CAHIER 1 DOELMATIGHEID VAN
PERIODIEK - JAARGANG 2004 -
NUMMER
1
HET
SYNTRA-NETWERK
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
Aan de hand van cahiers informeert het VIZO een breed publiek over belangrijke thema's van haar werkingssfeer. Deze cahiers kunnen op eenvoudig verzoek bij het VIZO worden verkregen. Mits bronvermelding mag eruit worden geciteerd. Cahier 1 (november 2004) is gewijd aan vier onderzoeken: een klanttevredenheidsonderzoek, een effectiviteitsmeting van de gesubsidieerde opleidingen die SYNTRA organiseert, een enquête over de naam- en productbekendheid van SYNTRA en, ten slotte, een onderzoek naar het marktaandeel bij de doelgroepen. Cahier 2 (januari-februari 2005) handelt over het strategisch plan ‘SYNTRA Vlaanderen in netwerking naar meer en beter ondernemerschap’.’
INHOUDSTAFEL VOORWOORD........................................................................................................P. 4 SITUERING SYNTRA EN DOELMATIGHEIDSANALYSE..............P. 6 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK .................................................P. 8 NULMETING.................................................................................................P. 9 RESULTATEN VAN DE NULMETING ........................................P. 10 DETAILS VAN ENKELE BEVINDINGEN.....................................P. 11 BESLUITEN .....................................................................................................P. 17 EFFECTIVITEITSMETING......................................................................................P. 18 MOTIVATIE VAN CURSISTEN .........................................................P. 19 TEWERKSTELLINGSRESULTATEN................................................P. 22 ZELFSTANDIG ONDERNEMEN .....................................................P. 24 PERSONEEL IN DIENST........................................................................P. 26 TOEPASBAARHEID VAN DE GEKOZEN OPLEIDING ...P. 28 CURSISTEN UIT DE VOORTGEZETTE VORMING...........P. 30 BESLUITEN .....................................................................................................P. 32 NAAM- EN PRODUCTBEKENDHEID .......................................................P. 36 RESULTATEN ...............................................................................................P. 37 BESLUITEN .....................................................................................................P. 39 MARKTAANDEEL ....................................................................................................P. 40 SLOTBESCHOUWING.........................................................................................P. 48 3
VOORWOORD
4
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
VOORWOORD Het VIZO (weldra het “Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA Vlaanderen) en de SYNTRA zorgen voor meer en beter ondernemerschap als essentiële factor in de sociaal-economische ontwikkeling van Vlaanderen. Hiertoe waarborgen zij een kwalitatief en specifiek vormingsaanbod voor zelfstandige ondernemingen en KMO’s, en voor jongeren en volwassenen die een professionele loopbaan ambiëren of verder willen uitbouwen in een zelfstandige onderneming of een KMO. Meer en beter ondernemerschap, daar draait het om. Nog binnen het kader van de lopende hervormingen van beter bestuurlijk beleid heeft de Vlaamse overheid deze doelstelling herbevestigd als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Vorming en opleiding zijn er de fundamentele hoeksteen van. De ontwikkeling en de organisatie van vorming en opleiding zijn toevertrouwd aan het VIZO. Als Vlaamse overheidsinstelling heeft het VIZO ervoor geopteerd om de haar opgedragen kerntaak op te nemen in netwerking met de SYNTRA. Gezamenlijk willen VIZO en SYNTRA de draaischijf zijn, die via vorming en opleiding meer en beter ondernemerschap bevordert en optimaliseert. Als netwerk willen zij hierop gemeten worden, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het nog jonge subsidiëringsbesluit van 2001 maakt hiervan een perfecte vertaalslag. Het jaarlijks budget van de SYNTRA wordt vastgelegd op basis van de gerealiseerde prestaties. Hoeveel cursisten halen reëel de startlijn van het ondernemerschap ? Hoeveel cursisten bekwamen zich technisch of inzake management ? De efficiëntie en de output van de dienstverlening bepalen het financieringsmechanisme. Daarnaast vindt er om de drie jaar een doelmatigheidsanalyse plaats. Deze toetst de wijze waarop de financiële middelen zijn ingezet om het bekomen resultaat te behalen. Dit gebeurt op basis van de criteria naam- en productbekendheid, marktaandeel, klantentevredenheid, effectiviteit en kwaliteitszorg. De evaluatie van de kwaliteitszorg is een zelfevaluatie van de SYNTRA, gevolgd door een visitatie van het VIZO en externen. De andere criteria worden gemeten door een extern adviesbureau. Op basis van de behaalde scores wordt de financiering van de SYTNRA via een bonusregeling bijgestuurd. Dit cahier bevat de resultaten van de metingen, die door het externe adviesbureau in de loop van de voorbije jaren zijn uitgevoerd. Deze objectivering en openheid zijn tekenend voor de strategie die de netwerking van VIZO en SYNTRA zichzelf oplegt. We hopen dat de andere opleidingsverstrekkers een zelfde koers gaan varen. Johan ARTOIS, Waarnemend administrateur-generaal.
