Provincie Noord-Brabant
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven
Auteur
Dirk Bruijs Regionale Milieudienst West-Brabant Maddy Reijers Provincie Noord-Brabant Datum
januari 2008
Voorwoord De provincie Noord-Brabant wil haar toezicht inrichten op basis van risico’s. Het handhavingsprogramma 2005 had dan ook als ondertitel meegekregen: Naar een risicogerichte handhaving. Bij het toezicht op een individueel bedrijf krijgt de risicogerichte benadering vorm door middel van het toezichtsplan. In het voorjaar van 2005 is hiertoe de eerste serie banchetoezichtsplannen afgerond. De reacties van de toezichthouders hierop zijn positief. In een branchetoezichtsplan wordt een algemene beschrijving van het bedrijfsproces en de overige bedrijfsactiviteiten gegeven. Vervolgens wordt per onderdeel van het proces geïnventariseerd welke mogelijke risico’s (ongewenste afwijkingen) daarbij kunnen optreden. Per risico wordt bepaald hoe groot dit is. De risico’s die het hoogste scoren, zullen tijdens het preventieve toezicht de meeste aandacht moeten krijgen. In het bestuurlijk vastgestelde Handhavingsprogramma 2005 is opgenomen dat de prioriteit wordt gelegd bij het controleren van activiteiten en voorschriften waarbij de veiligheid, de volksgezondheid, het voorkomen van rampen en/of het drinkwater in het geding zijn. Daarbij is gesteld dat wij ons in 2005 dan ook intensiever gaan richten op de doelgroepen en regels waarbij deze onderwerpen spelen. Ook voor 2006 zullen dit onze speerpunten blijven. In de (branche-) toezichtsplannen worden deze bestuurlijke prioriteiten vertaald in technische specificaties. In het plan wordt tevens aangegeven op welke manier het toezicht wordt uitgevoerd. Administratief toezicht krijgt daarbij nadrukkelijk een plaats. Met de uitwerking van de gewenste aanpak voor het toezicht hopen we te bereiken dat er diepgaand toezicht op de belangrijkste risico’s bij een bedrijf wordt uitgevoerd. Bovendien hopen we te bereiken dat een branche in Noord-Brabant op uniforme wijze wordt gecontroleerd. Dit branchetoezichtsplan is geschreven voor de branche afvalhout verwerkende bedrijven. Met behulp van dit plan dient voor ieder provinciaal afvalhout verwerkend bedrijf een planning te worden opgesteld. Bij deze planning dient rekening te worden gehouden met bedrijfsspecifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de ligging, het klachtenpatroon, de staat van de voorzieningen binnen de inrichting en het handhavingsverleden. Hiermee wordt maatwerk per bedrijf verkregen.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
2/24
Inhoud 1. Branchebeschrijving
4
2. Reikwijdte en regelgeving
7
3. Procesbeschrijving
12
4. Risico-analyse
14
5. Aandachtspunten voor het toezicht
15
Bijlage 1 Risico-analyse
17
Bijlage 2 Tabel met 5-jarenplanning
24
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
3/24
1. Branchebeschrijving Afvalhout In de reeks van afvalstoffen die in het kader van het Besluit stortverbod afvalstoffen, niet meer op stortplaatsen verwerkt mogen worden is afvalhout uit bouw- en sloopafval er één. Het afvalhout is in drie houtsoorten te onderscheiden: 1. A-hout, dit is al het onbewerkte c.q. onbehandelde hout; 2. B-hout, dit is hout dat is geverfd, gelakt en/of verlijmd, en omvat hoofdzakelijk plaatmaterialen t.w.: • hardboard; • zachtboard; • spaanplaat; • vezelplaat; • maar ook gebruikte meubels zonder bekleding. 3. C-hout, dit is verduurzaamd hout (exclusief met waterglas verduurzaamd hout). C-hout is hout dat doorgaans met een soort koperverbinding is behandeld (geïmpregneerd) om een hogere duurzaamheid te bereiken. C-hout wordt verder onderverdeeld in gecreosoteerd hout en gewolmaniseerd hout (CCAen CC-hout). CCA-hout is aangemerkt als gevaarlijk afval. CC-hout bevat eveneens koper en chroom maar geen arseen en is niet aangemerkt als gevaarlijk afval. Hout dat is behandeld met koperverbindingen heeft een groenachtige kleur. Particulieren mogen CCA-hout niet meer gebruiken. Bedrijven mogen CCA-hout onder voorwaarden gebruiken. Denk aan alle geïmpregneerde houtsoorten, bielzen en plaatmaterialen verontreinigd met cementspecie. Ook de houtkrullen en zaagsel afkomstig van schaverijen e.d. wordt als afvalhout gezien. Het snoeihout e.d. wordt hieronder niet begrepen. Het verwijderingsbeleid t.a.v. hout (alle categorieën) is terug te vinden in het Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012 (LAP; Sectorplan 13, § 3.3 en § 4.5). Branche Binnen de provincie Noord-Brabant zijn er ca. 13 bedrijven, die afvalhout in ontvangst nemen, waarvan er 11 zijn die beschikken over een provinciale vergunning. Hieronder vallen de afvalhout verwerkende bedrijven met of zonder een schredder. Het C-hout mag in de afvalhoutverwerkende bedrijven die onder dit toeizhctsplan vallen, niet worden behandeld c.q. op- en overgeslagen. Dit afvalhout dient alsnog te worden gestort of verbrand door een Afvalverbrandingsinstallatie (AVI). De afvalhout verwerkende bedrijven zijn in verschillende verwerkers te onderscheiden. Het ene bedrijf fungeert als tussen station. Hier wordt afvalhout opgeslagen en zonder bewerking weer opgeladen en vervoerd naar een verwerkingsbedrijf al dan Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
4/24
