Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en — bi j l age —
personeelskrant pagina’s 10 &11
15 dec 2004 | nr 6 | 16de ja argang | w w w.kuleu ven.ac.be/ck/
5
16
Eredoctores 2005 EEN JURIST, EEN ONDERNEMER EN EEN WISKUNDIGE
Samenleving ADVOCAAT VAN SADDAM HOESSEIN IN LEUVEN
Verraderlijk
rustig
In deze donkere dagen voor Kerstmis — en de examens — ligt de Oude Markt er kalmpjes bij. Maar Leuven is niet altijd een baken van rust. Om na te gaan hoe de inwoners staan tegenover geluidsen andere vormen van overlast, nemen criminologiestudenten in zes Leuvense wijken enquêtes af. Eén van de te beantwoorden vragen is of studenten een mildere kijk hebben op overlast. Volgens studentenagent Hans Gooris is dat niet het geval: “Studenten pikken het niet langer dat collega’s hen voortdurend beletten te slapen of te studeren.” Meer over het onderzoek, en een interview met Hans Gooris op p. 13. (© Rob Stevens)
Samenwerking moet meerwaarde opleveren
Interdisciplinair centrum voor ruimtestudies gelanceerd
P
rofessor Christoffel Waelkens is academisch directeur van het ICSS: “We hebben vastgesteld dat de kennisrijkdom rond ruimtestudies binnen onze universiteit erg groot is. Verschillende faculteiten houden zich er elk op hun eigen manier mee bezig. Als we al die expertise samenbrengen, kunnen we er veel meer uithalen dan tot nu het geval was.” De initiatiefnemers van het ICSS beklemtonen de bottom-up-aanpak van het project. Het centrum groeit niet vanuit de hiërarchie — hoewel het de volle steun van de rector heeft —, maar van onderuit, vanuit contacten tussen geïnteresseerde en geëngageerde collega’s. Waelkens: “Dat uitgangspunt heeft een bijzonder groot voordeel ten opzichte van andere initiatieven, omdat wij niet vanuit het niets beginnen: het ICSS is geworteld in de bestaande academische structuren met alle competenties die in een universiteit aanwezig zijn.” Allround Ook het uitgesproken interdisciplinaire karakter van het centrum is uniek. Professor Dirk Vandepitte vertegenwoordigt in het ICSS de ingenieursfaculteit:
Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
De universiteit is een centrum voor ruimtestudies rijker. Het Interdisciplinary Centre for Space Studies (ICSS) wil alle kennis van de K.U.Leuven rond ruimteonderzoek en ruimtevaart samenbrengen. Experts uit uiteenlopende domeinen als geneeskunde, toegepaste wetenschappen, astronomie en rechtsgeleerdheid bundelen hun expertise om het centrum zo snel en degelijk mogelijk van de grond te krijgen en daarnaast een interdisciplinair masterprogramma over ruimtestudies op te zetten. Ines Minten “Verschillende onderzoeksdomeinen aan de K.U.Leuven, die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, ontmoeten elkaar hier in hun interesse voor ruimtevaart. Zet ze samen aan tafel en dat kan niet anders dan boeiende inzichten opleveren.” Niet alleen het onderzoek zal van die interdisciplinaire impulsen kunnen profiteren, maar zeker ook de specialisatierichting in ruimtestudies die nu volop voorbereid wordt en in 2007 van start zou moeten gaan: “Het wordt een eenjarig masterprogramma voor studenten die al een min of meer aansluitende vooropleiding hebben gevolgd en waarin ze zich kunnen specialiseren
nr. Verschijningsdatum
7 19 januari (AK)
in de verschillende invalshoeken van de ruimtewetenschap. Concreet zal je volgens je eigen interesses uit verscheidene specialisatiedomeinen kunnen kiezen.” Professor André Aubert (Departement Cardiologie): “Er komt in elk geval
een basismodule met algemene vakken die iedereen volgt. Vervolgens kun je zien wat jou het beste ligt: vakken die aansluiten bij geneeskunde, technologie, rechten, ruimtewetenschappen enzovoort.” Elke student legt zich toe op zijn eigen voorkeuren, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat iedereen een totaalpakket meekrijgt en van elke deeldiscipline op zijn minst een beetje op de hoogte is. Vandepitte: “We horen van instellingen en bedrijven die met ruimtevaart te maken hebben dat dat precies is wat ze zoeken. Tot nu was het voor hen moeilijk om bekwame mensen met een allround kennis te vinden. Daar willen wij met deze studierichting iets aan veranderen.” pagina 7
Flexibiliseren, maar niet té De K.U.Leuven maakt de sprong van een studiejaarsysteem naar een creditsysteem. Alternatieve studietrajecten voor zij-instromers en laatbloeiers worden daardoor mogelijk, maar tegelijk wordt een ontsporing van de studieduur voor de voltijdse student vermeden. Meer op pagina 8
8 9 februari (PK)
9 2 maart (AK)
10 23 maart (PK)
11 20 april (AK)
2
Inhoud De geur van de hel Slechte adem opgelost
3
Campuskrant-enquête: geef uw mening en win!
3
Volkssport heeft nood aan reanimatie
4
Nieuw mediacentrum
4 5 6
Eredoctores 2005 Erosiearme landbouw spaart de bodem Communicatie over composieten beloond
6
Russische kosmonaut helpt Leuvense prof
7
Flexibiliseringsdecreet
8 8
Interview Piet Verhesschen Diensthoofd Onderwijsbeleid
Onze maatschappij verruwt
9
‘Mijn verlof’ weldra voor alle personeel
10
De Collega’s: Frieda Verboven
10
Pendelen met trein wordt gratis
11
Conny Aerts (x2)
11
Gelijke noemers
De schaampanda?!? Improvisatietoernooi
12
Fakhuis Landbouw sluit Kyoto-pact
12
Overlast in Leuven
13 14 14
Kamerbreed 30 jaar bibliotheek Godgeleerdheid Interview: Peter Snell en Roger Moens
15
Dominique Grisay, advocaat Hoessein
16
BlokUUR KULtUUR: The Rhythm Junks
17
Vragevuur
20
Roland Renson
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
forum
15.12.2004
campuskrant
Genetisch gemanipuleerde rijst?
Vanaf morgen, als je het aan Bart De Moor vraagt Beste Bart, Sta me toe dat ik je bij jouw voornaam noem. Met deze stijl wil ik aangeven dat het niet mijn bedoeling is een harde polemiek op gang te brengen. Ik wil alleen maar mijn visie, voor wat ze ook moge zijn, leggen naast die van jou, zonder dat ik ook maar op enerlei wijze, met kracht, het gelijk aan mijn kant wens te krijgen. In het kader van de “Lessen voor de 21ste eeuw” waren er jou, zoals je zei, al veel eminente sprekers voorafgegaan. Ook jouw les heeft mij van de eerste tot de laatste minuut ten zeerste geboeid. Als geen ander heb je geprobeerd om ons een zicht te geven op het fysische leven zoals zich dat, op dit ogenblik, in de biologie manifesteert. Het leven is opgebouwd uit cellen, die op hun beurt kunnen gezien worden als DNA-strings bestaande uit een rij van drie miljard moleculen, gekozen uit een groep van vier, en die we ons kunnen voorstellen als per twee geplaatst op een trede van een wenteltrap, waarvan de contouren zich kunnen afsplitsen en nieuwe wenteltrappen vormen. Ik heb ook nog onthouden dat stukken van DNA-strings staan voor proteïnen, eiwitten, 25.000 genen; dat sommige stukken geen betekenis hebben, of veeleer dienen als “dimmers” voor de verder volgende genen; dat genen niet voor eenduidige functies instaan, maar als in een netwerk ageren en dat van dat netwerk op dit ogenblik nog praktisch niets gekend is. Het huidige stadium van kennis heb je vergeleken met de kennis die Kepler had over de beweging van hemellichamen. Kepler wist hoe hemellichamen zich ten opzichte van elkaar bewogen, maar hij wist niet waarom ze zich zo bewogen. Hiervoor heeft men moeten wachten tot Newton kwam met zijn gravitatietheorie. M.a.w., je zei, heel nederig, dat men over het waarom nog niets kon vertellen. Men kon het allemaal wel waarnemen, maar aan inzicht ontbrak het vooralsnog. Het heeft mij, bij de nabespreking, dan ook ten zeerste verbaasd toen plots bleek dat je een fervente voorstander bent van het aanmaken van genetisch gemanipuleerde rijst, die vitamine A zou bevatten, en dat je de tegenstand van o.a. Greenpeace, als erg naief bestempelde. Wel, dat begrijp ik nu niet. Het doet mij denken aan iemand die voor het eerst een uurwerk van binnen ziet, vaststelt dat het uit radertjes en veertjes bestaat en het onmiddellijk meent te kunnen uit elkaar halen om het hier of daar wat bij te stellen. De komiek Charlie Chaplin heeft dat ooit verfilmd. Ik raad je aan die film eens te bekijken. De film eindigt met alle radertjes en veertjes op een hoop gegooid, maar geen uurwerk meer. Met
al jouw kennis van de miljarden componenten van het leven, zonder inzicht, sta je toch nergens. Als ik Kardinaal Danneels mag aanhalen, dan zou ik jouw handelen kunnen vergelijken met iemand die een ziektebeeld wil vatten met alleen maar een thermometer. De werkelijkheid is meer dan hetgeen wij ervan kunnen waarnemen. Ik moest ook denken aan een zekere Müller, die ooit de Nobelprijs kreeg voor het uitvinden van de DDT, maar we weten intussen wel wat er met de pinguïns is gebeurd op de zuidpool, gestorven door vergiftiging. Ik heb je in mijn tussenkomst gesproken over het project van Mao, die de Chinezen wist te mobiliseren om alle straatmussen te verdelgen, omdat zij teveel graantjes zouden meepikken. Dat deze straatmussen ook insecten aten, had Mao even over het hoofd gezien. Nee, liever niet te voortvarend zijn. Wat zeg je? Ons kan niets gebeuren? Ben je dan het verhaal van de Titanic en de ijsberg vergeten? Van talloze voorbeelden weten we dat het leven de wetenschap te slim af is. Ik denk aan antibiotica, aan ziekenhuisbacteriën. Ik denk ook aan de opwarming van de aarde, aan het gapende ozongat. En mag ik het verhaal omtrent Sint-Augustinus even aanhalen? Op zekere dag zag hij op het strand een klein kind, druk doende. Augustinus vroeg hem wat hij aan het doen was. “Ik ga de zee met mijn handen opscheppen en in dit kuiltje doen,” antwoordde het ventje. “Dat gaat toch niet,” lachte Augustinus, maar het mannetje wierp tegen: “Het is voor mij gemakkelijker heel de zee leeg te scheppen, dan dat u het mysterie zal kunnen vatten van de Heilige Drievuldigheid.” Ik zou hierop als volgt willen parafraseren: “Bart, het moet voor Augustinus gemakkelijker zijn geweest, wijs te worden uit de Heilige Drievuldigheid, dan dat jij erin zal lukken een inzicht te verwerven in de drie-miljardigheid van het leven”. Ik ben gepensioneerd lid van het rekencentrum, thans Ludit. Ik heb nog met de “mainframe” gewerkt. Het waren toentertijd grote blauwe kasten. Aan de binnenkant van alle deuren hing een geel etiket, met daarop in grote zwarte letters: “Keep out, hazardous area”. Ik zou je het volgende willen voorstellen. Je hebt gesproken over het opsporen van clusters in micro-DNA-matrices aan de hand van een computerprogramma. Wel, laat dat programma eens rondzoeken op het internet naar zoveel mogelijk menselijke activiteiten uit het verleden die, al dan niet een gunstig effect hebben gehad op onze omgeving. Wedden dat de output van jouw programma gaat zijn: “Keep out, hazardous area”. Professor emeritus Jaak Grobben Gepensioneerd medewerker van Ludit
Genetisch gemodificeerde rijst?
Vanaf vandaag, als je het mij vraagt Beste Jaak, Dat je me bij mijn voornaam noemt, vind ik niet erg. Integendeel. Het is juist essentieel dat aan onze universiteit dergelijke fundamentele discussies kunnen gevoerd worden, collegiaal en met respect voor ieders mening. Ik vind trouwens dat onze Alma Mater in het algemeen zich veel te weinig mengt in maatschappelijke discussies. In de volwaardige universiteit die we samen maken, hebben we nochtans vele mensen in huis die de maatschappelijke discussies wetenschappelijk zouden kunnen stofferen en onderbouwen. Feit is dat de Lessen voor de 21ste eeuw duidelijk een belangrijke catalysator kunnen zijn. Houden zo! Over de grond van de zaak: zoals bij herhaling gezegd in mijn voordracht, heb ik gepoogd de bio-informatica uit te leggen op een mechanistische wijze, ‘bottom-up’, door zorgvuldig de verschillende basisingrediënten — de moleculaire biologie, de
informatietechnologie, de wiskunde en statistiek — aan bod te laten komen. Reductionistisch, inderdaad, maar ook noodzakelijk voor een goed begrip! Ik heb op geen enkel ogenblik — integendeel — gepretendeerd om vanuit dit reductionisme — jouw thermometer — te stellen dat we alles zomaar zouden kunnen oplossen. Immers, wetenschap is weliswaar een essentiële dimensie van onze samenleving, maar niet de enige: er zijn ook talloze buiten-wetenschappelijke dimensies, zoals juridische, etische en democratische. Oplossingen voor problemen — grote en kleine — kunnen door de wetenschap worden aangereikt, maar de beslissing om ze in te zetten, overstijgt de wetenschap. De voorbeelden van mislukkingen die jij aanhaalt, hebben trouwens weinig met wetenschap te maken, maar wel met de buiten-wetenschappelijke dimensies van het menselijk handelen! Gouden rijst Maar de wetenschap kan wel haar uiterste best doen om het aantal mogelijke oplossingen voor problemen zo groot en divers mogelijk te maken. pagina 18
campuskrant
nieuws
15.12.2004
Documentaire over taboe-onderwerp krijgt Chinese prijs
“De sociale impact van slechte adem is immens” Op het Beijng International Science Film Festival kaapte de OverLeven-documentaire ‘De geur van de hel’ dit jaar de Bronzen Draak weg, in de categorie Life Science and Medicine Film. Professor Daniel van Steenberghe, hoofd van de afdeling Parodontologie, suggereerde het script en is voorzitter van de International Society for Breath Odor Research, waarin honderden parodontologen, tandartsen, psychologen, chemici, biologen, artsen van over de hele wereld zich buigen over slechte adem.
E
en onderwerp met een reukje aan? Van Steenberghe: “Zonder twijfel kunnen we van een taboe spreken. Bij mensen met een storende ademgeur is het vaak zo dat iedereen in hun omgeving het weet, maar niemand iets durft te zeggen. Familieleden zijn meestal de enigen die erover beginnen. Wanneer we de partner vragen om de geur mee te helpen ‘identificeren’ blijkt dat mensen soms jaren samen leefden zonder het ooit ter sprake te brengen. De geurorganen zitten in de structuur van de zogenaamde oude hersenen waardoor ruiken en emoties als het ware samenvallen en het emotioneel moeilijk valt om erover te praten.” Vijftien tot dertig procent van de mensen heeft regelmatig last van een storende ademgeur, en toch bestond tot enkele jaren geleden geen wetenschappelijke benadering en werd er weinig tot niets over gezegd aan de medische faculteiten: “Zelfs binnen de kring van artsen wordt een slechte adem nog te vaak gelinkt aan de maag, terwijl het veeleer uitzonderlijk is dat de maag de oorzaak is van ademgeur. Voor negentig procent ligt die in de mond en omgeving: keel, neus en sinussen. Daar kunnen tot 10 miljard bacteriën huizen die verantwoordelijk zijn voor allerlei onwelriekende gassen. In de mond zelf zijn vooral tongbeslag en een ontsteking van het tandvlees de grote boosdoeners. Maar de resterende 10 procent is niet minder belangrijk: slechte adem kan een gevolg zijn van nier- of leverfalen, longkanker… waarbij de ademgeur soms de diagnose kan vergemakkelijken.” Daarom pleit van Steenberghe voor een multidisciplinaire aanpak. Als eerste in Europa bouwde hij een raadpleging uit waarbij naast de parodontoloog en neus-keel-oorarts, een psycholoog en soms een internist betrokken is. Zijn aanpak kende inmiddels navolging in Londen, Amsterdam en Dublin en wordt wereldwijd erkend. Via een specifiek telefoonnummer kun je een afspraak maken en tijdens het spreekuur onopvallend plaatsnemen in de wachtzaal ‘neus, keel en oor’. Niemand wil immers in een wachtzaal ‘ademgeur’ zitten. “De sociale impact is immens, vandaar de aanwezigheid van een psycholoog tijdens de consultatie. Mensen met een ademgeur geven soms noodgedwongen hun baan op. Relaties knappen erop af. Sociaal isolement, echtscheidingen en zelfs zelfmoord — in Japan — kunnen het gevolg zijn. Er wordt letterlijk en figuurlijk afstand van die mensen genomen, terwijl statistisch gezien de helft van de volwassenen ooit in zijn leven een periode kent van storende ademgeur, en dan heb ik het niet over de ochtendgeur die bij iedereen niet zo aangenaam ruikt, maar tijdelijk is. Een eigenaardig verschijnsel is dat sommige mensen denken dat ze aan ademgeur lijden, terwijl dat helemaal niet zo is. Anderen daarentegen hebben er wel degelijk last van, en weten het niet.”
Joke Depuydt
3
“ ” geciteerd
P. Langkous, onderzoekster De Standa ard, 10.12.2004 —
Welk personage uit de wereldliteratuur zou u aanwerven als onderzoeker, en waarom? “Pippi Langkous als ze wat ouder is. Ze slaagt erin problemen op een originele manier te bekijken en er een ongewone maar schitterende oplossing voor te bedenken. Dat ze stout is en onafhankelijk spreekt ook in haar voordeel. En samenwerken met iemand met gevoel voor humor en relativeringsvermogen zie ik wel zitten.” (Nady Van Broeck, Centrum voor Leerpsychologie en gedragstherapie)
Drempelvrees is terecht Het Bel ang Van Limburg, 1.12.2004 —
Flossen Van over de hele wereld komen mensen ten einde raad, na allerlei — onnodige — behandelingen, naar het spreekuur in het Sint-Rafaëlziekenhuis. “Tijdens de consultatie ruiken onderzoekers — dokter Betty Vandekerckhove en assistente Nele Van Assche — aan je adem en meten halimeters via een pomp en een strootje zwavelhoudende gassen. Ondertussen sporen we via gaschromatografie — momenteel uniek in België voor dit doel — andere gassen en oorzaken op.” Van Steenberghe benadrukt het belang van mondhygiëne in de strijd tegen slechte adem: “Tongbeslag haal je weg met tongschrapers. Ook bij het gewone poetsen van de tanden: niet vergeten even de tong mee te borstelen. Bij tand-
ontsteking haal je de plaque van tussen de tanden uit — het gaat om bacteriën, geen etensresten — met flosdraad, driehoekige tandenstokers en ragers. Naast preventieve mondhygiëne kan chirurgisch ingrijpen een oplossing bieden. Elk geval krijgt zijn eigen specifieke behandeling. In het algemeen geldt: vermijd een te droge mond, drink voldoende water om de speekseltoename te verhogen. Op een receptie brengt een glaasje fruitsap of tomatensap soelaas, omdat de slecht ruikende gassen door een veranderende zuurtegraad beter worden opgelost.” Daniel van Steenberghe, ‘Breath Malodor a step-by-step approach’, Quintessence Publishing Co. Ltd., 2004
… EEN ETENTJE BIJ COMME CHEZ SOI, EEN BENJI-SPRONG, EEN WEEKENDJE ROME…
GEEF ONS UW MENING
EN WIN!
