum, Huiskamer Octavia)en hebben intensieve contacten met de GGD, het Schoolmaatschappelijk werk, welzijnsorganisatie Tandem en de wijkagent. De school heeft een duidelijke plaats in de totale opvoeding van de leerlingen. Schoolgrootte De school wordt bezocht door ongeveer 390 leerlingen. De leerlingen zitten verdeeld over 2 locaties; op Fanfarestraat 51 en 53 de onderbouw en de middenbouw, op de Symfoniestraat 210 de bovenbouw. Op school werken ongeveer 45 personeelsleden (directie, groepsleerkrachten, intern begeleider, toegevoegde leerkrachten, conciërges, klassenassistentes, ICTcoördinatoren)
Schoolgids 2007-2011
5
Visie en Missie van de school Omgevingsbeeld Kinderen groeien op in een toenemende mondiale, technologische en individuele wereld. Het kind moet leren om te gaan met deze steeds complexer wordende samenleving. Inzicht verwerven in de complexiteit van de samenleving nu en kinderen instrumenten aanbieden om dat inzicht te behouden en te blijven ontwikkelen zodat ze ook zijn uitgerust voor onze toekomstige samenleving is de grote uitdaging van de school. Een school waarin de leraar de leerling leidt naar onbekende gebieden. Hij handelt met respect , geduld en biedt structuur. Een leraar die zo opereert is in staat de afstand tussen de zelfwereld van de leerling en de onbekende wereld van kennis te overbruggen Vanuit dit beeld willen wij een funderende, dynamische, flexibele en uitdagende school zijn. Onze succesformule is: Een combinatie van gestuurd leren op de instrumentele vaardigheden, ontdekkend bezig zijn in de cognitieve gebieden en zelf-oriënterend werken in de maatschappelijke context. Bovenstaande is gebaseerd op de volgende uitgangspunten. 1. Maatschappelijk en levensbeschouwelijk uitgangspunt We zijn een multiculturele school waarin ruimte is voor alle kinderen en hun ouders ongeacht geloof of afkomst. We zijn een ontmoetingsschool waar iedereen samen leert, werkt en zich thuis voelt. De school is een onderdeel van een breed samenwerkingsverband in de wijk en maakt deel uit van de Open wijkschool waarin een integrale samenwerking rond de opvoeding en ontwikkeling van kinderen bestaat. Samenwerking met de ouders is bij ons vanzelfsprekend. Wij onderschrijven de visie van de Stichting Sint Josephscholen,zoals beschreven in: “Identiteit in woorden”. De grondhouding van de leerkracht kenmerkt zich door het trefwoord “verbondenheid”, een band hebben. We associëren dat woord met “betrokken zijn op” en “warme gevoelens voor”. Binnen dit uitgangspunt dragen vier pijlers ons onderwijs: A) learning to do (leren te doen), B) learning to know (leren te weten), C) learning to live together (leren samen te leven) en D) learning to be (leren te zijn). (Unesco rapport: learning: The treasure within) 2. Onderwijskundig uitgangspunt Wij streven naar meer eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen, waar duidelijke eisen en verantwoording aan ten grondslag liggen, zodat ze nu en straks zelfstandig, kundig, sociaal creatief en kritisch kunnen leven in onze maatschappij. (relatie, competentie en autonomie). We werken volgens de uitgangspunten van adaptief onderwijs.
Schoolgids 2007-2011
6
3. Pedagogisch uitgangspunt Op Het Octaaf is er een doorlopende lijn in het pedagogisch handelen waarin kinderen, ouders en collega’s zich veilig voelen, zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen en waar iedereen voor vol wordt aangezien. 4. Didactisch uitgangspunt Onze leerlingen leren en worden onderwezen middels doorlopende leerlijnen met behulp van eigentijdse middelen en methodieken. We bieden waar nodig ondersteunende zorg en kunnen dat ook organiseren. Daar waar we zelf de extra zorg niet kunnen bieden, maken we gebruik van externe netwerken. 5. Uitgangspunt met betrekking tot leerkrachtvaardigheden Ons personeel is competent. Ze hebben een goed zelfbeeld en zicht op eigen mogelijkheden en ontwikkelingskansen. Ze hebben goede kennis van leerstof, leerlijnen, methodieken en materialen en hebben goede klassenmanagement en ICT-vaardigheden. Ze staan open voor vernieuwing, scholing en ontwikkeling. Ze beseffen dat voortdurende scholing een must is.
Ons motto is: Het Octaaf zet de toon met goed onderwijs. Onderwijs dat past bij de leerling Voor onze school betekent dit in de eerste plaats dat de ontwikkeling van leerlingen niet persé een geleidelijk verlopend proces is. De ontwikkeling van iedere leerling is verschillend en bovendien niet aan exacte leeftijden gebonden. Wij vinden dat in onze basisschool het onderwijsleerproces aan moet sluiten bij het ontwikkelingsproces van de individuele leerling. We streven naar adaptief onderwijs, waarbij we tegemoet komen aan de behoefte van elk kind om zelfstandig te zijn, om contact te hebben met anderen en de behoefte om iets goed te kunnen. Verder vinden wij dat we onze kinderen zo moeten onderwijzen dat ze nu en straks zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch kunnen leven in onze maatschappij. Ten derde vinden wij dat we in ons onderwijs variatie in leersituaties moeten aanbrengen, omdat we ons ervan bewust zijn dat ieder kind zijn/haar eigen leerstijl heeft. Een vierde punt is dat wij het eigene van ieder kind moeten respecteren en zijn gevoelsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen moeten stimuleren en beschermen. Wij vinden dat kinderen hun eigen mogelijkheden moeten kunnen ontplooien. Tenslotte vinden wij dat we met kinderen om moeten gaan op basis van gelijkwaardigheid. Onderwijs als activiteit van kinderen Wij vinden dat binnen onze basisschool het spelelement c.q. het spelend leren (als verworvenheid van het kleuteronderwijs) gegarandeerd dient te worden. De kinderen moeten de kans krijgen zich te ontwikkelen door zelfontdekkend om te gaan met materialen, leermiddelen en informatiebronnen. Binnen ons basisonderwijs moet zoveel mogelijk de vragende, onderzoekende houding van kinderen gestimuleerd en bevorderd worden. Wij leren de kinderen activiteiten te ontplooien, waardoor ze greep krijgen op hun eigen situatie en deze eventueel kunnen veranderen (meedenken en meebeslissen). Daarom vinden wij het belangrijk dat kinderen zelf opdrachten stellen en uitvoeren en dat kinderen situaties aangeboden moeten krijgen, waarin ze leren wat het dragen van verantwoordelijkheid inhoudt.
