Brugge langs de onderkant
50 urban legends // plezante weetjes // // ongekende plekjes // straffe verhalen uit Brugge // //
~ stadsplan ~
1. In het centrum van de aandacht Sinds 1887 trotseren Jan Breydel en Pieter de Coninck weer en wind temidden van de Brugse Markt. Wie die twee mannen op hun hoge sokkel dan wel mogen zijn? Volgens sommigen de architecten van de Halletoren – of erger nog – van het Provinciaal Hof. Of deze beenhouwer en wever de ambities hadden architect te worden, weten we niet. Wel dat ze meestreden tijdens de Guldensporenslag van 1302.
2. The shop is small, but the boss is big Een supermarkt op de Markt! Verstopt tussen de vele brasseries, vind je op de Markt nog een authentieke Delhaize-winkel uit 1892. Plaats om te racen met winkelwagentjes is er niet, maar het drankaanbod is ruim en het ruikt er nog naar tijden waarin lokale kruidenierwinkels de supermarkten van morgen waren.
3. Smaken verschillen Op de plaats van het Provinciaal Hof stond vroeger de Waterhalle, een middeleeuwse overdekte laad- en losruimte waar boten in en uit konden varen. Eind 18de eeuw werd de Waterhalle afgebroken om plaats te maken voor een gloednieuw Provincieraadsgebouw in Parijse stijl. Een bouwstijl die niet echt gesmaakt werd in Brugge: te nieuw en niet echt Brugs. De Bruggelingen waren dan ook niet rouwig bij het afbranden van het gebouw in 1878 en juichten de bouw van het nieuwe Provinciaal Hof in typisch Brugse neogotische stijl toe. Of het Provinciaal Hof vandaag nog hoog zou scoren bij een populariteitsonderzoek, valt te betwijfelen. Krijgt ze de prijs voor meest afzichtelijk 19de-eeuws gedrocht of dingt ze mee naar de kroon van Miss Brugge?
4. Meer dan een eeuw frietjes De eerste frietjes in Brugge deden in 1863 hun intrede op de meifoor. Vanaf 1896 kon je voor een portie friet dagelijks terecht bij één van de twee frietkramen op de Markt. Om de drie jaar wordt het uitbaatrecht van deze kramen aanbesteed aan de hoogste bieder. In 2004 braken de geboden sommen alle vorige records: het ene frietkraam werd voor 85.100 euro, het andere voor 92.000 euro jaarlijks aanbesteed. Meer dan 3 miljoen oude Belgische dus. Als u weet dat een middelgroot pakje friet 1,75 euro kost en in een pakje gemiddeld 90 frieten zitten, dan weet u hoeveel frieten de nieuwe uitbaters moeten verkopen om alleen al de pacht uitbetaald te krijgen?
5. De Brugse toren van Pisa Het Brugse belfort staat scheef! De toren helt 87 cm in de richting van de Wollestraat. Maar geen paniek, dat doet ze al eeuwenlang. Klim gerust de 365 treden op en geniet als Bruggeling gratis van het wondermooie uitzicht.
6. Opnieuw op tijd Misschien is het je al opgevallen: dwars over de Markt loopt de meridiaan, aangeduid met koperen nagels. Op het middaguur (12 uur zonnetijd) schijnt de zon door een gat in de bol op het huis Bouchoute op de hoek met de Sint-Amandsstraat en werpt zo een lichtstraal op de koperen lijn. Het idee komt
van ene Quetelet die in 1837 de Bruggelingen een handje wilde helpen om op tijd de trein te halen. Op basis van deze zonnewijzer konden alle Bruggelingen hun horloges gelijk zetten. Bij de heraanleg van de Markt in 1997 werden de nagels echter onzorgvuldig terug gelegd. Of alle Brugse uurwerken opnieuw gelijktijdig tikken, weten we niet, maar het euvel zou ondertussen hersteld zijn.
