Verslag van de vergadering van de Rekeningcommissie, gehouden op woensdag 12 mei 2004 van 17.00 uur tot 18.05 uur in kamer 21 van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezige leden: Dhr. R.A.C. Slager (voorzitter, ChristenUnie), dhr. N.R. Werkman (CDA), dhr. W. van der Ploeg (GroenLinks), dhr. C. Swagerman (SP), Afwezig: dhr. J.J. Dijkstra (PvdA), dhr. T.W. Oterdoom (VVD), mw. T. Deinum-Bakker (D66), mw. D.J. Hoekzema-Buist (PvhN). Voorts aanwezig : dhr. M.A.E. Calon (gedeputeerde), dhr. D.P. Sennema (secretaris), dhr. F.H.C.Dijkstra (medewerker financiën), dhr. J. Postema (directeur Blauwe Stad BV), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen, verslag) 1.
Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering en deelt mee dat mw. Hoekzema is verhinderd en dat mw. Deinum mogelijk later aanwezig zal zijn. Ook de heren Oterdoom en Dijkstra zijn niet aanwezig. 2.
Regeling van werkzaamheden -
voorstellen vreemd aan de orde van de dag
Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag ingediend. -
vaststelling van de agenda
Dhr. Werkman (CDA) meldt dat hij zojuist bericht heeft ontvangen van de secretaris dat het meer voor de hand ligt om de managementletter inhoudelijk op 1 juni a.s. te behandelen. De voorzitter bevestigt dit bericht ook te hebben ontvangen. Bovendien kreeg hij eerder een tele foontje van Edwin Hageman van FC met de mededeling dat de accountant vandaag is verhinderd en uitgenodigd is voor 1 juni a.s. voor de Dag van de Verantwoording. De vraag is of het betreffende punt 9 van de huidige agenda al dan niet gehandhaafd moet worden. Dhr. Werkman (CDA) stelt voor punt 9 te schrappen. Dhr. Swagerman (SP) vraagt of er formeel een opdracht had moeten worden verstuurd aan de accountant om hem op een bepaald moment te spreken. De voorzitter antwoordt dat normaliter bij de bespreking van de jaarrekening de accountant altijd automatisch aanwezig is. Oorspronkelijk stond voor vandaag de bespreking van de jaarrekening en het rapport van de accountant op de agenda, maar daar kwam de Dag van de Verantwoording tussendoor. Aangenomen is kennelijk dat de Rekeningcommissie de accountant op deze dag wil spreken. Hier zit een misverstand achter en daar de accountant er niet op heeft gerekend, is er niets aan te doen. Besloten wordt punt 9 te schrappen. 3.
Gelegenheid tot spreken voor niet-Statenleden (m.b.t de geagendeerde onderwerpen)
Er hebben zich geen insprekers gemeld. 4.
Vaststelling verslag van de Rekeningcommissie van 7 april 2004 + toezeggingenlijst
Dhr. Swagerman (SP), refererend aan pag. 5 van het verslag, merkt op dat hij gepolst of gepeild zou worden, hetgeen tot op heden niet is gebeurd.
