P R O C O R O West-Vlaanderen
Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 B-8200 Sint-Andries Tel. 050 40 35 37
Brugge 12 mei 2005 verslag 35
AGENDAPUNTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Goedkeuring verslag nr 33 (7 april 2005) ......................................................................................... p.02 Toelichting ontwerp-GRS Zuienkerke ............................................................................................... p.02 Advisering ontwerp-GRS Veurne ..................................................................................................... p.03 Advisering planologisch attest WVD-bedrijvengroep (Kortemark) ......................................................... p.05 Advisering planologisch attest Myosotis (Veurne)............................................................................... p.07 Varia........................................................................................................................................... p.08
AANWEZIG -
Effectieve leden: Dhr. Charles VERMEERSCH Dhr. Koen DEWULF Dhr. Frank DEBAERE Dhr. Evert DE PAUW Dhr. Eric VANDORPE Dhr. André SONNEVILLE Dhr. Bernard MAENHOUDT Dhr. Franky ROELS Dhr. Piet GELLYNCK Dhr. Bart DOCHY Dhr. Eric BOUSSERY Dhr. Lode VANDEN BUSSCHE Mevr. Magda MONBALLYU Dhr. Lieven LOUWAGIE Dhr. Marc RYCKAERT
Voorzitter PROCORO Ondervoorzitter PROCORO - Dienst Vergunningen Dienst Vergunningen – sectie ruimtelijke ordening Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit Bond Beter Leefmilieu vzw UNIZO VEV Onderneming en Omgeving ABVV VRP Boerenbond Algemeen Boerensyndicaat Dienst EEG – economie Westtoer Dienst Landbouw Provinciale Dienst Cultuur
-
Plaatsvervangende leden: Dhr. Gabriël VANDEMAELE Mevr. Ria VELGHE Mevr. Marie VANDE PUTTE
Natuurreservaten vzw DOP Dienst Welzijn
-
vertegenwoordigers politieke fractie: Dhr. Luc VANDE CAVEYE Dhr. Eric CARDON Dhr. Jean-Marie BOGAERT Dhr. Kurt RAVYTS
CD&V Sp.a NVA Vlaams Belang
VERONTSCHULDIGD -
effectieve leden: Dhr. Fabiaan VAN DE SANDE Dhr. Guido VANDENBROUCKE Dhr. Eric VAN POUCKE Mevr. Charlotte GELDOF Dhr. Stefaan LOMBAERT Dhr. Martin DEMAN
Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit Natuurreservaten vzw ACV VRP Provinciale Dienst Welzijn Provinciale Technische Dienst Wegen
-
Plaatsvervangende leden: Dhr. Dirk VERTE
VRP
-
vertegenwoordigers politieke fractie: Mevr. Myriam VERVAET-SMETS Dhr. Marc VANPAEMEL
VLD Groen!
-
vaste secretaris Dhr. Stephaan BARBERY
Secretaris PROCORO
AFWEZIG -
Effectieve leden: Dhr. Theo VITSE
Plaatsvervangende leden:
vertegenwoordigers politieke fractie:
Bos en Groen
1
VERSLAG De voorzitter Charles Vermeersch opent de vergadering. De vaste secretaris Stephaan Barbery is verontschuldigd en wordt als secretaris vervangen door de heer Bart Aerts van de dienst ruimtelijke planning en mobiliteit.
1. Goedkeuring verslag nr 35 Koen Dewulf merkt in verband met punt. ‘Varia2’ op dat de PROCORO niet zal adviseren, maar wel zal opvolgen. B. Maenhoudt wijst erop dat de PROCORO zelf bepaalde elementen kan onderzoeken, maar dat voor dit dossier inderdaad niet zo afgesproken was. Mevr. Monballyu merkt op dat in zonevreemde gebouwen maximum 4 kamers kunnen uitbaten worden. Het gebruik van een zonevreemde woning als vakantiewoning kan niet. B. Maenhoudt meldt dat tijdens het overleg een discussie ontstaan is over het stadsrandbos waarbij verschillende meningen naar voor gebracht werden. Het verslag vermeldt slechts 1 mening. Mits aanpassing van de hierboven geformuleerde opmerkingen wordt het verslag goedgekeurd.
