P R O C O R O West-Vlaanderen
Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 B-8200 Sint-Andries Tel. 050 40 35 37
Brugge 21 oktober 2004 verslag 23
AGENDAPUNTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Toelichting en bespreking van een voorstel van afbakening kleinstedelijk gebied Ieper ............................ p.02 Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijke structuurplan Diksmuide.................................................. p.03 Behandeling adviezen en bezwaarschriften aanvraag planologisch attest SANAC (Wervik) ....................... p.04 Advisering over het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Blankenberge ten behoeve van de bestendige deputatie ................................................................................................................ p.05 Advisering over het ontwerp- gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Spiere-Helkijn ten behoeve van de Bestendige Deputatie .......................................................................................................... p.06 Bespreking aanvragen van personen die wensen opgenomen te worden op de lijst van ontwerpers voor BPA’s ................................................................................................................................... p.08 Varia........................................................................................................................................... p.08
AANWEZIG -
Effectieve leden: Dhr. Charles VERMEERSCH Dhr. Koen DEWULF Dhr. Fabiaan VAN DE SANDE Dhr. Evert DE PAUW Dhr. Eric VANDORPE Dhr. Guido VANDENBROUCKE Dhr. André SONNEVILLE Dhr. Bernard MAENHOUDT Dhr. Franky ROELS Dhr. Piet GELLYNCK Mevr. Charlotte GELDOF Dhr. Bart DOCHY Dhr. Theo VITSE Mevr. Ilse VANDERHAEGHE Dhr. Stefaan LOMBAERT Dhr. Marc RYCKAERT
Plaatsvervangende leden:
-
vertegenwoordigers politieke fractie: Dhr. Eric CARDON Dhr. Luc VANDE CAVEYE
Sp.a CD&V
-
vaste secretaris Dhr. Stephaan BARBERY
Secretaris PROCORO
Voorzitter PROCORO Ondervoorzitter PROCORO- Dienst Vergunningen Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit Bond Beter Leefmilieu vzw Natuurreservaten vzw UNIZO VEV Onderneming en Omgeving ABVV VRP VRP Boerenbond Bos en Groen Provinciale Dienst Economie Provinciale Dienst Welzijn Provinciale Dienst Cultuur
VERONTSCHULDIGD -
effectieve leden: Dhr. Pieter DEWULF Mevr. Magda MONBALLYU Dhr. André CALUS Dhr. Martin DEMAN
Provinciale dienst – Ruimtelijke Ordening Westtoer POVLT Provinciale Technische Dienst Wegen
-
Plaatsvervangende leden: Dhr. André COENE Mevr. Ria VELGHE
VRP Provinciale dienst overheidsopdrachten
-
vertegenwoordigers politieke fractie: Mevr. Myriam VERVAET-SMETS Dhr. Kurt RAVYTS
VLD Vlaams Blok
AFWEZIG -
Effectieve leden: Dhr. Eric VAN POUCKE Dhr. Eric BOUSSERY
Plaatsvervangende leden:
-
vertegenwoordigers politieke fractie: Dhr. Marc VANPAEMEL Dhr. Jean-Marie BOGAERT
ACV Algemeen Boerensyndicaat
Groen! NVA
1
VERSLAG De voorzitter Charles Vermeersch opent de vergadering.
