‘Nulde en eerste lijn kunnen in overleg veel bereiken. Mits dat overleg op maat is voor de lokale situatie. Daar is kennis voor nodig, en lef. Lef om samen op weg te gaan zonder angst voor financierings- of organisatiehobbels die misschien op de weg liggen.’ Chantal Walg, senior beleidsmedewerker bij GGD Nederland
Bruggen slaan Preventie Toets Overleg Publieke gezondheidszorg en curatieve zorg werken samen aan preventie Publieke gezondheidszorg en eerstelijnszorg bereiken meer als ze samenwerken. Maar hoe kun je die samenwerking het beste vormgeven? Op zoek naar het antwoord op die vraag startten drie gemeenten een Preventie Toets Overleg (PTO). “Als nulde en eerste lijn structureel gaan overleggen, kunnen ze kennis en gegevens uitwisselen en samen optrekken bij het aanbieden van selectieve en geïndiceerde preventie”, zo was het idee. In de drie gemeenten werd geëxperimenteerd met verschillende vormen van samenwerking. Conclusie: Nulde en eerste lijn kunnen in overleg veel bereiken. Mits dat overleg op maat is voor de lokale situatie. In deze brochure vindt u achtergrondinformatie en inspirerende praktijkDe initiatiefnemers van het PTO zijn GGD Nederland, LVG en KNMG.
verhalen over het PTO. Met de bijgevoegde ansichtkaarten kunt u partners uit beleid, nulde en eerste lijn uitnodigen om samen op zoek te gaan naar de optimale overlegvorm in uw gemeente.
1
PTO-pilot : Tiel - De keten gesloten Het project in Tiel had als thema: kinderen met overgewicht. Veel dikke kinderen hebben meer begeleiding nodig dan de huisarts kan bieden, maar hun overgewicht is niet ernstig genoeg om ze door te sturen naar een kinderarts. Kunnen nulde en eerste lijn dit ‘gat’ in het zorgaanbod samen dichten? Nicolette Warmenhoven, projectleider. ‘JGZ-artsen verwijzen kinderen met flink overgewicht naar de huisarts. Die verwijst dan vaak door naar de diëtiste of fysiotherapeut voor enkele consulten, voor zover vergoed door de zorgverzekeraar. Vaak is dit te weinig om echt te helpen, maar meer kan de huisarts helaas niet bieden. “Als er een kind met flink overgewicht komt, hebben we een vet probleem”, zei een huisarts Vanuit de GGD zijn we gaan zoeken naar een passend aanbod. We vonden Door Dik en Dun (DDD). Een groepsbehandeling voor kinderen tussen 8 en 12 jaar met ‘Het PTO gaat pas overgewicht. De kinderen leren meer over eten en bewegen. werken als je alle Ze gaan sporten, krijgen een betere conditie en meer ingrediënten zelfvertrouwen. De ouders leren hoe ze hun kind kunnen op de juiste manier helpen bij het maken van de juiste voedselkeuzes en het en het juiste moment omgaan met verleiding. samenvoegt..’ Voor de gemeenten in Rivierenland is ‘overgewicht bij kinderen’ een speerpunt in hun beleid. Dat werd vooral vertaald in allerlei brede activiteiten. Wij konden met Door Dik en Dun een stapje verder gaan. Preventie aanbieden aan kinderen met overgewicht. De huisartsen wisten immers om welke kinderen het ging. We hebben DDD-teams gevormd waaraan – naast zorgaanbieders – ook sportscholen deelnamen. Het was boeiend om met sportschoolhouders aan tafel te zitten. Echte ondernemers. Die willen snel vooruit, en zien geen beren op de weg. De methode DDD valt niet geheel binnen de verzekerde zorg, sportschoolbezoek bijvoorbeeld niet, dus daar moesten we geld voor vinden. We zijn gaan praten met zorgverzekeraar Menzis. Die betaalt nu een pilot met vier Door Dik en Dun-teams. We hebben gevraagd of ze volgend jaar twaalf teams ondersteunen. Dan kunnen we gaan ‘uitrollen’. Geduld is belangrijk, maar doorpakken ook. Als er geen enthousiasme is, komt er geen geld. Maar als er geen geld komt, ebt enthousiasme snel weg. Zorg dat je regelmatig kleine succesjes kunt melden. Je komt er niet met alleen structuur, of geld, of enthousiasme. Het PTO gaat pas werken als je alle ingrediënten op de juiste manier en het juiste moment samenvoegt.’
