Provincie Noord-Brabant
Branchetoezichtsplan bandenschrotbedrijven
Auteur
RMB Datum
december 2005
Voorwoord De provincie Noord-Brabant wil haar toezicht inrichten op basis van risico’s. Het handhavingsprogramma 2005 had dan ook als ondertitel meegekregen: Naar een risicogerichte handhaving. Bij het toezicht op een individueel bedrijf krijgt de risicogerichte benadering vorm door middel van het toezichtsplan. In het voorjaar van 2005 is hiertoe de eerste serie branchetoezichtsplannen afgerond. De reacties van de toezichthouders hierop zijn positief. In een branchetoezichtsplan wordt een algemene beschrijving van het bedrijfsproces en de overige bedrijfsactiviteiten gegeven. Vervolgens wordt per onderdeel van het proces geïnventariseerd welke mogelijke risico’s (ongewenste afwijkingen) daarbij kunnen optreden. Per risico wordt bepaald hoe groot dit is. De risico’s die het hoogste scoren, zullen tijdens het preventieve toezicht de meeste aandacht moeten krijgen. In het bestuurlijk vastgestelde Handhavingsprogramma 2005 is opgenomen dat de prioriteit wordt gelegd bij het controleren van activiteiten en voorschriften waarbij de veiligheid, de volksgezondheid, het voorkomen van rampen en/of het drinkwater in het geding zijn. Daarbij is gesteld dat wij ons in 2005 dan ook intensiever gaan richten op de doelgroepen en regels waarbij deze onderwerpen spelen. Ook voor 2006 zullen dit onze speerpunten blijven. In de (branche-) toezichtsplannen worden deze bestuurlijke prioriteiten vertaald in technische specificaties. In het plan wordt tevens aangegeven op welke manier het toezicht wordt uitgevoerd. Administratief toezicht krijgt daarbij nadrukkelijk een plaats. Met de uitwerking van de gewenste aanpak voor het toezicht hopen we te bereiken dat er diepgaand toezicht op de belangrijkste risico’s bij een bedrijf wordt uitgevoerd. Bovendien hopen we te bereiken dat een branche in Noord-Brabant op uniforme wijze wordt gecontroleerd. Dit branchetoezichtsplan is geschreven voor de branche bandenschrotbedrijven. Met behulp van dit plan dient voor ieder provinciaal bandenschrotbedrijf een planning te worden opgesteld. Bij deze planning dient rekening te worden gehouden met bedrijfsspecifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de ligging, het klachtenpatroon, de staat van de voorzieningen binnen de inrichting en het handhavingsverleden. Hiermee wordt maatwerk per bedrijf verkregen.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
2/17
Inhoud 1. Branchebeschrijving
4
2. Reikwijdte en regelgeving
6
3. Procesbeschrijving
8
4. Risico-analyse
10
5. Aandachtspunten voor het toezicht
11
Bijlage 1 Risico-analyse
12
Bijlage 2 Tabel met 5-jarenplanning
16
Bijlage 3 Stroomschema
17
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
3/17
1. Branchebeschrijving Algemeen Per jaar worden in Nederland zo’n zes miljoen autobanden afgedankt. Sinds 1 april 2004 is het Besluit beheer autobanden (Bbab) van kracht. Het Bbab vervangt het Besluit beheer personenwagenbanden uit 1995. Met het nieuwe besluit wil VROM de illegale dump of opslag van autobanden voorkomen en hergebruik bevorderen. Op grond van het Bbab worden producenten en importeurs verantwoordelijk voor een milieuverantwoorde inname en verwerking van afgedankte autobanden. Verder is in het besluit vastgelegd dat bij aankoop van een nieuwe band de koper gratis een oude band kan inleveren. Deze ‘oud voor nieuw’-verplichting geldt door de hele (verkoop) keten heen. Ook is geregeld dat gemeenten de door hen ingenomen autobanden gratis bij de producenten en importeurs kunnen inleveren. Het besluit voorziet eveneens in een systeem van meldingen en rapportages aan de minister van VROM. Gebruikte banden zijn geen waardeloze afvalproducten maar kunnen nog voor vele doeleinden dienst doen. De bandeninzamelingsbedrijven (bandenschrotbedrijven) keuren en