Bram Oldenhuis Arwert: Abraham en Herman Kaau Boerhaave. Hoe een erfenis ze aan de medische top van Rusland bracht
Zeven Bosjes 116 7609 GJ Almelo 0546 82 61 94 Vierdejaars kernvakcollege "Nederlanders in St. Petersburg" Docent: Prof. Dr. J.S.A.M. van Koningsbrugge 08-10-2001
Inhoudsopgave Inleiding __________________________________________________________________ 2 Hoofdstuk 1: Redenen van vertrek voor de broers Kaau Boerhaave ___________________ 4 Abraham en Herman Kaau___________________________________________________ 4 De erf(ge)namen___________________________________________________________ 4 Achtergronden ____________________________________________________________ 6 Het belang van de komst van Herman Kaau Boerhaave _____________________________ 7 De dove professor __________________________________________________________ 9
Hoofdstuk 2: De persoon Abraham Kaau Boerhaave______________________________ 11 Een reisbeschrijving _______________________________________________________ 11 Sociale omgang ___________________________________________________________ 11 Gezondheidsproblemen_____________________________________________________ 12 Een toegewijd arts?________________________________________________________ 13 Contractverlenging ________________________________________________________ 14
Hoofdstuk 3: De manuscripten _______________________________________________ 16 Inbeslagname en teruggave __________________________________________________ 16 De nalatenschap van Abraham Kaau Boerhaave _________________________________ 17
Conclusie ________________________________________________________________ 19 Literatuuropgave __________________________________________________________ 21 Bijlage 1: tabel genealogie Herman Boerhaave __________________________________ 22 Bijlage 2: tabel genealogie Herman en Abraham Boerhaave Kaau __________________ 23
1
Inleiding Herman Boerhaave heeft op de geneeskunde een belangrijke stempel gedrukt en moet gezien worden als leidend figuur in de medische wereld aan het begin van de achttiende eeuw, want vóór Herman Boerhaave ten tonele verscheen, was de praktische geneeskunde in verval. Herman Boerhaave werd in 1668 geboren in Voorhout als zoon van een dominee. Boerhaave paste natuurlijke wetenschappen toe op de geneeskunde. Dit was vrij uniek voor zijn tijd. 1 In 1709 werd hij professor geneeskunde en botanie in Leiden. Hij bleef praktische geneeskunde geven, dat wil zeggen, lesgeven ‘aan het bed’. Op deze manier leerden de studenten het bestudeerde lesmateriaal direct toe te passen in de praktijk. Hiernaast onderwees hij scheikunde en plantkunde. Vaak waren dit privé-lessen. Mede door de inspanningen van Herman Boerhaave werd de botanische tuin van de universiteit van Leiden enorm uitgebreid. Op 42 jarige leeftijd trouwde Herman Boerhaave met de zeventien jaar jongere Maria Drolenvaux. Uit dit huwelijk kwamen vier kinderen voort, waarvan slechts één (een dochter) ouder werd dan drie jaar (zie bijlage 1). 2 Herman Boerhaave schreef vele verhandelingen over geneeskunde en de toepassing van natuurwetenschappen. Hierdoor en door zijn goede manier van lesgeven werd Herman wereldberoemd. Tijdens het tweede bezoek van tsaar Peter de Grote aan Nederland in 1716 bezocht de tsaar Herman Boerhaave persoonlijk. Samen liepen ze door de botanische tuin van de universiteit en praatten meer dan twee uur met elkaar. 3 In 1728 werd hij lid van de academie der wetenschappen in Parijs en twee jaar later van de Royal Society in Londen. Hij schreef ook veel manuscripten over praktijkonderzoek. 4 In 1718 werd Herman Boerhaave professor in de chemie. Hij besteedde veel tijd aan onderwijs van zijn studenten en aan zijn patiënten, die hem vanuit heel Europa consulteerden en met hem correspondeerden. 5 In 1725 schreef Tsaar Peter de Grote of Herman Boerhaave hem wilde bezoeken omdat hij ziek was. In 1728 deed diens zuster, prinses Natalja Alexejevna, hetzelfde, maar beide keren voldeed Herman Boerhaave niet aan dit verzoek, omdat hij het goed naar zijn zin had in Leiden. 6 In 1730 werd hij door Laurentius Blumentrost, een voormalig student van Boerhaave die werkzaam was aan het Russische hof, gevraagd naar Rusland te komen om daar te werken, maar hier voelde de professor niets voor. 1
Lindeboom, 47-56. Idem 79-95. 3 Lindeboom, Herman Boerhaave, 107-108. 4 Geel, 45. 5 Geel, 37. 6 Uit: bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18 (Amsterdam 1938) 58. 2
2
Op het einde van zijn leven werd hij ziek en uiteindelijk overleed hij op 23 september 1738. 7 Zo kwam een einde aan het leven van een groot medicus. Als enige erfgenaam liet hij een dochter na, Joanna Maria. De erfenis van Herman Boerhaave kwam niet bij diens dochter terecht, maar bij zijn twee neven, Herman en Abraham Kaau. In dit artikel wordt beschreven wie deze neven waren en hoe zij de naam en de erfenis die hun oom hen had nagelaten gebruikten om zelf carrière te maken. De nadruk komt te liggen op de jongste van de twee neven, Abraham Kaau. Hij werd tijdens zijn studie plotseling doof en leek voorbestemd zijn leven lang apotheker te blijven. Dankzij zijn beroemde oom liep dit echter anders. Het begin van dit essay is gebaseerd op literatuur. Een deel van deze literatuur komt uit het Boerhaave Museum in Leiden. Het tweede gedeelte, dat handelt over de persoon Abraham Kaau Boerhaave, is voornamelijk gebaseerd op bronnen van het Algemeen Rijksarchief (ARA) in Den Haag, van de database van het Nederlands Russisch Archief Centrum (NRAC) in Groningen en van het gemeentearchief in Leiden. In het ARA bevindt zich de correspondentie van Abraham Kaau Boerhaave met de resident van de Staten Generaal in Rusland, Marcellus de Swart. De brieven zijn door Abraham geschreven tijdens zijn tocht naar de Nederlanden in 1752. Het zijn een zevental brieven, die steeds in een zeer moeilijk te begrijpen stijl geschreven zijn. Een voorbeeld hiervan is te vinden in een brief van 16 oktober 1752: “Wel schrik weerom van tongen, rog, tarbot, schol, schelvis, maar vooral schrik, schrik van frisse Engelsen, Zeeuwtjes, oesters, garnaal, die doen roepen. Schrik van blondjes! Schrik van bruyntjes! Schrik van Mastelijntjes! […] dog nogmaals schrik van Hollandse watervis, die siltig is als kinderpis”. 8 Ondanks deze moeilijkheid heb ik getracht een zo goed mogelijke interpretatie van de brieven te geven. De bronnen van het NRAC komen uit het archief in St. Petersburg en zijn door medewerkers samengevat. Deze samenvattingen heb ik via de database bestudeerd. Tenslotte bevinden zich in Leiden enkele brieven die van belang zijn voor de nalatenschap van Abraham Kaau Boerhaave.