7. Cactussen en rode lichtjes Het Sint-Amandsstraatje was vroeger de rosse buurt van Brugge. Toen de straat in 1979 onder tomatengegooi verkeersvrij werd gemaakt, verplaatsten de activiteiten zich naar de Maalse Steenweg. Het Sint-Amandsplein is ook de plek waar de eerste edities van het Cactusfestival doorgingen. De waterpomp die te midden het plein als een fallussymbool ten hemel rijst, inspireerde begin jaren ’70 een groep links-geëngageerde Bruggelingen om hun actie- en ontmoetingscentrum op nummer 13 (rechts van De Lange Muur) De Cactus te dopen. Enkele jaren later zouden zij er de eerste (piepkleine) editie van het Cactusfestival organiseren. Ondertussen is het zomerfestival naar het Minnewaterpark verhuisd om er jaarlijks duizenden muziekliefhebbers te slikken.
8. Tramsporen Trams in Brugge. Nog niet zo lang geleden maakten ze deel uit van het dagelijkse stadsbeeld. Omdat ze het autoverkeer in de smalle straten teveel hinderden en de historische gevels met hun luchtlijnen ontsierden, werden ze in 1956 afgeschaft. Op de hoek van de Sint-Jakobsstraat en de Geldmuntstraat vind je op de gevel nog de gietijzeren houders waaraan de tramkabels over straat werden gespannen.
9. Upstairs-downstairs De Innovation was samen met de stoffenwinkel Franchomme de eerste winkel in Brugge waar roltrappen je naar boven brachten en terug. Tot 1976 was de Inno gelegen op de plaats waar 10 jaar later de bibliotheek haar deuren opende. Mark Braet, de communistische Brugse dichter, heeft ooit in de kelder van de Innovation een oefengranaat tot ontploffing gebracht. Dit als protest tegen zijn ontslag uit militaire dienst. Zonder nadere uitleg was hij namelijk de kazerne uitgezet en had hij verbod gekregen deel te nemen aan militaire oefeningen en het hanteren van wapens. Zijn daad was ludiek bedoeld, maar na bekenning van de feiten kreeg hij steevast de naam “de bommensmijter” opgespeld.
10. Zet de bloemetjes buiten Een bloemetje meer of minder, daar wordt niet op gekeken. Of toch? Brillenwinkel 17 (het jongere broertje van de Hoetwinkel in de Niklaas Desparstraat) bracht in 1996 als statement een bloementapijt van rode plastiek geraniums op hun gevel aan. Het niet alledaagse bloemetjesbehang vormde een antwoord op de vele plantenbakken die de kades van onze reitjes overvloedig sieren ter verstrooing van de bootjestoeristen. De plastiek bloemen kwamen er echter zonder vergunningsaanvraag. Tot vandaag blijft de rode bloemenzee dus illegaal. Maar vergunning of niet, de muurbloempjes blijven koppig voortbloeien.
11. Big Business Brugge is al lang niet meer het centrum van de wereldeconomie, maar het is wel de plek waar de beurs is ontstaan. De naam is afkomstig van de makelaarsfamilie Van der Beurse die vanaf de 13de eeuw in het huis Vlamingstraat 35 (naast De Sleghte) de herberg Ter Beurze uitbaatte. Op het pleintje voor de herberg ontstond de wisselmarkt die vandaag internationaal nog steeds gekend is als ‘de beurs’.
12. Brugs Beertje In de 9de eeuw werd de streek rond Brugge niet alleen geteisterd door de Noormannen, maar eveneens door een forse beer. Boudewijn met de ijzeren arm ontmoette op zijn terugweg van Parijs, waar hij als Graaf van Vlaanderen was benoemd, de gevreesde beer in de buurt van Beernem. Oog in oog met het wilde dier sloegen zijn volgelingen op de vlucht. Boudewijn daarentegen ging over tot de aanval en kwam aan in de stad met de beer als trofee. Het verhaal mag dan slechts een legende zijn, sindsdien is de beer wel schilddrager van het wapenschild van de stad.