Wat vindt u eigenlijk van Campuskrant? Wat kan er beter, wat ontbreekt, wat vindt u interessant? Om dat te weten te komen organiseert de redactie een grote enquête onder personeelsleden, studenten en oud-studenten. Over enkele dagen ontvangt u een uitnodiging — per e-mail of per (huis)post — om de enquête in te vullen. Dat neemt ongeveer 15 minuten van uw tijd in beslag. Om u te bedanken voor uw medewerking verloten we een aantal mooie prijzen onder de inzendingen, zoals een etentje voor twee in restaurant Comme chez Soi, een kuurarrangement, benjisprongen en initiaties deltavliegen en een weekendje Rome!
“Het risico voor rugletsels is reëel voor wie een drempel met een te hoge snelheid neemt”, zegt professor Roeland Lysens, klinisch directeur van Gasthuisberg en ook revalidatie-arts met rugkwetsuren als specialisme. “In zo’n geval krijg je een ernstige overbelasting van de tussenwervelschijven die normaal als schokdempers dienst doen. Hoe hoger de snelheid, hoe groter de schok. Een serieuze discushernia kan het gevolg zijn, een erg pijnlijke zaak.” “Autorijden is sowieso al een belasting voor de rug. De meeste autozetels zijn niet ergonomisch en de trillingen — vooral in vrachtwagens — hebben ook een nadelige invloed. Een extra schok kan de druppel zijn. In mijn praktijk zie ik ook bestuurders met een plots opgedoken nekpijn. De ‘onvoorziene’ schokken zijn de ergste: dan krijg je niet de kans om je spieren te spannen.”
Vechten met de engel De Standa ard, 6.12.2004 —
Relatietherapeut Alfons Vansteenwegen: “Jaren geleden kwam ik toevallig nog een engel tegen. In de oude Tate Gallery in Londen zag ik twee kolossen staan, van wie de houding tegelijk vechten en omhelzen leek. Bij nader toezien bleek één van de beelden vleugels te hebben. Jacob en de engel, stond erbij. Het beeld was van de beeldhouwer Jacob Epstein. Dat beeld is me sterk bijgebleven. Ik wist wel dat de oudtestamentische Jacob ooit vocht met een engel en er een kreupele heup aan overhield. Het verhaal is verder zeer vaag over wie of wat die engel is. Toen ik daar verder over nadacht, werd dit beeld voor mij een metafoor voor hoe de mens omgaat met al wat hem overstijgt. Vechten met de engel doen we allemaal. De harde werkelijkheid springt ons te lijf. De mens vecht elke dag met de realiteit. De vraag naar de zin van het leven heeft voor mij alles te maken met die verhouding tussen de mens en de werkelijkheid.”
4
nieuws
15.12.2004
campuskrant
Wel meer vrouwelijke beoefenaars
Volkssporten kennen forse terugval Het gaat niet goed met de volkssport in Vlaanderen. Een vergelijking tussen steekproeven in 1982 en 2002 toont een serieuze daling van het aantal beoefenaars en het aantal verenigingen. Twee lichtpunten: het percentage vrouwelijke volkssportbeoefenaars groeit procentueel en de beoefenaars organiseren zich meer in verenigingen. “Wij moeten blijven werken aan het imago van de volkssport”, zegt professor Roland Renson van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. “Weg van het beeld dat alleen oudjes op den buiten aan volkssport doen – met veel bier en in een café. De volkssport heeft een kwaliteitslabel nodig en sterkere verenigingen.” Jaak Poot
“
V
roeger speelden wij volop struifwerpen in de zomer”, vertelt Leuvenaar Louis Liboton, de struifwerpmeester van Den Bruul in Leuven. “Maar die mannen zijn oud geworden en gestorven. De oudjes van vandaag? Die zitten op een bank te verroesten. Die willen geen vuile handen meer krijgen. En dus sterft onze sport langzaam uit.” In het begin van de 20ste eeuw was struifwerpen een populaire volkssport in heel Brabant. Nu vind je alleen nog een paar restanten in Leuven, Tienen en Aarschot. “Het is nochtans een goed
(© Rob Stevens)
amusement”, treurt Liboton. “Op Den Bruul hebben we nog twee struifbakken. Een grote buiten en een kleine binnen. Maar ja, wie speelt er nog op? Een of twee keer per maand leg ik het spel uit aan een groep buitenlanders of studenten. Maar de vaste klanten van Den Bruul? Die moeten er niet van
weten. Je krijgt vuile handen als je de struiven uit de natte leem trekt en het bord gladstrijkt voor de volgende beurt. Als er studenten zijn die willen komen spelen zijn ze altijd welkom. Zeg maar dat ze moeten vragen naar Gerard, de garde van Den Bruul. Die komt mij dan wel halen.”
Meer ruimte voor labs en kantoren
Vernieuwd Mediacentrum in oude Alma-keukens Drie maanden geleden verhuisde het Mediacentrum — een opleidings- en onderzoekscentrum voor nieuwe communicatietechnologieën — naar een nieuwe, ruimere locatie. Op 16 december wordt het nieuwe centrum officieel geopend. Wij gingen vooraf even langs bij projectleider professor Dirk De Grooff.
adviezen voor het ontwerp van gebruiksvriendelijke user-interfaces. Een voorbeeld daarvan is het project ‘Vlaanderen Interactief’, waarbij we een hele reeks toepassingen van interactieve televisie, die in 2005 wordt gelanceerd, grondig evalueren.” “De vernieuwing van het Mediacentrum was absoluut noodzakelijk. In de oude gebouwen zaten we, zowel wat betreft het organiseren van de cursussen als de usability labs — de labo’s waar we onze gebruiksvriendelijkheidstests uitvoeren — met een
D
e Grooff: “Het Mediacentrum werd in 1988 opgericht door het Departement Communicatiewetenschap. Er werden cursussen nieuwe media en communicatietechnologie gegeven. Later kwamen daar praktische oefeningen bij. Verder werd het aanbod ook uitgebreid met een aantal postacademische opleidingen.” “In 2002 werd aan het onderwijsluik, OTC — Opleidingscentrum voor Toegepaste Communicatietechnologie, een resem onderzoeksactiviteiten toegevoegd. In het CUO — Centrum voor Usability Onderzoek — evalueren we de gebruiksvriendelijkheid van hard- en software en geven we
(© Rob Stevens)
enorm capaciteitsprobleem. Het nieuwe centrum is gevestigd onder Alma II, in de vroegere keukens. Die werden uitgegraven en van ramen voorzien. Op onze nieuwe locatie hebben we nu niet alleen voldoende plaats voor onze labs, ook de ruimte voor voor kantoren kon gevoelig worden uitgebreid. Bovendien beschikken we in het vernieuwde Mediacentrum over een computerlokaal met maar liefst vijftig computers.” (sc) http://www.kuleuven.ac.be/mediacentrum
Kwaliteitslabel “Misschien moeten we structureel durven ingrijpen bij bepaalde volkssporten”, suggereert professor Renson. Hij leidt al sinds 1973 onderzoek rond volkssporten en ligt mee aan de basis van de Vlaamse Volkssportcentrale en het Sportimonium, dat eerder dit jaar in Hofstade de deuren opende. “Dat gebeurde bijvoorbeeld met het beugelen. De bollen uit Braziliaans hout zijn vervangen door kunststof. Misschien moeten we de leem van het struifwerpen vervangen door een ander materiaal. Want jongeren met merkkledij willen niet het risico lopen dat ze zich daaraan vuilmaken.” Renson ijvert voor een kwaliteitslabel voor de volkssporten zodat ze in ideale omstandigheden kunnen worden beoefend: “Dat kan nu al langs de volkssportroute in het museum van Bokrijk. Die kwam er in 1979 en dat is een heel groot succes. We zijn ook volop bezig met het aanleggen van een volkssporttuin in het Sportimonium.” Daarnaast ziet Renson vooral heil in een beter uitgebouwd verenigingsleven: “De sporten die stand houden, kunnen op verenigingen terugvallen. En dan wordt het meteen ook een stuk makkelijker om ze bekend te maken. Wij spannen ons er ook voor in dat alle sportleraars tijdens hun vorming volkssporten leren beoefenen zodat zij de jeugd er tijdens hun lessen in contact mee kunnen brengen. Het grote succes van de uitleendienst van de Vlaamse Volkssportcentrale bewijst dat dit een goede aanpak is.” Renson diende bij Unesco bovendien een project in om de Vlaamse volkssporten als immaterieel erfgoed te laten erkennen. http://www.sportimonium.be
KORTNIEUWS Leerstoel voor studie van enkel en voet Hoewel enkel en voet wellicht het meest complexe gewricht vormen in het menselijk lichaam, is er nog niet zoveel fundamenteel onderzoek gebeurd naar de bewegingen ervan. Een beter inzicht in de biomechanische structuur zou nochtans perspectieven kunnen bieden voor de medische behandeling van voet- en enkelproblemen. Het is vanuit die visie dat de leerstoel Berghmans-Dereymaeker ingesteld wordt, genoemd naar baron Jean-Pierre Berghmans en professor Greta Dereymaeker. Baron Berghmans schonk de fondsen aan Dereymaeker — als orthopedisch chirurge verbonden aan het Heilig Hartziekenhuis Leuven en als bijzonder gasthoogleraar aan de K.U.Leuven —, die de leerstoel op haar beurt toevertrouwde aan de Afdeling Biomechanica en Grafisch Ontwerpen. Die zal in het kader van de leerstoel nu een onderzoeksproject starten naar de biomechanica van voet en enkel. Het onderzoek moet niet alleen meer inzicht geven in de bewegingen van het gezonde gewricht, maar ook in de klinische problemen die kunnen ontstaan en de mogelijke behandelingen ervoor. Titularissen van de leerstoel zijn professor Jos Vander Sloten en professor Georges Van der Perre.
campuskrant
nieuws
15.12.2004
Eredoctores 2005 Naar jaarlijkse gewoonte reikt de K.U.Leuven op haar Patroonsfeest eredoctoraten uit aan enkele toonaangevende geleerden en vooraanstaande figuren in wie de universiteit haar waarden belichaamd ziet. Dit jaar valt de hoogste Leuvense eer te beurt aan een Amerikaanse jurist, een Britse wiskundige en een Nederlandse ondernemer. Ludo Meyvis
J
ohn Sexton behaalde een B.A. in geschiedenis, een M.A. in ver gel ijkende go d sd ie n st we tenschappen en een Ph.D. in de A merikaanse godsdienstge schiedenis aan John Sexton Fordham University. Enkele jaren doceerde hij godsdienstige vakken aan Saint Francis College in Brooklyn, waar hij ook departementshoofd was. In 1979 werd hij doctor in de rechten in Harvard. Hij was law clerk bij Warren Burger, voorzitter van het Opperste Gerechtshof. In 1981 werd hij associate professor en in 1984 professor aan de Law School van de New York University. Vier jaar later werd hij er decaan. In 2001 werd hij de vijftiende rector van NYU. Professor Sexton heeft de NYU Law School op relatief korte tijd doen uitgroeien tot de absolute top van de Amerikaanse juridische wereld. Die positie blijkt niet alleen uit de grote waardering in vakkringen, maar ook uit de aantrekking van gerenommeerde docenten, de sterk toegenomen fondsenwerving en de professionele mogelijkheden van de afgestudeerden. Daarnaast is hij in ruimere kring bekend als de geestelijke vader van de Global Law School, die op een nieuwe manier het concept ‘recht’ en ‘rechtsstaat’ wil invullen, rekening houdend met de sterk toenemende globalisering. Hij publiceerde tal van juridische studies en handboeken. Zijn Casebook: Civil Procedure, Cases and Materials werd meerdere keren herdrukt. Hij publiceerde ook over de rol van het Amerikaanse Opperste Gerechtshof en over het rechtsconcept dat hij in de Global Law School gerealiseerd wil zien. Visie Gerard Kleisterlee (°1946) studeerde elektrotechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven. In 1974 begon hij zijn carrière bij Philips. Hij specialiseerde zich onder meer in het domein van display components. In 1981 werd hij general manager van de afdeling Profes-
sionele Audio-systemen. In 1994 werd hij wereldwijd managing director van Philips Display Components. Vanaf 1996 conce nt r e e r de hij zich enkele jaren op de ontplooiing van Philips in Oost-Azië, Gerard Kleisterlee waar hij voorzitter werd van Philips Taiwan en regionaal manager van Philips Components in Oost-Azië en de Pacific. In september 1997 werd hij een jaar lang verantwoordelijk voor de uitbouw van Philips in China. Kleisterlee werd in 1999 lid van de Groepsraad van het bedrijf. Op 1 september 2000 werd hij chief operating officer van Philips. Daarnaast is hij sinds 16 juli 2001 ook voorzitter van de raad van commissarissen van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij staat bekend om zijn aandacht voor het creëren van een optimale relatie tussen universiteiten en onderzoeksinstellingen enerzijds en de bedrijfswereld anderzijds. Hij zet zich met name in voor de ontwikkeling van de as Eindhoven-Leuven, om de regio dichter bij elkaar te brengen en alle kennisactoren te mobiliseren en te stimuleren om intensiever samen te werken. Een leidinggevende positie van de regio is daarbij het doel, de synergie tussen bedrijven en universiteiten het middel. Gerard Kleisterlee vult zijn taak als bedrijfsleider van een wereldconcern in op een zeer brede manier, met ruime aandacht voor de maatschappelijke en sociale rol van het bedrijfsleven. Tegels In 2005 is het precies honderd jaar geleden dat Albert Einstein zijn ‘wonderjaar’ beleefde. In 1905 publiceerde hij maar liefst drie absoluut baanbrekende studies, die de natuurkunde en het wereldbeeld van de 20ste eeuw op hun kop zetten. Het eredoctoraat voor Roger Penrose brengt dit wonderjaar in herinnering. Sir Roger Penrose (° 1931) studeerde wiskunde in Londen en Cambridge, waar hij in 1957 zijn Ph.D. behaalde.
Sinds 1973 is hij Rouse Ball Professor of Mathematics in Oxford. Zijn invloedrijke werk is vaak gesitueerd op het raakvlak van wiskunde, kosmologie en fysica. Met name zijn onderzoek Roger Penrose naar een theorie die de kwantumen relativiteitstheorie verenigt, werkt bijzonder inspirerend. Professor Penrose is ook een begenadigd schrijver van populariserende werken over zijn nochtans zeer complexe vakgebied. Sommige van die boeken werden vertaald in het Nederlands, onder meer De nieuwe geest van de keizer, een spraakmakende en toegankelijke aanzet tot een fysica van het bewustzijn – of liever, een grondige analyse van onze huidige onbekwaamheid om de wetten van het bewustzijn te doorgronden. Hij bewijst daarmee overtuigend dat de computer nooit in staat zal zijn om de menselijke geest te vervangen. Zijn meest recente boek, The Road to Reality, is een turf van 1.100 bladzijden, met een samenvatting van ons fysisch-wiskundig begrip van de werkelijkheid. Professor Penrose ontving tal van onderscheidingen voor zijn werk, waaronder de Royal Society Royal Medal, de Albert Einstein Prize en de Wolf Prize. Die laatste deelde hij met Stephen Hawking, voor hun gezamenlijk werk over de fysica van zwarte gaten. In 1994 werd hij door koningin Elisabeth in de adelstand verheven. Velen kennen de etsen van M.C. Escher, waarin ‘onmogelijke voorwerpen’ de leefwereld vormen van figuren die eeuwig trappen oplopen – of is het aflopen? De inspiratie daartoe ontleende Escher aan een constructie van de jonge Roger Penrose, die samen met zijn vader de Penrose staircase ontwierp. Geometrisch en topologisch werk heeft sindsdien zijn blijvende belangstelling genoten. Dat heeft onder meer geleid tot de Penrose Tesselations, een beperkt aantal intrigerende figuren waarmee het vlak op niet-repetitieve wijze ‘betegeld’ kan worden.
Fertiliteitscentrum behaalt als eerste ISO 9001:2000-certificaat
H
et Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum kreeg na verschillende interne en externe audits door het Nederlandse Lloyd’s het ISO 9001:2000-certificaat toegekend. Het certificaat is drie jaar geldig. Daarmee is het LUFC het eerste Centrum voor Reproductieve Geneeskunde in de Benelux dat deze belangrijke erkenning voor kwaliteitsmanagement ontvangt. Het LUFC krijgt het ISO 9001:2000certificaat vanwege zijn multidisciplinaire en evidence-based klinische zorg voor paren met vruchtbaarheidsproblemen, waarbij de patiënt centraal staat. Multidisciplinair omdat zowel voor diagnose als voor behandeling wordt uitgegaan van intense samenwerking en
overleg. Dat gebeurt zowel op medisch als op chirurgisch en psychologisch vlak tussen gynaecologen, andrologen, urologen, experten in menselijke erfelijkheid en fertiliteitsconsulenten (psychologen en relaxatietherapeuten). Evidence based staat voor het uitgangspunt dat — voor zover dat mogelijk is — alleen onderzoeken en behandelingen worden uitgevoerd die een bewezen klinisch-wetenschappelijk nut hebben. Het betekent ook dat het LUFC zelf via wetenschappelijk onderzoek bijdraagt tot de vooruitgang in dit domein. Het ISO 9001:2000-certificaat kadert in het streven van het centrum naar continue kwaliteitsverbetering. Zo is
het LUFC er onder meer in geslaagd om het risico op meerlingzwangerschap bij proefbuisbevruchting te verlagen van 25 naar 8 procent, met behoud van een heel hoge zwangerschapskans per embryotransfer — ongeveer 40 procent. Het LUFC is de eerste klinische afdeling met directe patiëntenzorg binnen de UZ Leuven die op deze wijze erkend wordt. De erkenning is het resultaat van de inspanningen van alle medewerkers van het LUFC, met als drijvende kracht professor Carl Spiessens, laboverantwoordelijke en kwaliteitscoördinator, samen met professor Thomas D’Hooghe, coördinator LUFC, en Els Bakelants, verpleegkundig coördinator.
5
KORTNIEUWS Studenten Taekwondo-kampioen Twee studenten van Faber werden op 21 november in Mons Belgisch kampioen Taekwondo: Gijs Balis (-72kg), 2de licentie Lichamelijke Opvoeding en Anneleen Goffin (-47kg), 1ste bachelor revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. Zij maakte dit jaar de overgang van de junioren naar de senioren. Op de Flanders Cup slaagde ze er in om zowel bij de junioren als bij de senioren de eerste plaats te veroveren, voor de rest won ze binnen België bijna alles in haar categorie. Zelfs in het buitenland wist ze een paar toernooien op haar naam te schrijven. Een week voor het BK won ze in Denemarken de Scandinavië Open. Begin dit jaar slaagde ze met brio voor haar zwarte gordel.