5
SITUERING SYNTRA EN DOELMATIGHEIDSANALYSE
6
DOELMATIGHEID VAN
SITUERING ANALYSE
SYNTRA
EN
HET
SYNTRA-NETWERK
DOELMATIGHEIDS-
Sedert 2003 maken de 22 Vlaamse vormingscentra voor zelfstandigen en KMO's deel uit van het SYNTRA-netwerk. Daarvoor hadden ze uiteenlopende namen en waren ze als afzonderlijke vzw's gestructureerd. Nu zijn ze gegroepeerd in vijf SYNTRA-koepels die elk een regionaal netwerk van vestigingen beheren: • SYNTRA West, met vestigingen in Brugge, Oostende, Kortrijk, Ieper, Veurne, Roeselare; • SYNTRA Midden-Vlaanderen, met vestigingen in Gent, Aalst, Oudenaarde, Sint-Niklaas en Asse; • SYNTRA Brussel, met vestiging in Brussel; • SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant (SYNTRA-AB), met vestigingen in Antwerpen,Turnhout, Mechelen, Leuven en Kontich; • SYNTRA Limburg, met vestigingen in Hasselt, Genk, Neerpelt en Tongeren.
Als Vlaamse overheidsinstelling is het VIZO bevoegd voor de erkenning en subsidiëring van de werking van SYNTRA. Het VIZO kan de opleidingscentra, bovenop de gewone werkingsmiddelen, een extra betoelaging in de vorm van een bonus toekennen. Die bonus wordt berekend op basis van een evaluatie van de volgende indicatoren: • • • • •
klanttevredenheid; effectiviteit; naam- en productbekendheid; marktaandeel; kwaliteitszorg.
De eerste vier indicatoren werden gemeten via een extern onderzoek, uitgevoerd door het bureau Significant. In dit cahier zijn de belangrijkste resultaten van dit onderzoek gebundeld.
7
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK
8
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
ONDERZOEK NAAR DE TEVREDENHEIDSGRAAD VAN SYNTRA-KLANTEN NULMETING Voor het criterium klanttevredenheid werd in de periode van 15 september – 2 december 2002 een nulmeting uitgevoerd bij een representatief staal van cursisten en afhakers uit het cursusjaar 2002. Deze meting gebeurde aan de hand van een computerondersteunde telefonische bevraging. Tot de doelgroepen van de nulmeting behoorden: • cursisten van de leertijd: jongeren van 15 tot 18 jaar, zowel geslaagden als afhakers die minstens één semester regelmatig de cursussen leertijd volgden; • cursisten van de gecertificeerde opleidingen: volwassenen, zowel geslaagden als afhakers die minstens één semester regelmatig de cursussen volgden van de ondernemersopleidingen 'bedrijfsbeheer' en 'beroepskennis' en van de gecertificeerde bijscholing; • cursisten van de voortgezette vorming die minstens drie sessies van dezelfde opleiding volgden. De vragenlijsten werden, in overleg met het onderzoeksbureau, door SYNTRA opgesteld. Ze omvatten een twintigtal vragen, ondergebracht in vier categorieën: • didactische aanpak (of de cursussen goed te volgen waren, tevredenheid over de lesgevers, de media en de uitrusting, variatie van werkvormen, interactiviteit, …); • inhoud van de opleiding (evenwicht theorie / praktijk, aanwendbaarheid, aansluiten bij verwachtingen van cursisten); • service, informatie en klachtenbehandeling (onthaal aan de telefoon, door de medewerkers, behulpzaamheid, opvang van klachten en voorstellen, …); • infrastructuur (lokalen, parkeermogelijkheid, cafetaria, …). Voor de score werden twee schalen gebruikt. Enerzijds werd aan de respondenten gevraagd om aan de voorgestelde uitspraken een quotering van 1 tot 10 toe te kennen. Anderzijds werd gevraagd hoe belangrijk zij dit item vonden.
9
RESULTATEN VAN DE NULMETING 8 op 10 cursisten zijn tevreden over de gevolgde opleiding. Ze gaven een score van minstens 7 op 10. Meer dan de helft gaf SYNTRA zelfs een 8 of meer.
10
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
De programma's in de voortgezette vorming, diverse seminaries en cycli voor vervolmaking, halen de hoogste tevredenheidsscore. Aan de afstemming van de opleidingen 'beroepskennis' op de individuele verwachtingen van de deelnemers moet blijkbaar nog worden gesleuteld. Het modulair aanbieden van de beroepskennis kan een afdoend antwoord zijn. Als we aan alle opleidingskenmerken een gewicht toekennen dat is gebaseerd op het belang van een kwaliteitsvolle vorming, bekomen we een samenvattend cijfer van 7,4 op 10. Het merendeel van de respondenten voelt er dan ook wat voor om opnieuw een SYNTRA-opleiding te volgen. Ongeveer de helft zegt dat "zeer zeker" te zullen doen. Diegenen die dat eerder niet overwegen, hebben kritiek op de inhoud van de opleiding ("niet voldoende praktijkgericht", "niveau te laag"), op de organisatie ("zwakke administratieve ondersteuning", "gebrek aan organisatie") en vooral op de lesgever ("onvoldoende expertise").
