Raimund Abraham.
Peter Zumthor.
1 Projects 1979-1997, Baden: Lars Müller
Publishers, 1998, p.7
Peter Zumthor & Hélène Binet,
Peter Zumthor Works. Buildings and
2
Lars Müller Publishers, 1998, p.9
Zumthor, Thinking Architecture, Baden:
of different moods and smells.’ Peter
like a special sign of entry into a world
That door handle still seems to me
of it when I went into my aunt’s garden.
the back of a spoon. I used to take hold
my hand, a piece of metal shaped like
almost feel a particular door handle in
thinking about it. Sometimes I can
when I experienced architecture without
jeugdervaringen: ‘There was a time
denken door middel van zijn eigen
Zumthor illustreert het belang
van gevoelens boven die van het
1
Noten
24 juni 2013
Architectuurtheorie 2
Michael Maminski
De primaire taak van het métier van een architect is het geven van vorm aan de gebouwde omgeving en ruimte. Die ruimte is namelijk iets waar iedereen constant mee te maken heeft en waar men zich constant in bevindt. Het leven speelt zich af in de fysieke omgeving. Deze door de mens vervaardigde
topografie: in feite wat door de mens gemaakt is in tegenstelling tot hetgene wat er altijd al was. Het spanningsveld tussen architectuur en landschap is een thema waarop in het werk van de Zwitserse architect Peter Zumthor (1948-) vaak de nadruk ligt. Zumthor besteedt in zijn ontwerpen bijzonder veel aandacht aan de inbedding van gebouwen in het landschap. Wanneer men het relatief geringe maar indrukwekkende oeuvre van Zumthor bekijkt, ziet men dat de gebouwen een uiterste sensualiteit voor
Raimund Abraham en Peter Zumthor
Interventie en harmonie in het landschap:
omgeving en architectuur bestaan tegelijkertijd naast het door de natuur gevormde landschap en
materiaal, vakmanschap, expressie en atmosfeer ademen, waarmee hij een connectie maakt met de plek. Ook de manier waarop de vorm van een gebouw uitdrukking geeft aan de expressie, is een thema dat in Zumthor’s werk veelvuldig de boventoon voert. Volgens Zumthor kunnen gebouwen op zich zelfs diepgewortelde herinneringen, gedachtes en associaties oproepen tijdens het ‘beleven’ ervan1. Als we afgaan op hoe Zumthor de filosoof Martin Heidegger in ogenschouw neemt, hebben gedachten een specifieke ruimte nodig om zich te kunnen uiten, ‘thought travels through a specific space which contains traces of place and architecture.’2 Ons denken is dus nauw verbonden met onze ervaring van ruimte en heeft zelfs de fysieke ruimte nodig om te aarden. Architectuur bezit een diepzinnige kracht om betekenis te geven aan een plek of omgeving. Het maken van architectuur, het daadwerkelijke bouwen, is dus een precaire zaak. De ontwerpstrategie van Zumthor met betrekking tot inbedding van architectuur in het landschap vertoont verassend veel parallellen met de theorie van wijlen Oostenrijks-Amerikaanse architect Raimund Abraham (1933-2010) over architectuur en de geconstrueerde plek. Niet alleen vanwege het feit dat beide architecten zich sterk laten inspireren door de theorieën van Heidegger, maar ook omdat zowel Abraham als Zumthor architectuur primair zien als een daad die intervenieert met het landschap en intrinsiek al sterke banden heeft met het landschap: Every new work of architecture intervenes in a specific historical situation. It is essential to the quality of the intervention that the new building should embrace qualities which can enter into a meaningful dialogue within the existing situation. For if the intervention is to find its place, it must make us see what already exists in a new light. Peter Zumthor, Thinking Architecture, p.18