Auschwitz-prijs voor Philip Verwimp Philip Verwimp, tot voor kort verbonden aan het Departement Economie en nu werkzaam bij de Wereldbank in Kigali, nam op 14 december de prestigieuze Auschwitz-prijs Jacques Rosenberg in ontvangst voor zijn doctoraat ‘Development and Genocide in Rwanda. A Political Economy Analysis of Peasants and Poverty under the Habyarimana Regime’: “Ik beschouw deze prijs als een aanmoeding voor iemand die wil dat de economie zich bezighoudt met de grote problemen van deze tijd — oorlog en vrede, democratie en dictatuur, fascisme en extreem-rechts en niet in het minst de onderontwikkeling in Afrika. De economische wetenschap wordt vaak geassocieerd met een abstracte wereld van mathematische modellen, een wereld waarin economen het gedrag van individuen, bedrijven en overheden analyseren maar die verder niet in relatie staat tot de realiteit. Die perceptie is ten dele correct. Economie is een wetenschap geworden met een sterk wiskundige inslag. Een doctoraat maken in de economie is voor vele doctorandi een echte worsteling met één of meerdere modellen. Het basismodel in de economische wetenschap is nog steeds het individu, bedrijf of overheid dat de beschikbare middelen zo goed mogelijk wil inzetten om bepaalde doeleinden te bereiken. Dat is een sterk model dat de economie in de loop der tijd tot de toonaangevende menswetenschap heeft gemaakt. Economen hebben hun onderzoek echter veelal beperkt tot het functioneren van markten in tijden van vrede. Het gedrag van politici, politieke partijen, sociale organisaties en laat staan rebellenlegers, oorlog en dictatuur, was grotendeels afwezig in het werkveld van de economische wetenschap. Daar is de laatste jaren gelukkig verandering in gekomen. Onder impuls van een aantal topeconomen staat vandaag de politieke economie opnieuw helemaal bovenaan de onderzoeksagenda. Mijn proefschrift situeert zich in die traditie van de politieke economie.”
6
onderzoek
Elk jaar spoelt 1,5 tot 2 miljoen ton grond van de Vlaamse akkers. Driehonderdduizend ton daarvan komt in rivieren terecht. Alleen al in Leuven moet jaarlijks 10.000 tot 15.000 m³ slib geruimd worden om te voorkomen dat de bedding van de Dijle 10 tot 15 cm hoger komt. En zelfs eindeloze baggerwerken en een investering van 18 miljoen euro per jaar van de Vlaamse Overheid kunnen niet voorkomen dat weggespoelde grond de rivieren vervuilt, en het risico op overstroming verhoogt. Een omgekeerd geval van water naar de zee dragen dus. Eind deze maand brengt het Canvas-programma OverLeven een reportage over dit probleem.
15.12.2004
campuskrant
‘Vlaanderen spoelt weg’: onderzoek naar erosiearme landbouw in OverLeven
Minder erosie dankzij minimale bodembewerking
Gert Gielen
(© Jean Poesen)
Z
owel in Vlaanderen als op Europees niveau groeit het besef dat de bodemerosie zelf moet worden aangepakt. In het kader van het Europees project Soil and Water Protection (Sowap) wordt in België, het Verenigd Koninkrijk en Hongarije onderzoek gedaan naar de effecten van zogenaamde conservatielandbouw. De directe oorzaak van het massaal wegspoelen van aarde is immers duidelijk de manier waarop landbouwers hun — hellende — velden bewerken, zegt geograaf Gerard Govers (Afdeling Fysische en Regionale Geografie): “Omdat de aarde wordt omgeploegd, krijgen we een kale bovenlaag, die heel gevoelig is voor erosie. Door de grond wel los te maken, maar niet om te keren, zorgen we ervoor dat de restgewassen en ander organisch materiaal bovenaan blijven. Zo wordt de erosie tot tien keer
kleiner. De bedoeling van het Sowapproject is nauwkeurig alle effecten van niet-kerende bewerking op met name bodem en waterspiegel in kaart te brengen. Dat gebeurt met experimenten op bestaande velden, in samenspraak met de landbouwers.” De opbrengst per hectare blijkt met deze methode — waarbij dus niet echt geploegd wordt — niet lager te zijn: “Wel moet de landbouwer wat meer alert zijn en het tijdstip en de diepte van de grondbewerking aanpassen aan
het weer en andere omstandigheden. Dat luistert vrij nauw: een veld met plaatselijke compactheid door tractorsporen zal misschien wat dieper omgewoeld moeten worden.” De Vlaamse Overheid probeert deze erosiearme landbouw te stimuleren met premies van 80 euro per hectare en subsidies voor de speciale zaaimachines die hiervoor nodig zijn. Maar is dat genoeg om de landbouwers te overtuigen? “Het idee van minimale bodembewerking is niet nieuw. Toen wijlen Jan de
Ploey hier jaren geleden experimenten in die zin deed, reageerden landbouwers en hun organisaties heel terughoudend. Vandaag is dat toch anders. Landbouwers zien ook dat het niet kan dat andere dorpsbewoners overspoeld worden door modder omdat zij stroomopwaarts aan bietenteelt doen. Ook al waren hun bietenvelden er misschien voordat die mensen er woonden.” ‘Vlaanderen spoelt weg’, op donderdag 30 december om 22u15 in OverLeven op Canvas
Descartesprijs voor professor Ignaas Verpoest
Communicatie over composiet beloond met 50.000 euro Professor Ignaas Verpoest van het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde ontving in Praag de Descartesprijs voor wetenschapscommunicatie ter waarde van 50.000 euro. Zijn project ‘Composites on Tour’ toont wat composietmaterialen eigenlijk zijn en hoe ze in designproducten gebruikt worden. De Europese Commissie hield bij de toekenning van de prijs vooral rekening met de ‘Composites on Tour’-tocht per vrachtwagen, die in 2002 veertig steden in acht Europese landen aandeed en in totaal 30.000 bezoekers trok. De oplegger van die vrachtwagen vouwt open tot 50 vierkante meter tentoonstellingsruimte met composietproducten. De oplegger zelf is trouwens een wereldprimeur: het Vlaamse bedrijf Composittrailer bouwde die uit vezelversterkte kunststof. Jaak Poot
D
e wetenschap is al jaren vertrouwd met de Descartesprijs voor Scientific Excellence. Daarmee bekroont de Europese Commissie elk jaar twee onderzoeksprogramma’s met 500.000 euro. De prijs heeft de reputatie van een mini-Nobelprijs voor Europa. Dit jaar stelde de Europese Commissie dat niet alleen wetenschappelijk onderzoek van groot belang is, maar ook de communicatie erover. En ze loofde vijf prijzen van 50.000 euro uit. Basisvoorwaarde voor deelname was dat het project al een belangrijke prijs gekregen moest hebben. Dat was het geval met ‘Composites on Tour’: in 2003 ontving Ignaas Verpoest een Award op de Journées Européennes des Composites. Maar Verpoest is het winnen zeker
nog niet gewend geraakt: “Ik ben erg blij met deze Descartesprijs en met het illustere gezelschap op de laureatenlijst. Ik beschouw het als een eer dat ik op die lijst een plaats krijg naast grote namen als BBC-reporter Sir David Attenborough en professor Heckl van het Deutsches Museum in München.” Tweede tour Professor Verpoest leidt een team van twintig onderzoekers dat enkele maanden geleden nog nationale belangstelling kreeg met hun autochassis in composietmateriaal (zie Campuskrant jg. 15, nr. 1). Composieten zijn met vezels versterkte kunststoffen. Ze hebben als voordeel dat ze licht, sterk en vormvast zijn, en dat ze zowel voor massaproductie als voor kleine hoeveelheden
bruikbaar zijn. Bovendien hebben ze een milieuvriendelijke reputatie omdat ze roestvrij zijn en energie besparen in het gebruik. Ze maken het namelijk mogelijk het gewicht van bijvoorbeeld vliegtuigen en auto’s drastisch te verminderen. Het project ‘Composites on Tour’ omvatte naast de reizende tentoonstelling een designwedstrijd in samenwerking met Design Vlaanderen. De opdracht: bruikbare en mooie gebruiksvoorwerpen in composietmateriaal ontwerpen. Bij de professionele ontwerpen werden eenendertig producten van drieëntwintig designers uit elf landen geselecteerd naast vijf producten van pas afgestudeerde ontwerpers. De tentoonstelling ‘Van bakeliet tot composiet’ in het Gentse DesignMuseum trok vorig jaar
25.000 bezoekers. Verpoest: “Het geld van de prijs wil ik gebruiken voor een tweede ‘Composites on Tour’. Ik overweeg in elk geval een tweede internationale designwedstrijd voor gebruiksvoorwerpen op basis van composietmateriaal. De resultaten van die wedstrijd wil ik in een aantal Europese wetenschaps- en designmusea tonen, maar ook in Japan is er interesse. Als het lukt, trekken we met onze vrachtwagen naar een aantal Aziatische landen, misschien zelfs naar de VS.” http://www.mtm.kuleuven.ac.be/Research/ C2/comptour/ http://www.cordis.lu/science-society/descartes/finalists2004_sc.htm
campuskrant
nieuws
15.12.2004
Russische kosmonaut werkt mee aan Leuvens onderzoek
Fitnessen in de ruimte Op donderdag 25 november kreeg de K.U.Leuven bezoek vanuit de ruimte. De Russische kosmonaut Gennady Padalka, die net zes maanden lang in het internationale ruimtestation ISS had doorgebracht, gaf die dag een voordracht. Aanleiding was zijn medewerking aan een onderzoek van het Labo voor Experimentele Cardiologie van professor André Aubert. Tim Vuylsteke
P
adalka: “Het onderzoek, Cardiocog, bestudeert de reactie van het lichaam op gewichtloosheid. Zo vertraagt in de ruimte onder meer onze hartslag, en verschuift ons bloedvolume. Daardoor voelen we ons vaak duizelig vlak na de landing, en kunnen we moeilijk op onze benen blijven staan. Sommige kosmonauten vallen zelfs flauw. Onder meer daarom is het belangrijk dat we goed in vorm blijven tijdens ons verblijf in de ruimte. Per dag besteden we twee en een half uur aan bewegingsoefeningen.” Professor Aubert: “We hadden eerder al een vijftal ruimtereizigers bestudeerd, maar Gennady is de eerste ‘long duration’-kosmonaut die meewerkt aan ons onderzoek. En momenteel doen we ook tests met zijn opvolger in het ISS. Ons onderzoek is niet alleen belangrijk om de veiligheid van toekomstige ruimtevaarders te garanderen, ook de mensen op de grond kunnen er voordeel uit halen, meer bepaald de syncopepatiënten. De symptomen van die ziekte — duizeligheid en flauwvallen — zijn immers dezelfde als die bij pas gelande kosmonauten.” Planten kweken Padalka was met zijn ruimtereis niet aan zijn proefstuk toe. Padalka: “In 1998 en 1999 bracht ik al eens 199 dagen door in het oude MIR-station. Het ISS-verblijf dit jaar duurde 188 dagen. In totaal heb ik dus al meer dan een jaar in de ruimte gewoond. Dat we onze medewerking verlenen aan onderzoeksprojecten als dat van professor Aubert, is overigens niet zo vreemd. In totaal
hebben we daarboven liefst veertig experimenten uitgevoerd, in verschillende disciplines. We hebben er zelfs planten gekweekt. Het ISS fungeert dan ook vooral als een multifunctioneel ruimtelaboratorium.” De kosmonaut heeft tijdens zijn week in Leuven heel wat tests moeten afleggen op de Afdeling Cardiologie, maar heeft hij ook even kunnen rondwande-
len in de stad? “Jazeker. Leuven is een zeer mooie stad, met een prachtige bibliotheek. En er lopen hier zoveel studenten rond! Je ziet bijna uitsluitend jonge mensen in Leuven. Jongeren zijn trouwens de toekomst van de ruimte. Zij zijn het die opnieuw op de maan zullen landen, en ooit naar Mars zullen reizen.”
KORTNIEUWS
Uitslagen universitaire ploegen Verschillende universitaire ploegen haalden bijzonder goede resultaten de afgelopen maanden. Een overzicht: Voetbal: damesploeg werd vice-wereldkampioen in het ISFFtornooi rugby 7vs7: herenploeg werd Vlaams kampioen veldloop: Jesse Stroobandts werd Vlaams en Belgisch universitair kampioen, Liesbeth Van de Velde werd Vlaams en Belgisch universitair kampioen en zowel de heren- als de damesploeg werden Vlaams en Belgisch ploegenkampioen. judo: Heidi Ternier (-70 kg) en Ann Vercammen (-78kg) werden Belgisch universitair kampioen in hun gewichtsklasse, Ann won het zilver in de open klasse. Peter Mommerency (-73kg) werd Belgisch universitair kampioen. Op 21 december heeft de Indoor Atletiekmeeting K.U.Leuven plaats in het Universitair Sportcentrum, gebouw de Nayer (17u30, start inschrijvingen; 18u30, start proeven)
Vlaming en overheid
“Ons onderzoek is belangrijk voor de veiligheid van toekomstige ruimtevaarders, maar ook voor de mensen op de grond.” (© ingezonden)
vervolg pagina 1 Interdisciplinair centrum voor ruimtestudies gelanceerd Pionier Volgens professor Jan Wouters van het Instituut voor Internationaal Recht staat het ICSS open voor samenwerking met derden en ligt de nadruk duidelijk op een service-aanpak. Het centrum zal namelijk ook thema’s behandelen
7
die vanuit de industrie, de overheid of gespecialiseerde nationale en internationale instellingen wordt aangereikt. Uitvoerend directeur Kevin Madders: “We willen zoveel mogelijk verschillende partners bij het project betrekken. We denken bijvoorbeeld aan samenwerking met andere, in het bijzonder buitenlandse, universiteiten en hogescholen, het ESA (Europees Ruimteagentschap) en de Europese Commissie, die meer en meer belangstelling
begint te krijgen voor ruimtevaart.” Het ruimtecentrum lijkt er dus precies op het juiste moment te komen. Madders: “Blijkbaar heeft niemand anders de grote mentaliteitsveranderingen in Europa rond ruimteonderzoek opgemerkt: nergens anders bestaat er zo’n uitgebreid interdisciplinair project.” “Het ICSS verricht pionierswerk,” aldus Jan Wouters. www.icss.be www.eurospacepolicy.be www.internationallaw.be
De Vlaming is vrij tevreden over specifieke overheidsdiensten maar heeft tegelijkertijd nog altijd een stereotiep negatief beeld van de overheid in het algemeen. De administratieve hervormingen van de jongste jaren hebben daar weinig aan veranderd. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Steven Van de Walle van het Instituut voor de Overheid. Meer dan éénderde van de Vlamingen blijkt onkritisch positief: ze hebben veel vertrouwen in de instellingen. Bij ongeveer 20 procent is het net andersom: ze zijn veralgemeend negatief en wantrouwen bijna alle instellingen. Een derde groep (bijna 30 procent) is gemiddeld gezien ontevreden, maar beoordeelt sommige instellingen toch vrij positief. Ten slotte is er een groep van kritisch positieven (ruim 15 procent) die algemeen gezien vrij vertrouwend is, maar toch kritisch staat tegenover een aantal instellingen. Wat instellingen en diensten afzonderlijk betreft: de Vlamingen zijn heel tevreden over hun huisarts en de brandweer, het gerecht zit aan de andere kant van de schaal. En meer dan de helft van de Vlamingen denkt nog altijd dat een ‘lange arm’ helpt om iets gedaan te krijgen van de overheid.
8
onderwijs
15.12.2004
campuskrant
Toepassing van Flexibiliseringsdecreet krijgt vorm
Geen jaarlijkse proclamaties meer Eén van de Bologna-doelstellingen is de invoering van een creditsysteem om de mobiliteit van de studenten te bevorderen. De Vlaamse Regering vertaalde dat in het Flexibiliseringsdecreet van 30 april 2004. De concrete invulling daarvan werd, binnen zekere krijtlijnen, overgelaten aan de onderwijsinstellingen. Na tal van besprekingen op diverse niveaus is de K.U.Leuven daarmee klaar, met als belangrijkste inspiratoren professor Lammertyn, professor Van Avermaet en Nathalie Druine (Dienst Onderwijsbeleid). Zet u schrap, want het gaat om een dikke, nieuwe boterham, te verorberen vanaf volgend academiejaar.
Net als in het verleden kan de examencommissie in bijzondere omstandigheden van deze criteria afwijken — maar altijd in het voordeel van de elementen van het bestaande systeem student. Wie slaagt — ondanks enkele te integreren in een model aangepast lichte onvoldoendes —, màg de examens aan de nieuwe context. over de opleidingsonderdelen waarop De Academische Raad van 13 decem- hij een onvoldoende haalde opnieuw ber besliste om het afleggen, bijvoorbeeld huidige systeem van met de bedoeling beBill Gates mag compensaties vanaf voltere kansen op een dan geen bachelor beurs of een mandaat gend academiejaar te vervangen door een te maken. Wie een deel in de computermodel van conditionele zijn examens móet wetenschappen zijn, van toleranties. Een student overdoen, moet dat voldoet vanzelfspre- maar hij zou, op basis niét doen voor de vakkend aan de opleidingsken waarvoor hij 10 of van professionele criteria — per programmeer behaalde, eender vaardigheden, majaar — indien hij hoe de rest van het retoegelaten kunnen sultaat is. voor alle opleidingsonderdelen ten minste 10 Graden van verdienworden tot het haalt, maar ook wanste ‘per jaar’ worden tweede jaar — neer hij enkele lichte afgevoerd, omdat het onvoldoendes heeft én behaalde percentage bijvoorbeeld. terzelfder tijd toch een een even goede indicabepaald globaal grenspercentage haalt. tie geeft van de waarde van een student Voor eerstejaars bachelors zal men binnen de groep. Proclamaties verdwijdaarbij iets toleranter zijn dan voor late- nen eveneens. Voor de opleiding als gerejaars. Deze regels zullen universiteits- heel wordt wel een graad van verdienste breed gelden. toegekend, en de proclamatie blijft daar
Ludo Meyvis
E
en essentieel nieuw begrip is het credit. Elk opleidingsonderdeel heeft een aantal ‘studiepunten’. Wie slaagt voor dat opleidingsonderdeel, verwerft die studiepunten of credits, in de vorm van een creditbewijs. Slagen voor een opleidingsonderdeel betekent voortaan 10 of meer op 20 halen, zonder meer — een regel die trouwens dit jaar ook al geldt. Dat feit staat los van het al dan niet slagen voor andere opleidingsonderdelen of voor een ‘studiejaar’, een term die zijn centrale plaats in de opleiding verliest. In de plaats daarvan komen modeltrajecten die voltijds of deeltijds kunnen zijn, of geïndividualiseerde studietrajecten. Verworven credits zijn in principe ‘levenslang’, al kan na vijf kalenderjaren een actualiseringsprogramma opgelegd worden. Contract Studenten zullen voortaan een contract aangaan met de onderwijsinstelling. Dat kan een diplomacontract zijn — te vergelijken met de huidige inschrijving voor een opleiding, een creditcontract — gericht op het verwerven van bepaalde credits, of een examencontract — een inschrijving voor het verwerven van een diploma of van credits, maar niet voor het volgen van colleges. Uiteraard zal de voltijdse variant van het diplomacontract zeer populair blijven, maar daarnaast creëert het nieuwe systeem tal van mogelijkheden voor wie deeltijds of aanvullend wil studeren. Een belangrijke nieuwigheid van het decreet is dat studenten op basis van kennis en vaardigheden die ze in andere contexten verworven hebben, vrijstelling kunnen verkrijgen van opleidingsonderdelen. Het kan gaan om EVC’s of Eerder Verworven Competenties, kennis en vaardigheden verworven buiten elke onderwijscontext. Bill Gates mag dan geen bachelor in de computerwetenschappen zijn, maar het kan overwogen worden om hem, op basis van professionele vaardigheden, toe te laten tot het tweede jaar — bijvoorbeeld. Het kan ook gaan om Eerder Verworven Kwalificaties of EVK’s. Die komen wél voort uit een formeel opleidingstraject, maar niet noodzakelijk georganiseerd door een reguliere onderwijsinstelling — bijvoorbeeld ook: de VDAB, onderwijs voor sociale promotie enzovoort. Het decreet schrijft verder nog voor dat er aan het einde van het eerste bachelorjaar een niet-bindend studieadvies gegeven wordt aan niet-geslaagde studenten.
behouden. De nieuwe regels worden vanaf volgend academiejaar ingevoerd voor de bachelor- en masteropleidingen, maar ook voor de uitdovende opleidingen. Daardoor wordt verwarring bij studenten en docenten voorkomen en zullen er geen twee verschillende systemen naast elkaar bestaan. Doordat er meer geïndividualiseerde studietrajecten zullen komen, dient er een aangepaste studietrajectbegeleiding te komen, om studenten in staat te stellen oordeelkundige keuzes en beslissingen te nemen. Daarmee samenhangend wordt een efficiënt studentvolgsysteem ontwikkeld, om de administratie zo transparant mogelijk te houden. Het nieuwe model van de K.U.Leuven past perfect in de geest van het flexibiliseringsdecreet: de opleiding als geheel wordt belangrijker dan het studiejaar. Toch blijven opleidingen georganiseerd in de vorm van programmajaren — blokken van 60 studiepunten — en worden studenten na elk blok beoordeeld. Vanuit het perspectief van studieduurbewaking mocht dit gezonde kind van het jaarsysteem niet met het badwater worden weggegooid.
