» Start Guido Gezelle plein, Onthaalkerk-O.L.V. » Kilometers 2,5 km » Eindpunt Prinsenho f
Brugge: met de B van Bourgondisch
www.ddk.be Toen in Brugges Gouden Eeuw de Bourgondische hertog Filips de Stoute huwde met Margaretha Van Male, dochter van de laatste graaf van Vlaanderen, behoorde Vlaanderen plots tot Bourgondië. Het Bourgondische hof vertoefde graag in de havenstad en Brugge werd een magneet voor collega-edellie den, handelaars en kunstenaars die een graantje wilden mee pikken van haar rijkdom. Vandaag houdt die Bourgondische erfenis nog steeds stand. Ontdek een noordelijke stad met een zuiders karakter. 24
14
21
39
Van het Guido Gezelleplein naar de Markt
Keer op je stappen terug, dwars het mooie Gruuthuseplein en sla rechts de Dijver in. Op nummer 12 huist het Groeningemuseum 20 , Brugges beroemdste museum. Op
Gezeten op een bankje aan het Guido Gezelleplein, genoemd naar de Vlaamse priester-dichter (1830-1899) wiens standbeeld dit plein siert, heb je een mooi zicht op de zijflank van de Onthaalkerk Onze-Lieve-Vrouw 14 . Met zijn 122 meter hoge bakstenen toren is deze kerk het voorbeeld van de stielkennis van de Brugse bouwvakkers. Binnenin kun je de rijke kunstcollectie bewonderen, van Michelangelo’s wereldberoemde ‘Madonna met Kind’ tot de 15de- en 16de-eeuwse praalgraven van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute. Links merk je de opvallende residentie van de heren van Gruuthuse op, vandaag het Bruggemuseum-Gruuthuse 21 . De toren en de waterput zijn statussymbolen die wijzen op de weelde van de familie Gruuthuse. Rijkdom die ze vergaarden door hun alleenrecht op gruut, een kruidenmengeling die, lang vóór hop, als smaakmaker diende voor het brouwen van bier. Lodewijk van Gruuthuse voerde bovendien het leger van Karel de Stoute aan en was de persoonlijke bodyguard van Maria van Bourgondië. Daarnaast was hij ook cultuurliefhebber en eigenaar van het Gruuthusehandschrift, een befaamd middeleeuws verzamelhandschrift dat onder meer 147 liederen bevat. Het familiedevies ‘Plus est en vous’ prijkt trots boven de deur van de residentie. Vandaag zouden we dat vertalen als ‘je kunt altijd meer dan je denkt!’.
pagina 52 lees je een interview met de conservator ervan, Till-Holger Borchert. Iets verder langs de Dijver, op nummers 9 tot 11, is er één van de locaties van het Europacollege 03 , een internationaal postuniversitair centrum dat focust op Europa.
www.ddk.be Volg nu het kleine wandelpad dat links langs de kerk leidt. Wanneer je, net voorbij de bocht, omhoog kijkt, zie je dat een bidkapel het Bruggemuseum-Gruuthuse innig verbindt met de Onthaalkerk Onze-Lieve-Vrouw. De heren van Gruuthuse begaven zich immers niet tussen het gewone volk, maar beschikten over een privékapel waar ze hoog en droog de mis aanhoorden. Deze intieme kapel kun je vandaag nog steeds bezoeken. 26
Vervolg je weg om de eerste straat links, de Wollestraat, in te slaan. Op de rechterhoek van de Wollestraat merk je ongetwijfeld de statige herenwoning Perez de Malvenda op. Dit 15de-eeuwse herenhuis werd van kelder tot nok gerestaureerd en herbergt vandaag een foodshop. Net voor de Markt bevinden zich de hallen die bij het Belfort 39 horen en als opslagplaats en verkoopplaats dienden. Aan de straatzijde bevonden zich in de Bourgondische periode tal van stalletjes waar je kruiden kon kopen, van medicijnenpoeders tot kruidenmengsels. Dankzij haar handelsstatus wist Brugge immers kruiden uit alle hoeken van Europa te verzamelen.