1. Toelichting en bespreking van een voorstel van afbakening kleinstedelijk gebied Ieper De voorzitter verwelkomt de heer Rik Houthave van het WES. Het WES heeft de opdracht van de provincie om het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper af te bakenen. De Heer Rik Houthaeve licht een voorstel van afbakening van het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Ieper toe. Dit voorstel is reeds besproken tussen de drie beleidsniveaus. Het voorstel omvat nog discussiepunten. Het doel is om het voorstel te toetsen bij de PROCORO. Dit gebeurt ook in de GECORO van Ieper, bij de gebiedswerking van de provincie en bij de 3e commissie van de provincieraad. Vanuit de PROCORO worden heel wat vragen gesteld over de locatiekeuze Reigersburg voor een regionaal bedrijventerrein. Enerzijds is het terrein niet geschikt om agro-industriële bedrijven toe te laten (o.a slib mestverwerking) gezien de ligging ten aanzien van woonwijken. De westhoek is een uitgesproken landbouwgebied waar dergelijke bedrijven thuishoren. Hierbij is het wenselijk dat deze bedrijven geconcentreerd worden in stedelijk gebieden maar weg van de woonwijken. Anderzijds is de uitbreiding van het bedrijventerrein Ieperleekanaal in oostelijke richting ook niet evident. Er wordt open ruimte aangesneden en er wordt een historisch gebied met een concentratie van loopgraven aangetast. De heer Rik Houthaeve antwoordt dat het huidig beheer van het Ieperleekanaal niet optimaal is. De vraag rijst of hier niet moet nagegaan worden om dit terrein te optimaliseren. Voorts zullen bedrijventerreinen moeten gediversifieerd worden zoals Het Vlaams gewest reeds heeft voorgesteld in het overleg. Voor de agro-industriële bedrijven is het aangewezen om deze niet dicht bij de woonwijken toe te laten. Een strikter toewijzingsbeleid is nodig. Op heden wordt de 3e fase van het Ieperleekanaal gerealiseerd. De vraag kan gesteld worden of dit niet moet voorbehouden worden voor dergelijke bedrijven. De PROCORO stelt vast dat er ten aanzien van Boezinge een grote buffer wordt voorzien ten aanzien van de 3e fase van Ieperleekanaal. Bij de keuze van Reigerburg is dit veel minder. Waarom krijgen inwoners van Boezinge meer voorrechten dan de inwoners van Ieper-stad? Er wordt gevraagd om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om daar toch nog bedrijvigheid toe te laten en de buffer ten aanzien van Boezinge te verkleinen. De heer Rik Houthaeve verduidelijkt dat de buffer ten aanzien van Boezinge reeds aangegeven staat in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De overweging kan gemaakt worden om de buffer kleiner te maken. Binnen de PRCORO bestaat het vermoeden dat de financiële Europese middelen voor de aanleg van de buffer reeds zijn goedgekeurd (nb: bij navraag blijkt dit vermoeden juist te zijn) Volgens de heer Rik Houthaeve ziet er naar uit dat het geen of/of - verhaal wordt, maar eerder een genuanceerder keuze: de bestaande zone Ieperleekanaal optimaliseren, het voorzien van een beperkte uitbreiding in noordoostelijke richting met een duidelijke grens en De ontwikkeling van Reigersburg met een selectief soort bedrijvigheid. Vanuit de PROCORO wordt hierop gereageerd. De beperkte uitbreiding van het Ieperleekanaal moet op een wijze georganiseerd worden dat het geen aanleiding kan geven tot verdere uitbreiding. Dit kan bijvoorbeeld door geen nieuwe wegen te voorzien. Voorts wordt de bedenking gemaakt bij Reigerburg. Als dit bedrijventerrein wordt voorbehouden voor een selectief soort bedrijvigheid, en dus verzoenbaar is met de woonwijken, waarom de andere locaties (meer bepaald het Wieltje) dan niet in aanmerking kan komen. Daar tegenover staat dat een locatie als Reigersburg veel voordeliger is voor het woon-werkverkeer terwijl andere locaties verder gelegen zijn en nog meer mobiliteit met zich mee zullen brengen. De PROCORO stelt vast dat het resultaat bij de behoefteberekening aan bedrijventerreinen voor 2007 – 2017 een ruime marge oplevert: tussen de ca 29 ha en de ca 49 ha. De PROCORO vraagt een preciezere behoefteberekening en een correcte berekening tussen de bruto - en nettobehoefte. De PROCORO meent dat ze moeilijk een uitspraak kan doen of een motorcrossterrein dient voorzien te worden in Ieper. De provinciale afweging om te komen tot een aantal locaties werd op heden nog niet voorgelegd aan de PROCORO. Niettemin zijn er bedenkingen over de locatiekeuze. Het voorzien van een lawaaierige sport bij een ‘sacraal gebied’, die stilte en ingetogenheid vraagt, kan niet. Er wordt gevraagd of er een politiekantoor kan komen op het bedrijventerrein Ter Waarde? De heer Rik Houthaeve antwoordt dat dit kan zonder de loketfunctie. De rechtstreekse dienstverlening aan de inwoners van Ieper dient gebeuren in de stad zelf. De voorzitter bedankt de heer Rik Houthave voor de toelichting. Het document is zeer goed gestructureerd en leesbaar.