7 8
Lindeboom, Herman Boerhaave, 171, 172. Algemeen Rijksarchief (ARA) in Den Haag, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 62.
3
Hoofdstuk 1: Redenen van vertrek voor de broers Kaau Boerhaave Abraham en Herman Kaau Abraham Kaau werd geboren op 5 januari 1715. Hij kwam uit een gezin van zeven kinderen, maar drie kinderen overleden op jonge leeftijd (zie bijlage 2). Zijn vader was Jacob Kaau, dokter, vriend en zwager van Herman Boerhaave. Margriet Boerhaave was de moeder van Abraham en tevens de zus van de beroemde professor. Voor zijn loopbaanontwikkeling is vooral zijn oudste broer Herman Kaau van belang. Hij werd bijna tien jaar eerder geboren, op 27 september 1705. 9 Deze Herman studeerde, net als zijn oom, medicijnen aan de universiteit van Leiden. Hij promoveerde in 1729, een jaar na de dood van zijn vader, op een proefschrift over scheikundige toepassingen in de geneeskunde. 10 Abraham Kaau trad ook in de voetsporen van zijn oom; hij studeerde aan de Leidense universiteit voor arts. De relatie met zijn oom was goed, want Abraham werd vanaf 1733 door Boerhaave zelf onderwezen. Abraham werd echter drie jaar later op een nacht overvallen door plotselinge doofheid; hij was toen 21 jaar. Van de ene op de andere dag verloor hij door onbekende oorzaak zijn gehoor. Vanaf die dag moest hij gesprekken voornamelijk via briefjes en handgebaren voeren. Deze tegenslag weerhield hem er niet van om in 1737 een in het Latijn geschreven rede te voeren. Zijn rede was zelfs zo goed dat de curatoren van de Leidense universiteit hem een speciaal voor hem geslagen gouden medaille aanboden voor deze verdienste. 11 Dit was vrij bijzonder en in deze evenaarde hij zijn oom, want deze had eveneens zo’n medaille in ontvangst genomen in 1690. 12 Abraham promoveerde in 1738, het overlijdensjaar van Herman Boerhaave. Tijdens zijn leven schreef hij vele wetenschappelijke werken. 13
De erf(ge)namen De naam Boerhaave is niet tijdens het leven van Herman Boerhaave overgedragen aan zijn neven. Volgens Lindeboom, in ‘Boerhaave’s naam en neven in Rusland’ uit 1955, kregen zij deze er al bij hun geboorte bij. 9
M.G. Wildeman, portretten van prof. Boerhaave, van zijn zusters Magdalena en Margaretha en van zijn neef, prof. Abraham Cau Boerhaave, oude kunst, jrg. 4, 1918/ 1919 p. 80-88. 10 Lindeboom, Herman Boerhaave, 168. 11 W.M. von Richter, Geschichte der Medicin in Russland, (Moskwa 1813-1817), 428-429. 12 Lindeboom, Herman Boerhaave, 23.
4
“Boerhaave’s zuster en zwager Kaau nu kregen op 27 september 1705 de bovenbedoelde, blijkbaar naar zijn oom vernoemde, zoon Herman, die dus voortaan heette Herman Kaau Boerhaave”.14 Ook zijn broer, Abraham zou deze naam bij zijn geboorte meegekregen hebben. Het is Waarschijnlijker dat de naam Boerhaave pas na de dood van hun oom aan hun naam werd toegevoegd. Herman Boerhaave had één erfgenaam, zijn dochter, op wie de naam niet doorgegeven kon worden. In een brief van Abraham uit 1735, waarin hij bekenden van hem feliciteert met de verjaardag van hun zoon, tekent hij met ‘Abraham Kaau’. 15 Dit is nog vóór zijn promoveren en bovendien tijdens het leven van zijn oom. In brieven uit 1755 ondertekent hij met ‘Abraham Kaau Boerhaave’. 16 Het is zelfs de vraag of het de wil was van Herman Boerhaave om zijn naam op beide neven over te laten gaan. Jacobus Kaau, geboren in 1711 en broer van Abraham en Herman heeft deze toevoeging niet gekregen. Over deze Jacobus is niets bekend, maar hij heeft zich denkelijk niet met de medische wetenschappen beziggehouden, waardoor de naam Boerhaave niet perse voordeel opleverde voor hem. 17 Voor Herman en Abraham was het lucratief om de naam Boerhaave met hun eigen naam te verbinden omdat hun oom wereldberoemd was en alom werd gerespecteerd. Deze naam had dus een zeer positieve klank. Wellicht hebben ze de naam zichzelf toegeëigend. Beide neven van Herman Boerhaave erfden wel de manuscripten van hun oom. Deze manuscripten bevatten de praktische verhandelingen van Boerhaaves colleges en briefwisselingen met onder andere een bekende leerling, C.L. van Swieten. 18 De waarde van deze manuscripten binnen de medische wereld was groot. Herman en Abraham erfden beide een helft. Herman het gedeelte betreffende de medicijnen en Abraham de gedeeltes over de fysiologie, chemie en anatomie. Aanvankelijk wilde Herman Boerhaave alles op Abraham over laten gaan, omdat Herman vaak schulden had. Abraham zou alles erven, maar door tussenkomst van Jacob Boerhaave, dominee in Leiden en broer van Herman Boerhaave, werd het erfdeel toch gesplitst. Hier had deze dominee dringend om verzocht omdat Herman Kaau anders in diskrediet zou worden gebracht. 19 Dat werd ook gezien als een schande voor de
13
Von Richter, Geschichte der Medicin in Russland, 431-433. G.A. Lindeboom, ‘Boerhaave’s naam en neven in Rusland’, Studenten almanak Vrije Universiteit, (Amsterdam 1955), 2. 15 Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, signatuur Y 78. 16 Gemeentearchief Leiden, archief van de weefkamer van Leiden, 1437-1860, inventarisnummer 645 i. 17 Lindeboom, Herman Boerhaave, 433. 18 E. Cohen en W.A.T. Cohen-De Meester, Katalog der wiedergefundenen Manuskripte und Briefwechsel von Herman Boerhaave, (Amsterdam 1941). 19 D. Willemse, António Nunes Ribeiro Sanches – élève de Boerhaave - et son importance pour la Russie (Leiden 1966), 86. 14
5
familie, die als godsvruchtig bekend stond. Zodoende bezaten de heren Kaau naast de naam Boerhaave ook een belangrijke intellectuele erfenis van hun beroemde, overleden oom. De beroemdheid van de naam Boerhaave was, zoals in het eerste hoofdstuk beschreven staat, zelfs tot in Rusland doorgedrongen, maar Herman Boerhaave zelf nooit. Door omstandigheden zijn de neven van Herman Boerhaave wél naar Rusland gegaan.