selecteren derhalve de ingezamelde banden op de diverse mogelijkheden voor hergebruik. Toepassingen De meeste ingezamelde banden gaan naar: 1. cementindustrie en energiecentrales voor hergebruik als brandstof en energiebron; 2. bandenvernieuwingsbedrijven die de band weer ‘als nieuw’ maken; 3. ondernemingen die de band als ‘tweedehands band’ verkopen en; 4. bandenverwerkingsbedrijven die een nieuwe grondstof van de band kunnen maken. Binnen de provincie Noord-Brabant zijn er ca. 16 bandeninzamelingsbedrijven die beschikken over een provinciale vergunning. Naleefgedrag in het algemeen Het naleefgedrag in de branche is over het algemeen goed te noemen. Aandachtspunten voor het toezicht worden in hoofdstuk vijf behandeld. Met name brandveiligheid speelt hierbij een rol. Een laatste opmerking is dat kleine uitbreidingen soms niet worden gemeld, het verdient aanbeveling hier aandacht aan te besteden. Negatieve waarde Vergunninghouders halen gebruikte banden gratis op bij bedrijven die aangesloten zijn bij de BEM (Vereniging Band en Milieu). Deze banden worden door de BEM vergoed aan de vergunninghouder. De vergunninghouder dient van alle ingenomen banden een registratie bij te houden. De negatieve waarde zit in de banden die bedoeld zijn voor de cementindustrie ter verbranding, of die als grondstof voor de
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
4/17
industrie worden gebruikt. Voor deze banden moet de vergunninghouder namelijk betalen aan het innamebedrijf (bijv. cementfabriek). Er is naast het legale circuit een klein illegaal circuit buiten de branche actief. Deze bandenhandelaren hebben vooral te maken met ongeregistreerde banden uit bijvoorbeeld het buitenland. Zij halen deze banden op en proberen ze weer af te zetten, door ze bijvoorbeeld onder auto’s te plaatsen. Het kan voorkomen dat zij deze (of de bij hen ingeleverde) banden dumpen om uit beeld te blijven. Het gaat hier met name om banden met een zogenaamde negatieve waarde die zoals gezegd geen deel uitmaken van de legale bandenketen. Er is een kliklijn om dit soort bedrijven te melden, hier wordt later op ingegaan. Branchevereniging Vereniging VACO is de bedrijfstakorganisatie voor de banden- en wielenbranche in Nederland. Zij behartigt de belangen van honderden banden- en wielenbedrijven uit de gehele bedrijfskolom. Ruim 700 bedrijven uit de Nederlandse banden- en wielenbranche zijn lid van Vereniging VACO. Een organisatiegraad van 90%. In de totale branche zijn ongeveer 10.000 mensen werkzaam. Vereniging VACO, Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche Postbus 33, 2300 AA Leiden Archimedesweg 31, 2333 CM Leiden Telefoon (071) 568 69 70 Fax (071) 568 69 71 Internet www.vaco.nl E-mail
[email protected] Internet Vereniging Band en Milieu: www.bandenmilieu.nl, met een kliklijn: 070- 444 06 32 (ook anoniem). Hier kunnen bandenservice of garagebedrijven die veel banden importeren en niet meedoen aan het Besluit beheer autobanden worden gemeld. Deze bedrijven worden vervolgens bij het ministerie van VROM gemeld, zodat het ministerie kan nagaan of deze bedrijven zich houden aan het wetsbesluit.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
5/17
2. Reikwijdte en regelgeving In dit hoofdstuk worden de regelingen, besluiten, richtlijnen en overige wetgeving die voor een toezichthouder van belang kunnen zijn, genoemd. Tevens wordt een korte beschrijving gegeven. De lijst is niet uitputtend. Wet milieubeheer Op grond van artikel 8.10 Wet milieubeheer (Wm) kan de Wm-vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd. Onderdeel van het begrip “bescherming van het milieu” is de zorg voor het doelmatige beheer van afvalstoffen. In artikel 1.1 Wm is aangegeven wat moet worden verstaan onder het doelmatig beheer van afvalstoffen. Op grond hiervan moet rekening worden gehouden met het geldende afvalbeheersplan