DETAILS VAN ENKELE BEVINDINGEN De resultaten wijzen op een heel positieve waardering van de vorming die SYNTRA aanbiedt. De verschillende opleidingstypes en verschillende SYNTRA scoren echter niet allemaal even goed. Het meest in het oog springende verschil is dat cursisten van een opleiding 'beroepskennis' heel wat negatiever oordeelden dan andere cursisten. Bijna een kwart van de respondenten die een dergelijke opleiding volgden, was hierover ontevreden. Die ontevredenheid had eerder te maken met bepaalde opleidingskenmerken, zoals de uitrusting of het niet aan de verwachtingen voldoen van de inhoud, dan met de didactische aanpak, begeleiding of infrastructuur. De twee toppers in tevredenheid waren eerder aspecten die samenhangen met de didactische aanpak. De meeste respondenten vonden dat de lessen goed te volgen waren en dat er voldoende ruimte was voor vragen, opmerkingen en een eigen inbreng. Doordat enkele facetten van de didactische aanpak echter als vrij slecht werden ervaren en van alle opleidingskenmerken zelfs de laagste score kregen, viel de totale beleving van de didactische aanpak iets minder positief uit. Het ging dan vooral over de uitrusting en het didactisch materiaal waarover een leerkracht kon beschikken. Toch kregen ook deze facetten nog een beoordeling van gemiddeld 7 op 10.
11
12
DOELMATIGHEID VAN
13
HET
SYNTRA-NETWERK
De hoge tevredenheid in de andere opleidingsmodules (bedrijfsbeheer, leertijd en voortgezette vorming) bevestigt de stelling dat SYNTRA een opleidingspakket en onderwijsmethodes aanbiedt die mensen met verschillende educatieve achtergronden en verwachtingen kunnen boeien. Op die manier beantwoordt SYNTRA dus aan zijn missie van permanente vorming. Globaal waren de deelnemers aan dit onderzoek uiterst tevreden over de infrastructuur en de service en begeleiding. Op het vlak van de service en begeleiding was men vooral onder de indruk van de klantvriendelijkheid van het personeel en de vlotheid van het telefonisch onthaal. Ook de cafetaria en het sanitair kregen een goede beoordeling. Van alle aspecten in het vormingsaanbod wordt "service en dienstverlening", zeker in de voortgezette vorming, gemiddeld het hoogst gewaardeerd.
VERSCHILLEN TUSSEN KOEPELS De verschillende SYNTRA-koepels vervullen hun missie niet allemaal op dezelfde manier. Vooral in SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant is de perceptie anders. Meer in het bijzonder worden grotendeels dezelfde opleidingsaspecten als goed of minder goed beschouwd, maar is men in Antwerpen en Vlaams-Brabant over de minder goede kenmerken toch net iets ontevredener en scoren de sterke punten ook minder hoog.
SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant doet het dan weer goed op het vlak van openheid voor vragen en opmerkingen, goed volgbare cursussen en vriendelijkheid van het telefonisch onthaal. Deze kenmerken worden ook vaak in andere koepels als pluspunten aangehaald. In SYNTRA Limburg wordt vooral de service en begeleiding van cursisten hoog 14
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
gewaardeerd. Limburg staat duidelijk sterk op het vlak van klantvriendelijkheid en het verstrekken van gemakkelijk vindbare en heldere informatie. Veel cursisten van de leertijd vonden de lessen wel onvoldoende afwisselend en boeiend. Het aantal cursisten dat hierover ontevreden was, was haast even groot als het aantal tevredenen.
In SYNTRA Midden-Vlaanderen is er een meer uitgesproken kloof tussen wat als een sterk en wat als een zwak punt wordt beschouwd. De didactische aanpak kan over het algemeen op bijval rekenen: het percentage tevredenen ligt hier heel hoog. De meeste opleidingsonderdelen krijgen echter van bijna evenveel cursisten een goede als een slechte beoordeling. Ook hier verdient het boeiend houden van de lessen voor cursisten van de leertijd extra aandacht.
15
In SYNTRA West zien we de meest uitgesproken verschillen tussen de cursussoorten. Opleidingsaspecten krijgen een goede beoordeling van de cursisten bedrijfsbeheer, maar krijgen duidelijk minder hoge scores van de cursisten leertijd en beroepskennis. De infrastructuur wordt dan weer het meest geapprecieerd door de cursisten leertijd en beroepskennis. Service en begeleiding scoren hoog bij de cursisten voortgezette vorming.
16
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
BESLUITEN • De SYNTRA-klanten zijn tevreden klanten: 53% geeft een score van minstens 8 op 10; 82% geeft een score van minstens 7 op 10. • Tussen de SYNTRA-koepels zijn er voor de algemene tevredenheid geen significante verschillen. Op het niveau van de opleidingen zijn die er echter wel. Zo scoort SYNTRA Limburg vaker hoog en SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant vaker laag. • Didactische aanpak is ongetwijfeld één van de sterke punten van de SYNTRA. De hoge tevredenheid en lage ontevredenheid op dit vlak valt op in elke cursussoort. Wat de opleidingsaspecten betreft moet bijzondere aandacht besteed worden aan ‘uitrusting’ en aan de opleidingen beroepskennis. • Inzake service en begeleiding scoren alle SYNTRA goed. • De infrastructuur wordt vooral door de cursisten leertijd als zeer goed beoordeeld, maar is niettemin een aandachtspunt voor andere opleidingen in SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams Brabant en in SYNTRA Limburg. • Van de verschillende cursussoorten scoort voortgezette vorming met 58% uiterst tevreden cursisten het hoogst. De opleidingen 'beroepskennis' scoren het minst goed, maar halen toch nog altijd 44% uiterst tevreden cursisten. • De tevredenheid wordt in hoge mate beïnvloed door het inhoudelijk aspect van de opleiding en de didactische aanpak. De infrastructuur en, in mindere mate, de service en begeleiding vinden de cursisten duidelijk minder belangrijk. • Meer dan 70% van de respondenten zou overwegen opnieuw een SYNTRA-opleiding te volgen.