Dienst Onderwijsbeleid: randvoorwaarden voor goed onderwijs
Een nieuwe functie in een nieuwe dienst Piet Verhesschen is diensthoofd van de Dienst Onderwijsbeleid, een nieuwe functie in een nieuwe dienst. Tijd om even kennis te maken dus. Ludo Meyvis “Ik ben pedagoog, richting onderwijskunde, afgestudeerd in 1989. Na een jaartje in de Normaalschool van Has-
selt ben ik terug naar Leuven gekomen, als wetenschappelijk medewerker op de afdeling Sociale pedagogiek en gezinspedagogiek. Twee jaar later ben ik dan overgestapt naar het Centrum voor Onderwijsbeleid en -Vernieuwing. Mijn doctoraat heb ik geschreven aan het Centrum voor Fundamentele Pedagogiek, een studie over een methodologisch onderwerp. Ik heb ruim twee jaar bij DUO/ICTO gewerkt, tot februari van dit jaar, toen ik naar de Dienst Onderwijsbeleid overgestapt ben.” Mee zijn “Formeel is de dienst inderdaad wel nieuw, maar eigenlijk gaat het om een organisatorische stroomlijning van ook vroeger al bestaande taken en functies. De oorsprong ligt bij een evaluatie van DUO/ICTO. Het evaluatierapport liet zich positief uit over het daar gepresteerde werk, maar meende dat het voor problemen kon zorgen wanneer beleidsvoorbereidend en praktijkondersteunend werk door dezelfde dienst uitgevoerd werd. Daarom houdt DUO/ ICTO zich voortaan bezig met de ondersteuning van de onderwijspraktijk, curriculumopbouw, docententraining enzovoort, terwijl de Dienst Onderwijsbeleid zorgt voor de beleidsondersteuning.” “Deze dienst doet beleidsvoorberei-
Discussie Moeilijker dan de vorige innovaties waren de discussies rond een aangepast evaluatie- en studievoortgangsmodel. Dat is begrijpelijk, want men moest een goede manier vinden om de positieve (© Rob Stevens)
dend werk voor het Gebu en de Academische Raad, rond onderwijsinnovatie, curriculumontwikkeling en kwaliteitszorg. Ook de operationalisering van beleidsbeslissingen nemen we voor onze rekening. Daarnaast zorgen we voor de nodige cijfers en data, en ook juridische dienstverlening rond deze materies hoort bij het takenpakket.” “In ons werk is het van groot belang dat we op de hoogte blijven van recente onderzoeken. We moeten ‘mee’ zijn, om te kunnen anticiperen op bepaalde ontwikkelingen. Het gaat er niet om dat je uit het onderzoek een pasklare aanpak kunt halen, maar wel dat je op basis van onderzoek en een vertrouwdheid met de literatuur de meestbelovende richtingen kunt kiezen, en daarover verantwoorde adviezen kunt formuleren. Bovendien zijn onderzoeksresultaten vaak ook een goede toetssteen voor eerder genomen beslissingen. Het is niet aan het beleid om het onderwijs te màken, maar het beleid kan er wel toe bijdragen om via het creëren van goede randvoorwaarden goed onderwijs te bevorderen. Daar werkt mijn dienst aan mee.” “Dat betekent ook dat we streven naar een goed contact en communicatie met de faculteiten, waar het centrale onderwijsbeleid ‘vertaald’ wordt. Het gaat dan niét om hulp bij de concrete invulling pagina 9
campuskrant
publicatie
15.12.2004
9
Centrum voor Vredesethiek legt de verruwing bloot
“We remmen voor flitspalen, niet voor zebrapaden” Enkele weken geleden haalde een opmerkelijk geval van verkeersagressie de kranten. Na een banale aanrijding diende de dader het slachtoffer een paar stroomstoten toe en wierp haar in de Schelde. De vrouw overleefde de aanslag en de dader kreeg tien jaar. Het is een extreme maar geen geïsoleerde illustratie van het toenemende ‘dagelijkse geweld’. Aan die trend geeft het Centrum voor Vredesethiek een naam in het boek ‘De verruwing voorbij: over de kwetsbaarheid van alle leven’. Een gesprek met mede-auteurs professor Roger Burggraeve en professor Didier Pollefeyt. Davy Coolen we geen doemdenkers; we willen mensen echter wel bewust maken van hun eigen gedrag.”
of vormgeving — daarvoor bestaat DUO/ ICTO — maar om faculteitsgebonden onderwijsbeleidsaspecten. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de opvolgingsgesprekken met faculteiten en projectverantwoordelijken over het Onderwijsontwikkelingsplan in het kader van de zogenaamde convenanten tussen de universiteit en de regering. Daarnaast is het ook erg belangrijk dat we zorgen voor een goede informatiestroom naar de faculteiten en voor een heldere voorstelling van allerlei beleidsmaatregelen. Omgekeerd kunnen we facultaire noden ook detecteren en indien nodig doorgeven aan de centrale instanties.”
hogeschoolopleidingen plaatst ons voor de uitdaging om de eigenheid van ‘goed academisch onderwijs’ te verwoorden. Wat betékent het eigenlijk concreet, dat het hogeschoolonderwijs onderzoeksgebaseerd wordt?” “Wat ik vind over de aanwas van de onderwijsadministratie? Een gezond beleid zorgt ervoor dat administratie niet ervaren wordt als een tijdrovende en nutteloze verplichting, maar dat ze een meerwaarde biedt. Uiteraard is administratie een verplichting, maar als je het duidelijk maakt dat het zinvol is om je onderwijswerk te documenteren en te expliciteren, dat je daar zinnige en concrete verbeteringen uit kunt halen, ben je al een eind op weg. Je kunt er ook voor zorgen dat administratie multi-inzetbaar is, dat één dossier voor verschillende verplichtingen ingezet kan worden. Dat is soms een moeilijke oefening, dat begrijp ik ook wel. Enerzijds is er het ministerie, dat alleen bereid is om bepaalde financiële inspanningen te doen als de inzet daarvan in toetsbare termen neergeschreven wordt, en anderzijds is er de docent, die vindt dat al die paperassen hem van zijn eigenlijke onderwijswerk afhouden. Als je ertoe kunt komen om administratie te relateren aan ‘eigenlijk’ werk, zit je in de goede richting.”
Paperassen “Het is natuurlijk een persoonlijke mening, maar ik heb het gevoel dat het Leuvense onderwijs in het algemeen zeer goed scoort. Dat is ook wat de opeenvolgende onderwijsvisitaties ons leren. De op handen zijnde accreditering is een nieuw gegeven. Daarom stemmen we onze interne kwaliteitszorg nu al af op de criteria die in dat verband gebruikt zullen worden.” “Uitdagingen zijn er natuurlijk bij de vleet. De Associatie brengt bijvoorbeeld nieuwe vragen aan de orde. De begeleiding van het academiseringstraject van
“De wet is dus een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde om de verruwing in te dijken. Wat dan wel? Volgens ons is het een combinatie Innerlijke seismograaf van waardigheid en gemeenschapszin. Pollefeyt: “Je zou de verruwing kunnen Enerzijds gaat het erom je waardigzien als koren op de heid niet te verliezen molen van extreemals je opkomt voor rechts. Meer wetten “Neem nu de begeleide jezelf. Mensen die in bieden er nochtans zelfstudie. Wat is daar het postkantoor hun geen totale remedie beurt niet afwachten nog de gemeenschaps- of zich ruw gedravoor.” component van? Ik Burggraeve: “Een gen als ze de trein voorbeeld. Onlangs vraag mijn studenten opstappen, verliezen kreeg een aantal sluikhun waardigheid. dikwijls of ze zich storters in Gent een Anderzijds hebben zware werkstraf. Het nog betrokken voelen we behoefte aan een is goed dat het gerecht cultuur van verbonbij de universiteit niet slordig optreedt, denheid, waarin de als gemeenschap. maar zulke strenge ‘zorglogica’ centraal straffen zijn wel tystaat: de zorg voor het Het antwoord is pisch voor onze maatkwetsbare.” doorgaans ‘nee’.” schappij. Ze tonen aan Burggraeve: “Daardat mensen geen invoor is het nog niet terne wet meer hebben die alarm slaat te laat. We gaan ervan uit dat de mens als ze een grens overschrijden.” niet alleen door eigenbelang wordt geBurggraeve: “De flitspaal is daar een dreven, dat hij geen wolf is voor zijn mooi voorbeeld van. Hij is een soort ex- medemens.” terne controle op ruw rijgedrag. Maar Pollefeyt: “Wie de behoeder is van die wat gebeurt er? Mensen rijden alleen logica? Volgens ons zijn dat de grote en trager waar er flitspalen staan. Er is kleine participatiegemeenschappen die geen innerlijke seismograaf meer die ze het sociale middenveld bevolken.” ingeeft om overal hun snelheid te maBurggraeve: “Gezinnen, jeugdbewetigen.” gingen en allerlei verenigingen waar Pollefeyt: “De flitspalen en niet de ze- mensen samenkomen, vormen een brapaden worden de morele oriëntatiepunten in het landschap. Het gaat erom hoe je de wet zoveel mogelijk kunt ontduiken en niet meer hoe je een heer in het verkeer kunt zijn. De motivatie wordt van binnen naar buiten verlegd. En wat gebeurt er dan? Dan wordt de wet zelf bron van verruwing.”
sociaal weefsel. Zij bieden het beste tegenwicht voor de toenemende individualisering.” Pollefeyt: “Dat weefsel heeft het vandaag zwaar te verduren. Denk maar aan het Georoutesysteem van De Post, waardoor de postbode nergens meer een babbeltje kan slaan. Een ander voorbeeld is de begeleide zelfstudie, het koninginnenstuk van de Leuvense pedagogie. Wat is daar nog de gemeenschapscomponent van? Ik vraag mijn studenten dikwijls of ze zich nog betrokken voelen bij de universiteit als gemeenschap. Het antwoord is doorgaans ‘nee’. Daardoor slaat de verruwing soms ook bij hen toe. Notities uitlenen aan elkaar of iemand voor laten gaan op een mondeling examen is al niet meer vanzelfsprekend. Het is vaak ieder voor zich. Is de K.U.Leuven nog wel een participatiegemeenschap?” “In de les gebruik ik graag het reclamebeeld van een bekende bank: ‘Er is iets dat ons verbindt’. Die bank doelt natuurlijk op geld, maar er is iets anders dat ons fundamenteler verbindt. En dat is volgens ons het antwoord op de verruwing.” Roger Burggraeve, Johan De Tavernier en Didier Pollefeyt (red.), ‘De verruwing voorbij: over de kwetsbaarheid van alle leven’, Davidsfonds, Leuven, 2004
(© Rob Stevens)
B
urggraeve: “Mensen hebben het steeds gemakkelijker om bepaalde grenzen te overschrijden. Ze vinden het niet erg om belastingen te ontduiken. Een vierde van de bevolking pleegde al eens een kleine diefstal. Steeds meer mensen klagen over pesten op het werk. Een derde van de jongeren vindt geweld tegen de politie gerechtvaardigd. De voorbeelden zijn legio. Als je die fragmenten naast elkaar legt, zie je dat onze maatschappij verruwt. Doe je er niet aan mee, dan ben je een dommerik. Daardoor ben je tegelijk dader en slachtoffer. Assertiviteit en opkomen voor jezelf zijn positieve waarden, maar als je daarbij geen rekening houdt met de ander, ontstaat er ruw gedrag.” Pollefeyt: “Verruwing is het resultaat van de anonimisering van de samenleving. Mensen bewegen zich steeds meer buiten het netwerk van hun eigen verbondenheid.” Burggraeve: “Nochtans houdt onze maatschappij erg veel van emotionaliteit en nabijheid. Maar dat blijft beperkt tot het privé-domein. Op het publieke forum groeit er ondertussen een soort naamloosheid.” Pollefeyt: “Verruwing beperkt zich niet tot een aantal excessieve mensen. We lijden er allemaal aan. Iedereen heeft de mond vol van terrorisme, maar het gaat ook om klein geweld. Net omdat we er al zo gewend aan zijn, zien we er geen graten meer in. Het is een doorgeslagen autonomie. In naam van je eigen vrijheid ga je ruw om met anderen.” “Het grote gevaar van die analyse is dat ze gemakkelijk voor cultuurpessimisme kan worden versleten. Toch zijn
10
zeswekelijkse
bijlage voor personeel
15.12.2004
campuskrant
–personeelskrant – K.U.Loket-toepassing vanaf eind januari voor alle personeel
‘Mijn verlof’ uitgebreid naar hele universiteit Begin dit jaar meldden we u de blijde geboorte van de K.U.Loket-toepassing ‘Mijn verlof’, waarmee het personeel van de centrale diensten voortaan zijn verlofdagen elektronisch kon aanvragen. Eind januari wordt deze tool uitgebreid naar de hele universiteit. Zal die operatie gesmeerd verlopen? En hoe werkt ‘Mijn verlof’ nu precies? We vroegen het Noor Seghers van de Personeelsdienst. Sara Callens
M
“‘
ijn verlof’ is een onderdeel van de webtoepassing K.U.Loket, die een aantal administratieve processen vlotter moet laten verlopen. Personeelsleden kunnen inloggen op dat Loket, en krijgen dan een menu waarvan de samenstelling afhankelijk is van hun functie.” “Met ‘Mijn verlof’ kan je verschillende soorten verlof via het web aanvragen. Je aanvraag wordt dan doorgestuurd naar je diensthoofd of zijn vervanger, die ze al dan niet goedkeurt. Diensthoofden kunnen via hun K.U.Loket ook een overzicht opvragen van alle aangevraagde en goedgekeurde vakantiedagen van hun medewerkers.” “Verder kan de administratieve chef — het formele hoofd in het organigram — aangeven wie de ‘verlofgoedkeurder’ moet zijn: hij of zij kan deze taak zelf vervullen of hem delegeren naar de functionele chef of de eventuele doctoraatspromotor. Op eenheden waar niet iedereen over een computer beschikt,
wordt bovendien een ‘verlofadministrator’ aangesteld, die de verlofregeling van de werknemers zonder computer moet invoeren en ook het overzicht van alle afwezigheden kan raadplegen.” “De introductie van de toepassing is goed verlopen. Echt grote problemen zijn er niet geweest, en de kinderziektes zijn ondertussen overwonnen, mede dankzij de reacties van de gebruikers. Omdat van bij het begin het voltallige KULAK-personeel en een aantal interfacultaire instituten reeds met de toepassing werkten, hebben we ook al voldoende ervaring met verlofaanvragen van AAP en BAP, zodat we voor de uitbreiding naar het academisch personeel in Leuven geen extra moeilijkheden verwachten.” Professor Marnix Cokelaere is zo’n KULAK’er die al een tijdje — als verlofgoedkeurder — met ‘Mijn verlof’ aan de slag is. Wat vindt hij van de toepassing? “De twee grote voordelen zijn dat het systeem enorm tijdsbesparend is, én dat het de hele verlofregeling veel
overzichtelijker maakt. Bovendien was het vroeger zo dat de verlofkaarten soms pas in februari of maart bezorgd werden. Tegen die tijd wist niet iedereen meer precies hoeveel verlofuren hij reeds had opgebruikt.” Praten Hoe wordt de uitbreiding van ‘Mijn verlof’ nu precies aangepakt? Noor Seghers: “De voorbereidingen voor de uitbreiding zijn natuurlijk al volop aan de gang. Zodra de loonbetaling van januari achter de rug is, mogen de personeelsleden van de faculteiten en de groepen een mail verwachten met de mededeling dat de toepassing klaar is voor gebruik. We stellen ook een beknopte folder ter beschikking. Wie nu al een voorsmaakje wil, kan de demo’s bekijken op http://www.kuleuven. ac.be/personeel/mijnverlof.htm.” “Ik wil wel benadrukken dat praten over verlof zeer belangrijk blijft. Het is niet omdat alles wordt geautomatiseerd, dat overleg met collega’s en over-
sten nu overbodig zou zijn. Verder is het ook zo dat het overgedragen verlof van 2004 nog steeds op de papieren kaart moet worden ingevuld.” Het belang van mondelinge communicatie wordt bevestigd door professor Cokelaere. “Het enige nadeel van ‘Mijn verlof’ is dat sommige personeelsleden, zonder mij persoonlijk iets te melden, hun verlof via het systeem aanvragen. Maar ben ik zelf afwezig — op een congres of met verlof — waardoor ik mijn e-mails niet kan checken, dan kan ik de verlofaanvraag niet op tijd goedkeuren. Ik merk overigens ook dat men tegenwoordig veel korter op de bal speelt. Toen verlofdagen nog persoonlijk moesten worden aangevraagd, gebeurde dat altijd ruim op tijd. Nu zijn er vaak maar enkele dagen tussen de aanvraag en het effectieve verlof.” http://www.kuleuven.ac.be/personeel/ mijnverlof.htm
Wie is de man of vrouw achter die sympathieke stem die u zo vaak aan de lijn hebt?
de Collega’s 17
Of wie schuilt er achter de persoon met wie u een intensieve mailrelatie onderhoudt?
In deze rubriek proberen we een gezicht te plakken op die collega met wie u zo goed samenwerkt, maar die u op straat straal voorbij zou lopen.
door SVEN NEVENS
(© Rob Stevens)
In de vorige aflevering verwees Hilde Afschrift van de Huisvestingsdienst ons door naar Frieda Verboven.