Achtergronden Het vertrek, in 1742, van Herman Kaau Boerhaave naar Rusland, zorgde ervoor dat Abraham enkele jaren later ook ging. De reden van dit vertrek en het in dienst treden als arts aan het hof van de tsaar lagen even zozeer in de Nederlanden als in Rusland. De schulden van Herman waren gedeeltelijk de reden voor de emigratie. Deze schulden waren overgebleven na een huwelijk met Alida Jacoba Coelemey, dat op 3 november 1731 was voltrokken. Deze vrouw had Herman naast een dochter, Margaretha Hermina, geboren in juli 1734, ook vele schulden nagelaten. 20 Herman ging zelfs bankroet. Na de dood van Alida Coelemey, hertrouwde hij in 1739 met Wendelina Jacoba Nobeling (zie bijlage 2). 21 Schuldeisers zaten achter Herman aan en kregen van het Hof van Holland een bevel tot het in hechtenis nemen van Herman Kaau Boerhaave. Abraham, die een apothekerspraktijk had, hielp zijn broer, in datzelfde jaar, van Den Haag naar Vianen vluchten voor de schuldeisers. 22 Deze bij de kruising van de Lek en het Merwede-kanaal gelegen vrije heerlijkheid, was een toevluchtsoord voor mensen met problemen. De staten van Holland hadden hier geen invloed en de inwoners vielen niet onder hun wetten. Abraham onderhield zijn broer en diens vrouw gedurende de tijd dat zij daar leefden. Herman startte er zelfs een dokterspraktijk, maar door het geringe aantal inwoners van Vianen leverde dat niet veel inkomsten op. De schuldeisers liepen Herman mis, maar legden wel beslag op diens meubels die in de overhaaste vlucht waren blijven staan. Dit dekte de kosten bij lange na niet, want de schuldeisers spanden een proces aan tegen Abraham Kaau Boerhaave. Zij waren er achter gekomen dat Herman in het bezit was van de helft van de manuscripten en wilden hier via Abraham een claim op leggen, omdat Herman gevlucht was. Het proces via het Hof van Holland duurde van december 1739 tot december 1740 en eindigde in een afspraak tussen de 20
Waarop deze schulden betrekking hadden is mij niet bekend geworden. Lindeboom, Herman Boerhaave, 235, Museum Boerhaave Leiden, archief nummer 149 en M.G. Wildeman, portretten van prof. Boerhaave, van zijn zusters Magdalena en Margaretha en van zijn neef, prof. Abraham Cau Boerhaave, 81. 22 D. Willemse, António Nunes Ribeiro Sanches – élève de Boerhaave - et son importance pour la Russie, 85. 21
6
schuldeisers van Herman Kaau Boerhaave enerzijds en Abraham Kaau Boerhaave anderzijds. Van Abraham werd geëist “dat hij aan de schuldeiseres van zijn broer een nauwkeurige en gespecificeerde lijst, of een inventarisatie van alle manuscripten van wijlen zijn oom de professor Herman Boerhaave moest geven, voor zover ze betrekking hadden op de toepassing van medicijnen, de welke, overeenkomstig de mondelinge beschikking van genoemde professor door zijn weduwe aan Abraham Kaau Boerhaave en aan zijn broer Herman Kaau Boerhaave ter hand waren gesteld voor eigen gebruik van hen beide, voor zover ze in handen waren van Abraham Kaau Boerhaave […]”.23 De schuldeisers konden de manuscripten niet zomaar opeisen, want deze waren ondeelbaar. Dit was in het testament van Herman Boerhaave opgetekend. Ze bleven in het bezit van Abraham en Herman en mochten niet aan derden gegeven worden. De schuldeisers konden wel een inventarisatie tegemoet zien. De helft van Herman diende dus als onderpand voor de schuld die hij had. Bij afbetaling zou hij de manuscripten weer in bezit krijgen. 24 Herman Kaau Boerhaave wilde uit zijn benarde financiële situatie komen en kreeg in 1740 hiervoor de kans. Op uitnodiging van António Nunes Ribeiro Sanches, voormalig leerling van Herman Boerhaave kon Herman als hofmedicus in dienst treden van tsarina Anna Ivanovna. Sanches, een Portugese jood, was in 1729 naar Leiden gekomen en had les genomen bij Herman Boerhaave. Sanches was toen al arts. Toen Herman Boerhaave in 1730 weigerde naar Rusland te komen, droeg hij Sanches voor als plaatsvervanger. Gezien het feit dat hij een leerling van Boerhaave was, werd hiermee akkoord gegaan. In 1731 vertrok hij naar Moskou en gaf hier les aan barbiers, chirurgijns, vroedvrouwen en apothekers.