Abraham heeft het over interventie en collisie in architectuur. Daarmee doelt hij op de invloed van de ‘daad van het bouwen’ op het reeds bestaande landschap. Daarnaast behandelt Abraham ook het aspect van het materialiseren van het bouwwerk als gevolg van de eerdere interventie in het landschap, met als doel het verzoenen van het gebouw met zijn context. Daarbij verstookt Abraham het gebruik van enige historische referentie aan stijl of esthetiek in architectuur. Het gedachtegoed van Abraham en de gebouwen van Zumthor lijken op vele punten overeen te komen qua inbedding van een bouwwerk in het landschap. Beide architecten richten zich op het vinden van harmonie tussen bouwwerk en landschap. In dit essay worden twee gebouwen van Zumthor gespiegeld aan de theorie van Abraham over ‘collisie en reconciliatie’ van landschap en architectuur. De vraag is op welke manier de theorie van Raimund Abraham over architectonische ruimte en de geconstrueerde plek terug te vinden is in de gebouwen van Peter Zumthor, met betrekking tot hun inbedding in het landschap. Bovendien wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre de paradigma’s van beide architecten overeenkomen. Raimund Abraham en het ontstaan van een plek
Het maken van architectuur begint met
het ontstaan van een plek. Met deze gedachte gaat Abraham verder terug dan wat door velen wordt gezien als het eerste begin van de architectuur, zoals onder andere het klassieke idee van de ‘primitieve hut’ van architectuurtheoreticus Marc-Antoine Laugier dat hij beschreef in zijn Essai sur l’architecture uit 1755. Zowel het rationalisme als de renaissance en zelfs het modernisme werd sterk beïnvloed door dit paradigma van de primitieve hut als eerste beschutting van de mens tegen de invloeden van de natuur. In zijn theorie richt Abraham zich op het ontstaan van een plek. Dit gaat vooraf aan het ontstaan van de architectuur. Hiermee baseert Abraham zich op een gedachte van filosoof Martin Heidegger, namelijk die van de etymologie van het Duitse woord Ort (oord, plek).3 De reden dat Abraham teruggaat naar het woord Ort, is omdat de architectuur volgens hem begint met het ontstaan van een plek en niet zozeer met elementen van architectuur zoals vormen, esthetiek of materiaal. Een plek is ‘antithetical to any form of aesthetic or historical manipulation.’4 Moderne architectuur volgt dit stramien doordat het als enige en eerste stroming binnen de kunst een kritische houding heeft tegenover ‘cultural antecedents’5 en zichzelf. Dit maakt moderne architectuur volgens Abraham de eerste kunstvorm waarin het ontstaan van de plek gerechtvaardigd is als primair argument in een ontwerpstrategie.
p.464
irreversible termination of style.’ Ibid.,
of critique indicated the possibility of an
continuity of history. This radical form
brought about a radical break in the
treatise nor a new style. Instead, it
architecture provided neither a new
the criticism of art per se. Modern
of cultural antecedents but also on
predicate not only on the criticism
architecture is the first in history to
‘The modern age began as criticism of
zodoende hier zijn eigen, unieke theorie over die hij beschrijft in zijn essay Negation and reconciliation.
all mythologies, and therefore modern
5
1996, p.465
York: Princeton Architectural Press,
of Architectural Theory 1965-1995, New
Kate Nesbitt, Theorizing a New
Agenda for Architecture. An Anthology
4
Sprache), 1959.
Uit Martin Heidegger’s essay On 3
the Way to Language (Unterwegs zur
2 architraaf en zuilen.
bevat van de Griekse tempel: timpaan,
en een aantal essentiële elementen
boomstammen, takken, bladeren)
uit onderdelen uit de natuur (zoals
de primitieve hut is vervaardigd
Laugier begeleidde, is te zien hoe
In de afbeelding die het essay van
Abraham schreef en sprak sinds de jaren 80 en 90 herhaaldelijk over architectuur en interventie en vormde
een landschap.