In de gebouwen van het U.Z. Sint-Rafaël wordt er hard gewerkt. Niet enkel door dokters, verpleegkundigen en onderhoudsteams maar ook — en niet in het minst — op het secretariaat van het Revalidatiecentrum Gehoor en Spraak. In het kantoor aan de Cuythoek zorgt Frieda Verboven deeltijds voor de goede administratieve gang van zaken. De andere helft van haar tijd besteedt ze aan de organisatie van een symposium voor de opleiding logopedie en audiologie. “Mijn dagtaak is heel gevarieerd”, vertelt Frieda. “Ik werk voor 50 procent voor de universiteit en voor 40 procent ben ik verbonden aan het Revalidatiecentrum Gehoor en Spraak. In het centrum probeer ik ervoor te zorgen dat de patiëntjes die hier binnenkomen — we werken vooral met kinderen onder de 14 jaar met spraak- of gehoorproblemen — zo goed mogelijk geholpen kunnen worden door onze vakmensen. Ik stel dossiers samen voor die kinderen, regel hun afspraken met de sociaal assistenten, verricht aanvragen tot terugbetaling door het
ziekenfonds, beleg vergaderingen met de logopedisten en ga zo nog maar even door.” “Mijn job voor de K.U.Leuven bestaat uit het organiseren van een symposium dat het ene jaar audiologisch en het andere jaar logopedisch getint is. De voorbereidingen daarvoor gaan van het reserveren van lokalen, het samenstellen en laten drukken van de brochure en het leggen van contacten allerhande tot het zorgen voor slaapgelegenheid voor de buitenlandse gasten en sprekers. Wanneer zo’n evenement achter de rug is én geslaagd was, ben ik een heel gelukkige vrouw.” Frieda is een alleenstaande moeder met drie — ondertussen volwassen — kinderen. Ze woont in een rustige omgeving in Wilsele, waar ze naar hartelust kan sporten en ontspannen: “Onze doodlopende straat komt uit op het Hazenpad langs de Vaart: een ideale locatie voor een stevige wandeling of jogging. Sinds ik begin dit jaar getroffen werd door een hernia, ga ik ook twee keer per week fitnessen om mijn rugspieren te verstevigen. Die
extra training is echt een aanrader voor iedereen die dagenlang achter de computer zit. Een mens kikkert daar enorm van op!” Daarnaast geniet Frieda graag van een spannend boek of een interessante tv-documentaire. En van creatief bezig zijn: ze maakt zowel bloemstukjes als kledingstukken. Maar het grootste deel van haar levensvreugde haalt ze uit het contact met andere mensen. “Ik ben absoluut een sociaal type en geniet ten volle van het contact met collega’s aan de universiteit. Voor de organisatie van het symposium heb ik bijvoorbeeld vaak Maggy Van Wanghe aan de lijn, die voor parkeerbadges zorgt op de parking van de Afdeling Fysiologie aan de Faculteit Geneeskunde. Een heel vriendelijke vrouw…” Of dat klopt, leest u in de volgende aflevering van de Collega’s.
campuskrant
–personeelskrant –
15.12.2004
11
Nieuwe regeling terugbetaling woon-werkverkeer Sein op veilig (2)
Pendelen met trein wordt helemaal gratis!
Kunstkerstboom Een kunstkerstboom blijft de veiligste keuze. Wie toch voor een echte boom kiest, neemt beter de nodige voorzorgsmaatregelen: zorg dat de boom stabiel staat, gebruik enkel elektrische verlichting (met CEkeurmerk), doof de verlichting na sluitingstijd, … De kerstbomen worden op 10 januari opgehaald.
Vanaf 1 januari geldt een nieuwe regeling voor de terugbetaling van de trein- en busabonnementen van personeelsleden. Algemeen beheerder professor Vic Goedseels geeft tekst en uitleg. Sara Callens
W
KORTPERSONEEL Een nieuwe Personeelsgids onder de kerstboom Hij is verpakt in het bio-afbreekbaar jasje dat u inmiddels kent van uw vertrouwde Campuskrant, hij is gegroeid en ziet er op het eerste gezicht anders uit dan vroeger: er komt een gloednieuwe Personeelsgids aan. Laat hem niet ongemerkt voorbijgaan, want hij kan een handige hulp zijn in situaties waarin u niet of niet zo snel toegang hebt tot het internet. In de aanloop naar de kerstvakantie zullen alle personeelsleden en emeriti de Personeelsgids 2005 toegestuurd krijgen. Hij is in de eerste plaats een telefoongids, maar bevat daarnaast ook andere nuttige informatie. Wie in de loop van 2005 in dienst treedt kan — zolang de voorraad strekt — bij zijn faculteit of dienst terecht voor een exemplaar. Voor andere aanvragen kunt u steeds terecht bij de Personeelsdienst.
[email protected]
(1) geversbijdrage rechtstreeks door de NMBS of De Lijn aangerekend aan de K.U.Leuven. De werknemer, die dit bedrag dus niet langer moet voorschieten, kan bijgevolg meteen een jaarabonnement nemen. Wanneer een werknemer dan onverwachts maar een half jaar gebruik zou maken van zijn abonnement, meldt de K.U.Leuven dit aan de NMBS, en kan een deel van het geld gerecupereerd worden.” Voorwaarden Aan de tegemoetkoming van de K.U.Leuven in de kosten van het woonwerkverkeer van haar personeelsleden, zijn ook nog enkele andere voorwaarden verbonden. Goedseels: “Mensen die een abonnement hebben, moeten er ook wel degelijk gebruik van maken voor hun dagelijkse verplaatsingen tussen woonen werkplaats. Bovendien kunnen personeelsleden met een abonnement dat betaald wordt door de K.U.Leuven, niet langer gebruik maken van een universitaire parkeerplaats. Om ervoor te zorgen dat deze maatregel ook effectief wordt, worden steeds meer parkeerterreinen, zoals dat bij het Arenbergpark, afsluitbaar gemaakt.” “Aangezien voor woon-werkverkeer steeds het verblijfsadres als vertrekpunt wordt genomen, moeten personeelsleden verder de personeelsdienst op de hoogte brengen als zij naast hun wettelijk adres ook een verblijfadres hebben. Ten slotte is het ook zo dat personeelsleden die een Omnipass hebben, niet meer kunnen worden terugbetaald voor de verplaatsingskosten die ze in dienstopdracht maken met hun eigen wagen of fiets. Zij moeten dan gebruik maken van het openbaar vervoer of van de dienstfietsen.” Hoewel de universiteit met een voortdurend stijgend aantal externe bezoekers, steeds meer nood heeft aan parkeerplaatsen, wil zij geen uitbreiding van de bestaande parkeerterreinen. Deze nieuwe regeling zou ervoor moeten zorgen dat het tekort aan parkeerplaatsen wordt opgelost. In een maatschappij waar de mobiliteit één van de belangrijkste uitdagingen is voor de nabije toekomst, wil de K.U.Leuven op deze manier haar verantwoordelijkheid opnemen. http://www.kuleuven.ac.be/admin/dm/niv3/ dv-i60.htm
GEL I J K E NOEM ER S
Ooit al tot uw grote verbazing moeten vaststellen dat u niet de enige Jan Pieters of Piet Janssens bent aan onze universiteit? En vraagt u zich dan ook al jaren af wie die illustere collega die dezelfde naam draagt als u wel mag zijn?
I
n deze rubriek brengen we de naamgenoten onder het K.U.Leuven-personeel samen, en confronteren hen met hun niet zo unieke identiteit. In deze eerste aflevering komen Conny Aerts en Conny Aerts aan bod. De eerste is professor sterrenkunde (rechts op foto), de tweede poetsvrouw (links). Wat is uw functie aan de K.U.Leuven? Professor Conny: “Ik werk op de Afdeling Sterrenkunde. Mijn onderzoek situeert zich vooral op het vlak van de asteroseismologie. Concreet betekent dat dat we de trillingen van sterren analyseren om er hun interne structuur uit af te leiden. Daarnaast doceer ik ook enkele vakken aan de licentiestudenten wis- en natuurkunde.” Poetsvrouw Conny: “Ik ben actief bij Campusservice, en zorg voor het onderhoud en de schoonmaak van de kantoren en zalen in de Universiteitshal. Ook de Rectorale Salons behoren dus tot mijn werkterrein, en dat vind ik wel bijzonder.” Was u er zich van bewust dat u een naamgenoot hebt hier in Leuven? Professor Conny: “Ik heb het ontdekt toen het projectgeld dat verbonden was aan een extern contract met de ESA maar niet op mijn SAP-rekening kwam.
Zowel bij de ESA als bij de Financiële diensten kreeg ik te horen dat het bedrag al maanden gestort was. Uiteindelijk bleek het per ongeluk te zijn toegekend aan de andere Conny, maar zij heeft dat waarschijnlijk nooit geweten. Ik zal maar niet verklappen om hoeveel geld het ging.” Poetsvrouw Conny: “Oei, nee. Dit is inderdaad het eerste wat ik daarover hoor. Ik wist wel dat ik een naamgenote had. De naam van professor Aerts staat immers bovenaan de stembrieven voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van het personeel in de Academische Raad, aangezien zij in de Toezichtscommissie zetelt. En verder is er een jongen uit mijn buurt die werkt op de afdeling van professor Aerts: Jan Vanautgaerden. Zijn moeder was destijds mijn onthaalmoeder.” Zou u willen ruilen met uw collega? Professor Conny: “Liever niet, eigenlijk. Ik krijg zelf hulp in het huishouden, dus ik vrees dat ik niet echt een goede poetsvrouw zou zijn. Maar voor één dag zou ik het wel leuk vinden!” Poetsvrouw Conny: “Ja, één dag professor zijn, zie ik wel zitten, maar langer zou het toch niet mogen duren. Ik doe graag wat ik nu doe, en ik zou dan ook het liefst blijven waar ik ben.” (tv)
(© Rob Stevens)
erknemers van de K.U.Leuven die dagelijks de afstand tussen hun woonplaats en de plaats waar zij werken, afleggen met de trein, hoeven vanaf 1 januari niets meer te betalen voor hun jaarabonnement. De kosten van deze abonnementen worden, volgens de wettelijke bepalingen, verdeeld tussen de federale overheid en de universiteit, die respectievelijk twintig en tachtig procent voor hun rekening nemen. Personeelsleden met een jaarabonnement van De Lijn, betalen hiervoor vanaf 1 januari slechts 76,12 euro, of veertig procent van de totale kostprijs. De overige 114,18 euro zijn voor rekening van de K.U.Leuven. Het grote voordeel van dit Lijn-abonnement is dat het om een Omnipass gaat. Daarmee kan je het hele jaar door — dus ook tijdens je vakantie — onbeperkt ‘gratis’ reizen op alle lijnen van De Lijn. Een belangrijke voorwaarde voor de tegemoetkoming in de abonnementskosten is dat het om een jaarabonnement gaat. Goedseels: “Maar eigenlijk is dat geen verandering. Nu moeten mensen die een abonnement kopen, het hele bedrag eerst zelf betalen, om pas enkele weken later een gedeelte ervan terug te krijgen van de universiteit. Om in het begin van het jaar geen enorm bedrag te moeten ophoesten, koopt men liever elke maand een abonnement.” “Vanaf januari echter wordt de werk-
12
studenten
15.12.2004
campuskrant
Babylon wint tweede Interfacultair Improvisatietoernooi
Schaampanda’s en geperste konijnen De meningen over improvisatietheater lopen uiteen. Sommigen noemen het de zuiverste — en vooral grappigste — vorm van toneel, anderen vinden er geen bal aan. Feit is dat op 8 december de Parthenonzaal van het Monseigneur Sencie-Instituut tot de nok gevuld was voor het tweede Interfacultair Improvisatietoernooi van studenten-improteam Preparee. Een superenthousiaste studentenmenigte zag op het einde van de avond de kersverse kring Babylon met de overwinning aan de haal gaan. Tim Vuylsteke
H
et Improvisatietoernooi werd gespeeld met zeven teams van twee kandidaten. Bij elk spelletje moesten twee tot vier deelnemers het strijdperk betreden en een improvisatie-opdracht tot een goed einde proberen te brengen. Een professionele jury beoordeelde de prestaties en deelde punten uit. Na enkele rondes werden de teams met de laagste score onverbiddelijk naar huis gestuurd. Om elf uur was de winnaar bekend: Babylon, de gloednieuwe kring van de talenstudenten. Het toernooi werd in goede banen geleid door een gedreven presentator, die het publiek voortdurend opzweepte en bij de actie betrok. Bij heel wat spelletjes werd de aanwezigen gevraagd suggesties, emoties en locaties te schreeuwen, wat soms leidde tot hilarische taferelen. Voor een bepaalde opdracht was er een dier nodig, en toen in de menigte zowel ‘schaamluis’ als ‘panda’ weerklonk, besloten de acteurs het publiek te vergasten op een wetenschappelijk exposé over een nieuwe diersoort: de schaampanda. Even later bleek die schaampanda bovendien uitstekend te kunnen golfen. De hele zaal lag plat. Lesbische trekjes De scène waarmee Maud Vanhauwaert (eerste lic Germaanse) en Gijs Van Gassen (aanvullende opleiding Taal en cultuur) de overwinning voor Babylon definitief veilig stelden, moest niet onderdoen voor het panda-tafereel. Zij gaven in hun slotopdracht gestalte aan de erfgenamen van de pas overleden voetbaltrainer Raymond Goethals, die — geheel toevallig — Nicole en Hugo heetten. In de loop van de scène moesten Maud en Gijs te gepasten tijde een briefje bovenhalen waarop een zin stond die ze vooraf niet hadden gezien. Zo kon het
publiek onder meer kennis maken met de lesbische trekjes van Nicole, en kreeg het te zien hoe ze samen met Hugo een konijn door de fruitpers joeg. Gijs: “We hebben geluk gehad dat we op de juiste momenten sterke scènes konden spelen. Al wonnen we uiteindelijk wel met twaalf punten voorsprong op Politika. Nu, eigenlijk is het niet zo belangrijk wie wint — het is ons vooral om het plezier te doen — maar het gra-
tis vat voor onze kring is natuurlijk mooi meegenomen.” Maud: “Wat ik vooral leuk vind, is dat we tijdens de wedstrijd niet tegen, maar mét elkaar spelen. Telkens sta je met spelers van andere kringen op het podium, en dan moet je echt samenwerken, wil je wat punten halen.” Zijn Maud en Gijs doorgewinterde improvisatie-acteurs? Gijs: “Nee hoor. Met Preparee trainen we elke week, maar
het blijft vooral een hobby. Een uiterst plezierige hobby.” Maud: “Ik ben zeker geen specialist: ik heb nog maar twee sessies bijgewoond. Ik volg momenteel wel Woordkunst in Antwerpen, en dat helpt natuurlijk als je een podium moet beklimmen. Wat overigens niet betekent dat ik geen zenuwen voelde!” http://www.preparee.be
Gijs Van Gassen en Maud Vanhauwaert van het winnende Babylon-team genieten van de geïmproviseerde lofbetuigingen van hun collega’s. (© Rob Stevens)
Landbouwkring sluit Kyoto-pact met Safier
Doe het licht maar uit Ook studenten op kot kunnen hun steentje bijdragen om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen. Dat willen de bewoners van het fakhuis van de Landbouwkring — de Gnorgl — bewijzen. Vanaf 15 december zullen ze spaarzaam omgaan met elektriciteit, gas en water. Onder het toeziend oog van Safier zullen de bewoners proberen om in vier maanden tijd 7,5% minder CO2-uitstoot te realiseren, 10% minder water en 10% minder — niet-gerecycleerd — papier te verbruiken.
seren. Maar dat nemen we er dan maar bij…” “We hopen dat we na een tijdje een mentaliteitswijziging bij onszelf kunnen vaststellen en dat we ons eigen Kyoto-pact halen. We zijn van plan een heleboel tips in de praktijk te brengen: tochthonden aanschaffen, de gordijnen op tijd dichttrekken, koken met de deksels op de pannen, de kraan dichtdraaien tijdens het tandenpoetsen… Woensdag worden de meterstanden van elektriciteit, gas en water genoteerd en over vier maanden opnieuw. Dan zal de
factuur vergeleken worden met die van de vorige jaren — voor dezelfde maanden uiteraard — en zal de afrekening gemaakt worden.” Woensdag 15 december om 20u geven het presidium van de Landbouwkring, Safier, staatssecretaris Els van Weert en een afvaardiging van de Leuvense schepen van leefmilieu tekst en uitleg over het project, Gnorgl, Waversebaan 71. Nadien voert Improfiel een stukje improvisatietheater op over zin en onzin van het project.