2. Toelichting ontwerp-GRS Zuienkerke De voorzitter verwelkomt het gemeentebestuur van Zuienkerke, vertegenwoordigd door de heer Alain De Vlieghe( schepen van ruimtelijke ordening), de heer Franky Goethals (secretaris) en de ontwerpers Dirk Verté en Jan Waumans van de Westvlaamse Intercommunale (WVI). De ontwerpers lichten het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan toe, daarna volgt informatieve vraagstelling.
Een lid van de PROCORO vraagt een verduidelijking van de visie omtrent het ULM-terrein omdat het gelegen is in vogelrichtlijngebied. Hoe zit het met de vergunningstoestand? De gemeente antwoordt dat het de bedoeling is deze activiteit te behouden zonder uitbreidingsmogelijkheden toe te staan. Er is een bouwvergunning voor de loods en een milieuvergunning klasse I voor het opstijgen van de ULM-vliegtuigjes. Er mag maximaal 1 ULMvliegtuig tegelijk opstijgen. De gemeente meldt dat de paramount-vliegers een groter probleem vormen. Zij stijgen op en landen overal en zorgen voor geluidsoverlast. Een lid van de PROCORO toont zijn appreciatie voor de stellingen in verband met de toegestane verticale verdichting. De PROCORO merkt op dat er geen lokaal bedrijventerrein is, maar dat wel een aantal zonevreemde bedrijven aanwezig zijn. Hij stelt de vraag of er al een sectoraal BPA opgemaakt is. De ontwerper stelt dat de procedure van de opmaak van een sectoraal BPA stopgezet is en dat zal gestart worden met de opmaak van een gemeentelijk RUP. De meeste bedrijven zijn gelegen in of aan kernen of langs infrastructuren. In het gemeentelijk RUP zal de visie betreffende zonevreemdheid breder bekeken worden dan enkel zonevreemde bedrijven. De ontwerper legt uit dat het de bedoeling is vertuining tegen te gaan. De juridische vertaling van deze visie is echter niet eenvoudig. Een lid van de PROCORO merkt op dat er wel mogelijkheden zijn: Momenteel worden gewestelijke RUP’s opgemaakt van de agrarische structuur De gemeente kan het initiatief nemen tot het opmaken van een gemeentelijk RUP voor zonevreemde woningen waarbij dan geen grote lappen grond meegenomen worden. De PROCORO merkt op dat met het stellen dat flexibiliteit dient ingebouwd te worden voor bestaande landbouwbedrijven in functie van de rendabiliteit verwachtingen schept. De vraag wordt gesteld of met ‘binnen bestaande landbouwbedrijven’ de gebouwen zelf of de bedrijfszetel bedoeld wordt. Ook wordt de vraag gesteld of in L2 en L3-gebieden nieuwe grondloze landbouwbedrijven mogelijk zijn. De ontwerper antwoordt dat vooral belang gehecht wordt aan grondgebonden landbouw en hoevetoerisme en dat grondloze landbouw niet gepromoot wordt. Bestaande grondloze landbouwbedrijven kunnen echter verder evolueren.