1
Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat het ging om de tolerantiegrenzen in de opdracht naar de accountant. Dhr. Swagerman heeft dat een paar keer ter discussie gesteld. De aanwezige leden waren van mening dat niets veranderd hoefde te worden, maar dat de SP gepeild moest worden of zij zich hierin ook kan vinden. Dhr. Swagerman (SP) constateert dat breed gedragen wordt dat geen aanpassingen noodzakelijk zijn en tekent aan dat hij dat betreurt. Dhr. Werkman (CDA) voegt daaraan toe dat ook hij hecht aan een goede controle. Echter, het heeft nogal wat consequenties als de tolerantiegrens omlaag wordt gebracht. Bovendien wordt daarin in het contract met de accountant niet voorzien en de prijsafspraken zijn daar evenmin op gebaseerd. In een vorige discussie heeft dhr. Werkman reeds aangegeven dat het voor hem wel bespreekbaar is dat bij een volgende aanbesteding dit onderwerp ter discussie komt. Dhr. Swagerman (SP) sluit zich daarbij aan. Er is eerder gesproken over wie de opdracht aan de accountant, inclusief de eventuele uitbreidingen daarvan, formuleert. Het lijkt hem zinnig om daarover een nadere discussie te voeren op het moment voorafgaand aan een nieuwe aanbesteding. De voorzitter spreekt uit dat deze opmerkingen ongetwijfeld in het komende verslag worden vastgelegd. Hij constateert dat niemand een opmerking heeft over het voorliggend verslag, waarna dit verslag als zodanig wordt vastgesteld. Dhr. Werkman (CDA) merkt naar aanleiding van toezegging nr. 4 bij het verslag op dat een aanbestedingsbureau zo mogelijk zou worden opgezet. Het MT onderzoekt die mogelijkheden. Deze toezegging is ongeveer anderhalf jaar oud en dhr. Werkman vraagt wanneer de Rekeningcommissie het resultaat van de activiteiten tegemoet kan zien. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat hij daarvoor geen datum kan noemen daar hij niet kan garanderen dat dit dan zal zijn uitgevoerd. Het zit in de planning en het is geen kwestie van twee jaar. De voorzitter sluit dit agendapunt af. 5.
Mededelingen gedeputeerde
Dhr. Calon (gedeputeerde) refereert aan de brief inzake het accres Provinciefonds en de doorwerking van de correctie op de motorrijtuigenbelasting welke brief de commissie mogelijk al ontvangen heeft. Een en ander is gisteren in GS vastgesteld. De leden hebben ook de Voorjaarsnota ontvangen met het financiële perspectief. GS hebben vorige week, op 6 mei 2004, ambtelijke informatie ontvangen waaruit blijkt dat de provincie over 2004 veel minder uit het Provinciefonds zal krijgen, daar landelijk minder wordt uitgegeven. Dat wordt voor een deel gecorrigeerd via de motorrijtuigenbelasting. Dit staat in de brief die gisteren is verstuurd. Per saldo betekent dit dat het financieel perspectief is gewijzigd en wel voor 2004 een tekort van 1 miljoen euro; voor 2005 een bedrag dat iets boven nul ligt; voor 2006 en voor 2007 een bedrag dat iets hoger is dan 1 miljoen euro en voor 2008 een tekort van 100.000 euro. Bij elkaar is dat een overschot van 400.000 euro. In totaal is er voor 2005, 2006 en 2007 een iets beter perspectief, terwijl in 2004 sprake is van een veel slechter perspectief. In GS is gedebatteerd over de vraag of daarom de Voorjaarsnota moet worden aangepast. Er is echter aan de Voorjaarsnota inmiddels zoveel werk besteed, dat besloten is dit niet te doen, te meer daar het meerjarenperspectief positief uitpakt. Bij de Integrale Bijstelling zal een vereffening worden doorgevoerd. Dhr. Werkman (CDA) kan zich voorstellen dat de Voorjaarsnota niet wordt aangepast, maar stelt dat dit wel aanleiding kan zijn tot een andersoortige discussie bij de behandeling van de Voorjaarsnota nu het financiële perspectief een andere is dan oorspronkelijk is geschetst. Hij begrijpt van de gedeputeerde dat bij de Integrale Bijstelling in het najaar het College zich heeft voorgenomen om met nadere voorstellen te komen voor de dekking van dit extra tekort? Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat hij gezegd heeft dat hierop bij de Integrale Bijstelling zal worden teruggekomen. Dan is er meer bekend over de hoogte van het tekort. Nu zal niet meer ingegrepen worden in deze begrotingscyclus, d.w.z. in deze Voorjaarsnota. Het perspectief voor 2004 is 2