niet in Nederland en wordt ingezet in de plaatmaterialen industrie of als energiebron in energiecentrales. Daarnaast zijn er bedrijven die het afvalhout schredderen zodat het kan worden hergebruikt als grondstof. Tevens zijn er bedrijven die het afvalhout zoals krullen en zaagsel uit schaverijen e.d. op slaan en verpakken of behandelen het afvalhout zodat het een grondstof wordt. Naleefgedrag en klachten bij afvalhout verwerkende bedrijven Ten behoeve van het prioriteringssysteem Handhaving provincie Noord-Brabant is een expertsessie gehouden. Tijdens deze expertsessie is voor verschillende branches informatie verzameld over overtredingskans en oorzaken van overtredingen. Tijdens deze expertsessie zijn over Afvalop- en overslag bedrijven de volgende opmerkingen gemaakt. Afvalop- en overslag bedrijven
Bedrijven moeten inname en afvoeren van afvalstoffen inzichtelijk maken in administratie. Registratie ingaande en uitgaande afvalstoffen en overige stoffen, stoffenbalans. Nadruk op administratief toezicht. Klachtenpatroon zegt veel over geluid, stof en stank en daarmee iets over het bedrijf. Nieuwe AMvB melden vanaf 01-01-2005: de bedrijven actief voorlichten op dit terrein vanuit toezicht. Aandacht voor stof tijdens opslag en shredderen. Andere aandachtspunten zijn geluid en bodemaspecten. Te hoge opslaghoogten en te grote doorzet: stofhinder en geluid. Met name risico’s voor bodembedreiging en grondwaterverontreiniging. Verder veel klachten over deze branche stof/geluid en verontreiniging van bodem en grondwater. Regenwater van het buitenterrein eventueel te veel verontreinigd met zwevende delen. Brandgevaar.
Hieruit kan worden opgemaakt dat het toezicht zich vooral moet richten op het administratieve toezicht rondom de verwijdering van houtafval. Verder zijn geluid en stof veel voorkomende oorzaken van klachten. Tot slot wordt bodemverontreiniging als een belangrijk aandachtspunt genoemd. In hoofdstuk 4 wordt hierop teruggekomen. Bij de milieuklachtencentrale van de provincie komen over Afvalhout verwerkende bedrijven voornamelijk de navolgende klachten voor: • Geluidsoverlast; • Stofoverlast; • Verontreiniging van de bodem; • Brand. Hieruit kan geconcludeerd worden dat met name geluid, stof, bodem en brand een belangrijk onderwerp voor het toezicht is.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
5/24
Branchevereniging De branchevereniging Recycling Breken en Sorteren, BRBS, is een vereniging van recyclingbedrijven die van bedrijfs-, bouw- en sloopafval nieuwe bouwmaterialen en andere producten maken. De vereniging bestaat uit twee deelverenigingen: BRBSbreken en BRBS-sorteren. In totaal telt de BRBS circa 80 leden: circa 75-80% van de totale BSA-stroom wordt door deze bedrijven verwerkt. Bouw- en Sloopafval (BSA) is één van de grootste afvalstromen van Nederland: meer dan 16 Miljoen ton per jaar. De leden van de BRBS die beschikken over een sorteerinstallatie richten zich op het uitselecteren van de hoogcalorische fracties uit de gemengde afvalstoffen. Deze hoogcalorische fracties zijn uitstekend inzetbaar als grondstof voor secundaire brandstoffen. De secundaire brandstoffen verdringen op hun beurt conventionele brandstoffen die doorgaans een bijdrage leveren aan het broeikaseffect in de wereld. BRBS, Postbus 227, 3990 GA Houten, www.brbs.nl
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
6/24
2. Reikwijdte en regelgeving In dit hoofdstuk worden de regelingen, besluiten, richtlijnen en overige wetgeving die voor een toezichthouder van belang kunnen zijn, genoemd. Tevens wordt een korte beschrijving gegeven. De lijst is niet uitputtend. Wet milieubeheer Een provinciale toezichthouder moet de naleving van diverse wet- en regelgevingen controleren. De meeste aandacht gaat uit naar de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer. Verder zijn in deze wet zelf artikelen opgenomen die moeten worden nageleefd. Tevens geldt dat in de meeste vergunningen is aangeven, dat de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) staat vermeld welke categorieën vergunningplichtig zijn en wanneer Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn. De Afvalhout verwerkende bedrijven behoren tot de categorie 28.4 c, 1o IVB. Besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT) Het BOOT is van toepassing voor de opslag van vloeibare brandstoffen, afgewerkte olie en huishoudelijk afvalwater in ondergrondse tanks. Het BOOT blijft ook van toepassing op niet meer in gebruik zijnde tanks. Commissie Preventie Rampen (CPR) Voor de opslagen van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen zijn CPR’s van belang. In CPR’s zijn eisen geformuleerd waaraan opslagruimte- en tanks moeten voldoen. Deze eisen kunnen, geheel of gedeeltelijk, worden opgenomen in de vergunningvoorschriften of in de aanvraag. CPR 15-1 (GPS15): opslag van (gevaarlijk) afval CPR 9-6: opslag van K3-producten in bovengrondse tanks Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) De NRB geeft het kader voor de uitvoering van de bodembeschermende voorzieningen en maatregelen en een beschrijving van de stand van de wetenschap en techniek. Tevens bevat de NRB een beslismodel ter ondersteuning van de bepaling of, en zo ja, welke bodembeschermende maatregelen of voorzieningen moeten worden getroffen bij bedrijfsmatige activiteiten. De NRB is opgenomen in de milieuvergunning. Nederlandse Emissie Richtlijn (NER) De NER wordt opgenomen in de milieuvergunning. Voor afvalhout verwerkende bedrijven is voornamelijk hoofdstuk 3.8 “Overige bijzondere regelingen” van toepassing. Deze gaat onder meer in op de stofemissie bij verwerking, bereiding, transport, laden en lossen en opslag van stuifgevoelige materialen, de diffuse stofver-
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
7/24