dan wel het bepaalde in de artikelen 10.4 en 10.5 van de Wm (artikel 10.14 van de Wm). Het bedoelde afvalbeheersplan is het Landelijke Afvalbeheersplan 2002-2012 (LAP). Landelijk Afvalbeheersplan 2002-2012 Het besluit tot vaststelling van het LAP is op 3 februari 2003 in de Staatscourant gepubliceerd. Het LAP is op 3 maart 2003 in werking getreden. Het LAP wordt betrokken bij de vergunningverlening in het kader van de Wm. Van belang zijn hier vooral de paragrafen van het LAP sectorplan Autoafval 3.2.2 en 4.2. Het LAP, sectorplan Autoafval bepaalt onder 4.2 afgedankte autobanden het volgende: “Gelet op de problemen die de afgelopen jaren zijn ontstaan met het illegaal dumpen en onbeheerd achterlaten van grote partijen afgedankte autobanden, wordt in afwijking van de algemeen geldende bepalingen bij vergunningverlening voor het uitsluitend opslaan (opslaan als zelfstandige activiteit) van afgedankte autobanden uitsluitend een vergunning verleend wanneer het desbetreffende bedrijf concrete afzetmogelijkheden heeft voor de totale hoeveelheid banden die wordt opgeslagen. In de aanvraag voor een vergunning moet de aanvrager motiveren dat het opslaan van autobanden effectief en efficiënt is. De maximale opslagtermijn is één jaar. Verder wordt in de vergunningen opgenomen dat elke stagnatie in de afzet van autobanden moet worden gemeld bij het bevoegd gezag.” Besluit beheer autobanden Het Besluit beheer autobanden (Bbab) vervangt het Besluit beheer personenwagenbanden uit 1995. Met het nieuwe besluit wil VROM de illegale dump of opslag van autobanden voorkomen en hergebruik bevorderen. Op grond van het Bbab worden producenten en importeurs verantwoordelijk voor een milieuverantwoorde inname en verwerking van afgedankte autobanden. Verder is in het besluit vastgelegd dat bij aankoop van een nieuwe band de koper gratis een oude band kan inleveren. Deze ‘oud voor nieuw’-verplichting geldt door de hele (verkoop)keten heen. Ook is geregeld dat gemeenten de door hen ingenomen autobanden gratis bij de producenten en importeurs kunnen inleveren. Het besluit voorziet eveneens in een systeem van meldingen en rapportages aan de minister van VROM. Gebruikte banden zijn geen Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
6/17
waardeloze afvalproducten maar kunnen nog voor vele doeleinden dienst doen. De bandeninzamelingsbedrijven (bandenschrotbedrijven) keuren en selecteren derhalve de ingezamelde banden op de diverse mogelijkheden voor hergebruik. Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) De NRB geeft het kader voor de uitvoering van de bodembeschermende voorzieningen en maatregelen en een beschrijving van de stand van de wetenschap en techniek. Tevens bevat de NRB een beslismodel ter ondersteuning van de bepaling of, en zo ja, welke bodembeschermende maatregelen of voorzieningen moeten worden getroffen bij bedrijfsmatige activiteiten. De NRB wordt als buitenwettelijke richtlijn gebruikt bij de verlening van de milieuvergunning. De opslag van banden leidt onder normale omstandigheden niet tot risico’s voor de bodem. Wet verontreiniging oppervlaktewateren De Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) verbiedt het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater via een ‘werk’ (bijv. pijp, goot). Lozen op het oppervlaktewater is alleen toegestaan als daarvoor een vergunning in het kader van de Wvo is verleend. Veelal ontstaat er geen afvalwater afkomstig van het bandenschrotbedrijf. Voorschriften in de Wm-vergunning zorgen ervoor dat er geen regenwater in contact kan komen met de opgeslagen banden. AVIV-rapport “Brandbeheersing bij de opslag van gebruikte banden” Bij het optreden van calamiteiten – zoals het ontstaan van brand in de opgeslagen banden – kan, door ondeskundig handelen en het gebruik van terzake niet geschikte blusmiddelen, de externe veiligheid in de directe omgeving in gevaar worden gebracht. Bij de opslag van de banden moet rekening worden gehouden met de aanbevelingen die gebaseerd zijn op het AVIV-rapport.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