25
In
opdracht van tsarina Anna Ivanovna moest Sanches zoeken naar versterking op het medische vlak en kwam hij in contact met Herman Kaau Boerhaave. Met medewerking van Van Swieten, een andere leerling van Herman Boerhaave en Sanches werd een contract opgesteld voor het ambt van hofmedicus in St. Petersburg. 26
Het belang van de komst van Herman Kaau Boerhaave Waarom wilde tsarina Anna Ivanovna zo graag deze Herman Kaau Boerhaave in dienst nemen? Hij had immers een dubieuze reputatie in Nederland door zijn schulden. Als arts had 23
Volgens de archieven van het hof van Holland in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, Willemse, 87. Willemse, 90. 25 S.W. Hamers-Van Duynen, Hieronimus David Gaubius 1705-1780 (Amsterdam 1978), 66-69. 24
7
hij zich niet onderscheiden van de rest, maar hij functioneerde naar behoren. Een leerling en zeker een neef met dezelfde beroemde naam als de professor zou echter naar het buitenland toe indruk maken. Dit was voor een land als Rusland, dat sinds Peter de Grote zijn blik naar het westen richtte, een interessant gegeven. Daar kwam nog bij dat met Herman, vastgelegd in zijn contract, ook een deel van de manuscripten van Herman Boerhaave meekwam. 27 Vooral voor Sanches was dit van grote intellectuele waarde. Van de grote Herman Boerhaave was maar weinig gepubliceerd. Gerard van Swieten had wel aantekeningen van de colleges uitgewerkt en gebundeld in vijf delen die verschenen tussen 1742 en 1772. Deze zogenaamde commentaria werden hét standaardwerk binnen de medische wereld in de achttiende eeuw. 28 Het geërfde deel van de manuscripten was in 1740 dus van groot belang, zeker omdat ze van de hand van de beroemde professor zelf kwamen. Omdat het deel van Herman als onderpand voor zijn schuld diende en hij hier geen toegang toe had, leende hij een gedeelte van de manuscripten van Abraham en nam dit mee naar Rusland. Hij vertrok eind 1741, in gezelschap van zijn vrouw, die erop toe wilde zien dat haar man veilig en gezond overkwam, maar ironisch genoeg overleed ze zelf onderweg. Herman kwam in 1742 aan in Rusland. Herman Kaau Boerhaave maakte snel promotie en hij werd op 7 december 1748 toegelaten tot de geheimraad van de toen regerende tsarina Elisabeth Petrovna; zij was via een paleisrevolutie in november 1741 aan de macht gekomen. Tevens werd Herman directeur van de medische kanselarij en eerste lijfarts van. 29 Hoezeer de keizerin betrokken was met Herman bleek uit een brief van 27 juli 1750. Zij zocht Herman persoonlijk op toen hij ziek was van het drinken van vervuild water. 30 Er moet dus sprake geweest zijn van een persoonlijk omgang tussen de lijfarts en de tsarina. Waarschijnlijk had Elisabeth veel vertrouwen in de kunde van Herman. De manuscripten heeft Herman nooit echt bestudeerd, hij vond de stijl, de speciale taal en de bedoelingen niet de moeite waard om te bestuderen en dacht dat zijn broer Abraham hiertoe beter in staat zou zijn. Sanches had wel delen gekopieerd en bestudeerd, maar niets uitgegeven of gepubliceerd. 31
26
Uit: bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18, 58. Lindeboom, Herman Boerhaave, 236, 237. 28 J.A.M. Frederiks, ‘Gerard van Swieten (1700-1772), een beroemde en trouwe leerling van Boerhaave’, Gewina, nummer 2 2000, vol. 23, 140-147. 29 Uit: bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18, 59. 30 Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, signatuur Y 5. 31 Willemse, 73, 89. 27
8
De dove professor Abraham zag weinig toekomstperspectieven in zijn baan als apotheker. Zijn vooruitzichten in de medische wereld waren sowieso niet erg groot vanwege zijn doofheid. In 1744 liet hij zijn broer weten de zaak en de manuscripten te willen verkopen en naar Parijs te vertrekken. Wat hij daar precies wilde doen is niet duidelijk. Hij had waarschijnlijk wel de ambitie om een belangrijke functie te vervullen binnen de medische wereld, maar zijn handicap maakte dit erg moeilijk. Herman vroeg zijn broer nog even geduld te hebben, terwijl hij samen met Sanches naar mogelijkheden zocht voor een baan als professor in Rusland. Bovendien wees hij op de ondeelbaarheid van de manuscripten. Hij mocht ze niet zomaar verkopen. 32 Abraham volgde zijn broer naar Rusland in het jaar 1746; hij was toen 31 jaar. Abraham werd niet direct professor, maar hij kreeg eerst een functie bij het admiraliteitshospitaal. 33 Dat de academie der wetenschappen Abraham graag wilde hebben blijkt uit het feit dat hij tot erelid was uitgeroepen door de raadgever van deze academie in St. Petersburg, Johann Daniel Schumacher. 34 De functie aan het admiraliteitshospitaal diende voor Abraham als opstap naar het professoraat. De academie der wetenschappen in St. Petersburg ontzette I. Weitbrecht uit diens functie als professor in de anatomie en fysiologie en
droeg
Abraham
voor
ter
benoeming. 35
Zijn
admiraliteitshospitaal volgde op 7 november 1747.
36
uiteindelijke
ontslag
aan
het
In 1748 volgde zijn benoeming tot
professor in de anatomie en fysiologie aan de academie der wetenschappen in St. Petersburg.. 37 Abraham nam, net als Herman de manuscripten mee naar Rusland; ook bij hem werd dit contractueel vastgelegd. 38 Weer ging met de naam Boerhaave ook diens manuscripten naar Rusland. Er is geen poging ondernomen de manuscripten voor Nederland te bewaren. Buiten dat dit juridisch moeilijk zou zijn, werd de waarde van deze verhandelingen wellicht onderschat. De initiatieven voor de komst van Abraham Kaau Boerhaave naar Rusland kwamen van zowel zijn eigen zijde als van Russische zijde. Verschillende belangen speelden hierbij
32
Willemse, 77. Uit: bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18, 59. 34 Database Nederlands-Russisch Archief Centrum (NRAC), archief PFAAN St. Petersburg, font 1, opis 1, delo 10. 35 Idem, font 3, opis 1, delo 109 en font 3, opis 1, delo 515. 36 Idem, font 3, opis 1, delo 109. 37 Von Richter, Geschichte der Medicin in Russland, 428. 38 Willemse, 77. 33
9
een rol. Voor Abraham moest behalve het geld vooral de eer die kwam kijken bij een dergelijke functie een belangrijke motivatie zijn geweest om naar Rusland te emigreren. Eervol had hij zijn apothekersbestaan niet gevonden, anders had hij dit niet op willen geven in 1744. Broer Herman wilde hem graag helpen, Abraham had hem immers ook geholpen uit zijn benarde positie, toen de schuldeisers dreigden Herman in hechtenis te nemen. Vermoedelijk heeft Herman aangedrongen op het erelidmaatschap bij de academie der wetenschappen in 1744. Weitbrecht werd blijkbaar gemakkelijk aan de kant gezet, want zijn aflopende contract werd niet verlengd. Het uitzicht op een belangrijke functie als professor moet Abraham door de eerste twee jaar aan het admiraliteitshospitaal geholpen hebben. Het antwoord op de vraag waarom men in Rusland zo gemakkelijk een dove professor aanstelde is tweeledig. In de eerste plaats vanwege de belangrijke manuscripten die binnen de medische wereld van groot belang waren. In de tweede plaats omdat het niveau van de academie in St. Petersburg niet bijzonder hoog was. Volgens M.V. Lomonosov, de beroemde Russische natuurkundige, taalwetenschapper en historicus, had ‘het instituut noch het voorkomen van, noch de gelijkenis met een universiteit’.39 Er werd weinig college gegeven en gevolgd, dus het leidinggevend personeel kon een goed geschoolde professor wel gebruiken om het imago op te krikken. Zeker als deze persoon door de grote Herman Boerhaave zelf was onderwezen. Abraham kreeg in 1751 een assistent, Johan Friedrich Mautt die tevens als tolk diende. 40
39 40
Lindeboom, Herman Boerhaave, 78. NRAC, font 3, opis 1 delo 520 en bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18, 289.
