Buiten de kist denken Ellis van der Does
Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................3 1. Eigen ervaringen..................................................................................................3 2. Voorbereiden op een uitvaart.............................................................................4 3. Beeld en ritueel van een persoonlijke uitvaart ….............................................5 4. De ritueelbegeleider.............................................................................................5 5. Rituelen in andere culturen................................................................................6 6. Inspirerende voorbeelden...................................................................................9 7. Angst voor de dood............................................................................................12 8. Beeldtestamenten Conclusie.............................................................................................................17
Bijlage A. Zo zijn westerlingen de laatste eeuwen met de dood omgegaan......................19 B. Het rouwproces.................................................................................................20 C.Rituelen bij uitvaart............................................................................................22 D.Wat uitvaartondernemingen aanbieden..............................................................24 E. Persoonlijke uitvaart? Geen goed idee!.............................................................24 F. Hoge kosten.......................................................................................................25 Bronvermelding ..................................................................................................26
Inleiding Mijn scriptie gaat over de rol die een illustrator kan spelen bij een persoonlijke uitvaart. De uitvaarten die ik heb bijgewoond heb ik als zeer onbevredigend ervaren. Bij het verlaten van de zaal dacht ik telkens: zo zou ik het niet willen. Wat ik vooral niet zou willen missen op mijn eigen uitvaart is het hebben van beeld. Het is prachtig als mensen je toespreken en de muziek gedraaid wordt die jij mooi vond en waar de nabestaanden troost in kunnen vinden. Maar beelden zijn overal om ons heen, dus waarom dan niet op onze uitvaart? Niks is mooier dan beeld dat iets zegt over de overledene, maar wat de toeschouwer ook nog iets extra's geeft, zoals troost of verzoening. Tijdens mijn afstuderen onderzoek ik hoe het mogelijk is om als illustrator beeld te maken dat gebruikt kan worden in de periode rondom de uitvaart. Het gaat mij in de eerste plaats om de beelden zelf, en om er een pakkende vorm voor te vinden. Maar ik wil ook onderzoeken hoe je tot zulke beelden kunt komen. Hoe kan een illustrator in overleg met mensen die het aandurven als illustrator beeld te maken, dat kan worden ingezet voor, tijdens en na een persoonlijke uitvaart. Voordat ik mijn specifieke onderwerp vond, heb ik uitvaart in een veel bredere context onderzocht. Wat was de westerse houding tegenover de dood door de jaren heen? Welke fasen kent het rouwproces? Welke (persoonlijke) rituelen waren er, in onze en in andere culturen? Al deze informatie staat nu in bijlagen, om er voor te zorgen dat de scriptie zelf vooral over het hoofdonderwerp gaat: de rol van een illustrator bij een persoonlijke uitvaart en de voorbereidingen daarop.
1. Eigen ervaringen De eerste uitvaart die ik me kan herinneren, is die van mijn tante Hennie. Ik weet dat ik er geweest ben, maar wat er tijdens de uitvaart gezegd en gespeeld is weet ik niet meer. Bij tante thuis stonden altijd nep bloemen gemaakt van panty's in de kast, we kregen altijd wat lekkers van haar en boven was een cross-trainer waar ik de grootse lol op had. Niets in de uitvaart kwam overeen met het beeld en de herinneringen die ik van mijn tante had. Een aantal jaren later was de crematie van mijn opa. Voor de uitvaart lag hij een aantal dagen bij mijn oma opgebaard. Dat was bijzonder; ik had nog nooit eerder een overledene gezien. Tijdens de dienst heb ook ik gesproken, al waren het hooguit twee zinnen. Wel heel eng om voor zo'n grote overvolle zaal te spreken. Bij de crematie van mijn oma van vaderskant werd de kist naar binnen gedragen door een deel van de kleinzonen. Bij mijn oma van moederskant stond de kist al in de zaal, maar ik en m'n broertje hadden hem onmogelijk kunnen tillen, want we waren de enige kleinkinderen. Bij geen van deze uitvaarten heb ik zelf iets gezegd of gedaan, dat was me toch niet zo goed bevallen. Ik ben niet religieus opgevoed. De uitvaarten die ik heb meegemaakt vonden allemaal plaats in een uitvaartcentrum. De ruimtes in deze centra ervaar ik als kaal en sfeerloos. Het enige dat wat sfeer brengt zijn de bloemen en kaarsen bij de kist. De rijen stoelen zijn gevuld met in het zwart gehulde genodigden. Tijdens de bijeenkomst nemen een aantal mensen het woord en worden er muziekstukken gespeeld, live of via een geluidsband. De genodigden luisteren in stilte. Na de samenkomst is er ook nauwelijks ruimte voor conversatie, omdat iedereen langs de nabestaande(n) schuifelt om ze te condoleren en snakt naar koffie met iets erbij. Er zijn twee dingen die ik mis bij de uitvaarten die ik heb bijgewoond. Het eerste is beeld. Tijdens alle uitvaarten zijn de overledenen geëerd in gesproken woord. Nabestaanden die dicht bij de
overledenen stonden hebben mooie en dierbare herinneringen gedeeld met de aanwezigen. Tussen de voordrachten van de verschillende sprekers werd muziek gedraaid die voor de overledene veel betekend heeft. Als illustrator ben ik de aangewezen persoon om beeld te leveren dat ingezet kan worden rondom een uitvaart. Om dit op gepaste wijze te doen moet je contact hebben met de betrokkenen; het liefst met mensen die voor hun overlijden geholpen willen worden symbolen te vinden die weergeven wat hen in hun leven geraakt heeft. Het ritueel kan dan in de basis blijven zoals het is, maar er worden beelden toegevoegd op plekken waar ze een verrijkende rol kunnen spelen. Tijdens mijn afstuderen maak ik beelden voor drie verschillende individuen. Alle beelden zullen verschillend zijn, want ze zijn gemaakt aan de hand van gesprekken die ik met de desbetreffende persoon gehad heb. De toepassingen van de beelden zullen ook verschillen. Wij kiezen toepassingen die bij de personen en hun belevingswerelden passen. De beelden voor de verschillende personen zullen worden opgeborgen in een doos. Deze doos is makkelijk op te bergen, maar kan ook makkelijk te voorschijn worden gehaald als er behoefte aan is. Elke doos zal uniek zijn, en passen bij de persoon. Het tweede dat ik mis is de voorbereiding op een uitvaart. Bij het voorbereiden van mijn oma's crematie merkte ik hoe weinig tijd ervoor is. De afscheidsdienst komt voort uit de voorbereidingen in de week ervoor. In een kleine twee uur moesten we beslissen wat we wilden. Ik heb meegeholpen met het kiezen van de kist, de kaart en de bloemen. Alles kan uit een catalogus gekozen worden. Wat me opviel is dat je eigenlijk kiest wat je het minst lelijk vindt, in plaats van te kiezen wat je het mooiste vindt. De meeste opties waren absoluut niet mijn smaak, sommige opties konden ermee door voor mijn oma. Maar er zat niets bij wat echt liet zien wie mijn oma was en waar ze van hield, het was niet persoonlijk. Bovendien had de overledenen zijn of haar wensen niet of nauwelijks gedeeld met de nabestaanden. De catalogus van de uitvaartondernemer is te vermijden als je van tevoren nadenkt over hoe jij het zou willen. Er zijn weinig mensen die dat doen, want nadenken over je eigen uitvaart dat doe je toch niet?! Ik wil laten zien dat als je het aandurft en de tijd neemt om over jouw afscheid na te denken je iets heel moois kan creëren. Als illustrator zou ik de mensen graag willen helpen aansprekend beeldmateriaal vorm te geven, dat gebruikt kan worden voor, tijdens en na de uitvaart.
2. Voorbereiden op een uitvaart Om een indruk te krijgen hoe mensen in het verleden met de dood omgingen, heb ik de boeken Western Attitudes Toward Death van de historicus Aries (1) en The Loneliness of the Dying, van de socioloog Elias (2), gelezen. Een samenvatting vindt u in bijlage A. In deze boeken wordt de westerse kijk op de dood geanalyseerd. Zowel het boek van Aries als dat van Elias vond ik zeer interessant. De boeken maken duidelijk dat hetgeen wat ik nu mis tijdens een uitvaart er vroeger soms wel is geweest. De dood was vroeger zichtbaar en dichtbij, met als gevolg dat er opener over gepraat werd en mensen het normaal vonden zich op hun dood voor te bereiden. Ik zou het mooi vinden als mensen tijdens hun leven weer een persoonlijk afscheid zouden voorbereiden. Eeuwen geleden namen mensen zelf verantwoordelijkheid en legde hun wensen en overtuigingen vast in een testament. Tegenwoordig gaan mensen naar de notaris om hun zakelijke testament op te laten stellen, maar men stelt geen document op voor zijn of haar uitvaart. Ik zou als beeldnotaris willen fungeren. Aan de hand van interviews maak ik beelden waarin je de overledene herkent en ik geef die beelden een toepassing. Al het materiaal dat zo ontstaat wordt samengevoegd in een doos; een beeldtestament. Lange tijd werd er met gemak over de dood gepraat, nu is het een onderwerp wat niet makkelijk aangesneden word. Mensen zouden weer vrij-uit over de dood moeten kunnen praten. Mijn service zal dan ook laagdrempelig zijn. Mensen moeten makkelijk bij mij aan durven kloppen om over hun leven te praten en hoe dit in aansprekende beelden te vangen.
Vanaf de achttiende eeuw begonnen mensen emoties te tonen bij het overlijden van een dierbare. Dit was van korte duur, want aan het begin van de twintigste eeuw was het alweer een taboe. Toch zijn er verschillende fasen in het rouwproces, waarvan sommige vaak heftig en emotioneel zijn; zie bijlage B. Als iemand waar je veel om geeft overlijdt, is het logisch dat je emotioneel bent. Wanneer er op een uitvaart iets gezegd, gespeeld of getoond wordt in beeld waarin je de overledene herkend, brengt dat bepaalde emoties met zich mee. Het zou geen schande moeten zijn die te tonen.