S
afier is een organisatie van enkele afgestudeerde bio-ingenieurs die hun bekommernis om het leefmilieu al eerder omzetten in een concreet initiatief om de ontbossing in Indonesië tegen te gaan. In dit project geven ze de fakhuisbewoners eenvoudige tips zodat ze de studenten en de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen kunnen tonen hoe je — met kleine inspanningen — het halen van de Kyoto-normen zelf mee kan proberen te realiseren. Filip Wallays en Jan Van Schaeren, preses en vice-preses van de Landbouwkring, wonen samen met drie andere presidiumleden in het fakhuis op de
Waversebaan en durven naar eigen zeggen weleens radio of computer laten aanstaan. “Vanaf 15 december zullen we er elkaar op moeten wijzen dat dat onnodige energieverspilling is. De gespreksonderwerpen in het fakhuis zullen draaien om lampen en radiatoren die branden zonder dat er iemand in huis is. We willen sociale controle op elkaar uitoefenen en ons gedrag ook effectief veranderen. En ja, misschien wekken we wel wat extra ergernis bij elkaar op als we opmerkingen naar elkaars hoofd slingeren over een licht dat niet gedoofd is op het moment dat we de stress van de examens moeten trot-
(© Rob Stevens)
Hedwig Bogaerts
campuskrant
studenten
15.12.2004
13
Studentenagent Hans Gooris
De filosoof waakt over u Leuven heeft sinds zo’n vier jaar een Doelgroepagent Studenten, beter bekend als de ‘studentenagent’. Hans Gooris is een aanspreekpunt voor studenten en probeert het samenleven van bewoners (die ’s nachts slapen) en studenten (die volgens de verhalen enkel in het weekend slapen) zo vlot mogelijk te laten verlopen. Gert Gielen CK: Wat doet een studentenagent precies? “We wilden in de eerste plaats een zo laagdrempelig mogelijk aanspreekpunt voor studenten creëren. Dat betekent dat de studentenagent ook bekend moet zijn, en met bijna 30.000 studenten, waarvan ieder jaar een groot deel nieuw is, is dat niet vanzelfsprekend. Daarom hebben we een aantal structuren op poten gezet, zoals een dagelijks spreekuur en speciale aangifteformulieren die te vinden zijn in de faculteiten. Maar daarnaast ben ik ook heel veel op het terrein aanwezig, dus op ‘studentikoze’ plaatsen zoals fakbars en koffiebars in faculteiten.” CK: Hoe verloopt de samenwerking met universiteit en studenten? “In mei hebben we de Stuurgroep Veiligheid K.U.Leuven opgericht, met professor Danny Pieters van Studentenvoorzieningen als voorzitter. Daarin nemen de universiteit — Studentenvoorzieningen en de Dienst Veiligheid van de universiteit —, studenten, personeel en de stad samen de verantwoordelijkheid op voor de veiligheid in Leuven. Drie werkgroepen werken aan projecten om de universiteit en de stad op lange en middellange termijn leefbaarder te maken.” “De meest in het oog springende projecten met studenten zijn de studentencode en de studentenstewards, vrijwilligers die ‘s avonds een oogje in het zeil houden in de drukste studentenbuurten. Zij geven de boodschap die ook wij willen verspreiden: je amuseren mag, maar met respect voor anderen. Ook klachten in verband met over-
last en nachtlawaai komen sinds vorig jaar trouwens meer van studenten. Ze pikken het niet langer dat collega’s hen voortdurend beletten te slapen of te studeren.” CK: Wat zijn de meest voorkomende klachten? “Bij de studenten blijven fietsdiefstallen nummer één. Maar ook diefstal van portefeuilles en kotinbraken komen steeds meer voor. Koten worden niet altijd op slot gedaan, of de dieven gebruiken de beltruc: aanbellen bij een andere bewoner en vragen of ze binnen mogen om een boodschap achter te laten. Bij het personeel gaat het meestal om diefstal op kantoor, omdat lokalen niet op slot worden gedaan. Met de werkgroepen van de Stuurgroep Veiligheid doen we aan preventie en proberen we sociale controle te stimuleren. Het volstaat vaak dat je op kot of het werk iemand die je niet kent aanspreekt om dieven af te schrikken.” CK: De studentenagent is ook een agent-student. U bent pas afgestudeerd als licentiaat filosofie en nu volgt u een aggregatie-opleiding. Voor uw job? “De studie filosofie ben ik zeker niet begonnen voor mijn werk, wel als middel tot zelfverwerkelijking. Nu merk ik wel dat ik inderdaad veranderd ben, en dat dat ook in mijn job te merken is. Ik bezit een grotere gemoedsrust. Ik streef voortdurend naar communicatief handelen en het juiste evenwicht. Aggregatie volg ik wel met het oog op mijn functie, omdat ik mijn ideeën vlotter wil kunnen overbrengen. Het is niet evident om iets als de studentencode
Hans Gooris: “Klachten in verband met overlast en nachtlawaai komen sinds vorig jaar meer van studenten. Ze pikken het niet langer dat collega’s hen voortdurend beletten te slapen of te studeren.” (© Rob Stevens)
voor een grote groep uit te leggen.” Studentenagent Hans Gooris houdt tijdens het academiejaar iedere weekdag spreekuur van 12 tot 14u in het kantoor van de politieantenne in het ontmoetingscentrum
De Moete in Heverlee (Celestijnenlaan 200P). Woensdagavond tussen 18 en 20u is hij te spreken in het politiekantoor op de Grote Markt.
[email protected]
Onderzoek naar overlast in zes Leuvense zones
Hebben studenten een luchtigere kijk op overlast? Leuvense criminologiestudenten worden dit jaar op een wel heel concrete manier geconfronteerd met onderzoek in hun vakgebied. Aan de hand van enquêtes in zes Leuvense wijken en interviews met ordehandhavers en anderen zullen ze nagaan hoe bewoners — studenten en anderen — aankijken tegen overlast. Professor Johan Goethals legt uit dat dit in de eerste plaats een leerproject is. Gert Gielen
A
rtikels in de Vlaamse pers meldden dat het onderzoek overlast in Leuven en meer bepaald de band met studenten in kaart moet brengen. Dat klopt dus niet, benadrukt Goethals: “Het onderzoek is ten eerste veel te kleinschalig om iets te zeggen over ‘overlast in Leuven’. Daarvoor zouden grootschalige enquêtes in heel Leuven nodig zijn, wat onze studenten veel werk zou kosten en hen relatief weinig zou bijbrengen. We beperken ons tot enkele zones en een vrij kleine steekproef. Op het puur kwantitatieve heeft de politie trouwens al een vrij goed zicht via hun eigen cijfers.”
“Ten tweede richten we ons hele- ten dat studenten minder snel iets maal niet op studenten als bron van als nachtlawaai ervaren.” overlast. Bij sommige vormen van “We onderscheiden in de enquête overlast kunzes categorieën nen wel studenvan overlast: Professor Goethals: ten betrokken hangjongeren, zijn, maar dat uitgaansover “Je zou kunnen is dus niet het last, buren, verwachten dat onderwerp van geluidshinder, studenten minder snel het onderzoek. vandalisme en De enige maslu i k stor te n . iets als nachtlawaai nier waarop We gaan na wat ervaren.” studenten apart bewoners stoin beeld komen rend vinden, is als groep met een mogelijk ander wat er volgens hen tegen gedaan perspectief op de overlast in hun wordt, wat er zou moeten gebeuren, omgeving dan andere bewoners. Je ... En daarbij bekijken we dus ook of zou bijvoorbeeld kunnen verwach- studenten die dingen anders zien.
We doen dit met enquêtes in zes zones, waaronder drie centrumzones met een hoge overlastfactor, bij telkens 120 personen, en dat vullen we aan met diepte-interviews met onder andere wijkagenten.” “Een interessante onderzoeksvraag daarbij is bijvoorbeeld of de hogere overlast in drie van de zones, die blijkt uit politiegegevens, ook weerspiegeld wordt in de perceptie van bewoners. Of iemand enerzijds zich stoort aan overlast, en anderzijds daarvan ook aangifte doet, hangt immers af van factoren als geslacht, sociale klasse, leeftijd en opleiding. Dat blijkt uit ander onderzoek.”
14
studenten
15.12.2004
campuskrant
KAMER
BREED Om de drie weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in de Leopold Vanderkelenstraat, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan!
(© Rob Stevens)
DE
KAMER
Adres: Leopold Vanderkelenstraat 25 Ligging: Derde verdieping, straatkant Grootte: Ongeveer 13 m3 Huurprijs: 275 euro per maand Aantal studenten: Tien (zeven meisjes, drie jongens) Inboedel: Bed met ladder, kleerkast, boekenkast, bureau, tafel, pc, microgolfoven, koelkast, fornuis, badkamer, poster met hongerige piranha’s
DE
BEWONER
Naam: Max (Maxime) Raets Leeftijd: 20 Studierichting: Eerste licentie Communicatiewetenschap Woonplaats: Tienen Lief: Sara, sinds een paar maanden Geslaagd?/!: Men zegt dat eerste lic een gemakkelijk jaar is, maar daar heb ik nog maar weinig van gemerkt. We moesten dit semester enorm veel werkjes maken en papers schrijven. Desondanks hoop ik toch te slagen in juni, want volgend jaar wil ik met Erasmus naar Bordeaux, en dan zijn goede resultaten natuurlijk welgekomen. Toevallig heb ik ook net deze week mijn thesisonderwerp gekozen: ‘De invloed van unsolicited e-mail op geneesmiddelengebruik’. Wat dat precies inhoudt, zullen we — hopelijk — gauw genoeg ontdekken. Dit jaar was ik trouwens heel even — anderhalve week om precies te zijn — ingeschreven voor eerste
bach Arts. Ik heb altijd wel dokter willen worden, maar de overgang van het vrij brede en algemene Communicatiewetenschap naar de exacte vakken op de Geneeskundefaculteit was me iets te bruusk. Ik ben dus maar snel teruggekeerd naar waar ik vandaan kwam. Hobby’s: Ik speel bij een groepje, Databunk (http://www.databunk.tk). We maken vooral computermuziek. Ooit hebben we de finale van een CJPwedstrijd gehaald, maar eigenlijk is Databunk voor ons vooral een hobby. Hetzelfde geldt voor Jongens InTeam (http://www.jongensinteam.tk), een vriendenvoetbalploegje waarmee we wél elk jaar deelnemen aan de Max Beker, de voetbalcompetitie van Politika. Hoezo dit kot?: Dit is mijn tweede kot. Het vorige — in de Sint-Maartensstraat — was ontzettend vuil: de vuilniszakken slingerden rond in de gangen, en soms stonk het er zelfs. Vorig jaar ben ik dan hier beland, op het laatste nippertje eigenlijk. Maar ik vind
het wel leuk op mijn semi-studio. Ik heb hier mijn eigen badkamer, en dat is heel handig. Kotleven: Het nadeel van dit kot is dat er geen gemeenschappelijke ruimtes zijn. Ik heb dan ook nauwelijks contact met mijn huisgenoten. Uitgaansleven: Dat staat momenteel op een laag pitje, met al die papers. Als er wat meer tijd is, kan je me vaak aantreffen bij optredens, in het Stuk bijvoorbeeld. Verder hou ik wel van een gezellig café-avondje. Fuiven daarentegen bezoek ik tegenwoordig maar zelden. De piranhaposter: Die heb ik gevonden langs de weg in Kroatië, samen met een lamp. Om ze te kunnen meenemen, heb ik een paar kledingstukken moeten achterlaten. Enfin, de poster is eigenlijk een aankondiging voor een show met gevaarlijke beesten — waaronder dus piranha’s — in Italië. Ze zien er best angstaanjagend uit, niet? (tv)
Bibliotheek Godgeleerdheid 30 jaar
Wereldrecordhouder in Leuven Decaan Mathijs Lamberigts van Godgeleerdheid doet er niet flauw over: “We hebben de grootste theologische bib ter wereld.” En laat die wereldrecordhouder, waar hij zelf jarenlang de verantwoordelijkheid voor gedragen heeft, nu toevallig dertig jaar bestaan. Ludo Meyvis
O
“
p 17 december wordt de bibliotheek inderdaad gevierd. Het huidige gebouw, geopend in 1974, bestaat dan dertig jaar. De idee voor een eigen faculteitsbibliotheek ontstond na de splitsing van de universiteit. Wijlen professor Maurits Sabbe heeft de bibliotheek op een werkelijk visonaire manier uit de grond gestampt. Het is dan ook niet meer dan passend dat de bibliotheek vanaf de huldiging van 17 december zijn naam zal dragen.” “Als ik zeg: ‘uit de grond gestampt’,
bedoel ik dat letterlijk, want goed dertig jaar geleden hàd onze faculteit geen noemenswaardige bibliotheek: we beschikten toen welgeteld over 3.500 boeken met een eigen faculteitsstempel, niks dus. Er waren natuurlijk wel veel meer theologische boeken, maar die bevonden zich allemaal in de Centrale Bibliotheek. Op dertig jaar is de eigen collectie zowat 350 keer groter geworden! Momenteel beschikt de bibliotheek over 1,2 miljoen boeken. Volgens de betrouwbare cijfers van de American Theological Libraries Association is Leuven daarmee dé grootste ter wereld. Tübingen, met 700.000 volumes, komt een beetje in de buurt en beweert van zichzelf ook wel eens dat ze de grootste zijn, maar de cijfers spreken dat tegen.”
versiteit, ofwel als volledige schenking, ofwel in de vorm van langdurige huurafspraken. Merkwaardig is dat ook heel wat religieuze orden uit Nederland hun
Generositeit “Die enorme aangroei is te danken aan de gulheid en het vertrouwen van een lange lijst religieuze gemeenschappen en seminaries. Kloosters worden voor heel wat religieuze orden te duur om nog te onderhouden, en er is een wonderlijke traditie ontstaan om de rijke bibliotheken af te staan aan onze uni-
collectie aan Leuven afstaan, omdat er in eigen land gewoon geen degelijk beleid bestaat voor de goede opvang van al die boeken.” “Die generositeit heeft ertoe geleid dat we op dit ogenblik bijvoorbeeld beschikken over 402 incunabelen, wiegedrukken van voor 1501. De waarde daarvan is niet te schatten, maar ik ver-
“De bibliotheek beschikt over 402 incunabelen. De waarde daarvan is niet te schatten, maar ik vermoed dat je met de prijs van een dikke Mercedes per boek aardig in de buurt komt.”
moed dat je met de prijs van een dikke Mercedes per boek aardig in de buurt komt. Het oudste incunabel is van 1473, nauwelijks enkele jaren na de geboorte van de boekdrukkunst. Ook de verzameling postincunabelen, uit de eerste decennia van de 16de eeuw, is erg groot. Op tien jaar tijd zijn er daarvan 360 bijgekomen, en in totaal bezitten we er ongeveer 1.300.” “Uiteraard zijn dat alleen maar de bibliofiele en museale schatten van de bibliotheek. Het dagelijkse belang van de bibliotheek zit hem natuurlijk in de wetenschappelijke waarde van de collectie, die absoluut centraal staat in de faculteit. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de bib groter is dan de faculteit zelf: het bureau van onze hoogleraren bevindt zich immers in de bibliotheek.” Afzetters “Een meevaller is natuurlijk dat deze bibliotheek nauwelijks af te rekenen heeft met de ronduit schandalige prijzen die zogenaamd wetenschappelijke uitgevers voor hun producten durven pagina 15
campuskrant
interview
15.12.2004
15
Atletieklegenden Moens en Snell ontmoeten elkaar opnieuw in Leuven
Goud en zilver kunnen het prima vinden Op 2 december was inspanningsfysioloog en gewezen Olympisch kampioen Peter Snell te gast aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Hij gaf er een lezing over zijn opvallende carrières als topatleet en academicus: ‘From the track to the lab and back again’. Bovendien stond een reünie met de Belgische atleet Roger Moens op het programma, de man die hij in 1960 op de Spelen in Rome tot ieders verbazing klopte op de 800 meter. Na de lezing strikte Campuskrant beide heren voor een gesprek. Ines Minten
P
eter Snells overwinning uit 1960 staat nog altijd geboekstaafd als legendarisch. Het Olympische goud had het slotstuk van Roger Moens’ atletiekcarrière moeten worden. In plaats daarvan ging de toen nog relatief onbekende NieuwZeelander met de medaille én het wereldrecord aan de haal. Vierenveertig jaar later halen de voormalige topatleten broederlijk herinneringen op aan hun gloriemomenten. “Die race in 1960 was verbazingwekkend”, vertelt Snell. “Het was een erg nipte overwinning en ik leef nu nog mee met Roger omdat ik hem toen de zege heb afgenomen. Het zou een mooi slot van zijn carrière geweest zijn, maar het is dus anders gelopen. Voor mij was het in elk geval de grootste en meest gedenkwaardige overwinning van mijn leven.” Roger Moens glimlacht: “Het doet me enorm plezier dat hij dat zegt, dat vind ik echt fantastisch.” Zelfs de Spelen van Tokio, waar Snell opnieuw enkele memorabele prestaties neerzette (goud op de 800 én de 1.500 meter en een nieuw wereldrecord op de 800, met een tijd die vier jaar geleden nog altijd goed zou zijn geweest voor zilver) zijn hem niet zo bijgebleven als het kloppen van Moens vier jaar eerder. “Bij al mijn andere races wist ik wat ik kon en besefte ik dat winnen erin zat. 1960 was compleet onverwacht.” Risico Peter Snell is altijd een kei gebleven in het verbazen. In 1965, op het toppunt van zijn atletiekcarrière, zette hij er opeens een punt achter. “Ik was niet langer bereid er zoveel voor op te offeren”, legt hij uit. “In die dagen was er nog geen sprake van professionele sportbeoefening. Wij waren allemaal amateurs met voltijds werk. Lopen deden we in onze vrije tijd. Tegen 1965 was ik getrouwd en stelde ik andere prioriteiten.” De Nieuw-Zeelander ging terug naar zijn baan in een tabaksbedrijf, tot die hem enkele jaren later geen voldoening
te vragen — of moet je ze misschien gewoon afzetters noemen? Theologische tijdschriften werden en worden traditioneel gepubliceerd door organisaties die in die publicatie een vorm van dienstbetoon en van zelfverantwoording zien, en die de prijs dus bescheiden houden. De duurste aankoop die deze bibliotheek ooit gedaan heeft, was de elektronische versie van de Patrologie van Migne, een monumentale muur boeken op cd. Die kostte zowat 1,5 miljoen frank, eenmalig. Er zijn tijdschriften bij Geneeskunde waarvan je voor dat bedrag nauwelijks drie jaargangen kunt kopen, voor één tijdschrift!” “Het zijn niet alleen de talloze schenkingen geweest die de bibliotheek groot gemaakt hebben. Zoiets kan alleen als ook de universiteit zelf er zich voor engageert. Op dat vlak kan ik alleen maar lovende woorden hebben voor de huidige bewindsploeg. Eigenlijk is dat ook normaal. Leuven wil immers zo graag op een aantal vlakken leidinggevend zijn: welnu, we hébben de grootste bib ter wereld, zo eenvoudig is dat. Dan is het logisch dat je dat paradepaardje koestert, niet?”
Peter Snell (links): “Het was een erg nipte overwinning en ik leef nu nog mee met Roger (Moens, rechts) omdat ik hem toen de zege heb afgenomen.” (© Rob Stevens)
meer schonk en hij opnieuw ging studeren: “Ik was toen 34, en ik kon niet hogerop omdat ik geen hoger diploma had en dat zinde me niet. Het is trouwens iets waar veel voormalige topsporters mee kampen. Als ze na de sport niets meer hebben waar ze hun prestatiedrang en ambitie in kwijt kunnen, lopen ze de muren op.” Roger Moens beaamt dat. “Ik heb daar gelukkig nooit last van gehad. Ik was bij de politie en kon door middel van interne examens klimmen en zo mijn ambitie bevredigen.” Snell: “Ik had op professioneel vlak niets meer om naar te streven en daarom heb ik mijn job
opgegeven en mijn huis verkocht. Met de opbrengst ben ik naar de universiteit gegaan. Een zeer groot risico, dat gelukkig goed is uitgedraaid.” Fit Snell deed het veel beter dan hij zelf had verwacht. Hij behaalde een doctoraatsdiploma in de inspanningsfysiologie en bouwde met zijn onderzoek een stevige reputatie op. Momenteel is hij assistent-professor aan de universiteit van Dallas, in de Verenigde Staten, en directeur van het Human Performance Laboratory: “Ik besef dat ik veel geluk heb met mijn capaciteiten. Als ik terug-
Vijftiende-eeuws handschrift op perkament (© Rob Stevens)
blik op mijn leven, ben ik zowel met mijn carrière op de piste als die in de academische wereld erg tevreden.” Ondanks de ongewone en plotse wending heeft Peter Snell de sport nooit helemaal de rug toegekeerd. Tegenwoordig is hij in zijn leeftijdscategorie (65+) Amerikaans kampioen oriëntatieloop. “Dat houdt me fit. In de Verenigde Staten stelt het niveau niet veel voor, zodat ik het niet echt moeilijk heb om bij de besten te horen. Als ik hetzelfde zou proberen in Nieuw-Zeeland, zou ik daar alleen maar van kunnen dromen (lacht).”
