1
BIE
Bureau International d’ Education (Gen`eve), gepatroneerd door Unesco Commissie Newcastle Hervorming van het lager onderwijs in Engeland Commissie Taunton Hervorming van het secundair onderwijs in Engeland Revised Code Payment-by-results die stand hield van 1862 tot 1897. Onderwijzers werden betaald rekening houdend met de resultaten die de leerlingen haalden op toetsen voor lezen, rekenen en schrijven. Wet Balfour Richtte de Local Education Authorities op natuurlijke factoren ras, taal, geografie en economie religieuze factoren katholieke, anglicaanse en puriteinse wereldlijke factoren humanisme, socialisme, nationalisme en democratie cosmico-organische Vermogen tot metafysisch denken en het nastreven van fundamentele denkstijl kennis. Wordt in elk land aangetroffen. ethico-personalistisch Vooral Duits en sterk gericht op de ontwikkeling van de morele perperspectief soonlijkheid. fysico-mechanistische Engelse traditie met een gerichtheid op het realisme waarin perfectie attitude en morele en fysische kracht worden nagestreefd. rationalisme Franse systeem met zijn duidelijke ingesteldheid op culture g´en´erale in de betekenis van abstracte en logische intellectuele bekwaamheid. Adapted Education Een Amerikaanse beweging die een eigen onderwijsmodel ontwierp aangepast aan de minder ontwikkelde volken. Het was een aanpassing van een in 1902 ontworpen model in het licht van de rassenscheiding in Amerika. Sinds 1920 werd dit onderwijs met een curriculum van landbouw- en handwerkvaardigheden aangepast voor de ontwikkelingslanden. moderniseringsgedachte De ontwikkeling zal evolutionair en in de lijn van een bepaalde richting naar steeds hogere vormen van ontwikkeling leiden. human capitaltheorie Het onderwijs moet ervoor zorgen dat het voldoende geschikte mensen vormt om tot een verbeterde samenleving te komen. Onderwijs wordt hierbij vooral bekeken als een investering leidend tot meer inkomen en een goed draaiende economie. De 4 fases van onder- Beschrijving, interpretatie, juxtapositie, vergelijking zoek volgens Bereday beschrijving De gewenste gegevens van een land worden systematisch verzameld en geordend volgens en speciaal daartoe ontworpen ordeningsschema. interpretatiefase Men gaat op zoek naar de fundamenten en be¨ınvloedende factoren van en bij het onderwijs. De methoden van meer kwalitatieve aard zijn hier wenselijk. juxtapositie Verschillende landen worden naast elkaar geplaatst binnen een analyserooster. Dit rooster geeft de kwantitatieve en de kwalitatieve verschillen en gelijkenissen weer. De juxtapositie kan verticaal zijn (statistische gegevens) of horizontaal (kwalitatieve gegevens). vergelijking Alle gegevens worden vergeleken binnen de gestelde hypothesen. evenwichtige vergelij- Levert voor elk land vrij volledige vergelijkbare gegevens die al zijn king ge¨ınterpreteerd. illustratieve vergelij- Wanneer men slechts over exemplarische en gedeeltelijk king ge¨ınterpreteerde gegevens beschikt. 3 policy levels van het beleid als: espoused, enacted en experienced King beleid als espoused werkt met concepten en structuren op het niveau van de natiestaat en de arbeidsmarkt.
2
beleid als enacted
werkt met onderwijsinstellingen waardoor studieloopbaantrajecten op de voorgrond komen. beleid als experienced werkt met actoren in het onderwijs en richt zich dan ook op individuen en groepen met hun ervaringen. CIES Comparative and International Education Society CESE Comparatieve Education Society in Europe WCCES World Council of Comparative Education Societies BAICE British Association for International and Comparative Education USAID United States Aid for International Development UNDP United Nations Development Plan modernisering beslissingen in verband met het moderniseren moeten worden genomen. kritische perspectieven onderwijs is de schepper van onrecht. wereldsysteembeweging gaat uit van globaliserende wetmatigheden, die alleen in de vorm her en der verschillen. op culturele inbedding via historisch, maar ook via contextuele weg en met een combinatie gerichte beweging van kwalitatief en kwantitatief onderzoek op zoek naar be¨ınvloedende factoren en hun interrelatie. IEA International Association for the Evaluation of Educational Achievement BRIDGES-project Basic Research and Implementation in Developing Educational Systems IEQ-project Improving Educational Quality banking onderwijs dat alleen maar tot passief opslaan van kennis leidt. TIMSS Third International Mathematics and Science Study. Een IEA-studie. functionele equivalen- De te vergelijken situaties vervullen dezelfde rol in het systeem. tie contextuele equivalen- Wanneer twee systemen als gelijk voorkomen, betekent dit vaak dat tie de onderdelen of componenten van dat systeem erg verschillend zijn. Men moet zich nochtans uit de context zorgvuldig vergewissen of de betreffende onderdelen al of niet onder eenzelfde configuratie van contextfactoren te vatten zijn. culturele equivalentie De geconstateerde situaties, problemen of verschijnselen worden op analoge wijze waargenomen in verschillende culturen. conceptuele equivalen- De feiten en situaties die vergeleken worden, zitten in eenzelfde betie gripsmatige categorie, die heel wat feiten en verschijnselen uit verschillende culturen overkoepelt. Men komt dan tot een gemeenschappelijk interpretatiekader, een gemeenschappelijke rationaliteit, een gemeenschappelijke verklaringsgrond CIDREE Consortium of Institutes for Development and Research in Education in Europe proxyindicatoren De dekking en de relevantie van de indicatoren is minder groot. samengestelde indica- Het samenvoegen van verschillende indicatoren zoals het bnp of het toren IQ. Human Development scholingsgraad, bnp en levensverwachting in ´e´en indicator. OntwikIndex keld vanuit het UNDP. UNESCO United Nations Education Scientific and Cultural Organisation UNDP United Nations Development Plan UNCED United Nations Conferences on Environment and Development UNCTAD United Nations Conferences on Trade and Development NAEP National Assessment of Educational Progress nam steekproeven over leerlingprestaties in basisvakken voor de leeftijden van 9, 13 en 17.