7/17
3. Procesbeschrijving Hieronder volgt een beschrijving van de processen binnen bandeninzamelingsbedrijven. Aanvoer van banden De aanvoer van de banden gebeurt met een vrachtwagen. Soms is er een kraan of een heftruck op het terrein aanwezig om te helpen met het uitladen van de banden. De banden worden opgeslagen in compartimenten (afgesloten containers). Bij grote bedrijven is veelal sprake van een containerwisselplaats. Deze wordt gebruikt om de containers waarin de ingezamelde banden door een vrachtwagen naar de inrichting worden aangevoerd af te zetten en een lege container weer op te halen voor de volgende route-inzameling. Lege containers en containers met uitgesorteerde banden alsmede vrachtwagens worden op de containerwisselplaats gestald. Het aan- en afrijden van de vrachtwagen(s), het inladen van de containers, het openen of verplaatsen van de containers zelf, kan zorgen voor geluidsoverlast. Milieuaspecten: • geluid (vrachtwagen, evt. heftruck, containers) • verontreiniging van bodem/water (olie uit de vrachtwagen/heftruck) Sorteren van banden Voorsorteren
Wanneer de banden zijn aangekomen in de inrichting worden de vrachtwagens geledigd in de aanvoer- sorteerhal waar de banden middels transport- en leesbanden naar de medewerkers aan de leesbanden worden gebracht en waar in eerste instantie een voorsortering plaatsvindt. Hierbij worden de eventueel tussen de banden aanwezige afvalstoffen als plastic zakjes, blikjes, touw, velgen e.d. uitgesorteerd en wordt een schifting aangebracht in banden welke ongeschikt zijn voor hergebruik/loopvlakvernieuwing. De banden die niet geschikt zijn om in aanmerking te komen voor hergebruik/loopvlakvernieuwing worden (gewoonlijk) binnen de inrichting verkleind (shredderinstallatie) en in een container geladen. Voordat de container wordt afgevoerd worden de banden aangedrukt met behulp van een mobiele kraan. Sorteren “bruikbare” banden
De banden welke bij het voorsorteren als mogelijk bruikbaar worden getypeerd kunnen in een sorteerhal door de medewerkers en gedeeltelijk geautomatiseerd worden gesorteerd in 3 categorieën: • geschikt voor hergebruik; • geschikt voor loopvlakvernieuwing en; • afval, niet geschikt voor hergebruik en/of loopvlakvernieuwing vanwege bijvoorbeeld scheuren, te weinig profiel e.d.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
8/17
Daarnaast worden van elke band de navolgende zaken geregistreerd: • merk; • bouwjaar; • maat; • profiel (type). Opslag van banden Het gaat vooral om de opslag van gebruikte banden. De opslag van gebruikte banden vindt veelal inpandig en in afgesloten containers plaats en heeft ten doel een zo groot mogelijk produkt- en materiaalhergebruik van de opgeslagen banden te bereiken. Bij de opslag van banden kan gebruik worden gemaakt van een persconstructie waarbij de gestapelde banden in elkaar worden gedrukt zodat deze eenvoudig in een vrachtwagen kunnen worden geladen. Op deze manier kan de vrachtwagen zo effectief mogelijk (beperken transportbewegingen) worden geladen. Soms worden de containers afgedekt met een zeil om te voorkomen dat regenwater de banden bereikt. De afstanden tussen de gebouwen en containers onderling worden in de voorschriften behorende bij de vergunning geregeld. Ook de branddoorslag en brandoverslag van de compartimenten worden bij voorschrift geregeld. Brandveiligheid is erg belangrijk bij het opslaan van banden. Milieuaspecten: • geluid (in- en uitladen van banden, werken met containers, shredderinstallatie) • verontreiniging van bodem/water (verontreinigde banden) • externe veiligheid (brandgevaar) Afvoer van banden De afvoer van banden vindt wederom plaats met een vrachtwagen. De verkeersbewegingen die hieruit voortkomen kunnen zorgen voor overlast (ronkende motoren). Soms is er ook een heftruck of een persconstructie op het terrein aanwezig om te helpen bij het effectief inladen van de banden. Verder kunnen de containers bij het leegmaken of verplaatsen nog zorgen voor geluidsoverlast. Milieuaspecten: • geluid (vrachtwagen, evt. heftruck, containers) • verontreiniging van bodem/water (olie uit de vrachtwagen/heftruck) Een processchema is als bijlage toegevoegd.