Schoolgids 2007-2011
7
Onderwijs als deel van het maatschappelijk gebeuren De kinderen moeten zelf verantwoordelijkheid leren dragen, op school en later. Wij vinden dat we kinderen veiligheid moeten bieden, maar we willen kinderen ook zoveel mogelijk zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam maken. Dat kan inhouden dat we kinderen ook confronteren met activiteiten en leerinhouden die niet "leuk" zijn. Een voorbeeld is dat alle kinderen wekelijks taken krijgen opgedragen, die betrekking hebben op de verzorging van de klas. Wij brengen de kinderen tot een houding van respect voor anderen. De kinderen leren dat zij vanzelfsprekend tolerant en met respect omgaan met andere culturele groeperingen. Wij proberen dit te bereiken door als leerkrachten de leerlingen meteen aan te spreken op discriminerende opmerkingen. Wij vinden dat ons onderwijs een basis moet leggen voor verdere ontwikkeling en ontplooiing van de leerlingen. Het basisonderwijs moet een goede basis vormen voor het volgen van passend voortgezet onderwijs. Daartoe wordt er jaarlijks aan de hand van de Cito-uitslagen gekeken of er bijstelling moet volgen van onderwijsinhouden, zowel op individueel als op klassen- en schoolniveau. Vanaf groep 3 wordt voorzichtig begonnen met het opgeven van thuiswerk. In groep 8 gaan de leerlingen een school van voortgezet onderwijs bezoeken en krijgen informatie over beroepen. Wij begeleiden de leerlingen en hun ouders bij het maken van hun keuze voor een school van voortgezet onderwijs. Wij zijn van mening dat voor kinderen de samenleving heel dichtbij is nl. hun directe omgeving. Derhalve richten we ons, samen met de partners binnen de Open Wijk School, op de buurt en de gezinnen waaruit de leerlingen komen. We moeten onze kinderen vormen tot mensen, die bereid zijn problemen aan te pakken en een positieve bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Burgerschap en integratie Kinderen leren op school veel meer dan taal en rekenen alleen. De school is bij uitstek de plek waar elk kind kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en sociale integratie bevorderen. Actief burgerschap is het kunnen en willen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Toerusting van kinderen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen, is een taak die het onderwijs sinds lang vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van de maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Naar de vraag wat het onderwijs kan bijdragen gaat dan ook veel belangstelling uit. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht het ‘actief burgerschap en de sociale integratie’ van kinderen te bevorderen. Deze nieuwe wettelijke bepaling onderstreept dat stimulering van burgerschap en integratie een taak is die om gerichte aandacht van scholen vraagt. Op onze school vormt goed burgerschap en integratie een onderdeel van de dagelijkse praktijk. Het is de taak van iedere deelnemer van onze schoolorganisatie, van kind tot volwassene, om elkaar te ondersteunen en begeleiden tot het worden van een goede wereldburger. Openwijkschool “Neerbosch-Oost”. Een rondgang door het schoolgebouw van Het Octaaf aan de Fanfarestraat 51-53 leert snel dat Het Octaaf meer is dan alleen een basisschool. Het gebouw biedt ruimte aan welzijnswerk Tandem, Ouder-Kind centrum” Mamma-Mia” en de Huiskamer. Openwijkschool N.B.O. is echter breder dan alleen de instellingen die gehuisvest zijn in het schoolgebouw aan de Fanfarestraat. Ook wijkgroeperingen, het maatschappelijk werk, de peuterspeelzaal en de bibliotheek werken mee aan het verbeteren van het leefklimaat voor kinderen in de wijk Neerbosch-Oost. Dit geheel wordt Openwijkschool “Neerbosch-Oost” genoemd. Schoolgids 2007-2011
8
Wat wil de Openwijkschool bereiken? Door tijdens en buiten schooltijd extra activiteiten aan te bieden voor kinderen vanaf 0 t/m 12 jaar en hun ouders, willen we de ontwikkelingskansen en mogelijkheden van kinderen in de wijk vergroten. Deze activiteiten worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. De activiteiten van de Openwijkschool richten zich op vijf gebieden: -
zorg en welzijn educatie en taal bewegen en gezondheid kunst en cultuur informatie
Voor de komende jaren willen we vooral het activiteitenaanbod in de wijk voor ouders en kinderen op het gebied van taalontwikkeling vergroten. De kinderen hebben veel behoefte aan het vergroten van hun taalvaardigheden (lezen, begrijpend lezen, spreken) Voor kinderen zal er in Neerbosch-Oost nog veel meer kunnen gebeuren, dan wat er nu plaatsvindt, bijvoorbeeld door extra activiteiten met het accent op taal te organiseren. Door intensief samen te werken, andere organisaties (ook buiten de wijk) in te zetten, zijn we hard bezig om het activiteitenaanbod stapje voor stapje te vergroten. Naast dat er activiteiten voor en door ouders worden georganiseerd, zijn ouders ook een belangrijke samenwerkingspartner van de Openwijkschool. Ouders zijn vertegenwoordigd in verschillende werkgroepen en worden uitgenodigd om mee te denken en te besluiten over activiteiten die voor hun kinderen van belang zijn. Zo worden de ouders van de kinderen in de onderbouw enkele keren in het schooljaar uitgenodigd om deel te nemen aan de Piramidebijeenkomst. De ouders worden dan geïnformeerd over het thema in de klas, zodat ze er thuis ook aandacht aan kunnen besteden. Een greep uit het activiteitenaanbod van de Openwijkschool N.B.O. Na schooltijd geeft de Lindenberg cursussen voor de kinderen. Sportservice Nijmegen verzorgt de sportactiviteiten. Informatie bij Huiskamer Oktavia, Fanfarestraat. Het Ouder-Kind centrum Mamma Mia heeft een hele gezellige ontmoetingsruimte ingericht en organiseert door het jaar heen verschillende activiteiten voor ouders, zoals koffie-inloop, creatieve activiteiten, cursussen en themabijeenkomsten. Voor meer informatie kunt u altijd even binnenlopen. Contactpersoon is Yvonne van Oudheusden. Tot slot worden er enkele gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals de carnavalsoptocht en de vrijwilligersbedankavond. Heeft u vragen over de Openwijkschool? U en uw kind(eren) zijn van harte welkom bij Marijke Swinkels (vanuit Tandem)/ Marian Schrijen (vanuit school) coördinatoren Openwijkschool “Neerbosch-Oost”.
2.2 Het klimaat van de school. Een goede sfeer ("schoolklimaat') is van wezenlijk belang voor het goed functioneren van leerlingen, leerkrachten en ouders. Men moet zich prettig en thuis voelen. Daarom mag van iedereen binnen de school geëist worden zich in te zetten om de sfeer positief te krijgen en te houden. Voor leerlingen betekent dit dat zij respect hebben voor leerkrachten en voor elkaar en elkaar waarderen. Voor leerkrachten betekent dit dat zij leerlingen en hun verschillen waarderen en accepteren en alert zijn op de sfeer tussen leerlingen onderling. Erg belangrijk is de sfeer bij collega's onderling, als zij waardering en belangstelling naar elkaar uitstralen zal dat sfeerverhogend werken bij leerlingen en ouders. Van ouders mag verwacht worden mee te helpen aan een goed schoolklimaat. Uitgangspunt is daarbij een vertrouwen in de werkwijze en uitgangspunten van de school en op een correcte wijze te reageren bij meningsverschillen.
Schoolgids 2007-2011
9
De Joseph Stichting heeft in een protocol vastgelegd op welke wijze we omgaan met eventuele schorsingen en verwijdering van leerlingen. Dit protocol is op te vragen op school.
2.3 Sponsoring Op school hanteren we de regels m.b.t. sponsoring zoals die omschreven staan in een circulaire van het ministerie van OC en W. samen met de besturenbonden is sponsoring en reclame nader omschreven. Het doel van dit convenant is dat onze school op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring omgaat, als we daarmee te maken krijgen. De school onderschrijft deze voorstellen. Aan het convenant liggen vier uitgangspunten ten grondslag: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de kinderen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. • Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, onze school, de kinderen, de ouders en de leerkrachten in gevaar brengen. • Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. • Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn of worden van sponsormiddelen.
Schoolgids 2007-2011
10
De organisatie van de school Elke groep heeft een vaste leerkracht of een vast duo leerkrachten. De school heeft extra formatie door de gewichtenregeling. Hierdoor zijn we in staat om de groepen klein te houden en daarnaast leerkrachten in te roosteren voor extra zorg in en buiten de groep. Voor het schoolmanagementteam is er tijd vrijgeroosterd voor begeleiding van leerkrachten. De klassenorganisatie is zo dat de leerkracht naast de algemene instructie voldoende tijd heeft om individuele leerlingen of groepjes leerlingen te begeleiden (het zogenaamde grote-kleine groep model). Er wordt daarom veel tijd besteed vanaf de kleutergroepen aan het zelfstandig kunnen werken. De kinderen krijgen te maken met meerdere leerkrachten. Dat heeft het voordeel dat er met meer ogen naar kinderen gekeken wordt, dat er veel overleg is en dat hierdoor de kans groot is dat signalen opgepakt worden. Groepsgrootte De beslissing over groepsgrootte is afhankelijk van een aantal factoren: het aantal beschikbare lokalen, de hoeveelheid leerkrachttijd, het leerlingenaantal en ideeën over de organisatie van het onderwijs. Afgesproken is dat we in de kleutergroepen streven naar maximaal 23 kleuters. Dat betekent dat we hier de groepsverkleining ook letterlijk toepassen. Daarnaast proberen we nog extra leerkrachttijd in te zetten. De groepen 3 en 4 blijven ook rond de 25 leerlingen. Voor de overige groepen streven we naar een maximum van 29 leerlingen.