3. Beeld en ritueel van een persoonlijke uitvaart Ik heb goed gekeken hoe het ritueel in een uitvaartcentrum meestal verloopt; zie bijlage C voor een overzicht. Deze rituelen wil ik niet zozeer veranderen, maar ik wil er beelden aan toe voegen op plekken waar dat goed zou zijn. Mensen vinden het nu moeilijk om zich uit te drukken rondom de dood. Ik wil mensen helpen om beelden te vinden die duidelijk maken hoe zij zich voelen of hoe zij over bepaalde zaken denken. Ik help het ritueel meer diepgang te krijgen door unieke beelden te creëren die iets over de overledene vertellen. De beelden zijn dus absoluut niet bedoeld om het ritueel alleen maar mooier te maken, maar om het extra betekenis te geven. Dat er steeds meer kan en mag is meegenomen, maar het belangrijkste is dat er vraag is naar een persoonlijke uitvaart. Het is duidelijk dat nabestaanden behoefte hebben aan een persoonlijke element in de uitvaart. Natuurlijk weten de nabestaanden het een en ander over de overledene, informatie die ze in kunnen zetten bij de voorbereidingen op de uitvaart. Toch denk ik dat een uitvaart nog persoonlijker wordt als mensen, net als in het verleden, hun uitvaart zelf voorbereiden. Begin je uitvaart vorm en inhoud te geven terwijl je nog leeft. Zo zou je de nabestaanden ook dingen kunnen zeggen die je nooit in persoon hebt durven zeggen, of je kunt bepaalde zaken extra benadrukken zodat er geen twijfel over mogelijk is. Ik help mensen zo een uitvaart persoonlijk te maken door dit in beelden te vangen. Nu er meer mogelijk is, zorgen uitvaartondernemingen er ook voor dat er meer komt. Maar er worden ook veel producten op de markt gebracht die naar mijn idee helemaal voorbij gaan aan het doel van een uitvaart: rouwen om de overledene; zie bijlage D. Ik kan me niet voorstellen dat je waardig afscheid van iemand neemt als hij of zij in een kist in de vorm van een iPhone ligt. Ik vind het ook een bezwaar dat veel gadgets maar voor een beperkte doelgroep toepasbaar zijn. Een kist van een Ferrari zal niet snel gebruikt kunnen worden voor een wielrenner. Ook geven ze een eenzijdig beeld van de overledene. Wat als iemand in een Ferrari rijdt, tevens ruimtevaarder is en poedels fokt? Welk thema kies je dan? Of worden ze allemaal gemixt? Gadgets, duurzame uitvaarten of de ideeën van de ontwerpbureaus zijn geen bruikbare alternatieven, omdat ze nauwelijks universeel zijn. Daarom ga ik er verder ook niet op in. Dit soort producten zijn geen inspiratiemateriaal voor mijn eigen project. In mijn project belicht ik meerdere kanten van de overledene. Zelfs als een van mijn klanten een enorme Ferrari-fan is, zou ik geen Ferrari schilderen, maar in beeld proberen uit te drukken wat deze persoon zo wild maakte van een rode sportauto. Was het de snelheid waarmee hij over de weg scheurde of de herinnering aan zijn vader die er ook gek op was? Het verhaal achter een voorwerp is veel interessanter dan het voorwerp zelf. Nabestaanden vinden zo de diepgang op een uitvaart waar ze naar op zoek zijn.
4. De ritueelbegeleider De vraag naar een persoonlijke uitvaart met meer diepgang groeit in Nederland, maar niet iedereen is in staat die zelf te organiseren. Een ritueelbegeleider kan je helpen de uitvaart van een dierbare persoonlijk te maken. Een ritueelbegeleider werkt symbolisch, ze zoeken met de nabestaanden naar symbolen die voor de overledene staan, bijvoorbeeld licht. Tijdens de uitvaart kunnen dan
handelingen worden verricht waarin het symbool, zoals kaarsjes aansteken, centraal staat. De ritueelbegeleider houdt ook na de uitvaart contact met de nabestaanden. (21) Wat ik erg goed vind aan de inzet van een ritueelbegeleider is dat er naar een persoonlijk symbool wordt gezocht. Bij de uitvoering van het persoonlijk symbool wordt vaak een handeling verricht, die diepgang heeft en tot nadenken stemt. Toch lijkt de uitvoering van het persoonlijk symbool wat tam te blijven. De ritueelbegeleiders werken met de nabestaanden en niet, zoals ik van plan ben, ook met levende mensen. De nabestaanden moeten met hulp van de ritueelbegeleider alles in korte tijd bedenken en regelen, wat moeilijk is. Helemaal als je bedenkt dat de nabestaanden net een dierbare hebben verloren, dat is voor de meeste mensen niet het moment waarop ze het creatiefste zijn. Wel goed vind ik dat de ritueelbegeleider het niet in attributen zoekt, zoals een aangeklede kist, maar in het symbolische en dat ze er een rituele handeling van proberen te maken. Vaak ontstaat er na de handeling een betekenisvol beeld, bijvoorbeeld een cirkel van aangestoken kaarsjes. Ik wil als illustrator ook zoeken naar beelden die iets over de overledene vertellen. Dat kan zowel driedimensionaal zijn als tweedimensionaal. Het belangrijkste is dat de toepassing en het formaat bij de overledene passen. Mensen zullen op verschillende momenten voor, tijdens en na de uitvaart met mijn beelden in aanraking komen. Misschien zullen niet alle genodigden alle beelden zien, maar zeker een aantal. De beelden die ik maak zijn niet alleen bestemd voor de naaste familie, zoals dat wel vaak is bij de uitvaarten die een ritueelbegeleider begeleid, maar voor iedereen die bij de uitvaart betrokken is. Ritueelbegeleider Overtoom schrijft in zijn boek (22) dat veel nabestaanden bang zijn om fouten te maken, en dat staat de creativiteit in de weg. Afscheidnemen is een eenmalige gebeurtenis. Het is een uitdaging om daarbij je eigen creativiteit in te zetten. De nabestaanden moeten goed beseffen dat niets fout is. Het zou niet nodig moeten zijn nabestaanden op te zadelen met de zware taak binnen korte tijd heel creatief te zijn. Mensen kunnen zelf hun beeldtestament op tijd laten vastleggen, zodat de nabestaanden de inhoud daarvan kunnen ondergaan. Zo hoeven zij in een rouwperiode niet veel te regelen.
5. Rituelen in andere culturen Creativiteit leidt tot het ontstaan van nieuwe rituelen en nieuwe beelden. Volgens Eric Venbrux, auteur van Rituele creativiteit (26), zijn de nieuwe rituelen vaak een heruitvinding van oudere dodenriten, zowel uit het westen als uit andere culturen. De herontdekte rituelen worden aangepast en met elkaar gecombineerd, om zo een nieuw ritueel te vormen. Omdat ik voor mijn project op zoek ben naar nieuwe input om beelden op te baseren, ben ik gaan zoeken naar de vormgeving van uitvaarten in andere culturen, zoals Bali, Ghana, Suriname, Latijns Amerika, Tibet en modern China. (27) Het is interessant te zien hoe beelden daar een rol in spelen, en hoe open de uitvaart vaak wordt voorbereid. Bali De meeste Balinezen zijn hindoes en willen gecremeerd worden. De datum van de uitvaart wordt door een priester berekend. Er kan dus nogal wat tijd zitten tussen de sterfdatum en de crematie, tijd die de familie zeker nodig heeft voor alle voorbereidingen. Het lichaam wordt in de tussentijd tijdelijk begraven. Op de dag van de crematie wordt het lichaam versierd. Soms is er niet veel meer van het lichaam over, omdat er teveel tijd tussen het overlijden en de crematie heeft gezeten. Dan wordt er een pop gebruikt. De familie gebruikt samen een maaltijd en vooral voor de kinderen is er een poppenspeler die een schaduwspel opvoert. Nadat de rituelen thuis zijn afgerond, wordt het lichaam naar het crematieveld begeleid door een feestelijke optocht. Het stoffelijk overschot wordt vervoerd in een grote stier. Onderweg worden er verschillende offers gebracht en de overledenen krijgen veel voorwerpen mee.
Bali: Wayang Lemah poppenspel
Ghana Ook in Ghana gaat er veel tijd zitten in het organiseren van de begrafenis, deze duurt meestal het hele weekend. Vaak worden er posters en billboards gemaakt om de begrafenis aan te kondigen. Op vrijdag wordt het lichaam uit de koelcel gehaald, waar het zo lang bewaard is, en naar huis gebracht. De overledene wordt mooi aangekleed en opgemaakt. De kamer waar de overledene ligt wordt versierd. De gasten die zaterdags komen, brengen cadeaus mee en zijn gekleed in speciale stoffen met rouw-patroon, Er is muziek en de aanwezigen krijgen allemaal een portetje van de overledene opgespeld. Tijdens het afscheid worden er toespraken gehouden, gehuild, geweeklaagd, gezongen. Ook is er een kerkdienst. Na de kerkdienst gaan de nabestaanden naar een grote open plek in de stad. Iedereen kan dan respect betuigen, dansen, zingen en eten. In Ghana is de kist vaak speciaal en kleurrijk. De kisten zijn allemaal verschillend. Ze laten het werk, de identiteit of de status van de overledene zien. Soms staan de kisten ook voor dromen die nooit verwezenlijkt zijn., zoals een kist van een Boeing voor iemand die altijd nog een keer had willen vliegen.
Ghana: diverse kisten
Kaliña Het inheemse Surinaamse volk Kaliña begroef de doden vroeger in zittende houding, met een pot vol persoonlijke voorwerpen en eten. Tegenwoordig gebruiken ze een kist, die door de nabestaanden in elkaar getimmerd wordt, terwijl de overledene in zijn of haar hangmat ligt. Een Surinaamse begrafenis is meestal erg uitbundig, met veel gepraat, gelach en gezang. Het is belangrijk dat de ziel vermaakt, gerespecteerd en beloond wordt. De dode wordt in Suriname niet snel vergeten, na de begrafenis is er een rouwperiode van drie tot vijf jaar waarin verschillende rouwceremonies plaats vinden.