13. BB (Bekende Bruggeling) In een huis met de toepasselijke naam De Patience (Spinolarei 2) woont de Texaanse kalligraaf Brody Neuenschwander. Hij is het die de lichamen in de film The Pillow Book van Peter Greenaway schitterend kalligrafeerde, net als de affiche voor Brugge 2002. Sinds kort kan je werk van hem kopen in z’n winkeltje aan het water.
15. Spookhuis Op de plek waar vandaag werklozen bij de VDAB terecht kunnen, dwaalden eeuwenlang de schimmen van een pater en nonnetje. Spanjaardstraat 17 zou vroeger een nonnetjesklooster geweest zijn dat met een geheime onderaardse gang in verbinding zou hebben gestaan met het nabijgelegen Augustijnenklooster. Op een nacht waagde een verliefde pater de oversteek en trof er zijn geliefde biddend in de kapel. Toen zij zijn avances afwees, vermoordde hij haar in een vlaag van woede. Van toen af dwaalden hun rusteloze geesten door het klooster en bleef het gebouw in de ogen van de Bruggelingen voor eeuwen behekst.
16. Misstap Op 24 oktober 1996 vereerde Marianne Faithfull Brugge met een concert in de Sint-Gilliskerk. Een optreden dat niet onopgemerkt bleef. De zangeres had al een glaasje op toen ze het podium beklom. Zich van geen kwaad bewust deed ze tijdens het concert een stapje teveel naar voor, waarna ze zowaar van het podium donderde. De hilariteit bij het publiek was groot, maar Marianne klom vastberaden het podium opnieuw op…
17. Waarom Brugse bruggen zo hoog moeten zijn? Begin jaren ’70 vatte het stadsbestuur het futuristische plan op om de Brugse reitjes van watertrams te voorzien. Zo zou je met de tram van het Minnewater tot de Dampoort over de reitjes kunnen glijden. Een dure aangelegenheid die uiteindelijk nooit gerealiseerd werd. Maar de verhoogde bruggen die de passage
van de trams mogelijk moesten maken, zijn er wel gekomen. Tot ergernis van vele fietsers!
18. Koeien in het stadscentrum Brugge een boerendorp? Als je de Oliebaan en Hemelrijk binnenwandelt, zou je het geloven. Landelijke, onverharde wegen, omzoomd door muren en weiden. Als je goed luistert, kan je de koeien in de tuin van het Grootseminarie horen loeien!
19. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet De nietsvermoedende passant merkt er niets van. Wie echter een kritische blik op Coupure nr. 9 werpt, ontdekt achter een lieflijk geschilderde gevel een vakkundig gecamoufleerde garagepoort. Of hoe je de strenge reglementeringen in de binnenstad kan omzeilen…
20. Olé olé 22 keer speelde hij voor de nationale ploeg van Senegal voor hij hier in België SV Roeselare kwam versterken. Een kwetsuur hield hem van het veld maar dat kon hem niet afremmen: Sadio Demba runt nu al 4 jaar lang met veel liefde de Doo Wop, een multicultureel café waar de halve wereld samenstroomt voor hiphop, funk, R&B, soul, afro, reggae,… Dé cosmopolitische plek van Brugge op 4m2.