concentratie van energie en vectoren in
Het ontstaan van een plek door de
3 Ibid., p.114 11
Ibid., p.113
Ibid., p.114 9
Raimund Abraham. (Un)built, p.114
Brigitte Groihofer, In Anticipation of
Architecture. Fragmentary Notes in:
8
p.465
of Architectural Theory 1965-1995,
Kate Nesbitt, Theorizing a New
Ibid., p.465
Agenda for Architecture. An Anthology
7
6
10
Volgens Heidegger betekent het woord Ort oorspronkelijk de punt van een speer of lans. In deze punt ligt een mysterie en enorme kracht verborgen, want het heeft namelijk de potentie energie in materie te transformeren. Wanneer de lans wordt geworpen, bezit het kinetische energie – beweging. Deze beweging is een handeling die zich op waarneembare, cognitieve basis manifesteert. Op het moment dat de lans de grond raakt, landt hij: een plek wordt gedefinieerd en gecreëerd – er ontstaat een ‘gathering together’.6 Te midden van al het andere, het enorme ongedefinieerde landschap of de ruimte heeft exact deze plek, die is geraakt door de punt van de lans, zijn betekenis van een unieke, gedefinieerde plek verkregen. Alle krachten en vectoren hebben zich nadrukkelijk op deze ene plek geconcentreerd. Een oord is ontstaan. Verovering en harmonisering
De transformatie van de topografische natuur, de ‘conquest
of the site,’7 ligt volgens Abraham ten grondslag aan de ontologische aard van de architectuur. De architectuur doet namelijk als handeling ook altijd beroep op dit aspect, de ‘collisie’. Een architectonische ingreep botst met de archetypische positie van de horizon: daar waar de hemel en de aarde elkaar raken. Deze lijn van de horizon behoort echter noch toe aan het ene, noch aan het andere. Nog voordat er een vorm, esthetiek of ‘historische beschouwing’8 wordt gecreëerd, is het streven ernaar al een ingreep, ‘One either builds up to the sky or down into the earth.’9 Abraham noemt deze handeling de eerste akte binnen het creatieproces van architectuur. De taak in de tweede akte, het ontwerpproces, is het harmoniseren en verzoenen van de disharmonie en chaos die veroorzaakt zijn tijdens de eerste ingreep, namelijk de collisie. In dit proces wordt er wel een vorm gedefinieerd, worden er wel materialen toegekend en atmosferen gecreëerd. De ‘scheur’ die in de horizon is ontstaan, wordt gedicht door deze weer te vullen met materie. Dat betekent dus dat het niet uitmaakt dat deze materie anders is dan de materie die daarvoor op de plek resideerde. Deze nieuwe materie kan net zo goed een nieuwe harmonie doen ontstaan, een die door middel van contrast en constante spanning tussen het oude en het nieuwe een evenwichtstoestand bereikt. Abraham schrijft: ‘a continuous process of dialectic confrontation: equilibrium through tension.’10 Na de collisie ontstaat een complex proces van decompositie, namelijk de ‘negation of the architectural entity’.11 Deze ontkenning komt vervolgens weer in balans door een verzoening in de vorm van het ontwerp(en). De architectonische ruimte is het resultaat van de eerste en tweede akte en kan alleen worden gedefinieerd als het resultaat van een collisie en verzoening tussen het ideële (het oneindige en eeuwige) en materie (het lichaam, de vergankelijkheid en het tijdelijke).
Op een heuvel in het plaatsje Sumvitg in
Graubünden, Zwitserland, staat een kleine kapel die vernoemd is naar Sint Benedictus, de patroonheilige van het plaatsje. De kapel is ontworpen door Zumthor in de late jaren 80 en contrasteert door zijn vorm met de plaatselijke, regionale architectuur van donkere, houten boerderijen. Deze nieuwe kapel spreekt op bepaalde aspecten dezelfde, gevestigde taal, maar breekt gelijktijdig ook met de traditionele context. In lijn met vele oude dorpskerkjes, staat de kapel op een plek die zorgvuldig is geselecteerd: goed zichtbaar vanuit het dorp en duidelijk te onderscheiden van de rest van de gebouwen. Daarentegen is het materiaal waaruit de kapel voornamelijk is vervaardigd minder traditioneel voor een kerk, en heeft het eerder overeenkomsten met de lokale huizen: hout. Analoog aan de eerste akte van collisie die Abraham definieert, spreekt Zumthor in nagenoeg dezelfde termen over eenzelfde daad. Dit gebeurt nog voordat er enige gestalte is gegeven aan de Sint Benedictus kapel; het gaat puur om de daad een interventie te willen maken in het landschap rondom het dorp. ‘Every new work of architecture intervenes in a specific historical situation.’12 Hiermee lijkt Zumthor te refereren aan een bestaande situatie die is bepaald door gebeurtenissen uit het verleden. Deze gebeurtenissen hebben de plek bepaald en dragen daarbij hun eigen tradities, materialen en gebruiken mee. Concreet gezien kan dit een dorp, een stad of landschap zijn, in dit geval het dorp Sumvitg. De term ‘landschap’ zoals die door Zumthor gebruikt wordt, heeft een veel concretere en aanwijsbare aard dan de abstracte bewoording van Abraham wanneer hij over ‘landschap’ spreekt. In termen van Abraham was de uitdaging van Zumthor het harmoniseren van de decompositie, zodat er een balans door middel van spanning ontstaat. Zelf schrijft Zumthor dat het nieuwe gebouw een dialoog moet aangaan met de bestaande situatie wil het zijn plek vinden. In termen van Abraham moet dus het gat tussen de hemel en de aarde gedicht worden. Daarbij is het volgens Zumthor van essentieel belang dat er kwaliteiten aan het gebouw worden toegekend die een nieuw licht werpen op het bestaande – de kenmerken van een plek.13 Analoog aan Abraham kan gesteld worden dat de collisie die aanvankelijk met het landschap is teweeggebracht, weer geharmoniseerd en verzoend moet worden door middel van het dialoog. Een van de aspecten van die harmonisatie is het geven van vorm. Bij Zumthor staat die vorm in nauw verband met het materiaal waarin wordt gedacht. Architect Mohsen Mostafavi schrijft: ‘[…] the forms of the buildings are built up by means of a meticulous attention to materials.’14 In de kapel bepalen 39 verticale houten kolommen de plattegrond in de vorm van een blad of druppel. Deze lemniscaatvorm (een algebraïsche curve van de vierde orde) weerklinkt zowel in het exterieur als in het interieur en geeft het de kapel een beschermende, vrouwelijke vorm – een ‘forma materna’.15 Daarbij vermijdt
1979-1997, p.56
Peter Zumthor & Hélène Binet, Peter 15
Zumthor Works. Buildings and Projects
Association in Londen.
