Burgerlijk recht
TITEL
4. Erfrecht
LEERDOELSTELLINGEN
Je kan - de basisprincipes van de erfregeling opzoeken en illustreren met voorbeelden; - de successierechten berekenen voor een aantal erfenissen; - de schenking onderscheiden van het testament; - wijzen van verkrijging (zoals testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit) opsommen en met voorbeelden illustreren; - de begrippen vruchtgebruik en naakte eigendom omschrijven en het onderscheid illustreren.
E R F EN I S a. Begrippen
OPDRACHT
Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen. Erflater = de overledene van wie het vermogen overgaat op iemand anders
Erfgenamen = de personen die het vermogen krijgen
- 46 -
TITEL
Burgerlijk recht
Erfenis = alles wat de overledene nalaat aan bezittingen en schulden op het ogenblik van zijn overlijden Openvallen van een erfenis = bij het overlijden van een natuurlijk persoon, in de woonplaats komt de erfenis vrij voor de erfgenamen
b. De erfopties
Uit bovenstaande artikels kunnen we afleiden dat een erfgenaam drie mogelijkheden heeft:
zuivere aanvaarding van de nalatenschap verwerping van de nalatenschap aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Zuivere aanvaarding van de nalatenschap Bij een zuivere aanvaarding heeft de erfgenaam het recht op het gehele actief van de nalatenschap. Maar het is eveneens zijn plicht om alle schulden verbonden aan de nalatenschap, te betalen. Dit geldt ook wanneer de schulden groter zijn dan het actief. De zuivere aanvaarding komt het meest frequent voor. Dit komt ook doordat wanneer er stilzwijgend aanvaard wordt, aangenomen wordt dat er zuiver aanvaard wordt. Men hoeft dus niets te doen voor een zuivere aanvaarding. Een minderjarige of andere onbekwamen mogen nooit zuiver aanvaarden. Zij worden beschermd en kunnen enkel erven onder voorrecht van boedelbeschrijving. Verwerping van de nalatenschap Wanneer de schulden te groot zijn voor het actief van de nalatenschap, wordt deze best verworpen. Dit moet gedaan worden door middel van een specifieke verklaring op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg waar de erflater zijn woonplaats had. Indien de keuze wordt gemaakt om de erfenis te verwerpen, wordt de persoon in kwestie geacht nooit erfgenaam geweest te zijn. Het is onmogelijk om na het verwerpen van de nalatenschap, toch nog te kiezen voor de aanvaarding van de nalatenschap. Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving Als er onduidelijkheid bestaat over het actief en de schulden van de nalatenschap, is het aan te raden om een inventaris laten op te maken. Om deze optie te kiezen, is het
- 47 -
Burgerlijk recht
TITEL
eveneens nodig om een specifieke verklaring te doen bij de rechtbank van eerste aanleg waar de erflater zijn woonplaats had. De regel bij deze optie is dat er nooit meer schulden moeten betaald worden dan de waarde van het actief dat aanwezig is in de nalatenschap. c. Onderscheid in de erfopvolging Tot het jaar 2007 konden enkel de bloedverwanten en de langstlevende echtgeno(o)t(e) erven. Sinds dan is er ook de mogelijkheid voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner om te erven. Indien er geen erfgenamen zijn, gaat de integrale erfenis naar de overheid. De wet maakt een onderscheid tussen vier ordes volgens bloedverwantschap.
OPDRACHT
Surf naar www.notaris.be/erven-schenken/erven en zoek de vier ordes volgens bloedverwantschap op. 1e orde = afstammelingen (descendenten) 2e orde = broers en zussen (+afstammelingen) = bevoorrechte zijverwanten ouders = bevoorrechte ascendenten 3e orde = bloedverwanten in opgaande lijn 4e orde = gewone zijverwanten
Zoals je opmerkt, wordt de langstlevende echtgeno(o)t(e) hier niet in vermeld. Betekent dit nu dat hij niets krijgt? Neen. De langstlevende echtgeno(o)t(e) krijgt het vruchtgebruik over de gehele nalatenschap. Vruchtgebruik is het gebruiks- en genotsrecht over een goed. Dit betekent dat de persoon het goed mag gebruiken en de vruchten ervan plukken, maar hij kan er niet over beschikken. Dit kan wel wanneer hij de naakte of blote eigendom verwerft van het goed. De langstlevende echtgeno(o)t(e) zal steeds het vruchtgebruik erven op de persoonlijke goederen van de overleden echtgeno(o)t(e). Wanneer iemand de volle eigendom heeft over een goed, beschikt hij zowel over het vruchtgebruik als over de naakte eigendom.