2
2. Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijke structuurplan Diksmuide De voorzitter verwelkomt de heer Eric DeKeyser (Schepen van Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) van de stad Diksmuide , de heer Peter Vandamme (Stedenbouwkundig ambtenaar van de stad Diksmuide) en de heer Patrick Maes (ontwerper van Groep Planning) die het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan komen toelichten en antwoorden op de informatieve vragen. De heer Piet Gellynck verlaat de zaal omdat hij werkzaam is bij het studiebureau die het structuurplan van Diksmuide heeft opgemaakt. Vanuit de dienst ruimtelijke planning en mobiliteit wordt gemeld dat het ontwerp - gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een positieve evolutie heeft gekend. Niettemin blijft de onderbouwing beperkt, zijn er vaagheden en ontbreekt de actiegerichtheid. Voorbeelden zijn: wat betekent de typering van de niet geselecteerde plattelandsdorpen, nieuwe horecazaken in buitengebied worden nog toegelaten, … De heer Patrick Maes antwoordt dat de typering van de polderdorpen met een plattelandstoeristisch accent niet de bedoeling heeft om bedrijven weg te jagen maar dat ze moeten voldoen aan kwaliteitseisen waardoor ze het plattelandstoerisme niet ondermijnen. Wat betreft horeca: het stadsbestuur heeft een ander mening en is van oordeel dat ook nieuwe horecazaken op het platteland moet kunnen. De PROCORO stelt vast dat het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan heel wat suggesties inhoudt ten aanzien van de hogere overheid over het buitengebied en veel minder ingaat op de gemeentelijke taken van lokaal belang. Zo worden elementen aangegeven, verweven in de tekst, over de herbestemming van leegstaande hoeves. Een duidelijk beleidskader ontbreekt. Bovendien rijst de vraag wanneer een hoeve leeg staat. Het voorbeeld wordt aangehaald van de Viconia hoeve die van functie is veranderd maar nooit leeg heeft gestaan. De heer Patrick Maes verduidelijkt dat para-agrarische bedrijven die laagdynamisch zijn kunnen ingericht worden in leegstaande hoevegebouwen zonder volumevermeerdering. Binnen de PROCORO roept deze mogelijkheid vragen op: wat zijn para-agrarische activiteiten? Daarover zijn er heel veel discussies over. Wat is laagdynamisch? Wanneer er een bepaalde bedrijfsdynamiek is, zal dit niet tegengegaan worden door te stellen dat er geen volume uitbreiding kan Bij de landbouw wordt een flexibel kader aangereikt in het ontwerp - gemeentelijk ruimtelijk structuurplan maar de landbouwmogelijkheden naar soort activiteit worden beperkt. Zo is er is geen enkele zone aangegeven waar glastuinbouw mogelijk is. De heer Patrick Maes geeft aan dat in het deelgebied ‘zandstreek’ wel de mogelijkheid bestaat om aan glastuinbouwteelt te doen. Bij de acties in het ontwerp -gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt een principe ingeschreven over de oprichting van een fonds voor landschapsbeheer. Wat is het doel hiervan? Het fonds zal gespijsd worden door iedereen die ruimte claimt. Zal ieder landbouwer dan ook moeten betalen? De heer schepen Eric De Keyser antwoordt dat de oprichting van een fonds voor landschapsbeheer moet gezien worden in het kader van de recent opgericht regionaal landschap Ijzervallei-polder. Het is alleszins niet de bedoeling dat het fonds wordt gespijsd door een vorm van belasting op gronden. Het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan stelt voor om bepaalde woonuitbreidingsgebieden te schrappen of te verplaatsen. Wat is dan de nabestemming? De heer Patrick Maes verwijst naar Beerst waar het woonuitbreidingsgebied in het noorden wordt geschrapt omwille van de aanwezige