3
INES CERI PISA-project CIPO-model Unifuturistisch denken Multiple futures
ISCED curriculum metamorphosis
differenti¨ele teit gender gap
effectivi-
collectivistisch individualistisch universalistisch particularistisch aristocratische ideologie paternalistische ideologie meritocratische ideologie communistische ideologie evolutie van het onderwijs (3 fasen)
de 3 bronnen van Archer mono-integratie
Indicators of Education Systems Center for Education Research and Innovation Progress in Student Assessment Context-Input-Proces-Output Alle onderwijssystemen in de wereld moeten in de richting van eenzelfde, wereldwijde toekomst evolueren. Het ene land investeert meer in ICT en het andere in landbouw en lichte industrie, nog bij andere landen wordt dan meer ge¨ınvesteerd in biologische wetenschappen en vrijetijdsindustrie. International Standard Classification of Education De specification begint bij een centraal voorgeschreven curriculum. Dan volgt een translation in een schoolcurriculum. Vervolgens komt een transposition tot stand naar een tijdsplan binnen een lessenrooster. Ten slotte mondt het voorgeschreven curriculum uit in een transformation naar een lesvorm, waain eigen klemtonen worden gelegd in taken, activiteiten, interacties en evaluaties. Heel wat scholen zijn binnen hun diverse afdelingen op een zeer verschillende manier effectief of minder effectief. Als meisjes minder lang studeren en minder kansen of aspiraties hebben voor voortgezette studies, zal dit een negatief effect hebben op de economische groei. selectie ten behoeve van het totale welzijn van de samenleving selectie gebeurt ten behoeve van individuele voordelen criteria zijn duidelijk en herkenbaar op gebied van kennis en vaardigheden; ze gelden voor iedereen criteria zijn meer toevallig en diffuus, dus weinig herkenbaar door vage formuleringen van gedrag, houding, stijl,... individualistisch doel en particuliere criteria (West-Duitsland) collectieve doeleinden en particuliere criteria (Frankrijk, Canada) individualistische doelen en universele criteria (Australi¨e, VS) collectieve doeleinden en universele criteria (USSR en in mindere mate Zweden) Men vertrekt in de eerste fase met een structure. Die structure conditioneert social interaction in een tweede fase. De genoemde sociale interactie wordt dus wel geconditioneerd door de structuur maar uitdrukkelijk wordt ook gezegd dat dit niet betekent dat ze gedetermineerd wordt. In de derde fase leidt deze sociale interactie op haar beurt tot een nieuwe structuur. geld, deskundigheid en politieke steun Slechts 1 dominante maatschappelijke groep beheert en controleert het onderwijs en laat deze volledig beantwoorden aan zijn eigen belangen zonder rekening te houden met verwachtingen van andere groepen.
4
substitutieve strategie
restrictieve strategie
Unificatie
Systematisering Differenti¨ering Specialisering Gedecentraliseerd
Gecentraliseerd
3 soorten onderhandelingsprocessen interne initiatie
externe transacties
politieke invloed QUEST-project
3 pijlers van de technische rationaliteit
Zij gaan naast het bestaande dominante systeem een eigen systeem uitbouwen om zo in concurrentie te treden. Wordt gedaan door groepen die over geld beschikken. In de belangenstrijd die dan ontstaat, zullen de eerst bedreigde groepen een beroep doen op de staat om regulerend op te treden. Een aantal groepen zal gaan onderhandelen met de staat om hun eigen positie te versterken en die van andere te beperken. Zij zullen politieke macht zoeken en die macht gebruiken om de onderwijsmonopolie van de dominante groep te breken. De staat moet met zijn wetgevende bevoegdheid het bestaande onderwijs afschaffen en vervangen door een meer passend systeem. Dat systeem moet door de staatskas worden betaald. Het onderwijs wordt zoveel mogelijk onder centraal en nationaal beheer gebracht, waardoor de staat een zekere uniforme controle kan uitoefenen. Heeft te maken met de samenhang tussen de verschillende delen van het onderwijssysteem. Het onderwijs zondert zich geleidelijk af van de andere delen van de maatschappij. Zal noodzakelijk zijn omdat verscheidene maatschappelijke groepen diensten van het onderwijs verwachten. Systeem ontstaan via substitutieve strategie waardoor differenti¨ering en specialisering worden nagestreefd om zo goed mogelijk de eigenheid van de belangengroepen te behouden. (Engeland en Denemarken) Systeem ontstaan via een restrictieve strategie waardoor unificatie en systematisering overheersen. Door zijn wettelijke bevoegdheid slaagt de staat erin de belangen van de groepen die om differenti¨ering en specialisering vragen in te perken. (Frankrijk en Rusland) interne initiatie, externe transacties en politieke invloed. Deze onderhandelingsprocessen worden opgezet vanuit het onderwijs zelf. Ze hebben te maken met de professionalisering van de leerkrachten. De leerkrachtengroep wordt een zelfstandige belangengroep. Als autonome groep leggen zij contacten met de staat en met andere belangengroepen. In ruil voor diensten krijgen zij middelen en daarmee kunnen ze veranderingen initi¨eren. Hier komen relaties tot stand tussen onderwijsexterne en onderwijsinterne groepen. Het initiatief komt meestal van de externe groeperingen. Zij willen aanvullingen of veranderingen in het onderwijs en bieden daartoe middelen aan. Om te slagen moeten de onderwijsprofessionals echter akkoord gaan met de inzichten en waarden van de externen. Daarenboven kan ook de staat in bepaalde gevallen een veto uitspreken zodat bepaalde transacties niet tot stand kunnen komen. Vele groepen proberen impact te krijgen op het onderwijs door contacten te leggen met de politieke machthebbers. Quality of Educational Systems Transnationally. De prestaties voor wiskunde en moedertaal in Engeland en Frankrijk werden vergeleken en dit bij kinderen van de lagere school. meritocratie, wetenschappelijke vooruitgang, bureaucratische organisatiewijze
5
meritocratie
wetenschappelijke vooruitgang bureaucratische organisatiewijze
3 componenten van de leefwereld ideal speech situation
conflicten op de naad van het systeem en leefwereld (Habermas) 2 spanningsvelden voor inspectiesystemen
Hierin staat de persoonlijke verdienste centraal. Wie presteert, zal daarvoor in verhouding worden gehonoreerd. De basis van dit strakke economisch liberalisme is het individu dat vergeleken wordt met anderen en ermee wedijvert. De wedijver moet dan ook kunnen op een vrije en niet gehinderde markt. De grote opkomst en de opzienbarende successen van de natuurwetenschappen, hebben een geloof in de onstuitbare vooruitgang via de wetenschappen voortgebracht. Is een logische afleiding van het machinemodel uit de natuurwetenschappen. Naast het analyseren van de organisatie in versnipperde onderdelen, staat de bureaucratie ook voor de nadruk op de delen ten nadele van het geheel en voor een grote hoeveelheid onpersoonlijke regels, die moeten dienen om de leden van de organisatie te bewaken en onder controle te houden. cultureel overgeleverde wijzen van interpreteren, maatschappelijke instituties die waken over solidariteit en samenhang en personen die in staat zijn tot onbevooroordeeld luisteren. communicatie die beantwoordt aan volgende 3 criteria of claims: waar zijn, ethisch correct (normatief) en echt (waarachtig, zonder verborgen agenda’s) Ecologische problemen, problemen van overcomplexiteit & overbelasting van de communicatieve leefwereld.