Schoolgids 2007-2011
11
Organisatiestructuur
Schoolgids 2007-2011
12
Vakinhoud Onderbouw Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. In de hoeken creëren we een rijke leeromgeving. Er wordt veel met kleuters gepraat over allerlei dingen. Wij stimuleren daarmee hun woordenschatontwikkeling en spreek- en luistervaardigheid. Dat is heel belangrijk als voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs. Daarnaast geven wij door het gericht aanbieden van allerlei materialen ook sturing aan die ontwikkeling. Bij oudere kleuters gaan wij daar, zeker als zij daar aan toe zijn, dieper op in. Wij bieden ze dan de mogelijkheden om zich al wat bezig te houden met voorbereidende oefeningen op het gebied van lezen, schrijven, taal en rekenen. De werkwijze bij de kleuters is hoofdzakelijk in projectvorm rond een bepaald thema. We volgen daarbij de aanpak van de totaalmethode “Piramide”. Een project kan één tot enkele weken duren, afhankelijk van het onderwerp. In zo’n project komt een veelheid van activiteiten aan bod. Er wordt ook geknutseld en natuurlijk worden er ook liedjes aangeleerd die met dit project te maken hebben. Het kan ook voorkomen dat kinderen zelf zaken aandragen, waarop dan zoveel mogelijk op ingespeeld wordt. Natuurlijk komen ook de seizoengebonden onderwerpen aan de orde als "herfst", "lente" e.d. Voorafgaand aan enkele thema’s van Piramide is er een informatiebijeenkomst voor ouders. Om vroegtijdig problemen te kunnen signaleren, worden regelmatig observaties bij de kleuters uitgevoerd. Vooral de taalontwikkeling krijgt extra aandacht. In de groep wordt met behulp van thema's deze taalontwikkeling extra gestimuleerd. Methoden:
Vak- / vormingsgebieden. Onze onderwijskundige doelen Het Octaaf wil bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, die kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden. Dit gaat het beste in een omgeving waar de leerlingen zich thuis voelen. We zetten ons in op het versterken en verbeteren van het klassen- en schoolklimaat. De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen. Ons onderwijs voldoet aan een drietal basisbehoeften van leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Onder de basisbehoefte 'relatie' wordt verstaan dat onze leerlingen zich geaccepteerd weten, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte 'competentie' wordt verstaan dat onze leerlingen ontdekken dat ze de taken aankunnen die ze moeten doen, dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Onder de basisbehoefte 'autonomie' wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen. Deze drie basisbehoeften samen bepalen het pedagogisch klimaat dat aan adaptief onderwijs ten grondslag ligt. De drie basisbehoeften worden gekoppeld aan drie belangrijke onderdelen van het pedagogisch en didactisch handelen van onze leerkrachten, namelijk de interactie in de klas, de instructie en de klassenorganisatie. Op die manier wordt ons onderwijs vormgegeven waarin leerlingen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan en waarvan ze uiteindelijk optimaal profiteren.
Schoolgids 2007-2011
13
De instrumenteel-cursorische vakken. Rekenen/ Wiskunde Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen • verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld • basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties • reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren • eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen • onderzoek- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. • In de onderbouw komen uit Piramide de volgende thema’s aan de orde: “Ruimte”, “Tellen”, “Kleur en Vorm” en “Grootte”. • Verder wordt er gewerkt met het hulp- en observatieprogramma “Ordenen” van Cito. De methode die gebruikt wordt in de groepen 3 t/m 8 is het vernieuwde Pluspunt inclusief het computerprogramma dat aansluit bij de methode. In het schooljaar 2004 is de vernieuwde versie ingevoerd in de groepen 3 t/m 8. Bij leerlingen die de basisstof snel begrijpen wordt er gebruik gemaakt van het “Compacten en verrijken” van de rekenstof (SLO cd-rom). Bij leerlingen met rekenproblemen wordt er gebruik gemaakt van Maatwerk Bij automatiseren gebruiken we oefenboekjes die aansluitend bij de methode Pluspunt. Bij leerlingen die zeer veel moeite hebben met de basisstof wordt er gebruik gemaakt van het onderzoeksprogramma “Vlot” en aansluitend extra instructie binnen of buiten de groep. Nederlandse Taal. Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen • vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen • kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal • plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal Er wordt veel aandacht en tijd besteed aan de taalontwikkeling van onze leerlingen, omdat wij ervan uitgaan dat een kind wanneer hij/zij de taal goed beheerst,zelf in staat is om informatie tot zich te nemen en daarmee zichzelf verder ontwikkelt. Methoden: In de onderbouw maken we gebruik van “Piramide”. De projecten, opgebouwd rond een bepaald thema, helpen mee bij de ontwikkeling van het communicatieve taalgebruik, uitbreiding van de woordenschat, het opdoen van ervaring met boeken en verhalen en het bijbrengen van besef van de vorm van de taal. Daarnaast wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van allerlei ontwikkelingsmaterialen. Het taalonderwijs in groep 3 krijgt vorm middels de aanvankelijk leesmethode “Veilig Leren Lezen”. (nieuwste versie 2006) Naast de methode wordt er ook gewerkt aan Overstap. Parallel aan de leerstof in groep 3 krijgen ouders na elke kern een leesboekje en werkboekje voor thuis mee. Hiermee willen we zowel de taalontwikkeling als het lezen stimuleren op school en thuis. Voor het taalonderwijs in de groepen 4 t/m 8 gebruiken wij op dit moment nog de methode “Taaljournaal”. Ook de NT2 lijn gekoppeld aan deze methode wordt ingezet. Taaljournaal NT2 richt zich op de woordenschatontwikkeling. Naast Taaljournaal NT2 zijn er voor de groepen 3, 4 en 5 taalspeelgroepen waar vooral aandacht wordt besteed aan het uitbreiden van de woordenschat. De methode bestaat verder uit twee onderdelen: Taaljournaal Taal en Taaljournaal Spelling. Taaljournaal Taal besteedt aandacht aan aspecten zoals mondelinge taalvaardigheid, schriftelijke taalvaardigheid en taalbeschouwing.
Schoolgids 2007-2011
14
Taaljournaal Spelling is een aparte leergang waarin het spellingsonderwijs aan de orde komt. De methoden Taal, NT2 en Spelling zijn zo ontwikkeld dat ze ondersteunend en versterkend zijn voor elkaar, zonder op elkaars gebied te komen. De thema’s in Taaljournaal zijn in alle groepen hetzelfde. Naast Taaljournaal wordt er ook gewerkt met de Kinheim taalblokken en Creatief Stellen in Balans. Naar verwachting zal in het schooljaar 2008-2009 een nieuwe taalmethode worden ingevoerd. Leesvaardigheid. Het leesonderwijs omvat:: Naast voorlezen, technisch lezen, begrijpend- en studerend lezen ook het bevorderen van leesplezier en leesbeleving. In de onderbouw wordt aandacht besteed aan de voorbereiding op geschreven taal en het lezen d.m.v.: het aanbieden van voorbereidende lees- en schrijfvaardigheden in de Piramideprojecten Interactief voorlezen We sluiten aan bij de ontwikkeling van het kind en starten, als het kind er aan toe is, met aanvankelijk leesonderwijs. Methoden in de groepen 3 t/m 8: Aanvankelijk lezen in groep 3 aan de hand van de methode Veilig leren lezen, nieuwste versie (ondersteund door “Overstap”, een manier van werken waarbij ouders thuis met hun kinderen dezelfde stof lezen) Computerprogramma VVL. Het AVI-niveau wordt al in groep 3 vastgesteld. Veel zorg wordt in deze groep besteed aan de herfstsignalering. (Welk leesniveau past bij mij). Technisch lezen: Vanaf 2004 is binnen de groepen 4 t/m 6 gestart met de methode Leesparade. Ieder kind mag lezen binnen zijn niveau om de beste succeservaringen op te doen. Er wordt gewerkt volgens kleine (instructiegroep)/grote groep model. Extra leesondersteuning d.m.v.: Duo lezen (4 t/m 7) Samen lezen (3 t/m 5) Zuidvallei (3 en 4) Kijk luister (3 t/m 5) Er zijn groepsabonnementen bij de bibliotheek. Regelmatig zijn er bezoeken aan de bibliotheek in school. Er is veel aandacht voor de kinderboekenweek. Begrijpend lezen. Bij begrijpend lezen richten we ons op het letterlijke begrip, het ordenend begrip, het afgeleid begrip en het oordelend begrip. Methode: Goed gelezen (nieuwste versie 2006). Aansluitend computerprogramma. Schrijfvaardigheid. Wij werken met de methode Schrijftaal in de groepen 3 t/m 7. Vanaf groep 4 wordt er geschreven met een vulpen. Engelse taal. Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen • vaardigheden spreken, lezen en luisteren ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen • kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. De methode die we gebruiken om deze doelstelling te verwezenlijken is de methode “Just do it “ en wordt vanaf groep 7 gebruikt. Schoolgids 2007-2011
15