Rol GGD en ROS GGD en ROS kunnen op verschillende manieren bijdragen aan het overleg. De ROS als het gaat om de contacten met de eerste lijn zorgverleners. De GGD met het trekken van de kar, de broodnodige contacten met de gemeente en door het leveren van epidemiologischeen sociale-kaart gegevens. Het stimuleren van een PTO hoort bij het werk van de GGD. Coördineren van gezondheidsbevordering is immers een taak van elke GGD.
Welzijn staat voorop Mike van de Boogert - contractmanager eerste lijn Menzis ‘Welzijn staat voorop voor ons als sociale verzekeraar. Kinderen zijn de toekomst. Als je nu investeert in preventie bij de jeugd, zal het welzijn later toenemen. Zo kun je zorgkosten in de toekomst beperken. Wij zijn enthousiast over dit project omdat het goed onderbouwd is. Door Dik en Dun is immers een geijkte methode. Initiatieven rond samenwerking van zorgverleners faciliteren we graag, voor zover dat binnen onze mogelijkheden ligt. Dat doen we via ROS of GGD. Zij kunnen de verschillende partijen met elkaar in contact brengen. Voor Tiel hebben we een projectfinanciering gegeven vanuit ons innovatiefonds. We zijn nu aan het kijken of het een duurzaam product is dat we in een reguliere financiering kunnen opnemen.’
2
PTO-pilot : Zwolle - de lijnen korter maken In Zwolle startte onder de naam Netwerk GLI een PTO op beleidsniveau met als doel het creëren van meer samenhang tussen verschillende gecombineerde leefstijlinterventies. Hiervoor heeft het netwerk een gezamenlijke visie geformuleerd die gebruikt kan worden voor stakeholders als gemeenten en zorgverzekeraars. Het PTO netwerk krijgt inmiddels steeds meer positie in het veld. Elisabeth Floor - projectleider ‘Toen we met het Netwerk GLI (Gezonde Leefstijl Interventies) begonnen, waren er veel initiatieven binnen de gemeente om de burger gezond en fit te houden of te krijgen. De aanbieders van de activiteiten en de doelgroep hadden geen overzicht van het totale aanbod. Met het Netwerk GLI zorgen we voor een duidelijk overzicht en gezamenlijke visie. We kijken waar meer synergie mogelijk is. En welke doelgroepen we nog meer kunnen bedienen, op andere gezondheidsthema’s met andere interventies. Het GLI maakt de lijnen korter: de lijnen tussen de organisaties en disciplines, en tussen praktijk en beleid. Je moet haalbare doelen stellen. In het begin wilden we bijvoorbeeld snel één sociale kaart voor alle activiteiten. Maar dat was te hoog gegrepen, daarvoor hadden we geen budget. Dus dan zoek je naar zaken die je wel gemakkelijk bij elkaar kunt brengen. Benut de kansen die voor het grijpen liggen. Zo was er een manager die nog wat lege ochtenden in zijn sportzaal had en een ouderenclubje dat accommodatie zocht. Die vonden elkaar. Inmiddels is de digitale sociale kaart voor eerstelijns-zorgverleners en de digitale sociale kaart met aangepast sport- en beweegaanbod gelukkig wel een feit. Het GLI blijft bestaan, ook nu het project afgerond is. We hebben net onze missie bepaald: “Lokaal Netwerk GLI Zwolle verbindt!” Alle betrokken organisaties hebben gezegd: dit is belangrijk. Helaas is er geen extern budget, dus alle mensen die deelnemen aan het GLI moeten de uren die zij aan het netwerk en overleg besteden vanuit hun eigen organisatie betaald krijgen. Interessant is dat de deelnemende organisaties het belang van het netwerk erkennen en hiervoor uren beschikbaar stellen. Het is natuurlijk heel lastig om een kosten-baten plaatje van een PTO te maken, maar als je overlap kunt voorkomen en kunt zorgen dat vraag en aanbod elkaar beter vinden, is dat ‘We zijn inmiddels duidelijk winst. En dan heb ik het nog niet over de inspiratie door de gemeente die je van zo’n overleg krijgt. We zijn inmiddels door de gevraagd om gemeente gevraagd om hen als kennisplek en klankbord te hen te voeden bij voeden bij het ontwikkelen van lokaal gezondheidsbeleid. En het ontwikkelen wat in de beleidsnota’s komt, kunnen wij weer terugkoppelen van lokaal aan het veld.’