kwaliteit (veel belang aan de opbrengsten van het onderwijs of aan de processen die nodig zijn om de resultaten te bereiken) en centrale of lokale aanpak (respectieve inbreng van centrale beslissingen, procedures en structuren of lokale beleidsruimte en lokale beslissingsniveau) technische pool wil meer meetbaarheid, duidelijkheid, vergelijkbaarheid, verplichte leerstof voor kwaliteit en wil meer structuur, meer reglementering en wetgeving van boven af voor aanpak interactieve pool meer inspelen op de context, rekening houden met de eigen inbreng van leraren, ouders en leerlingen, nadruk op eigenheid en specificiteit voor kwaliteit en wil minder regels, eigen beslissingen, eigen organisatiestructuren voor aanpak Kultusministerconferenz Het bestendige overlegorgaan van de onderwijsministers van de L¨ ander waarin de grote lijnen van het Duitse onderwijssysteem worden besproken. Agentur filiaal van het Institut f¨ ur Qualit¨atsentwicklung Schul¨ amter onderwijsregio waarvan er in totaal 15 zijn Aufgabengebieten Vakoverschrijdend leren Sachunterricht wereldori¨entatie Hauptschule Van het vijfde tot het negende jaar. Op het einde behaalt men de Hauptschulabschluss. Als men een 10de specialisatiejaar volgt, dan leidt dat tot een Erweiterte Hauptschulabschluss en kan er worden deelgenomen aan de examens voor de Realschulabschluss. Hauptschule bereidt in principe voor op vakopleiding in duale systeem. Er zijn centrale examens voor Duits, wiskunde en Engels. Realschule Van het vijfde tot het tiende jaar. Op het einde behaalt men de Realschulabschluss. Hiermee kunnen ze een opleiding voor een beroepskwalificatie volgen of naar een school gaan waar een toegangskwalificatie voor het hoger onderwijs kan worden behaald.
6
Gymnasien
Kooperative Gesamtschule
Integrierte schule
Gesamt-
3 doorstroomprofielen van de Gymnasiale Oberstufe Abiturexamen
Allgemeine Hochschulreife Numerus Fixus
Berufsschule
Berufsgrundbildungsjahr
Berufsfachschule
Fachoberschule
Van het vijfde tot het twaalfde jaar. Na het tiende jaar eindigt het gedeelte van het lager secundair onderwijs en gaan de leerlingen naar de bovenbouw van het Gymnasien, De Gymnasiale Oberstufe. Combineert de programma’s van de Hauptschule, de Realschule en het Gymnasium in ´e´en organisatorische en onderwijskundige eenheid maar ze zijn wel als afzonderlijke schooltypes herkenbaar. Doorstroming is afhankelijk van de kwalificatie die leerlingen beogen. Een comprehensief schooltype waarin alle leerlingen gezamelijk onderwijs volgen. In sommige vakken worden de groepen geleidelijk aan homogener samengesteld. Het onderwijs voor de hoofdvakken wordt op minimaal twee niveaus verstrekt. De getuigschriften zijn evenwel identiek aan die van het drieledig systeem. taal, literatuur en kunst & sociale wetenschappen & wiskunde, natuurwetenschappen en technologie Het einde van de Gymnasiale Oberstufe dat wordt georganiseerd door de school zelf, maar gebeurt met centraal opgestelde examens voor Duits, wiskunde en Engels. De examens voor de andere vakken zijn door de lokale leraars opgesteld. Wie hier slaagt behaalt de Allgemeine Hochschulreife. Verleent toegang tot alle vormen van hoger onderwijs, rekening houdend met een numerus fixus voor een aantal studiedomeinen. De uitslag van de Abitur wordt uitgedrukt in een optelsom van de behaalde cijfers die worden omgezet in een quotering tussen 6 en 1. Hoe lager dit cijfer, hoe meer voorrang. Het duaal systeem na de Hauptschule. Deze opleiding vindt dus plaats in een re¨ele arbeidssituatie en in de Berufsschule. De bedoeling is voor te bereiden op tewerkstelling. Daarvoor moeten de leerlingen aanvaard worden in een leerwerkplaats. De leerlingen brengen twaalf uur per week door op de Berufsschule, waar ze onder andere algemeen vormende vakken krijgen. Met het behaalde certificaat kan men zich aanbieden op de arbeidsmarkt of zich na een tijd beroepservaring verder specialiseren in de Fachschule. Als men niet onmiddellijk wil specialiseren na de Hauptschule of wanneer men niet is geslaagd voor de Hauptschulabschluss kan men gedurende een jaar een meer polyvalente opleiding volgen in het Berufsgrundbildungsjahr. Het telt als het eerste jaar van de opleiding in het duale systeem. Het maakt het mogelijk om alsnog de Abschluss te behalen. Dit zijn meestal voltijdse scholen die beroepsopleidingen geven als voorbereiding voor intrede op de arbeidsmarkt op het niveau van wat men in Duitsland de assistentenberoepen noemt. Vele opleidingen mogelijk en de opleidingen duren ´e´en tot drie jaar. Men kan de Fachhochschulreife verwerven als men een bijkomend programma volgt. Deze is gesitueerd in het elfde en twaalfde jaar en vereist een Realschulecertificaat. De opleidingen zijn gericht op algemene en beroepsgerichte kennis en vaardigheden. Men kan een Fachhochschulreife behalen die toegang geeft tot de Fachhochschulen. Er zijn drie organisatiemodaliteiten mogelijk van hoofdzakelijk voltijds naar een meer duale organisatie.
7
Berufsliches sium Fachschule
Gymna-
Fachhochschulen
Universiteiten (Dl)
Studies aan universiteiten (Dl) Staatspr¨ ufung
Lerarenopleiding (Dl)
Zweite Bildungsweg Hessenkolleg
Avondschool (Dl)
Local Education Authorities
DfES
Een Realschulecertificaat is vereist. Na deze opleiding kan men de Allgemeine Hochschulreife behalen. Scholen die gespecialiseerde beroepsopleiding verstrekken aan studenten die al enige beroepservaring hebben en een middenkaderfunctie op het oog hebben. De kandidaten moeten dus al een beroepscertificaat hebben gehaald en al minstens een jaar praktijkervaring hebben opgedaan. De opleidingen kunnen voltijds of deeltijds worden gevolgd en duren van ´e´en tot drie jaar. Meer praktijkgericht dan de wetenschappelijk geori¨enteerde universitaire opleidingen en ze bereiden gedurende drie of vier jaar rechtstreeks voor op het uitoefenen van een beroep. De opleiding combineert studie aan de Fachhochschule met opleiding in een re¨ele arbeidssituatie. Op het einde van de opleiding legt men een examen af voor het behalen van een bachelordiploma. Zijn verantwoordelijk voor onderzoek en voor het afleveren van gekwalificeerde wetenschappers en academici met de mastersgraad als finaliteit. Deze instellingen mogen doctoraten uitreiken (Promotionsrecht) en kunnen bijkomende academische prestaties in onderzoek of onderwijs certificeren (Habilitationsrecht). Numerus clausus bestaat voor een aantal studierichtingen. Meestal opgedeeld in twee fasen. Het Grundstudium eindigt met een tussentijds examen en het Hauptstudium eindigt met het eindexamen. Staatsexamen voor opleidingen met groot maatschappelijk belang zoals lerarenopleiding, opleidingen voor arts, tandarts, farmacie en rechten. Dient gevolgd te worden aan een P¨adagogische Hochschule of een universiteit. De toegangsvereiste is een Abitur. Het Studium (eerste deel opleiding) duurt drie of vier jaar en eindigt met een staatsexamen, de Erste Staatspr¨ ufung. Het tweede deel vindt plaats in een Seminar of opleidingscentrum. De theoretische opleiding wordt er verdergezet en er is nu ook praktijkopleiding in een school. Om benoemd te worden dient men te slagen in de Zweite Staatspr¨ ufung. Tweedekansonderwijs: Hessenkolleg of avondschool Volwassenen kunnen in drie jaar voltijdsonderwijs de Hochschulreife behalen om nadien hoger onderwijs te kunnen volgen. Als toelatingsvereiste wordt minstens een diploma Hauptschule en een minimumleeftijd van 19 jaar voorop gesteld. Abendhauptschulen bereiden in ´e´en jaar voor op de Hauptschulabschluss. Om de Realschulabschluss te behalen, heeft men twee jaar nodig. Na ´e´en jaar kunnen de kandidaten de Hauptschulabschluss behalen. In een Abendgymnasium kan men na drie jaar de Hochschulreife behalen. Men moet minstens 19 zijn en een voorbereidende cursus volgen van ´e´en semester voor ze aan de eigenlijke opleiing kunnen beginnen. Na ´e´en jaar kunnen ze de Realschulabschluss behalen en na twee jaar de Fachhochschulreife. lokale onderwijsautoriteiten. Regionaal verkozzen besturen van graafschappen, stedelijke agglomeraties of gemeentes die de wettelijk opgelegde plicht hebben om in te staan voor het verschaffen en organiseren van openbaar onderwijs in hun regio. Department for Education and Skills of het Minesterie van Onderwijs en Beroepscompetenties.
