Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015 30 november 2014 Dit calamiteitenprotocol Wmo/Jeugdwet bevat proces- en communicatieafspraken wanneer zich een calamiteit of geweldsincident voordoet waarbij (mogelijk) een aanbieder zoals bedoeld in de Wmo 2015 of Jeugdwet is betrokken.
Wmo 2015 De gemeente is belast met het kwaliteitstoezicht op de uitvoering van de Wmo. Zij moet daartoe een toezichthoudende ambtenaar Wmo aanwijzen. In de Wmo 2015 is in artikel 3.4 opgenomen dat de zorgaanbieder onverwijld melding doet bij de toezichthoudende ambtenaar (artikel 6.1) van: a. Iedere calamiteit die bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden; b. Geweld bij de verstrekking van een voorziening. Ook voor voorzieningen voor volwassenen geldt dat regelmatig een rijksinspectie (bijvoorbeeld de Inspectie Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie) betrokken is. Afstemming na melding van een calamiteit tussen de rijksinspectie en de toezichthoudende ambtenaar is daarom altijd noodzakelijk. De Inspectie Gezondheidszorg is belast met het toezicht op de uitvoering van de toezichthoudende functie door gemeenten: het zogenoemde tweedelijns toezicht. Jeugdwet Bij aanbieders die vallen onder de Jeugdwet worden calamiteiten en geweld bij verlening van hulp gemeld bij de daarvoor aangewezen landelijke inspecties 1 (rijksinspecties). Hieronder vallen ook voorzieningen die toeleiden naar jeugd (de lokale toegangspoorten). De preventieve jeugdvoorzieningen vallen onder het toezicht van de gemeente. Er is geen scherpe lijn in wat valt onder jeugdhulp met de rijksinspectie als toezichthouder, en wat valt onder preventieve voorzieningen met de gemeente als toezichthouder. Dit vraagt om afstemmingsruimte tussen gemeenten en rijksinspecties in de komende jaren. In artikel 4.1.8, lid 1 van de Jeugdwet is opgenomen dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen melding doen bij de rijksinspectie van: a. Iedere calamiteit die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft plaatsgevonden; b. Geweld bij de verlening van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Omdat gemeenten verantwoordelijk zijn voor een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod, is het van belang dat zij informatie verkrijgen van de rijksinspectie wanneer zich calamiteiten voordoen bij een aanbieder waarvan zij diensten afnemen en/of wanneer ingezetenen uit hun gemeente bij een calamiteit betrokken zijn.
De afspraken in dit protocol betreffen: A. Afspraken gemeenten Rivierenland m.b.t. calamiteiten Wmo /Jeugdwet B. Afspraken Toezichthoudende ambtenaar en rijksinspecties C. Afspraken portefeuillehouder zorg – burgemeester D. Informatie college van B&W aan gemeenteraad E. Openbaarheid F. Handhaving G. Verbinding met crisisdiensten in Gelderland
1
Het gaat hier om de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IV&J). Zij realiseren gezamenlijk één centraal meldpunt per 1-1-2015. Deze vormt de frontoffice voor de rijksinspecties.
Pagina 1 van 5
Definities Aanbieder Ambtenaar IV/OV B&W Calamiteit (combinatiedefinitie Wmo en Jeugdwet) Crisisdienst GGD Maatschappelijke onrust Melding Wmo / Jeugdwet Onderzoek Operationeel calamiteitenteam
Portefeuillehouder zorg Procesplan calamiteiten Wmo /Jeugdwet PSH procesplan
Rijksinspectie(s)
Toezichthoudende ambtenaar
Wmo
Rechtspersoon of natuurlijke persoon die onder verantwoordelijkheid van het college uitvoering geeft aan de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ontwikkeling 2015. Ambtenaar Integrale Veiligheid / Openbare Veiligheid bij de gemeente Burgemeester en wethouders Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een Wmo-voorziening of de uitvoering van de Jeugdwet en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt, jeugdige of een ouder heeft geleid. Dienst waar crisismeldingen gedaan worden. Synoniem: Spoedeisende Zorg (SeZ) GGD Gelderland-Zuid ‘het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvinden die leiden tot subjectieve en/of objectieve problemen op het gebied van openbare orde en veiligheid.’2 Een schriftelijk of elektronisch bericht van een persoon, aanbieder of rijksinspectie aan de toezichthoudende ambtenaar over een calamiteit Wmo /Jeugdwet. Onderzoek naar aanleiding van een gemelde calamiteit. Het team dat kan worden ingesteld als sprake is van meerdere processen (calamiteitenonderzoek Wmo / Jeugdwet, PSH-proces en/of Strafrechtelijk proces). Het operationeel calamiteitenteam zorgt voor de onderlinge samenhang en afstemming van de processen die gestart zijn naar aanleiding van een calamiteit Wmo /Jeugd. De toezichthoudende ambtenaar maakt altijd onderdeel uit van dit team. Afhankelijk van de aard van de melding, de portefeuillehouder die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wmo of van de Jeugdwet. Procesplan calamiteiten Wmo en Jeugdwet Rivierenland. ‘Leidraad (opgesteld door de GGD) waarin het proces beschreven is van gecoördineerde psychosociale hulpverlening (PSH) aan betrokkenen bij incidenten, ongevallen en rampen, bedoeld voor alle partijen die een rol hebben binnen de psychosociale hulpverlening bij incidenten en rampen.’3 De bij wet met het toezicht belaste ambtenaren, bijvoorbeeld de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie Gezondheidszorg, de Inspectie Veiligheid en Justitie, de Onderwijsinspectie en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Per regio aangestelde ambtenaar, zoals bedoeld in de Wmo 2015, artikel 6.1, die melding van calamiteiten en geweld ontvangt en behandelt. De toezichthoudende ambtenaar heeft kennis van Wmo en Jeugdwet, schakelt snel met alle betrokken partijen (incl. bestuurders) en is in staat zelfstandig onderzoek uit te voeren. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
2
Uit afstudeerrapport ‘Gemeentelijke communicatie bij maatschappelijke onrust: het belang van de sociale antenne’, Elize Fallon, 9 juni 2008, Min. BZ&K 3 Uit: ‘Procesplan PSH Gelderland-Zuid, versie 1.1, 25 oktober 2013, pag. 1.