2
Er wordt opgemerkt dat in het richtinggevend gedeelte de potenties vanuit het GNOP beschreven worden, maar dat in het bindend gedeelte hiervan niet veel overblijft behalve enkele maatregelen en acties. Een PROCORO-lid stelt de vraag hoe oud het GNOP is en of er al veel van uitgevoerd is. De gemeente stelt dat nog niet veel acties uit het GNOP uitgevoerd zijn. Een lid van de PROCORO werpt op dat in werkelijkheid niet veel acties van het GNOP lopende zijn, terwijl het richtinggevend gedeelte van het GRS in opmaak stelt dat het grootste deel van de acties van het GNOP lopende zijn. De ontwerper repliceert dat een aantal van de acties van het GNOP lopende zijn. De PROCORO vraagt om verplicht de uitvoering van het GNOP op te nemen in het GRS in opmaak. Er wordt gesteld dat dit niet de functie van een GRS is, maar eerder een beleidsmaatregel. Een lid van de PROCORO vraagt op te passen met het opnemen van bepalingen die strijdig zijn met de vigerende wetgeving (bv. 750m³ en 20% uitbreiden in natuurgebied). Alhoewel art. 145bis een overgangsmaatregel betreft, is het tijdelijk karakter ervan onvoldoende duidelijk. De ontwerper merkt op dat art.145bis als overgangsmaatregel mag gelezen worden en dat de bepalingen opgenomen in het voorontwerp-GRS mogelijk zijn. Een lid van de PROCORO vraagt waarom de sporthal dient ingeplant te worden ter hoogte van Zuienkerke, terwijl gestreefd wordt om Polderwind meer impulsen te geven. Is er nooit aan gedacht de sporthal daar te voorzien en is er al contact geweest met Toerisme Vlaanderen? De gemeente antwoordt dat het overleg met Toerisme Vlaanderen uiterst moeizaam verloopt. De PROCORO merkt op dat er in het GRS in opmaak onvoldoende ingegaan wordt op het karakter van de gebouwen. Hij vraagt om concreter in te zoomen op de dorpskernen. Een lid van de PROCORO merkt op dat er niet gesproken wordt over windturbines. De ontwerper antwoordt dat er inderdaad niet ingegaan is op het thema omdat Zuienkerke gekenmerkt wordt door haar open karakter en men dat zo wenst te behouden. De PROCORO vraagt om een inhoudstabel van het kaartmateriaal op te nemen. De PROCORO vraagt op te passen met de stelling dat geen nieuwe landbouwbedrijven toegelaten worden (RG 34). De ontwerper stelt dat nieuwe landbouwbedrijven kunnen, maar dan binnen bestaande hoeves. Een lid van de PROCORO stelt dat een hoeve die vrijkomt voor de landbouw dient behouden te blijven. Een ander lid van de PROCORO vraagt of het hier een bewuste keuze van de gemeente of een vrij schrijven van de planologen. De gemeente repliceert dat ze wenst dat lege hoeves opnieuw ‘beboerd’ worden. De PROCORO vraagt hoe deze visie kan gerealiseerd worden. Twee leden van de PROCORO stellen dat de landbouw evolueert: bestaande gebouwen zijn niet meer bruikbaar bij schaalvergroting en om de landbouw slaagkansen te geven dienen de gebouwen met de schaalvergroting mee te evolueren.
3. Advisering ontwerp-GRS Veurne Een voorstel van advies wordt rondgedeeld. Bart Aerts geeft de toelichting. De PROCORO geeft volgend advies met eenparigheid van stemmen: 3.1. Algemeen Het ontwerp-GRS Veurne is een duidelijk gestructureerd document waarin een consequente visie opgebouwd wordt. In afwachting van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Veurne zijn in het GRS verschillende suggesties naar de hogere overheid opgenomen.
3
3.2. Overeenstemming met het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen WONEN
Het ontwerp-GRS hanteert 2 scenario’s voor de bepaling van de woningbehoefte, nl. één vanuit het RSV en één vanuit het PRS-WV. Daarnaast zijn nog 2 ‘+-scenario’s’ opgenomen als suggestie naar de hogere overheid. Na de wijziging van het RSV is scenario 1 vervallen en dient gewerkt te worden met scenario 2 in plaats van scenario 1.
In het richtinggevend gedeelte wordt scenario 1 gebruikt om een behoefte van 5ha in het stedelijk gebied aan te tonen voor de planperiode 2000-2007. Hoe dit aantal van 5ha bekomen is, is echter moeilijk af te leiden uit de woonbehoeftestudie. De opgenomen informatie in de woonbehoeftestudie is te vaag om enkele concrete getallen te kunnen afleiden. Er wordt dan ook gevraagd de woonbehoeftestudie op te laden met de nodige deelberekeningen en formules om de leesbaarheid en transparantie ervan te verhogen. Bovendien kan volgens scenario 2 voor deze planperiode slechts een behoefte van 3,9ha aangetoond worden.