8
Maintained Schools
Independent Schools Nationaal Curriculum
leerprogramma hoofddoelen
Key Stages League tables
Ofsted
Registered Inspector Professional Members
Team
Lay Inspector Framework for the Inspection of Schools
Beacon Schools
Fresh Start gramme
pro-
Her Majesty’s Inspectors
Care Standards Act
Openbare schooltypes die door de staat worden bekostigd. Onderwijs is in principe gratis en deze scholen zijn niet selectief in die zin dat ze moeten openstaan voor leerlingen ongeacht hun capaciteiten. Hangen niet af van het staatsbeleid en worden niet gesubsidieerd. Ze hebben een selectief inschrijvingsbeleid en vragen schoolgeld. Dit definieert de onderwijsinhouden van de leerplichtige leerlingen en is van toepassing voor alle leerlingen in openbare scholen, maar niet verplicht voor onafhankelijke scholen. Het omvat een aantal basisvakken (Foundation Subjects) met kernvakken (Core Subjects): Engels, wiskunde en wetenschappen. Dit beschrijft de minimumkennis, -inzicht en vaardigheden voor elk vak en in elke Key Stage Dit geeft het verwachte niveau (standards) van de leerlingenprestaties aan in termen van niveaubeschrijvingen of beschrijvingen voor het einde van de Key Stage. Key Stage 1 = 7 jaar, Key Stage 2 = 11 jaar, Key Stage 3 = 14 jaar, Key Stage 4 = 16 jaar Ranglijsten van de resultaten op de toetsen op het einde van Key Stage 2 en op de belangrijkste openbare examens en technische kwalificaties. Office for Standards in Education. De inspectie van Engeland. Het is een agentschap dat door de overheid gefinancierd wordt, maar er niet onder ressorteert. De missie is de prestaties in en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door regelmatige kwaliteitscontroles van alle openbare scholen door openbare rapportering en door adviesverlening. Deze is verantwoordelijk voor de leiding van het inspectieteam en voor het doorlichtingsrapport. Hebben doorgaans ervaring in het lesgeven of inspecteren en hebben vooral aandacht voor onderwijskundige aspecten van de school zoals curriculum. Een inspecteur die buiten het onderwijsveld is gerekruteerd. Het bevat eenvoudige richtlijnen voor de onafhankelijke doorlichtingsteams, het beschrijft de evaluatiecriteria (indicatoren), de inspectieprcedures en -methoden en de structuur en de inhoud van het doorlichtingsrapport. Op die manier verloopt elke doorlichting ongeveer op dezelfde wijze en leidt ze tot een betrouwbare en valide evaluatie, onafhankelijk van de samenstelling van het team. Dit zijn scholen met een goed doorlichtingsrapport die vermeld zijn in het jaarrapport van Her Majesty’s Chief Inspector en die aanspraak kunnen maken op extra overheidsfinanciering om een voorbeeldfunctie uit te oefenen. Scholen die onvoldoende halen bij de inspectie worden vaak opgedoekt en opnieuw opgericht met een totaal nieuw crisismanagement, eventueel door priv´efirma’s Nemen zelf weinig of niet deel aan de doorlichting van scholen. Ze inspecteren en rapporteren wel zelf over de kwaliteit van de initi¨ele lerarenopleiding, de onafhankelijke scholen, de LEA’s en over de impact van een aantal overheidsinitiatieven. Ofsted is niet alleen verantwoordelijk voor de inspectie van kleuterscholen, maar ook van de voorziening voor voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang.