Aardrijkskunde. Het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: • zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio's; • inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; • zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Er wordt gewerkt met de volgende methoden: In de kijker (groepen 4) Hier en Daar (groepen 5 tot en met 8 inclusief het computerprogramma) De thema’s van de lessen zijn gebaseerd op de leef- en interessewereld van het kind. De kinderen moeten in de lessen zoveel mogelijk kansen krijgen om zich te oriënteren op de dingen van alledag. Daarvoor heeft het kind basiskennis en inzicht nodig. Kennis en inzicht om zichzelf (meer) te leren; te leren informatie in te winnen en te gebruiken. De lessen proberen de kinderen te brengen tot een zelfstandige verkenning van de wereld, te activeren tot een vragende en zoekende houding. Geschiedenis. Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: • zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; • besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; • zich enige historische basiskennis eigen maken; • kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; • kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Op Het Octaaf gebruiken we de methode “Bij de tijd “. Bij de Tijd is een concentrische methode. In groep 4 wordt thematisch gewerkt vanuit het principe vroeger (oma’s tijd) en nu. In groep 5 t/m 8 laat men vanaf de prehistorie tot aan het heden aan de hand van verhalen, die kenmerkend zijn voor de tijd waarin ze spelen, de stromingen en gebeurtenissen uit het verleden zien op een manier die relevant is voor kinderen van de basisschool. Ieder leerjaar vindt er uitbreiding en verdieping van de verschillende perioden plaats. Naar aanleiding van de nieuwe kerndoelen uit 2006 wordt er in groep 6 t/m 8 gewerkt met het tijdvakkensupplement. Daarnaast biedt deze methode de kinderen de gelegenheid om de grenzen tussen de verschillende vakgebieden te overschrijden. Zo komen ook onderwerpen uit aardrijkskunde en biologie op logische wijze aan de orde. Een van de belangrijkste doelstellingen van het geschiedenisonderwijs moet zijn het zinvol bezig zijn met het verleden en het ontwikkelen van historisch besef. Natuuronderwijs en gezond gedrag. Het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen • plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu; • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan; • een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen; • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. In de onderbouw mak en w e gebru ik van themak isten en pro j ecten van h et MEC . Methoden in groep 3 t/m 8: Voor dit vakgebied maken we gebruik van projecten (b.v. kisten) met werkbladen van het MEC. Daarnaast gebruiken we, als aanvulling, de methode Natuurlijk. Een medewerker van het MEC heeft onderwerpen van Natuurlijk en de projecten in elkaar geschoven, zodat aan de gestelde eindtermen wordt voldaan. Bij de wereldoriënterende vakken worden de leerlingen wegwijs gemaakt in het systeem van de bibliotheek, waarbij internet een belangrijke rol speelt. Schoolgids 2007-2011
16
Bevordering van sociale redzaamheid waaronder: Gedrag in het verkeer. Het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer is er op gericht, dat de leerlingen • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. In de onderbouw wordt hier aan gewerkt tijdens het Piramideproject “Verkeer” In de groepen 3 wordt er gewerkt volgens de methode ”Verkeersveilig.” In de groepen 4 t/m7 met materiaal dat actueel is: de Verkeerskrantjes. Sociaal emotioneel gedrag. Het onderwijs is vooral gericht op het creëren van een open pedagogisch klimaat, waarbij de leerlingen • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven op het gebied van zelfvertrouwen en weerbaarheid, gevoelens van zichzelf en anderen, het inleven in de ander,waarden en normen, conflictsituaties leren oplossen, relaties en seksualiteit. In de onderbouw wordt gewerkt met “Een doos vol gevoelens.” In groep 3 t/m 8 met de methode “Bewust omgaan met jezelf en de ander.” Seksuele voorlichting: • Seksuele voorlichting wordt gezien als een onderdeel van de opvoeding van het kind. De sociale relaties vormen de basis voor latere seksuele relaties. In groep 6 wordt gewerkt met de methode “Ik Jij Wij” In groep 7 wordt gewerkt met de methode “Het liefdespaleis” De methode voor groep 8 is: “Relaties en Seksualiteit” De expressie vakken Muziek Het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te waarderen, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen. Methode: “Moet je doen” voor de groepen 3 t/m 8. Tekenen en handvaardigheid Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken; • leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst; • kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuur. Bij de groepen 1 / 2 wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de thema’s die in de groepen centraal staan. De methode die als leidraad wordt gebruikt in groep 3 t/m 8: Moet je doen.
Schoolgids 2007-2011
17
Bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen • kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; • enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken; • een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur; • omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. De methode die in de onderbouw gebruikt wordt is : Bewegen in de speelzaal. De methode die we gebruiken in de groepen 3 t/m 8: “Planmatig bewegingsonderwijs” Aan bod komen, gymnastiek, zwemmen (voor alle leerlingen van groep 3, 4 en leerlingen van groep 5 t/m 8 die nog geen zwemdiploma hebben). I.v.m samenwerken binnen de O.W.S gelden de volgende doelen: • de ontwikkelingskansen van kinderen m.b.t. sport, bewegen en gezondheid vergroten; • • •
kinderen stimuleren tot blijvend sporten en bewegen; het samenwerkingsverband tussen Open Wijk School –buurt-sportverenigingen stimuleren; de betrokkenheid van ouders bij schoolse- en buitenschoolse activiteiten vergroten.
Techniek Wij doen de komende 3 jaar mee aan het project Verbreding techniek basissonderwijs. Daarvoor is op school ook een coördinator techniek aangesteld. ICT vaardigheid In de groepen 5 tot en met 7 wordt gebruik gemaakt van de cursorische methode Basisbits.
Extra Activiteiten. •
Sportdag
•
Sport-jij-al?
•
Club Extra
•
Schoolreisje
•
Schoolkamp
•
Overstap
•
Slingertouw
•
Taalspeelgroepen
•
Lefproject
•
Sovatraining
Schoolgids 2007-2011
18
Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Speelzaal.
In het gebouw op de Fanfarestraat 53 hebben we de beschikking over een gymzaal bestemd voor de groepen 1-2. Zij gebruiken deze ruimte voor hun sport- en spelactiviteiten. In de aula aan de Fanfarestraat worden de t.v.-lessen gevolgd. Indien andere groepen een grotere ruimte nodig hebben voor spel en bewegingslessen dan gebruiken ze ook deze ruimtes. De ruimtes kunnen door middel van een schuifwand nog vergroot worden zodat ook toneelvoorstellingen en andere culturele activiteiten hier plaats kunnen vinden. Kleine ruimten. We beschikken over een aantal ruimten die geschikt zijn voor het werken met kleinere groepen.
Schoolgids 2007-2011
19
4.1 Opvang van nieuwe leerlingen in de school. Ouders, die hun kind op willen geven, kunnen contact opnemen met de adjunct-directrice Anne Verstappen tel: 024-3771250. U kunt ook een voorlopig aanmeldformulier op onze website (www.octaaf.nl) invullen. Aanmelding van peuters vanuit peuterspeelzalen. Aanmelding kan gebeuren vanaf de tijd dat het kind 2 jaar wordt. Kinderen, die 4 jaar worden, kunnen worden ingeschreven op de basisschool. Het kind is pas vanaf het vijfde jaar leerplichtig. Peuters, die binnen 2 weken na de zomervakantie 4 jaar worden, mogen met ingang van het nieuwe schooljaar direct komen. D In het algemeen wordt ouders geadviseerd de kinderen niet naar school te laten gaan 1 week vóór een vakantie van minstens één week. Kinderen die na 31 mei 4 jaar worden na de zomervakantie geplaatst. Tijdens de decembermaand adviseren we ouders hun kinderen de feesten op de peuterspeelzaal te laten vieren. Bezoek van de peuters aan de ontvangende school vindt niet plaats voordat het kind 3 jaar en 10 maanden is. Het inlopen is als volgt georganiseerd: 3 weken voordat het kind 4 jaar wordt op die ochtenden dat ze niet naar de peuterspeelzaal gaan (dus ongeveer 6 maal). Ouders krijgen ruim een maand voor hun kind 4 jaar wordt bericht waar het kind geplaatst wordt. Zij kunnen dan contact opnemen met de leerkracht. De leerkracht overhandigt de ouder tijdens dit contact een boekje, waarin beschreven is hoe een dag in de kleutergroep er uit ziet. De ouders kunnen dit dan rustig met hun kind bekijken. Aanmelding van leerlingen van een andere school. Als het kinderen betreft, die al op een andere school zitten, wordt er altijd contact opgenomen met die andere school. Bij verhuizing wordt het kind in principe geplaatst. We gaan er van uit dat het kind in de wijk naar school moet kunnen. Als ouders om een andere reden van school willen wisselen, vindt er overleg plaats met de andere school om te kijken of onze school een betere plaats kan bieden aan het kind. Als er onderzoeken gaande zijn, zal eerst het resultaat van het onderzoek afgewacht worden. In overleg met de betreffende leerkracht(en) wordt bekeken in welke groep het kind het best geplaatst kan worden. Eén en ander is ook afhankelijk van het onderwijskundig rapport dat de andere school over deze leerling samengesteld heeft. Waar nodig vindt aanvullend onderzoek plaats op onze school.
Onze visie op zorg Uit onze schoolvisie; “We willen onze leerlingen laten leren en onderwijzen middels doorlopende leerlijnen met behulp van eigentijdse middelen en methodieken. We bieden waar nodig ondersteunende zorg en kunnen dat ook organiseren. Daar waar we zelf de extra zorg niet kunnen bieden, maken we gebruik van externe netwerken”. Uitgangspunt is de ontwikkeling van het kind. Wij volgen onze leerlingen systematisch of ze ontwikkelen conform hun eigen ontwikkelingsperspectief. Wij kunnen naar aanleiding hiervan, beredeneerde keuzes maken.
Schoolgids 2007-2011
20
Wij willen op Het Octaaf, de zorg voor kinderen preventief inzetten in de groepen 1 t/m 4. Wij streven er naar om de extra zorg die leerlingen behoeven zoveel mogelijk binnen de eigen groep te geven door de eigen groepsleerkracht. De groepsleerkracht is primair verantwoordelijk voor het functioneren van de leerling op school.