De gewenste ruimtelijke structuur van de woonkernen en landelijke dorpen stelt dat in Beauvoorde een kleinschalig inbreidingsproject kan uitgevoerd worden. Aangezien Beauvoorde niet geselecteerd is als woonkern, kan het inbreidingsproject enkel binnen het bestaand juridisch aanbod. Dezelfde tabel stelt dat in Bulskamp 20 bijkomende woningen kunnen gerealiseerd worden. Het is aangewezen dit getal op te splitsen volgens de voorziene planperiode (10+10, na een nieuwe behoeftestudie en afhankelijk van het hoger beleid).
BEDRIJVIGHEID
In het richtinggevend gedeelte wordt gesteld dat het lokaal bedrijventerrein Bruggesteenweg en de voorgestelde uitbreiding van het regionaal bedrijventerrein Veurne I samen in één ruimtelijk uitvoeringsplan dienen opgenomen te worden. Gezien de subsidiariteit kan het opnemen van beiden gebieden in één ruimtelijk uitvoeringsplan enkel als een substantiële rol van het lokaal bedrijventerrein op bovenlokaal niveau kan aangetoond worden.
De gemeente geeft in het kader van de toekomstige afbakening van het kleinstedelijk gebied Veurne de site Gasthuisstraat voor regionale bedrijvigheid als suggestie aan de hogere overheid. Deze site wordt beschouwd als een gebied met een te hoge potentie voor andere activiteiten, waardoor het niet aangewezen is er regionale bedrijvigheid te voorzien.
OPEN RUIMTE
Er wordt gevraagd om de selectie van de bovenlokale ecologische infrastructuur te controleren. Zo zijn het poldergebied westelijk oudland Steenkerke en het poldergebied en de graslanden van Eggewaartskapelle niet geselecteerd op provinciaal niveau.
Het richtinggevend gedeelte van het GRS stelt een visie op voor het plateau van Izenberge. Gezien de selectie op bovenlokaal niveau dient de visie als suggestie opgenomen te worden.
Het voorgestelde beleid voorziet de mogelijkheid om laagdynamische toeristische attractiepunten toe te laten in alle gebieden. De PROCORO wijst erop dat het PRS-WV bepalingen hieromtrent opgenomen heeft in een specifiek beleidskader (PRS-WV 257). Het is aangewezen de mogelijkheden in het GRS af te stemmen op de visie van het provinciaal beleidskader.
In het bindend gedeelte kunnen enkel acties en maatregelen met betrekking tot elementen van lokaal niveau opgenomen worden. De bepalingen omtrent het plateau van Izenberge (RK19B) dienen bijgevolg geschrapt te worden.
3.3. Specifieke aandachtspunten
De PROCORO vraagt vanuit het belang van het integraal waterbeheer een verwijzing naar de polderbesturen op te nemen.
In het bindend gedeelte is een opsomming opgenomen van de lokale wegen. Het is aangewezen deze opsomming ook op te nemen in het richtinggevend gedeelte aangezien daar de visie omtrent de wegeninfrastructuur opgebouwd is.
Om het landschappelijk karakter van de open polders te vrijwaren / versterken vraagt de PROCORO of het accentueren van lijnvormige elementen in dat landschap opportuun is.
4
De PROCORO vraagt om het begrip ‘doorgangscamping’ te definiëren en af te wegen of deze functie wel thuishoort in het open ruimtegebied. Geenszins mag een dergelijke faciliteit concurrentie betekenen voor het toerisme aan de kust.
In het ontwerp-GRS wordt gestreefd naar het behoud van bestaande waardevolle of typische hoevearchitectuur. De PROCORO vraagt om ook positief contrasterende architectuur toe te laten indien volledig behoud niet mogelijk is.