spreiding. De verspreiding van stof moeten worden voorkomen bij en rond het sorteren van afval. Europese afvalstoffenlijst (EURAL) De EURAL betreft een lijst met zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke afvalstoffen. De EURAL bevat tevens criteria aan de hand waarvan onderscheid kan worden gemaakt tussen deze twee soorten afval. Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Dit Besluit is in werking sinds 1 januari 2005. Een Afvalhout verwerkend bedrijf dient alle ontvangen afvalstoffen te melden aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Tevens moeten de stoffen die worden afgevoerd, worden gemeld wanneer deze niet naar een afvalinrichting gaan maar de afvalketen verlaten (bijvoorbeeld als grondstof). Het Besluit wordt aangevuld met de regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, Regeling niet- herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval en Regeling merkteken niet herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouwen sloopafval In deze regelingen is aangegeven dat BSA uitsluitend mag worden gestort wanneer dit als niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar wordt aangemerkt. Dit kan het geval zijn wanneer dit als niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar wordt aangemerkt. Dit kan het geval zijn wanneer bouw- en sloopafval is verontreinigd op een wijze waardoor technisch of uit oogpunt van volksgezondheid bewerking of nuttige toepassing niet mogelijk of wenselijk is. Daar bij kan onder andere gedacht worden aan verontreinigingen met PAK, asbest e.d. Afvoer naar een stortplaats is alleen toegestaan met een merkteken. Alleen inrichtingen die voldoen aan de eisen ter zake van het bewerken van bouw- en sloopafval en residuen afkomstig van het bewerken van bouw- en sloopafval, zoals die zijn gesteld door een door de Raad van Accreditatie erkende certificatie-instelling, zijn gemachtigd een merkteken te voeren. Sorteerinrichtingen die niet-herbruikbaar en niet verbrandbaar (residu van) BSA willen afvoeren naar een stortplaats moeten het sorteerproces volgens bepaalde regels uitvoeren en daartoe geaccrediteerd zijn. Uit informatie van de branchevereniging BRBS is gebleken dat deze regelingen niet meer in gebruik zijn. Voornaamste reden is dat de Stichting Certiva is opgeheven. R is zodoende geen certificatie-instelling meer die bewerkers van BSA kan certificeren. Er is ook geen behoefte aan deze Regelingen bij de bewerkers van BSA omdat het meeste BSA wordt geëxporteerd, inclusief de te storten fractie. Als geen export plaatsvindt, gaan residuen naar een verbrandingsinstallatie. Overigens kunnen deze residuen bestanddelen bevatten die niet voor verbranding geschikt zijn.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
8/24
Wet bodembescherming (Wbb) De Wbb is bij de Afvalhout verwerkende bedrijven van belang voor die delen van het terrein die verontreinigd kunnen worden door oliën en vetten etc., (vooral als het buitenterrein ook wordt gebruik voor het schredderen van afvalhout), ingevolge artikel 13 Wbb en ingeval van een ongewoon voorval artikel 30 Wbb. Het is mogelijk dat het terrein een historische bodemverontreiniging heeft, waarvoor de saneringsbepalingen (urgentie, onderzoek, saneringsbevel) van de Wbb van toepassing zijn. Voor de Wet bodembescherming zijn Gedeputeerde Staten en Rijkswaterstaat of een Waterschap bevoegd gezag. Bodemsanering van in gebruik zijnde bedrijfsterreinen (BSB) Ondernemingen kunen een onderzoek naar bodemverontreiniging en de eventuele bodemsanering uitvoeren volgens het BSB-traject. Bedrijven worden na een Nulsituatie/BSB-onderzoek, eventueel gevolgd door een naderonderzoek, door de BSB-stichting op prioriteit gerangschikt. In deze rangschikking is een uitsteltermijn vastgelegd voor het uitvoeren van de sanering. De bedrijven stellen in overleg met het bevoegd gezag het saneringstijdstip vast. Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) Bij het verlenen van de milieuvergunning kan het voorkomen dat de vergunninghoudster van deze vergunning geen gebruik kan maken wegens strijd met het bestemmingsplan (strijd met het bestemmingsplan is nog geen weigeringsgrond krachtens de Wm). Het is aan te raden Wm en bestemmingsplan op elkaar af te stemmen. Ingeval er sprake is van bestaande bedrijven moet rekening gehouden worden met de bestaande rechten, maar uitbreiding van de inrichting en/of activiteiten is meestal niet mogelijk. Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO) Bijna elk afvalhout verwerkend bedrijf dient te beschikken over een Wvo-vergunning. Hierin wordt voornamelijk geregeld hoe lozing op de riolering plaats dient te vinden en war er op de riolering geloosd mag worden. Voor deze Wet is Rijkswaterstaat of een Waterschap bevoegd gezag. De link met de Wet milieubeheer ligt voornamelijk op de bescherming van de riolering, de afvoer van het olie-water-slibmengsel en het onderhoud van olie- en benzine afscheiders. Europese Vogel- en Habitatrichtlijn Deze richtlijn zou met name van toepassing kunnen zijn op Afvalhout verwerkende bedrijven die in of nabij een gebied zijn gelegen waarvoor deze richtlijn van toepassing is. Deze Afvalhout verwerkende bedrijven moeten in de aanvraag aangeven of het grondgebied waarop of waarbij de inrichting is gelegen, valt onder de Vogel- en Habitatrichtlijn. Artikel 4 van de Vogelrichtlijn en artikel 6 van de Habitatrichtlijn zijn de kernartikelen. Zij houden een actief instandhoudings-plicht in van de gebieden en de daarin levende soorten. Hierbij geldt het nee-tenzij principe. Als ingrepen in speciale beschermingszones de natuurlijke waarden bedreigen, moet een Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