17
EFFECTIVITEITSMETING
18
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
ONDERZOEK NAAR DE EFFECTIVITEIT VAN SYNTRA-OPLEIDINGEN NULMETING Voor dit onderzoek werd in de periode van 15 september tot 22 november 2002 een nulmeting uitgevoerd bij volgende doelgroepen: • cursisten leertijd en gecertificeerde opleidingen: geslaagde cursisten van 5 jaar geleden; • cursisten voortgezette vorming: cursisten die in het kalenderjaar 2002 minstens drie sessies van dezelfde opleiding volgden. 14.000 cursisten werden aangeschreven en verzocht om hun enquêteformulier met de post terug te sturen. 30% deed dat ook, wat voor deze methode een uiterst hoog percentage is. De analyses werden uitgevoerd op een totaal van 3.392 respondenten die informatie over de effectiviteit van hun opleiding verstrekten. In overleg met het onderzoeksbureau stelde SYNTRA de vragenlijsten voor de twee doelgroepen op. Ze bevatten een vijftiental gesloten vragen met betrekking tot de beroepssituatie van de respondent. Voor elke doelgroep zijn specifieke parameters van effectiviteit van de opleiding van toepassing, zoals het sociaal statuut, het verwerven en behouden van het zelfstandig statuut, het in dienst nemen van personeel of de toepasbaarheid van de opleiding.
MOTIVATIE VAN DE CURSISTEN De personen die kozen voor een beroepsgerichte opleiding in de leertijd deden dat hoofdzakelijk uit een positieve motivatie. Gevraagd naar de redenen om aan de leertijd te beginnen, kwamen antwoorden als "Ik wilde werken" of "Ik wilde een opleiding waarbij ik zowel kon werken als leren" het vaakst uit de bus. Negatief geformuleerde motieven, zoals "Ik had geen keuze", kwamen aanzienlijk minder vaak voor. Op basis van de motieven van de deelnemers aan de ondernemersopleiding ('bedrijfsbeheer' en 'beroepskennis') kunnen we twee types onderscheiden: • cursisten die zelfstandige willen worden; • cursisten met andere beroepsgerelateerde interesses. In de voortgezette vorming nam de cursist haast altijd zelf het initiatief om een cursus te volgen, meestal uit persoonlijke belangstelling of om professioneel bij te blijven. In de helft van de gevallen werd de cursus door de werkgever betaald. 19
In de leertijd hebben drie motieven een hoog gemiddeld gewicht: willen werken, een opleiding genieten die "het best past", en de combinatie tussen werken en tegelijk leren.
20
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
De stelling dat het behalen van de nodige getuigschriften voor een vestigings- of distributieattest het belangrijkste motief zou zijn voor het volgen van de opleiding 'bedrijfsbeheer' wordt op zijn minst sterk afgezwakt. "Persoonlijke interesse" is dé drijfveer. Slechts 10% van de cursisten kreeg een duwtje in de rug van het ondernemingshoofd.
Voor de cursist 'beroepskennis' is "persoonlijke interesse" als motivatie de absolute koploper. Het motief "voor vestigingswet" weegt beduidend minder.
21
In de voortgezette vorming speelt de 'attestattitude' amper een rol. Belangstelling en bijblijven motiveren het sterkst. Het feit dat de werkgever het initiatief nam (16% van de gevallen) hoeft op dit vlak geen tegenindicatie te zijn. Zeker in de piste van maatwerk, competentiemanagement en in-service training in de KMO zal dit soort opleidingen alsmaar aan belang winnen. Tegelijk kan ook de cursusinhoud maximaal worden afgestemd op de onderneming in kwestie.
TEWERKSTELLINGSRESULTATEN Na vijf jaar is 89% van de cursisten uit de leertijd beroepsactief. Bijna een kwart is nu zelfstandige in hoofdberoep of bijberoep, meewerkende echtgeno(o)t(e) of zelfstandig helper. De helft werkt in een KMO. Slechts 5% van de cursisten van de leertijd is werkzoekende. Van de deelnemers aan de opleiding 'bedrijfsbeheer' is 89% beroepsactief op het einde van de cursus. Een cijfer dat ook 5 jaar na de opleiding wordt gemeten. Zowel onmiddellijk als 5 jaar na de cursus is slechts 3% werkzoekend. Van de deelnemers aan de ondernemersopleiding 'beroepskennis' is 92% beroepsactief op het einde van de cursus en 93% vijf jaar later. 22
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
Let op de opmerkelijke toename van de percentages zelfstandige in hoofd- en in bijberoep na het volgen van de opleiding 'bedrijfsbeheer'.
23
ZELFSTANDIG ONDERNEMEN Eén van de doelstellingen van de SYNTRA-opleidingen is het aanzetten tot zelfstandig ondernemen. Een vergelijking van het aantal zelfstandigen onmiddellijk na de cursus en vijf jaar later geeft een duidelijk beeld van de realisaties op dit gebied. Van de personen die de leertijd volgden is vijf jaar later bijna een kwart zelfstandige: 11% in hoofdberoep en 12% in bijberoep, meewerkende echtgeno(o)t(e) of zelfstandig helper. 30% van de andere cursisten heeft de intentie om op termijn zelfstandige te worden. Van de deelnemers aan de cursus 'bedrijfsbeheer' is 37% onmiddellijk na de cursus zelfstandige. Vijf jaar later is dat bijna de helft. Opmerkelijk is vooral de stijging van het aantal zelfstandigen in hoofdberoep: van 16 tot 27%. Een analyse van de deelnemers aan de ondernemersopleiding 'beroepskennis' leert dat 41% onmiddellijk na de cursus een zelfstandig statuut heeft. Vijf jaar later is 48% zelfstandige en 31% zelfstandige in hoofdberoep.