lokale bedrijvigheid. Wat betreft Pervijze wordt het woonuitbreidingsgebied behouden. In het voorontwerp - gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt grootschalige kleinhandel aangegeven bij de Kaaskerkestraat? Is dit bestaande kleinhandel of is het de bedoeling dat er nieuwe handelszaken mogelijk worden? De heer Patrick Maes verduidelijkt dat het gaat om een grootschalige kleinhandelzaak die er zonevreemd is. Het voorstel is om deze zaak te behouden en mee op te nemen in de afbakening van het kleinstedelijk gebied. Het is niet de bedoeling om daar nieuwe grootschalige kleinhandelszaken toe te laten. In het richtinggevend gedeelte van het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt vermeld dat er een actieplan zal worden opgemaakt om buurt-en kerkwegels te beschermen en in te richten. Waarom wordt dit niet bindend gemaakt? De heer schepen Eric De Keyser verduidelijkt dat er eerst een visie hierover dient opgemaakt te worden. Het is enkel de bedoeling om die kerk-en buurtwegels terug te openen wanneer ze functioneel zijn. De PROCORO stelt vast dat in het ontwerp - gemeentelijk ruimtelijk structuurplan het reserveterrein voor bedrijvigheid zal worden aangesneden aan Kaaskerke. Dit is voldoende voor de opvang van behoefte tot 2007. Heeft het stadsbestuur een visie waar bijkomende bedrijvigheid kan komen na 2007? Voorts wordt er een zuidwestelijke omleiding vooropgesteld met een noordelijk doortrekking tot de N369. Dit betekent dat de omleiding twee maal de IJzer over moet, door habitatrichtlijn gebieden moet, ….. Is er een inschatting gemaakt wat de mogelijke gevolgen zijn voor dergelijk tracékeuze, ook wetende dat bij de discussie over de
3
doortrekking van de A19 één van de mogelijke scenario’s is om een deel van het verkeer af te leiden naar Diksmuide. De heer Schepen Eric De Keyser antwoordt dat de voorgestelde tracés een suggestie zijn naar de hogere overheid. Wat betreft de zuidwestelijk omleiding is er reeds een voorbereidende studie waarbij nog 3 mogelijke tracés overblijven. Voor het habitatrichtlijngebied voor de rand van het industrieterrein is er een dossier voor de compensatie van het habitatrichtlijngebied. De doortrekking naar het noorden van de omleidingsweg is louter suggestief en kan zelfs op heden niet daar het PRS-WV en RSV dit niet toelaten. De suggestie wordt aangegeven omdat in RSV de N369 als primaire weg is geselecteerd. Een ander optie zou kunnen zijn om de omleidingsweg niet door te trekken en de N35 te selecteren als primaire weg in de toekomst met een omleiding omheen Pervijze zoals voorzien in het gewestplan. Dit zal grondig moeten bekeken worden in het afbakeningsproces. Dit geldt eveneens voor het voorzien van regionale bedrijventerreinen. Daar is geen suggestie gedaan. De heer Schepen legt uit dat de inrichting van een regionaal bedrijventerrein ten zuiden van de stad historisch slecht is ingeplant. Toen was er echter geen andere keuze omdat de er geen mogelijkheden waren in het noorden van de stad. De gemeentegrens van Beerst lag tot tegen de stad, op een paar honderd meter van de markt van Diksmuide. Het ontwerp -gemeentelijk ruimtelijk structuurplan doet de suggestie om in de omgeving van het Praetbos aan bosuitbreiding te doen. In hoeverre wordt dit bekeken in het kader van de cultuurhistorische context van WO-I-relicten? De heer Schepen Eric De Keyser verduidelijkt dat met het Duits militair kerkhof en met het kasteel Ter heide rekening moet gehouden worden maar dat dit eerder van provinciaal belang is in het kader van het uitwerken van een toeristisch netwerk in de Westhoek. De voorzitter dankt de Schepen en stedenbouwkundige ambtenaar voor hun aanwezigheid en inbreng alsook de ontwerper voor de toelichting en de antwoorden op de diverse vragen. De delegatie van Diksmuide verlaat de zaal