Pagina 2 van 5
A. Afspraken regiogemeenten Rivierenland m.b.t. calamiteiten Wmo en Jeugdwet 1. De gemeenten in de regio Rivierenland hanteren voor het onderzoek naar calamiteiten in het kader van de Wmo en de Jeugdwet een gezamenlijk en eenduidig proces. Hiertoe is het ‘Procesplan calamiteiten Wmo en Jeugdwet Rivierenland’ vastgesteld. 2. De gemeente waar de calamiteit heeft plaatsgevonden is leidend in het onderzoek naar de calamiteit wanneer er meerdere gemeenten betrokken zijn. 3. De toezichthoudende ambtenaar geeft uitvoering aan calamiteitenonderzoek in het kader van de Wmo en volgt daarbij het procesplan calamiteiten Wmo/Jeugdwet Rivierenland. 4. Er is op 1-1-2015 een Procesplan calamiteiten Wmo / Jeugdwet beschikbaar voor de toezichthoudende ambtenaar. Dit procesplan wordt in 2015 verder ontwikkeld door de toezichthoudende ambtenaar in samenspraak met gemeenten, rijksinspecties, GGD en politie. 5. Een calamiteitenmelding Wmo (m.u.v. Veilig Thuis) of preventieve jeugdvoorziening komt binnen bij de toezichthoudende ambtenaar. Deze ambtenaar informeert hierover terstond de betrokken portefeuillehouder(s) zorg. Wanneer meerdere gemeenten betrokken zijn bij een calamiteit, neemt de toezichthoudende ambtenaar contact op met alle portefeuillehouders zorg van de betrokken gemeenten om hen te informeren en waar nodig acties af te stemmen. 6. De toezichthoudend ambtenaar zoekt kort na de melding contact met de PSH functionaris (GGD), de ambtenaar IV/OV (gemeente), en de Officier van Dienst (politie) om af te stemmen of er naar aanleiding van de melding Wmo / Jeugdwet meerdere processen moeten worden opgestart. Processen die in werking kunnen worden gezet zijn: a. Calamiteitenonderzoek door de toezichthoudende ambtenaar b. PSH-proces door de GGD c. Strafonderzoek door politie / openbaar ministerie 7. Als er naar aanleiding van een calamiteit Wmo / Jeugdwet meerdere processen moeten worden opgestart, beoordelen de functionarissen als genoemd onder het vorige punt, of een operationeel calamiteitenteam noodzakelijk is. 8. Gemeenten dragen bestuurlijke verantwoordelijkheid, aanbieders hebben een operationele verantwoordelijkheid. Wanneer de gemeente personeel in dienst heeft dat uitvoering geeft aan bijvoorbeeld de toeleiding naar jeugdhulp en/of het verlenen van eenvoudige hulp en/of toewijzing van Wmovoorzieningen, is sprake van een uitvoerende taak door de gemeente zelf. De gemeente heeft dan de rol van aanbieder en daarmee tevens een operationele verantwoordelijkheid. Afhankelijk van de dienstverlening kan de gemeente daarbij vallen onder het toezicht van een rijksinspecties. B. Toezichthoudende ambtenaar en rijksinspecties 9. De toezichthoudende ambtenaar neemt na iedere melding telefonisch contact op met het centrale meldpunt van de rijksinspecties voor afstemming omtrent de casus. 10. De toezichthoudende ambtenaar verricht geen onderzoek naar een calamiteit als er een rijksinspectie is die dit onderzoek verricht. 11. De toezichthoudende ambtenaar kan onderzoek verrichten naar een calamiteit in overleg met de portefeuillehouder zorg, wanneer: a. er geen rijksinspectie betrokken is en de gemeente bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor de betreffende dienstverlening. b. de betrokken rijksinspectie heeft besloten geen onderzoek te (laten) verrichten naar aanleiding van de melding, terwijl de toezichthoudende ambtenaar en portefeuillehouder zorg van mening zijn dat dit onderzoek wel noodzakelijk is. 12. In het kader van de jeugdhulp heeft de rijksinspectie met de gemeenten (VNG) afgesproken dat de rijksinspectie de betrokken gemeenten: a. zal informeren indien daar gedurende het onderzoek aanleiding voor is en b. zal rapporteren over de uitkomst van het onderzoek. 13. De toezichthoudend ambtenaar fungeert als eerste centrale aanspreekpunt voor de rijksinspectie voor de communicatie als bedoeld in het vorige punt.