9
Autumn Package Pupil Performance
of
Sure Startprogramma
Foundation Stage Early Learning Goals
Foundation Stage Profile
Primary education Infant Schools Junior Schools Comprehensive Schools Grammar Schools
Specialist Schools
City Academies
vakoverschrijdende thema’s (Eng) setting streaming
Een pakketje dat scholen elk jaar krijgen tijdens de herfst. Het levert een hele reeks prestatiegegevens waarbij de school onder andere de leerprestaties en de leerwinst van haar eigen leerlingenpopulatie kan vergelijken met bijvoorbeeld die van scholen met een gelijkaardige leerlingenpopulatie. Hierin worden onderwijs, gezondheid en kinderopvang ge¨ıntegreerd. Het omvat het oprichten van Children’s Centres, vooral bedoeld voor regio’s waarbinnen veel deprivatie van peuters en kleuters aanwezig is. Dergelijke centra combineren dus kleuteronderwijs met gezondheidsvoorzieningen en familiehulp voor onder-vijfjarigen. Een kleuterniveau voor drie- tot vijfjarigen belangrijk voor het voorbereiden op de lagere school. Deze moeten worden nagestreefd bij de kinderen door gesubsidieerde voorzieningen die een of andere vorm van kleuteronderwijs verschaffen. Ze zijn ingevoerd sinds september 2000 en zijn geordend in 6 ontwikkelingsdomeinen. Dit is een document gebaseerd op informele observatie van leerlingen dat het ontwikkelingsniveau aangeeft voor de kinderen aan het leerplichtonderwijs beginnen. Het gaat om een score in een 9puntenschaal voor elk van de 117 indicatoren binnen het referentiekader van de early learning goals. Lager onderwijs voor kinderen van 5 tot 11 jaar. Primary education voor kinderen van 5 tot 7 jaar. Primary education voor kinderen van 7 tot 11 jaar. Openbare secundaire scholen die niet selectief zijn en alle leerlingen toe laten ongeacht hun capaciteiten. Ze verschaffen een breed bereik aan secundair onderwijs. Deze scholen selecteren hun leerlingen op basis van begaafdheid. In regio’s waar er Grammar Schools zijn, is er meestal ook een alternatief voor de leerlingen die op elf jaar niet slagen in het toelatingsexamen voor deze Grammar Schools. Openbare secundaire scholen die toegelaten zijn om in een bepaald domein van het curriculum te specialiseren. Als lokmiddel geldt een aantrekkelijke bijkomende subsidi¨ering voor infrastructuur en werkingsmiddelen. De scholen mogen maximum 10% van hun leerlingen selecteren op de aangeboden specialiteit. Dit zijn nieuwe scholen in probleemregio’s met zeer grote vrijheid. Ze mogen afwijken van het nationaal curriculum en zijn niet gebonden aan loonafspraken voor leraars. Tevens hangen ze niet af van een LEA en kunnen ze volledig vrij beschikken over hun budget. Ze mogen geen schoolgeld vragen en mogen niet selecteren bij de intake. Ze specialiseren in een bepaald domein terwijl ze ook de rest van het volledige curriculum aanbieden. Een sponser uit het bedrijfsleven krijgt in ruil een breed aanbod van die sponser. PSHE, careers education en civic education Het groeperen van leerlingen volgens niveau voor vakken. Het groeperen van leerlingen op basis van hun algemene capaciteiten.
10
GCSE
Gespecialiseerde GCSE Entry Level Awards
Entry to Employmentprogramma GCE A-level
GCE AS qualification
AVCE
NVQ’s
Modern ceship
Apprenti-
Diploma (Eng)
General Certificate of Secondary Education: Een certificaat wordt uitgereikt met de vermelding van het resultaat dat de kandidaat behaald heeft in elk ge¨examineerd vak. De resultaten worden weergegeven op een 8-puntenschaal: A*, A, B, C, D, E, F en G. De kandidaten die er niet in slagen aan de minimale vereisten voor een G te voldoen krijgen een U van unclassified en behalen geen certificaat. Zijn equivalent aan twee algemene GCSE’s Ook hier zal met A*-Gschaal gewerkt worden, maar zullen dubbele graden gegeven worden om aan te geven dat het dubbele kwalificaties zijn. Een aantal kwalificaties in geletterdheid, gecijferdheid en informatietechnologie voor leerlingen die nog niet klaar zijn voor de GCSE’s. Deze moeten leerlingen stimuleren om verder te studeren en worden aangeboden op drie niveaus. In een dergelijk programma kunnen de leerlingen vier dagen per week gedurende minstens 22 weken een vorming krijgen in basisvaardigheden, sociale vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. General Certificate of Education Advanced Level. Het examen heeft plaats op 18 jaar op het einde van de tweejarige Sixth Form. Het gaat om een verdere uitdieping van een vak waarvoor men al bij het GCSE een A, B of C had behaald. Doorgaans legt men 3 vakken af, maar er zijn geen vereisten over maximum of minimum. A,B,C geeft toegang tot universitair onderwijs en D,E leidt tot ISCED niveau 4 of 5B. General Certificate of Education Advanced Subsidiary qualification. Wordt afgelegd in het eerste jaar van de Sixth Form van ongeveer vijf vakken. Het wordt ook beoordeeld van A tot E. Van deze vijf vakken kiezen ze meestal maximum 3 vakken voor een GCE A-level van te halen. Advanced Vocational Certificate of Education. Zijn van technische vakken en worden ook gequoteerd van A tot E. Ze komen grofweg overeen met ´e´en of twee traditionele A-levels. National Vocational Qualifications zijn jobspecifieke beroepsgerichte kwalificaties die in hoofdzaak mikken op mensen die het voltijds onderwijscircuit verlaten hebben. Het gaat om kwalificaties in elf beroepenvelden. Ze kunnen op vijf niveaus bereikt worden en zijn modulair opgebouwd. Wordt meestal gehaald via alternerend leren of Apprenticeship alternerend leren gericht op schoolverlaters jonger dan 18 die geen werk hebben. Ook jongeren tussen 18 en 25 komen in aanmerking, zelf als ze werk hebben. Het bestaat in twee niveaus (Foundation Modern Apprenticeship en Advanced Modern Apprenticeship). Langs de weg van de National Vocational Qualifications is het mogelijk hogerop te geraken en certificaten te halen die gelijkwaardig zijn met de technische GCSE’s of zelfs de technische GCE’s. Begint na Key Stage 3 en is opgebouwd in drie niveaus. Eeen eerste niveau is een introductieniveau, gevolgd door een tweede niveau dat gelijkgesteld is met vijf GSCE’s op niveau A* tot C. Niveau drie is evenwaardig aan drie A-levels A* tot C. Het programma is geori¨enteerd op ´e´en sector uit het bedrijfsleven, maar ondersteund door wetenschappen, wiskunde en talen. Het niveau is van die aard dat toegang tot universitair onderwijs gewaarborgd is.
11
Student Loan Company honours
ordinary Foundation Degrees QTS
Ge¨ıntegreerde model
Postgraduate model
SEN Education Act
Commissie Warnock
SENDA
SENCO d´econcentration Recteur
Hier kunnen leningen worden bekomen om het inschrijvingsgeld van de universiteit te kunnen betalen. Een niveau van Bachelor die nog eens in niveaus wordt opgedeeld: first class, upper second class, lower second class en third class (gaande van grote onderscheiding tot voldoening). De class bepaalt de voortgang in universitaire studies voor Master en doctoraat. Een niveau van Bachelor die niet meer wordt opgesplitst. Een tussenniveau tussen secundair en hoger onderwijs. Qualified Teacher Status die iedereen moet hebben die als leerkracht wil werken in een openbare school. Er zijn twee traditionele routes om het te verkrijgen: Het concurrent model (ge¨ıntegreerde model) en het consecutive model (postgraduate model) Neemt drie `a vier voltijdse jaren lerarenopleiding in beslag waardoor men een onderwijstitel verkrijgt van Bachelor of Education-degree en de QTS. Wordt aangeboden op niveau van hoger onderwijs met twee cycli. De meeste programma’s in dit model zijn gericht op onderwijzen in het lager onderwijs (+ kleuter), maar er zijn er ook voor het secundair onderwijs. Stage gebeurt in minstens twee scholen en bij het vierjarige traject duurt dit minstens 32 weken. Vereist drie of vier jaar universitaire studies in ´e´en of meerdere gespecialiseerde vakken die leiden tot een first degree, gevolgd door een jaar beroepsopleiding leidend tot het Postgraduate Certificate in Education en de QTS. Dit model is traditioneel gericht op lesgeven in het secundair onderwijs. De stage voor het lager onderwijs duurt 18 weken en die voor het secundair 24 weken. Special Educational Needs Meer integratie van kinderen met speciale onderwijsbehoeften in gewone scholen. Deze wet vereist dat alle openbare scholen, met inbegrip van de speciale scholen het nationaal curriculum volgen. Het nationaal curriculum en de bijbehorende toetsregelingen kunnen worden aangepast of er kan een vrijstelling worden verleend aan een kind met een SEN-verklaring. Hierin werd voor het eerst de mogelijkheid van integratie in het reguliere onderwijs van kinderen met enigerlei problemen gesuggereerd. Circa 20 % van de leerlingen had volgens de commissie al dan niet tijdelijk aangepast onderwijs nodig. Dit rapport leidde tot een verhoogde aandacht voor zorgbreedte en voor het identificeren van kinderen met speciale noden. Via de Special Educational Needs and Disability Act wil men onder andere de prestaties van leerlingen met SEN verbeteren door bijvoorbeeld nog meer kinderen in het gewoon onderwijs op te nemen en te houden. Special Educational Needs- co¨ordinator is verantwoordelijk voor de dagdagelijkse implementatie van het SEN-beleid van de school. Het overhevelen van enkele verantwoordelijkheden van het centrale naar het regionale of subregionale niveau. Afgevaardigde van de centrale regering verantwoordelijk voor de zuiver onderwijskundige aangelegenheden in een Acad´emie. Zijn bevoegdheden bevatten alle onderwijsniveaus. Hij superviseert ook de D´epartements binnen zijn Acad´emie. Ze zijn tijdelijk benoemd en worden bij een nieuwe regering en minister vervangen.