Bindend gedeelte: o
Het bindend gedeelte dient ondubbelzinnig bepaalde acties en selecties vast te leggen. Termen en formuleringen zoals ‘streven naar’, ‘kan een middel zijn om’ en ’…’ kunnen best geschrapt worden. Om de éénduidigheid te verzekeren dienen ook verwijzingen naar het richtinggevend gedeelte vermeden te worden.
o
Aangezien de provincie bezig is met de opmaak van het RUP bedrijventerrein Veurne II waarin de zone Pannestraat voor lokale bedrijvigheid opgenomen is, dient RK15B (opmaak RUP voor lokaal bedrijventerrein Pannestraat) aangepast te worden: de opmaak van het gemeentelijk RUP kan enkel indien de zone Pannestraat geschrapt wordt uit het plangebied van het provinciaal RUP Veurne II.
3.4. Besluit Het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Veurne wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd: De woonbehoeftestudie dient op een transparante manier geactualiseerd te worden. Het document dient te worden bijgesteld, zodat alle (mogelijke) tegenstrijdigheden met de hogere structuurplannen zijn weggewerkt. Bij het verdere verloop van het structuurplanningsproces dient rekening gehouden te worden met de specifieke aandachtspunten.
4. Advisering planologisch attest WVD-bedrijvengroep (openbaar onderzoek van 15/03/05 tot 13/04/05) Er werden drie adviezen ontvangen, die allen ontvankelijk zijn. Er werden geen bezwaren ontvangen van omwonenden. De PROCORO adviseert de Bestendige Deputatie met eenparigheid van stemmen om voor het bedrijf WVD Bedrijvengroep een gedeeltelijk positief planologisch attest af te leveren. De WVD Bedrijvengroep, gegroeid vanuit de vroegere NV Vermeersch – Deconinck, is een grootschalige kleinhandelszaak met een breed aanbod aan non-food producten. Kort na de opstart in 1950 van een eenmanszaak voor houtbehandeling werd daarnaast gestart met de verkoop van tweedehands legerartikelen (zgn. ‘stock américain’). Het gamma werd systematisch uitgebreid met nieuwe huishoudartikelen en (elektrisch) gereedschap. Na stopzetting van de houtbehandeling en de ‘stock’ (jaren ’60) werd het verkoopsaanbod verder uitgebreid met sanitair, cv, elektriciteit en keukens. Vanaf de jaren ’70 werd naast verkoop ook gestart met eigen productie (keukens, badkamers, …) en onderhoud (sanitair, cv, …). In 1989 werden de oude gebouwen vervangen en uitgebreid met een volledig nieuwe winkelruimte onder één dak, inclusief een cafetaria. Op basis van de omzetcijfers kan geconcludeerd worden dat er producten worden verkocht waar een stijgende vraag naar is. Ook de omzet van de ganse groep evolueert positief (1994: 12,2 miljoen euro; 2002: 15,5 miljoen euro). De komende jaren wil het bedrijf de huidige omzet in eerste instantie consolideren en zo mogelijk (licht) doen stijgen. Momenteel stelt de ganse groep 84 personen tewerk. De komende jaren wordt een aangroei met maximaal 15 personen verwacht. Alle gebouwen van de WVD Bedrijvengroep zijn gelegen langs de Edewallestraat, tussen de twee woonconcentraties Edewalle en Bescheewege. De aanvraag van planologisch attest slaat echter enkel op de gebouwen ten zuiden van de Makeveldstraat. De bedrijfsgebouwen (atelier keukenbouw) in het noorden zijn reeds bestemd via een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (2001). De bestaande bebouwing binnen de aanvraag bestaat hoofdzakelijk uit winkelruimte (ca. 11.000 m²), werkplaatsen (ca. 2.000 m²) en stapelplaats (ca. 2.000 m²). Daar rond is er parkeerruimte voor 150 wagens. Het klantenverkeer bedraagt gemiddeld 725 klanten per dag (ong. 80 klanten gelijktijdig aanwezig in de winkel). Het goederentransport van leveranciers bedraagt ong. 20 leveringen per dag (ong. 500 per maand). Volgens het bedrijf hebben de geplande investeringen op korte termijn niet tot doel de verkoop en de omzet te doen stijgen, maar eerder te consolideren en vooral het rendement van de verkoopsactiviteiten te verhogen. 5