24
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
West-Vlaanderen scoort opvallend hoog als het gaat om de intentie van cursisten 'bedrijfsbeheer' om op korte termijn zelfstandige te worden.
25
PERSONEEL IN DIENST 38% van de zelfstandigen in hoofdberoep die de leertijd volgden heeft personeel in dienst. Bij 'bedrijfsbeheer' loopt dat op tot 42% en van de cursisten 'beroepskennis' heeft bijna de helft van de zelfstandigen in hoofdberoep werknemers in dienst.
26
DOELMATIGHEID VAN
27
HET
SYNTRA-NETWERK
TOEPASBAARHEID VAN DE GEKOZEN OPLEIDING Voortbouwen op een beroepsgerichte opleiding verhoogt de graad van zelfstandigheid, doet sneller de stap zetten naar het werkgeverschap en leidt tot een hoger aantal tewerkgestelden. Van de cursisten 'beroepskennis' oefent 54% het beroep uit. Het aandeel zelfstandigen is bij die groep aanzienlijk groter. Deze vaststelling geldt ook voor het aantal werkgevers en het gemiddeld aantal tewerkgestelden. 58% van de cursisten van de leertijd is vijf jaar later tewerkgesteld in het beroep waarop hun leertijd betrekking had. De leertijd heeft aldus in een belangrijke mate een gunstig effect op de beroepssituatie van de cursisten.
28
DOELMATIGHEID VAN
29
HET
SYNTRA-NETWERK
CURSISTEN UIT DE VOORTGEZETTE VORMING Met de cursussen in het kader van de voortgezette vorming voldoet SYNTRA zonder twijfel aan zijn doelstelling om het permanent leren te stimuleren. Dat leiden we onder meer af uit het feit dat mensen met alle soorten profielen (leeftijd, diploma, ...) de weg naar deze opleidingen vinden. Meer dan de helft van de personen die een cursus uit het aanbod van de voortgezette vorming volgen, heeft een diploma hoger onderwijs (universitair of buiten universiteit). 92% van de cursisten zegt door het volgen van een cursus meer kennis te hebben opgedaan of mee te zijn geëvolueerd. In 52% van de gevallen gaf men deze kennis ook op de één of andere manier door (werkgever, collega's, ...). Van de cursisten die in de toekomst eventueel nog een opleiding zouden volgen, kiest 85% voor een SYNTRA-opleiding.
30
DOELMATIGHEID VAN
31
HET
SYNTRA-NETWERK
BESLUITEN Uit de resultaten van de effectiviteitmeting onthouden we de volgende krachtlijnen: • Voor alle opleidingen is er een hoog tewerkstellingseffect. • Het uiteindelijke doel, zelfstandige worden, wordt door meer dan 50% van de ondervraagden binnen de vijf jaar na afstuderen gerealiseerd. • De gecreëerde tewerkstelling is opvallend hoog. • Toepasbaarheid: voortbouwen op de gevolgde opleiding vergroot de kans tot zelfstandigheid en het tewerkstellen van personeel. • In het kader van permanent leren hebben de cursussen uit de voortgezette vorming van SYNTRA zeker hun plaats in het grote aanbod van instellingen en opleidingen.
32
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
Ook al vertrekt de leertijd in veel gevallen vanuit een moeilijke situatie (schoolmoeheid, gering zelfvertrouwen door een negatief schoolverloop met herhaalde mislukkingen,…), toch boekt dit systeem opvallend sterke resultaten: 1 op 4 cursisten is intussen zelfstandig en daarvan heeft 1 op 5 al personeel in dienst. 90% is beroepsactief en slechts 5% is nog werkzoekend.
33
Zowel als stap naar zelfstandigheid als naar tewerkstelling in een KMO is de cursus 'beroepskennis' erg effectief.
IN KORT BESTEK Leertijd: minder dan 5% van de cursisten is na vijf jaar werkzoekend: • 50% werkt in een KMO; • 11% is zelfstandige in hoofdberoep; • 12% is zelfstandige in bijberoep; • 30% van de niet-zelfstandigen wil op termijn zelfstandige worden; • 38% van de zelfstandigen heeft personeel in dienst. Bedrijfsbeheer: 92% van de cursisten is na vijf jaar beroepsactief: • bijna de helft is zelfstandige; • het aantal zelfstandigen in hoofdberoep stijgt van 16 naar 27%. Beroepskennis: 93% van de cursisten is na vijf jaar beroepsactief: • 48% heeft 5 jaar later een zelfstandig statuut; • 31% van de zelfstandigen is zelfstandige in hoofdberoep.
34
DOELMATIGHEID VAN
35
HET
SYNTRA-NETWERK
NAAM- EN PRODUCTBEKENDHEID
36
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
ONDERZOEK NAAR DE NAAM- EN PRODUCTBEKENDHEID VAN SYNTRA In juni 2002 lanceerden we 'SYNTRA' als nieuwe merknaam voor de regionale koepels van de vroegere centra voor middenstandsvorming. In het najaar van 2003 werd een eerste evaluatie gemaakt van de naambekendheidscampagne die ermee gepaard ging.