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
9/17
4. Risico-analyse In bijlage 1 is de risico-analyse nader uitgewerkt. Voor een bandenschrotbedrijf zijn 16 risico’s geïnventariseerd. Hiervan zijn 4 risico’s die een hoge prioriteit hebben. Daarnaast zijn er 4 risico’s met een gemiddelde prioriteit en 8 met een lage prioriteit. In hoofdstuk 5 worden de risico’s met de hoogste prioriteit opgesomd waarbij een globale beschrijving wordt gegeven van de controle van deze risico’s. De belangrijkste risico’s hebben te maken met de opslag van de banden. Het betreft het ontbreken van brandwerende tussenwanden of een veilige tussenruimte, een overschrijding van de vergunde hoeveelheid opgeslagen banden en vervuiling door afvalbanden. Een overschrijding van de vergunde hoeveelheid opgeslagen banden kan te maken hebben met een plotselinge stagnatie in de afzet van de banden. Dit is meestal tijdelijk. Zodra de afzetmogelijkheden weer toenemen zullen de overtollige banden weer afgevoerd kunnen worden. Controle op een juiste afvoer van de banden is heel belangrijk om te voorkomen dat de banden in het illegale circuit belanden. De correcte afvoer van banden met een negatieve waarde dient goed geregistreerd en gecontroleerd te worden. Verder is het opslagterrein van de banden van belang. Hier gaat het om het feit dat het terrein vrij toegankelijk is en/of geen deugdelijke afscheiding heeft. Bij al deze risico’s gaat het om risico’s waar de veiligheid van belang is. Dit in combinatie met het mogelijke financiële voordeel en de houding van de branche levert een hoge prioriteit op. Ook bij de gemiddelde prioriteiten is veiligheid een aandachtspunt. Het betreft hier het correct opslaan van de banden in compartimenten en stapelhoogten, geen voldoende en/of deugdelijke brandblusmiddelen, het niet naleven van ontruimingsplannen, brandpreventieplannen en/of bedrijfsnoodplannen en in het kader van geluidsoverlast: vrachtwagens en mobiele kraan met draaiende motoren / zonder voorzieningen (demper). Brandveiligheid is altijd een prioriteit bij bandenschrotbedrijven.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
10/17
5. Aandachtspunten voor het toezicht In onderstaande tabel zijn de onderwerpen met een hoog risico opgenomen. Deze zijn overgenomen uit bijlage 1. Tevens is aangegeven op welke manier de controle hierop kan worden ingevoerd. Waar sprake is van zowel een fysieke (F) als een administratieve controle (A) is in feite een meer auditachtige aanpak gewenst. Daarbij wordt niet alleen de situatie op dat moment gecontroleerd maar wordt ook onderzocht op welke manier de vergunninghouder ervoor zorgt dat het optreden van dat risico zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hier is sprake van een diepgaande controle. Vragen hierbij kunnen zijn: Zijn er instructies voor het personeel/ontdoeners? Is het personeel goed opgeleid? Vindt er een interne controle plaats op naleving van de instructies? Wordt er regelmatig onderhoud aan de voorzieningen gepleegd? Onderdeel bedrijfsproces
1 2 3 4
Risico
Opslag van banden/terrein Ontbreken van brandwerende tussenwanden of veilige tussenruimte Overschrijding van vergunde hoeveelheid opgeslagen banden Vervuiling van afvalbanden / afvoer van schrotbanden Het terrein is vrij toegankelijk, geen deugdelijke afscheiding
Hoe controleren?