Latijns-Amerika In Latijns-Amerika is Allerzielen op twee november een grote feestdag. Voor een dag zijn de doden te gast bij de levenden om samen het leven te vieren. Dit is een versmelting van een katholieke traditie met de tradities van inheemse volken. Er worden bloemen, eten en drank op de graven gelegd. Overal zijn doodshoofden en skeletten van suikergoed te koop. Veel mensen hebben thuis ook een huisaltaar, om de dode het hele jaar door te herdenken. Op dit altaar kunnen verschillende dingen liggen. Bijvoorbeeld persoonlijke voorwerpen, poppetjes, kaarsen, religieuze voorwerpen en bloemen.
Poppen in Latijns-Amerika
Tibet In Tibet is begraven en cremeren lastig, omdat de grond heel hard is en brandhout schaars. Het meest gebruikelijk is de luchtbegravenis. Het lichaam van de overledene word in stukken gehakt en aan de vogels gevoerd. De dode wordt door een stoet begeleid met trommels en cimbalen naar een plek buiten de woonplaats gebracht. Daar aangekomen zingt een priester religieuze teksten, terwijl anderen het lichaam prepareren. Alle aanwezigen drinken thee tijdens de verrichtingen. De preparateurs eten meelkoekjes met bevuilde handen.
Luchtbegrafenis te Tibet
China In het moderne China worden tegenwoordig steeds meer mensen gecremeerd in plaats van begraven, dit komt door ruimtegebrek. Tijdens het Qingming festival in april rouwt China om haar doden. De graven worden tijdens deze dag schoon gemaakt en de zielen van de overledene worden
geëerd. Om slechte geesten te verjagen worden er bloemkransen, papiergeld en drank bij de graven gelegd. Tegenwoordig zijn bijna alle luxeproducten van papier te verkrijgen, zoals iPhones en auto's. In dit ritueel is zeven een belangrijk getal. De overledene krijgt bijvoorbeeld zeven kledingstukken aan. Vroeger werd de kist zeven dagen na het overlijden naar de begraafplaats gedragen en zeven dagen na de begrafenis werd een speciale rouwmaaltijd genuttigd.
Papiergeld wordt verbrand in China
Uit het overzicht blijkt dat in veel landen de dood nog dichterbij de mensen staat, zoals dat ook ooit in de westerse wereld was. De rituelen, zoals ze op Bali en in Ghana worden uitgevoerd kosten veel voorbereidingstijd, en die tijd wordt genomen. Het lijkt alsof mensen beter weten wat er voorbereid moet worden, omdat de dood niet iets is wat snel weggestopt wordt. Interessant is ook hoe in andere culturen beeld wordt ingezet. In Ghana wordt beeld voor de uitvaart ingezet om mensen van het overlijden op de hoogte te brengen. Op Bali wordt het beeld tijdens de uitvaart ingezet, en worden kinderen rustig gehouden met het schaduwspel van een poppenspeller. Maar ook Ghanezen zetten beeld in tijdens de uitvaart. Op hun kleren staan afbeeldingen die door iedereen te herkennen zijn als rouwstoffen. De kist die in Ghana gebruikt wordt is een beeld, dat iets verteld over de overledene. In Zuid-Amerikaanse landen en China wordt beeld vooral na de uitvaart ingezet, tijdens feestdagen waarop de doden herdacht worden, maar ook in het dagelijks leven. In Zuid-Amerika wordt de dood verbeeld in vrolijke schedels en poppen. In China worden spullen van papier, die belangrijk waren voor de overledene, bij de graven gelegd. Het doet mij goed te zien dat wat ik van plan ben (beeld inzetten voor, tijdens en na een uitvaart) heel goed mogelijk is. Wel zal ik het beeld en de manier waarop het wordt ingezet, aanpassen aan het Nederlandse ritueel en de Nederlandse gebruiken. Net als in de andere culturen, zorg ik er voor dat de beelden die ik maak iets zeggen over de overleden persoon.
5. Inspirerende voorbeelden Hoe vinden ander kunstenaars beelden over de dood? Tijdens het bezoeken van de tentoonstellingen Afterlife (34) in museum Tot Zover en De Dood Leeft (35) in het Tropenmuseum, ben ik erg geïnspireerd door kunstenaars die werken met dit thema. Ook vond ik kunstenaars op het internet. Tot Zover Het kleine museum Tot Zover grenst aan begraafplaats de Nieuwe Ooster in Amsterdam. Een hele interessante begraafplaats om een keer te bezoeken. Het is de grootste begraafplaats van Nederland, met graven van overledenen met veel verschillende nationaliteiten. Er zijn hele moderne graven en grafmonumenten te zien, maar ook heel oude. Bijzonder vond ik de graven van zigeuners. De grafsteen heeft ongeveer de oppervlakte van de gevel van een flink tuinhuisje en glimt. Vaak is het graf voor twee personen bestemd, maar ligt er nog niemand of een van de twee in. De steen is met goud gegraveerd. Van beide personen is een levensechte afbeelding te zien en vaak staat er nog een luxe auto (Mercedes Benz) bij.
In het museum Tot Zover was een deel van de tentoonstelling Afterlife binnen te zien. De rest van de werken was verspreid over de begraafplaats. Vooral de werken die buiten te zien waren vond ik erg bijzonder.
Tsvetkov
Bruys
Zo was er het werk van de Rus Leonid Tsvetkov, genaamd In search of the other (2011). Via een trap gemaakt van oude grafstenen daalde je af in de aarde en kwam je een donkere ruimte binnen, in de vorm van een icosaeder, een van de vijf platonische elementen waaruit alles is opgebouwd. In het plafond zat een klein gaatje, als in een camera obscura, waardoor de omgeving (boomtoppen bewegend door de wind in de lucht) op de wanden werd geprojecteerd. Het gaf me het gevoel een te zijn met “hemel en aarde”. Een ander werk dat ik zeer de moeite waard vond was Galactic Computer, Portal Machine van Natalie Bruys (2011). Na het plaats nemen in haar cabine en het activeren van het systeem kom je in aanraking met kosmische trillingen, die worden opgewekt door klanken van een bepaalde frequentie. De frequenties zijn afgeleid van ons zonnestelsel en vormen een sleutel tot het universum. Deze klanken komen uit oude liederen en mantra’s en zijn verbannen in de kerk. Met deze klanken zou men toegang krijgen tot diepere niveaus en andere dimensies. Zo kan de dood worden gezien als deur naar een volgend leven. De 528 Hz zou helend werken op de genen. Of deze claims waargemaakt kunnen worden weet ik niet, maar het was een bijzondere en prettige ervaring om in de cabine te zijn en de trillingen te voelen. Wat me in beide werken aanspreekt is dat het echt belevingen zijn. Je kijkt niet alleen, maar voelt en hoort ook van alles. In beide werken vind je rust, zowel door de trillingen als door de projectie. Je maakt wat mee, en hebt ook tijd om te reflecteren. In het werk van Tsvetkov kan je het beeld dat geprojecteerd wordt rustig op je in laten werken, het stemt tot nadenken. In het werk van Bruys zorgen de trillingen er juist voor dat je hoofd wordt leeggemaakt. Tropenmuseum In het Tropenmuseum zag ik een kunstwerk van Marina Abramović, dat mij aansprak omdat het leven en dood verbindt op een onconventionele wijze. De dood en de tijdelijkheid van het bestaan zijn terugkerende thema's in haar werk. In de video Nude with skeleton ligt de kunstenares naakt op de grond met een menselijk skelet op zich. Zij ademt zwaar en het skelet beweegt mee op het ritme van haar ademhaling. Het lijkt wel alsof ze het skelet weer levend wil maken.
Marina Abramović, Nude with skeleton
Allerzielen alom is een project van kunstenares Ida van der Lee (36) . Het wordt georganiseerd op begraafplaatsen en is een herdenking die aansluit bij de samenleving van nu. Het is geen religieuze viering. De begraafplaatsen worden 's avonds als het donker is aangekleed als een gastvrije plek. Er worden speciale plekken gecreëerd bij de graven en gespeeld met licht. Nabestaanden kunnen bij het herdenken hulp krijgen van de aanwezige ritueel begeleiders of kunstenaars.
Ida van der Lee, Allerzielen Alom
Sluipweg In de Groene Amsterdammer las ik een stuk over het kunstwerk Sluipweg waarlangs de dood heeft weten te ontsnappen (37) van Hans van Houwelingen. Het is een monument voor de dood. Graven worden in Nederland vaak na een aantal jaar geruimd. Van Houwelingen heeft de overgebleven grafstenen verzameld en in zijn werk gerecycled. De grafstenen zijn gebruikt om een wandelpad te maken.
Hans van Houwelingen: Sluipweg waarlangs de dood
Beweging Niet alleen autonome kunstenaars houden zich met de dood bezig. Ik heb ook een aantal dansers gevonden die de dood als inspiratiebron hebben. Muhanad Rasheed (38) is een Irakese danser en choreograaf. In zijn voorstelling Mourning, spelen de rituelen van rouwende Iraakse vrouwen de hoofdrol. Alle vrouwelijke dansers zijn gehuld in burka's, dat is geen politiek statement, maar symboliseert de universele emotie verdriet. Je ziet in de dans ook heftige emoties van rouw. Er wordt dramatisch gedanst, met grote bewegingen, maar ook heel ingetogen, alsof verder niemand het verdriet mag zien.
Muhanad Rasheed: Mourning
Marileen Fabels, dansdocente en Gijsje Teunissen, ritueelbegeleidster (39), vormen samen een dansers duo dat danst op uitvaarten. Samen met de opdrachtgever wordt een beeld geschetst van het voorbije leven, er wordt muziek bij gekozen en op basis daarvan een dans ontworpen. De dans blijft geïmproviseerd, maar er zijn bepaalde bewegingen die vast liggen. Het leven is tot aan de dood een beweging. Het is een mooie gedacht om beweging ook een plek te geven op de uitvaart. De kunstenaars die ik besprak werken vooral driedimensionaal. De meeste werken zijn belevingen die je moet ondergaan. Zij vertellen geen verhaal over een uniek individu, zoals ik van plan ben. Het mooie van deze werken is dat iedereen die er voor open staat ze kan beleven. Dat zou ze naar mijn idee geschikter maken om in te zetten in de periode na de uitvaart. De werken van Tsvetkov en Bruys zijn slechts geschikt voor één persoon en daarom niet geschikt voor gebruik tijdens een uitvaart. Beide werken staan tentoongesteld op de begraafplaats de Nieuwe Ooster, wat volgens mij een heel geschikte plek is. Mensen komen daar om hun verloren dierbare weer op te zoeken. Wat alle werken naar mijn idee gemeen hebben is het levend willen houden van een, of meerdere, herinneringen. In dat op zich kan ik er ook veel van leren, hoe houd je een herinnering levend? Op die vraag geven de verschillende werken verschillende antwoorden.