De organisatiestructuur binnen de zorg Leerkracht Groeps bespreking
Bouwcoördinator
Individuele bespreking
Terugkoppe lgesprekken / overleg in
Intern Begeleider -
-
-
De groepsleerkracht is primair verantwoordelijk voor het functioneren van de leerling op school. De leerkracht is de deskundige in de groep en eerste aanspreekpunt voor ouders 3 keer per jaar voeren bouwcoördinatoren een groepsbespreking met groepsleerkrachten. Bouwcoördinatoren coachen leerkrachten op de werkvloer met als doel de leerkrachten competenter te maken om kinderen een passend aanbod te bieden (professionalisering) Onderwerpen die hier aan de orde komen zijn: • groepssfeer • didactisch niveau • organisatie • zorgleerlingen Na afgesproken tijd evalueert de bouwcoördinator met leerkracht. Deze informatie wordt mede vastgelegd in een Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de leerkracht (POP) De leerkracht maakt een afspraak met de Intern Begeleider over leerlingen die extra zorg nodig hebben IB-er bespreekt de zorgleerling met de leerkracht tijdens een individuele leerlingbespreking Er wordt een passend handelingsplan gemaakt voor de zorgleerling Is deze begeleiding/ zorg niet toereikend dan kan overgegaan worden op: nader diagnostisch onderzoek binnen de school en/of Psychologisch onderzoek m.b.v. de schoolbegeleidingsdienst Marant. Ook kan een kind worden besproken in het Zorg- en Advies Team (ZAT) In dit team participeren diverse instellingen, zoals NIM (maatschappelijk werk), BJZ (Bureau Jeugdzorg), GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), Marant en de school. Zij zijn gericht op professionele diagnostiek en doorverwijzing. Alle stappen die worden ondernomen in onze zorgstructuur worden met ouders besproken!
Schoolgids 2007-2011
21
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen We willen in onze school systematisch aandacht schenken aan de voortgang van het leeren ontwikkelingsproces van de kinderen, zodat we ook, waar nodig, tijdig aangepaste voorzieningen treffen voor leerlingen, die daarbij belemmeringen ondervinden. In dit deel beschrijven we de afspraken, die we in onze school hierover gemaakt hebben. Verzamelen van informatie over de leerlingen Het behoort tot de taak van iedere leerkracht om een juist zicht te krijgen op de bevorderende en belemmerende factoren bij de voortgang van iedere leerling uit zijn/haar klas om aan de hand van deze factoren in staat te zijn iedere leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Informatie hierover krijgt de leerkracht uit: •
observaties in allerlei situaties;
•
methodegebonden toetsen, proefwerken, produkten van leerlingen;
•
toetsen leerlingvolgsysteem cito (vastgelegd in een toetsrooster)
•
gesprekken met ouders, collega's, schoolleiding.
Gedurende het schooljaar registreert de leerkracht deze informatie en houdt het leerlingdossier bij. Dit leerling-dossier is een hulpmiddel: •
bij het vastleggen van gegevens van de individuele leerling, zodat deze niet verloren raken;
•
bij het vaststellen van de problematiek van een in zijn ontwikkeling leerbedreigde leerling;
•
bij het opstellen van een begeleidingsplan voor een in zijn ontwikkeling leerbedreigde leerling;
•
bij de gesprekken tussen de leerkracht en de ouders en de leerkracht en de directie;
•
bij het samenstellen van het advies betreffende een plaatsing op het speciaal of voortgezet onderwijs.
We zijn ons bewust van het gevaar dat het vastleggen van gegevens in zich heeft. Daarom hebben we hierover het volgende afgesproken: •
de "leerling-dossiers" worden in een afsluitbare archiefkast opgeborgen;
•
om de privacy te waarborgen, heeft alleen in principe de directie, de intern begeleider en de leerkracht inzage in het dossier.
•
van gesprekken worden de afspraken vastgelegd, na goedkeuring van betrokkenen.
Het rapport In de onderbouw wordt na 3 maanden een kijklijst ingevuld door ouders en leerkracht, waarna een gesprek volgt. Verder wordt er 2x per jaar een observatielijst ingevuld door de leerkracht om de vorderingen van het kind vast te leggen. Het rapport wordt 3x per jaar samengesteld t.b.v. de ouders en op basis van de gegevens van de observatielijst en de resultaten in de groep. De rapporten spelen vooral een rol t.b.v. overleg met de ouders. Het overleg over leerlingen Schoolgids 2007-2011
22
We onderscheiden: •
overleg leerkracht-leerkracht over leerlingen (toegevoegde leerkracht)
•
overleg leerkracht-intern begeleider
•
overleg leerkracht-ouders: dit kan ad hoc overleg zijn wanneer leerkracht of ouder dit nodig vinden;
•
twee keer per jaar organiseren we de zogenaamde 10-minuten-ronde, (zie jaarplan), waarbij ook het rapport van de leerling wordt besproken;
•
leerkrachten en leiding kunnen t.b.v. ondersteuning van de begeleiding van de leerlingen "externe" (zoals Marant) inschakelen; betrokkenen zijn echter verplicht hierover eerst met ouders te overleggen (motieven, procedures) en hun toestemming af te wachten.
4.3 Interne zorg voor kinderen met specifieke behoeften. De primaire zorg voor de leerling ligt binnen de organisatie en de inhoud van het gewone onderwijs. De leerkracht van de groep is de eerst verantwoordelijke persoon. Het juiste gebruik van de methoden (evenals hun methodegebonden toetsen) en de goede aanpak van de individuele leerling binnen de groep voorkomt een groot aantal problemen. Toch blijven er leerlingen, die extra zorg binnen de les nodig hebben. Dit kan te meken hebben met achterstand of uitval op bepaalde gebieden zijn. Er zijn ook leerlingen die ver boven het niveau van de groep uitstijgen. De leerkracht zal dit signaleren, de gegevens analyseren, diagnostiseren en handelend optreden t.o.v. de leerling.
Nadat de leerkracht het probleem gesignaleerd heeft, zal hij/zij het formulier "zorgleerlingen" invullen. Naast de persoonlijke gegevens van de leerling, wordt omschreven op welke ontwikkelingsaspect het probleem zich uit, welke factoren er meespelen, wat er aan het probleem gedaan is, hoe hulp van buiten gekomen is (b.v. Marant), wat de resultaten van die hulp zijn en wat de hulpvraag is. Het probleem wordt, vergezeld van advies of handelingsplan, teruggespeeld naar de leerkracht of het probleem wordt in de leerlingbespreking gebracht. In de leerlingbespreking (die volgens een vaste procedure in de bouw verloopt) participeren twee groepen, nl. de inbrenger(s) en de collega's. De inbrenger geeft adequate informatie omtrent het probleem en komt met een hulpvraag naar het team. De collega's vragen eventueel aanvullende informatie en bieden hulp aan in de vorm van adviezen. De inbrenger kiest welke hulp hij/zij het best kan gebruiken. Bij deze bespreking worden afspraken gemaakt over evt. te verkrijgen aanvullende informatie (bv. toetsing) een behandelingsplan of een verwijzing naar de consultatie. Ook kan een afspraak volgen met de intern begeleider over inhoudelijke zaken (b.v. uitleg bepaalde toetsen). * De consultatie vindt plaats tussen inbrenger en de medewerker Leerlingenzorg van Marant. Het doel is te komen tot een voorlopig advies c.q. oplossing, zodat de leerkracht met het probleem verder kan. Het streven van de school is er op gericht de leerling zo veel mogelijk binnen de reguliere schoolsituatie te helpen. Mochten onze mogelijkheden daartoe op een gegeven moment te kort schieten is het onze plicht ouders/verzorgers er op te attenderen, dat naar andere oplossingen gezocht dient te worden. Dit kan een verwijzing naar het Speciaal Onderwijs zijn. De gehele, hierboven beschreven aanpak rond deze leerlingen geschiedt, vanaf het begin, met toestemming van en in goed overleg met de ouders/verzorgers. Zij zijn per slot van rekening de eerstverantwoordelijken. Alle gegevens worden verzameld met als leidraad het onderwijskundig rapport, zoals het voor de PCL noodzakelijk is.