21. Volgeboekt Sinds 1996 is er in Brugge een hotelstop van kracht. Deze wet verbiedt de bouw van nieuwe hotels in het Brugse stadscentrum. Brugge telt namelijk nu reeds 110 hotels in de binnenstad. Samen goed voor een 3000 kamers en jaarlijks meer dan 1,5 miljoen overnachtingen. Toch blijkt het reglement niet volledig waterdicht. Ze laat de hotelhouders nog twee achterpoortjes. Grote leegstaande panden die ongeschikt blijken voor opsplitsing in wooneenheden, mogen omgebouwd worden tot hotel. Zo bijvoorbeeld het Prinsenhof en de Weylerkazerne aan de Hugo Losschaertstraat. Uitbreidingen van bestaande hotels zijn eveneens toegestaan. Een verklaring misschien voor de vele hotels in Brugge waar je een halve kilometer doet op weg naar je kamer. Met daar bovenop het risico onderweg zoek te raken doorheen de vele bijgebouwen! En als je binnenkort naar aanleiding van de opening van Molenmeers 11 als luxehotel toch nog vragen zou hebben bij de hotelstop: de aanvraag voor dit pand zou van vóór het embargo dateren.
22. Loetje op rolschaatsen Café De Schaar op de hoek van de Coupure is niet meer wat het geweest is sinds Loetje van de Schoare er de deur achter zich dicht trok. Loetje leerde als eerste het preutse Brugge door een roze bril te kijken. Haar travestietshows zijn legendarisch en zelf schrok ze er evenmin voor terug om op hete avonden uit de kleren te gaan. Spektakel verzekerd dus! In de jaren ’80 hield Loetje een tijdlang het café Clochard de Luxe in de Boormgaardstraat open. Ook daar trok ze alle aandacht door op rolschaatsen de klanten te bedienen.
23. Woonpatronen Ook altijd nieuwsgierig naar wat er achter die imposante Brugse gevels schuilgaat? De beschildering op de gevel van Sint-Jansstraat 20 zet je op weg! Waar de woonkamer is, waar de heer des huizes slaapt of waar hij ’s morgens een douche neemt… je hoeft het maar van de gevel af te lezen.
24. Achter de schermen Brugge is niet twee, maar drie bioscopen rijk. De derde staat weliswaar al 10 jaar leeg, maar de zaal bestaat nog steeds. Verborgen achter het jeugdcafé/hostel Charlie Rockets vind je nog de zitjes en het scherm van de vroegere Crosly Palace – of voor jongere zielen – de vroegere Memlinc. Trek je stoute schoenen aan, vraag de sleutel aan de bar en ga een kijkje nemen!
25. Pier Soete Pier Soete was een kleurrijk Brugs figuur waarover ontelbare verhalen te vertellen zijn. Hij was niet alleen de belletjesman die jarenlang Brugse pleinen opvrolijkte met zijn mini klokkenspel. Hij was het ook uit wiens mond legendarische uitspraken als: “’t Is nie moeilik miljonair te worden. Je kopt 1 miljoen dweils en verkopt ze me 1 fr. winste en je zie miljonair!” afkomstig zijn. Hij was het ook die een avond lang met een briefje van 1000 frank pintjes van 7 frank probeerde te betalen. De meeste cafébazen zagen er tegenop 993 frank neer te tellen en gaven hem het biertje zo. Indien hij wel het gepaste wisselgeld terugkreeg, ging hij naar de bank, legde 7 frank bij, wisselde het opnieuw tegen een briefje van 1000 en ging naar het volgende café. Het gerucht ging al snel dat Pier Soete in elk café met een briefje van 1000 frank betaald had! Maar het mooiste verhaal is misschien wel dat over de kunstkroeg ’t Gulden Vlies dat Pier samen met Steffen (de latere uitbater van De Blekken Tin) begin jaren ’60 in Mallebergplaats 17 uitbaatte. In een kroezelig zaaltje boven het restaurant hielden ze regelmatig exposities. Echt proper was het er niet want beide heren hadden er twee honden rondlopen. Op een dag kwam een klas van de Maricolen er onaangekondigd een bezoekje brengen aan de tentoonstelling met werk van Karel Appel. Tijd om nog snel de hondenpoep te verwijderen, was er niet, maar een stukje krijt loste alles op. Met een mooi kadertje errond gingen de uitwerpselen door voor de laatste creatie van Karel Appel. De nonnetjes slikten het en de tot kunst verheven drollen schijnen zelfs de televisie gehaald te hebben.