gezondheidsbeleid.’
Je moet je blijven ontwikkelen Irma Roosen, beleidsadviseur zorg ‘Het GLI netwerk Zwolle staat. Nu moeten we ons gaan verkopen. Rondbazuinen dat het netwerk er is en wat we te bieden hebben. Intern bij de deelnemende organisaties, maar ook daarbuiten. Dan kunnen we het netwerk benutten bij het plannenmaken op beleidsniveau. Je moet je als netwerk blijven ontwikkelen. Voorkomen dat het netwerk een eigen leven gaat leiden. Nieuwe kansen zien voor preventie en het slim organiseren (of realiseren van) van passend beweegaanbod. Het overleg is gestart op stedelijk niveau, maar we moeten kijken wat er op wijkniveau gebeurt en nodig is. En die signalen weer terugkoppelen naar de beleidsontwikkeling.
3
PTO-pilot : Hillegom - interventie op kleine schaal Het PTO in Hillegom startte op kleine schaal met een beweeginterventie voor een kleine groep mensen met forse gezondheidsproblemen. Inmiddels passen meerdere huisartsenpraktijken deze aanpak toe. Ans van der Houwen, projectleider
Bruggen worden gebouwd als… 1. Er naast enthousiasme, ook overleg en geld is 2. Rossen en/of GGD’en een rol hebben in het bruggenbouwproces 3. Er een goede balans is tussen geduld hebben en doorpakken 4. De kansen worden benut die voor het oprapen liggen 5. De brug bijdraagt aan de gezondheid van mensen zelf, maar ook aan beleidsontwikkeling 6. Er zowel horizontale als verticale samenwerking is 7. Er inzicht is in ieders aanbod en mogelijkheden
‘De wethouder in Hillegom wilde meer samenwerking met de eerstelijnszorg. Hij vroeg de GGD om advies. Wij hadden toen net kennis gemaakt met het concept Preventie Toets Overleg, en dat paste perfect. Onder voorzitterschap van de GGD is toen een kleine groep mensen bijeen gekomen. Een gemeenteambtenaar, een vertegenwoordiger van REOS en een huisarts. De huisarts wilde een aanbod creëren voor een kleine groep patiënten met forse gezondheidsproblemen. Mensen met overgewicht of psychosociale problemen, bijvoorbeeld. Een ‘therapieresistente’ groep bij wie alle andere interventies mislukt waren. Hij nodigde vijftien mensen uit, die een uitleg kregen van de praktijkassistente. Tien mensen hebben uiteindelijk deelgenomen. ‘Je zit met heel Het aanbod bestond uit tien wekelijkse beweeglessen, motiverende gesprekken met de praktijkassistente en een verschillende intake gesprek en een drie “groepsbijeenkomsten voeding” culturen aan tafel.’ bij de diëtiste. Het aanbod lijkt op de beweegkuur waar het de begeleiding van de praktijkondersteuner betreft, maar het is een andere doelgroep. Het gezamenlijk bewegen in groepsverband met gelijkgestemden was voor de groep van groot belang. Het vinden van een sportinstructeur viel niet mee. Op het eerste gezicht is het niet zo’n aantrekkelijke groep. Maar gaandeweg werd de instructeur heel enthousiast. Ze bood zelfs aan om als vrijwilliger door te gaan, na afloop van de tien lessen. We kwamen regelmatig bij elkaar en bespraken alle lopende zaken, tot op patiëntniveau. Juist in zo’n klein project zie je perfect waar je elkaar aan kunt vullen. Zo is het voor een huisarts lastig om achter een accommodatie aan te gaan. Dat regelt de gemeente dan. De samenstelling van het overleg veranderde geruisloos tijdens het traject. De REOS-vertegenwoordiger nam na de start wat meer afstand. De diëtiste en de praktijkondersteuner schoven aan. Aan de twee laatste overleggen nam ook de sportinstructeur deel. Je zit met heel verschillende culturen aan tafel: de huisarts was gewend om alles ter plekke af te handelen, terwijl de ambtenaar meer met agenda’s en notulen wilden werken. Het project moet nu breed uitwaaieren. Inmiddels zijn twee analoge projecten gestart en wordt gezocht naar financiering. Eigenlijk zou het structureel gefinancierd moeten worden. Door een zorgverzekeraar bijvoorbeeld.’
Geen corrigerend vingertje, maar de helpende hand Marijke van Noort, praktijkondersteuner ‘De patiënten kenden ons en voelden zich veilig. Heel belangrijk, want mensen met obesitas schamen zich vaak. Je moet opletten dat je niet medicaliseert. De coaching, bijvoorbeeld, deden we los van de medische controles. Met een andere insteek. Positief, geen corrigerend vingertje, maar de helpende hand. Als huisartsenpraktijk weet je niet goed wat GGD en gemeente allemaal aanbieden: een potje voor mensen die het sporten niet kunnen betalen, eenzaamheidsbestrijding, ouderenconsulenten enzovoort. Dat kwam ter sprake in het overleg. Dan weet je van dat aanbod en kun je ook andere patiënten doorverwijzen. De samenwerking is stukken verbeterd.’
8. Er begrip is voor de cultuurverschillen bij de verschillende partijen.
4
Zorgen dat gezondheid iets van mensen zelf wordt Jack Hutten, coördinerend beleidsmedewerker publieke gezondheid VWS ‘Gezondheidsproblemen voorkomen en gezondheidsrisico’s tijdig onderkennen en aanpakken. Dat doen we vanuit verschillende stelsels: Zorgverzekeringswet, AWBZ, WMO, Wet Publieke Gezondheid. Maar mensen weten niet of ze een ‘WMO-probleem’ hebben, of een ‘AWBZaandoening’. Zorgnetwerken in de buurt kunnen een knooppunt worden dat de stelsels verbindt. Daarvoor is het nodig dat eerstelijnszorg en publieke gezondheidszorg elkaar goed weten te vinden. Samen zorgen dat gezondheid weer iets van de mensen zelf wordt. Het Preventie Toets Overleg kan daarbij helpen’.
