Brandveiligheid in de ggz
Verslag van een bestuurlijke bijeenkomst 25 mei 2012
Brandveiligheid
Contactpersoon:
[email protected]
2
Bestuurlijke conferentie over brandveiligheid in de ggz GGZ Nederland organiseerde op 25 mei samen met de Onderzoeksraad voor Veiligheid en Rivierduinen een bestuurlijke conferentie over brandveiligheid in de ggz.
Maar een belangrijker les schuilt in de achterliggende oorzaak: brandveiligheid werd niet integraal benaderd. Rivierduinen voldeed aan de wettelijke vereisten, maar er was onvoldoende onderlinge samenhang tussen patiëntgebonden aspecten, de geoefendheid van de BHV-organisatie, het gebruik van brandwerende inventaris en (het ontbreken van) een vangnet van (bouw)technische maatregelen. Deze factoren waren op verschillende plaatsen in de instelling wel bekend maar werden niet met elkaar in verband gebracht. Voldoen aan wet- en regelgeving is voor een instelling dus niet voldoende. Extra inspanningen zijn nodig om de brandveiligheid op orde te krijgen en te houden: een integrale benadering van brandveiligheid. De Onderzoeksraad komt met een aantal aanbevelingen die, zoals Marjolein ten Kroode deze middag laat zien, Rivierduinen voor een flink deel al in de praktijk brengt.
Aanleiding De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft op eigen initiatief onderzoek gedaan naar de brand bij Rivierduinen in 2011, waarbij 3 mensen omkwamen. De Onderzoeksraad raakte vooral geïnteresseerd in deze brand, omdat Rivierduinen geheel voldeed aan de wet- en regelgeving. De grote vraag voor de Onderzoeksraad was dan ook: hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat kunnen wij hieruit leren? De samenwerking tussen de Onderzoeksraad, GGZ Nederland en Rivierduinen verliep naar volle tevredenheid van deze drie partijen en heeft geresulteerd in deze bestuurlijke bijeenkomst. De opkomst op deze zonnige warme vrijdag voor een lang pinksterweekend was bemoedigend: ongeveer 60, waarvan het merendeel bestuurders. Tijdens deze middag kamen aan het woord Tjibbe Joustra en Anneke Bovens (Onderzoeksraad), Marjolein ten Kroode (RvB Rivierduinen), Jan van Wijngaarden (hoofdinspecteur publieke en geestelijke gezondheidszorg van de IGZ) en Sytze Coorens en Vincent de Winter (Brandweer Hollands Midden).
Om het urgentiebesef nog te verhogen, haalt Jan van Wijngaarden tijdens zijn presentatie een recent inspectie-onderzoek aan waaruit blijkt dat slechts 2% van de care-instellingen voldoet aan de wet- en regelgeving1. Hoewel het onderzoek in de ggz sector zich tot een klein aantal onderzochte instellingen beperkt zijn de conclusies wel herkenbaar voor de sector. Brandveiligheid zou volgens Van Wijngaarden juist vanwege de speciale populatie extra aandacht verdienen. In 2009 en 2010 zijn er bij de IGZ 47 meldingen van brand in de GGZ binnengekomen. 43 daarvan waren terug te voeren op gedrag van patiënten. Uit datzelfde rapport werd ook duidelijk dat risicotaxaties bij patiënten nogal varieerden.
De feiten Op 12 maart 2011 is er een kleine brand in een slaapkamer op een ggz-verblijfsafdeling in Oestgeest. Door een aantal opeenvolgende, en op zich niet heel grote, oorzaken mondt de brand in enkele minuten uit in de bekende, fatale afloop. Een animatiefilm van de Onderzoeksraad laat schokkend duidelijk zien hoe snel dat gaat. De Onderzoeksraad noemt als directe oorzaken: patiënten waren verminderd zelfredzaam en afhankelijk van anderen bij hun evacuatie, de mate van brandvertragendheid van het matras in deze kamer, het optreden van de BHV verliep niet volgens plan, en de desbetreffende kamerdeur was niet zelfsluitend.