De Markt, het kloppende hart van Brugge Via de Wollestraat beland je op de Markt. De Markt wordt gedomineerd door het Belfort 39 , al eeuwenlang het praalgebouw van de stad en de ideale uitkijktoren bij oorlog, brand of ander onheil. Vandaag kun je nog steeds naar de top. Onderweg passeer je de voormalige middeleeuwse schatkamer en de 47 welluidende klokken van de Brugse beiaard, goed voor 27 ton brons. Zodra je boven bent, krijg je een onvergetelijk panorama gepresenteerd. Aan de voet van het Belfort vind je ’s werelds beroemdste frietkoten! Zowat in het
27
Zwanen op de reien Na de dood van Maria van Bourgondië beleefde Brugge woelige tijden. Omdat opvolger Maximiliaan van Oostenrijk de stad een nieuwe belasting wou opleggen, kwamen de woedende Bruggelingen in opstand. Maximiliaan werd opgesloten in het huis Craenenburg op de Markt en moest van achter een getralied raam toekijken hoe zijn schout, baljuw en trouwe raadsheer Pieter Lanchals op diezelfde Markt gefolterd en uiteindelijk onthoofd werd. De legende beweert dat toen de hertog toch opnieuw aan de macht kwam, de stedelingen bij wijze van weerwraak verplicht werden om tot in de eeuwigheid ‘langhalzen’ of zwanen op de reien te houden.
midden van het plein merk je het standbeeld van Jan Breydel en Pieter De Coninck op, twee Brugse volkshelden die in 1302, tijdens de Guldensporenslag, een belangrijke rol speelden in het Vlaams verzet tegen de Franse overheersing. Van op hun standbeeld heb je een mooi zicht op het neogotische Provinciaal Hof (Markt 3) 31 . Tot in de 18de eeuw pronkte hier de Waterhalle, de overdekte stapelplaats waar met man en macht geladen en gelost werd. De reien stroomden langs de Markt verder door. Vandaag is dat, weliswaar ondergronds, nog steeds het geval. Nood aan een pauze? Trakteer jezelf dan op een koetsritje en verken de stad gedurende een half uurtje met paard en koets of opteer voor een City Tour-tochtje van 50 minuten met een minibusje. Na afloop kan je deze wandeling voortzetten.
ke Stadsschouwburg (1869) 33 , een van Europa’s best bewaarde stadstheaters. Achter de sobere neorenaissancegevel bevindt zich een paleisachtige theaterzaal en een majestueuze foyer. Mozartfiguur Papageno bewaakt de ingang, zijn partituur ligt nonchalant op het pleintje aan de overkant. Blijf rechtdoor wandelen en sla dan net voor de Reie rechts af en vervolg je weg langs de Kortewinkel. Hier, ietwat verborgen voor het grote publiek, ontdek je een unieke 16de-eeuwse houten gevel. Een van de twee authentieke exemplaren die de stad nog telt (verderop in deze wandeling komen we de andere gevel nog tegen). Luttele meters verder, op nummer 10, doe je nog zo’n heerlijke ontdekking. Het jezuïetenklooster dat hier gevestigd is, beschikt over een magnifieke, verborgen binnentuin. Staat de deur open, dan mag je gewoon binnenlopen om even van de zalige rust te genieten.
www.ddk.be Van de Markt naar het Jan Van Eyckplein Laat de Markt links liggen, houd je lijnrechte traject aan en wandel zo de Vlaming– straat in. In de 15de eeuw was dit de winkelstraat van het havenkwartier. Heel wat banken hadden hier een filiaal en de straat telde een flink aantal wijntavernes. Elk van die adressen beschikte over een diepe kelder waar de net geloste vaten Franse wijn en rijnwijn makkelijk gestapeld konden worden. Onder de middeleeuwse keldergewelven van Taverne Curiosa (Vlamingstraat 20) kun je nog steeds de sfeer van toen opsnuiven. Ongeveer halverwege de Vlamingstraat prijkt aan je linkerkant de elegante koninklij-
28
De Kortewinkel gaat over in de Spaanse Loskaai, in Bourgondische tijden de thuishaven van de Spaanse kooplieden. De pittoreske brug die je links passeert, is de Augustijnenbrug, met haar 700 lentes een van Brugges oudste exemplaren. De stenen zitjes dienden oorspronkelijk als etalages voor de waren die ijverige verkopers hier uitstalden. Van op de brug heb je een mooi zicht op het rechterhoekhuis dat de Spanjaardstraat met de Kortewinkel verbindt, vroeger een klooster, maar ook een spookhuis, zo menen de Bruggelingen. Toen een verliefde pater door een nonnetje werd afgewezen, doodde hij haar en sloeg daarna de hand aan zichzelf. Nadien bleven ze jarenlang in het vervallen huis rondspoken…
Wandel verder via de Spaanse Loskaai, sla de 1ste straat rechts af en begeef je op het Oosterlingenplein. Dit plein was in Brugges Gouden Eeuw de vaste stek van de oosterlingen, de Duitse kooplieden die zakendeden in de stad. Hun imposante natiehuis palmde de hele linkerhoek in. Vandaag geeft het restant, het gebouw rechts van het hotel Bryghia, je een idee van de grandeur van toen.