pilot-ervaringen Preventie Toets Overleg is maatwerk In de drie pilots werd gezocht naar de optimale werkwijze en structuur voor preventie-overleg tussen gemeenten en zorgverleners in de eerste lijn. Het bleek dat er niet één zaligmakende werkwijze of structuur bestaat. In twee pilots stonden de doelgroepen centraal. Bij het derde project pakte men juist het onoverzichtelijke aanbod aan. Ambitie Ook in ambitie en omvang verschilden de projecten. In twee regio’s was het overleg bij wijze van spreken ‘op de werkvloer’, terwijl het andere project zich juist op beleidsniveau afspeelde. De samenwerking speelt zich horizontaal af: tussen de publieke gezondheidszorg en de eerstelijnszorg. En verticaal: tussen de landelijke, regionale en lokale organisaties. Een helder doel is belangrijk, maar ook politiek en/of bestuurlijk commitment. Dat geeft richting en motivatie. Als er al eenmaal wordt samengewerkt, groeit de behoefte aan structureel overleg. Trekker Belangrijk is een trekker met het juiste profiel en voldoende tijd. Verder moeten de juiste mensen deelnemen aan het PTO. De samenstelling van de overleggroep kan in de loop van de tijd wijzigen. Vaak zijn er bij de start andere mensen nodig dan bij de uitrol. ‘organisch meebewegen’ is dan de boodschap. Een project kan best voortgaan als de huisarts even geen rol heeft. Niet bij ieder overleg hoeft iemand van de gemeente aan te schuiven. Als de brug maar geslagen is en de projectleider de juiste mensen maar wel op elk moment weet te vinden. Geld Voor een degelijk, duurzaam overleg is geld nodig. Geld om het overleg professioneel te organiseren, en soms vacatiegeld. Professionals steken veel tijd in het PTO. Daar moet wat tegenover kunnen staan. Geld is ook nodig om de projecten, die het PTO bedenkt, uit te voeren. Daarbij is het handig dat verschillende deelnemers aan het PTO elk hun eigen netwerk hebben. Zodat er via verschillende kanalen naar geld gezocht kan worden. Maar het blijft lastig om projecten structureel gefinancierd te krijgen.
5
Netwerk PTO in Beeld Preventie is een veelomvattend begrip. Het Prevent-model geeft inzicht in de verschillende vormen van preventie. Van universele preventie voor een algemeen publiek tot zorggerelateerde preventie voor mensen met een aandoening of beperking. Het PTO richt zich op het raakvlak tussen selectieve en geïndiceerde preventie. GGD en gemeente kunnen de doelgroep van deze preventie moeilijk bereiken, terwijl de huisarts hen persoonlijk kent. Maar huisartsen bieden geen groepsinterventies aan. Samen kunnen de publieke gezondheidszorg en eerstelijnszorg de groep wel vinden en passende interventies bieden. Het preventiemodel en de bijhorende implementatiecyclus kunnen bijdragen aan een gezamenlijke taal tussen de partijen.
Preventmodel Selectieve preventie Universele preventie
Gemeenschap, gezonde leefomgeving en participatie
Gewoon gezond leven Op eigen kracht
Geïndiceerde preventie
(risico)profilering bewustmaking beslisondersteuning
Geïnformeerde en gemotiveerde individuen intervention mapping advies op maat
Zorggerelateerde preventie
Zorgstandaarden, sluitend netwerk hulpverlening, zelfmanagement
Voorkomen van erger Behandelen
Er op tijd bij zijn
Bijsturen met hulp
Voor meer informatie: www.preventweb.nl
6
Ook zo’n zin om een brug te slaan? Laten we snel afspreken!
Publieke en curatieve gezondheidszorg: samen maken we preventie beter
Over de brug komen is niet eng. Laten we snel afspreken!
Publieke en curatieve gezondheidszorg: samen maken we preventie beter
… volgen er vast meer. Laten we snel afspreken!
Publieke en curatieve gezondheidszorg: samen maken we preventie beter
GGD Nederland Adriaen van Ostadelaan 140 3583 AM Utrecht T (030) 252 30 04 F (030) 251 18 69 E
[email protected] www.ggd.nl www.ggdkennisnet.nl www.preventweb.nl
April 2012 Initiatief: Anja Koornstra Chantal Walg Tekst: CarelJansen.com Illustraties: Ineke Koene Ontwerp: Axis Media-ontwerpers Enschede