26. De carwash van de gouverneur Net als het atomium is het paviljoen van Toyo Ito op de Burg geconcipieerd als een tijdelijke constructie en niet bedoeld om de eeuwigheid te trotseren. Toch werd beslist deze hedendaagse noot in het middeleeuwse hart van de stad ook na 2002 te behouden. De meningen over het paviljoen –door menig Bruggeling smalend “de carwash van de gouverneur” genoemd– lopen echter sterk uiteen. Niet in het minst door de strategische ligging op de meest historisch geladen plek van Brugge. Twee jaar na datum is er nog steeds geen definitieve bouwvergunning, maar het zou zonde zijn Brugge deze 21ste-eeuwse kanttekening te ontzeggen.
27. Kikkerplaag De vele standbeelden van het beeldhouwersduo De Puydt-Canestraro die Brugge rijk is, zijn ‘gehandtekend’ met een kikker (puit) verstopt in of rond de beelden. Een speurtocht achter De Verliefden op de Burg, in de bloemenmand aan de Dijver, bij de fontein op ’t Zand en rond de boom links vóór de Stadsschouwburg, levert al snel een mooie verzameling kikkers op!
28. Duizend bommen en granaten In de jaren ’80 - midden Koude Oorlog - werd vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken opdracht gegeven om in iedere provinciehoofdplaats een ruimte te voorzien van waaruit de coördinatie bij mogelijke nucleaire aanval zou kunnen worden geleid. In het Gouvernementshuis op de Burg moest de bureauruimte van de gouverneur daarom aan een aantal bouwtechnische voorwaarden voldoen. Muren werden massief opgetrokken en de vensters vervangen door kogelvrij glas. Om volledig onafhankelijk van de buitenwereld te opereren, werd onder de constructie een kelder gebouwd waarin het vereiste communicatie-apparatuur kon worden opgesteld. Of de ruimtes uiteindelijk bestand zijn tegen een nucleaire aanslag, kan alleen maar proefondervindelijk worden vastgesteld. Dan misschien toch liever het voordeel van de twijfel…?
29. Misdaad in de Heilige Bloedkapel Vóór hij zich aan het schrijven waagde, was misdaadschrijver Pieter Aspe jarenlang conciërge van de Heilige Bloedkapel. Geïnspireerd door de omgeving, zou hij er zijn eerste triller neerpennen. In de vele boeken die volgden, verkoos Aspe steevast Brugge als decor voor zijn crimes en toverde zo het lieflijke Venetië van het Noorden om tot klein Chicago.
30. Blote borsten Het oudste beroep van de wereld mag dan wel niet openlijk bedreven worden in Brugge, blote borsten achter vensters vind je er toch! In chocolade weliswaar.