9/24
nadrukkelijke afweging worden gemaakt tussen het sociaal-economische en het ecologische belang. Een uitzondering wordt gemaakt voor de veiligheid en gezondheid. Landelijk afvalbeheerplan (LAP) Het LAP bevat het beleid voor het afvalbeheer in Nederland. Het LAP 2002-20012 is op 3 maart 2003 in werking getreden. Het plan loopt tot en met 2006 en geeft een doorkijk tot het jaar 2012. Het LAP bestaat uit drie delen, namelijk een algemeen beleidskader, sectorplannen en capaciteitsplannen. Status en reikwijdte
Het LAP is bedoeld voor alle afvalstoffen waarop de Wet milieubeheer van toepassing is. Op grond van deze wet moeten alle overheden rekening houden met het LAP. Voor meer informatie over de juridische status, de bekentenis van het plan voor alle overheden, en de afvalstoffen die onder de reikwijdte van het plan vallen. Beleidskader
Het beleidskader bevat de hoofdlijnen van het afvalbeleid. Het betreft bijvoorbeeld de landelijke doelstellingen voor gescheiden inzameling en algemene uitgangspunten voor instrumenten als vergunningverlening en handhaving. Ook beschrijft het beleidskader internationale aspecten en de opstelling van Nederland in afvaldiscussies op internationaal niveau. Sectorplan
De sectorplannen bevatten de uitwerking van het beleidskader voor specifieke (categorieën van) afvalstoffen. Elk sectorplan beschrijft het beleid voor de betreffende afvalstof, aspecten van vergunningverlening, specifieke aandachtspunten van in- en uitvoer, en de monitoring van het sectorplan. LAP sectorplan 13; Bouw- en sloopafval (BSA) en daarmee vergelijkbare afvalstoffen
In dit sectorplan is het beleid uitgewerkt voor bouw- en sloopafval. Dit is afval dat vrijkomt bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen, bouwwerken en wegen. Tevens is ingegaan op afval dat vrijkomt bij het bewerken van bouw- en sloopafval, zoals sorteer- en brekerzeefzand, straalgrit en enige qua aard en samenstelling met bouw- en sloopafval vergelijkbare afvalstoffen die niet of niet altijd onder de noemer bouw- en sloopafval vallen. Bouw- en sloopafval bestaat voor meer dan 90% uit steenachtig materiaal, zoals beton, metselwerk en (teerhoudend) asfalt. De resterende 10% bestaat uit een groot aantal kleinere deelstromen, zoals gips en cellenbeton; bitumineus dakafval, teermastiek en dakgrind; houtafval; asbest en asbesthoudend materiaal; vlakglas; en metalen. Het beleid voor bouw- en sloopafval is gericht op het bevorderen van preventie en het nuttig toepassen van deelstromen. Het beleid ten aanzien van bouw- en sloopafval Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
10/24
heeft een nauwe relatie met het ontgrondingenbeleid (tweede Structuurschema oppervlaktedelfstoffen) en het beleid ten aanzien van duurzaam bouwen. Het houtafval wordt gezien als deelstroom van BSA. A-hout en B-hout worden nuttig toegepast, met name als materiaalhergebruik in de houtvezelindustrie en de spaanplaatindustrie en als brandstof in onder meer energiecentrales. Product- en materiaalhergebruik van CC- en CCA-hout is ongewenst vanwege de aanwezige verontreinigingen. Verwijderen door verbranden in een AVI is niet gewenst met het oog op de kwaliteitsafname van de AVI-reststoffen. Storten is dan ook als minimumstandaard opgenomen.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
11/24
3. Procesbeschrijving In dit hoofdstuk worden de bewerkingsprocessen bij afvalhout verwerkende bedrijven genoemd. Per bewerking is dit weer onderverdeeld in activiteiten die binnen dit proces plaatsvinden. Inname afvalstoffen Dit proces omvat de aanvoer per voer- of vaartuig van houtafval, de acceptatie ervan, de registratie van de ontvangen partijen, de weging en de bepaling van de vervolgstap. De navolgende activiteiten zijn dan ook te onderscheiden: • binnenkomst afvalstoffen (bedrijven); • wegen; • acceptatie afvalstoffen; • registratie inkomende afvalstoffen; • overslag. Opslag en verlading Dit proces omvat de opslag van het afval, inclusief overslag en bepaling verdere route (eventueel een toetsing van de kwaliteit). In een aantal gevallen wordt het afvalhout opgeslagen en zonder verdere bewerking weer afgevoerd naar een verwerker. De opslag van schaafkrullen en/of zaagsel wordt in een stortbunker of in een opslagruimte opgeslagen i.v.m. stof hinder en/of het verwaaien van het product. Bewerken van schaafkrullen en/of zaagsel Bewerken van afvalhout Indien A- en B-hout wordt ontvangen wordt dit afvalhout geshredderd alvorens dit als grondstof verder kan worden gebruikt. Alvorens het geshredderd afvalhout en/of schaafkrullen en/of zaagsel in behandeling wordt genomen dient dit eerst te worden gezeefd, geshredderd en eventueel windshifting. Boven de zeef worden metalen delen middels een magneet afgevoerd. Te grote stukken worden opgevangen en opnieuw geshredderd. Terreinen en wegen Het terrein wordt gebruikt voor de opslag van afvalhout of voor het gereed product. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de brandbaarheid van het product. Tussen de opslagen dient voldoende ruimte te worden gehouden. Het wegenstelsel dient vrij te worden gehouden zodat transport ongehinderd kan plaatsvinden. Afvoer Dit proces omvat de afvoer, inclusief administratieve verwerking, van de producten en het restafval dat ontstaat. Concreet vinden de navolgende activiteiten plaats: • wegen; • registratie uitgaande stromen; Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
12/24
• •
overslag; afvoer afvalstoffen.