10
Hoofdstuk 2: De persoon Abraham Kaau Boerhaave Een reisbeschrijving In 1752 vroeg Abraham een paspoort aan om naar de Nederlanden te mogen reizen. Dit werd binnen enkele dagen geregeld en midden juni vertrok hij naar de Nederlanden. 41 Dit was op zich niet zo’n bijzondere gebeurtenis, maar omdat in de archieven van het Algemeen RijksArchief in Den Haag een correspondentie te vinden is tussen Abraham Kaau Boerhaave en de resident van de Staten Generaal, Marcellus de Swart 42 , is op te maken hoe deze reis verliep en valt er meer te weten komen over de persoon Abraham. 43 Abraham gaf een uitgebreide reisbeschrijving en liet zijn mening vaak naar voren komen. De brieven zijn behalve in oud-Nederlands, tevens in een bijzondere stijl geschreven, hetgeen het ‘vertalen’ niet gemakkelijker maakte. Abraham had een vreemde schrijfstijl en nam niet snel een blad voor de mond. De reden van de reis waren meerdere. Hij wilde waarschijnlijk familie en vrienden bezoeken en hij bezocht Spa en Aken, in die tijd kuuroorden, waar met name de elite een gezondheidskuur volgde. Erg positief was hij niet over de reis. De reis was zwaar, saai en stoffig. Hij werd door elkaar geschud en moest door slecht weer en over slechte wegen.
Sociale omgang Eenmaal aangekomen in Nederland valt op te maken dat hij, ondanks zijn doofheid, bij de vrouwen geen slecht figuur sloeg. Hij beschreef dit op zijn eigen manier op 3 november 1752: “Papa, nu word ik oud. De mijsjes, die ik voorheen met een koekillje kon paaijen, moeten nu al een kapittelstok hebben. Ik dien al omsigtig te sijn om te vraagen, weetje niet, wie Uw geschapen heeft, om niet te kruijpen in mijn eijge vuijligheid. […] Mijn buurmeijsje heb ik verd… lang op geloerd, en uw immers dikwijls gesegd, die mijd moet ik haar waereld nog eens lere kennen, maar daar is altoos een half gekke mama, of een heel zotte papa, ook, is ’t niet waar?”44
41
NRAC, font 3, opis 1, delo 166. De Swart was van 1729 tot 1733 secretaris, van 1733 tot 1747 resident en van 1747 tot 1760 extraordinair envoyé en minister plenipotentiaris. 43 Algemeen RijksArchief (ARA) in Den Haag, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 62. 44 Idem. 42
11
Hiermee suggereerde hij dat hij vroeger met gemak een vrouw aan de haak kon slaan. Ondanks zijn doofheid had hij geen gebrek aan communicatieve vaardigheden. Zijn functioneren als professor in St. Petersburg, had onder zijn handicap waarschijnlijk ook niet te lijden. Hij schuwde contact met andere mensen niet en was niet op zijn mond gevallen. In dezelfde brief gaf hij aan dat hij een zoon had, maar dit valt buiten deze brief niet te verifiëren, want hij is nooit getrouwd geweest en er is ook nergens bekend dat hij kinderen heeft nagelaten. “Mijn zoon, die ’t soet koek bakken, te laf viel, is voor vijf jaaren ruyter geworden, en tants al quartiermeester, kan in kort wagtmeester worden”.45 Op zijn 37e voelde hij zich al oud worden, maar hij kon wel genieten van het samenzijn met zijn vrienden. Zijn verblijf in Nederland was kort; te kort naar zijn mening om genoeg van hun liefde en vriendschap te ‘profiteren’. Hij had heimwee en wilde zich wellicht weer in Nederland vestigen om zo vaker in hun gezelschap te kunnen verkeren. Hij schreef hierover in de brief van 3 november 1752. “De vrienden verlange na mij, en ik na deselve, ’t korte lietje sal haast gesonge sijn. Het meest spijt mij dat de beste na Mosco gaan, sodat sij maar een weekje drie a vier van haar liefde en vriendschap sal profiteren [,] vrijheid, blijheid, liebe, treuwe, drinkt Asch, en de stuurman daarbij”.46
Gezondheidsproblemen Zijn gezondheid moet te wensen overgelaten hebben, want hij bezocht al snel Aken. Dit kuuroord had warme zwavelhoudende bronnen (meer dan 70 graden Celcius). Een bezoek hieraan was goed tegen ischias, reuma, huid- en hartaandoeningen. Abraham was in Rusland ziek geworden, wellicht dat hij verslaafd was aan alcohol. Zijn bezoek aan het kuuroord was zodoende een belangrijk doel van zijn reis. Abraham schreef over zijn bezoek aan dit oord in zijn brief van 20 september 1752: “Ik heb geleeft ses weeke genoegsaam sonder wijn [,] geheel sonder vrouwe en buijte proces, UwExcell: sult seggen, dan heb je gelukkig geleeft. ’t Mog de D-d-r. Smorgens van 6 uuren tot negen ’t water gedronken in Aken, daar net [,] als een ouwe Smous met de mantel om de ooren na ’t bad [,] daar uijt [,] eeten [,] avonds weer in ’t bad of ’t dampbad [,] over de drie weeke sonder eenig ander divertissement, als ’t besoek van 45
Idem.