Leerlingen met een rugzak Schoolgids 2007-2011
23
Wat is de Rugzak? De Rugzak is een andere naam voor de wet op de leerlinggebonden financiering (lgf-wet). Deze wet geeft ouders van een kind met een handicap het recht om die school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. Dat kan een reguliere (gewone) school zijn of een school voor speciaal onderwijs. De Rugzakwetgeving is bedoeld voor kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs. De leerlinggebonden financiering wordt de Rugzak genoemd omdat het geld gekoppeld is aan het kind, waarbij de ouders zeggenschap hebben over de besteding van de middelen. Regulier onderwijs Wanneer ouders kiezen voor een reguliere basisschool en het kind extra voorzieningen nodig heeft, kunnen de ouders een leerlinggebonden budget aanvragen. Het kind neemt dit budget als het ware in een Rugzakje met zich mee. Uit de Rugzak kunnen zaken worden bekostigd als extra formatie, ambulante begeleiding etc. REC Rivierenland verzorgt de ambulante begeleiding vanuit de scholen voor speciaal onderwijs aan leerlingen in het regulier basisonderwijs. De ambulant begeleider kan op verzoek informatie verstrekken over handicaps en bijbehorende consequenties voor het onderwijs. Ook kan de ambulant begeleider aangeven welke rol hij kan spelen in de voorbereiding en de uitvoering van het begeleidingstraject. Nadat de leerling is aangenomen, stelt de reguliere school een handelingsplan op waarbij de ambulant begeleider ondersteuning kan bieden. In het handelingsplan formuleert de directie van de reguliere school hoe de school zal omgaan met de onderwijsbelemmeringen van de leerling, welke belemmeringen door de school zelf kunnen worden weggenomen, voor welke belemmeringen diensten moeten worden ingekocht en hoe dit alles feitelijk zal worden georganiseerd. Het handelingsplan omschrijft dus wat de betrokken partijen zijn overeengekomen en wordt door deze partijen ondertekend. De ambulant begeleider stelt een begeleidingsplan op waarin staat vermeld welke diensten door de dienst ambulante begeleiding worden geleverd. In het begeleidingsplan staat bovendien duidelijk omschreven wat de taken zijn van respectievelijk de ambulant begeleider, de ouder(s)/verzorger(s)/deelnemer(s) en de reguliere school. Ook afspraken over frequentie, intentie, verslaglegging, nadere handelingsgerichte diagnostiek, hulp van ondersteunende diensten van het begeleidingstraject worden beschreven. Het begeleidingsplan is de basis van de overeenkomst tussen ouder(s)/verzorger(s)/deelnemer(s), reguliere school en dienst ambulante begeleiding van REC Rivierenland.
Schoolgids 2007-2011
24
4.4 Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs. voorlichting t.b.v. de schoolkeuze
•
Eind groep 7 voorlopige adviezen voor het vervolgonderwijs
•
voorlichtingsavond in groep 8
•
Adviesgesprekken eind januari.
•
Avies wordt gebaseerd op: Rapporten, cito- leerlingvolgsysteem, inzet, motivatie, huiswerk, ervaring.
•
Hulp bij schoolkeuze.
•
Inschrijven via intekenlijst.
4.5. Huiswerk Halverwege groep 6 wordt het huiswerk systematisch georganiseerd. Het vraagt dan nog niet veel tijd van de kinderen, In groep 7 en 8 wordt het geleidelijk aan meer. Het huiswerk heeft als doel de kinderen in eigen tijd verantwoordelijk te maken voor taken en voor te bereiden op het voortgezet onderwijs waar huiswerk een onderdeel is van het onderwijs. Voor de leerkrachten is de manier waarop leerlingen omgaan met huiswerk ook een goed signaal om een gerichte schoolkeuze te kunnen adviseren. Overstap Dit schooljaar doet onze school weer mee aan het project "Overstap". Wat is overstap: Overstap geeft aan kinderen van groep 3 een extra mogelijkheid om het lezen te oefenen. Overstap zorgt voor leuke materialen, die de ouders en kinderen thuis kunnen gebruiken bij het lezen. Overstap-materialen sluiten precies aan bij datgene wat uw kind in de klas geleerd heeft. U hoeft uw kind dus niets nieuw te leren. Overstap vraagt van u als ouder belangstelling en inzet om samen met uw kind te lezen en te werken. Dit project kan er dus voor zorgen dat de leesresultaten van uw kinderen nog beter worden.
Schoolgids 2007-2011
25
4.6. Buitenschoolse activiteiten. Sportactiviteiten: De gemeente organiseert, in samenwerking met andere instellingen, sportwedstrijden voor leerlingen van de basisscholen. Onze school schrijft zich voor een aantal van deze activiteiten in, o.a. het schoolvoetbal- en het basketbaltoernooi. Daarnaast maken de leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 kennis met allerlei verschillende sportsoorten middels het programma van “Sportjijal?” Hiervoor komen trainers en jeugdleiders van verenigingen kennismakingslessen geven tijdens de bewegingslessen. Daarnaast organiseert onze sportservicemedewerker nog een aantal leuke naschoolse sportactiviteiten
Schoolreisje: Jaarlijks gaan we met de kinderen een dagje uit. De kleuters zoeken het meestal dicht bij huis, zij bezoeken b.v. een speeltuin. Gezelligheid en veiligheid staan voorop. De middenbouw en de bovenbouw gaan wat verder weg en bezoeken b.v. een speeltuin, pretpark of dierentuin.
Culturele activiteiten: Cultuur en school Nijmegen (kunst- en cultuur educatie voor het primair onderwijs) heeft een aanbod voor projecten, cursussen en voorstellingen. Wij schrijven hier jaarlijks op in, zodat de kinderen van jongs af aan in aanraking komen met meerdere vormen van cultuur. We proberen het aanbod te integreren in ons lesaanbod. Voor de komende jaren zal het kunst en cultuur aanbod dan ook hoofdzakelijk bestaan uit voorstellingen en cursussen die in het teken staan van taalontwikkeling. Overblijven Het overblijven wordt op school georganiseerd door de sticting SOOS….. Op de Symfoniestraat in een van de lokalen en op de Fanfarestraat 51 in de aula. Het is niet meer mogelijk om los te betalen voor het overblijven. Als uw kind een keer moet overblijven dient U hiervoor een formulier op te halen ( bij de conciërge of tussen 8.30 Schoolgids 2007-2011
26
en 9.00 uur bij Ineke Jansen op de Fanfarestraat tel: 3771250) en zo spoedig mogelijk in te leveren. Bij inlevering krijgt u een vel met 10 ( rode) overblijfkaartjes waarvan u er ‘s morgens één per kind mee geeft. Mochten de kaartjes op zijn dient u wederom een nieuwe aanvraaglijst in te vullen voordat u weer nieuw vel kaartjes ontvangt. Voor verdere vragen kunt u altijd contact met Ineke opnemen op bovenstaande tijd. (of een berichtje in haar postvak aan de Fanfarestraat) achter laten.
Enkele afspraken: • • • • •
de liefhebbers krijgen thee de kinderen krijgen een snoepje na het eten; dus geen snoep meebrengen. dranken meebrengen die bij de broodmaaltijd passen, dus geen koolzuurhoudende dranken. Op de Symfoniestraat mogen de kinderen zelf (cup a) soep meenemen. (Er kan water gekookt worden) De schoolregels van het Octaaf zijn ook hier van toepassing
Buitenschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2007 is het schoolbestuur verplicht om buitenschoolse opvang te organiseren wanneer ouders daarom vragen. Wat is buitenschoolse opvang? Buitenschoolse opvang is opvang na schooltijd voor kinderen van 4 tot 13 jaar. De kinderen kunnen er vijf werkdagen per week en 52 weken per jaar voor- en na school terecht, ook tijdens vakanties en op studiedagen van de basisschool. Een professionele groepsleiding zorgt ervoor dat kinderen zich prettig en op hun gemak voelen. Tijdens de opvang worden allerlei leuke activiteiten georganiseerd voor en met de kinderen. De buitenschoolse opvang moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang. Het schoolbestuur, de Stichting Sint Josephscholen, heeft de organisatie van de buitenschoolse opvang uitbesteed aan een professionele kinderopvangorganisatie: KION. KION houdt bij de organisatie van de buitenschoolse opvang rekening met een aantal eisen die door het schoolbestuur zijn gesteld:
-
-
Buitenschoolse opvang moet zoveel als mogelijk in de onmiddellijke nabijheid van de school worden gerealiseerd; Buitenschoolse opvang moet maximaal tegemoet kan komen aan de behoefte van ouders aan flexibele kinderopvang (wisselende tijden, dagen, weken). Buitenschoolse opvang betekent zowel voorschoolse- als naschoolse opvang en opvang tijdens werkdagen dagen als er geen school is (vakantie). Buitenschoolse opvang moet voldoen aan alle geldende eisen omtrent kwaliteit en veiligheid. Buitenschoolse opvang moet zo veel mogelijk samenwerken met andere initiatieven rond buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang moet betaalbaar zijn. Buitenschoolse opvang moet samengaan met een goede informatievoorziening aan ouders.