6. Angst voor de dood Mijn scriptie gaat niet alleen over hoe beeldmateriaal een uitvaart persoonlijk kan maken, ik wil ook nagaan hoe mensen zelf bij de voorbereiding van hun beeldtestament betrokken kunnen zijn. Met het oog hierop heb ik een aantal documentaires en films bekeken. Sinds de 12de eeuw zijn mensen steeds banger geworden voor de dood. Dit is niet gek als je de beelden ziet en de verhalen hoort die de kerk over de hel verspreid. Maar misschien zijn mensen sinds de ontkerkelijking nog wel banger geworden voor de dood. Ze weten niet eens meer of er
überhaupt wel een hemel is. Niemand weet wat er gebeurd nadat je bent overleden en dat maakt het ook zo eng. Toch is het een erg belangrijke gebeurtenis. Moet je je daar niet op voorbereiden? A Year to Live / Klaar Voor de Dood In de documentaire Klaar Voor de Dood van Rob Smits (40), wordt een groep mensen gevolgd die een jaar lang leven alsof het hun laatste jaar is. Deze groep bereid zich voor op een naderend, zij het fictief, afscheid. Dit doen ze aan de hand van het boek A Year to Live van Stephen Levine . Zij proberen zo de angst voor de dood te overwinnen en vinden dat je meer waardering en diepgang in het leven krijgt. Stephen Levine (41) begeleidt al jaren stervende mensen en merkte hoe slecht zij voorbereid waren op hun naderende einde. Hij heeft als reactie daarop A Year to Live geschreven. Bedoeld om bewuster te gaan leven en het idee over doodgaan te verzachten. Hij schrijft dat het in veel culturen gebruikelijk is om je voor te bereiden op je dood. In India is het gebruikelijk voorbereidingen te treffen op de dood. Mensen leren mantra's, zodat ze volledig levend kunnen zijn tijdens hun sterven. In het boek van Aries heb ik gelezen dat Westerlingen zich vroeger ook voorbereiden, maar het nu aan hun nabestaanden overlaten. In zijn boek geeft Levine een aantal oefeningen die je kunnen voorbereiden op het sterven. De belangrijkste les uit het boek voor mij is dat je jouw leven moet beschouwen. Wat zijn de hoogte- en dieptepunten? Waar heb je spijt van, en wat wil je nog doen? Het is belangrijk dat je anderen vergeeft voor dingen die ze gedaan hebben, maar jezelf ook vergeeft voor dingen die je verkeerd hebt gedaan. Daarnaast is het belangrijk zoveel mogelijk van je dromen waar te maken. Elias schrijft ook dat doodgaan makkelijker is voor de mensen die hun wensen hebben vervuld, en moeilijker voor mensen die hun levensdoel gemist hebben.
The Ballad of Narayama
The Ballad of Narayama In de film The Ballad of Narayama (42) zien wij een vrouw die geen angst lijkt te hebben voor haar overlijden. De vrouw leeft in een bergdorp in Japan, waar het een gebruik is om als zeventigjarige de berg te worden opgedragen door je oudste zoon. De oude vrouw is nog energiek en heeft al haar tanden nog, wat een teken van kracht is in het dorp. Toch bereid ze zich voor op de tocht naar de top. Dit doet ze door alles in het dorp zo goed mogelijk achter zich te laten. Ze zoekt een nieuwe vrouw voor haar oudste zoon en een scharrel voor haar jongste zoon. Als dat gelukt is, is het voor haar ook tijd om te gaan. De zoon draagt haar de berg op. Op de top aangekomen gaat ze zitten in meditatie houding. De zoon heeft het er moeilijk mee, maar zij wuift hem weg, ze heeft haar lot geaccepteerd en al haar taken volbracht. Langzaam raakt ze ingesneeuwd. Get Low De film Get Low (43) geeft juist een kijkje in het leven van een man die wel bang is voor de dood, maar laat ook iemand zien die zijn leven goed wil afsluiten. Felix is een einzelgänger. Hij leeft al jaren in de bossen, helemaal alleen, ver van het dorp. Op een dag gaat hij naar het dorp, hij wil zijn eigen uitvaart regelen. De pastoor wil hem niet helpen,
maar de begrafenisondernemer hoort het gesprek. De begrafenisonderneming is bijna failliet en wil hem wel helpen, zelfs nadat ze zijn wensen gehoord hebben. Hij wil dat het hele dorp op zijn uitvaart aanwezig is, en hij wil zelf ook op de uitvaart aanwezig zijn. In het dorp circuleren allerlei verhalen waarom hij nu is wie hij is en dat wil hij rechtzetten. Tijdens zijn ‘uitvaart’ vertelt hij de menigte dat hij ooit een affaire had met een getrouwde vrouw, terwijl hij toen ook zelf een andere relatie had. Ze willen samen weggaan, maar als Felix haar op de afgesproken tijd komt ophalen is het foute boel. Haar man heeft het plan ontdekt en haar in elkaar geslagen. Ook steekt haar man het huis in brand. Felix weet te ontkomen, maar het lukt hem niet zijn grote liefde te reden. Na het vertellen van zijn verhaal, vraagt hij het dorp om vergiffenis. Hij wordt ook vergeven door de vrouw die hij bedrogen heeft. Vlak na deze gebeurtenis overlijdt hij. Er komen mensen op zijn begrafenis die om hem geven, wat je aan het begin van de film niet had gedacht.
Get Low
Le Temps Qui Reste In de film, Le Temps Qui Reste (Time to Leave) (44), krijgt Romain te horen dat hij een tumor heeft. Hij gaat met zijn naderende dood heel anders om dan de hoofdpersonen uit de twee andere films. Romain lijkt een succesvol leven te lijden. Hij is professioneel modefotograaf en heeft een vriend, maar dat blijkt allemaal oppervlakkig. Zelf vindt hij dat zijn leven mislukt is, maar doet geen moeite het beter te maken of het goed af te sluiten. Romain’s kans op genezing is nihil, minder dan vijf procent. Zodra hij met werken stopt, neemt niemand uit het vak nog contact met hem op. Ook zijn relatie loopt niet goed. Eigenlijk is Romain heel eenzaam. Zijn zus, waarmee hij ooit een goed contact had, is nu een vreemde. Hij besluit niemand van zijn ziekte te vertellen, behalve zijn oma. Hij maakt het uit met zijn vriend, zodat die ook niets te weten komt wanneer het slechter met hem gaat. Een echtpaar dat hij een keer eerder heeft ontmoet vraagt of hij donor wil zijn. In eerste instantie weigert hij, maar later komt hij toch op zijn besluit terug. De vrouw raakt zwanger van hem en bij de notaris regelt hij dat zijn toekomstige kind al zijn bezittingen erft. Als dat geregeld is gaat hij steeds verder achteruit, hij voelt dat het tijd is om te sterven. Hij gaat naar het strand, waar het heel druk is. Families hebben het gezellig, maar hij is alleen. Hij ligt op zijn rug op een handdoek en langzaam vallen zijn ogen dicht. Aan het eind van de dag gaan de families naar huis, maar hij blijft er in z'n eentje liggen. Niemand heeft door dat hij dood is.
Le Temps Qui Reste
7. Beeldtestamenten Hiervoor gaf ik aan hoe mooi het kan zijn een uitvaart ruim op tijd voor te bereiden en er meer beeld bij te betrekken. Tjdens mijn afstuderen wil ik daarom het idee van een beeldtestament verder onderzoeken en uitwerken. Voor drie individuen maak ik een beeldtestament. Elk beeldtestament kan op een andere manier worden ingezet tijdens de uitvaart. Levensslinger Ik maak een slinger die om de zoveel jaar een stukje wordt uitgebreid, bijvoorbeeld wanneer men in een andere levensfase belandt of men iets ingrijpends of bijzonders meemaakt. De slinger wordt zo een beeldtestament dat met de jaren steeds meer groeit. Wanneer de tijd daar is, zal de slinger worden opgehangen in de wachtruimte van het uitvaartcentrum. De illustraties op de vlaggetjes van de slinger blijven daarom iconisch. De illustraties mogen niet teveel detail hebben. Bij eerste oogopslag en vanaf enige afstand moet duidelijk zijn wat er is afgebeeld. In de slinger zullen de verschillende fasen van het leven te onderscheiden zijn; de vlaggetjes zijn per periode verschillend van kleurstelling. De kleuren die ik kies zullen passen bij de levensfase en interesses van degene van wie ik het leven uitbeeld. Het aantal vlaggetjes per periode staat niet vast. In de ene fase van het leven gebeurt meer dan in een andere. Zulke schommelingen zijn terug te zien in de slinger. Er kunnen bijvoorbeeld slechts drie vlaggetjes zijn in verschillende rood tinten tien vlaggetjes in neon kleuren. Ik kies voor de slinger als beeldtestament, omdat die op een natuurlijke manier kan meegroeien met iemands leven. De slinger kan worden gebruikt om te vieren dat de uitgebeelde persoon nog leeft, maar ook om te 'vieren' dat wij haar of hem gekend hebben. Aan de hand van de slinger kunnen mensen samen herinneringen ophalen.