12
doctoren [,] ‘tgeen mij nog verveelde, ben so gesond geworde, als ik ooijt geweest ben en mager, dat mijn kleere meer als een handbreed over den ander slaan”. 47 Dat het geen bezoek voor enkel de ontspanning was, bleek wel uit de sobere levensomstandigheden tijdens zijn verblijf. Drie weken nuchter en van de buitenwereld afgezonderd maakten hem wel gezond, maar niet gelukkig. Om de kwaal die hij bezat verder te behandelen ging hij naar Spa. Deze plaats, gelegen in de Hoge Ardennen, was sinds het einde van de 17de eeuw vooral van belang als badplaats met ijzer- en koolzuurhoudende bronnen. Wat precies de kwaal was waar Abraham aan leed is niet geheel duidelijk geworden, maar dat het intensieve behandeling nodig had, moge duidelijk zijn. Door de hete baden, zweet en urine werd moest het lichaam gezuiverd worden. 48 Toch nam hij het met zijn gezondheid niet altijd even nauw, want hij dronk graag alcohol. Hij had dan zes weken zonder vrouwen, drank en buiten proces geleefd, maar in Aken was hij zich flink te buiten gegaan, wat we kunnen lezen in de brief van 20 september 1752: “Ik heb de faculteit van Aken de laatst dag voor mijn vertrek na Holland wie een bom so rond gesoopen, so dat men hier een doctor over de stoelen sag vallen, daar heel devoot om een hoek een Apothecar sien spougen [,] alle wawelen, smorgens heeft O. L V. [Onze Lieve Vrouwe] de kranke besogt”.49
Een toegewijd arts? Hij schaamde zich blijkbaar niet om zeer persoonlijke informatie te delen met de Nederlandse vertegenwoordiger in Rusland. Hieruit valt op te maken dat hij een goede relatie met deze man had. Dit bleek ook uit het feit dat hij de vrouw en kinderen van de Swart bezocht. Hij was slecht te spreken over de plaatselijke arts, want deze weigerde met hem een onderhoud aan te gaan over de jongste zoon, die een dag eerder een toeval had. Hij schold de man uit voor pisdief en eindigde zijn brief sarcastisch. ”Op mijn retour heb ik mevr. De Swart en familie in goede gesondheid gevonden, den jonge heer had daegs te vooren sijn toeval gehad, ik had graag met sijn doctor gesproken, en mevr. De Swart heeft om hem gesonde [,] dog die pisdief laat segge, hij kende niet komen [,] had vremde, wie heeft so een antwoord ooijt van een doctor 46
Idem. Idem. 48 Hamers-Van Duynen, Hieronimus David Gaubius 1705-1780, 104. 47
13
vernoomen? Die immers nagt en dag gereed moet staan om jong en oud den halsch te breeken”50 . In St. Petersburg was Abraham arts, hij had een privé kliniek in St. petersburg. 51 Uit bovenstaand citaat blijkt dat hij zijn beroep serieus nam en hart had voor zijn patiënten, want hij was het met de behandeling van deze jongen niet eens was. De arts die niet kwam toen er om hem gevraagd werd, faalde in de ogen van Abraham doordat hij niet direct paraat stond als een collega om hem vroeg. Abraham was waarschijnlijk gewend geraakt serieus genomen te worden in St. Petersburg, maar in Nederland had hij geen naam gemaakt. Op 25 november 1752 werd de laatste brief naar De Swart gestuurd vanuit Berlijn. Nog datzelfde jaar kwam hij terug in Rusland. Uit bovenstaande brieven wordt veel duidelijk over de persoon Abraham Kaau Boerhaave. Hij was een rokkenjager en schuwde de drank niet. Dat hij wel met zijn gezondheid bezig was bleek uit zijn bezoeken aan Spa en Aken. Een bezoek aan deze oorden was niet voor iedereen weggelegd, dus mogen we vaststellen dat Abraham voldoende geld had. Zijn reis werd bovendien vergoed door de raad van de academie der wetenschappen van St. Petersburg. 52 Hij nam zijn beroep serieus en wilde graag serieus genomen worden. Hij was trots op wat hij in Rusland bereikt had, ondanks zijn doofheid.
Contractverlenging Na een salarisverhoging van vijfhonderd roebel wilde Abraham zijn contract verlengen, hetgeen in april 1753 gebeurde. 53 Hij moet getwijfeld hebben, want in een brief op 8 november 1753 van De Swart aan zijn meerderen in Den Haag schrijft deze: “[…] en hem op zijn komst alhier, propio motu, een augmentatie van 500 Roebel tractement [contract] aangeboden sijnde, heeft hij door bidden en persuasien van sijne goede vrinden, dat alle de voornaemste van dit rijk sijn, die altoos met succes en genoegen bedient heeft, en waervan veele nog dagelijks zijn vertrek beweenen, sig laten overhaalen hier nog te blijven; te meer, also hier het alleruijterste gebrek van bequame
49
Algemeen RijksArchief (ARA) in Den Haag, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 62. Idem. 51 G.A. Lindeboom, Dutch medical Biography, a biographical dictionary of Dutch physicians and surgeons 1475-1975 (Amsterdam 1984), 1010. 52 NRAC, font 3, opis 1 delo 166. 53 Idem, font 3, opis 1 delo 464. 50
14
medici is, also den overledenen hier geene hebile luijden nevens hem heeft konnen nog willen dulden […]”. 54 De academie der wetenschappen wilde hem overhalen te blijven, want hij functioneerde goed en men had gebrek aan bekwame medici. Ze waren, ook gezien de salarisverhoging, zeer tevreden over de verrichtingen van deze dove professor. Deze tevredenheid en de waardering voor de kunde van de professor leverde hem in 1754 de prijs voor de chemie op. 55 Abraham twijfelde nog wel, maar liet zich paaien met geld en een prijs. Hieruit bleek dat hij een ijdel persoon moet zijn geweest. Ook het gemis van zijn vrienden telde mee in zijn beslissing. Hij koos uiteindelijk voor het geld en de eer.
54 55
ARA, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 29. NRAC, font R-5-K, opis 1 delo 1/4.