29
Via het Oosterlingenplein beland je op de Woensdagmarkt waar het standbeeld van Hans Memling met de aandacht gaat lopen. Je verlaat het plein rechts via Genthof. Hier ontdek je de tweede authentieke middeleeuwse houten gevel. Merk op dat elke etage iets verder uitspringt dan deze eronder. Een bouwtechniek die vooral waterschade moest vermijden en later nog in diverse bouwstijlen werd nagebootst.
Het Bourgondische Manhattan De juiste tijd
Brugs Beertje Toen Boudewijn met de IJzeren Arm, de eerste graaf van Vlaanderen, voor het eerst Brugge bezocht, in de 9de eeuw, was volgens een legende de eerste bewoner die hij ontmoette een forse bruine beer. Na een hevig gevecht wist hij het dier te doden en om hem eer aan te doen promoveerde hij de beer prompt tot stadssymbool. Vandaag wordt dit symbool, dat in een nis van de Poortersloge huist, bij uitzonderlijke aangelegenheden feestelijk aangekleed.
ogen makkelijk van de sprekende gevel kan aflezen. De kromgebogen pijnders werden ingehuurd om de balen of vaten te laden en te lossen.
www.ddk.be Boven op het hoekhuis Boechoute, een originele schermwoning uit 1477 en nu de thuisbasis van tearoom Meridian 3, pronkt een glanzende wereldbol. Toen de spoorlijn BrusselGent-Brugge ingehuldigd werd, stelde men vast dat de Belgische klokken niet overal gelijkstonden. Een euvel dat opgelost werd dankzij deze wereldbol. Door een gaatje in de globe viel de zon precies om 12 u samen met zijn schaduw en vormde zo een lijn die je vandaag, dankzij het parcours van koperen nagels, nog steeds kunt natrekken.
Wandel verder om op het Jan Van Eyckplein aan te komen. Dit was het Manhattan van Bourgondisch Brugge, dé plek waar het allemaal gebeurde. Hier meerden de schepen aan, werd er geladen en gelost en tol betaald. Een drukte vanjewelste met als soundtrack een kakofonie van talen, de ene al wat luider dan de andere. Bij elke handelstransactie hoorde je ook steevast enkele Brugse klanken. Er moest immers altijd een Brugse makelaar aanwezig zijn en die streek uiteraard telkens zijn procentje op. Net op de hoek schittert het 16de-eeuwse Huis De Roode Steen dat al in 1877 gerestaureerd werd. Wat verder, op huisnum-
mer 1-2, zie je het Tolhuis (1477) 38 waar de tolrekeningen vereffend werden. Aan de linkerzijde van dit monumentale pand duikt het Pijndershuisje, het smalste huisje van Brugge, op. Hier woonde een pijnder of dokwerker, een naam die een paar oplettende
30
Verlaat het plein en wandel rechtdoor de Academiestraat in. Pal op de hoek met het Jan Van Eyckplein bevindt zich nog zo’n opmerkelijk gebouw, gekenmerkt door een opvallende toren. Dit is de Poortersloge 28 , een soort 15deeeuwse privéclub waar Brugse burgers en buitenlandse handelaars verzamelden. In een muurnis verschuilt zich het Brugs Beertje, een belangrijk symbool van de stad.
Wandel verder naar de Grauwwerkersstraat. Het pleintje dat de Academiestraat met de Grauwwerkersstraat verbindt, stond eeuwen lang bekend als het ‘Beursplein’. Hier werd handelgedreven op hoog niveau. De natiehuizen van Genua (later omgedoopt tot Saaihalle en vandaag Frietmuseum) 04 , Firenze (nu restaurant De Florentijnen) en Venetië (nu boekhandel De Slegte) stonden broederlijk zij aan zij. Voor Huis ter Beurze (1276), de centrale herberg uitgebaat door de familie Van der Beurze 24 , verzamelden de internationale kooplieden om handelsafspraken en wisseltransacties op touw te zetten. De naam van het huis ligt aan de grondslag van het Nederlandse woord ‘beurs’. Een term die in diverse andere talen werd overgenomen.