RESULTATEN Er werden telefonisch representatieve steekproeven gedaan bij 1.000 particulieren en 1.800 bedrijven. Dat gebeurde in het bedieningsgebied van elke SYNTRA-koepel, zodat ook de eventuele verschillen per koepel konden worden gemeten. SYNTRA West en SYNTRA Limburg scoren hoog in naambekendheid en kennis van de activiteiten.
37
De opvallend hoge penetratiegraad van SYNTRA Limburg en SYNTRA West geldt ook voor bedrijven, zoals dat voor particulieren reeds het geval was. Een meer verfijnde analyse levert een beeld op van de naambekendheid in eenmansbedrijven, microbedrijven, kleine KMO's en grotere bedrijven. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat SYNTRA geen onbekende is. De logica dat grotere bedrijven beter op de hoogte zijn van het bestaan van SYNTRA als opleidingsverstrekker zet zich ook hier door.
38
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
BESLUITEN De naam 'SYNTRA', die een hele reeks uiteenlopende en soms cryptische benamingen van de vroegere centra voor middenstandsvorming vervangt, is na amper anderhalf jaar door 1 op 8 particulieren gekend. De bedrijven zijn beter op de hoogte van de naamsverandering: 1 op 4. In SYNTRA West en SYNTRA Limburg is het resultaat nog beter. Het was door de reclamewereld voorspeld: de oude benamingen zullen nog een tijdje in het collectieve geheugen blijven voortleven. Na verloop van tijd zullen ze echter hoe dan ook uitdoven, zowel bij particulieren als bij ondernemingen. Waarschijnlijk doordat ze beter werden geïnformeerd en/of de aanwezige informatie beter verwerkten, zijn de hoger opgeleide individuele klanten en de grotere bedrijven beter op de hoogte van de nieuwe naam. Enkele decennia geleden was de middenstandsvorming vooral bekend om het 'leercontract'. Vandaag kent de klant het andere opleidingsaanbod van SYNTRA stukken beter dan het bestaan van de leerovereenkomst in datzelfde circuit. Gerichte publiciteit en mond-aan-mondreclame waren de gangmakers van de naambekendheid van SYNTRA. 39
MARKTAANDEEL
40 40
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
ONDERZOEK NAAR HET MARKTAANDEEL VAN SYNTRA In het najaar 2003 werd extern gemeten welk marktaandeel de diverse SYNTRA-koepels bezitten in hun werkgebied. Marktaandeel definieert dit onderzoek als het % van de werknemers en bedrijven die in een bepaalde regio hun opleiding volgen bij SYNTRA. Het onderzoek leidde voor de bedrijven tot een verder doorgedreven analyse en stelde ons in kennis van het % werknemers die binnen het opleidingspakket van een bedrijf, één of meerdere opleidingen volgden bij SYNTRA. Tot slot gaf het onderzoek ook een beeld van de verhouding van het aantal gevolgde uren opleiding bij SYNTRA ten aanzien van het totaal aantal uren gevolgde opleiding. Voorwaar interessant en belangwekkend cijfermateriaal.
RESULTATEN In het najaar 2003 werden telefonisch steekproeven gehouden bij een representatief staal particulieren en bedrijven evenwichtig verdeeld over het werkgebied van de verschillende SYNTRA-koepels. Relevante gegevens konden voor verwerking door de gecontacteerde bedrijven ook elektronisch worden aangeleverd. De verschillen tussen de SYNTRA op het vlak van marktaandeel zijn immens. SYNTRA West scoort hierbij uitmuntend. Ongeveer 1 op de 2 bedrijven in WestVlaanderen heeft minimaal 1 van de werknemers de voorbije drie jaar een opleiding laten volgen bij SYNTRA. Ook voor Limburg zijn de resultaten hoopgevend. Voor SYNTRA Midden-Vlaanderen en SYNTRA-AB zijn de resultaten veel minder gunstig tot zwak. Tevens kan men stellen dat de duurtijd van een opleiding bij SYNTRA algemeen hoger ligt dan een gemiddeld gevolgde opleiding waardoor het marktaandeel uitgedrukt in % van het urenpakket opleiding, toeneemt ten gunste van SYNTRA. De eerste twee tabellen (35 en 36) geven aan hoe sterk (of nog onvoldoende sterk) de opleidingsaffiniteit van particulieren (tabel 35) is en in welke mate men dan opteert voor SYNTRA. Bij de uitsplitsing van SYNTRA-koepels, op basis o.m. het effectief aantal gepresteerde cursistenuren waarbij rekening gehouden wordt met het aantal inwoners van de betrokken regio of het aantal werknemers, blijkt SYNTRA West een uitmuntende participatiegraad te hebben, SYNTRA Limburg erg goed te scoren en SYNTRA Midden-Vlaanderen en SYNTRA-AB nog voor een immense uitdaging en inhaaloperatie te staan.
41
Van de ondervraagde particulieren zegt 31% in de loop van de voorbije drie jaar een opleiding te hebben gevolgd. 11% overwoog het wel, maar zette de stap niet. 58% had helemaal geen plannen in die richting. Eenmaal de 45 voorbij daalt de opleidingsaffiniteit bij particulieren gevoelig, ook al is de nood aan herbronning objectief even groot.