Nevenactiviteiten/ondersteunende activiteiten Naast de activiteiten die binnen het proces worden doorgevoerd zijn er ook nevenactiviteiten die van belang zijn: opslag olie (K3) producten; • wasplaats; • tankplaats; • werkplaats; • dieselopslag; • veiligheid; • opslag gasflessen. Deze processen en activiteiten komen terug bij de risicoanalyse in hoofdstuk 4. Kantoorruimte / kantine Een beperkte administratie is tenminste aanwezig. Het is mogelijk dat een deel van de administratie elders wordt uitgevoerd. Magazijn / werkplaats / wasplaats Voor opslag van materialen en onderhoud van eventueel eigen materieel kan een werkplaats aanwezig zijn. Deze activiteiten kunnen ook door middel van onderhoudscontracten met bedrijven af te sluiten worden uitgevoerd. Transport en verwerking Voor transport en verwerking zijn meestal een of meerdere (gehuurde) vrachtwagens en laadschoppen in gebruik. Een zeefinstallatie, shredder, cyclonen, transportbanden en/of kettingtransporteurs worden ingezet om het afvalhout te bewerken c.q. te verplaatsen.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
13/24
4. Risico-analyse In bijlage 1 is de risico-analyse nader uitgewerkt. Voor een afvalhout verwerkend bedrijf zijn 63 risico’s geïnventariseerd. Hiervan zijn 17 risico’s die een hoge prioriteit hebben. Daarnaast zijn er 24 risico’s met een gemiddelde prioriteit en 22 met een lage prioriteit. In hoofdstuk 5 worden de risico’s met de hoogste prioriteit opgesomd waarbij een globale beschrijving wordt gegeven van de controle van deze risico’s. Belangrijke onderwerpen voor het toezicht zijn de acceptatie van het afval en het volledig verwijderen c.q. mengen van (gevaarlijke) afvalstoffen, zodat deze stoffen niet mee worden verwerkt of worden afgevoerd met herbruikbare fracties. Ook de afgifte van het afval dat vrijkomt, is een belangrijk aandachtspunt. Ten aanzien van externe veiligheid is het van belang aandacht te besteden aan de brandveilige opslag van brandgevaarlijke afvalstoffen zoals compartimenten en vloeistofdichte vloeren alsmede de aanwezigheid en implementatie van brandpreventieve en brandbestrijdingsmaatregelen. Het valt op dat de risico’s die hinder voor de omgeving kunnen betekenen zoals stofen geluidsoverlast als een gemiddeld risico zijn beoordeeld. De meeste risico’s hebben een grotere prioriteit. Indien er toch klachten komen door de genoemde aspecten is het van belang dat alsnog aandacht wordt besteed aan deze punten.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
14/24
5. Aandachtspunten voor het toezicht In onderstaande tabel zijn de onderwerpen met een hoog risico opgenomen. Deze zijn overgenomen uit bijlage 1. Tevens is aangegeven op welke manier de controle hierop kan worden ingevoerd. Waar sprake is van zowel een fysieke (F) als een administratieve controle (A) is in feite een meer auditachtige aanpak gewenst. Daarbij wordt niet alleen de situatie op dat moment gecontroleerd maar wordt ook onderzocht op welke manier de vergunninghouder ervoor zorgt dat het optreden van dat risico zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hier is sprake van een diepgaande controle. Vragen hierbij kunnen zijn: Zijn er instructies voor het personeel/ontdoeners? Is het personeel goed opgeleid? Vindt er een interne controle plaats op naleving van de instructies? Wordt er regelmatig onderhoud aan de voorzieningen gepleegd? Onderdeel bedrijfsproces
1
2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17
Risico
Inname afvalstoffen (o.a. acceptatie en registratie)
Acceptatie van niet-vergunde afvalstoffen (bijv. afval waarin gevaarlijke afvalstoffen zoals CCAhout zitten) Acceptatiecontrole vindt niet of onvoldoende plaats Op- en overslag van houtafval Ongeoorloofde menging van verschillende categorieën afval Toegestane hoeveelheid overschreden Opslag hoogte wordt overschreden (compactering kan leiden tot broei) Opslagvoorziening onvoldoende brandwerend en/of geen compartimentering van brandbare afvalstoffen Opslagvoorziening onvoldoende vloeistofdicht Sorteren Gevaarlijke stoffen worden niet of onvoldoende verwijderd bijv. C-hout, asbest Andere be-/ Gevaarlijke afvalstoffen (bijv. C-hout) wordt verwerkingsactiviteiten met mee bewerkt afvalstoffen (zoals verkleinen, Afvalstoffen die niet verwerkt mogen worden, zeven etc.) worden toch verwerkt Afvoer afvalstoffen Illegale afvoer afvalstoffen Afvoer van hout naar andere vestiging om knelpunt op locatie op te lossen maar elders nieuw knelpunt te veroorzaken Veiligheid algemeen Onvoldoende brandbestrijdingsmiddelen, niet werkend, slechte staat van onderhoud Onvoldoende brandpreventieve maatregelen, slechte staat van onderhoud Gevarenzone indeling niet goed uitgevoerd Niet goed werken van de overdrukbeveiligingen Bedrijfsnoodplan niet goed geïmplementeerd of afwezig
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
Hoe controleren?