slechter en daarna wordt het beter. In de brief staat ook dat de effecten van de bezuinigingen in Den Haag pas bij de onderhandelingen over de rijksbegroting en wel in de novembercirculaire bekend zullen zijn. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) brengt naar voren dat er in de loop van het begrotingsjaar altijd veranderingen optreden. Als daarmee elke keer rekening moet worden gehouden in het debat, is dat knap lastig en als vlak voor het debat dit soort informatie wordt ontvangen geeft dat een bepaalde sfeertekening waarmee hij niet blij is. Als nu voortaan ook allerlei meevallers vlak voor het debat worden gerapporteerd, kan hij ermee leven, want dan heeft hij de mogelijkheid om interessante initiatieven naar voren te brengen. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat hij ook een meevaller gerapporteerd heeft gekregen, want voor alle jaren behoudens het jaar 2004, zijn er meevallers. De afweging is gemaakt of het College dan wel de Staten geïnformeerd moeten worden. Het betrof immers ambtelijke informatie. In het kader van de actieve informatieplicht zijn hierbij de Staten geïnformeerd. Officieel is een en ander nog niet bekend, want hierover dient nog een brief ontvangen te worden en dat kan nog wel twee maanden duren. Dhr. Swagerman (SP) stelt dat het op de langere termijn allemaal meevalt, terwijl dhr. Werkman stelt dat er bezuinigd moet worden. Dhr.Swagerman meent dat er geen noodzaak is tot bezuiniging gezien het meerjarenperspectief. Dhr. Calon (gedeputeerde) denkt dat die discussie eerder in de Cie Bestuur en Financiën of in de Staten thuis hoort. Het is weliswaar mogelijk om te gaan bezuinigen, maar daar het meerjarenperspectief gemiddeld positief is kan ook worden vereffend via de algemene reserve. Het is beter dat het inhoudelijke politieke debat plaatsvindt over de Voorjaarsnota en daar kunnen de politieke partijen zich uitspreken over de uitvoering van het beleid door GS. De voorzitter verwacht dat het onderwerp volgende week terug zal komen bij de bespreking van de Voorjaarsnota. Dhr. Calon (gedeputeerde) deelt voorts mee dat het afdelingshoofd Financiën van zijn functie is ontheven. De voorzitter sluit het punt ‘Mededelingen gedeputeerde’ af. 6.
Rondvraag
Niemand heeft vragen. 7.
Ingekomen stukken
Bespreekpunten 8.
Brief van GS van april 2004, nr. 2004-12430/18/A.15,FC betreffende financiële overzichten Blauwe Stad over de jaren 2002 en 2003
De voorzitter verwelkomt de heren Dijkstra en Postema die mogelijk toelichtingen bij dit agendapunt zullen geven en stelt de brief aan de orde. Dhr. Werkman (CDA) spreekt uit dat hij verwacht had dat de commissie jaarrekeningen over 2002 en 2003 ontvangen zou hebben in plaats van financiële overzichten. Daarnaast vindt hij de toelichting op het cijfermateriaal, dat weliswaar getoetst is door een accountantsbureau, erg beperkt. Hij had informatie met meer body verwacht. Inhoudelijk stelt hij de personele kosten over 2002 voor een directeur en een administratief medewerkster, ad 317.000 euro, aan de orde. Graag hoort hij daarop een nadere toelichting. Voorts is hem opgevallen dat in 2003 de huisvestingskosten met bijna één derde deel lager zijn dan in 2002 en dhr. Werkman wil graag weten hoe dat mogelijk is. Daarnaast wil hij vernemen hoe de daadwerkelijke
3