42
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
Uit het onderzoek blijkt dat het SYNTRA-marktaandeel bij de 31% effectieve opleidingsparticipanten uitkomt op 17%. Bovendien houdt de participatie van cursisten ouder dan 45 jaar bij SYNTRA wél goed stand in vergelijking met het algemeen gemiddelde.
43
Zoals blijkt uit de diagram werden er de voorbije drie jaar door ongeveer 1 bedrijf op 2 opleiding gevolgd. De opleidingsgraad ligt het hoogst in de industrie en het laagst bij de handel. Op uitzondering van de regio Brussel zijn er geen significante verschillen in opleidingsgraad tussen de provincies. Logisch is de correlatie tussen de grootte van het bedrijf en de opleidingsgraad.
44
DOELMATIGHEID VAN
HET
Marktaandeel SYNTRA op bedrijfsniveau ja 35%
SYNTRA-NETWERK
Alle bedrijven
Werden er in het bedrijf door werknemers externe opleidingen gevolgd bij Syntra? (basis: enkel bedrijven waar externe opleidingen gevolgd werden)
38
Volgens Syntra-regio neen 65%
BASIS : enkel bedrijven waar externe opleiding gevolgd wordt
54%
West-Vlaanderen
Midden Vlaanderen
25%
Antwerpen en Vlaams Brabant
29%
45%
Limburg
Brussel
10%
De tabel spreekt eigenlijk voor zich. Van de bedrijven waar er externe opleidingen de voorbije drie jaar werd gevolgd, heeft 35 % van deze bedrijven minimaal één opleiding bij SYNTRA gevolgd. De verschillen tussen de SYNTRA-koepels zijn hier aanzienlijk en variëren van 25% in SYNTRA Midden-Vlaanderen tot 54 % in SYNTRA West.
45
Marktaandeel SYNTRA op werknemersniveau ja 11%
Hoeveel werknemers hebben de voorbije drie jaar minstens 1 opleiding bij Syntra gevolgd
Alle bedrijven 39
Gelegen in Syntra-regio
neen 89%
31%
West-Vlaanderen
BASIS : alle werknemers die minstens één externe opleiding gevolgd
Midden Vlaanderen
6%
Antwerpen en Vlaams Brabant
8% 17%
Limburg
Brussel
1%
De verschillen tussen de SYNTRA-koepels die reeds overduidelijk bleken op basis van tabel 38 worden niet alleen doorgetrokken maar nog versterkt. Interessant om weten is het feit dat 11 % van alle werknemers die externe opleiding hebben gevolgd in Vlaanderen, dit de voorbije drie jaar deden bij SYNTRA. Men kan enerzijds niet omheen de uitmuntende score van SYNTRA West met bijna 1 werknemer op 3 maar anderzijds ook niet om de zwakke scores van 6 % en 8 % voor SYNTRA Midden-Vlaanderen en SYNTRA-AB. Het marktaandeel van SYNTRA krijgt een andere dimensie wanneer ook rekening wordt gehouden met de omvang van de cursussen. Die van SYNTRA zijn immers aanzienlijk uitgebreider dan die van de andere aanbieders waardoor het marktaandeel op basis van het aantal gevolgde uren zal stijgen. Zoals blijkt uit het luik klantentevredenheid is de lengte van de opleiding niet nefast voor de aangeboden kwaliteit. Als de omvang van de opleidingen een maatstaf is voor de kwaliteit ervan, is dat een goed teken. De opleidingen van SYNTRA hebben immers duidelijk niet het karakter van een snelcursus. Een derde van de bedrijven is afnemer van het SYNTRA-aanbod en bij de werknemers vertegenwoordigt SYNTRA 10% van het marktaandeel. Er blijven wel grote regionale verschillen bestaan.
46
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
Het marktaandeel van SYNTRA provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant en dat van SYNTRA Midden-Vlaanderen moeten een inhaalbeweging maken. Precies in die driehoek is ongetwijfeld het aanbod van de concurrentie het sterkst uitgebouwd maar zijn er daarentegen nergens anders dan in Vlaanderen zoveel particulieren woonachtig en bedrijven gevestigd op een dergelijke beperkte oppervlakte. De heel aparte situatie van SYNTRA Brussel, dat momenteel een doorstart neemt, vergt een aangepaste ondersteuning. In 2003 en 2004 konden ze daarvoor rekenen op SYNTRA West. Statistisch is het aandeel van SYNTRA Brussel vandaag nog erg klein, maar volgens de eerste rapportering 2004 – 2005 is er een manifest groeipotentieel.