F+A
F+A F+A F (+A) F F
F+A F+A F+A F+A F+A F+A
F+A F+A F+A F+A F+A
15/24
Bij bijna alle onderwerpen is zowel een fysieke als administratieve controle gewenst. Het is immers de bedoeling dat een toezichthouder diepgaand onderzoek verricht om gefundeerd een uitspraak te kunnen doen over de genoemde onderwerpen. Een aantal risico’s is nauw met elkaar verwant en zullen derhalve in een controle gezamenlijk worden onderzocht.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
16/24
Bijlage 1 Risico-analyse Het bedrijfsproces van een afvalhoutbedrijf hoofdactiviteiten is weergegeven in onderstaande tabel (eerste kolom). Vervolgens zijn per activiteit de mogelijke risico’s opgesomd. Per mogelijk risico wordt bepaald hoe groot de prioriteit is. De prioriteit van een risico wordt met behulp van de volgende formule bepaald: Prioriteit = kans x (effect) 2. Met kans wordt bedoeld de kans op overtredingen. Effect is een maat voor de negatieve gevolgen die overtredingen te weeg brengen. Deze formule is gebaseerd op de algemeen bekende formule om de grootte van een risico te berekenen: Risico = kans * effect. Het is in de prioritering van de handhaving gebruikelijk om het effect zwaarder mee te laten wegen dan de kans (waarin het naleefgedrag is opgenomen). Dat is de reden dat het effect kwadratisch wordt meegenomen in de berekening van de prioriteit. De statenleden van de Commissie Ruimte & Milieu hebben ingestemd met deze formule1. Kans Met kans wordt bedoeld de kans dat het effect daadwerkelijk optreedt. Deze wordt bepaald door de kans op overtredingen. Twee factoren zijn hierbij van belang. De eerste factor betreft het financieel voordeel dat behaald kan worden als het risico daadwerkelijk optreedt. De tweede factor betreft de houding van de branche (hoe serieus gaat de branche om met het voorkómen van dit risico). Dit zal per risico verschillend zijn. Het gaat hierbij om zaken als: is de regel algemeen geaccepteerd binnen de branche, is de branche van nature geneigd om na te leven, trekt zij zich iets aan van de druk die vanuit handhaving wordt uitgeoefend of is de branche wat dat betreft arrogant? Denk ook aan gemakzucht die kan spelen bij bepaalde gedragsvoorschriften zoals het open laten staan van deuren. Beide factoren worden gescoord en de totale kans is de som van beide scores. Scoren gebeurt als volgt: Financieel voordeel 1 = geen of nauwelijks financieel voordeel; 2 = enigszins financieel voordeel; 3 = (zeer) groot financieel voordeel. Houding branche 1 = de branche stelt al het mogelijke in het werk om dit risico te voorkomen; 2 = de branche probeert enigszins om dit risico te voorkomen, maar niet tot het uiterste; 3 = de branche doet absoluut geen moeite om dit risico te voorkomen.
1 Zie rapportage sessie Statencommissie voor Ruimte en Milieu, juli 2004 Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
17/24
Effect Effect wordt ingegeven door de negatieve effecten die mogelijk zijn wanneer een risico daadwerkelijk voorkomt. Er zijn diverse negatieve effecten, oftewel maatschappelijke belangen, die met de milieuvergunning en andere wetgeving voorkomen moeten worden. Voor toezichtsplannen zijn de volgende effecten benoemd: • Bodem (aantasting bodemkwaliteit) • Water (aantasting (drink)waterkwaliteit) • Lucht (aantasting luchtkwaliteit) • Fysieke leefomgeving (hinder door stank, geluid, stof, licht, trillingen etc.) • Fysieke veiligheid (fysiek letsel aan personen) • (Volks)gezondheid (ziekmakend) Van elk risico wordt ingeschat hoe groot het negatieve effect is dat kan optreden. Dit gebeurt door voor elk risico per effect te bepalen hoe groot dit effect is is op een schaal van 1 tot 3. 1 = geen of nauwelijks effect, 2 = enigszins effect, 3 = (zeer) groot effect). Vervolgens wordt een totaalscore voor het effect berekend door de scores op te tellen. Bij deze optelling worden de scores op het gebied van Veiligheid en Volksgezondheid ieder drie keer meegeteld. De score voor Water wordt twee keer meegeteld. De risico’s met de hoogste score hebben de grootste prioriteit, dan is er een groep met gemiddelde prioriteit en tot slot een groep risico’s die een lage prioriteit heeft.