uitgaven zich verhouden tot de eerder opgestelde prognoses. Ooit heeft de commissie overzichten ontvangen inzake de aankoop van de gronden en het plan voorbereiding en ontwikkeling. Lopen de kosten in de pas met de planning? Dezelfde vraag stelt hij met betrekking tot de inkomsten. Zijn hier achterstanden? Op pag. 5 van het overzicht over 2003 staat dat de kosten voor de directeur voor 50% worden gedragen door de publieke partijen. Door wie worden de andere 50% gedragen? Tot slot acht dhr. Werkman de financiële verslaglegging in zijn totaliteit bijzonder mager. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) sluit zich volledig aan bij de opmerkingen van dhr. Werkman. Het eerste cijfer dat in het verslag over 2002 opvalt is het bedrag van 317.000 euro voor het personeel van het projectbureau. Dit zou een kampioenssalaris voor de directeur betekenen. In 2003 is die post behoorlijk lager, maar ook nog redelijk aan de maat: zo in de orde van een ministerssalaris. Dhr. Van der Ploeg vindt dat het College hierover een verklaring schuldig is. Voorts is de verslaglegging van de commissie als controlerend orgaan zodanig dat geen enkele controle uitgevoerd kan worden. Het gaat dhr. Van der Ploeg met name om de voortgang ten opzichte van de planning. Onduide lijk is of in de pas wordt gelopen en of bijvoorbeeld voldoende middelen zijn gereserveerd. Dit is het punt waarop gecontroleerd moet worden. Dhr. Calon (gedeputeerde) vraagt op welke middelen wordt gedoeld. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) antwoordt dat middels een aantal voordrachten middelen ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van de voorbereidende kosten voor het uitvoeren van het project. Hij gaat ervan uit dat er een planning bestaat welke die kosten zijn en wanneer en hoe die worden betaald, maar bij deze stukken ontbreekt elke vorm van verslaglegging op dit niveau. Hoewel veel eerder gevraagd is om een regelmatige rapportage ligt nu voor het eerst een financieel verslag over twee jaar voor. Dhr. Van der Ploeg vindt dat hier een vervolg op moet komen in kwalitatieve en inhoudelijke zin. Dhr. Swagerman (SP) merkt op dat dhr. Werkman reeds een aantal punten heeft aangegeven waartegen bezwaar gemaakt kan worden. Hoge salarissen en forse investeringen. Hieraan heeft hij eigenlijk niets toe te voegen. De dagtekening van het verslag is 20 april 2004 en het verslag is vervolgens pas op 3 mei 2004 doorgestuurd. Die twee weken had de commissie bij haar voorbereiding goed kunnen gebruiken. Wat de SP betreurt is dat bij de oplopende uitgaven in twee jaar tijd, geen inkomsten genoteerd staan. Wordt dan nog wel in de pas gelopen? Dhr. Werkman (CDA) interrumpeert en stelt dat hij zich aansluit bij de woorden van dhr. Van der Ploeg. Destijds zijn overzichten ontvangen inzake de uitgavenstroom en de inkomstenstroom. Hierover wordt in de stukken niet gerapporteerd. Het loopt ook niet in de pas met de oorspronkelijke prognoses. Dhr. Swagerman (SP) sluit zich hierbij aan. Er valt niet veel te controleren. Opvallend is dat er geen inkomsten zijn. Misschien dat de nieuwe woningen in de Zuidoosthoek nog wat gaan opleveren, maar de SP plaatst hier vraagtekens bij. De voorzitter vraagt namens de ChristenUnie naar aanleiding van de passage ‘Toelichting op kolom “Correctie grondverwerving”’, pag 5, Overzicht 2003, of hij goed begrepen heeft dat in de jaren vóór 2003 de kosten die daarmee gepaard gingen, ook op deze post werden geboekt – en dus vermengd werden met de werkelijke aankoopkosten – en of men die nu gesplitst heeft in twee afzonderlijke posten. Dhr. Calon (gedeputeerde) wijst erop dat de Blauwe Stad een BV is waarbij een andersoortige betrokkenheid bestaat als bij een jaarrekening van de Staten, omdat men op afstand staat. Er zal nooit een zo gedetailleerde jaarrekening worden afgegeven als de provincie afle vert. Er zijn een aantal zaken gedelegeerd aan de BV, er worden een aantal zaken voorgefinancierd, er bestaat een contract en een jaarrekening zal worden ontvangen.