Prototype slinger en twee vlaggetjes
Levenskaart De levenskaart brengt het leven van de overledene helder en speels in beeld. De beeldtaal van de levenskaart is geïnspireerd op infographics, plattegronden en (wereld)kaarten. Op de kaart is te lezen wat de overledene graag deed in zijn/haar vrije tijd, welke reizen er gemaakt zijn, maar ook hoe het werkende leven eruit heeft gezien. De nabestaande die de uitvaart bijwonen, vinden de levenskaart op de stoelen in de aula van het crematorium. De sprekers kunnen de kaart als basis van hun voordracht gebruiken. De kaart en de spreker zullen elkaar aanvullen. Memory Op een tafel in de condoleanceruimte ligt een fotografische beeltenis van de overledene opgedeeld in allemaal stukjes; het is een memory spel. Het spel is levensgroot, wat betekent dat er genoeg setjes kaarten zijn om alle nabestaanden te laten deelnemen. Zodra de nabestaanden het spel spelen, merken zij dat de onderkant van de kaartjes geïllustreerd zijn. Alle illustraties samen geven een mooi en compleet beeld van het leven van de overledene. Zij zullen onder andere gaan over de passies, hobby's, levenslessen, bijnamen, eigenschappen, dromen en familietradities van de overledene. De illustraties worden uitgevoerd in verschillende technieken, op een manier die bij het onderwerp van de desbetreffende illustratie past. Zo is het elke keer als je een kaartje omdraait een verrassing wat je zult vinden; niet alleen qua onderwerp, maar ook qua
techniek en kleur. Op sommige kaartjes is een illustratie genoeg, op andere kaartjes wil ik typografie toevoegen. De nabestaanden die samen het spel spelen, zullen elkaar niet allemaal even goed kennen. Wel hebben ze allemaal een bepaalde band met de overledene. Niet iedereen zal bijvoorbeeld een bepaalde bijnaam van de overledene weten, maar de nabestaanden die de bijnaam wel weten, kunnen het verhaal erachter delen met de groep. Zo ontstaan er gesprekken over de herinneringen aan de overledene. Naarmate het spel vordert en er steeds meer setjes gevonden worden en uit het spel verdwijnen, verdwijnt langzaam de beeltenis van de overledene. De setjes die de nabestaanden tijdens het spelen verzamelen kunnen eerlijk worden verdeeld, en mee naar huis genomen worden. Ze nemen dan als het ware een stukje van de overledene, een herinnering mee. De setjes kaartjes wil ik per set net iets van elkaar laten verschillen. Zo neemt een nabestaande niet twee dezelfde kaartjes mee naar huis, maar twee kaartjes die elkaar aanvullen. Om een voorbeeld te geven: op beide kaartjes hebben de typografie en de illustratie dezelfde plek, maar staat er een andere tekst. Het blijft wel duidelijk welke kaartjes bij elkaar horen. Ik vind het belangrijk dat de afbeelding en de tekst interessant genoeg zijn om die thuis nog eens te bekijken, en zo de herinnering levend te houden.
Layout memory en setjes kaartjes
Conclusie De uitvaarten die ik heb meegemaakt, heb ik als onbevredigend ervaren. Dat kwam denk ik vooral, omdat ik miste wat in mijn leven zo belangrijk is: beeld. De overledene wordt geëerd in tekst en muziek, maar niet in beeld. Na dit onderzoek ben ik er van overtuigd geraakt dat het zeker mogelijk is als illustrator een rol te spelen bij een uitvaart. Wij hebben gezien dat er vaak erg weinig tijd is een uitvaart voor te bereiden. Alles komt terecht op de schouders van de nabestaanden, die naast het verwerken van het verdriet ook een uitvaart moeten
regelen. De overledene heeft zijn of haar wensen niet of nauwelijks aangegeven. Daarom wil ik mensen uitnodigen al tijdens hun leven na te denken over hun uitvaart. Tot in de achttiende eeuw namen mensen verantwoordelijkheid voor hun eigen afscheid. Er werd een testament opgesteld dat niet alleen over de bezittingen ging, maar ook over de gevoelens en overtuigingen van de overledene. Ook vandaag is er denk ik ruimte voor een beeldtestament. Beelden zullen het uitvaartritueel verrijken, maar hoeven het in de basis niet te veranderen. Sinds de ontkerkelijking is het ritueel drastisch veranderd. De nabestaanden zijn in centra uitvaarten gaan organiseren voor hun dierbare, met als gevolg dat de uitvaart persoonlijker is geworden. Er zijn bepaalde elementen die in elke uitvaart terug komen, maar hoe die elementen worden vormgegeven kan verschillen. Mensen vinden het steeds moeilijker om zich uit te drukken rondom de dood. Ik wil de mensen daarbij helpen en laten zien dat je iets heel moois kunt creëren, wanneer je eerder over het afscheid nadenkt. Vandaag de dag willen mensen tijdens een uitvaart steeds meer het individu eren. Er is een grote vraag naar producten en diensten die een uitvaart persoonlijker kunnen maken. Ik stel mij voor dat het goed is je daarbij niet alleen te richten op nabestaanden, maar vooral op de nog levende mensen. Op basis van zo’n samenwerking kan ik tot unieke en persoonlijke beelden komen. Het doel van de uitvaart, rouwen om en afscheid nemen van de overledene, is en blijft het belangrijkste. De beelden die ik maak kunnen helpen bij het rouwproces en het afscheid nemen. De beelden zijn tastbare voorbeelden, die de nabestaanden ook kunnen helpen herinneringen levend te houden. De manier waarop er met de dood wordt omgegaan in andere culturen heeft mij geïnspireerd. Wat ik vooral interessant vind is de rol die beeld in sommige culturen bij een uitvaart speelt. Zij laten zien hoe beeld voor, tijdens en na een uitvaart kan worden ingezet. In deze culturen wordt de tijd genomen een uitvaart voor te bereiden. Helaas meestal niet door de overledene zelf, maar net als in onze cultuur door de nabestaanden. Kunstenaars hebben mij vooral voorbeelden gegeven van belevingen die kunnen helpen bij de verwerking. Anders dan ik van plan ben, zijn de werken niet toegespitst op één persoon. Maar de werken gaan wel over herinneren en herinneringen levend houden, precies wat ook ik wil bereiken met mijn illustratieve beelden. Een beeld zegt vaak meer dan honderd woorden.
Bijlagen A. Zo zijn westerlingen de laatste eeuwen met de dood omgegaan In de boeken Western Attitudes Toward Death van de historicus Aries (1) en The Loneliness of the Dying, geschreven door socioloog Elias (2), wordt de westerse kijk op de dood geanalyseerd. Zij zijn het in hun opvattingen niet altijd eens met elkaar, maar dat geeft juist stof tot nadenken. Volgens Aries waren mensen vroeger niet bang voor de dood. Sinds de Romeinse tijd tot in de achttiende eeuw was de dood bekend en dichtbij. De meeste mensen stierven in bed. Rondom het bed hadden zich alle familie, vrienden en buren verzameld om bij het afscheid aanwezig te zijn. Elias reageert in zijn boek op de beweringen van Aries, die zich volgens hem slechts heeft gebaseerd op historische prenten en verhalen. Hij heeft klakkeloos overgenomen wat werd geschreven en getoond, zonder er zelf bij na te denken. Elias wijst erop dat zowel prenten als verhalen werden geïdealiseerd; mensen stierven helemaal niet vredig! De oude samenlevingen waren gewelddadig en wild. Met als gevolg dat de dood vaak pijnvol was. Mensen sterven tegenwoordig veel vrediger, omdat er allerlei medicijnen zijn om het lijden te verzachten. Wel is Elias het met Aries eens dat de dood vroeger zichtbaar en dichtbij was, met als gevolg dat er opener over gepraat werd. Het ritueel rondom het overlijden werd georganiseerd door de stervende persoon zelf en vond plaatst in zijn of haar kamer. Het bestond uit kleine handelingen, zonder grote emoties. Tegenwoordig sterven mensen vaak alleen, of bijna alleen. Daar zijn verschillende redenen voor. Een van de redenen is dat de meeste mensen vroeger nog in kleine ruimtes bij elkaar leefden; je terug trekken in een andere kamer, zoals nu gebruikelijk is, was niet mogelijk. Een andere reden is dat ouderen vaak bij hun familie leefden, terwijl ze nu steeds meer bij elkaar in bejaardenhuizen en seniorenwoningen leven. Oudere mensen worden uit hun vrienden en familiekring gehaald en raken zo nog eenzamer. Jongere mensen hebben minder te maken met ouderen en kunnen zich niet met hen identificeren. Ook belangrijk is dat steeds minder mensen thuis sterven. Sinds de medische zorg sterk verbeterd is, sterven veel mensen is het ziekenhuis. Daar zijn grote groepen mensen rondom het bed niet gewenst. Aries geeft een mooi overzicht van hoe in de loop van de jaren met de dood is omgegaan. De dood was vroeger dichtbij, maar voordat de kerk grote invloed kreeg werden de lijken zo snel mogelijk buiten de stad begraven. In het Romeinse rijk waren er catacomben buiten de stad, waarin iedere burger een plekje kreeg, ook slaven. De verschillende tombes hadden allemaal een inscriptie. Ook al waren de tombes van de elite natuurlijk rijker versierd, hun tombes hadden naast een inscriptie vaak ook een portret. Toen de kerk grote invloed kreeg kwamen de doden langzaam de stad in en werden anoniem. In de vijfde eeuw verdwenen de tombes met hun inscriptie. De lichamen worden aan de kerk gegeven. De kerk zou voor de lichamen zorgen tot de dag van de opstanding. Op een gegeven moment vond men dat koningen en heiligen niet bij de massa bewaard konden worden; zij verdienden hun eigen plek en werden begraven in de kerk. Vanaf de dertiende eeuw worden tombes van koningen en heiligen gemarkeerd. Langzaam maar zeker komen er ook weer portretten op de tombes. Eerst onrealistisch, maar steeds realistischer. Zo ontstaat in de veertiende eeuw het dodenmasker, een manier om iemands identiteit te behouden na het overlijden. Later kwamen er kerkhoven om de kerk heen, waar minder belangrijke personen begraven werden. Het kerkhof werd al snel een publieke plaats. Het was een gebied dat ook gebruikt werd voor zaken die niks met de dood te maken hadden. Er werden feesten gegeven en dingen verhandeld; het was een plaats zoals elke andere. Vanaf de elfde eeuw gaat de kerk hier steeds meer een stokje voor steken. Begraafplaatsen werden steeds rustiger. Zo is het vandaag de dag nog steeds. In brochures wordt net gedaan of de begraafplaats een park is, maar er mag niks, omdat de rust van de overledene anders verstoord zou