31. Made in Taiwan Dat het merendeel van het kantwerk dat in toeristenwinkels verkocht wordt van Brugse makelij zou zijn, geloven de meeste Bruggelingen allang niet meer. Alleen toeristen beseffen vaak nog te weinig dat ze voor Brugse kant niet helemaal naar België hoeven af te zakken. De minder prijzige kant wordt namelijk meer dan eens vervaardigd in Azië. Achter hun deur dus! Om de schijn hoog te houden, zit er voor Oude Burg 4 vaak een oud vrouwtje verkleed als een museumpop kant te klossen. Hoewel het vervaardigen van kant vroeger natuurlijk een belangrijke bijverdienste voor armere families betekende, is kantklossen niet meer de favoriete hobby van vele Bruggelingen zoals bepaalde toeristische gidsen ons nog steeds willen doen geloven. 32. Bruges by night Zoals in andere steden heeft het uitgaansleven in Brugge een hele evolutie doorgemaakt. Van de Thé Dansants en de Bals met live orkest in de jaren ’50 waar je op je paasbest verscheen geëscorteerd door beide ouders. Over de jaren ’60 toen dan-
cings als paddestoelen in de buurt van de Oude Burg en de Wollestraat uit de grond schoten. The King, The Gin en The Viking probeerden de gunsten van het jonge publiekje te winnen met de hitparades van toen. Om 19 uur stroomden de eersten toe en om middernacht gingen de deuren alweer dicht. Tot 1970 was 00:00 uur namelijk het sluitingsuur in Brugge voor het nachtleven. Indien er nog klanten in de zaak waren na dit uur, was de zaakvoerder gedwongen de stadspolitie te verwittigen en voor ieder extra uur bij te betalen. Fuifbeesten moesten na middernacht noodgedwongen uitwijken naar de randgemeentes waar de avondklok niet van toepassing was. Met de opkomst van de praatcafés in de jaren ’70 zwakte de populariteit van de dancings af ten voordele van bruine kroegen als de Rembrandt, de Wigwam, Ter Halle, L’Estaminet en De Spiegel. Eind jaren ’70 brachten de discotheken met hun oorverdovende muziek en nerveus lichtspel nieuwe uitgaansmogelijkheden en verplaatste het nachtleven zich naar de Eiermarkt, ’t Zand en de discoteken buiten het stadscentrum. Dat de tijden veranderen, blijkt ook uit het verdwijnen van een aantal stripteasebars uit de stad. In de jaren ’80 had je de Chapeau Buse in de Sint-Jakobsstraat en in de Oude Burg 8 (waar nu een wisselkantoor huist) de Suzy Wong. Geen Chinees restaurant, maar een exotische striptent genoemd naar Richard Quine’s film The World of Susie Wong.
33. Koekendozenzantjes Kijk in de richting van het water, haal uw fototoestel boven, druk op de knop en… u mag met een gerust hart huiswaarts keren. U hebt zonet het meest gefotografeerde plekje van Brugge vastgelegd. Proficiat!
34. Het raadsel van de rode lantaarns De Brugse binnenstad telt naar schatting 2.250 klassieke straatlantaarns. 250 daarvan werden op een nacht in maart 2003 op mysterieuze wijze omgetoverd tot Chinese rode lantaarns. Eén straatlantaarn aan café L’Estaminet verspreidt bij valavond nog steeds haar rode gloed…
35. De voorkant is de achterkant niet In 1965 diende familie De Meester een voorstel in om de twee trapgevels op Dyver 2 met de grond gelijk te maken en te vervangen door een drie verdiepingen tellend appartementsblok. Gezien de ligging op een boogscheut van de Markt, kon de stad niet anders dan weigeren. De familie besloot dan maar het appartementsgebouw aan de tuinzijde op te trekken en aan de voorzijde de trapgevels nieuw herop te bouwen. Vanuit de tuin van de boekhandel kan je het flatgebouw met grote glaspartijen nog steeds bewonderen. Als je het vriendelijk vraagt, mag je misschien een kijkje nemen. Maar let op dat je de schildpad in de tuin niet plattrapt!
36. Wat Brugge met zwanen heeft – Part 2 Versie twee van de zwanenlegende: Op het einde van 15de eeuw revolteerden de Bruggelingen tegen de hoge belastingen die ze moesten betalen om de oorlogen van Maximiliaan van Oostenrijk te financieren. Ze namen Maximiliaan gevangen en onthoofdden en vierendeelden de minister van financiën: Pieter
Lanchals. Toen Maximiliaan op de hoogte werd gesteld van de terechtstelling, sprak hij een vloek over de stad uit. Brugge zou tot het eind van haar dagen zorgen voor de zwanen die in het wapenschild van Lanchals voorkwamen!
37. Het kleinste venstertje van Brugge Tip van de gids: op de hoek van de Dijver en de Nieuwstraat kan je het kleinste venstertje van Brugge bewonderen.