12
vier overzeese departementen Inspecteur d’ Acad´emie un programme personalis´e un livret personnel inspecteurs g´en´eraux
GRETA’s
´ Ecoles Maternelles ´ Ecoles Primaires apprentissage mental
fonda-
cycle d’approfondissement Coll`ege
Adaptatiecyclus Centrale cyclus
Ori¨entatiecyclus
Brevet
Baccalaur´eat G´en´eral drie profielen van het algemeen lyceum (Fr) Brevet de Technicien
Guadeloupe, Guyane, R´eunion, Martinique Staat aan het hoofd van een Inspection d’ Acad´emie en werd benoemd door de president. Hij is directeur van de onderwijsdiensten van het departement. Zijn hi¨erarchische overste is de Recteur. Het tijdelijk bijwerken van leerlingen met een achterstand in de competenties via een handelingsplan Een portfolio voor iedere leerling waarbij zijn evolutie in het bereiken van deze basiscompetenties wordt weergegeven. Een korps algemene inspecteurs die de kwaliteit van het onderwijs bewaken. Ze zijn centraal in Parijs werkzaam en moeten van daaruit het hele Franse gebied per vakgebied overzien, maar ook de zogenaamde vie scolaire, zeg maar buitenklasactiviteiten in de scholen. Ze zijn ook betrokken bij de leerplanconstructie, bij de leiding van de nascholingsinitiatieven en allerlei juridische controles. ´ Groupements d’ Etablissements of regionaal gegroepeerde scholen die instaan voor nascholing van leerkrachten en personeelsleden van het onderwijs. Scholen die voorschools onderwijs organiseren voor kinderen van twee tot vijf jaar. Onderwijsinstellingen voor lager onderwijs voor kinderen tussen zes en elf jaar oud. Cyclus van het aanvankelijk leren. De leergebieden zijn nog analoog met die van de kleuterschool, waarbij aanvankelijk lezen en rekenen beklemtoond wordt. Ook sensibilisering voor vreemde talen komt aan bod. De verdiepende cyclus waarbij eer vakken op het programma komen. Er is ook een opleiding tot een eerste brevet in ICT, voornamelijk gericht op het gebruik van internet, op het einde van de lagere school. De school voor lager secundair onderwijs. Het is de enkge onderwijsvorm voor kinderen die het lager onderwijs hebben be¨eindigd. Het onderwijs duurt er vier jaar. de Sixi`eme waarin de leerlingen een vreemde taal kiezen. De Cinqui`eme waarin het onderwijs in scheikunde en fysica begint en waarbij men bijkomend ook Latijn kan kiezen. De Quatri`eme waarbij een tweede vreemde taal wordt gekozen. De Troisi¨eme waarbij een mogelijke en voorlopige keuze wordt gemaakt voor het hoger secundair onderwijs. Klemtonen worden gelegd door middel van keuzevakken (Grieks, derde vreemde taal, drie uur exploratie van beroepen of zes uur exploratie van beroepen). Wie voor zes uur kiest mag de tweede vreemde taal laten vallen en gaan vrijwel zeker naar het beroepsonderwijs. Nationaal diploma op het einde van de Troisi`eme. Dit diploma wordt door de school uitgereikt op basis van een schriftelijke examens op basis van permanente evaluatie in de Quatri`eme en de Troisi`eme. Nationaal diploma aan het einde van de lyc´ees d’enseignement g´en´eral et technologique dat toegang geeft tot het hoger onderwijs. Litt´eraire, Economique et Sociale, Scientifique. Binnen het technisch lyceum is er hier een leerweg voor. Dit brevet geeft toegang tot de arbeidsmarkt, maar men kan ook verder studeren voor de Brevet de Technicien Sup´erieur.