1
Ook de brandweer Hollands Midden was verrast door de ernstige afloop van deze brand. Uit een eigen onderzoek naar de brand komt onder andere naar voren dat verwachtingen tussen brandweer en BHV-organisatie niet overeenkwamen en dat de ontruiming te lang heeft geduurd. Ontruimingstijden zijn nog gebaseerd op ouderwetse interieurs.
randveiligheid van zorginstellingen Een onderzoek van de VROM-Inspectie, de Arbeidsinspectie, de Inspectie Jeugdzorg en B de Inspectie voor de Gezondheidszorg. (2011). In het onderzoek zijn 4 instellingen voor GGZ zorg onderzocht. Verder zijn er 67 ouderenzorginstellingen, 10 ziekenhuizen, 5 instellingen voor gehandicaptenzorgen 10 instellingen voor jeugdzorg onderzocht. Hoewel het onderzoek in de ggz sector zich tot een klein aantal onderzochte instellingen beperkt zijn de conclusies wel herkenbaar voor de sector. 1. De gebruiksvoorschriften en het Gebruiksbesluit worden redelijk goed nageleefd 2. D e bouwkundige brandveiligheid van veel instellingen schiet te kort. Hierbij gaat het met name om de compartimentering, de brandwerende scheidingen en de vluchtroutes. 3. De bedrijfshulpverlening is niet overal op orde. 4. E en groot deel van de instellingen beschikt wel over een veiligheidsbeleid, dit wordt echter onvoldoende geborgd. Ook is het brandveiligheidsbewustzijn van medewerkers op de werkvloer en het management vaak onvoldoende.
3
De analyse wordt per gebouw of per afdeling uitgevoerd. Met 200 deels historische panden en uiteenlopende patiënten gaat het immers om veiligheid op maat. Op basis van deze integrale risico-analyse neemt Rivierduinen nu afgewogen maatregelen. Het is bovendien een sterke en positieve cultuur-interventie. Immers, een gesprek over dit type risico’s is op de werkvloer en in aanwezigheid van directie en staf niet eerder op deze directe manier gevoerd. Een ander concreet instrument van Rivierduinen is de WAR-systematiek. Elke dag worden bij de overdracht patiënten besproken op brandveiligheid. Ze worden ingedeeld als te Waarschuwen, te Assisteren, of te Redden. De dagelijkse uitkomst komt op de plattegrond van de kamerindeling. Op die manier is duidelijk hoe groot het risico is met betrekking tot zelfredzaamheid op een afdeling, of dit vraagt om extra maatregelen en hoe bepaalde patiënten tegemoet moet worden getreden bij brand. Daarnaast wordt er bij Rivierduinen nu realistischer getraind. Ook hier weer: patiënten doen daar aan mee. Er worden verschillende scenario’s in verschillende situaties getraind: dag en nacht, en ook bij minder bezetting. Verder streeft Rivierduinen steeds naar goed contact met betrokken partners: gemeente en brandweer, IGZ, branche en leveranciers. Voor de Raad van bestuur zelf ligt de nadruk op het goed organiseren van veiligheid, een goede borging en een continue lerende organisatie. Zo evalueert Rivierduinen alle incidenten met persoonlijk letsel of gevolgen voor de kwaliteit van zorg. Behalve dat medewerkers zich op de werkvloer bezighouden met brandveiligheid, beschikt Rivierduinen over een Commissie Brandveiligheid, een raad voor Kwaliteit en Veiligheid, en kijken Inspectie, gemeente/ brandweer en de eigen Raad van Toezicht over de schouder mee. Allemaal met meer aandacht voor brandveiligheid dan voorheen. En dan nog, benadrukt Marjolein ten Kroode, er zijn altijd restrisico’s, zekerheid bestaat niet. ‘Wij maken wel bewuste keuzes in een zorgvuldig en transparant proces.’
In hedendaagse interieurs wordt veel meer gewerkt met kunststoffen die veel brandgevaarlijker zijn. Hiermee moet veel meer rekening worden gehouden.