F F+A F+A F
De meeste prioritaire risico’s zijn aanwezig bij de opslag van banden. Het gaat dan met name om zaken die met een fysieke controle waar te nemen zijn. Het gaat hier om: • het ontbreken van brandwerende tussenwanden of een veilige tussenruimte; • een overschrijding van de vergunde hoeveelheid opgeslagen autobanden; • vervuiling van en door afvalbanden/afvoer van schrotbanden. Een mogelijke overschrijding van de vergunde hoeveelheid opgeslagen banden kan ook met een auditachtige controle worden onderzocht. Ook de juiste afvoer van (schrot)banden is van belang om te voorkomen dat banden in het illegale circuit belanden en/of worden gedumpt. Er moet worden voorkomen dat de banden met een negatieve waarde in het milieu belanden en voor vervuiling zorgen. Ook hier is er sprake van een auditachtige controle. De grootste prioriteit is gelegen in de opslag van banden en het terrein waarop dit gebeurt. Specifiek wordt hier genoemd: • het terrein is vrij toegankelijk en er is geen deugdelijke afscheiding. Dit kan ook met een fysieke controle waargenomen worden.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
11/17
Bijlage 1 Risico-analyse Het bedrijfsproces van een milieustraat is in een aantal hoofdactiviteiten weergegeven in onderstaande tabel (eerste kolom). Vervolgens zijn per activiteit de mogelijke risico’s opgesomd. Per mogelijk risico wordt bepaald hoe groot de prioriteit is. De prioriteit van een risico wordt met behulp van de volgende formule bepaald: Prioriteit = kans x (effect) 2. Met kans wordt bedoeld de kans op overtredingen. Effect is een maat voor de negatieve gevolgen die overtredingen te weeg brengen. Deze formule is gebaseerd op de algemeen bekende formule om de grootte van een risico te berekenen: Risico = kans * effect. Het is in de prioritering van de handhaving gebruikelijk om het effect zwaarder mee te laten wegen dan de kans (waarin het naleefgedrag is opgenomen). Dat is de reden dat het effect kwadratisch wordt meegenomen in de berekening van de prioriteit. De statenleden van de Commissie Ruimte & Milieu hebben ingestemd met deze formule1. Kans Met kans wordt bedoeld de kans dat het effect daadwerkelijk optreedt. Deze wordt bepaald door de kans op overtredingen. Twee factoren zijn hierbij van belang. De eerste factor betreft het financieel voordeel dat behaald kan worden als het risico daadwerkelijk optreedt. De tweede factor betreft de houding van de branche (hoe serieus gaat de branche om met het voorkómen van dit risico). Dit zal per risico verschillend zijn. Het gaat hierbij om zaken als: is de regel algemeen geaccepteerd binnen de branche, is de branche van nature geneigd om na te leven, trekt zij zich iets aan van de druk die vanuit handhaving wordt uitgeoefend of is de branche wat dat betreft arrogant? Denk ook aan gemakzucht die kan spelen bij bepaalde gedragsvoorschriften zoals het open laten staan van deuren. Beide factoren worden gescoord en de totale kans is de som van beide scores. Scoren gebeurt als volgt: Financieel voordeel 1 = geen of nauwelijks financieel voordeel, 2 = enigszins financieel voordeel, 3 = (zeer) groot financieel voordeel. Houding branche 1 = de branche stelt al het mogelijke in het werk om dit risico te voorkomen, 2 = de branche probeert enigszins om dit risico te voorkomen, maar niet tot het uiterste, 3 = de branche doet absoluut geen moeite om dit risico te voorkomen.