3. Behandeling adviezen en bezwaarschriften aanvraag planologisch attest SANAC (Wervik) Bij de uitnodiging van de bijeenkomst werd reeds een overzicht gegeven van de binnengekomen adviezen en bezwaren. De commissie geeft een bezorgdheid te kennen vanuit het streven naar een zuinig ruimtegebruik, waarbij een bestemmingswijziging gemotiveerd moet worden vanuit de dringende operationele bedrijfsbehoeften en niet vanuit eventuele algemene financiële voordelen voor het bedrijf. Deze bezorgdheid is ontstaan vanuit de vaststelling, aangebracht in een bezwaarschrift door de WVI die wijst op het feit dat op de bewuste locatie nog steeds bedrijfsruimte te huur wordt aangeboden aan derden, wat niet strookt met de dringende nood aan operationele bedrijfsruimte waarvan sprake in de aanvraag. Gezien deze onduidelijke situatie of de loodsen al dan niet worden verhuurd aan derden, heeft de commissie de bedrijfsleider, de heer Saelens, uitgenodigd om de achtergronden van het bedrijf beter te leren kennen. Gevraagd naar een specifieke verklaring over het feit dat loodsen nog altijd te huur worden aangeboden stelde de bedrijfsleider het volgende: Een duidelijk onderscheid in de activiteiten moet gemaakt worden tussen enerzijds Sanac NV die groothandels- en distributieactiviteiten ontwikkelt op vlak van landbouw-en tuinbouwbenodigdheden zowel voor de professionele als voor de particuliere markt, en anderzijds Sanac logistics NV die opslag, logistiek en transportactiviteiten ontwikkelt voor de Sanac Groep. De uitbreidingsaanvraag komt vanwege de bedrijfsbehoeften van Sanac Logistics. Sanac Logistics is een off-spin van de groothandels-en distributie activiteiten van het moederbedrijf. Vijf jaar terug waren de logistieke activiteiten, gezien de toenmalige beperkte omvang van de groothandels en distributie-activiteit, eerder beperkt. In het streven naar een optimale rendabiliteit werd toen het plan opgevat om ook logistieke diensten aan derden aan te bieden. Het ging in de eerste plaats om het aanbieden van opslagcapaciteit, maar met de duidelijke hoop om daaraan ook verdere logistieke activiteiten (transport, sorteren, labeling, verpakken…) aan te koppelen, wat veel meer toegevoegde waarde biedt dan pure opslag. Daartoe werd de firma Dewaele als makelaar een opdracht toegekend. Ondertussen is de economische situatie grondig gewijzigd. Het plan om logistieke activiteiten voor derden uit te voeren door Sanac Logistics kende weinig succes. Wel nam de groei van de distributie en groothandelsactiviteit van het moederbedrijf Sanac NV snel toe. Daarbij kwam ook de overname van twee bijkomende bedrijven uit de branche, Guy Lambert SA en Osmo nv, waardoor ook de logistieke activiteiten van Sanac Logistics sterk groeiden en in de toekomst nog zullen groeien. Derhalve is er vandaag helemaal
4
geen ruimte meer beschikbaar voor derden, zelfs in die mate dat Sanac Logistics zich verplicht zag om zelf opslagruimte bij derden in te huren om een oplossing te geven aan haar plaatsgebrek. De bedrijfsleider wijt het feit dat de makelaar Dewaele desondanks nog steeds opslagruimte aanbiedt aan de hoop van de makelaar om alsnog klanten te vinden (en een makelaarscommissie te verdienen) om deze dan hetzij bij Sanac Logistics, hetzij bij anderen onder te kunnen brengen. Sanac Logistics stelt dat het de makelaar Dewaele nochtans op de hoogte gebracht heeft van het feit dat er geen opslagruimte meer beschikbaar is. De bedrijfsleider verlaat de zaal De commissie zal in de volgende bijeenkomt haar advies formuleren.