en voorzitter van de Architectural
een Iraans-Amerikaanse architect
1996, p.6. Mohsen Mostafavi is
Vals, Londen: Architectural Association,
in: Peter Zumthor. Thermal Bath at
Peter Zumthor and the Architectural 14
Association, An Architecture of Stillness
Zumthor, Thinking Architecture, p.18
already exists in a new light.’ Peter
‘For if the intervention is to find
its place, it must make us see what
13
Peter Zumthor, Thinking Architecture, 12
p.18
4 n het landschap.
De Sint Benedictus kapel van Zumthor
Sacraliteit in hout: Caplutta Sogn Benedetg
de Therme Vals.
binnen in het rotsachtige interieur van
De spleten in het plafond laten licht
gevelbekleding van de kapel.
Houten shingles vormen de
5 Zumthor. Thermal Bath at Vals, p.11
Peter Zumthor and the Architectural 18
de Kingston University in Londen.
2012 decaan van de Faculty of Art aan
architectuurdocent sinds september
p.17. Steven Spier is naast
research quarterly, maart 2001,
with Peter Zumthor, arq: architectural
Steven Spier, Place, authorship and
Ibid., p.156
the concrete: three conversations
17
16
Association, Stone and Water in: Peter
Zumthor de referentie aan de atmosfeer van de klassieke en dominante kerkvorm. Daarnaast kiest Zumthor voor houten shingles als bekleding voor de kapel, een materiaal dat lokaal veel gebruikt wordt en bovendien verrijkt is met een enorme kennis van ambacht en een gracieus verouderingsproces kent. Daardoor is het diep verankerd in de genius loci van de plaats. De keuzes die zijn gemaakt inzake vorm en materialisatie, bepalen hoe de interventie die aanvankelijk is gecreëerd, door middel van spanning wordt geharmoniseerd. Deze spanning drukt zich uit in overwegingen voor enerzijds traditionele materialen en ligging en anderzijds de keuze om een nieuwe vorm op radicale wijze te introduceren. Poreuze massiviteit: Therme Vals
Hetzelfde spanningsveld in materialisatie van een gebouw in
relatie tot zijn context is te vinden in het thermale badencomplex in Vals, Graubünden. Vals kent een rijke geschiedenis door de aanwezigheid van een oeroude warmwaterbron. Zumthor’s Therme Vals werd in 1996 opgeleverd. Het gebouw, diep verankerd in de berg en door een ondergrondse passage verbonden met een bijbehorend hotel, communiceert het gevoel ‘[…] of always having been in this landscape,’16 aldus Zumthor. Daarmee relateert hij de architectuur aan het ‘eeuwige’ landschap dat het gebouw zijn plek geeft na de daad van de interventie en collisie. De context speelt dan ook een belangrijke rol in de harmonisatie aan de hand van vorm, licht en materiaal. Uit een steengroeve op slechts duizend meter afstand is een gneiss gesteente gehouwen, dat vervolgens is gebruikt om de grote stenen blokken waaruit het complex bestaat, vorm te geven. Door het stapelen van lange ‘repen’ van deze steen is een uniforme, monolieten uitstraling gecreëerd. Deze blokken zijn op hun beurt weer uitgehold en huisvesten verschillende kleinere baden. De grotere ruimte tussen deze blokken maakt dat het complex zijn karakter krijgt, alsof het onderdeel is van de berg. Hoewel het gebouw doet vermoeden dat het uitsluitend het karakter heeft uit een berg gehouwen te zijn, is dit niet geheel waar. Om een dergelijk karakter te bewerkstelligen, is het namelijk ook nodig om het tegenovergestelde karakter te creëren, stelt Zumthor in een interview met architectuurdocent Steven Spier: ‘If you want to do something heavy you have to think about lightness, and if you want to design something dark you have to do something light as well. […] We always do this. You have to work dialectically always.’17 Hiermee lijkt Zumthor beroep te doen op het ‘equilibrium through tension’ van Abraham. De gevel van de Therme die over de vallei uitkijkt, heeft grote openingen in de vorm van ramen die in contrast staan met de massiviteit en geslotenheid van het interieur. Tussen de stenen massa’s die uit de helling steken, ontstaat de gevel. Het hele gebouw kan dus worden opgevat als ‘a large porous stone.’18 Dit dialectische spanningsveld uit zich ook in de spleten in de betonnen ‘tafelplaten’ van het plafond en dak. Ze zorgen namelijk voor atmosferische lichtinval in de ruimtes, maar tarten daarbij de wetten van de zwaartekracht