1 Zie rapportage sessie Statencommissie voor Ruimte en Milieu, juli 2004 Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
12/17
Effect Effect wordt ingegeven door de negatieve effecten die mogelijk zijn wanneer een risico daadwerkelijk voorkomt. Er zijn diverse negatieve effecten, oftewel maatschappelijke belangen, die met de milieuvergunning en andere wetgeving voorkomen moeten worden. Voor toezichtsplannen zijn de volgende effecten benoemd: Bodem (aantasting bodemkwaliteit) Water (aantasting (drink)waterkwaliteit) Lucht (aantasting luchtkwaliteit) Fysieke leefomgeving (hinder door stank, geluid, stof, licht, trillingen etc.) Fysieke veiligheid (fysiek letsel aan personen) (Volks)gezondheid (ziekmakend) Van elk risico wordt ingeschat hoe groot het negatieve effect is dat kan optreden. Dit gebeurt door voor elk risico per effect te bepalen hoe groot dit effect is op een schaal van 1 tot 3. 1 = geen of nauwelijks effect, 2 = enigszins effect, 3 = (zeer) groot effect). Vervolgens wordt een totaalscore voor het effect berekend door de scores op te tellen. Bij deze optelling worden de scores op het gebied van Veiligheid en Volksgezondheid ieder drie keer meegeteld. De score voor Water wordt twee keer meegeteld. De risico’s met de hoogste score hebben de grootste prioriteit, dan is er een groep met gemiddelde prioriteit en tot slot een groep risico’s die een lage prioriteit heeft.
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
13/17
Tabel Risico-analyse en prioriteitberekening.
Prioriteit = som kans * som (effect)2
9
Som effect
8
Volksgezondheid (*3)
7
Veiligheid (*3)
6
Fysieke leefomgeving
5
Lucht
4
Water (*2)
3
Correcte opslag in compartimenten en stapelhoogten Ontbreken van brandwerende tussenwanden of veilige tussenruimte Overschrijding van vergunde hoeveelheid opgeslagen banden ivm stagnatie in afvoer Vervuiling van afvalbanden/ afvoeren van schrotbanden Het terrein is vrij toegankelijk, geen deugdelijke afscheiding Brandbeheersing Geen voldoende, en brandpreventie deugdelijke en geschikte brandblusmiddelen Geen onderhouds contracten enof tijdig onderhoud van brandblusmiddelen, brandmeldinstallatie Niet naleving van ontruimings plannen/brand preventieplannen en bedrijfsnoodplannen Installaties Geen periodieke controle en/ of keuringen op installaties en machines
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
Bodem
2
Opslag van banden/terrein
Kans (per item 1, 2 of 3)
Houding branche
1
Risico
Financieel voordeel
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
2
2
4
1
1
1
2
3
1
18
1296
3
2
5
1
1
1
2
3
1
18
1620
3
2
5
1
1
1
2
3
1
18
1620
1
3
4
2
2
1
3
2
1
19
1444
2
2
4
1
2
1
2
3
2
23
2116
2
2
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
2
2
4
1
1
1
1
2
1
14
784
2
2
4
1
1
1
1
3
1
17
1156
2
2
4
1
1
1
1
2
1
14
784
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
14/17
Prioriteit = som kans * som (effect)2
16
Som effect
15
Volksgezondheid (*3)
14 Afvalwater
Veiligheid (*3)
13
Fysieke leefomgeving
12 Registratie
Lucht
11
Water (*2)