- 48 -
TITEL
Burgerlijk recht
d. Erfopvolging
VOORBEELD
Wie zal wat krijgen bij het overlijden van Micheline? Hiervoor is het belangrijk dat we naar de verschillende ordes kijken binnen de nalatenschap. 1° Er zijn erfgenamen van de eerste orde, nl. drie kinderen. 2° De echtgenoot is nog in leven. CONCLUSIE: De echtgenoot krijgt het vruchtgebruik op de gehele nalatenschap. De eerste orde (afstammelingen) krijgt de naakte eigendom van de gehele nalatenschap. Elk van de kinderen krijgt 1/3 van de nalatenschap.
- 49 -
Burgerlijk recht
TITEL
OPDRACHT
Wie erft wat? Los volgende oefeningen op met behulp van de stamboom. a) bij overlijden van Laurent (Maria is reeds overleden) Antwoord: 1e orde (twee kinderen) geen LLE CONCLUSIE: De eerste orde krijgt volle eigendom over de gehele nalatenschap. Elk kind krijgt 1/2 van de nalatenschap.
b) bij overlijden van Sara Antwoord: 1e orde / 2e orde (2 broers + 2 ouders) geen LLE CONCLUSIE: De tweede orde krijgt elk 1/4 van de volle eigendom over de gehele nalatenschap. c) bij overlijden van Frank (ouders en Micheline zijn reeds overleden) Antwoord: 1e orde / 2e orde (2 neven + 1 nicht) geen LLE CONCLUSIE: De tweede orde krijgt elk 1/3 van de volle eigendom over de gehele nalatenschap. d) bij overlijden van Frank (Micheline is reeds overleden) Antwoord: 1e orde / 2e orde (2 ouders + 2 neven + 1 nicht) geen LLE - 50 -
TITEL
Burgerlijk recht
CONCLUSIE: Elke ouder krijgt elk 1/4 van de volle eigendom over de gehele nalatenschap en de neven en nicht krijgen elk 1/6 van de volle eigendom over de gehele nalatenschap. e) bij overlijden van Frank (ouders, Micheline, Tim, Sara en Tomjonas zijn reeds overleden) Antwoord: 1e orde / 2e orde / 3e orde / 4e orde / geen LLE CONCLUSIE: Geen erfgenamen, dus de erfenis gaat naar de overheid.
S U C C E SS I ER EC H T EN Op een nalatenschap (actief en schulden) van een overleden rijksinwoner, zal steeds belasting moeten betaald worden, na aftrek van de begrafeniskosten. De belastingen op een nalatenschap noemen we successierechten. Ze behoort tot de directe belastingen. De tarieven van de successierechten verschillen per gewest. Ook zijn er per gewest enkele uitzonderingen. Zo moet er in Vlaanderen geen successierecht betaald worden door de langstlevende echtgeno(o)t(e) of samenwonende op de gezinswoning. Er wordt eveneens een onderscheid gemaakt tussen de ordes van erfopvolging. Zo verschillen de tarieven voor echtgenoten van die voor broers en zussen, en voor andere erfgenamen. Voor het berekenen van de successierechten voor echtgenoten is het belangrijk dat telkens de opsplitsing gemaakt wordt tussen de roerende en de onroerende goederen die geërfd worden. Hierdoor kan de erfgenaam telkens van het laagste tarief genieten. Voor broers en zussen wordt elk hun deel apart belast. Voor andere personen wordt de erfenis in haar totaliteit bekeken.
- 51 -
Burgerlijk recht
TITEL
OPDRACHT
Je erft een nettoverkrijging van € 200.000,00. Deze verkrijging bestaat voor € 150.000,00 uit onroerende, en voor € 50.000,00 uit roerende goederen.