worden. Hierdoor worden de levenden alleen maar verder verwijderd van de dood. Het zijn levenden die eerbied eisen voor de doden, omdat ze bang voor de doden zijn. Sinds de twaalfde eeuw komt er een steeds grotere bewustwording van de eigen identiteit. Was het motto eerst: et morie mur, we sterven allemaal. Langzaam veranderd het in la mort de soi, ik sterf ook. De kerk ging steeds meer afbeeldingen verspreiden van de hel. Mensen waren tijdens hun leven al bang voor wat er zou komen; het laatste oordeel. Ook de plaag maakte de mensen een stuk banger voor de dood, ineens zagen ze hoe, op grote schaal, mensen zomaar ziek konden worden en sterven. Men dacht in de veertiende en vijftiende eeuw dat mensen vlak voor hun overlijden hun hele leven voorbij zagen flitsen, de reactie van de persoon hierop gaf de nabestaanden een idee hoe deze persoon het er vanaf zou brengen tijdens het oordeel. Vanaf de zestiende eeuw wordt de dood steeds meer met romantiek geassocieerd. De dood wordt, net als seks, gezien als iets wat men van de dagelijkse sleur bevrijd. In de loop van de achttiende eeuw werd de associatie kuiser en werd de dood steeds meer aan schoonheid gelinkt. Het testament zoals wij het nu kennen ontstond. In de eeuwen ervoor was het niet alleen een document wat de bezittingen verdeelde, maar werden ook de gedachtes en overtuigingen van de overledene erin beschreven. De overledene gaf in zijn of haar testament heel duidelijk aan wat de wensen waren en hoe die uitgevoerd moesten worden. De dood was dus alleen de zorg van de overledene zelf. Toen in de 18de eeuw ook steeds meer relaties uit liefde ontstonden vonden de nabestaanden het niet erg om de zaken van de overledene af te handelen. Deze relaties uit liefde betekenen ook dat nabestaanden het overlijden van een dierbare niet meer accepteren. Dat is een belangrijke verandering, want mensen zijn niet meer alleen bang voor hun eigen dood, maar ook voor die van hun dierbaren. Mensen gaan in de 19de eeuw zelfs 'hysterisch rouwen' ze willen hun dierbare niet los laten en sommige mensen houden hun doden dan ook thuis. De herinnering aan de overledene levend houden was, en is nog steeds, belangrijk bij de rouwverwerking. Dan is er in het begin van de 20ste eeuw ineens een enorme omslag. De dood wordt als schaamtevol ervaren en steeds meer van het dagelijks leven verwijderd. Ook worden steeds meer naasten van het bed van de stervende geweerd. Dit komt ook omdat tussen 1930-1960 mensen niet langer thuis sterven, maar in het ziekenhuis. Men streeft vanaf dat moment steeds meer naar een acceptabele dood, een dood waarmee de nabestaanden kunnen leven. Vanaf de jaren zestig wordt de maatschappij steeds opener over seks en steeds geslotener over de dood.
B. Het rouwproces Als je te horen krijgt dat iemand is overleden, komen er vaak veel emoties los. De uitvaart is de laatste mogelijkheid om afscheid te nemen van iemand die er al niet meer is, en het kost tijd om aan het gemis te wennen en daar vrede mee te hebben. Na het overlijden van een dierbare breekt er een periode van rouw aan. Elisabeth Kübler-Ross en William Worden hebben allebei een model ontworpen waarin de verschillende fasen van het rouwproces worden beschreven. De schrijver C.S. Lewis heeft, na het overlijden van zijn vrouw, een boek geschreven over zijn ervaringen en gevoelens na haar dood. Aan de hand van de beschrijvingen en ervaringen van deze mensen probeer ik erachter te komen welke gevoelens en gedachten een rol spelen tijdens het rouwproces. Volgens Kübler-Ross (28) is de eerste fase in het rouwproces die van ontkenning. In deze fase wordt de waarheid in eerst instantie afgewezen, zodat deze gedoseerd door kan dringen. Tijdens de tweede fase zal de nabestaande gevoelens van protest en boosheid hebben. De nabestaande maakt zich druk over de schuldvraag en ontwijkt zo het gevoel van verdriet. In de derde fase wordt onderhandeld en gevochten. Als de nabestaande merkt dat boosheid niets uithaalt, kan hij of zij proberen het verlies te verwerken door zich doelen te stellen of beloften te doen. In de vierde fase kan men het verdriet niet langer ontkennen en treedt er een depressie op. Als men dat dieptepunt bereikt en doorleeft
heeft, is het mogelijk om in de vijfde fase het verlies aanvaarden. De nabestaande kan weer plannen gaan maken voor de rest van zijn/haar eigen leven. Worden (29) heeft vier fasen van rouw beschreven. De fase waarmee geëindigd wordt in het model van Kübler-Ross, is de eerste fase in het model van Worden. Het verlies moet aanvaard worden. Pas daarna kan je, in de tweede fase, de pijn en het verdriet doorleven. In de derde fase moet de nabestaande zich aanpassen aan een leven waarin de overledene niet meer aanwezig is. Tenslotte geef je de overledene emotioneel een plek en pak je de draad van het leven weer op. Erik de Maaiker (30), antropoloog aan de universiteit van Leiden, beschrijft naar mijn idee het rouwproces kort en krachtig: “Mensen willen het verdriet beheersbaar maken. Door het graf op een bepaalde tijd te bezoeken en weer te verlaten, bepaal je zelf wanneer je herinneringen toelaat en wanneer je weer afstand tot de dode schept. Rouw is een transformatie, je gaat de relatie tot die ander anders definiëren.” C.S. Lewis beschrijft in het boek A Grief Observed (31) heel mooi en nauwkeurig zijn gevoelens en het overlijden van zijn vrouw. Vlak na haar dood voelt het verdriet als angst, hij wordt er rusteloos van. Op een ander moment voelt het als (lichtelijk) dronken zijn. Er is een onzichtbare deken tussen hem en de wereld, zoals die er ook na een paar glaasjes kan zijn. Er zijn ook momenten waarop iets van binnen hem probeert te zeggen dat het niet zo erg is, hij was immers ook gelukkig voor hij zijn vrouw kende. Maar in het begin beleeft hij bovenal verdriet, groot verdriet. Hij ervaart de eerste periode na haar overlijden ook de luiheid van verdriet: wat maakt het allemaal nog uit? Lewis is een gelovige man, maar na de dood van zijn vrouw begint hij aan God te twijfelen. Hij merkt ook dat mensen in zijn omgeving anders tegen hem doen en vindt het moeilijk om naar plekken te gaan waar ze samen gelukkig waren. Hij is duidelijk aan het lijden en mist haar erg: “Her absence is like the sky, spread over everything.” Toch kan hij haar in het begin moeilijk voor de geest halen. Hij heeft zijn herinneringen, maar kloppen die wel? Ontstaat er geen denkbeeldige vrouw? Lewis beschrijft de periode van rouw als een periode van wachten en onzekerheid. Hij lijkt met de moeite ergens aan te beginnen. Toen zijn vrouw er nog was had hij altijd tijd te weinig, nu heeft hij tijd te veel. Ten slotte breekt er een periode aan waarin hij niet altijd meer aan zijn vrouw denkt. Wanneer hij zich dit realiseert, voelt hij zich eerst schuldig, daarna begint hij zich langzaam beter te voelen. In het begin schaamt hij zich. Later realiseert hij zich dat verdriet ons verder verwijdert van de overledene. Wanneer het verdriet iets gezakt is, kan je je veel meer herinneren van de overledene. Rouw is volgens Lewis geen gemoedstoestand, maar een proces. Er zijn zoveel gevoelens die tijdens het verwerkingsproces een rol kunnen spelen: somberheid, verdriet, verwarring, boosheid, lusteloosheid, overactiviteit, misschien ook opluchting of tevredenheid. Naar mijn mening zouden al deze gevoelens een plaats moeten krijgen in beeld, wat troost kan bieden voor, tijdens of in de periode na de uitvaart. Alle genodigden die op een uitvaart komen zullen een zekere vorm van verdriet hebben. De personen die verder van de overledene afstaan zullen veel sneller door het proces heen gaan dan de naaste familie en vrienden. Het lijkt mij mooi als er een sfeer is waar iedereen zijn of haar emoties kan delen. Als illustrator wil ik daar aan bijdragen door aan de hand van interviews met de dan nog levende persoon beelden te maken. Deze beelden kunnen troost bieden, maar ook het gesprek tussen de nabestaanden losmaken. Mensen willen in en na het rouwproces herinneringen koesteren. Wat is mooier dan het hebben van beeld dat is gemaakt naar aanleiding van de herinneringen en belevenissen van de overledene zelf? Digitaal rouwen en herdenken Het internet is tegenwoordig voor sommigen mensen een plek waar een deel van de rouwverwerking plaatsvindt. Na een traumatische gebeurtenis, zoals het
overlijden van een dierbare, is het makkelijk om via internet in contact te komen met lotgenoten. Marga Altena wijdt in Rituele creativiteit (32) een hoofdstuk aan digitaal rouwen en herdenken. Volgens Altena wordt het internet vooral gebruikt bij rouwverwerking door ouders van jong gestorven kinderen. Veel van deze ouders hebben volgens haar behoefte aan publieke erkenning voor hun kind. Het beeldmateriaal op de sites dient ook als bewijsmateriaal dat het kind bestaan heeft. Altena vraagt zich af waarom je zulke intieme gevoelens en gebeurtenissen zou delen? Zij denkt dat dit voor de nabestaanden een manier is om naasten te informeren, en zo telefoongesprekken en bezoek aan huis te kunnen beperken. Ook kunnen anonieme reacties van lotgenoten een waardevol aanspreekpunt zijn. Tegenwoordig heeft bijna iedereen verschillende accounts op het internet. Wanneer de eigenaar van de account overlijdt blijft de account bestaan. De digitale resten van de overledene blijven dus op het net zweven. Hoe begraaf je je digitale zelf? De app If I Die van Eran Alfonta (33) regelt dat voor je. Via deze app kan je boodschappen schrijven of opnemen. Na je dood verschijnen de berichten op je Facebook pagina of zullen ze worden verzonden naar de gekozen vrienden. Jouw dood wordt bevestigd door drie Facebook vrienden die je aanwijst voor deze taak terwijl je nog leeft. Zelf vind ik niet dat een uitvaart volledig digitaal moet zijn, of dat om de paar seconden een mobieltje af moet gaan. Maar ik denk dat digitale middelen wel goed in te zetten zijn. Bijvoorbeeld een digitaal condoleance register. Waar alle nabestaanden dingen in kunnen uploaden. Dat kan nog steeds geschreven tekst zijn, maar ook tekeningen, gesproken woord, bewegend beeld, muziek of dans. En misschien moet dit register ook niet alleen beschikbaar zijn voor de partner en/of familie, maar voor iedereen die op de uitvaart aanwezig was. Zodat er gereageerd kan worden op elkaars input.