De bestaande bedrijfsgebouwen zijn quasi volledig gelegen in agrarisch gebied, een beperkt deel ligt in woongebied met landelijk karakter. De gevraagde uitbreiding bevindt zich integraal in agrarisch gebied. Het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) doet uitspraken over kleinhandel in en buiten kernen en overige woonconcentraties. Voor kleinhandel in de kernen en overige woonconcentraties en voor kleinhandel daarbuiten dient de gemeente in haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de ontwikkelingsmogelijkheden vast te leggen. Buiten de kernen en overige woonconcentraties zijn die mogelijkheden beperkt tot consolideren of uitdoven. In de kernen en overige woonconcentraties worden mogelijkheden bepaald door het schaalniveau en de ruimtelijke draagkracht van de desbetreffende nederzetting. In het recentste voorstel van voorontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kortemark (dd. jan.’05) wordt enkel aangegeven het ‘koopcentrum in Edewalle in te passen’. Uit het advies van het gemeentebestuur op de aanvraag van planologisch attest kan worden afgeleid dat zij positief staan tegenover de gevraagde uitbreiding, mits een aantal randvoorwaarden. Op basis van het vigerende ruimtelijk beleid kan geconcludeerd worden dat deze grootschalige kleinhandelszaak ten hoogste in aanmerking komt voor consolidatie. Wanneer wordt aangenomen dat het bedrijf buiten de overige woonconcentraties (Edewalle en Bescheewege) is gelegen, is uitbreiding sowieso onbespreekbaar (cf. PRS-WV). Indien het toch beschouwd wordt als een onderdeel van de overige woonconcentraties, dan is het duidelijk dat de huidige omvang nu reeds het schaalniveau van deze woonconcentraties overschreden heeft. Gelet op het historisch gegroeid karakter en de gezonde economische toestand van het bedrijf wordt gunstig advies verleend voor het behoud van het bedrijf op de huidige locatie. Met betrekking tot de uitbreidingsvragen, zowel op korte als lange termijn, heeft de PROCORO ernstige vragen bij de vraag tot uitbreiding van de winkelruimte met 4.600 m² (korte termijn) en nog eens 1.600 m² (lange termijn) (t.o.v. de bestaande 11.000 m²) en (op korte of lange termijn?) een verdubbeling van het aantal parkeerplaatsen, dit louter in functie van een groter winkelcomfort voor een aantal specifieke verkoopsproducten. Gelet op het hierboven aangehaalde beleidskader en de ruimtelijke schaal is een dergelijke uitbreiding niet mogelijk. De andere vragen, zijnde een gesloten ruimte voor het recycleren van verpakkingsmateriaal, maatregelen inzake brandveiligheid (circulatieweg en waterbuffer) en een groene randbuffering, worden positief beoordeeld. Echter gelet op het negatief advies inzake uitbreiding van de winkelruimte dient er bij de opmaak van het RUP gezocht te worden naar een compactere inplanting van de gevraagde constructies en buffer. Een inkrimping van de vraag komt bovendien tegemoet aan het advies van de afdeling Land (AMINAL), die een beperking vraagt van de aan te snijden landbouwgrond in oostelijke richting. De PROCORO heeft verder nog voorbehoud bij de vraag voor een bedrijfswoning langs de Bescheewegestraat. Volgens de kadastergegevens is er reeds een woning langs de Edewallestraat 92 (perceel 14z), grenzend aan het bedrijf, eigendom van één van de bedrijfsleiders. Er kan in principe slechts één bedrijfswoning per bedrijf worden voorzien. Bovendien is er geen enkele aanwijzing dat de nieuwe woning in een geldige verkaveling is gelegen. Indien voldoende kan aangetoond worden dat het geen tweede bedrijfswoning betreft, dient de bedrijfswoning op een meer compacte manier aan te sluiten op de bestaande bedrijvensite. De aanvraag tot planologisch attest bevat een circulatieplan dat het intern verkeer structureert. De PROCORO vindt het wenselijk dat de Lauwstraat een openbare weg dient te blijven. Bovendien houdt het circulatieplan geen rekening met de effecten op het omliggende verkeer (met aan - en afvoer van goederen, klantenbewegingen,…). Gezien de fundamentele bedenkingen bij het voorstel van uitbreiding op korte termijn wordt deze gunstig geadviseerd mits voldaan aan voorwaarden inzake mobiliteit en compactheid. Bij de opmaak van het provinciaal RUP dient gekeken te worden naar een betere inplanting van de gesloten ruimte voor het recycleren van verpakkingsmateriaal, de waterbuffer, de groene randbuffering en de bedrijfswoning. Vanuit dit oogpunt rijst de vraag of het (rest)perceel op de hoek van de Edewallestraat en Makeveldstraat (perceel 62c) niet in aanmerking kan komen voor de noodzakelijke inplantingen voor zover dit procedureel mogelijk is. De uitbreidingsbehoefte van de parking dient onderzocht te worden. Op vandaag is het aantal plaatsen toereikend. Een uitbreiding dient duidelijker te worden aangetoond.