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
18/24
Tabel Risico-analyse en prioriteitberekening
Veiligheid (*3)
Volksgezondheid *3)
Som effect
2
1
1
1
1
2
15
Prioriteit = som kans * som (effect)2
Fysieke leefomgeving
5
Lucht
2
Water (*2)
3
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
Bodem
Acceptatie van niet-vergunde afvalstoffen (bijv. afval waarin gevaarlijke afvalstoffen zoals CCA-hout zitten) 2 Acceptatie van te veel afval (meer dan vergunde opslagcap. of verwerkingscap.) 3 Acceptatiecontrole vindt niet of onvoldoende plaats 4 Geen vakbekwaam personeel 5 Acceptatie buiten vergunde werktijden 6 Inkomende afvalstoffen worden niet gewogen 7 Weegbrug is niet geijkt 8 Geen registratie van ontvangen afvalstoffen (of onvolledige registratie) 9 Geen melding van ontvangen afvalstoffen aan het LMA 10 Op- en overslag Ongeoorloofde van houtafval menging van verschillende categorieën afval 11 Toegestane hoeveelheid overschreden 12 Opslag hoogte wordt overschreden (compactering kan leiden tot broei) Inname afvalstoffen (o.a. acceptatie en registratie)
Kans (per item 1, 2 of 3)
Houding branche
1
Risico
Financieel voordeel
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
1125
3
2
5
2
1
1
2
1
1
13
845
2
3
5
2
1
1
1
1
2
15
1125
2
2
4
2
1
1
1
1
1
12
576
2
2
4
1
1
1
3
1
1
13
676
3
2
5
1
1
1
1
1
1
11
605
2
1
3
1
1
1
1
1
1
11
363
2
2
4
1
1
1
1
1
1
11
484
2
2
4
1
1
1
1
1
1
11
484
3
3
6
2
1
1
1
1
2
15
1350
3
2
5
3
1
1
3
2
1
18
1620
2
2
4
2
1
1
3
2
1
17
1156
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
19/24
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
Risico
Financieel voordeel
Houding branche
Bodem
Water (*2)
Lucht
Fysieke leefomgeving
Veiligheid (*3)
Volksgezondheid (*3)
Som effect
Prioriteit = som kans * som (effect)2
13
Opslagvoorziening onvoldoende brand werend en/of geen compartimentering van brandbare afvalstoffen Houtkrullen en schaafsel wordt niet inpandig of stortbunker opgeslagen Opslagvoorziening onvoldoende vloeistofdicht Geluidsoverlast als gevolg van lossen Stofoverlast
3
1
4
1
1
1
2
3
1
18
1296
2
1
3
1
1
1
3
1
1
13
507
3
2
5
3
1
1
1
1
2
16
1280
1
3
4
1
1
1
3
1
1
13
676
1
3
4
1
1
1
3
1
1
13
676
1
2
3
1
1
1
2
3
1
18
972
1
2
3
1
1
1
2
3
1
18
972
2
2
4
2
1
1
3
1
1
14
784
21 Sorteren
Hout te lang opslaan waardoor broei ontstaat (compactering) Temperatuur wordt niet gecheckt (m.n. bij geshredderd hout) Verwaaiing (wind snelheidsmeter) Geluidsoverlast
2
2
4
1
1
1
3
1
1
13
676
22
Geuroverlast
1
3
4
1
1
1
3
1
1
13
676
23
Stofoverlast (door bijv. onvoldoende bevochtiging) Sortering gebeurt niet volledig waardoor de grondstof nog afvalstoffen bevat Gevaarlijke stoffen worden niet of onvoldoende verwijderd bijv. C-hout, asbest
2
2
4
1
1
1
3
1
1
13
676
3
3
6
2
1
2
1
1
1
13
1014
3
2
5
3
2
1
1
1
1
15
1125
14
15
16 17 18
19
20
24
25
Kans (per item 1, 2 of 3)
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
20/24
Lucht
Fysieke leefomgeving
Veiligheid (*3)
Volksgezondheid (*3)
Som effect
Prioriteit = som kans * som (effect)2
afvalstoffen (bijv. C-hout) wordt mee bewerkt 30 Afvalstoffen die niet verwerkt mogen worden, worden toch verwerkt 31 Shredderen, verkleinen vindt niet plaats boven een vloeistofdichte vloer 32 Afvoer Illegale afvoer afvalstoffen afvalstoffen 33 Afvoer van hout naar andere vestiging om knelpunt op locatie op te lossen maar elders nieuw knelpunt te veroorzaken 34 Opslag Opslag en aftappen olieproducten gebeurt niet boven vloeistofdichte voorziening 35 Dieselopslag Opslag voldoet niet aan CPR 9-6 36 Afleveren van dieselolie 37 Wasplaats Niet voorzien van vloeistofdichte vloer 38 Riolering / lozing Afvalwater wordt afvalwater zonder olie/water/ slib-afscheider op riolering geloosd 39 Riolering wordt niet goed onderhouden 40 Lozing van afvalwater belemmert werking openbaar riool
Water (*2)
werkingsactivi 27 teiten met afval Geuroverlast 28 stoffen (zoals Geluidsoverlast verkleinen, 29 zeven etc.) Gevaarlijke
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
Bodem
26 Andere be-/ver Stofoverlast
Kans (per item 1, 2 of 3)
Houding branche
Risico
Financieel voordeel
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
2
2
4
1
1
1
3
1
1
13
676
1
3
4
1
1
1
3
1
1
13
676
2
2
4
1
1
1
3
1
1
13
676
3
2
5
3
2
1
1
1
1
15
1125
3
2
5
2
1
2
1
1
2
16
1280
3
2
5
2
1
1
1
1
1
12
720
3
2
5
2
2
1
1
1
2
17
1445
3
2
5
2
2
1
1
1
2
16
1280
2
1
3
3
1
1
1
1
2
16
768
3
1
4
3
1
1
1
2
1
16
1024
2
2
4
2
1
1
1
2
1
15
900
3
1
4
3
2
1
1
1
1
15
900
2
2
4
1
3
1
1
1
1
15
900
2
2
4
2
2
1
1
1
1
14
784
2
2
4
1
2
1
2
1
1
14
784
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
21/24