Antwoord: roerend gedeelte: 50.000,00
3% = 1.500,00
onroerend gedeelte: 150.000,00 50.000,00 x 3% = 1.500,00 100.000,00 x 9% = 9.000,00 TOTAAL = € 12.000,00
Twee broers erven elk € 150.000,00 van hun zus.
Antwoord: 75.000,00 x 30% = 22.500,00 50.000,00 x 55% = 27.500,00 25.000,00 x 65% = 16.250,00 TOTAAL = € 66.250,00 (per erfgenaam)
- 52 -
TITEL
Burgerlijk recht
Een erfenis van € 100.000,00 wordt verdeeld onder 2 neven. De eerste krijgt € 40.000,00, de tweede € 60.000,00. De successierechten worden berekend op de som van de nettoverkrijgingen, in dit geval € 100.000,00.
Antwoord: 75.000,00 x 45% = 33.750,00 25.000,00 x 55% = 13.750,00 TOTAAL = € 47.500,00 verdeling: eerste neef = 40% van € 47.500,00 = € 19.000,00 tweede neef = 60% van € 47.500,00 = € 28.500,00
DE
SC H EN K IN G EN H ET T E ST A M EN T
Een schenking is een onmiddellijke en onherroepelijke overgang van goederen onder levenden. Er bestaat een contract tussen een schenker en een begiftigde. Het is belangrijk dat er uitdrukkelijke vrijgevigheidsgedachte aan de basis ligt. Het onmiddellijk en onherroepelijk karakter van de schenking is meteen ook de basis voor de vergelijking met het testament. Wanneer een schenker een bepaald goed schenkt, moet hij meteen afstand doen van het goed en kan hij dit ook niet meer terugvragen. Men is het goed kwijt. Dit geldt niet voor een testament. Bij een testament blijven de goederen van de testamentmaker. Een testament heeft geen onmiddellijk effect. De overgang van de goederen vindt pas plaats na de dood van de erflater. Ook is het mogelijk om het testament nog verschillende keren aan te passen. Het testament is pas herroepelijk bij de dood van de erflater. We noemen een testament ook wel de laatste wilsbeschikking van de overledene.
- 53 -
Burgerlijk recht
TITEL
5. Goederenrecht
LEERDOELSTELLINGEN
- het juridisch begrip goed omschrijven; - de indelingen tussen goederen (roerende – onroerende en lichamelijke – onlichamelijke) concretiseren en het belang van dit onderscheid illustreren; - het begrip eigendomsrecht illustreren; - wijzen van verkrijging (zoals testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit, overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring) opsommen en met voorbeelden illustreren; - de beperkingen op het eigendomsrecht (onteigening, erfdienstbaarheden en voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren; - het begrip splitsing omschrijven en met voorbeelden illustreren; - de begrippen vruchtgebruik en naakte eigendom omschrijven en het onderscheid illustreren.
I N DEL IN G Goederen kunnen op twee manieren ingedeeld worden. In de eerste plaats in lichamelijke en onlichamelijke goederen. Ten tweede in roerende en onroerende goederen.
OPDRACHT
Zijn volgende goederen lichamelijk of onlichamelijk?
cliënteel
gebouw
wagen
Antwoord: onlichamelijk
lichamelijk
- 54 -
lichamelijk
TITEL
Burgerlijk recht
Wat is het bepalende kenmerk dat je hiervan kan afleiden? Antwoord: waarneembaarheid Geef van elk nog twee extra voorbeelden. onlichamelijk: reputatie, vordering lichamelijk: gsm, kantoormateriaal Zijn volgende goederen roerend of onroerend?
bureaustoel
terrein
gebouw
Antwoord: roerend
onroerend
Wat is het bepalende kenmerk dat je hiervan kan afleiden? Antwoord: verplaatsbaarheid
- 55 -
onroerend
Burgerlijk recht
TITEL
We kunnen de roerende en onroerende goederen nog verder indelen. Hiervoor gebruiken we wetsartikels 517 tot en met 529.