38. Leeuw in spiegelbeeld Boven de oorspronkelijke ingang van het Groeningemuseum loopt de leeuw op het Brugse wapenschild de foute richting uit. De schilders lieten hem verkeerdelijk de rechterkant opkijken, terwijl hij normaal zijn muil naar links openspert.
39. Hoe fake is Brugge? Brugge heeft bij de enen de naam een middeleeuwse stad te zijn. Anderen verkondigen dan weer dat de stad de middeleeuwse schijn vooral hoog probeert te houden. Feit is dat Brugge op het einde van de 19de, begin 20ste eeuw hard haar best deed om er zo middeleeuws mogelijk uit te zien. Daarvoor kwamen de toeristen nu eenmaal naar het Venetië van het Noorden afgezakt. Verschillende oude gebouwen kregen een neogotische facelift en nieuwe verrezen in ‘authentieke’ neogotische stijl. Niet alleen de huizen, maar het totale stadsbeeld werd aangepakt. Zo ook de bruggen. Of dacht je dat het Bonifaciusbrugje middeleeuws was? De precieze bouwdatum van dit idyllisch bouwseltje: 1910! Wat wel al die eeuwen bijna onaangeroerd bleef, is het stratenplan van de binnenstad dat met zijn kronkelende straten en reien mee het middeleeuwse karakter van de stad bepaalt. Net zoals de oude kernen van vele Brugse huizen: onvervalst middeleeuws!
40. Het kleinste venstertje van Brugge Tip van de gids: op de hoek van het Gruuthusegebouw kan je het kleinste venstertje van Brugge bewonderen.
41. Absoluut te vermijden straten Indien je niet door toeristen onder de voet wenst gelopen te worden, ontwijk dan volgende straten: Breidelstraat, Wollestraat, Mariastraat, Katelijnestraat en Wijngaardstraat. Toeristen eisen deze volledig op als verkeersvrije wandelstraten. Met de fiets kom je er niet door!
42. Luchtbrug Plompverloren en volkomen nutteloos loopt over de Zonnekemeers een brug die lucht met lucht verbindt. Ooit vormde deze overwelfde brug de verbinding tussen het oude Sint-Janshospitaal en de Minnewaterkliniek. Patiënten konden zo - beschut tegen weer en wind - getransporteerd worden van de ene ziekenhuisvleugel naar de andere.
43. Waarom Brugge een Diamantmuseum heeft In de 15de eeuw was Brugge en niet Antwerpen het centrum van de diamanthandel. Het oudste spoor gaat terug tot 1370 en de vroegste vermelding in de Nederlanden van een diamantslijper is in 1465 in Brugge terug te vinden. Volgens een legende die de geslepen Parijse juwelier Robert Berquen in 17de eeuw in het leven riep, zou de allereerste diamant ooit in 1475 in Brugge geslepen zijn door een Brugse voorouder van hem, Lodewijk van Berquen. Van deze vermeende figuur is echter geen enkel spoor teruggevonden.
44. Niet voor nachtraven Vroeger woonden hier begijntjes. Vandaag worden de huisjes van het Begijnhof bevolkt door Benedictinessen en Bruggelingen van het vrouwelijke geslacht. Eén nadeel: de poorten sluiten onverbiddelijk om 22 uur, want rust is heilig!
45. Minnewater: een date met de duivel Het romantische Minnewater ontstond pas in de 19de eeuw samen met het tragische liefdesverhaal over Minna die een gedwongen huwelijk ontvlucht en in de armen van haar ware liefde aan de oevers van het Minnewater sterft. Het Minnewater dankt haar naam nochtans niet aan deze legende of het minnespel zelf, maar aan de minnen of waterduivels die volgens onze voorouders onder bruggen vertoefden. Ook vandaag nog zouden schimmen langs de waterkant dwalen… schone jonkers, wees op uw hoede!