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
Risico
Financieel voordeel
Houding branche
Bodem
Water (*2)
Lucht
Fysieke leefomgeving
Veiligheid (*3)
Volksgezondheid (*3)
Som effect
Prioriteit = som kans * som (effect)2
41
Lozing van afvalwater belemmert verwerking van rioolslib Lozingsnorm wordt overschreden Onvoldoende onderhoud Niet voorzien van vloeistofdichte of vloeistofkerende vloer Niet voorzien van vloeistofdichte vloer Opslag gevaarlijke stoffen niet conform CPR Geen ventilatie
2
2
4
1
1
1
1
1
1
11
484
2
2
4
1
2
1
2
1
1
14
784
2
2
4
1
3
1
1
1
1
15
900
3
1
4
3
2
1
1
1
1
15
900
3
1
4
3
2
1
1
1
1
15
900
2
1
3
2
1
1
1
2
2
18
972
2
1
3
1
1
1
1
2
1
14
588
Onvoldoende brandbestrijdings middelen, niet werkend, slechte staat van onderhoud Onvoldoende brandpreventieve maatregelen, slechte staat van onderhoud Gevarenzone indeling niet goed uitgevoerd Niet goed werken van de ovedrukbe veiligingen Bedrijfsnoodplan niet goed geïmple menteerd of afwezig Opslagvoorziening gasflessen onvoldoende Niet op de juiste wijze gebruik maken van de gasflessen Verschillende opslagen niet in of boven een lekbak
3
1
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
3
1
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
3
1
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
3
1
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
3
1
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
2
1
3
1
1
1
2
3
1
18
972
2
1
3
1
1
1
1
3
1
15
675
3
1
4
2
1
1
1
2
1
15
900
42 43 Slibvangput en olie-afscheider
44 Tankplaats
45 Werkplaats 46
47 48 Veiligheid algemeen
49
50
51
52
53 Opslag
gasflessen
54
55 Opslag
toevoegingen
Kans (per item 1, 2 of 3)
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
22/24
63 Energie
Prioriteit = som kans * som (effect)2
62 Reststoffen
Som effect
61
Volksgezondheid (*3)
60 Processen
Veiligheid (*3)
59
Fysieke leefomgeving
58
Lucht
57
Water (*2)
Maximale oppervlakte overschreden Maximale opslaghoogte oerschreden Te lang opgeslagen waardoor broei ontstaat Geen of onvoldoende temperatuur metingen Brandgevaar bij de productie van (brandstof)korrels Brandgevaar bij de productie van balen schaafkrullen Boekhouding+ afgevoerd naar en totale hoeveelheid in opslag energieverbruik
gereed product
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
Bodem
56 Opslag van
Kans (per item 1, 2 of 3)
Houding branche
Risico
Financieel voordeel
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
2
1
3
2
1
1
2
2
1
16
675
2
1
3
2
1
1
2
2
1
16
675
2
2
4
1
1
2
1
2
1
15
900
2
2
4
1
1
2
1
2
1
15
900
2
1
3
2
2
2
1
2
1
18
972
2
1
3
2
2
2
1
2
1
18
972
3
1
4
1
1
1
1
1
1
11
484
2
1
3
1
1
1
1
1
1
11
363
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
23/24
Bijlage 2 Tabel met 5-jarenplanning Met behulp van dit branchetoezichtsplan dient voor ieder provinciaal afvalhoutbedrijf een planning te worden opgesteld. Bij deze planning dient rekening te worden gehouden met bedrijfsspecifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de ligging, het klachtenpatroon, de staat van de voorzieningen binnen de inrichting en het handhavingsverleden. Hiermee wordt maatwerk per bedrijf verkregen. Voor het maken van de planning is onderstaande tabel ontworpen. Deze is in excel te gebruiken. Per onderwerp kunnen de van toepassing zijn de voorschriften ingevuld worden. Het is zaak om hierbij niet alleen de voorschriften uit de vergunning op te sommen maar ook voorschriften uit andere regelgevingen, zoals de Wet milieubeheer. Denk bijvoorbeeld aan artikel 8.1 Wm voor illegale activiteiten of artikelen uit hoofdstuk 10 van de Wm voor handelingen met afvalstoffen. Eventueel kan informatie uit de aanvraag worden gebruikt als toetsingskader voor het toezicht (mits de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning). De planningslijst is reeds ingevuld als het gaat om de planning van de te controleren onderwerpen gedurende een periode van 5 jaar. Deze planning is niet dwingend. Per bedrijf moet worden bezien of deze planning moet worden aangepast, bijvoorbeeld vanwege onderwerpen die niet van toepassing zijn of onderwerpen die onlangs zijn gecontroleerd, etc..
Jaarplanning Afvalhout verwerkende bedrijven Gegevens inrichting
Score
Inrichtingsnummer: Naam: jaar Adres: Woonplaats:
rood geel
++ controle 1 maal per jaar + controle 1 maal per 2 à 3
groen
•
controel 1 maal per 5 jaar
Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven / januari 2008
2009
2008
2007
Opmer kingen 2006
Controle tijd ... 2005
MM
A
F
Risico
Voorschrift
Nr.
Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
Prioriteit
Controle
24/24