C. Rituelen bij uitvaart Tijdens mijn afstuderen wil ik de basis van het huidige uitvaartritueel niet veranderen. Ik wil vooral laten zien hoe een illustrator de huidige rituelen kan verrijken. Maar wat is een ritueel? Ruwweg is het een reeks handelingen waarmee men het onbegrijpelijke, zoals geboorte of dood, een plaats in het leven probeert te geven. Er zijn drie soorten rituelen die bij een overlijden van toepassing kunnen zijn. De uitvaart zelf is een zogenaamd overgangsritueel; een ritueel dat de nabestaanden afscheid laat nemen van de overledene en dat troost biedt. Verder zijn er de cyclische rituelen, die zich met bepaalde regelmaat herhalen, zoals het graf bezoeken of iets organiseren op de geboorte- en/of sterfdag. Ten slotte zijn er crisisrituelen, waar gelukkig niet elke nabestaande mee te maken heeft. Het zijn rituelen die worden ingezet na een traumatische gebeurtenis, bijvoorbeeld een dood door zinloos geweld. Vaak worden er dan bermmonumenten opgericht of stilletochten gehouden. (3) Waarom is een ritueel een ritueel? Ik vind dat Henrien Wensink dat heel mooi beschreef in een artikel in het NRC (4). “Gewoonte alleen is niet genoeg; er moet een intrinsieke rechtvaardiging zijn. Waarom luisteren we elk jaar naar de Maththaus Passion? Niet enkel omdat het een traditie is, maar omdat het zo mooi is. Omdat het ons in schoonheid boven onszelf uit doet stijgen, en ons verbindt met waar het op die feestdag om gaat. En daarom is het een traditie geworden. Een traditie moet de nostalgie overstijgen, anders heeft hij geen actueel belang.” Het mooie van een goed ritueel is dat je in een flow kunt raken. Volgens Csikszentmihalyi (5) zijn mensen het gelukkigste wanneer ze in een flow zitten. Je bent volledig geconcentreerd en geabsorbeerd door hetgeen wat je doet. Je bent ook heel betrokken bij de bezigheid, omdat je je richt op het doel. Als er een balans is tussen de uitdaging en de vaardigheden van degene die het uitvoert verkeer je in een flow. Als een taak te moeilijk of te makkelijk is kan er geen flow zijn,
omdat de vaardigheden dan niet toereikend zijn of juist niet ten volle benut kunnen worden. Ook in het uitvaart-ritueel zou van flow sprake moeten zijn. Het westerse uitvaartritueel Zoals gezegd, beginnen mensen zich aan het begin van de twintigste eeuw ongemakkelijk te voelen rondom de dood. Mensen vind het steeds moeilijker zich goed uit te drukken en praten niet graag over het onderwerp, al helemaal niet met kinderen. Vroeger waren er bepaalde uitdrukkingen die gebruikt konden worden, die klinken nu cliché. Er zijn nog geen nieuwe uitdrukkingen voor in de plaats gekomen. (6) De uitvaartrituelen van de vorige generaties voldoen niet meer. (7) Nieuwe rituelen, die die passen bij de huidige gevoelens en het gedrag, bestaan nog niet. Sinds de ontkerkelijking organiseren steeds meer mensen de uitvaart zelf, of met behulp van een uitvaart- of ritueel-begeleider. (8) Tijdens de hoogtij dagen van de kerk piekerde men er niet over om zelf iets te organiseren. Het afscheid vond plaatst in de kerk. Punt. Het was een ritueel dat voor iedereen hetzelfde was, mensen wisten wat ze te wachten stond. Sinds de ontkerkelijking kunnen steeds minder mensen zich vinden in de idealen van de kerk. Dat zorgde ervoor dat de bestaande kerkelijke rituelen niet meer bevredigend waren. Hoe ziet nu het niet-kerkelijke ritueel er in Nederland uit? De uitvaart vindt plaats in een uitvaartcentrum. Deze ruimtes zijn over het algemeen kleiner, kaler en simpeler dan de kerk. De overledene wordt er naar toe vervoerd. Bij sommige uitvaarten staat de kist al in de zaal als de genodigden binnenkomen, bij andere wordt de kist naar binnengedragen door nabestaanden. Vaak verzamelen de genodigden zich voor aanvang van de uitvaart in de hal van het uitvaartcentrum, hier kunnen ze een condoleanceregister tekenen. Voor de nabestaanden die het dichts bij de overleden stonden, is een aparte kamer ingericht, waar ze zich in alle rust kunnen voorbereiden op de uitvaart. Op een gegeven moment krijgen de genodigden die in de hal staan te wachten, een teken van de uitvaartbegeleider dat ze naar binnen mogen. Als iedereen een plaats heeft gevonden in de zaal, komen ook de mensen binnen die het dichtste bij de overledene stonden. Voor hen zijn de voorste rijen vrijgehouden. De taak van spreker, die vroeger van de pastoor of dominee was, wordt overgenomen door familie en vrienden, die deze taak onderling verdelen. Hun verhalen, herinneringen en gedichten worden vaak afgewisseld met muziek. Als alle sprekers gesproken hebben en alle muziek gespeeld is, lopen eerst de dichtste nabestaanden langs de kist. Als die langs de kist geweest zijn, volgt de rest van de zaal. Vervolgens is er de gelegenheid de nabestaanden te condoleren met hun verlies. Sommige nabestaanden sturen de mensen die het condoleanceregister getekend hebben een kaartje om hen te bedanken voor hun aanwezigheid en steun. Ik gaf al eerder aan dat sinds de 12de eeuw mensen steeds bewuster werden van hun eigen identiteit en sterfelijkheid. “Eigen identiteit” en “het individu” zijn begrippen die in de 20ste en 21ste eeuw centraal zijn komen te staan. Mensen willen dat op een uitvaart het individu geëerd wordt, de overledene kan niet geëerd wordt zoals elk ander. Dit is volgens mij de reden waarom het 'nieuwe' ritueel geen vaste vorm meer heeft. Natuurlijk zijn er elementen die tijdens elke uitvaart terug komen, maar vaak worden die elementen door de nabestaanden net iets anders ingevuld. Een voorbeeld hiervan is het vervoer naar het uitvaartcentrum dat bijna bij elke uitvaart plaatsvindt. Voor de manier waarop de overledene vervoerd wordt zijn geen vaste regels. Het is mogelijk om de overledene in een rouwauto te vervoeren, maar er kan ook gekozen worden voor de rouwkoets, bus, fiets, motor etc. Technisch is er steeds meer mogelijk, wat nog een reden is waarom rituelen veranderen. Zo kan de overledene waar dan ook opgebaard worden. Eerder moest dat wel in de kist, omdat er geen goede koelmechanismen waren. (9) De opkomt van het individu heeft ook gevolgen voor de organisatorische kant van de crematie. Steeds meer mensen hebben een mening over hoe het zou moeten. Dit bevordert de creativiteit, maar kan het soms ook erg complex maken. (10)
In Nederland is het steeds meer mogelijk een uitvaart zo persoonlijk mogelijk te maken, zodat het unieke individu het beste tot zijn of haar recht komt. Door wetswijzigingen in de jaren ' 90 kan en mag een uitvaart nog persoonlijker zijn dan daarvoor. (11) Sinds de jaren vijftig zijn er veel gastarbeiders naar Nederland gekomen, zo zijn we geïnspireerd geraakt door andere (niet christelijke) rituelen. (12) Dit geldt ook omgekeerd. Uit onderzoek is gebleken dat steeds meer islamitische Nederlanders zich hier laten begraven, in plaats van in hun geboorteland. Ook kiezen ze vaker voor een (open) kist in plaats van een begrafenis in doeken, en worden hun grafmonumenten groter. (13) Uitvaarten van beroemdheden zijn steeds meer te volgen via tv of livestream. Deze diensten zijn vaak extravaganter dan wij gewend zijn, kijk naar de uitvaart van Michael Jackson. De 'gewone' burger wordt hierdoor geïnspireerd en wil het ook zo. (14) De opkomst van het internet heeft het makkelijker gemaakt om inspiratie voor een uitvaart op te doen. Met een of twee muis klikken weet je hoe een begrafenis in Afrika wordt georganiseerd.