Pagina 3 van 5
C. Afspraken portefeuillehouder zorg – burgemeester Het is mogelijk dat de portefeuillehouder zorg en de burgemeester dezelfde persoon zijn. In deze paragraaf is als uitgangspunt genomen dat het gaat om twee verschillende personen waarbij de onderlinge afstemming geregeld moet worden. 14. De burgemeester heeft bij een calamiteit Wmo /Jeugdwet waar nodig een rol van maatschappelijke betekenisgeving (burgervaderrol), voorkomen van maatschappelijke onrust en handhaving van de openbare orde. 15. De portefeuillehouder zorg heeft bij een calamiteit de taak om te (laten) onderzoeken wat er is gebeurd, hoe dit heeft kunnen gebeuren, wat de gevolgen zijn en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden. Hierbij gaat het om onderzoek bij één of meerdere aanbieder(s), afhankelijk van welke aanbieders bij de casus betrokken (kunnen) zijn 4. De portefeuillehouder zorg onderhoudt direct contact met de toezichthoudende ambtenaar. 16. De portefeuillehouder zorg is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van aanbieders die werkzaamheden uitvoeren in opdracht van de gemeente onder het regime van de Jeugdwet wanneer dit activiteiten in het preventieve kader betreft en de Wmo 2015 (met uitzondering van Veilig Thuis). 17. Wanneer strafrechtelijk onderzoek moet plaatsvinden, is de driehoek burgemeester-openbaar ministerie-politie leidend. Het calamiteitenonderzoek Wmo / Jeugdwet wordt in dit geval door de toezichthoudende ambtenaar verricht in nauwe samenspraak en overleg met de driehoek. Het onderzoek van de toezichthoudende ambtenaar mag het strafrechtelijk onderzoek niet hinderen. 18. Wanneer sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust en/of (verwachte) media-aandacht, treedt het PSH procesplan in werking. Hierin heeft de burgemeester een leidende rol. De ambtenaar IV/OV onderhoudt in dit geval standaard het contact met de betrokken communicatiedeskundige(n). Het onderzoek van de toezichthoudende ambtenaar mag het PSH proces niet hinderen. D. Informatie college van B&W aan gemeenteraad 19. Het college van burgemeester en wethouders informeert de gemeenteraad indien nodig over een calamiteit Wmo / Jeugdwet, waarbij deze de privacybescherming van de burger in acht neemt. E. Openbaarheid 20. Alleen een afgerond eigenstandig onderzoek van en/of opgelegde verbetermaatregelen door de toezichthoudende ambtenaar naar aanleiding van een calamiteit of geweld in het kader van de Wmo /Jeugdwet, worden openbaar gemaakt. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens nageleefd. Deze openbaarmaking kan gepaard gaan met een persbericht, maar dit is niet noodzakelijk. De afdeling communicatie van de betrokken gemeente(n) wordt altijd betrokken bij een persbericht. F. Handhaving 21. Wanneer een rijksinspectie is betrokken bij de calamiteit, liggen handhavingstaken in handen van deze rijksinspectie. 22. Wanneer er geen rijksinspectie betrokken is bij de calamiteit, ligt de handhaving in handen van gemeenten. Gemeenten ontwikkelen zo spoedig mogelijk handhavingsbeleid en een bijbehorend handhavingsinstrument. G. Verbinding met crisisdiensten in Gelderland 23. Wanneer bij een calamiteit crisisdienstverlening moet worden opgestart en deze nog niet is ingeschakeld, neemt de toezichthoudende ambtenaar terstond contact op met de aangewezen crisisdienstverlener. Dit kan zijn: a. Spoedeisende zorg van het nieuwe Bureau Jeugdzorg Gelderland bij minderjarigen; b. Veilig Thuis Gelderland-Zuid bij huiselijk geweld en kindermishandeling; c. GGz-Crisisdienst bij meerderjarigen; 4
In het kader van een systeemgerichte aanpak en het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’, is het van belang dat bij calamiteitenonderzoek de samenhang in het hulpaanbod tevens in ogenschouw wordt genomen.
Pagina 4 van 5
d. Spoedeisende zorg bij een ziekenhuis.
24. Evaluatie Dit protocol wordt in 2015 in ieder geval twee maal geëvalueerd en waar nodig aangepast. Daarna vindt jaarlijkse evaluatie plaats. 25. Citeertitel en inwerkingtreding Dit protocol treedt op 1 januari 2015 in werking en wordt aangehaald als ‘Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015’.
Pagina 5 van 5