4. Advisering over het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Blankenberge ten behoeve van de bestendige deputatie Het document “Voorstel advies PROCORO over het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt rondgedeeld. De vertegenwoordigers van de politieke fracties verlaten de zaal. De voorzitter gaat over tot de beraadslaging. De commissie formuleert volgend advies met éénparigheid van stemmen: 4.1. Algemeen Het ontwerp-GRS Blankenberge betreft een goed gestructureerd en overzichtelijk document dat de voornaamste inhoudelijke elementen van een GRS bevat. Het document vormt een goede basis voor het toekomstige ruimtelijke beleid in de gemeente Blankenberge. In het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zijn de kaarten gebundeld per deel, waardoor het document moeilijker hanteerbaar is. Het is aangewezen om ofwel de kaarten te bundelen in een afzonderlijk document ofwel te integreren in de tekst. 4.2. Overeenstemming met het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan bevat uitspraken over meerdere bovenlokale zaken. Het volledige document dient hieromtrent gescreend te worden: om de subsidiariteit met de hogere overheden te respecteren dienen uitspraken over bovenlokale elementen telkens als suggestie geformuleerd te worden. Bovendien kan het bindend gedeelte geen bepalingen bevatten die betrekking hebben op bovenlokale elementen. Voorbeelden van bovenlokale elementen zijn: de regionale bedrijven Gerco & Lapin, het Zeebos, de Blankenbergse Vaart, de Uitkerkse Polders, de afbakening van het kleinstedelijk gebied, de Koninklijke Baan, de strategische projectzone, het strand en de dijk, categorisering (Gen, Geno), … In die zin dient ook het ‘voeren van overleg met de hogere overheid’ uit de maatregelen en acties geschrapt te worden en dienen deze elementen opgenomen te worden in het richtinggevend gedeelte. 4.3. Tekortkomingen, vaagheden en aandachtspunten
Verkeer en vervoer
In het ontwerp-GRS wordt de Zeebruggelaan geselecteerd als een lokale verbindingsweg. De vraag rijst wat de Zeebruggelaan moet verbinden. Uit de toelichting bleek dat de Zeebruggelaan eerder als een ontsluiting van de woonwijken dient te fungeren. Het is dan ook wenselijk dit op deze wijze in te schrijven. Het ontwerp-GRS bevat een toeristisch-recreatief fietsroutenetwerk. Het is wenselijk om de link te leggen met het utilitair bovenlokaal en lokaal fietsroutenetwerk, die vastgesteld werden in het gemeentelijk mobiliteitsplan.
Toerisme en recreatie
In de planningscontext wordt weergegeven dat volgens het PRS-WV het verstrekken van logies in het buitengebied enkel mogelijk is binnen actieve hoeves. Er wordt door de PROCORO op gewezen dat het verstrekken van logies ook mogelijk is binnen beschermde en merkwaardige gebouwen. Ook voor wat betreft het voorzien van laagdynamisch toeristische attractiepunten wordt dit volgens het beleidskader van het PRS-WV naast binnen leegstaande en niet-actieve hoeves ook binnen beschermde en merkwaardige gebouwen mogelijk is. Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Blankenberge doet de overweging om op langere termijn de camping ten zuiden van de Zeebruggelaan op te nemen in het woongebied. In dezelfde paragraaf wordt er op gewezen dat de camping voldoet aan de sectoriele wetgeving en ‘florissant’ is. 5
Wat is de motivatie om reeds uitspraken te doen over de camping op langere termijn? Er zijn ten zuiden van de Zeebruggelaan twee campings. Gaat het om beide campings?
Wonen
Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Blankenberge stelt voor om plaatselijk de bebouwingsdichtheden te verlagen om bepaalde delen van de stad meer leefbaar te maken. Deze werkwijze wordt gevat onder de term ontpitting. Gezien het verdicht stedelijk weefsel van Blankenberge kan de PROCORO dit principe onderschrijven op voorwaarde dat de 25 woningen/ha in samenhangende delen van de stad wordt gerespecteerd. Bij het realiseren van bijkomend woonaanbod op basis van de taakstelling vanuit het PRS-WV worden in het ontwerp -GRS een aantal aandachtspunten (voor jonge gezinnen, ééngezinswoningen en meergezinswoningen,….) geformuleerd. Hierbij zal ook voldoende aandacht moeten besteed worden aan de sociale huisvesting, die niet als een aandachtspunt vanuit de gemeente wordt geformuleerd. Het richtinggevend gedeelte bevat krachtlijnen inzake bouwvolume. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hoogbouw, middelhoogbouw en laagbouw. Het is hierbij aangewezen concreet te omschrijven wat de respectievelijke hoogtes zijn van de 3 soorten.
Buitengebied
In het informatief gedeelte van het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt het agrarisch polderlandschap als een belangrijk gegeven beschouwd. Bij de potenties wordt aangegeven dat er een vitale agrarische sector, mits ondersteuning, kan behouden blijven. De PROCORO meent dan ook dat de differentiatie van het buitengebied teveel vanuit de invalshoek van natuur is gebeurd. Bij de maatregelen en acties wordt in het herstel waar mogelijk van vroegere buurtwegen (kerkwegels) voor wandelaars vooropgesteld. De PROCORO vindt dit ongenuanceerd. Het is wenselijk dat er een visie en ruimtelijke afwegingscriteria worden opgesteld om aan te geven welke buurtwegels wenselijk zijn om te behouden en/of terug toegankelijk te maken en welke niet. Het openstellen van buurtwegels dient niet enkel in functie van toerisme en recreatie te gebeuren. Ze kunnen ook een functionele verbindingsfunctie hebben voor de eigen bewoners. 4.4. Besluit De commissie adviseert de Bestendige Deputatie om het ontwerp -gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor Blankenberge voorwaardelijk gunstig te adviseren. Het document dient gescreend te worden waarbij gemeentelijke visies op bovenlokale elementen duidelijk als suggestie dienen ingeschreven te worden. Deze gemeentelijke visies en suggesties kunnen niet opgenomen worden in de bindende bepalingen. Voorts dienen de hierboven aangehaalde tekortkomingen, vaagheden en aandachtpunten verder aangevuld en geconcretiseerd te worden.