4
Voorts zou het goed geweest zijn als het cashflow-schema was bijgevoegd. Dit biedt een overzicht van uitgaven en inkomsten en hoe geldstromen lopen. Dhr. Postema zal ingaan hoe de kosten en de planning zich verhouden. De huisvestingskosten zijn in 2003 lager dan in 2002, daar in 2002 een kantoorpand werd gehuurd in Winschoten, terwijl vanaf mei 2003 de projectorganisatie werd gevestigd in het Informatiecentrum dat voor rekening en risico is gebouwd door de private partijen. Daardoor liggen de kosten anders. De kosten voor de directeur worden voor 50% gedragen door de publieke partijen en voor de andere 50% inderdaad door private partijen. De hoogte van het bedrag voor het projectbureau (€ 317.990) is uitgegeven aan meer mensen dan alleen aan één directeur. De heer Calon noemt vier namen. Dhr. J. Postema (directeur Blauwe Stad BV) brengt naar voren dat de ontvangst van inkomsten inderdaad vertraging heeft opgelopen, hetgeen te maken heeft met het feit dat de inkomsten uitvoeringsgebonden zijn en dat een aantal overheidsbijdragen bij de start van het project reeds zijn verkregen. Voorts is pas vorig jaar gestart met de werkzaamheden voor het graven van het meer en de subsidies, het voorschot daarop en de normale inkomsten zijn feitelijk vanaf het begin van dit jaar gaan lopen. Vanaf nu zal er een constante inkomstenstroom binnenkomen, conform de verwachtingen. Dit betreft onder meer de subsidie bedragen die vanuit Europa via het SNN moeten binnenkomen. Met de uitgaven is min of meer hetzelfde aan de orde. Er heeft zich een kleine verschuiving in de tijd voorgedaan ten opzichte van de planning. Door de vertraging gedurende de afgelopen paar jaar zullen de uitgaven op het niveau komen zoals voorondersteld in de prognoses. Het cashflow-schema dat de commissie eerder heeft ontvangen toen de overeenkomst met de Blauwe Stad aan de orde was (later is ook een overzicht geleverd bij het besluit van PS van juni vorig jaar), is niet een geheim stuk, maar behoort ook hier op tafel te liggen. Bij het Addendum wordt binnenkort een nieuw cashflow-schema gevoegd waarbij de vooruitzichten vanaf 1 januari j.l. zijn verwerkt. Ten aanzien van de verslaglegging merkt dhr. Postema op dat in juni a.s. een voortgangsrapportage zal worden afgeleverd over de feitelijke gang van zaken rondom de Blauwe Stad. De ‘correctie grondverwerving’ heeft betrekking op verkeerde boekingen in het verleden, welke inmiddels zijn hersteld. De posten hebben nu een correcte plaats gekregen binnen de administratie. De uitgaven die in het verleden zijn besteed aan de personele lasten van het projectbureau betreffen ook mensen die extern zijn ingehuurd. Die kosten zijn van juli 2003, vanaf de benoeming van de heer Postema tot directeur, teruggebracht en die zullen in het volgende overzicht inzichtelijk worden gemaakt. Dhr. Calon (gedeputeerde) vult aan dat vóór de vorige directeur een interim-manager bij het projectbureau werkzaam was hetgeen extra kosten met zich meebrengt. De toelichting in het stuk suggereert dat de post slechts één directeur betreft en zijn administratief medewerkster, en dat is onjuist. Er vielen meerdere mensen onder deze post. Tweede termijn Dhr. Werkman (CDA) vraagt zich af wat de status is van het stuk. Controle is op basis van dit stuk niet mogelijk en ook blijkt nu dat de toelichting niet al te scherp is. Er is geen vergelijking met de prognose mogelijk. Concluderend stelt hij dat hij eigenlijk slechts kennis kan nemen van het stuk. De voorzitter meent dat dit precies de situatie is en wel een wezenlijk andere situatie dan het geval is bij de jaarrekening van de provincie. Die wordt door de Staten vastgesteld en dit stuk niet. Geconstateerd is dat het beter was geweest als cashflow-overzichten en dergelijke waren bijgevoegd. Bij een volgende rapportage kan dit worden hersteld. Over dit stuk komt geen voordracht die in de Staten kan worden vastgesteld. Dhr. Werkman (CDA) verklaart dat dit verhaal hem erg teleur heeft gesteld, mede gezien de toezeggingen die op dit punt zijn gedaan inzake voortgangrapportages, jaarverslagen en een evaluatieverslag. Als dit die verslaglegging moet voorstellen, is het resultaat matig. De voorzitter merkt op dat formeel slechts kennis genomen kan worden van het stuk en dat voorts geconstateerd kan worden dat het stuk op een aantal punten onvoldoende inzicht biedt. 5