Vrachtwagens en mobiele kraan met draaiende motoren/zonder voorzieningen (demper) Overlast i.v.m. neerzetten van stalen containers Het niet op juiste wijze registreren van aangeleverde banden en velgen en afgevoerde banden en velgen: let op negatieve waarde en illegale circuit Het niet voeren van afvalstoffen registratie Lozing afvalwater belemmert de doelmatige werking van het openbaar riool Lozing riool zonder een doelmatige controle voorziening Een voorziening in geval van een calamiteit en de opvang bluswater (noodafsluiter)
Som Effect (per item 1, 2 kans of 3)
Bodem
10 Geluidsoverlast
Kans (per item 1, 2 of 3)
Houding branche
Risico
Financieel voordeel
Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
2
3
5
1
1
1
3
1
2
16
1280
1
2
3
1
1
1
2
1
1
12
432
3
2
5
1
1
1
1
1
1
11
605
3
1
4
1
1
1
1
1
1
11
484
1
2
3
1
2
1
1
1
2
16
768
2
2
4
1
2
1
1
1
1
13
676
2
2
4
1
2
1
1
1
2
16
1024
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
15/17
Bijlage 2 Tabel met 5-jarenplanning Met behulp van dit branchetoezichtsplan dient voor ieder provinciaal bandenschrotbedrijf een planning te worden opgesteld. Bij deze planning dient rekening te worden gehouden met bedrijfsspecifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de ligging, het klachtenpatroon, de staat van de voorzieningen binnen de inrichting en het handhavingsverleden. Hiermee wordt maatwerk per bedrijf verkregen. Voor het maken van de planning is onderstaande tabel ontworpen. Deze is in excel te gebruiken. Per onderwerp kunnen de van toepassing zijnde voorschriften worden ingevuld. Het is zaak om hierbij niet alleen de voorschriften uit de vergunning op te sommen maar ook voorschriften uit andere regelgevingen, zoals de Wet milieubeheer. Denk bijvoorbeeld aan artikel 8.1 Wm voor illegale activiteiten of artikelen uit hoofdstuk 10 van de Wm voor handelingen met afvalstoffen. Eventueel kan informatie uit de aanvraag worden gebruikt als toetsingskader voor het toezicht (mits de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning). De planningslijst is reeds ingevuld als het gaat om de planning van de te controleren onderwerpen gedurende een periode van 5 jaar. Deze planning is niet dwingend. Per bedrijf moet worden bezien of deze planning moet worden aangepast, bijvoorbeeld vanwege onderwerpen die niet van toepassing zijn of onderwerpen die onlangs zijn gecontroleerd, etc.. Jaarplanning Bandenschrotbedrijven Gegevens inrichting
Score
Inrichtingsnummer: Naam: Adres: Woonplaats:
rood geel groen
++ controle 1 maal per jaar + controle 1 maal per 2 à 3 jaar • controel 1 maal per 5 jaar
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
2009
2008
2007
Opmer kingen 2006
Controle tijd ... 2005
MM
A
F
Risico
Voorschrift
Nr.
Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit)
Prioriteit
Controle
16/17
Bijlage 3 Stroomschema Processchema met betrekking tot bandenschrotbedrijven
PROCESSCHEMA BANDENSCHROTBEDRIJVEN
Milieuaspecten
aanvoer van banden
geluid en verontreiniging van bodem/water
vrachtwagen, kraan/heftruck en containers
sorteren
hergebruik
t.b.v. export
schrot / afval
t.b.v. loopvlakvernieuwing
t.b.v. cementindustrie
containers, kraan/ heftruck
opslag
geluid, verontreiniging van water /bodem en externe veiligheid, m.n. brandveiligheid
vrachtwagen, kraan/heftruck
afvoer
geluid en verontreiniging van bodem/water
Branchetoezichtsplan Bandenschrotbedrijven / december 2005
17/17