5. Advisering over het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Spiere-Helkijn ten behoeve van de Bestendige Deputatie Het document “Voorstel advies PROCORO over het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt rondgedeeld. De voorzitter gaat over tot de beraadslaging. De commissie formuleert volgend advies met éénparigheid van stemmen: 5.1.ALGEMENE OPMERKINGEN Het GRS Spiere-Helkijn betreft een goed gestructureerd en overzichtelijk document dat de voornaamste inhoudelijke elementen van een GRS bevat. Het document vormt een goede basis voor het toekomstige ruimtelijke beleid in de gemeente Spiere-Helkijn. De bindende bepalingen dienen voldoende concreet en toetsbaar te zijn. Het “opstarten van een overleg” (vb. inrichting doortochten (BD p.129), afbakenen bouwvrije zones (BD p.130), grensoverschrijdende elementen (BD p.131)) of het “actief meewerken aan” (vb. met inbreidingsprojecten (BD p.130)) zijn formuleringen die beter vermeden worden in het bindend gedeelte van het GRS.
6
5.2.OVEREENSTEMMING MET HET PRS-WV
Zonevreemde woningen
Van belang is dat bij de uitwerking van het gemeentelijk beleid rond zonevreemde woningen niet verwezen wordt naar geldende bestemmingen uit het gewestplan (m.n. landelijk woongebied). Deze begrippen hebben immers een beleidsmatige betekenis (KB 28/12/1972) en laten té ruime (en tevens niet wenselijke) invullingen mogelijk van de zonevreemde woningen (vb. bouw van meergezinswoningen), wat mogelijks kan leiden tot strijdigheden met het PRS-WV. De gemeente maakt gebruik van de huidige regelgeving rond zonevreemde woningen (RD p.105). In bijkomende stelt zich de vraag enerzijds of de gemeente er zich van bewust is dat de gemeente zich aan deze regelgeving verbindt en anderzijds of er men zich van bewust is dat deze regelgeving op Vlaams niveau kan wijzigen.
Horeca
Nieuwe horeca-activiteiten kunnen volgens het PRS-WV enkel toegelaten worden in de kernen, overige woonconcentraties en de beschermde gebouwen (als toepassing van het kader voor plattelandstoerisme, PRS-WV p.257). Het toelaten van nieuwe horeca-activiteiten in de cultuurhistorische elementen en de kruispunten van belangrijke toeristisch-recreatieve routes bijkomende (RD p.97) kan aldus niet worden aanvaard teneinde de leefbaarheid van de kernen niet te ondermijnen.
Ruimere ontwikkelingsperspectieven voor hoeves
Er wordt gesteld dat sommige hoeves omwille van hun landschappelijk, cultuurhistorische en recreatieve karakter en betekenis “ruimere” ontwikkelingsperspectieven inzake functiewijzigingen, zonevreemdheid, … krijgen (RD p.100). Verder in het document wordt een indicatieve en niet-limitatieve opsomming van mogelijke toelaatbare functies verder in het document wordt opgegeven (RD p.107). Er dient over gewaakt dat bij de implicatie van dit beleid geen tegenstrijdigheden met het ruimtelijke kader voor plattelandstoerisme uit het PRS-WV wordt veroorzaakt (vb. m.b.t. horeca – zie boven). 5.3.VAAGHEDEN, TEKORTKOMINGEN EN AANDACHTSPUNTEN
Woondichtheden
Wat betreft het opvangen van een mogelijke toekomstige woonbehoefte t.h.v. de Dries wordt er gesteld dat dit gebied gericht is op residentiële alleenstaande bebouwing in een groene parkachtige omgeving. Het is van belang dat het aansnijden van dit gebied kadert binnen een globaal en samenhangend woondichtheidbeleid voor de hele kern Spiere. Dit dient verder te worden uitgewerkt en gespecificeerd in het GRS (RD p.102). Er dient m.a.w aangetoond hoe de globale gemiddelde dichtheid van 15 woningen/hectare zal gehaald worden. Zo is het wenselijk dat minstens een indicatie wordt opgenomen van de na te streven woondichtheden in de te ontwikkelen woongebieden. Zoniet zal bij elke ontwikkeling van een gebied een dichtheid van 15 woningen/ha worden voorzien.