Wat betekent de samenwerking tussen KION en het schoolbestuur voor de ouders ? • Indien ouders gebruik willen maken van buitenschoolse opvang, kunnen zij hiervoor rechtstreeks contact opnemen met KION. • Ouders kunnen, als vanzelfsprekend, ook gebruik maken van andere aanbieders van buitenschoolse opvang. Hebben ouders de buitenschoolse opvang al geregeld, dan hoeft men niets te doen. Voor informatie, vragen, of voor het direct inschrijven kunt u tijdens werkdagen terecht bij de afdeling Klantrelaties van KION, 024 – 382 26 55. Of kijk op www.kion.nl
Schoolgids 2007-2011
27
Wijze van vervanging bij ziekte, ADV of anderszins Het is niet meer zo als vroeger dat alle leerkrachten vijf dagen per week werken. Velen werken tegenwoordig als parttimer. Een aantal leerkrachten heeft ook recht op compensatieverlof (de huidige term voor arbeidsduurverkorting of ADV). Binnen de organisatie van de school wordt hiermee rekening gehouden en zal een leerkracht die compensatieverlof heeft, vervangen worden door iemand uit het team. Bij ziekte of buitenwoon verlof wordt gezocht naar een invalkracht. Er komt dus iemand van buitenaf de groep waarnemen. Helaas is het soms moeilijk aan invalkrachten te komen. Ook kan het wel eens voorkomen dat er van invalkracht gewisseld moet worden, als iemand maar een beperkte periode beschikbaar is. Wij proberen dit te voorkomen, maar dit lukt niet altijd. Als er geen invalkracht beschikbaar is proberen we het op te lossen met de toegevoegde leerkracht die voor die groep beschikbaar is. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt de groep verdeeld over de andere groepen. In uitzonderlijke omstandigheden kan het voorkomen dat we groepen naar huis moeten sturen.
Begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO Jaarlijks bieden wij op onze school plaats aan een aantal stagiaires van de opleiding. Wij vinden het tot onze taak behoren om jonge mensen wegwijs te maken in het vak en hen te begeleiden bij het opdoen van ervaring in de praktijk. Hun inbreng houdt onze kennis actueel en brengt ons ook op nieuwe ideeën. De eindverantwoordelijkheid van de door stagiaires gegeven lessen blijft altijd bij de betreffende groepsleerkracht, ook als ze soms voor wat langere tijd voor de groep staan. Afstudeerstages De PABO's hebben de stage in het vierde jaar ingevuld als een werkervaring. Voor de duur van ongeveer 6 maanden is een afstudeerstagiaire op de school aanwezig en vervult in de groep waar hij of zij staat lesgevende en begeleidende taken. Ook de contacten met ouders, vergaderingen bijwonen behoort tot de invulling van hun taak. De groepsleerkracht blijft natuurlijk altijd verantwoordelijk voor de kinderen. Nascholing van de leerkrachten De nascholing van leerkrachten vindt altijd plaats in het kader van schoolontwikkeling. Regelmatig volgen leerkrachten afzonderlijk of het team als geheel lang- of kortlopende cursussen. Zo blijven zij op de hoogte van allerlei ontwikkelingen in het onderwijs of raken vertrouwd met nieuwe zaken. Deze cursussen vinden meestal plaats na schooltijd of in de avonduren. Het kan echter ook voorkomen dat een leerkracht naar een dagcursus moet en in dat geval wordt er voor vervanging gezorgd. In geval van scholing voor het hele team kan het ook voorkomen dat de leerlingen vanwege een studiedag voor het team vrij hebben van school.
Schoolgids 2007-2011
28
Het is goed als ouders nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling van het kind op school. Daarom zijn er diverse gelegenheden waarvoor de ouders worden uitgenodigd om zich te laten informeren over hun kind en zijn of haar ontwikkeling. Ook zijn er enkele periodieke uitgaven waarin veel nuttige informatie staat. Wij hanteren de volgende informatiekanalen:
Informatieavond Aan het begin van ieder schooljaar wordt aan de ouders in elke groep uitleg gegeven over de gebruikte methoden, de manier van lesgeven, school en klassenregels enz.. Daarbij ontvangen de ouders ook het zogenaamde inlegvel waarin concrete informatie staat voor het komende schooljaar. In de groepen 8 is er in januari een aparte informatieavond over de schoolkeuze en de eindCITOtoets. Rapportavonden 2 keer per jaar (in november en maart) houden we zogenaamde 10-minutengesprekken. Daarin nemen we met u de vorderingen van kind door. Inloop Ruim voor de rapportbesprekingen zijn er inloopavonden, waar u de gelegenheid hebt om het werk van uw kind te bekijken en een praatje te maken met de leerkracht. Natuurlijk zijn de leerkrachten altijd bereid te praten over de vorderingen, na schooltijd; of u maakt een afspraak. Kijkochtend Om ouders een kijkje in de klas van hun kind te geven, hebben wij een zogenaamde kijkochtend in de groepen 1, 2,.3, 4 en 5 In de periode november tot en met februari kunnen de ouders een ochtend in de klas van hun kind doorbrengen. Ouders kunnen dan ervaren hoe er onderwijs gegeven wordt, hoe de leerkracht met de groep en de kinderen omgaat en hoe hun kind in de groep is. Nieuwsbrief Elke week ontvangt u een nieuwsbrief waarin staat wat de komende tijd gaat gebeuren in de groepen, de datum van de studiedagen van de leerkrachten, de vakanties enz. Kinderpersbureau In samenwerking met de Openwijkschool verzorgen kinderen van het kinderpersbureau twee keer per jaar een uitgave van dat persbureau. Het zijn de kinderen die bepalen wat er in deze krant komt te staan. Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden, of worden er af en toe fouten gemaakt. Deze "huis-tuin en-keuken-zaken" worden in eerste instantie met de leerkracht van uw kind en/of andere direct betrokkenen besproken. Ons streven is dat elke leerkracht u en/of uw kind altijd serieus neemt en goed naar u en/of uw kind luistert en samen met u en/of uw kind naar de best mogelijke oplossing zoekt. Mocht u het gevoel krijgen dat u niet serieus genomen wordt of dat er niet goed naar u geluisterd wordt, dan kunt u de zaak bespreken met de directie of de interne contactpersoon. Deze laatste is door het bestuur van de school aangesteld om er zorg Schoolgids 2007-2011
29
voor te dragen dat klachten van kinderen of ouders altijd serieus worden genomen en op een zorgvuldige manier worden afgehandeld. De interne contactpersonen bij ons op school zijn Angelique Holdrinet en Annemiek Derksen. Mocht u klachten hebben neemt u dan contact op met een van beiden. In overleg met de interne contactpersoon wordt bekeken wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot de best mogelijke oplossing te komen. Als het nodig mocht zijn wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon en/of de onafhankelijke klachtencommissie van de besturenorganisatie waarbij wij als school zijn aangesloten. Ons bestuur heeft het landelijk model klachtenregeling ondertekend. Deze regeling is te verkrijgen bij de directie of de interne contactpersoon. Samengevat: 1. 2. 3. 4. 5.
Altijd eerst overleg met de klassenleerkracht; bij onvoldoende resultaat Overleg met de directie of Overleg met de interne contactpersoon; bij onvoldoende resultaat Inschakeling van de externe vertrouwenspersoon; bij onvoldoende resultaat Indiening van de klacht bij de onafhankelijke klachtencommissie
Tot slot Natuurlijk hoopt iedereen dat het nooit nodig zal zijn om een klacht in te dienen. De school heeft desondanks moeite gedaan om klachten op een juiste manier af te handelen. De school voelt zich, samen met u, verantwoordelijk voor het realiseren van een veilige school met een prettig pedagogisch klimaat. Mocht het onverhoopt toch nodig zijn om een klacht in te dienen, dan kunt u terecht bij de onderstaande adressen: Interne contactpersonen: Annemieke Derksen (Fanfarestraat 024-3771250) Angelique Holdrinet (Symfoniestraat 024-3771708) Externe contactpersoon: Carla Leen 024 –3297135 en Landelijke klachtencommissie: Postbus 162 3440 AD Woerden tel: 0348-405245 fax: 0348-405244
Ouderhulp Ouders zijn op heel veel manieren bij onze school betrokken, zowel bij schoolse als bij buitenschoolse zaken. Enkele voorbeelden: spelletjes (onderbouw) Techniek (bovenbouw) begeleiding bij excursies, sportdagen en kamp Aan het eind van het schooljaar worden hulpouders in het zonnetje gezet. De ouderraad De ouderraad is een uit ouders samengestelde groep, die in samenwerking met het team allerlei activiteiten en festiviteiten organiseert te behoeve van de leerlingen van onze school en hun ouders. Enkele activiteiten zijn: festiviteiten rondom Sinterklaas en Kerst, organisatie van speldagen, uitvoeringen, tentoonstellingen, schoolreisje e.d. De OR bestaat uit maximaal 9 ouders. Schoolgids 2007-2011
30
De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad bestaat uit 3 ouders en 3 leerkrachten. De MR is wettelijk geregeld en vormt een schakel tussen ouders en leerkrachten enerzijds en het bestuur anderzijds. Zij houdt zich o.a. bezig met: veranderingen van doelstellingen van de school wijzigingen van het schoolplan/de schoolgids vaststellen van het formatieplan De jaarlijkse verkiezing voor de MR vindt plaats in het najaar tijdens de jaarlijkse ouderavond. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Deze raad, bestaande uit ouders en leerkrachten van verschillende scholen, houdt zich bezig met bovenschoolse zaken. Onze school wordt vertegenwoordigd door 1 ouder en 1 leerkracht.