13
Lyc´ee Professionel
Certificat d’Aptitude Professionelle
kapitaliseerbare eenheden ´ Brevet d’Etudes Professionelles
Baccalaur´eat Professionel
junior leerlingstelsel Alternerend leren
Licence Maˆıtrise Doctorat Diplˆ ome Universitaire de Technologie Brevet de Technicien Sup´erieure ´ Grandes Ecoles
Beroepslycea die opleiden tot een beroepskwalificatie. Tijdens een tweejarige studie bereiden leerlingen zich voor op examens waarmee ze een van de volgende certificaten kunnen behalen: Certifi´ cat d’Aptitude Professionelle, Brevet d’Etudes Professionelles, Baccalaur´eat Professionel. Dit is een kwalificatie om een beroep te kunnen uitoefenen. Er zijn ongeveer 200 specialisaties. Het CAP duurt 1 tot 3 jaar en is georganiseerd in kapitaliseerbare eenheden. Dit vergemakkelijkt de toegang tot de arbeidsmarkt door deelcertificaten uit te reiken voor wie niet de volledige CAP haalt. De niet behaalde modules kunnen nog binnen levenslang leren worden gekapitaliseerd. Modules van het modulair systeem in Frankrijk Het gaat om een kwalificatie als geschoold arbeider of werknemer. De component algemene vorming is sterker uitgewerkt dan bij het CAP waardoor de afgestudeerden beter kunnen doorstromen naar het Baccalaur´eat Professionel. Er zijn een 50-tal specialiteiten. Studenten met een CAP of met een BEP kunnen een beroepsloopbaan beginnen of zich voorbereiden op een BAC pro. Deze BAC pro vereist twee jaar bijkomende studie en geeft rechtstreeks toegang tot de arbeidsmarkt of men kan er hogere studies mee aanvangen. Er zijn 48 specialisaties. Een systeem waarmee de weinig gemotiveerde leerlingen van veertien tot zestien worden opgevangen. Het leerlingstelsel maakt het mogelijk om een diploma te behalen en tegelijkertijd te werken. Het is bedoeld voor studenten tussen 16 en 26 jaar. Het leren via een leercontract combineert het verwerven van competenties onder begeleiding van een stagebegeleider in een bedrijf en een theoretische opleiding in een Centre de Formation des Apprentis. De opleidingsduur varieert van 1 tot 3 jaar en er wordt in een salaris voorzien, afhankelijk van de leeftijd en de duur van het contract. Een andere benaming voor bachelor. Kan zowel professioneel als academisch. Een masteropleiding van 2 jaar. Naast academische zijn er ook professionele. Uitgereikt na drie of vier jaar onderzoekswerk. Het gaat om 24 specialiteiten uit de dienstensector of productiesector. Vaak is een selectieproef vereist en ze worden gegeven aan Technische instituten. De Sections de Technologie Sup´erieure of speciale technisch secties binnen bepaalde lycea leiden op voor dit Brevet. Er zijn 88 specialiteiten. Staan in Frankrijk nog hoger aangeschreven dan de universiteiten. Er is een strenge toegangsselectie die aanvangt in de Classes ´ Pr´eparatoires aux Grandes Ecoles. Toegang hiertoe verkrijgt men enkel met zeer hoge scores op het baccalaureaat en een excellent schooldossier. De opleidingen duren 5 tot 6 jaar. Het gaat om allerlei beroepsopleidingen op hoog niveau.
14
Lerarenopleiding (Fr)
professeur d’´ecole professeur certifi´e professeur agr´eg´e la formation continue openbaar onderwijs
bijzondere scholen
confessionele scholen
Algemeen scholen
bijzondere
Vrijheid van inrichting
Agentschap Centrale Financi¨en Inspectie van het onderwijs
Onderwijsraad
Leraren volgen een opleiding aan een universitair instituut voor lerarenopleiding (Institut Universitaire de Formation des Maˆıtres). Men moet minstens een Licence hebben. Na het eerste theoretische jaar volgt het concours of rekruteringsexamen. Dit is een nationaal examen waarbij de studenten vergeleken en gerangschikt worden. Voordien moet al 20 uur stage zijn gelopen. Als men geslaagd is kan men starten aan het tweede praktische jaar en ontvangt men het salaris van een professeur stagiair. Op het einde van het tweede jaar worden de stagiairs ge¨evalueerd en benoemd. Leraar voor kleuter en lager onderwijs Leraar voor het secundair onderwijs Leraar die zowel in het secundair als in het hoger onderwijs terecht kan. Vereist een maˆıtrise. permanente vorming die zich richt op verschillende doelgroepen en vrijwel alle onderwijssectoren bevat. Dit onderwijs wordt ingericht door de gemeente, die moet zorgen voor voldoende aanbod. Daarnaast heeft ze vaak de functie van bevoegd gezag voor haar onderwijs, die steeds vaker wordt gedelegeerd naar een breed samengestelde raad in de gemeente of de gemeentelijke stichting. Komen verder uit particulier initiatief. Het zijn privaatrechtelijke scholen die worden bestuurd door een verenigings- of stichtingsbestuur. Ze worden niet door de staat ge¨ınstitueerd maar er wel door gefinancierd. Een type bijzondere school. Hieronder vallen de rooms-katholieke, protestants-christelijke, joodse, islamitische en enkele hindoescholen. Ook zogenaamde vrije scholen die de antroposofische gedachte van Rudolf Steiner volgen horen hierbij. Een type bijzondere school. Deze scholen gaan uit van de gelijkwaardigheid van levensbeschouwing en combineren dit vaak met onderwijs dat gebaseerd is op bepaalde pedagogisch-didactische principes en methoden. Het bijzonder onderwijs heeft de vrijheid om het onderwijs vanuit eigen denkbeelden te organiseren. Er dient wel rekening gehouden te worden met de kwalitatieve maatstaven die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) in de onderwijswetgeving vastlegt. Is belast met de uitvoering van de regelgeving op het gebied van de bekostiging en het verzamelen van informatie. Houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en bevordert de onderwijsontwikkelingen via contacten met de onderwijsinstellingen. Het toezicht sluit aan op de eigen kwaliteitszorg door de onderwijsinstelling. De zelfevaluatie van de instelling vormt het uitgangspunt voor een inspectieonderzoek. De inspectie onderzoekt jaarlijks elke instelling, maar de omvang en diepgang van het onderzoek hangt af van het kwaliteitsniveau. Is het wettelijk adviescollege van de regering en het parlement op gebied van onderwijs. Het is een onafhankelijk adviesorgaan, bestaande uit deskundigen, dat adviseert over de hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op gebied van onderwijs.
15
Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid Tussendoelen Leerlijnen SLO
NICL
schoolplan
schoolgids
landelijke gids
onderwijs-
VMBO
Leerweg
Theoretische leerweg Gemengde leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Sectoren Afdelingsvak
Dit is het wettelijk adviesorgaan van de regering voor het wetenschaps- en technologiebeleid. Deze raad is onafhankelijk en kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Bieden houvast voor het aanbod in de afzonderlijke leerjaren van het primair onderwijs. Geven onder andere vakconcepten en pedagogische en organisatorische aanwijzingen. Instituut voor Leerplanontwikkeling vervult een belangrijke rol bij het ter beschikking stellen van voorbeeld-leerplannen, leerlijnenen analyses van leermiddelen. Nationaal Informatiecentrum Leermiddelen, een onderdeel van het SLO maakt een overzicht van onderwijsleermiddelen, gescreend volgens een aantal criteria, zodat scholen bestaande en nieuwe onderwijsleermiddelen kunnen beoordelen. Hierin beschrijft de school onder meer ten behoeve van de inspectie de hoofdlijnen van haar beleid. Het geeft daarmee inzicht in het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het kwaliteitsbeleid en geeft specifieke informatie van de school. De keuze voor leerstof en didactische werkvormen moet hierin beschreven worden. Het moet om de vier jaar herzien worden. Hierin beschrijft de school ten behoeve van de ouders en leerlingen de doelen die ze nastreeft en het eigen functioneren en rapporteert zij over bereikte resultaten. Uitgegeven door het ministerie. Informeert ouders en leerlingen van het basisonderwijs over hun rechten en plichten tegenover de school. De opzet is het verbeteren van de schoolkeuze en het meer betrekken van de ouders en leerlingen bij het functioneren van de school. Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs ontstaan uit samenvoeging van het voorbereidend beroepsonderwijs, het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en sommige vormen van het voortgezet speciaal onderwijs. Het is niet bedoeld als finaliteitsonderwijs, maar legt de grondslag voor aansluitend beroepsonderwijs. Na de basisvorming van 2 jaar kiezen de leerlingen een leerweg, een sector en een beroepsgericht vakkenpakket. Dit is een route die een leerling volgt van de basisvorming naar het onderwijs dat daarop aansluit. Het is een route die rekening houdt met verschillen in leerstijlen van leerlingen, een keuze voor een leerweg wordt namelijk gezien als een keuze voor een manier van leren, van meer theoretisch naar meer praktisch gericht onderwijs. Geeft toegang tot de middenkader- en vakopleidingen in het MBO of onder bepaalde voorwaarden het HAVO Ligt qua niveau dicht bij de theoretische leerweg, en bereidt de leerlingen voor op middenkader- en vakopleidingen in het MBO Richt zich op de praktijk en bereidt de leerlingen voor op middenkader- en vakopleidingen in het MBO Geeft uitsluitend doorstroommogelijkheden naar de basisberoepsopleidingen in het MBO Er zijn er 4: techniek, zorg en welzijn, economie, landbouw. Een beroepsgericht programma die voorbereidt op ´e´en specifieke vervolgopleiding.