Dhr. Werkman (CDA) benadrukt dat hij in zijn controlerende rol met dit stuk niet uit de voeten kan. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) voegt toe dat in de aanbiedingsbrief staat dat het College deze informatie beschouwt als nakoming van de eerder gedane toezeggingen over de financiële voortgang van het project Blauwe Stad. De vraag is of de commissie het hiermee eens is en of er aanvullende informatie moet komen. Van de kant van het CDA, de SP en GroenLinks wordt de laatste vraag positief beantwoord. Dhr. Van der Ploeg benadrukt dat dit het grootste project is waar de provincie bij betrokken is en hij heeft tot nu toe niet de indruk gekregen dat voldoende inzichtelijke informatie zal worden geleverd. Juist bij een project van deze omvang dient deze commissie dat inzicht wel te krijgen, ook al gaat het soms om vertrouwelijke informatie. Daarbij hoeft het niet te gaan om een discussie in de Staten, maar deze commissie dient wel over de mogelijkheid tot controle te beschikken. Wat betreft de personele lasten voor het projectbureau is het goed om deze nader uit te splitsen, want de bekritiseerde informatie staat wel als zodanig letterlijk in de tekst. Dhr. Swagerman (SP) heeft horen zeggen dat in geval van een BV andersoortige informatie wordt opgeleverd dan verwacht. Dit betreft een ontwikkeling die hem zorgen baart. Als met een organisatievorm als deze in zee wordt gegaan, worden veel instrumenten uit handen gegeven. Hoe is dan nog controle mogelijk op geldstromen die het provinciehuis verlaten? Het enige wat de commissie nu te doen staat is om meer inzage te vragen. De voorzitte r memoreert aan zijn opmerking voorafgaand aan de vergadering dat hij zich niet kon voorstellen dat deze stukken over de Blauwe Stad aanleiding zullen zijn voor een lange discussie. Daarmee geeft hij aan dat ook hij de stukken als mager beoordeelt. Dat betekent ook dat, gehoord de discussie tot nu toe, geconcludeerd kan worden dat de toezeggingen onvoldoende zijn nagekomen. Dhr. Calon (gedeputeerde) antwoordt dat de reactie tweeledig kan zijn, formeel en informeel. Een overzicht in de zin van een cashflow-schema zal in juni beschikbaar komen bij de informatie die dan wordt gegeven. Dit is overigens in de commissie eerder gezegd. Dhr. Calon verklaart zich ook bereid om stukken vertrouwelijk ter inzage te leggen. Formeel echter hebben de Staten een rol bij de voorfinanciering van het project en worden besluiten, gezamenlijk met de private partijen in de BV genomen. Dan kunnen de Staten niet controleren of die weg, sloot of anderszins op tijd is gerealiseerd tegen de kosten die daarvoor zijn geraamd, of dat die directeur dat loon krijgt, terwijl het anders was geraamd. Dhr. Calon zegt toe dat inzichtelijk gemaakt zal worden wat de voortgang is van het project aan de hand van aanvullende informatie, opdat de Staten kunnen nagaan dat het project geen bleeder is. Echter op detailniveau zal worden nagegaan wat ter inzage kan worden gelegd. Het stuk hoeft voorts niet te worden goedgekeurd. De commissie kan er kennis van nemen. Het enige dat van belang is dat beoordeeld kan worden aan de hand van deze financiële verslaggeving en de stand van zaken van het project of de voorfinanciering in de pas loopt met de voortgang van het project en of een en ander nog wel deugt. Deze invalshoek wordt door dhr. Calon geaccepteerd en nadere voorlichting over de Blauwe Stad is door hem eerder toegezegd. Dhr. Werkman (CDA) herhaalt dat de betreffende beoordeling met het voorliggende document niet mogelijk is. Dhr. Calon (gedeputeerde) bevestigt dat en stelt dat het wel mogelijk is als de geplande aankopen bekend zijn, de gerealiseerde aankopen, de kostprijs, etc.. Dan kan worden nagegaan of het duurder of goedkoper is uitgevallen. Overigens ligt het risico bij de marktpartijen. Het is simpel. Er is een hoeveelheid grond met een bepaalde bestemming, er is een bepaalde voortgang in het project en een voorfinanciering. Deze drie elementen zijn nodig om het risico als Staten te beoordelen. Over het marktrisico kan niemand iets zinnigs zeggen, want dat ligt in de toekomst. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat, ook formeel gesproken, de provincie een relatie heeft met de BV en ook in formeel opzicht dient de provincie goed geïnformeerd te worden. Dat geldt voor het College en eveneens voor de Staten. Informeel sprekend wil dhr. Van der Ploeg nooit het verwijt krijgen dat deze commissie en hij als lid daarvan, heeft zitten slapen. Dat betekent dat informatie nood-