Schoolgids 2007-2011
31
Schoolontwikkeling: waar gaan we ons de komende jaren op richten. •
In de groepen 3 tot en met 8 zal er vanaf schooljaar 2008-2009 een nieuwe taalmethode ingevoerd worden.
•
ICT-ontwikkelingen: invoeren van digitale schoolborden en OAS Dotcomschool.
•
Verbeteren van leerkrachtvaardigheden door middel van scholing rond adaptief onderwijs en het houden van groepsbesprekingen.
De relatie school en omgeving. G.G.D. schoolarts : sociaal verpleegkundige : assistente : logopediste :
Mariska Lasage Anke Daanen Anne Verniers Maike Karthaus
Wie zijn we? Op iedere basisschool is een gezondheidsteam aanwezig. Dit team bestaat uit een arts, een sociaal verpleegkundige, een assistente en een logopediste. Wat doen we? Het schoolgezondheidsteam begeleidt en bewaakt de gezondheid van de kinderen vanaf 4 jaar, in aansluiting op het consultatiebureau. Centraal hierbij staat, dat voorkomen beter is dan genezen! Het schoolgezondheidsteam werkt daarom tevens samen met de school aan het gezondheidsbeleid. De taken van de GGD bestaan uit: * Onderzoek vijfjarigen Bij dit onderzoek bekijken de arts en assistente samen met u de ontwikkeling van uw kind. Het onderzoek bestaat uit een gesprek over hoe het met uw kind thuis gaat, hoe het op school gaat, de vrijetijdsbesteding en de omgang met andere kinderen. Daarnaast kunt u zelf ook onderwerpen ter sprake brengen. Bij dit onderzoek behoort ook een lichamelijk onderzoek. U krijgt hiervoor een uitnodiging. * Logopedisch onderzoek vijfjarigen Onze logopediste onderzoekt bij alle vijfjarigen de ontwikkeling van spraak, taal, afwijkende mondgewoonten, stem en gehoor. Bij dit onderzoek hoeft u niet aanwezig te zijn. U krijgt bericht wanneer dit onderzoek bij uw kind plaatsvindt. Ook krijgt u schriftelijk bericht van de resultaten van dit onderzoek.
Schoolgids 2007-2011
32
* Herhalingsinentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, zijn de herhalingsinentingen tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) én tegen Bof, Mazelen en Rode hond (BMR). De twee inentingen worden tegelijk gegeven. U krijgt hiervoor een uitnodiging. * Onderzoek groep 7 Bij dit onderzoek bekijkt de sociaal verpleegkundige samen met u de ontwikkeling van uw kind. Tijdens dit onderzoek worden o.a. lengte en gewicht gemeten en het zien en horen getest. Daarnaast wordt gekeken naar de houding van uw kind. Ook komen onderwerpen als voeding, slapen, spelen, omgaan met andere kinderen enz. aan de orde. U kunt ook zelf onderwerpen aan de orde stellen. U krijgt een uitnodiging voor dit onderzoek. * Onderzoek op verzoek Naast al deze onderzoeken kan de arts, verpleegkundige of logopediste uw kind altijd een keer extra onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld als u er zelf om vraagt. U kunt daarvoor bellen met het secretariaat van de afdeling Jeugdgezondheidszorg. Een onderzoek op verzoek kan vervolgens ook gebeuren naar aanleiding van een vorig onderzoek, of op verzoek van een leerkracht. * Telefonisch spreekuur U kunt bij de arts en verpleegkundige terecht met al uw vragen over de gezondheid van uw kind. Ook alle vragen die te maken hebben met gezondheid op school kunt u bij hen neerleggen. De arts en verpleegkundige die op de school van uw kind werken, hebben voor uw vragen een apart telefonisch spreekuur ingesteld. Wanneer dat is en welk telefoonnummer u dan moet bellen, kunt u opvragen bij de school of bij het secretariaat van de Jeugdgezondheidszorg. * Waar zijn we te bereiken? Secretariaat afdeling Jeugdgezondheidszorg: 024-3297135 (bereikbaar van maandag t/m donderdag van 08.30-10.00 uur en 14.00-16.00 uur en op vrijdag van 08.30-10.00 uur. Logopedie op school Het doel van de logopedie op school is om problemen op het gebied van spraak, taal, afwijkende mondgewoonten stem en gehoor bij kinderen te voorkomen of om erger te voorkomen. Wat doet de logopedist(e) op school? •
Screent alle 4 á 5 jarigen van het basisonderwijs op de ontwikkeling van spraak, afwijkende mondgewoonten, stem en gehoor. De leerkracht en ouders of verzorgers worden tijdig bericht over de periode waarin de screening zal plaatsvinden.
•
Controleert naar aanleiding van de screening of de ontwikkeling gevolgd moet worden, maar behandeling (nog) niet nodig is.
•
Doet onderzoek op verzoek van leerkrachten, ouders, verzorgers, schoolarts, schoolverpleegkundige of andere betrokkenen. Alle ouders krijgen schriftelijk bericht over de resultaten van het onderzoek.
Naar aanleiding van deze onderzoeken kunnen ouders of verzorgers uitgenodigd worden voor een gesprek om te overleggen hoe de ontwikkeling van hun kind het best begeleid kan worden. De logopediste komt 2x per jaar op school. Buiten deze perioden is zij te bereiken via telefoonnummer 024-3297135.
Schoolgids 2007-2011
33
Schoolmaatschappelijk werk Soms kunnen kinderen zich op school niet goed ontwikkelen, omdat er thuis in het gezin bepaalde problemen bestaan die niet zo snel kunnen worden opgelost. Dergelijke problemen kunnen overal voorkomen. We denken hierbij aan moeilijkheden met de opvoeding, relatieproblemen of andere zorgen in het gezin waardoor het schoolleven van het kind nadelig beïnvloed wordt. Het is goed dat ouders hierover in overleg gaan met de leerkracht. Maar de leerkrachten hebben al veel tijd nodig voor het dagelijks werk in de klas en zijn vooral deskundig op onderwijskundig gebied. Omdat een veilige en stimulerende thuissituatie voor elk kind van groot belang is om op school goed te kunnen presteren, hebben we naar een oplossing gezocht om kinderen en ouders met genoemde problemen toch te kunnen helpen. Elke maandag is de maatschappelijk werker meneer Ralph Buttner aanwezig. Hij heeft dan de gelegenheid om met de ouders te overleggen, om adviezen te geven en om eventueel mensen in contact te brengen met de meest geschikte hulpverlenende instantie. Meneer Ralph Buttner werkt voor de NIM Nijmegen-West. De NIM is een instelling voor het maatschappelijk werk. Wanneer ouders vragen hebben met betrekking tot de schoolsituatie van hun kind dan blijven zij natuurlijk rechtstreeks contact opnemen met de groepsleerkracht. Maar voor moeilijkheden in de thuissituatie die gevolgen kunnen hebben voor het functioneren op school kunt u een afspraak regelen met de school-maatschappelijk werker.Het kan ook voorkomen dat de klasseleerkracht van uw zoon/dochter aan u het voorstel doet om in overleg te treden met het schoolmaatschappelijk werk. Natuurlijk bepaalt u dan zelf of u daar gebruik van wenst te maken. Door middel van de (voor basisscholen vrij unieke) mogelijkheden die het schoolmaatschappelijk werk biedt, hopen wij het onderwijs aan uw kinderen nog beter te kunnen verzorgen. Voor vragen of suggesties kunt u altijd contact met ons opnemen.
Schoolgids 2007-2011
34
Uiteraard meten we de kwaliteit van onze school ook aan de hand van de eindresultaten. Natuurlijk zijn eindresultaten niet alleen af te meten aan de uitslagen van de CITOeindtoetsen. We volgen de kinderen gedurende hun hele schoolperiode door toetsen uit het CITO leerling volgsysteem. Door naar groepsgemiddelden te kijken kunnen we ons ook een oordeel vormen over de ontwikkeling van de kwaliteit van ons onderwijs. Daarnaast zijn we bezig met het invoeren van het systeem Kwaliteit in Kaart. Op deze manier krijgt uhet bevoegd gezag en de inspectie een beeld van de kwaliteit van ons onderwijs. Uitstroom kinderen groep 8:
Praktijkonderwijs Vmbo Havo Vwo
2004-2005
2005-2006
2006-2007
0 23 12 3
0 34 14 2
0 22 14 7
Conclusies: we zien een toename van leerlingen die doorstromen naar HAVO, VWO Voor verdere informatie en actuele gegevens verwijzen we u naar onze eigen website (www.octaaf.nl ) en de website van de inspectie.(www.onderwijsinspectie.nl )
Schoolgids 2007-2011
35