Sla de Grauwwerkersstraat in en houd meteen halt. De zijgevel van Huis ter Beurze, meer bepaald het stuk tussen de twee gelijkvloerse raampartijen, wordt gekenmerkt door de handtekeningen van de steenkappers. Zo wist iedereen wie welke steen gekapt had en wie nog betaald moest worden. De woning naast Huis ter Beurze (de kleine beurze) bevindt zich nog op het originele straatniveau.
31
Prinsenhofroddels > Omdat Filips de Goede zijn aanstaande nog niet gezien had, stuurde hij Jan Van Eyck naar Portugal om haar te portretteren. Zo had hij toch enige zekerheid. Met succes, want de geschiedenis leert dat het stel een goed huwelijk had. > Hoewel de populaire Maria van Bourgondië bij een ongelukkige val van haar paard slechts een lichte breuk opliep, zou ze wat later in het Prinsenhof toch sterven aan de gevolgen ervan. Toen bestonden er immers nog geen middelen tegen ontstekingen. > Tijdens de recente hotelverbouwingen van het Prinsenhof werden maar liefst 568 zilveren munten, geslagen tussen 1755 en 1787, opgegraven. Wat reken- en telwerk leert dat de krachtdadige Engelse zusters hun hele kapitaal aan de grond toevertrouwden om de oprukkende Franse troepen voor te zijn. 19
Het Prinsenhof, thuishaven van Bourgondische hertogen 29
Neem de volgende straat links, de Geerwijnstraat, die naar het Muntplein leidt. Het Muntplein behoorde tot het domein van het iets verder gelegen Prinsenhof 29 . Hier werden, je raadt het al, munten geslagen. Het beeld Flandria Nostra (‘Ons Vlaanderen’), dat een hoofse dame te paard voorstelt, is een ontwerp van de Belgische beeldhouwer Jules Lagae.
www.ddk.be Sla wat verder links de Naaldenstraat in. Aan je rechterkant merk je al van ver de charmante toren van Hof Bladelin 20 op. Bouwheer Pieter Bladelin (geportretteerd boven de poort in gebed tot Maria) leende zijn woning in de 15de eeuw aan de Florentijnse bankiersfamilie de Medici die hier een bankfiliaal uitbaatte. Vandaag is het optrekje eigendom van de zusters van OnzeLieve-Vrouw van Zeven Weeën, maar wie tussen 10.00-12.00u en 14.00 -17.00u aanbelt, mag binnenin eens een kijkje nemen. Een aanrader! Je krijgt een schitterende binnentuin te zien en de eerste renaissancegevel van de stad, opgesierd met twee prachtige medaillons van Lorenzo de Medici en echtgenote Clarissa Orsini.
Iets verder, aan de volgende siertoren, sla je rechts af en kies je voor het Boterhuis dat je met zijn kronkelend kasseistraatje meteen naar de middeleeuwen katapulteert. Houd daarna rechts aan en sla net voorbij de Sint-Jacobskerk links de Moerstraat in. De Bourgondische hertogen en zowat alle buitenlandse handelaren frequenteerden deze Sint-Jakobskerk 19 . Hun buitensporige giften lieten binnenin hun glanzende sporen na.
32
Op het einde van de straat sla je rechts de Geldmuntstraat in om iets verder op het Prinsenhof te eindigen. We eindigen met een klepper. Het Prinsenhof was immers het paleis van de graven en de hertogen. Het indrukwekkende pand, oorspronkelijk nog zeven keer groter dan nu het geval is, werd al in de 15de eeuw opgetrokken door Filips de Goede om zijn (derde) huwelijk met Isabella van Portugal te vieren. Toen Karel de Stoute hertrouwde met Margaretha van York, werd het hof uitgebreid met een zwembad en een dierentuin. Dit was dan ook de favoriete residentie van de hertogen en al snel hun politieke, economische en culturele centrum. Zowel Filips de Goede († 1467) als Maria van Bourgondië († 1482) zijn in het Prinsenhof gestorven. Na de dood van de populaire Maria van Bourgondië ging het bergaf met de residentie en viel het Prinsenhof uiteindelijk in particuliere handen, tot Engelse kloosterzusters het domein in de 17de eeuw tot een rijke meisjesschool omtoverden. Daarna volgde een ingewikkelde eigenaarswissel. Vandaag behoort het Prinsenhof tot de Kempinski-keten die er Brugges eerste vijfsterrenhotel in onderbracht. Bezoekers kunnen binnenin een kijkje nemen.
33