D. Wat uitvaartondernemingen aanbieden Yarden zend een commercial uit waarin bijvoorbeeld wordt gepleit voor een uitvaart in de avond, als de overledene een avondmens was. Op alle mogelijke manieren wordt ingespeeld op de vraag, waarbij de ene aanpak mij meer aanspreekt dan de andere. Begrafenisonderneming De Ode verkoopt een doe-het-zelf pakket voor een doodskist, die heel ikea-achtig aandoet, maar wel laat zien dat een kist niet duur hoeft te zijn. (15) Een crematorium in Usselo biedt inhaalceremonies aan voor mensen die de met onverwerkte gevoelens zitten of de eerste uitvaart om welke reden dan ook hebben overgeslagen. (16) Ook bij de asverstrooiïng is veel gewijzigd. De as kan verstrooid worden op veel verschillende manieren, zoals vanuit een auto, boot, helikopter, vliegtuig of ballon. Het is ook mogelijk om de as af te schieten in een vuurpijl of te verstoppen in een ballon die door de luchtdruk zal knappen op grote hoogte. Als je ervoor kiest om de as niet te verstrooien zijn er ook nog genoeg opties er iets mee te doen. Je kan de as in een urn thuis bewaren, laten plaatsen in een urnenmuur of graf, de as in het wortelbed van een boom plaatsen of de as verwerken in een schilderij, glasobject, juweel of tatoeage. (17) Steeds meer wordt ingespeeld op de vraag naar een duurzame uitvaart. Niet alleen worden er producten op de markt gebracht, zoals kisten van bananenblad of wilde ananas. Maar er zijn ook crematoria die duurzaam zijn. Een voorbeeld is Crematorium De laatste eer, waar planten op het dak zijn geplaatst om te compenseren voor het grasveld dat verloren is gegaan met de bouw van het crematorium. De warmte van de oven wordt gebruikt voor de verwarming van het gebouw. Er worden ook steeds meer natuurbegraafplaatsen aangelegd. Deze begraafplaatsen zijn heel bosrijk en je ziet niet meteen dat het een begraafplaats is. De naam van de overleden staat bescheiden op een steen of op een boom. De afscheidsceremonie vindt buiten op de begraafplaats plaats. Een duurzame uitvaart laat zien dat er ook aan de volgende generatie wordt gedacht; het is een manier van leven. (18) Als je duurzaam hebt geleefd moet dat zeker ook terug komen in je uitvaart. Sommige ontwerpbureaus houden zich bezig met de vraag wat er met het lichaam of de as moet gebeuren. DUS architects heeft een plan om as uit te strooien op de maan en deze zo langzaam vruchtbaar te maken. (19) Het ontwerpbureau Auger Loizeau hebben met het project Afterlife een machine ontworpen die het lichaam omzet in bruikbare energie in de vorm van een batterij. (20)
E. Persoonlijke uitvaart? Geen goed idee! In voorgaande alinea's heb ik beschreven hoe mensen op een positieve manier tegen een persoonlijk afscheid aankijken. Toch is niet iedereen het ermee eens dat een persoonlijke uitvaart goed is. In het NRC kwam ik een artikel tegen van Coen Simon (23) , die van mening is dat onpersoonlijke rouwdiensten meer troost bieden dan fantasierituelen. Hij schrijft: "Juist omdat de dood het grijpbare overstijgt, heeft de mens een ritueel nodig dat hij niet zelf heeft gemaakt, maar een ritueel dat haast onbewust wordt gevolgd door een grote groep. Dit vanzelfsprekende gedrag is de enige manier om het ongrijpbare tastbaar te maken. In de ogen van de hedendaagse levenskunstenaar is
dit gruwelijk saai. Zijn handen jeuken om dit in een originelere vorm te gieten, maar in zijn voortvarendheid ziet hij over het hoofd, dat het algemene stramien van zo'n dienst niemand van de betrokkenen het gevoel geeft dat een eer wordt bewezen aan iemand in het algemeen, maar toch altijd aan iemand in het bijzonder. Deze ervaring wordt juist bewerkstelligd door de herhaling die het ritueel eigen is. Alleen door de herhaling van het ritueel ontstaat er zoiets ongrijpbaars als het dodenrijk." Simon is overigens de enige die ik heb kunnen vinden met zo'n weerstand tegen een persoonlijke uitvaart. Onderzoekers verbonden aan de Radboud Universiteit en de ritueel-begeleiders zijn allen positief over een persoonlijke uitvaart. Uitvaartbegeleidster Brenda Siebrand schrijft in haar boek (24) dat persoonlijke rituelen wel betekenis moeten hebben en geen doel op zich moeten zijn. Ook schrijft ze dat veel extreme uitvaarten het nieuws halen, maar dat dit niet is wat de grote midden groep wil. De grote groep wil een waardig afscheid, zonder overdrijvingen op hun eigen persoonlijke manier. In eerste instantie was ik van plan het ritueel helemaal te veranderen, precies waar Simon bang voor is. Maar toen ik daar verder over nadacht zag ik dat dat niet de taak van een illustrator is. Als dat al iets zou zijn wat moet gebeuren, zou het eerder een taak zijn voor een interdisciplinaire groep creatievelingen. Ik, als illustrator, heb bijvoorbeeld niet de kennis een nieuwe zaal te ontwerpen. Daarom heb ik besloten me toe te leggen op het creëren van beelden die rondom de uitvaart kunnen worden ingezet. Dit zullen persoonlijke beelden zijn. Volgens Simon zou een uitvaart niet persoonlijk moeten zijn, maar hij vermeld niet dat het ritueel de laatste tientallen jaren al persoonlijk is. Sinds mensen de uitvaart in een uitvaartcentra zijn gaan organiseren is de uitvaart steeds persoonlijker geworden. Familie en vrienden delen hun persoonlijke herinneringen en ook de muziek heeft een link met de overledene. Zo’n uitvaart wil je onder andere met beelden de diepgang geven die Simon zegt te missen.
F. Hoge kosten Wat een heel persoonlijke uitvaart op dit moment vaak belemmerd zijn de kosten. De rekenkamer heeft een uitzending (25) gewijd aan de kosten van een begrafenis of crematie. Een standaard uitvaart, met hulp van een uitvaartbegeleider kost al snel ongeveer €7000. Je hebt dan niks wat afwijkt van het bekende. Als je zelf de organisatorische taken op je neemt kan je de kosten terugdringen tot €1500-2000. Als je iets persoonlijks wilt, bijvoorbeeld een andere kist, dan rijzen de kosten al snel de pan uit. Als je een andere locatie wilt, dan moet je dat ook echt lang van tevoren regelen, als het überhaupt al lukt, gezien de vergunningen. Mijn service zal ook niet goedkoop zijn, omdat het uurloon van een illustrator niet heel laag ligt. Toch is het mogelijk een gevuld beeldtestament te hebben voor je overlijden, ook al kun je je niet alle beelden in een keer veroorloven. Je zou er dan bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om een of twee beelden per jaar te laten maken.
Bronvermelding 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
P. Ariès, Western Attitudes Torward Death From the Middle Ages to the Present, London, 1976, p. 7, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 23, 28, 34, 38, 48, 49, 55, 57, 58, 63, 64, 65, 66, 67, 72, 85, 87, 89, 93 N. Elias, The Loneliness of the Dying, New York/London, 1985, p.12, 13, 14, 16, 19, 26, 31, 47, 58, 62, 70, 74, 75, 85 B. Siebrand, Leven doe je op je eigen manier, afscheid nemen ook, Nederland, 2009, p.30 H. Wensink, Het nationaal toneel speelt, NRC Handelsblad, Rotterdam, 01-02-2012 M. Csikszentmihalyi, Flow, Nederland, 1999, samenvatting N. Elias, The Loneliness of the Dying, New York/London, 1985 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 11 H. Embsen & T. Overtoom, Hoe zou jij het willen?, Hengelo, 2007, p.48 en 50 Rouwen, Ikon, 01-04-2007 H. Embsen & T. Overtoom, Hoe zou jij het willen?, Hengelo, 2007, p.38 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 19 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 12 M. Weijzen, Steeds vaker een kist, NRC Handelsblad, 13-09-2011 B. Siebrand, Leven doe je op je eigen manier, afscheid nemen ook, Nederland, 2009, p.34 N. den Boeft, Nu met gratis schep, Amsterdam, IJopener #4 10-2011 M. Dinjens, Nabestaande stelt hoge eis aan uitvaart, Metro, 08-11-2011 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 21 Natuurbegraafplaats, Nieuwsuur, 03-10-11 M. de Wit en DUS Architecten, Maak de maan begraafplaats van de aarde, NRC Handelsblad, 22-11-2010 Nieuwe energie in design en kunst, Boijmans van Beuningen, Rotterdam, november 2011 H. Embsen & T. Overtoom, Hoe zou jij het willen?, Hengelo, 2007, p.80 t/m 86 H. Embsen & T. Overtoom, Hoe zou jij het willen?, Hengelo, 2007, p.42 C. Simon, Onpersoonlijke rouwdiensten bieden meer troost dan fantasierituelen, NRC Handelsblad,, 19-03-2011 B. Siebrand, Leven doe je op je eigen manier, afscheid nemen ook, Nederland, 2009, p.30 Wat kost doodgaan?, De Rekenkamer, 11-02-2011 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 10 B. Vriesekoop, De dood leeft!, Amsterdam, 2011, p. 23 t/m 29 en 58 t/m 60 E. Kübler-Ross, On Death and Dying, USA, 1969, samenvatting W. Worden, Grief Counseling and Grief Therapy, A Handbook for Mental Health Practitioners, New York, 1982, samenvatting F. van der Linden, Wat is rouwen eigenlijk?, De dood leeft!, Amsterdam, 2011, p. 8 t/m 12 C.S. Lewis, A Grief Observed, London, 1966, p. 5, 7, 11, 12, 30, 31, 46, 50, 52 E. Venbrux, M. Heessels, S. Bolt, Rituele Creativiteit, Zoetermeer, 2008, p. 75 t/m 85 D. Moye, New Facebook App 'If I Die,' Lets Users Compose Final Message In Advance, http://www.huffingtonpost.com, 18-01-2012 Afterlife, Tot Zover, Amsterdam, november 2011 De dood leeft!, Tropenmuseum, Amsterdam, november 2011 W.R. Arfman, Analysing Allerzielen Alom, Nederland, 2011 A. Tilroe, Maker van het niet bestaande, Groene Amsterdammer, 06-10-2011 Muhanad Rasheed, Altijd wat, 22-10-2010 M. Fabels, Het leven is een beweging tot aan de dood, www.uitvaartdans.nl, 14-06-2011 Klaar voor de dood, Rob Smits, Boeddhistische omroep stichting, 08-01-2012 S. Levine, A Year to Live, USA, 1997, p. 3, 6, 8, 70, 71, 74, 75 S. Imamura, The Ballad of Narayama, Japan, 1983 A. Schneider, Get Low, USA/Germany/Poland,, 2009
44
F. Ozon, Le Temps Qui Reste, Frankrijk, 2005