6
Samengevat adviseert de PROCORO met eenparigheid van stemmen: - gunstig voor het behoud van het bedrijf op de huidige locatie; - gunstig voor uitbreidingen op korte termijn op voorwaarde dat: aangetoond wordt dat de effecten op de interne en externe mobiliteit op basis van de bestaande toestand geen negatieve invloed hebben op de verkeerscirculatie; het geheel van afvalverwerking, bedrijfswoning en effectieve bedrijfsuitbreiding op een meer compacte manier gebundeld wordt; - ongunstig voor de lange termijn, zijnde het verder uitbreiden richting open ruimte en het vergroten van de parkeergelegenheden. Bij de opmaak van een provinciaal RUP dient er te worden gezocht naar een compactere inplanting. De heren André Sonneville en Piet Gellynck verlaten de zaal.
5. Advisering planologisch attest Myosotis (openbaar onderzoek van 21/03/2005 tot 19/04/2005) Er werden vijf adviezen ontvangen. Het advies van het stadsbestuur Veurne is te laat verzonden (postdatum 25 april 2005), waardoor slechts vier adviezen ontvankelijk zijn. Bezwaarschriften werden niet ontvangen. De PROCORO adviseert de Bestendige Deputatie om voor het bedrijf Myosotis een gedeeltelijk gunstig planologisch attest af te leveren. De aanvraag tot planologisch attest betreft een tweede aanvraag. De eerste aanvraag hield een significante uitbreiding in op korte en lange termijn. De procedure werd door de aanvrager stopgezet. De horecagelegenheid Myosotis betreft een feestzaal-dancing, gelegen aan de N8, Ieper-Veurne. In 1992 werd een bouwvergunning verleend voor een café-restaurant met kapsalon en bedrijfswoning. De horecazaak groeide uit tot een restaurant-feestzaal waarbij ook wederrechterlijk een aantal zaken werden toegevoegd, zonder dat daar gerechtelijk gevolg aan gegeven is. Qua uitbating heeft de zaak een regionale uitstraling en trekt klanten aan binnen een straal van 50km. Volgens de aanvraag genereert de zaak een vijftigtal voertuigbewegingen per dag. Bij de eerdere aanvraag was echter sprake van 300 voertuigbewegingen. De huidige aanvraag tot planologisch attest stelt een visie op korte termijn voorop. Deze visie bestaat uit een uitbreiding met een berging en een nieuwe feestzaal. Door middel van een bufferzone omheen de uitgebreide site wordt een duidelijke grens gesteld ten aanzien van de aanpalende open ruimte. Advies PROCORO
De visie van het PRS-WV is om de dynamische activiteiten te concentreren in het kleinstedelijk gebied Veurne. Daarnaast wordt getracht de aanwezige open ruimte te vrijwaren door de grondgebonden landbouw te ondersteunen. Hierbij wordt belang gehecht aan het integreren van de aanwezige landbouwbedrijven in het landschap. De ligging van het bedrijf in de open ruimte laat volgens het PRS-WV enkel functionele verbouwingen toe. De bouw van een nieuwe feestzaal gebeurt echter in functie van een capaciteitsuitbreiding. Het GRS in opmaak ondersteunt de visie van het PRS-WV door te stellen dat horeca in de open ruimte kan bestendigd worden, maar niet kan uitbreiden. De aanwezigheid van verschillende bouwmisdrijven verzwaren de advisering omdat de procedure van planologisch attest geenszins het medium kan / mag zijn om bouwovertredingen te regulariseren. Gezien echter de bestaande toestand en de beperkte impact van de overtredingen, worden