Strategische project t.h.v. het oude openluchtzwembad
De gemeente zal voor de site van het oude openluchtzwembad ‘een’ strategisch project opstarten (RD p.93). Het is onduidelijk wat de gemeente beoogt met de site. Het is wenselijk dat in het GRS minstens geconcretiseerd wordt wat de ruimtelijk doelstellingen zijn van dit project.
Individueel historisch, landschappelijk en/of architecturaal waardevolle gebouwen
Het beleid rond individueel historisch, landschappelijk en/of architecturaal waardevolle gebouwen roept vragen op: -
-
De terminologie rond individueel historisch, landschappelijk en/of architecturaal waardevolle gebouwen (gemeentelijke beleidsterm) enerzijds en merkwaardige gebouwen (provinciale beleidsterm) anderzijds wordt door elkaar gebruikt wat verwarrend is. De vraag stelt zich waarom een aparte categorie naast de merkwaardige gebouwen nodig is. Als maatregel en actie wordt opgenomen dat de gemeente een dynamische inventaris zal opmaken van de merkwaardige gebouwen (RD p.122). De vraagt stelt zich of dit niet zal leiden tot een adhoc beleid inzake de selectie van dergelijke merkwaardige gebouwen.
Zoekzone voor regionale bedrijventerreinen
T.h.v. IJzeren Bareel langs de N50 wordt een zoekzone voor regionale bedrijvigheid gesuggereerd aan de hogere overheid. Zoals tijdens de toelichting bleek is deze zone nogal ruim ingetekend en schept ze mogelijks valse verwachtingen.
7
5.4.BESLUIT De commissie adviseert de Bestendige Deputatie om het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan SpiereHelkijn voorwaardelijk gunstig te adviseren. Belangrijkste voorwaarden zijn het wegwerken van de (mogelijke) tegenstrijdigheden met het PRS-WV, in bijzonder wat betreft het beleid rond zonevreemde woningen, horeca en de ruimere ontwikkelingsperspectieven voor sommige hoeves. Voorts dienen de hierboven aangehaalde tekortkomingen, vaagheden en aandachtpunten verder aangevuld en geconcretiseerd te worden.
6. Bespreking aanvragen van personen die wensen opgenomen te worden op de lijst van ontwerpers voor BPA’s Dhr. Stephaan Barbery geeft volgende toelichting: De volgende personen hebben een aanvraag ingediend om opgenomen te worden in het openbaar register van ontwerpers: PRIVAATRECHTELIJK PERSOON Langzaam Verkeer vzw, J.P. Minckelersstraat 43A, 3000 Leuven: -
De heer Eddy Gielis heeft de diploma’s landschap-en tuinarchitectuur en stedenbouwkundige.
-
De heer Luk Vanmaele, heeft de diploma’s van architect en stedenbouwkundige
De commissie gaat over tot de beraadslaging en komt tot volgend besluit met éénparigheid van stemmen: De commissie geeft een gunstig advies om Eddy Gielis en Luk Vanmaele als privaatrechtelijk personen op te nemen in het openbaar register van ontwerpers daar zij voldoen aan de diplomavereisten, opgenomen in het ministerieel besluit van 13 juli 2000.
7. Varia
Behandelen bezwaren 10 provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen strand en dijk De bestendige deputatie heeft de gevraagde verlenging van termijn met 30 dagen goedgekeurd. Dit betekent dat de commissie tegen uiterlijk 14 januari 2005 de bezwaren zal moeten behandeld hebben in plaats van 15 december 2004..
Volgende bijeenkomst PROCORO Donderdag 4 november 2004 om 9h
De vaste secretaris
De voorzitter
S. Barbery
Ch. Vermeersch
8