16
maatschappij
15.12.2004
campuskrant
Belgische raadsman Saddam Hoessein te gast in Leuven
“Saddams proces zal resulteren in zijn doodsvonnis” Een aantal weken geleden kon ELSA Leuven (European Law Students’ Association) uitpakken met groot nieuws. Dominique Grisay, één van de vijfentwintig advocaten van de vorig jaar gevangen genomen Irakese leider Saddam Hoessein, zou op 7 december een lezing geven in de grote aula van het MTC. Eindelijk zouden we te weten komen wie Saddam nu echt is, hoe hij denkt, en waarom hij deed wat hij deed. Maar helaas: “Niemand van ons heeft hem totnogtoe te zien gekregen.” Tim Vuylsteke
Even sprakeloos Hoe wordt iemand de advocaat van een monster? “Die vraag krijg ik telkens opnieuw te horen. Het antwoord is nochtans simpel: toeval. Of geluk, als je het zo wil noemen. Op het juiste moment op de juiste plaats zijn, da’s alles. Op zekere dag kreeg ik een telefoontje van een bevriende advocaat uit Frankrijk die vaak in Jordanië werkt en die wist dat ik internationaal recht doceer (meester Grisay geeft les aan de Haute Ecole
Francisco Ferrer, red.), met de vraag of ik Saddam Hoessein wilde verdedigen. Ik moet bekennen dat ik even niet wist wat te zeggen.” “Ik vroeg me vooral af hoe ik in godsnaam kon helpen, op welke manier ik iets kon bijdragen. Maar toen duidelijk werd dat ik enkel het internationale aspect voor mijn rekening moest nemen, voelde ik er al meer voor. Het enige waar ik wat bang voor was, was de reactie van mijn cliënten. Je moet weten dat ik vooral een zakenadvocaat ben — op dit moment ben ik onder meer bezig met het voorbereiden van een reeks rechtszaken
Dominique Grisay: “Saddams proces kan onmogelijk eerlijk verlopen. Hij zal terechtstaan voor een Iraaks tribunaal, dat onvermijdelijk partijdig is. Bovendien heeft hij zijn advocaten nog steeds niet gezien.” in verband met de gekkekoeienaffaire — en ik wist niet goed of mijn cliënten uit de zakenwereld het wel zouden appreciëren dat ik Saddam verdedigde.” “In dat opzicht was de vrij grote persbelangstelling welgekomen. Ik kreeg de gelegenheid om mijn beslissing om deel uit te maken van Saddams advocatenteam, te verdedigen. Vooral het lange Humo-interview van een paar weken geleden heeft heel wat positieve reacties opgeleverd. Al die interviews en lezingen zorgen natuurlijk voor een overvolle agenda, maar ik doe dat met plezier. Het is een deel van de opdracht waarvoor ik me geëngageerd heb. Enkel een BV-show van VTM in de zomer heb ik geweigerd.” Advocaten in stukjes De Iraakse minister van Justitie zou hebben gedreigd dat hij de advocaten
(© Johan Van Cutsem)
D
e situatie voor de verdedigers van Saddam ziet er momenteel niet al te best uit, vertelt Dominique Grisay: “We hebben inderdaad nog maar weinig bereikt, en vooral veel tijd verloren. Het proces kan onmogelijk eerlijk verlopen. Saddam heeft misdaden tegen de menselijkheid begaan, dus is er een internationaal tribunaal nodig, met rechters uit neutrale landen. Nu zal Saddam terechtstaan voor een Iraaks tribunaal, dat onvermijdelijk partijdig is. Bovendien heeft hij zijn advocaten nog steeds niet gezien.” “Het is dan ook logisch dat er vragen gesteld worden bij de rechtsgeldigheid van de hele zaak. We hebben nu eenmaal dat internationale tribunaal, dus moeten we het ook gebruiken. Wat hebben we eraan als het eerste superproces van de eenentwintigste eeuw niet legaal is? Dan keren we terug naar de situatie zoals ze was voor de Tweede Wereldoorlog!” “Ons gelobby haalt echter niets uit. Het is vechten tegen de bierkaai. Het lijkt alsof de VS en de Iraakse interimregering de zaak zo snel mogelijk willen afhandelen. Ik verwacht dan ook een kort en efficiënt proces, met het doodsvonnis voor Saddam als resultaat. Begrijp me niet verkeerd: de feiten waarvan Saddam wordt beschuldigd zijn uitermate ernstig, en het is dan ook zeker raadzaam dat hij berecht, en, indien nodig, veroordeeld wordt. Maar de mensheid kan er alleen maar wel bij varen als die veroordeling volgens de regels gebeurt.”
van Saddam in kleine stukjes zou laten snijden. Maakt dat meester Grisay niet bang? “Niet echt. Hier in België werd ik nog niet bedreigd. En in Irak komen we voorlopig niet. Zo lang onze veiligheid niet kan worden gegarandeerd, blijven we elkaar ontmoeten in het Jordaanse Amman. De kans is dan ook klein dat ik in januari op het proces aanwezig zal
zijn. Tenzij we de zaak toch nog kunnen uitstellen. Niets is zeker op dit moment. We kunnen alleen maar verder blijven lobbyen en proberen.” Ondertussen heeft de Iraakse minister van Transport tijdens een bezoek aan Washington gezegd dat het proces zeker níet vóór de Iraakse verkiezingen van 30 januari 2005 zal beginnen.
Les van De Gucht en
(© Rob Stevens)
De Crem
Om zijn studenten een nog beter inzicht te geven in het ‘Buitenlands beleid van België’, nodigde professor Luc De Vos op 13 december CD&V-fractievoorzitter Pieter de Crem (foto) uit voor een gastcollege in aula Max Weber. Op 20 december, van 11u tot 13u, staat zijn VLD-collega Karel De Gucht voor de aula. Als Minister van Buitenlandse Zaken moet hij zowat de ideale gastdocent zijn voor dit vak. Ook studenten die het vak niet volgen, zijn welkom op dit gastcollege.
campuskrant
cultuur
15.12.2004
KORTCULTUUR
BlokUUR KULtUUR
The Rhythm Junks improviseren live bij stomme komedie De blok maakt van heel wat studenten tijdelijke cafeïne junks. Om daar de nodige ontspanning tegenover te plaatsen, nodigen de organisatoren van UUR KULtUUR ritmeverslaafden uit: op woensdag 12 januari komen oud-student Steven De bruyn en zijn groep The Rhythm Junks naar de Pieter De Somer-aula. Ze zullen er live Buster Keatons stomme komedie Sherlock Jr. begeleiden. Ines Minten
S
“
herlock Jr. is een supergoede film. Echt grappig”, vindt Steven De bruyn. “Ik sta er versteld van wat ze in die tijd konden doen met de beperkte middelen die ze hadden. Ik krijg de indruk dat de technologie het ons uiteindelijk veel te gemakkelijk heeft gemaakt. Als een acteur of muzikant tegenwoordig bepaalde aspecten van zijn vak niet 100 procent beheerst, kan de computer veel goed maken. Vroeger hadden ze die luxe niet. Je moest weten wat je deed, of het lukte niet. Als je Buster Keaton bezig ziet, weet je meteen dat je met een vakman te maken hebt. Die man heeft echt straffe dingen gedaan.” In Sherlock Jr. speelt Keaton een jonge filmoperateur die zich spiegelt aan de beroemde detective Sherlock Holmes. Hij is er het hart van in als de familie van zijn liefje hem onterecht van diefstal beschuldigt. In een droom vindt hij plots de nodige talenten om eigenhandig de ware dief te ontmaskeren. “De mensen van UUR KULtUUR vroegen me om de film te begeleiden en stuurden me een dvd toe. In het begin kon ik daar dus niet naar kijken, omdat ik geen dvd-speler had”, lacht Steven De bruyn. “Gelukkig heb ik nu een computer die wel dvd’s kan lezen. We hebben de film enkele keren met de groep bekeken, hebben dan enkele momenten vastgelegd met voorbereide arrangementen, en de rest vullen we op met improvisatie. Het zal dus een soort van voorbereide improvisatie zijn, want als je alles aan het toeval overlaat, draait
het meestal toch uit op niets. Ik wil natuurlijk niet helemaal verklappen wat we zullen doen, want dan is de verrassing eraf. Maar wat ik wel nog kan zeggen is dat de muziek soms volledig in functie zal staan van de beelden die je ziet en op andere momenten een heel eigen leven zal leiden. Het zal zeker de moeite zijn.” Hoogzwanger Het is de eerste keer dat De bruyn met de Rhythm Junks een dergelijk project aanpakt. “Samen met de drummer heb ik wel al eens een theaterstuk live begeleid, dus we weten wel hoe we op elkaar moeten inpikken. Als de ene in zijn haar krabt, beginnen we ergens mee en we stoppen pas als hij in zijn neus peutert. Zo werkt het en zo doen we het graag. Het blijft op elk moment spannend.” Steven De bruyn heeft in Leuven sociologie gestudeerd en heeft zelfs nog een tijdje aan de universiteit gewerkt, tot hij besloot om zijn beroepsleven volledig aan de muziek te wijden. “Het is geen evidente keuze om voor de onzekerheid van de muziekwereld te kiezen, maar de perspectieven zijn in de loop van de jaren wel verbeterd.” De bruyn heeft de muziek vrij laat ontdekt. “Pas in mijn studententijd ben ik er echt mee begonnen, maar toen had ik al snel door dat dat was wat ik eigenlijk wilde doen. Na mijn studie heb ik ongeveer twee jaar voltijds gewerkt, twee jaar deeltijds en
daarna ben ik volledig op muziek overgestapt, nu acht jaar geleden.” De blok was voor De bruyn nooit de leukste tijd van het jaar: “Doortoeken moest ik”, vertelt hij. “Ik ben altijd nogal laat met alles en moet de druk van deadlines voelen voor ik echt in gang schiet. Een systeem dat ik overigens aan niemand aanbeveel, hoor”, lacht hij. The Rhythm Junks hebben onlangs een nieuwe cd op de markt gebracht: Virus B-23. Steven De bruyn is erg tevreden over het resultaat. “We hebben nog nooit een cd gemaakt die zo goed klinkt als deze. Bovendien hebben zowel de radio als de recensenten ze positief onthaald. Dat is altijd een leuk gevoel. We zijn er tenslotte bijna twee jaar mee bezig geweest. Je kunt het vergelijken met de geboorte van een kind. Je kijkt er enorm naar uit en vraagt je voortdurend af of alles in orde zal komen. Op het eind waren er wat complicaties met de distributie en zo, waardoor ik er een tikkeltje lastig bij liep. Daarop kreeg ik het commentaar dat dat heel normaal was, omdat ik immers hoogzwanger was”, lacht hij. “Zowel de bassist, de trompettist als ikzelf hebben in die periode ook effectief een baby gekregen en we vinden dat de vergelijking helemaal opgaat.” Blok UUR KULtUUR, 12 januari, 22u, Pieter De Somer-aula, Debériotstraat 24. Elk UUR KULtUUR is gratis.
D
e verschillende organisaties zetten het kind centraal, elk vanuit zijn of haar eigenheid en noden. Dat kan met boeken en spelletjes, een verdrietkoffer of via het uitbouwen van de opvang van kinderen op bezoek bij palliatieve patiënten. Om dat allemaal te realiseren is geld nodig. Twee jaar geleden verscheen een cd met bekende Vlamingen en een aantal kinderen die vaak of langdurig opgenomen waren in het kinderziekenhuis. Dit jaar werd de cd opnieuw uitgebracht, deze keer ingezongen door Sergio. Daarnaast bevat de cd twee num-
mers van Ine en Marieke, opgenomen in het kinderziekenhuis van Gasthuisberg. Ine is inmiddels overleden. Muziektherapeute Inge Bracke: “De meisjes leerden elkaar kennen tijdens hun behandeling. Ze hielden allebei van muziek en vonden elkaar in de muziektherapie. Muziektherapie laat kinderen op een symbolische manier gestalte geven aan hun gevoelens. Nonverbale communicatie via muziek kan een manier worden om het ziek-zijn te verwerken.’ Ine maakte samen met Inge Bracke een lied over de lange weg die ze moest afleggen. Ze vertelt over haar angst en verdriet, maar ook over haar hoop op genezing. Ine zingt en speelt op de blokfluit, Inge Bracke begeleidt op de piano. Inge Bracke: “Zowel de tekst als de muziek hebben we samen geschreven. Normaal blijft zo’n lied binnen de privésfeer van de muziektherapie. Ine koos er zelf voor om ermee naar buiten te ko-
L.U.K. geeft kerstconcert Zingen voor het goede doel Bij de invoering van het bamasysteem werd door de overheid beslist dat studenten die na het behalen van het masterdiploma een specialisatieopleiding willen volgen, niet langer kunnen genieten van een studiebeurs. Om bijzonder getalenteerde studenten toch de kans te geven om een specialisatieopleiding te volgen, wordt binnen de K.U.Leuven het Fonds Roger Dillemans opgericht. Dit fonds wordt genoemd naar ererector Roger Dillemans, die tijdens zijn mandaat als rector voortdurend het belang van de permanente vorming heeft onderstreept. Op vrijdag 17 december gaat de campagne voor het Fonds Roger Dillemans officieel van start met een feestelijk kerstconcert van het Leuvens Universitair Koor. Het L.U.K. brengt stemmige kerstliederen uit verschillende Europese landen. Aansluitend is er een receptie in de Jubileumzaal. 17 december, 20u, Promotiezaal, Universiteitshal, Naamsestraat 22, 3000 Leuven. Kaarten (5 euro) te bestellen bij het Leuvens Universiteitsfonds, (t) 016 32 41 44, Isabel.
[email protected]
Sp(r)ookjesconcert LAO Het Leuvens Alumni Orkest brengt spookjes en sprookjes samen in een concert waarin alle instrumenten van een symfonisch orkest worden voorgesteld. Het orkest speelt muziek uit ‘Harry Potter’ en ‘Lord of the Rings’, maar ook uit ‘De Toverfluit’ van Mozart en ‘Danse Macabre’ van Saint-Saëns. Tijdens de concerten voor kinderen vertelt An Jordens van Ketnet een fantastisch verhaal. Wim De Vilder presenteert de versie voor volwassenen. Sp(r)ookjesconcert voor kinderen, 29 en 30 januari, 17u, Pieter De Someraula, Debériotstraat 24 Sp(r)ookjesconcert voor volwassenen, 5 februari, 20u15, Pieter De Someraula, Debériotstraat 24 Info en tickets: Jan De Vilder, (t) 016 22 43 28,
[email protected], http://www.lao.be
Schrijf een sportgedicht, win en word opgehangen
(© Rob Stevens)
Kerst-cd ten voordele van palliatieve zorgen ‘Sterven… geen kinderspel’ heet het project waarmee de palliatieve settings van Leuven kinderen in, of met een familielid of bekende in, palliatieve zorg, willen laten omgaan met hun vragen en verhalen.
17
men, omdat ze aan iedereen wou laten horen dat ze een heel gewoon meisje was dat de brute pech had ernstig ziek te worden.” Marieke schreef na het overlijden van Ine de tekst en de melodie van het tweede lied en zong het in. Inge Bracke: “Wat in eerste instantie ging om het gestalte geven aan hun emoties, werd ook een middel tot communicatie met de buitenwereld. Het is zo moeilijk om gewoon te praten over dit soort dingen… Via het omzetten van hun gevoelens in een lied werd het voor de kinderen ook makkelijker te communiceren met hun ouders, vrienden, familie.’ (jd) Palliatieve Settings Leuven, Artiesten voor kinderen, m.m.v. Peter Van Laet, Regi en Linda van Milk Inc, Raf Van Brussel, Sergio, Quatro, Kinderkoor UZ Leuven, Ine en Marieke. De cd kost vijf euro en is te verkrijgen in de winkel van Gasthuisberg of op het secretariaat palliatieve zorgen, (t) 016 34 33 42.
Naar aanleiding van de Gedichtendag opent de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR) op 27 januari een sportief poëzieparcours. Als aanloop organiseert FaBeR ook een sportpoëziewedstrijd voor studenten en personeelsleden. De drie beste sportspinsels uit beide competities worden beloond met een prijs ter waarde van 100 euro en worden opgehangen naast die van Claus, de Coninck, van Ostaijen… Insturen van gedichten kan nog tot 24 december naar
[email protected]. be of via je studentenkring. Vermeld duidelijk je contactgegevens, en noteer ook of je personeelslid of student bent.
18
forum
15.12.2004
vervolg pagina 2 Genetisch gemodificeerde rijst Precies dit kan niet wanneer we jouw ‘Keep out, hazardous area’ principe rigoureus zouden hanteren. Anders gezegd, dergelijke extreme interpretaties van het voorzorgsbeginsel leiden tot verstarring en verschraling, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Alle wetenschappelijke vooruitgang is er één van durvers en doeners die het ‘Keep out, hazardous area’-principe op één of andere manier overtreden. Voorbeelden hiervan zijn legio: de eerste bloedtransfusies, de ontdekking van radioactiviteit, de eerste hartoperatie, de eerste maanlanding, enzovoort. Waarmee ik niet wil zeggen dat we onverantwoordelijk moeten handelen. Maar er zijn talloze voorbeelden waarbij niets doen, minstens even erg is als iets doen. De genetische gemodificeerde (niet gemanipuleerde) rijst met Vitamine A is hiervan een mooi voorbeeld. Het dieet van een groot deel van de wereldbevolking is zeer eenzijdig (bijvoorbeeld: enkel rijst), wat ondervoeding, ziekte en kindersterfte veroorzaakt bij gebrek aan vitamines. In Zuid-Oost Azië worden jaarlijks 5 miljoen kinderen nachtblind door gebrek aan vitamine A. Natuurlijk kan men die op andere wijze toedienen, bijvoorbeeld via voedselbedelingen, wat UNICEF trouwens doet ten koste van grote logistieke inspanningen. Maar door de wetenschap kan men nóg meer. Door genen van andere planten (de narcis) en van een bacterie in te planten, zijn Zwitserse gentechnologen er onlangs in geslaagd om ‘gouden
Lezersbrieven
rijst’ te maken, rijst, die na consumptie provitamine A genereert, iets wat ‘normale’ rijst niet kan. De financiering van dit onderzoek gebeurde door de Rockefeller Foundation en de Europese Gemeenschap. Niet-commercieel gebruik van deze vinding is volledig geregeld in verschillende overeenkomsten, met reeds gunstige transfer naar de Filipijnen, India en Vietnam, waar op dit ogenblik tests gebeuren op milieuinvloeden en voedselveiligheid. De laboratoriatests waren allemaal gunstig. Net als de eerste veldproeven. Nu we weten hóe we het moeten doen, komt nu de vraag wát we moeten doen. Ofwel zijn we koste wat het kost tegen, omdat we geen planten willen die genetisch gemodificeerd zijn, standpunt van Greenpeace. Ofwel concluderen we, nadat alle voornoemde tests gunstig zijn, en nu er een akkoord is over het niet-commercieel gebruik, dat we er voor gaan om op korte termijn ondervoeding en ziekte iets meer uit de wereld te helpen, standpunt van uw dienaar. Onze wereld is geen doos waarop staat ‘Keep out, hazardous material’. Niet openmaken, dat zou pas immoreel zijn. We móeten de doos open maken, zonder het inpakpapier te scheuren, opdat uiteindelijk alle mensen gelukkiger zouden worden met het geschenk dat er in zit. Professor Bart De Moor ESAT
Stemrecht AAP/BAP Beste AAP/BAP’ers Vooreerst onze oprechte dank aan alle mensen die hun stem hebben uitgebracht tijdens de recente verkiezingen van de vertegenwoordigers van het AAP/BAP voor de Academische Raad. Als verkozenen gaan wij jullie vertegenwoordigen in de Academische Raad. Dit betekent dat wij opkomen voor de belangen van het AAP/BAP en het initiatief nemen om heikele punten met betrekking tot ons statuut en de daarmee samenhangende opdrachten (onderwijs, onderzoek, dienstverlening) aan te kaarten op beleidsniveau. Of we onze taak ook met stemrecht zouden uitvoeren, was tot voor kort onzeker. De betrokkenheid van het AAP/BAP tijdens de verkiezingen was bedroevend laag. Het noodzakelijke quorum van 20% werd niet gehaald en dus kregen we als vertegenwoordigers geen stemrecht. Mogelijke verklaringen hiervoor kan je lezen in vorige edities van Campuskrant. Maar, na regen komt meestal zonneschijn. Op de Academische Raad van 15 november jl. werd, o.a. rekeninghoudend met de klachten die geformuleerd werden betreffende de procedure, beslist om ons stemrecht toe te kennen voor een beperkte periode van één jaar. Dit betekent dat er in 2005 nieuwe verkiezingen georganiseerd zullen worden. De precieze timing en procedure voor de nieuwe verkiezingen liggen echter nog niet vast. Vermoedelijk zullen de verkiezingen plaatsvinden tijdens de maand mei, en zal het mandaat van de nieuw verkozenen aanvangen bij het begin van volgend academiejaar. We rekenen erop dat jullie massaal jullie stem zullen uitbrengen. En, we hopen dat de verkozen vertegenwoordigers dan het noodzakelijke quorum WEL zullen halen zodat zij jullie belangen met zuiver stemrecht kunnen verdedigen.