geen herstelmaatregelen gevraagd. De voorgestelde behoefte op korte termijn wordt in de aanvraag gekoppeld aan een 50-tal bijkomende verkeersbewegingen. De juistheid van deze raming is echter moeilijk aan te tonen. In vergelijking met de vorige aanvraag tot planologisch attest (+200 voertuigbewegingen tot 500 voertuigbewegingen per dag) lijkt de raming een onderschatting. Gezien de ligging aan de N8, die geselecteerd is als secundaire I, is het niet langer aangewezen rechtstreeks te onsluiten op de N8, maar de in - en uitritten te organiseren via de Oerenstraat. De aanvraag tot planologisch attest voorziet in een groenbuffer rondom het bedrijf. Tussen de buffer en de bedrijfsgebouwen is een ruime zone voorzien die gedeeltelijk ingevuld wordt met een helihaven, een watervoorraadput en speelplein-dagrecreatie. De rest van de ingesloten zone blijft onbestemd 7
waardoor het gebruik onbekend blijft. De vraag wordt hier gesteld wat het gebruik van deze ingesloten gronden zal zijn. In plaats van het inkapselen van het bedrijf met een groenzone is het aangewezen de bestaande bebouwing te integreren. Dit kan gebeuren door middel van groenaccenten palend aan de bebouwing. De ligging van de watervoorraadput buiten het geheel van gebouwen is niet storend voor de omgeving. Besluit
Vanuit het PRS-WV en het GRS Veurne in opmaak, wordt een gedeeltelijk gunstig advies verleend, ondanks de overwegend gunstige adviezen en het niet indienen van bezwaarschriften. Gezien de hierboven aangehaalde opmerkingen beslist de PROCORO concreet het volgende: 1. betreffende de bestaande toestand De onrechtmatig aangelegde verharding van de helihaven wordt als niet noodzakelijk voor de bedrijfsvoering ongunstig geadviseerd. De overige onrechtmatig gebouwde uitbreidingen worden gezien de bestaande toestand gunstig geadviseerd. 2. betreffende de gewenste uitbreiding (op korte termijn) De PROCORO oordeelt dat de bouw van een nieuwe feestzaal een verdere groei van het bedrijf met zich mee zal brengen. Het bouwen van de feestzaal wordt negatief geadviseerd. De uitbreiding van de berging wordt beschouwd als een beperkte uitbreiding noodzakelijk voor de bedrijfsvoering en wordt gunstig geadviseerd. De rechtstreekse ontsluiting op de Ieperse Steenweg, N8, dient gezien de selectie als secundaire I, vervangen te worden door een geconcentreerde ontsluiting via de Oerenstraat. Net zoals gestreefd wordt de landbouwzetel te integreren in het open landschap, is het aangewezen dat ook Myosotis de nodige acties onderneemt om het bedrijf landschappelijk in te passen. De voorgestelde buffering wordt dan ook negatief geadviseerd. De heer Lode Vanden Bussche verlaat de zaal. De PROCORO gaat over tot de stemming van het voorstel van advies: JA: 10 (Charles Vermeersch, Koen Dewulf, Frank Debaere, Evert de Pauw, Magda Monballyu, Lieven Louwagie, Ria Velghe, Marie Vande Putte, Marc Ryckaert, Bart Dochy) ONTHOUDINGEN: 5 (Gabriël Vandemaele, Eric Vandorpe, Bernard Maenhoudt, Eric Boussery, Franky Roels) Het advies wordt goedgekeurd met meerderheid van stemmen.
6. Varia
Volgende vergaderingen: donderdag 2 juni 2005 om 9h in het Provinciehuis Boeverbos. maandag 20 juni 2005 om 9h in het Provinciehuis Boeverbos
De vervangend secretaris
De voorzitter
B. Aerts
Ch. Vermeersch
8