- 56 -
TITEL
Burgerlijk recht
OPDRACHT
Geef twee voorbeelden van elke indeling. a) onroerende goederen uit hun aard gebouwen / terreinen b) onroerende goederen door bestemming (voor dienst of exploitatie) landbouwdieren (koe, paard) / biertonnen van brouwerij c) onroerende goederen door bestemming (voor blijvend gebruik) waterleidingen / spiegel (vastgemaakt) d) onroerend door het voorwerp waarop zij betrekking hebben vruchtgebruik / erfdienstbaarheden e) roerend uit hun aard geld / wagen f) roerend door wetsbepaling aandelen / deelnemingen in ondernemingen
- 57 -
Burgerlijk recht
B EL AN G v A N
TITEL
O N D E R SC H EI D
Het onderscheid tussen roerende en onroerende goederen wordt niet zomaar gemaakt. Het is wel degelijk van belang. In de eerste plaats voor het verwerven van de goederen. Bij een aankoop van een onroerend of roerend goed is een contract tussen beide voldoende. Toch is de bewijsregeling bij de aankoop van een onroerend goed verschillend, alsook de formaliteiten die hierbij komen kijken. Zo zal bij de aankoop van een onroerend goed een notariële akte noodzakelijk zijn, zodat deze kan ingeschreven worden in de hypotheekregisters. Ten tweede is het belang ook groot op fiscaal vlak. Wanneer roerende goederen worden aangekocht, zal de overheid BTW doorrekenen aan de verbruiker. Bij onroerende goederen wordt dit niet gedaan. Toch zal de overheid ook hier weer belastingen heffen, maar dan registratierechten. Hier geldt wel een uitzondering. In sommige gevallen worden onroerende goederen verkocht met BTW. De bouw van een nieuwe woning is onderworpen aan de BTW. Een gebouw is nieuw tot 31 december, twee jaar volgend op het jaar dat het gebouw in gebruik is genomen. Vanaf 1 januari 2011 is ook de bijhorende grond onderworpen aan BTW.
HET
E I GEN D O M S R EC H T
a. Begrip Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of de verordeningen (art. 544).
OPDRACHT
Welke rechten heb je als eigenaar van een Honda CR-Z Hybrid? voordelen, inkomsten en vruchten bv.: lage belasting, laag verbruik, … recht van genot en gebruik verandering, verkoop, schenken, hypothekeren bv.: tunen, verkopen recht van beschikking CONCLUSIE: vruchtgebruik + naakte eigendom = volle eigendom
- 58 -
TITEL
Burgerlijk recht
b. Beperkingen Als eigenaar heb je het volledige recht van genot, gebruik en beschikking. Toch zijn er bepaalde mogelijkheden waarbij deze rechten kunnen beperkt worden. In de grootste mate is het de wet zelf die hier beperkingen aan zal opleggen. Ten eerste kan de beperking opgelegd worden vanuit het algemeen belang. Hierbij kunnen we denken aan wetgeving omtrent het behoud van landschappen, bodemattesten, enz. De wetgeving op de exploitatie van ongezonde, gevaarlijke en hinderlijke inrichtingen zorgt er ook voor dat bepaalde bedrijven beperkt worden in hun eigendomsrecht. Ten tweede zijn erfdienstbaarheden ook beperkingen van het eigendomsrecht. Een erfdienstbaarheid is een last die op een lijdend erf wordt gelegd tot gebruik, nut en voordeel van een heersend erf.
OPDRACHT
Schets een voorbeeld van een erfdienstbaarheid.
- 59 -
Burgerlijk recht
TITEL
Niet enkel het algemeen belang kan dienen als beperking, maar ook gewoon het belang van anderen. Bij het uitoefenen van het eigendomsrecht mag geen schade of hinder worden toegebracht aan anderen. In bepaalde gevallen kan de overheid overgaan tot onteigening. Dit is het afstaan van de grond of woning voor werken van openbaar nut. De overheid keert wel vergoedingen uit voor de personen die onteigend worden. c. Mede-eigendom en onverdeeldheid Wanneer een zaak uit minstens twee delen bestaat, en in onverdeeldheid toebehoort aan meerdere eigenaars, is er sprake van medeeigendom. De mede-eigendom is een zakelijk recht, dat rechtstreeks op de zaak wordt uitgeoefend, zonder tussenkomst van een persoon.
- 60 -