15
Hoofdstuk 3: De manuscripten Inbeslagname en teruggave Herman Kaau Boerhaave, stierf op 7 oktober 1753, op 48 jarige leeftijd. De gebeurtenissen hierop volgende toont eens te meer het belang van de manuscripten aan. Vlak na de dood van Herman gebood Elisabeth aan haar adjudant generaal, Graaf Alexander Schouwaloff, om de manuscripten te confisqueren. Dit werd uitgevoerd; het deel van Herman én van Abraham werd in beslag genomen. 56 Hieruit kunnen we opmaken dat de schuld van Herman afgelost was en hij zijn erfdeel weer in bezit had. Waarschijnlijk bewaarden ze de nalatenschap van hun oom bij elkaar. Abraham was verbolgen over dit verlies en vroeg aan De Swart, met wie hij op goede voet leefde, of deze wilde proberen de manuscripten terug te krijgen. Deze deed hier zeer zijn best voor en hij schreef menig verzoek tot teruggave van de manuscripten. Als reden geeft De Swart de volgende: “de manuscripten waren door voornoemde professor Boerhaave aan voornoemde neven in gemeenschap nagelaten en als ondeelbaar zijn. De manuscripten zijn als zodanig erkend door het Hof van Holland. Door een brief van wijlen raadsheer [Herman] Boerhaave Kaau aan zijn voornoemde broer [,] de professor [Abraham Kaau Boerhaave], van 3 november 1738, waarin hij zegt dat ze zullen afspreken hoe zij de manuscripten zullen bewaren, die eigendom worden van de langstlevende”.57 Abraham had het volste recht zijn manuscripten én die van Herman terug te krijgen, maar de verzoeken worden niet gehonoreerd. Ze bleven in het bezit van de tsarina en werden in Moskou bewaard. De wil van Elisabeth was wet. De manuscripten kwamen echter op het einde van het leven van Abraham weer in zijn bezit. Resident De Swart berichtte hierover in een brief van 27 december 1757: “Haare Keizerlijke majesteit verzwakt van dag tot dag, en werd hoe lang hoe meer mistroostig en bevreest voor de dood, te meer omdat zij geen een in haar familie vind die oud gestorven is. Zij spreekt niet anders als daarvan, en weent dieswegens nagt en dag. Het gewissen begint bij haar ook sterk te wroegen, en verscheide die zij heemelroepende geweld en ongeregtigheeden aangedaan heeft, tragt zij nu op alle wijze te paaijen. Onder die heeft de Professor Kaau het geluk gehad dat zij hem gisteren door den Generaal Graaf van Schouwaloff heeft laaten weeder geven het kistje met de
56 57
ARA, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 29. ARA, inventaris 1.02.13, legatie in Rusland, archiefnummer 81.
16
manuscripten van zijn oom [,] den professor Boerhaaven, verzeegelt in dezelve staat als zij hem dat voor vijf jaaren heeft laaten afnemen”.58 Van Abraham werd nu verwacht, dat hij naar de ziekte van Elisabeth wilde kijken. Abraham hield de boot af en consulteerde de tsarina niet, gezien het gevaar dat daarmee verbonden was. Zij was ziek en werd met de dag zieker. Als hij haar verzorgde en zij zou overlijden, was er een denkbaar risico dat Abraham hiervoor de schuld zou krijgen. Alle manuscripten waren nu wel weer in zijn bezit, maar hij had er niet lang plezier van, want een half jaar later, op 14 juli 1758 overleed hij te St. Petersburg na een korte, maar hevige koortsaanval. 59 Hij werd 43 jaar oud.
De nalatenschap van Abraham Kaau Boerhaave De manuscripten werden nagelaten aan drie personen: Eva du Claux, zus van Abraham die getrouwd was met Jacob du Claux, Everdina Elisabeth, dochter van zijn broer Jacobus die toen niet meer leefde en Margaretha Hermina, dochter van Herman Kaau Boerhaave (zie bijlage 2). De eerste twee erfgenamen woonden en Nederland, maar Margaretha woonde in Rusland, waar zij getrouwd was met dokter Carl Friedrich Kruse. 60 Deze Kruse was een Duitse hofmedicus in St. Petersburg die in Leiden gestudeerde had. Margaretha was via haar vader en man bekend aan het hof in Rusland en maakte van haar positie gebruik om de erfenis voor haarzelf op te eisen. Ze leefde niet altijd op goede voet met iedereen, ook niet met haar oom, Abraham. Vlak voor de dood van haar vader in 1753 had zij gezorgd dat Abraham niet welkom was aan zijn ziekbed. De Swart bericht hierover in zijn brief van 8 november 1753: “Onder het gunstige welnemen van UweEdele gestrenge reserveerde ik mij de eere te hebben UweEd. Gestr. omstandig te informeren van de infame intrigues, die de in Holland so fameuse dogter van den overledenen hier reets gespeelt heeft, waerdoor haar oom, den professor [Abraham], niet alleen niet gepermitteert is geweest bij sijn broeder, geduurende sijne siekte van 54 dagen, te komen en hem in sijne goede raad kende, alleen daaruijt dat hij vernam, dat hij klaegde over pijn in de linker lende, […]”. Ze hield Abraham weg bij haar vader en lichtte hem ook niet duidelijk in over zijn precieze toestand. Haar reputatie, die niet zeer positief moet zijn geweest, was in elk geval tot in Nederland doorgedrongen. Zij wenste het erfdeel van haar oom niet met ander familieleden te 58
Willemse, 98-99. Idem, 99. 60 Gemeentearchief Leiden, inventarisnummer 645 k. 59
17
delen. Haar man hielp haar bij het om de tuin leiden van de familie. Er vond wel een correspondentie plaats, waarin Kruse beloofde geld te sturen, maar dit niet gedaan heeft; tenminste, niet het volledige bedrag en zeker niet een gedeelte van de manuscripten. Vanuit de familie zijn brieven gestuurd met de vraag waar het geld bleef. Er werd zelfs een klacht ingediend bij de Staten Generaal, over het feit dat de erfenis niet verdeeld werd door Margaretha Hermina. 61 Zij liet de manuscripten na aan haar schoonzoon, luitenant-kolonel Albrecht, samen met een belastingschuld van 73.000 roebel. Albrecht wist deze schuld door tsaar Paul I kwijtgescholden te krijgen, in ruil voor zijn manuscripten. Zodoende zijn de manuscripten in Rusland gebleven en zijn ze tot de dag van vandaag te vinden in de archieven van St. Petersburg. 62
61 62
Idem. Lindeboom, Herman Boerhaave, 237-238 en Willemse, 101-104.