16
Intrasectoraal gramma
pro-
vakkenpakket
Leerwegondersteunend onderwijs
Praktijkonderwijs
VWO atheneum gymnasium lyceum de vier profielen van VWO en HAVO landelijke of opleidingsfixus
arbeidsmarktfixus instellingsfixus
maatschappelijke variant van WO-master educatieve variant van WO-master onderzoeksvariant van WO-master HBO
associate degrees
Een beroepsgericht programma die de keuze voor ´e´en epaald vak binnen de leerweg uitstelt en een bredere basis biedt dan een afdelingsvak. Bestaat uit een herkenbaar samenhangend geheel van vakken en beroepsgerichte programma’s en is opgedeeld in een gemeenschappelijk deel, een sectorgebonden deel en een vrij deel. Dit tijdelijk te benutten onderwijs is bestemd voor leerlingen met hiaten, achterstanden of (gedrags-)problemen, maar in principe met voldoende capaciteiten om een VMBO-diploma te kunnen halen. Hiertoe worden bijzondere voorzieningen getroffen op orthodidactisch of orthopedagogisch vlak. De leerlingen ontvangen zorg op maat; duur en vorm worden per individu bepaald. Gericht op leerlingen van wie wordt verwacht dat zij, ongeacht langdurige ondersteuning, de leerwegen niet met een diploma zullen afsluiten. Het is een rechtstreekse voorbereiding op de regionale arbeidsmarkt. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs waarbij men kan kiezen uit drie schooltypes: atheneum, gymnasium en lyceum. Hier wordt soms Latijn of Grieks gegeven als keuzevak. Alle leerlingen krijgen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Hier kiezen de leerlingen zelf voor het gymnasium of het atheneum cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid, natuur en techniek. Dit wordt gehanteerd wanneer het gezamenlijk aantal plaatsen van alle instellingen die de desbetreffende opleiding aanbieden te beperkt is. Eerst wordt geloot voor de opleiding en vervolgens voor de instellingen. Hier overstijgt het aanbod aan afgestudeerden van een bepaalde opleiding de vraag op de arbeidsmarkt gedurende een langere periode. De totale capaciteit van alle instellingen die de opleiding inrichten is toereikend om alle studenten in te schrijven, maar het aantal plaatsen in en of meerdere instellingen is echter niet voldoende. Voorbereiding op het bedrijfsleven of andere maatschappelijke functies. Voorbereiding op het beroep van leraar. Voorbereiding op een wetenschappelijke carri`ere, bijvoorbeeld promotie. Hoger beroepsonderwijs geeft een theoretische en praktische basis voor het uitoefenen van een speciiek beroep dat een hogere beroepskwalificatie vereist. Aan de meeste opleidingen is een stageperiode verbonden. Het HBO is georganiseerd in zeven onderwijsgebieden en kan zowel voltijds als deeltijds gevolgd worden. Toelatingsvoorwaarden zijn: diploma van VWO of HAVO, of een middenkader- of specialistenopleiding gevolgd hebben. Opleidingen op het niveau van subdegree.
17
Open Universiteit
Lerarenopleiding voor het basisonderwijs
tweedegraads bevoegdheid eerstegraads bevoegdheid De vier beroepsrollen van leraars MBO
Leerlinggebonden financiering
merit pay
rugzaksysteem
categoriale school nulcurriculum
Is een instelling voor afstandsonderwijs, die opleidingen aanbiedt op het niveau van het wetenschappelijk onderwijs. Het is opgericht met als doel het hoger onderwijs toegankelijk te maken voor volwassenen die om uiteenlopende redenen er niet in geslaagd zijn een hoger onderwijsdiploma te behalen. Aan deze maatschappelijke taak wordt vorm gegeven door een open toelatingsbeleid, door de didactische keuze voor begeleide zelfstudie en door de vrijheid die studenten hebben om zelf de plaats, tijd en tempo van het studeren te bepalen. Dit is een hogere beroepsopleiding waarvoor je een VWO, HAVO of MBO-diploma moet bezitten. De opleiding kan zowel voltijds als deeltijds worden gevolgd en heeft in principe een studiebelasting van vier jaar. Met het getuigschrift heb je een volledige bevoegdheid om les te geven aan de basisschool in alle vakken en aan alle leeftijdsgroepen, het speciaal onderwijs en de basiseducatie. Hiermee kan een leraar lesgeven in de eerste drie leerjaren van het VWO en het HAVO en alle leerjaren van het VMBO en het MBO. Hiermee kan een leraar op alle niveaus voortgezet onderwijs lesgeven. interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en vakdidactisch, organisatorisch. Middelbaar beroepsonderwijs voor leerlingen vanaf 16 jaar. Het omvat 5 soorten opleidingen, die aansluiten bij vier kwalificatieniveaus van SEDOC. Alle opleidingen kunnen in principe twee leerwegen bevatten: de beroepsopleidende met tussen 20 en 60% beroepspraktijkvorming en een beroepsbegeleidende leerweg met meer dan 60% beroepspraktijkvorming Geeft de ouders van gehandicapte kinderen de mogelijkheid om te kiezen tussen regulier en speciaal onderwijs. De leerlingen krijgen een leerlinggebonden budget waarmee personele en materi¨ele middelen en aanpassingen die voor de opvang nodig zijn kunnen mee worden gesponserd. is een moderne variante van ’payment-by-results’. Leraars worden meer betaald naar mate er meer leerlingen slagen in de (centrale) toetsen. rugzakje is het geld dat ouders krijgen om zelf een school te kiezen voor hun kind en het geld dan aan die school te geven. Bestaat in Nl voor zwaar gehandicapte kinderen. Andere term in het Engels: ’voucher’. School waar kinderen reeds vroeg worden georinteerd in een bepaalde strudierichting. Tegenstelling met comprehensief onderwijs. inhouden die bewust of onbewust niet in een curriculum worden gezet. Bv alternatieve zienswijzen