48. Met de trein tot op ’t Zand Tot 1949 stond op ’t Zand een megalomaan neogotisch stationsgebouw met de allures van een kathedraal. Onder oorverdovend geraas en zwarte rookwolken reden de treinen de stad in, hielden halt onder de glazen koepelconstructie en reden dan verder over wat nu de binnenring is. Om als zwakke weggebruiker in de binnenstad te geraken, moest je noodgedwongen gebruik maken van de verschillende overwegen en tunnels. Dat de bedrijvigheid in en om het nieuwe stationsgebouw nieuwsgierigen lokte, spreekt voor zich. Twee particulieren profiteerden hiervan en bouwden boven hun huis een belvédère om Bruggelingen tegen betaling het treinverkeer vanuit de hoogte te laten gadeslaan. In één van de twee kon zelfs bier met een pompje tot helemaal boven in de uitkijktoren opgepompt worden. De initiatiefnemer is er helaas aan failliet gegaan! Het eerste stationsgebouw ooit in Brugge, werd in 1879 afgebroken en steen voor steen heropgebouwd in Ronse, waar het nog steeds te zien is. Recyclage blijkt van alle tijden.
49. Ondergronds varen Op verschillende plaatsen in Brugge zijn de reitjes overwelfd. Ook onder ’t Zand loopt water. Met een bootje kan je aan de Speelmansrei onder ’t Zand duiken en naast het Concertgebouw terug boven water komen.
50. Het kleinste venstertje van Brugge Tip van de gids: op de hoek van de Smedenstraat en de Zeven Sterrenstraat kan je het kleinste venstertje van Brugge bewonderen.
46. Tweede keer goede keer In de toptien van Brugse blunders past zeker de Katelijnebrug. De begin jaren ’70 nieuw aangelegde Katelijnebrug vertoonde al snel barsten. Er was een fout geslopen in de stabiliteitsberekeningen, zodat er niets anders op zat dan de nieuwe brug op te blazen en opnieuw te beginnen. Op 4 april 1974 werd de Katelijnebrug om drie uur ’s namiddags tot ontploffing gebracht. De lading buskruit die hiervoor gebruikt werd, bleek echter veel te groot! De ramen van de nabijgelegen huizen sneuvelden onherroepelijk, maar de brug was verdwenen…
47. Pannen met de vallende ziekte De bouw van het Concertgebouw liep allesbehalve van een leien dakje. Eerst was er de controverse over de ontwerpkeuze. Daarna was er de hetze rond de terracotta tegels die na een onvoorziene krimping tijdens het bakproces steeds maar weer naar beneden vielen. En toen het gebouw eenmaal klaar was kreeg het zorgekind de naam “Pizzahut” opgestempeld. Nog een paar leuke weetjes over Brugges grootste cultuurtempel: het Concertgebouw staat op veren en er zit een ‘scheur’ in het gebouw - allemaal voor de alom geprezen akoestiek. Het gebouw weegt 44.000 ton en 68.000 tegels waren nodig om het volledig te bekleden. De Concertzaal telt 1300 zitjes, de Kamermuziekzaal 320. Op de rugleuningen van de zitjes van de Concertzaal zijn fragmenten van een tekst van Peter Verhelst aangebracht. Om het gehele verhaal te lezen moet je de 1300 zitjes afgaan want de tekst staat nergens anders gedrukt. 1300 Bezoeken aan het concertgebouw dus, telkens op een andere stoel?
concept & vormgeving dankuwel Dries Vandenbroucke & Erfgoedcel Brugge Brugge Plus vzw Brigitte Beernaert ı dienst Monumentenzorg Jan Dhondt ı Stadsarchief Brugge Reinoud Van Acker & Mariette Jacobs ı Provincie West-Vlaanderen Bernard Schotte Pascal Lervant Lieven Neyrinck en Marijke Deweerdt Anton Vancamelbeke Alle vrijwilligers en eindeloze vertellers Dit project is gefinancierd met steun van de Europese Gemeenschap & JINT Concept in samenwerking met Use-it