– advertentie –
Ondertussen doen wij ons uiterste best om op korte termijn zoveel mogelijk te realiseren. Op regelmatige tijdstippen zullen wij jullie en jullie vertegenwoordigers in de faculteitsraden en andere beleidsorganen informeren over de beslissingen die in de Academische Raad genomen werden en/of een stand van zaken geven over bepaalde dossiers, en jullie feedback meenemen naar de Academische Raad. Sigrid Depoorter (humane wetenschappen) Nico Scheerlinck (exacte wetenschappen) Karel De Gendt (biomedische wetenschappen)
Stemmen verloren gegaan? In de Campuskrant van 24 november 2004 staat in een lezersbrief (“De zwakke schakels in het A/BAP-netwerk”) naar aanleiding van de verkiezingen Academische Raad, het volgende: “Er zijn zeker stemmen verloren gegaan door de kiesbrieven te versturen naar het domicilieadres, wat voor talrijke kotbewoners onder het A/BAP niet samenvalt met het verblijfsadres.” Als medeorganisator van deze verkiezingen beklemtoont de Personeelsdienst dat de kiesbrieven werden verstuurd naar het verblijfsadres. Indien er geen verblijfsadres gekend was, werd het domicilieadres gebruikt. Kiesgerechtigden (vooral BAP-ers) die geen kiesbrief hadden ontvangen bleken geen (nieuw) verblijfsadres te hebben doorgegeven... Daarom volgende oproep: Gelieve steeds uw persoons- en adresgegevens zo snel mogelijk door te geven aan de personeelsdienst (bij voorkeur via KULoket). Jan Paesen Personeelsdienst
www.IJsbreker.be ill. P. Vervenne
‘Thuis’... daar heeft Jasper alles voor over
Wanneer de gezinsituatie onder druk komt te staan, zijn kinderen daar het eerste slachtoffer van. Tijdelijke opvang in de warmte van een pleeggezin geeft kinderen opnieuw de broodnodige houvast. Geloof je in een taak als pleegouder, neem dan contact op met:
Centrum Pleegzorg Kessel-Lo Tel: 016-35 94 70 • www.centrumpleegzorg.be
Als pleeggezin beteken je veel
campuskrant
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van — Professor André Deruyttere, ere-vice-rector en emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, geboren op 26 december 1925 en overleden op 3 december 2004.
campuskrant
valvas
15.12.2004
Doctoraten Wetenschappen 3 dec., Hilde De Witte, Probing the Nuclear Structure Along the Z=82 Closed Shell: Decay- and Laser Spectroscopic Studies of Exotic Pb, Bi and Po nuclei. 7 dec., Mario Hellings, Time-Resolved Fluorescence Properties and Rotameric States of Tryptophan Residues in Proteins. 8 dec., Mikhail Parchine, Phonon Spectroscopy in Disordered Solids. Study of the Low-Energy Excitations in Neutron-Irradiated Quartz and Ge-Clathrates. 10 dec., Marc Lor, Energy- and Electron Transfer in Perylenemonoimide Containing Molecular Systems. 15 dec., Helga Ferket, Sedimentology, Diagenesis and Fluid Flow Reconstruction in the Laramide Fold and Thrust Belt of Eastern Mexico (Córdoba Platform): Implications for Petroleumexploration. Toegepaste Wetenschappen 25 nov., Lincy Pyl, Development and Experimental Validation of a Numerical Model for Traffic Induced Vibrations in Buildings. 29 nov., Michel Gilio, Curtain Recoating for Stereolithography. 1 dec., Tim Van Rompaey, Modelling of TRIP-Assisted Steels. 9 dec., Vincent Masselus, Praktische modellen voor beeldgebaseerde herbelichting met vast camerastandpunt. 15 dec., Michael Catrysse, Wireless Power and Data Transmission for Implantable and Wearable Monitoring Systems. Bio-ingenieurswetenschappen 29 nov., Margriet Drouillon, Availability of Phosphorus in a Gradient of Nutrient-Limited Ecosystems: Pools and Processes. 2 dec., Binh Ly Nguyen, The Combined Pressure-Temperature Stability of Plant Pectin Methylesterase and Their Inhibitor. 3 dec., Sven Aerts, Development of Membrane Reactors for the Synthesis of Enantiomerically Pure Epoxides. 15 dec., Andres Van Brecht,
A Concept for the Control of Imperfectly Mixed Fluids for a New Generation of Incubators. Geneeskunde 25 nov., Evelyne Van Etten, Analogs of 1,25-Dihydroxyvitamin D3 as Immunomodulators: Strategies to Improve Clinical Applicability. 2 dec., Xiaoshum Liu, Multiple Approaches to Inhibit Restenosis after Percutaneous Coronary Interventions. 8 dec., Tine Van de Sande, Increased Lipogenesis in Human Tumors: Mechanisms and Implications. 9 dec., Dries Castermans, Positional Cloning of Four Candidate Genes for Autism: A Possible Role for Neuron Vesicle Trafficking in the Pathogenesis of Autism. 10 dec., Elke Vermassen, Regulation of the Subcellular Localization and Phosphorylation of the Inositol 1,4,5-Trisphosphate Receptor. 15 dec., Sofie Starckx, Effector Functions of Gelatinase B / Matrix Metalloproteinase-9 in Innate and Adaptive Immunity. Sociale Wetenschappen 6 dec., Steven Van de Walle, Perceptions of Administrative Performance: The Key to Trust in Government? Letteren 3 dec., Koen Rymenants, Een hoopje vuil in de feestzaal. Facetten van het proza van Willem Elsschot. 13 dec., Marine Vanwelden, Productie van wandtapijten in de regio Oudenaarde: een symbiose tussen stad en platteland (15de tot 17de eeuw). 15 dec., Thomas Opsomer, Companion to the Latin Anthology, with a Commentary on the Peiper-libellus (AL 90-197R). Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 26 nov., Cecilia Chau, Determinants of Alcohol Use Among University Students: The Role of Stress, Coping and Expectancies. Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 3 dec., James Mc. Guirk, Eros and the Indictment of Philosophy.
winterjas
met fleece
70,–
www.kuleuven.ac.be/boetiek/ oude markt 13, leuven
tel 016 32 40 16
open 10.00–12.00 uur en 14.00–16.00 uur
Benoemd of onderscheiden Noël Golvers, verbonden aan de Afdeling Aziatische en Islamitische Studies en research fellow van de F. Verbiest Stichting, ontving van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten de Prijs J. Gillis voor zijn boek ‘F. Verbiest and the Chinese Heaven’ (Leuven, LUP, 2003). Die prijs wordt tweejaarlijks toegekend aan een originele monografie die bijdraagt tot de studie van de geschiedenis van de wetenschappen, en van het wetenschappelijk denken. Philippe Moons, verbonden aan het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, kreeg vanwege de American Heart Association de Martha N Hill New Investigators Award voor zijn doctoraatsonderzoek getiteld ‘Adults with congenital heart disease have a better quality of life than healthy counterparts’. Professor Paul Rutgeerts, verbonden aan de Dienst Inwendige Geneeskunde, Afdeling Gastroenterologie, ontving de ‘Joanna and David B Sachar International Award in Inflammatory Bowel Disease’ van de Mount Sinai medical school in New York. Dr. Ingeborg Stalmans, verbonden aan de Afdeling Oftalmologie, werd voor haar doctoraatswerk ‘Role of vascular endothelial growth factor isoform in retinal angiogenesis and Digeorge syndrome’ bekroond met de Glaxo-Smith-Kline prijs voor wetenschappelijk onderzoek. Professor Lieven Verschaffel, gewoon hoogleraar aan het Departement Pedagogische Wetenschappen, ontving van de World Cultural Council een van de tien ‘special recognitions to distinguished Belgian scholars’. Hij kreeg deze prijs voor zijn wetenschappelijke verdiensten op het domein van de psychologie van het wiskundeonderwijs. Violet Soen, verbonden aan het Departement Geschiedenis, Afdeling Nieuwe Tijd, kreeg de Mgr. De Clerqprijs voor religieuze geschiedenis van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten voor haar verhandeling ‘Geen pardon zonder paus! Studie over de complementariteit van het koninklijk en het pauselijk generaal pardon (15701574) en inquisiteur-generaal Michael Baius (1560-1576)’. Kaat Wils, verbonden aan het Departement Geschiedenis, Afdeling Nieuwste Tijd, kreeg de zesjaarlijkse prijs voor studies op het gebied van de algemene geschiedenis na de Oudheid, uitgereikt door de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal, Letterkunde en Geschiedenis, voor haar proefschrift ‘De omweg van de wetenschap. Het positivisme en de Belgische en Nederlandse intellectuele cultuur, 1845-1914’ (2000).
[ taal ] TiP
19
Sara Brouckaert
Van Sinterklaas en de kerstman Ze staan er weer aan te komen, de feestdagen. De door sommigen verafschuwde en door anderen innig beminde dagen van eten, drinken en stekelige zoenen van besnorde groottantes. De dagen van koude ochtenden, donkere namiddagen en plakkerige avonden met Glühwein op een kerstmarkt. Jawel, beste lezer, ik schrijf kerstmarkt met kleine letter, en dat is ook meteen waarover ik het deze keer zou willen hebben: welke feestdagen krijgen een hoofdletter en wanneer? En samenstellingen of afleidingen van die feestdagen, hoe zit het daarmee? Kort samengevat luidt de regel als volgt: namen van feestdagen krijgen een hoofdletter, tenzij de naam onderdeel uitmaakt van een samenstelling of afleiding. Concreet wil dat zeggen dat we Kerstmis met een hoofdletter schrijven omdat dat de eigenlijke naam van de feestdag is. Alle samenstellingen of afleidingen met kerst- krijgen dan weer een kleine letter: kerstfeest, kerstmarkt, kerstdag, tweede kerstdag, kersttafereel. Hetzelfde geldt voor Pasen (de naam van de feestdag, dus met een hoofdletter) en paasdag (een samenstelling, dus met een kleine letter), Pinksteren en pinkstermenu, Allerheiligen en allerheiligenweekend. We schrijven ook Goede Vrijdag (maar goedevrijdagprocessie), Aswoensdag (maar aswoensdagmaal) en Hemelvaart (maar hemelvaartdag), al spelt het Van Dale Handwoordenboek aswoensdag en hemelvaart met kleine letter. Tot zover weinig problemen, denk ik. Maar nu komt het: wat is een feestdag? En daarover heerst nogal wat onduidelijkheid. Want vreemd genoeg heeft het Groene boekje het over vastenavond, carnaval, advent, nieuwjaar, oud(e)jaar en kerst, maar ook over Oud en Nieuw. Wie de logica ziet, mag het mij altijd eens komen uitleggen. En het is nog niet afgelopen: Sinterklaas, die intussen waarschijnlijk al lang opnieuw aan zijn zwembad in Spanje ligt, krijgt een hoofdletter. Zijn helpers onder het gewone volk, de schier eindeloze rij sinterklazen die ons de voorbije weken met mandarijntjes en speculaas om de oren hebben geslagen, moeten het met een kleine s stellen. Maar dat is nog niets vergeleken met die arme kerstman, die totaal geen aanspraak kan maken op een hoofdletter. Inderdaad, net zoals kerstmuts, kerstboom en kerstbal is de kerstman een samenstelling. De sukkel. Maar ach, laat dat uw feestvreugde niet in de weg staan. Geniet met volle teugen van de uitgebreide feestelijkheden. Ban daarbij alle gedachten aan hoofdletters en geef u over aan aangenamere vormen van samenstelling en afleiding. En voor wie het niet zo moet hebben van deze tijd van het jaar: bedenk maar dat ook dit voorbijgaat. Prettige kerst! Of Kerst? En een gelukkig nieuwjaar! Of Oud en Nieuw? Ach verdorie: prettige feesten!
world.wide.wetenschap Ludo Meyvis Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten Penrose Wie een uiteenzetting van toekomstig eredoctor Sir Roger Penrose wil horen over Science and the Mind, mooi geïllustreerd met handgetekende transparanten, kan op onderstaande site terecht. Het gaat om een voordracht van ruim anderhalf uur aan het Kavli Institute of Theoretical Physics aan de University of California in Santa Barbara. http://doug-pc.itp.ucsb.edu/online/plecture/penrose/ Slavistiek De Duke University en de University of North Carolina bieden gratis een aantal grammatica’s van Oost-Europese talen aan. U vindt er degelijke basiswerken voor het Albanees, Bosnisch/Servisch/Kroatisch, Macedonisch, Pools, Roemeens, Russisch, en Tsjechisch. Verder kunt u hier ook terecht voor zeer uitvoerige linkverzamelingen over de bestreken gebieden. http://www.seelrc.org/ Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze website: http://www.kuleuven.ac.be/ck/
20
de buitenkant
15.12.2004
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Professor Roland Renson, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
“Ik ben meer een kunstenmaker”
(© Rob Stevens)
Elk
kind telt “Alle inspanningen moeten worden ondernomen opdat elk kind wereldwijd in een veilige omgeving kan opgroeien.” Dat zei prinses Mathilde (foto onder) bij de opening van een internationaal congres over kindermishandeling, georganiseerd door Kind en Gezin, het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Leuven en de K.U.Leuven (zie Campuskrant nr. 5). Het congres, op 2 en 3 december, belichtte de toetsbare kant van kindermishandeling en de stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek. Ter gelegenheid van de conferentie werd op de derde verdieping van het Vertrouwenscentrum in de Justus Lipsiusstraat een grote houten reus geplaatst. De ‘Golem’ (foto boven), een kunstwerk van Koen Vanmechelen, staat symbool voor de helper, de redder voor alle kinderen en jongeren die de ondersteuning van het vertrouwenscentrum nodig hebben.
(© Rob Stevens)
— Wat wilde u worden toen u klein was? ‘Avonturier. En in zekere zin is het me toch gelukt om een stukje avontuur in mijn leven te brengen, met bijvoorbeeld de stichting van de Leuvense Speleoclub en Alpinistenclub. Ik hou meer van de onbetreden dan van de platgetreden paden.’ — Wat is het grootste misverstand dat over uw beroep of onderzoeksterrein bestaat? ‘Sommige mensen zien sport als de panacee waarmee alle problemen de wereld uit kunnen worden geholpen, als hét middel om de wereldvrede te bevorderen bijvoorbeeld, of voor altijd gezond te blijven. Het strafste wat ik in dat verband onlangs hoorde was een link tussen sport en het bestrijden van HIV… Make sport not love dus. Terwijl sport geen wondermiddel is, en ook kan leiden tot allerlei mistoestanden.’ — Wat is uw favoriete kunstwerk? ‘Het zotte geweld van Rik Wouters, een sculptuur geïnspireerd door Isadora Duncan. En dan is er dat schilderij van Frans Nackaerts, een schilder uit Kessel-Lo, uit het Interbellum, De coureurs. Een prachtig impressionistisch werk en tegelijk oervlaams… Dat zou ik dolgraag in het Sportmuseum hangen, maar helaas hebben we de middelen niet om het te kopen. En verder: het Louisianamuseum nabij Kopenhagen — een schitterend staaltje architectuur waarbij het museum zelf verheven wordt tot kunst.’ — Wat drijft u? ‘Als ik eerlijk ben: proberen uit te blinken in iets wat anderen iets minder goed kunnen of niet durven doen… Als ik hoor dat iets niet zal gaan, is dat voor mij vaak een reden om het toch te proberen.’ — Met wie zou u weleens een goed gesprek willen voeren? ‘Als “goed gesprek” ook betekent dat je iemand eens goed de waarheid mag zeggen: met diegene die het begrip “excellentiepool” heeft uitgevonden. Met die andere “excellentiepool” — onze Heilige Vader — zou ik ook weleens willen praten, of liever, met zijn opvolger, om te zeggen dat hij het beter moet doen.’ — Wat is het leukste dat u ooit hebt gedaan? ‘Het leukste ga ik niet aan uw neus hangen, want dat was een combinatie van enkele ondeugden. Maar een geweldige en intense periode was ongetwijfeld mijn studententijd. Zeker het laatste jaar: ik was preses, het was de periode van Leuven Vlaams, en we zijn er toen echt in geslaagd om veranderingen af te dwingen. Dat gaf een gevoel van grote voldoening en ook van macht.’ — Van welke muziek houdt u? ‘Van jazz. Van gospel over blues en New Orleans tot swing, bebop, cool… En om met Sartre te spreken “Le jazz c’est comme les bananes: il faut le consommmer sur place”.’ — Wat is uw ergste nachtmerrie? ‘Ik heb ooit gedroomd dat het pas geopende Sportimonium in Hofstade in brand stond. Maar als u me vraagt waar ik het meest bang voor ben dan is dat: om in een totalitair regime terecht te komen. In ’78 was ik in Tsjechoslowakije op een congres en daar heb ik aan den lijve ondervonden hoe dat voelt. Beangstigend. Ik heb daarom de grootste bedenkingen bij het recente Vlaamse stemgedrag.’ — Hoe komt u tot rust? ‘De vraag is of ik dat wel wil… Ik ben graag bezig. Maar af en toe moet de harde schijf natuurlijk eens worden leeggemaakt, en dat doe ik het liefst door te sporten in de natuur of door creatief bezig te zijn: ik maak sculpturen uit oud ijzer — assemblages eigenlijk. Maar ik noem mezelf geen kunstenaar hoor, meer een kunstenmaker.’ — Welke vraag wilt u schrappen? ’Wat is het leukste dat u ooit heeft gedaan?’ — Welke nieuwe vraag wilt u erin? ‘Bij welke historische gebeurtenis zou u zelf graag actief betrokken zijn geweest?’ Professor Renson is voorzitter van de v.z.w. Sportmuseum Vlaanderen en van de Vlaamse Volkssportcentrale.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Hedwig Bogaerts, Sara Callens, Davy Coolen, Joke Depuydt, Gert Gielen, Ines Minten, Sven Nevens, Jaak Poot, Tim Vuylsteke
Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Jean Poesen, Johan Van Cutsem Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Oplage 17.800 ex.
Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 19 januari. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet www.kuleuven.ac.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Ine Van Houdenhove