6
zakelijk is. Als het project een bleeder zou zijn, dan dient dit tijdig bekend gemaakt te worden. Dhr. Van der Ploeg wil niet verrast worden door een dergelijke ontwikkeling en ook niet twee jaar na dato. Dhr. Calon (gedeputeerde) herhaalt dat aanvullende informatie beschikbaar komt. Bovendien heeft hij aangeboden om detailinformatie ter inzage te leggen. Hij stelt echter dat dit niet het niveau is waarop controle moet plaatsvinden. Overigens heeft de accountant verklaard dat dit een goed protocol is om de geldstromen te beschrijven. Dhr. Calon stelt dat dit een der best gecontroleerde projecten in het provinciehuis is. Dhr. Swagerman (SP) is het met de gedeputeerde eens dat niet op te laag niveau moet worden gecontroleerd. In de voorgaande fasen heeft de SP verklaard dat zij niet zit te wachten op dit soort markten en marktwerking en dat zal zij blijven zeggen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) voelt zich door de gedeputeerde op het verkeerde been gezet. Aan de BV is het een en ander overgelaten en vervolgens wordt gezegd dat dit het meest gecontroleerde project is. Dhr. Calon (gedeputeerde) meent dat er een misverstand is. Hij reageerde op de opmerking van dhr. Swagerman over geldstromen die het provinciehuis verlaten. Eerder is een discussie gevoerd naar aanleiding van de ‘doelstelling 2’-projecten waarvan de administratie extern is geschied, waarbij de eigen accountant van de provincie heeft geformuleerd aan welke eisen administratiekantoren zouden moeten voldoen. In dit kader heeft het College goed naar de onderhavige constructie gekeken. Bekeken wordt of als geld wordt overgemaakt, dit bedoeld is voor de voorfinanciering. Dat wordt intern heel goed gecontroleerd. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) constateert dat er informatie wordt uitgewisseld en juist op dat punt wordt die informatie gemist. Hij meent dat overgegaan moet worden op een andere vorm van verslaglegging en dat daarvoor een bepaalde structuur moet worden gevonden. Dhr. Calon (gedeputeerde) vraagt of het nodig is om op accountantsniveau of ambtenarenniveau te kunnen controleren, of volstaat dat een project gecontroleerd kan worden op de voortgang van het project en of de doelstelling wordt gehaald en of als wordt voorgefinancierd dit adequaat geschiedt en of daar zekerheden, de grond, tegenover staan. Dhr. Calon meent dat het zo met elkaar was afgesproken en dat is iets anders dan intern op het provinciehuis gebeurt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) benadrukt dat het hem primair gaat om inzicht in de voortgang van het project en in de eventuele wijzigingen in risico’s die dat met zich meebrengt in zowel positieve als negatieve zin. Het gaat dus om de grote lijnen en niet om de details. Dhr. Calon (gedeputeerde) suggereert dat voorafgaand aan de presentatie op 17 juni 2004 om 09.30 uur in de statenzaal, waarvoor aan alle statenleden een uitnodiging zal worden gezonden detailinformatie ter inzage wordt gelegd en de cashflow-schema’s ter beschikking komen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) is het met deze suggestie eens met de aantekening dat volgend jaar … Dhr. Calon (gedeputeerde) verklaart zich ermee bereid dat elk jaar bij het financieel jaarverslag een cashflow-schema en een kwalitatief overzicht over de stand van zaken en de voortgang van het project wordt meegeleverd. Overigens zal dit niet alleen de rekeningcommissie regarderen, maar ook de Commissie Omgevingsbeleid en Wonen. Dhr. Postema (directeur Blauwe Stad BV) meldt dat tot eind vorig jaar of begin dit jaar getracht is