47
SLOTBESCHOUWING
48
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
SLOTBESCHOUWING De Vlaamse overheid krijgt op basis van deze 4 meetresultaten, de vrucht van extern onderzoek, een objectief beeld van de kwantiteit en de kwaliteit van de opleidingsactiviteiten van het SYNTRA-netwerk. In het luik marktaandeel worden de gegevens van SYNTRA zelfs vergelijkbaar met de globale opleidingsmarkt voor zelfstandigen en KMO in Vlaanderen. De resultaten van de metingen bieden de Vlaamse overheid inzicht in de output, de return die wordt verkregen ten aanzien van de ingezette financiële middelen. Hieruit blijkt dat het SYNTRA-netwerk wezenlijk bijdraagt tot meer en beter ondernemen in Vlaanderen. Voor VIZO en SYNTRA biedt dit prachtig instrumentarium een schat aan gegevens die de sterktes en de zwakten van de eigen SYNTRA-koepels perfect weergeven en een uitdaging vormen om via gerichte acties hieraan substantieel te werken. Zowel op het vlak van effectiviteit als op het terrein van klanttevredenheid scoort het netwerk goed tot uitmuntend. Het SYNTRA-netwerk maakt wel degelijk zijn missie waar om via opleiding en vorming nieuwe starters succesvol te begeleiden tot het ondernemerschap. Immers bijna 1 cursist op 2 in de gecertificeerde opleidingen heeft na 5 jaar effectief het zelfstandig statuut in hoofd- of bijberoep en een belangrijk % neemt zelf ook personeel in dienst. Als er ergens over een multiplicatoreffect mag worden gesproken, is deze term hier echt wel op zijn plaats. Daarenboven is de tewerkstellingsgraad van jongeren uit de leertijd uitmuntend te noemen. Met minder dan 5% werkzoekenden kunnen alle vergelijkingen met andere onderwijsniveaus glansrijk worden doorstaan. Misschien is een vergelijking trekken tussen de zeer gunstige resultaten op het vlak van effectiviteit en de gunstige scores qua klantentevredenheid echt wel op zijn plaats. Met een algemene tevredenheid van 82 % worden de standaardnormen van tevredenheid ruimschoots overtroffen. Niet voor niets verklaren meer dan 70% van de klanten ook graag terug te keren naar SYNTRA voor het volgen van een nieuwe opleiding. Er blijft echter werk aan de kwaliteitswinkel om de minder of ontevreden cursisten beter ten dienste te staan en te werken aan zwakke punten met soms een Vlaams, soms een louter regionaal karakter of soms verbonden aan één opleidingsvorm. Deze werkpunten vormen een uitdaging op middelkorte termijn.
49
De volgende jaren moet er ongetwijfeld bijzondere aandacht gaan naar de ondernemersopleiding beroepskennis. De uitdaging bestaat erin om cursisten met een verschillend opleidingsniveau, een aangepast traject te laten volgen. Deze problematiek kan slechts succesvol zijn indien er ook voldoende aandacht besteed wordt aan de verwachtingen en eisen van de cursisten ten aanzien van docenten en infrastructuur. Het verwachtingspatroon ligt zowel bij de basisopleiding als bij de voortgezette vorming steeds hoger waardoor specialisatie tussen lesplaatsen en over SYNTRA-koepels heen noodzakelijk wordt om aan de kwaliteitsvereisten te beantwoorden. De samenwerking zal ook met andere opleidingsverstrekkers en sectorfondsen moeten worden uitgebouwd. Op de indicatoren effectiviteit en klanttevredenheid scoren alle koepels in min of meerdere mate voorbeeldig. De verschillen tussen de SYNTRA-koepels zijn bijzonder zichtbaar voor wat betreft naambekendheid en marktaandeel. Ook deze twee indicatoren kunnen in sterke mate met elkaar verbonden worden. Een SYNTRA-koepel die bij een doelgroep of een segment van de doelgroep onvoldoende gekend is, zal logischerwijze ook over een veel lager marktaandeel beschikken. De nieuwe benaming SYNTRA is door ongeveer 14% van de particulieren gekend en kan correct worden geduid. Dit is vrij positief maar deze gemiddelde score is het resultaat van een zeer sterke bekendheid in Limburg en West-Vlaanderen en een zwakke bekendheid in Midden-Vlaanderen en Antwerpen / Vlaams-Brabant. De verschillen tussen de SYNTRA-koepels liggen nog hoger wanneer het gaat over de bekendheid bij de bedrijven (gemiddeld 24%, maar 45 % in West-Vlaanderen en slechts 16 % in het werkgebied van SYNTRA-AB). De zwakke naambekendheid van sommige SYNTRA in 2003 kan ook positief worden benaderd want dit betekent dat de potentiële groeimarge voor deze SYNTRA-koepels nog immens is. Deze stelling wordt bevestigd door de resultaten over het marktaandeel die in Limburg en West-Vlaanderen drie tot viermaal hoger liggen dan in de regio van SYNTRA-AB. De resultaten van deze 4 metingen zijn de vrucht van alle personen en organisaties die aan de uitbouw van het netwerk de voorbije jaren hebben meegeholpen of hebben gestimuleerd. De voogdijoverheid, het VIZO, de raden van bestuur en de medewerkers van SYNTRA, de interprofessionele en professionele organisaties, de docenten, de andere opleidingsverstrekkers maar ook de cursisten. Beide laatste categorieën zorgen voor de nodige waakzaamheid om nooit op lauweren te rusten maar steeds pro-actief en klantgericht te werken. In 2005 en 2006 worden de 4 externe metingen hernomen. Het netwerk besteedt inmiddels permanente aandacht aan de aangeduide verbeterpunten want nu reeds duikt er enige gezonde nieuwsgierigheid op en kijken we uit naar de evoluties en tendensen.
50
DOELMATIGHEID VAN
HET
SYNTRA-NETWERK
COLOFON Cahier 1: Doelmatigheid van het SYNTRA-netwerk (samenvatting van de resultaten van het onderzoek naar de klanttevredenheid, de effectiviteit van de opleidingen, de naam- en productbekendheid en het marktaandeel van SYNTRA). Verantwoordelijk uitgever: Johan Artois, p/a VIZO, Kanselarijstraat 19, 1000 Brussel Eindredactie: Jan Toelen, Luc Neyens, Elly kerkhofs Meer info over het VIZO:
[email protected] Meer info over SYNTRA: www.syntra.be
51