18
Conclusie Wat opvalt is dat Abraham, sinds de toevoeging van de naam Boerhaave aan zijn eigen naam Kaau, de mogelijkheid kreeg carrière te maken binnen de medische wereld. Zijn doofheid had zijn kans op het beoefenen van een belangrijk beroep sterk verkleind. Het beroep van apotheker vond hij waarschijnlijk beneden zijn niveau en niet interessant genoeg. Zijn broer Herman, die met zijn hulp in Rusland terecht was gekomen hielp hem hogerop te komen op de maatschappelijke ladder. Deze kans greep hij met beide handen aan en zodoende kon deze geheel dove man het toch tot professor schoppen op de academie van St. Petersburg. Het feit dat de Russen een dove professor aannamen, hem steeds van dienst waren en hem eerden heeft naar mijn mening drie oorzaken. Ten eerste had zijn naam uitstraling. Zijn illustere oom was wereldberoemd en een toonaangevend medicus en vernieuwer op het medische vlak. De naam Boerhaave sprak ook in andere landen tot de verbeelding. Dit was voor een land als Rusland, dat sinds Peter de Grote zijn best deed het imago op te vijzelen, een interessant gegeven. Dit gaf aan dat Rusland nog steeds naar het westen keek en bezig was gelijkwaardig te worden aan westerse landen. Ten tweede was er de kunde van deze professor. Hij was door Herman Boerhaave zelf onderwezen en zeker een geleerd man naar mijn mening. Dit bleek ook wel uit de gouden medaille die hij kreeg voor zijn oratie. Bovendien was het niveau van de academie in St. Petersburg niet erg hoog en was iemand met verstand van de medische wetenschap gewenst. Door zijn prijs voor de chemie sprak men waardering uit en wilde men hem overhalen in dienst te blijven, hetgeen zijn ijdelheid dusdanig streelde dat hij toezegde te zullen blijven. Tenslotte waren er de manuscripten. Deze liepen als een soort rode draad door zijn leven en moeten daarom op de juiste waarde geschat worden. Het feit dat er van de grote Herman Boerhaave weinig primair materiaal voor handen was in Nederland, toonde de waarde aan. Slechts indirect, via Van Swieten waren ideeën en verhandelingen van Boerhaave in omloop. De Russen hadden de waarde van deze manuscripten gezien, waarschijnlijk onder invloed van Sanches. Vreemd blijft dan dat er niets gepubliceerd is van deze werken. Herman voelde hier weinig voor, ze dienden hem als onderpand. Abraham wilde ook niet, maar gebruikte ze als opstapje voor zijn carrière. Sanches heeft wel kopieën gemaakt, maar ze nooit gepubliceerd. Wellicht omdat voor hem persoonlijk de inhoud belangrijk was en van pas kwam bij zijn werk als hofarts. Toen de manuscripten uiteindelijk in Russische handen waren gevallen, als afbetaling van een schuld van 73.000 Roebel, zijn ze in vergetelheid geraakt en tenslotte in de archieven van St. Petersburg terechtgekomen. In de jaren veertig van de
19
twintigste eeuw vonden Cohen en Cohen-De Meester de manuscripten weer en werden ze geïnventariseerd. Abraham zelf had van de kansen die hem geboden werden gebruik gemaakt en het maximale uit zijn loopbaan gehaald. Hij twijfelde, na zijn reis naar Nederland, om nog steeds in Russische dienst te blijven, maar via een salarisverhoging en door hem te paaien hebben ze hem weten te behouden. Qua persoonlijkheid was hij naar mijn mening een kleurrijk figuur. Hij leefde uitbundig en nam geen blad voor de mond tegen mensen waar hij het goed mee kon vinden. Ondanks zijn handicap bouwde hij een indrukwekkende staat van dienst op en maakte zich verdienstelijk binnen de medische wereld in Rusland.
20
Literatuuropgave Bronnen • • • • •
Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, signatuur Y5 en Y78 Gemeentearchief Leiden, archief van de weefkamer van Leiden, 1437-1860, inventarisnummer 645 k en i. Museum Boerhaave Leiden, archief nummer 149 Algemeen RijksArchief (ARA) in Den Haag, inventaris 1.02.13, ‘legatie in Rusland’, archiefnummer 29, 62, en 81 Database Nederlands-Russisch Archief Centrum (NRAC), www.nrac.nl
Literatuur: • • • • • • • • • •
• • •
Bezemer, J.W, een geschiedenis van Rusland, van Rurik tot Brezjnev, (Amsterdam 1988) Bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde, jaargang 18 (Amsterdam 1938) Cohen, E. en Cohen-De Meester, W.A.T., Katalog der wiedergefundenen Manuskripte und Briefwechsel von Herman Boerhaave, (Amsterdam 1941) Frederiks, J.A.M., ‘Gerard van Swieten (1700-1772), een beroemde en trouwe leerling van Boerhaave’, Gewina, nummer 2 2000, vol. 23, 140-147 Geel, Jacob, het leven van Herman Boerhaave (Leiden 1994) Hamers-Van Duynen, S.W., Hieronimus David Gaubius 1705-1780 (Amsterdam 1978) Lindeboom, G.A., Herman Boerhaave (Londen 1968) Lindeboom, G.A., ‘Boerhaave’s naam en neven in Rusland’, Studenten almanak Vrije Universiteit, (Amsterdam 1955) Lindeboom, G.A., Dutch medical Biography, a biographical dictionary of Dutch physicians and surgeons 1475-1975 (Amsterdam 1984) Okhuizen, Edwin, ‘The Dutch contribution to the cartography of Russia during the 16th18th century’, uit: Russians and Dutchmen, proceedings of the conference on the relations between Russia and the Netherlands from the 16th to the 20th century held at the Rijksmuseum Amsterdam, June 1989: essays, (Groningen 1993) Richter von, W.M., Geschichte der Medicin in Russland, (Moskwa 1813-1817) Wildeman, M.G., portretten van prof. Boerhaave, van zijn zusters Magdalena en Margaretha en van zijn neef, prof. Abraham Cau Boerhaave, oude kunst, jrg. 4, 1918/ 1919 p. 80-88 Willemse, D., António Nunes Ribeiro Sanches – élève de Boerhaave - et son importance pour la Russie (Leiden 1966)
21
Bijlage 1: tabel genealogie Herman Boerhaave
Bron: Lindeboom, Herman Boerhaave, appendix 2
22
Bijlage 2: tabel genealogie Herman en Abraham Boerhaave Kaau
Bron: Lindeboom, Herman Boerhaave, appendix 2
23