de structuur op orde te krijgen. Zo is het financieel overzicht 2003 binnen een veel kortere tijd tot stand gekomen dan het financieel overzicht 2002. De organisatie is nu waar het moet zijn en aan de BV (de Raad van Commissarissen) is toegezegd dat per kwartaal een voortgangsrapportage zal worden opgesteld waarin aan de ene kant de voortgang van de uitvoering aan de orde komt en aan de andere kant de stand van zaken met betrekking tot de financiën. Dhr. Postema denkt niet dat het verkeerd is om die informatie inzichtelijk te maken voor de Staten. Hij verwacht dat de betrokkenheid en het vertrouwen in hetgeen gebeurt, kunnen worden vergroot en dat terechte vragen op de juiste plaats aan de orde kunnen worden gesteld. Bij de voorlichting in juni a.s. zal daarvan een goed concept beschikbaar worden gesteld. 7
De voorzitter concludeert dat de commissie kennis heeft genomen van de financiële overzichten van de Blauwe Stad over de jaren 2002 en 2003 en dat een aantal toezeggingen kunnen worden genoteerd ten aanzien van de voorlichtingsbijeenkomst over de Blauwe Stad in juni a.s. en ook inzake de rapportage op wat langere termijn. Bekeken zal nog moeten worden of de stukken ook besproken moeten worden in de commissie Omgevingbeleid en Wonen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt om een nadere (schriftelijke) toelichting op de salarispost. Dhr. Calon (gedeputeerde) zal zoals eerder toegezegd een nadere uitsplitsing maken zonder dat informatie over personen wordt verstrekt De voorzitter rond het agendapunt af en stelt punt 10 aan de orde. 9.
Managementletter van de accountant in algemene zin behorende bij de jaarrekening 2003
Zie punt 2 regeling van werkzaamheden. 10.
Voortgang Noordelijke Rekenkamer
De voorzitter meldt een e-mail te hebben gekregen van Casper Jongsma die verslag heeft gedaan over de stand van zaken. Hij constateert dat alle aanwezige leden deze e-mail hebben gekregen en vraagt wie eventueel het woord wil voeren. Dhr. Calon (gedeputeerde) merkt op dat het College zich grote zorgen maakt of de Rekenkamer wel op 01-01-2005 operationeel zal zijn. De voorzitter antwoordt dat dezelfde zorgen in de e-mail van Casper Jongsma naar voren komen. Hij wijst erop dat in de vorige commissievergadering is benadrukt dat men niet moet gaan zitten wachten op Friesland en dat Groningen en Drenthe alvast aan de slag moeten gaan. Er zijn genoeg activiteiten die nu al plaats kunnen vinden. In hoeverre dit is gebeurd, valt uit de e-mail niet af te leiden. Er is haast geboden. Dhr. Werkman (CDA) merkt op dat hij de vorige commissievergadering heeft aangedrongen op spoed. Hij had de indruk dat van start gegaan zou worden vóórdat Friesland haar besluit zou nemen. De dag na de besluitvorming in Friesland heeft dhr. Werkman contact gehad met de griffier alhier met de vraag om zo spoedig mogelijk een bijeenkomst te organiseren. Hij is verrast dat hij nog geen uitnodiging voor een bijeenkomst heeft ontvangen en stoort zich aan het gebrek aan voortgang. Allereerst dient met de grootste spoed de stuurgroep bijeen te komen onder meer om een profielschets voor de directeur op te stellen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) is het met dit laatste eens. Hij heeft uit de e-mail begrepen dat de CdK en de griffier van Friesland in de stuurgroep plaats moeten nemen. Hij weet niet of zij daarop zijn aangesproken, maar het zou goed zijn als zij rechtstreeks worden benaderd. Dhr. Werkman (CDA) merkt op dat hij met de Groningse griffier heeft gesproken die hem heeft verzekerd dat hij contact heeft gehad met de Friese griffier en dat de laatste op korte termijn de leden van de stuurgroep bijeen zou roepen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) denkt dat het goed is om een actievere opstelling aan te nemen. Voorts vraagt hij de voorzitter om in het Presidium aan te kaarten of tussentijdse rapportages van de stuurgroep via de Rekeningcommissie kunnen lopen. De voorzitter zegt toe dit te doen en beëindigt het agendapunt. De volgende keer dat de commissie bijeenkomt zal zijn op de Dag van de Verantwoording. 11.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 18.05 uur.
8