Realistisch over brandveiligheid De prominentste bijdrage deze middag komt van Marjolein ten Kroode. Ze opent met: ‘Deze brand is de grootste nachtmerrie voor een bestuurder.’ Rivierduinen is na de brand begonnen om de risico’s van brand zo veel mogelijk te beperken. Op basis van opgedane inzichten kwam Rivierduinen tot een nieuwe bestuurlijke visie. Marjolein sprak van een paradigma-shift: van regel-gestuurd naar risicogestuurd. Veiligheid is de ondergrens van kwaliteit. Als bestuur moet je verantwoordelijkheid nemen zonder af te leiden van de primaire taak: zorg van waarde. Veiligheid bieden is maatwerk, vanwege de grote diversiteit in de combinatie van gebouwen, patiënten en zorgprogramma’s. Maar het is een illusie te denken dat altijd 100% veilige zorg geleverd kan worden. Deze balans moet gerealiseerd worden in de dagelijkse praktijk; daar moet het gebeuren en daar hebben cliënten daadwerkelijk wat aan. Dus geen technocratische maatregelen. Die gaan toch niet helpen. Iedereen is erbij nodig, waarbij belangrijk is: ’Als het niet landt in de dagelijkse handelingspraktijk, gaat het niet lukken.’ Hoe is Rivierduinen te werk gegaan? Het ging allereerst om bewustzijn: brandveiligheid is iets voor en van iedereen, en vergeet hier niet de patiënten. Je moet het integraal benaderen, en het is maatwerk. Op basis van een nieuw ontwikkelde methodiek voor integrale risico-analyse zijn personen uit verschillende disciplines met elkaar in gesprek gegaan over de risico’s in een specifieke situatie (figuur 1). Figuur 1
Risico’s: een optelsom van kwetsbaarheden
Aanpak Inspectie en Brandweer Jan van Wijngaarden kondigt aan dat de inspectie de komende tijd extra gaat toezien op brand veiligheid. Om dat handen en voeten te geven, heeft de IGZ TNO gevraagd een checklist risico-analyse brandveiligheid te ontwikkelen. Zijn presentatie geeft een voorproefje. De IGZ gaat deze checklist gebruiken bij calamiteitenonderzoek en voor handhaving.
4
Tot slot
De Brandweer Hollands Midden benadrukt dat het ook naar hun idee gaat om samenhangende maatregelen en om overleg. Zelden heeft de Brandweer direct contact met de werkvloer. Dat zou wel goed zijn, want het gaat om het samen oplossen van een aantal dilemma’s in ggz-instellingen. Denk aan roken, onvoorspelbaar gedrag van patiënten, afstemming taken BHV / brandweer en juiste verhouding tussen zorg en veiligheid. De werkelijkheid laat zich niet dwingen in één landelijke regelgeving. Het is altijd maatwerk. Daarom schakelt de brandweer Hollands Midden de komende periode over van regel-gericht naar risico-gericht adviseren. De brandweer gaat zelf ook liever niet meer met een afvinklijst door een gebouw. Dat lost de werkelijke problemen namelijk niet op. Die andere manier van werken is wel een zoektocht voor de brandweer en daarmee misschien ook wel lastig voor bestuurders. Voor regio’s waar de brandweer meer regel-gericht te werk gaat, is het vaak moeilijker samenwerken voor een ggz-instelling. Oud-burgemeester van Utrecht - en nu lid van de Onderzoeksraad - Annie Brouwer roept ggz-instellingen op niet te blijven wachten: ‘Steek niet te laag in. Leg het direct voor aan de burgemeester.’ De burgemeester is immers bestuurlijk verantwoordelijk voor de brandveiligheid en stuurt de brandweer aan.
De middag sluit af met discussie. Twee dingen worden nog eens duidelijk. Herma van der Wal, bestuurder Dimence: ‘We weten nu wat we moeten doen, we kunnen aan de slag’. En, als het over bezuinigingen gaat, is Marjolein ten Kroode heel stellig: ‘Dat mag voor organisatorische maatregelen nooit een overweging zijn.’ Het patiëntveiligheidsprogramma van de ggz Veilige zorg ieders zorg laat een handreiking Integrale aanpak brandveiligheid maken. Deze komt dit jaar beschikbaar. Maar met onderstaande presentaties kan iedereen nu al aan de slag.
Links naar powerpointpresentaties: Presentatie Onderzoeksraad Presentatie Rivierduinen Presentatie IGZ Presentatie Brandweer
5