manifesteren om de ruimtes niet onopgemerkt te laten: ‘never providing the silence which allows people to inhabit space in an undisturbed way.’19 De gebruiker moet elementen van de ruimte zoals materialen, texturen, licht en volume actief ervaren. Hoewel de Therme Vals een sterke relatie heeft met zijn omgeving door de karakteristieken van het landschap en materiaal over te nemen, is het vanuit geen enkel oogpunt traditioneel te noemen. Architectuur staat volgens Zumthor uitsluitend in relatie tot de condities die in het hier en nu aanwezig zijn: ‘The creative act in which a work of architecture comes into being goes beyond all historical and technological knowledge. Its focus is on the dialogue with the issues of our time.’20 Een plek kan Zumthor dus wel inspireren en zijn streven is iets te creëren dat ermee correspondeert, maar het zet hem niet aan een bepaalde architectonische stijl te hanteren in zijn gebouwen. Daarentegen zijn het alledaagse aspecten waar hij kracht uithaalt, ‘we only have to look at them long enough.’21 Opmerkelijk genoeg beweert Zumthor in nagenoeg dezelfde primaire elementen te geloven als Abraham: ‘Real things do exist, […] There are earth and water, the light of the sun, landscapes and vegetation.’22 Het zijn deze tijdloze elementen die aan de ontologische aard liggen van de (moderne) architectuur. Vernieuwing door verzoening
Zowel bij Zumthor als bij Abraham is het landschap de bron
voor het ontstaan van architectuur. De daad van het maken van architectuur, het daadwerkelijke bouwen en willen bouwen, intervenieert volgens Abraham met het reeds bestaande, eeuwig aanwezige landschap. Deze collisie zorgt voor een disharmonie in het geheel en daar moet het gebouw de consequentie van dragen. Zumthor’s gebouwen en zienswijze vinden daarin deels hun evenbeeld in de theorie van Abraham. Er is bij beide sprake van een verzoeningsproces na de collisie die is teweeggebracht in het landschap, maar Zumthor stelt dit proces met name in werking door de incorporatie van reeds aanwezige karakteristieken van een plek, zoals hij dat ook in Vals doet. Hiermee herinterpreteert hij bepaalde karakteristieken die uiteindelijk, net als in de bewoordingen van Abraham, toch weer losstaan van culturele antecedenten en een nieuwe architectonisch idioom creëren. Ook in de Sogn Benedetg kapel gaat Zumthor een dialoog aan tussen de historische context en het gebouw, zodat een verzoening ontstaat. Die verzoening brengt radicale keuzes en vernieuwing met zich mee, iets waar Abraham in zijn kritische pleidooi over moderne architectuur voor pleit. De vernieuwingen van Zumthor komen echter voort uit het gebruik van traditionele materialen die op een nieuwe manier worden toegepast. Daarbij bewaart Zumthor een waardigheid en sacraliteit, ondanks dat er sprake is van niet-traditionele materialen en vormen.
Ibid., p.17 22
Ibid., p.17 21
Peter Zumthor, Thinking Architecture,
p.22
20
Vals, p.59
in: Peter Zumthor. Thermal Bath at
Mohsen Mostafavi and Peter Zumthor
Peter Zumthor and the Architectural 19
Association, Conversation between
6 en openheid te zien is.
waarin het contrast tussen geslotenheid
Het exterieur van de Therme Vals
doordat ze nergens op lijken te rusten. Zumthor probeert altijd een dergelijke spanning in zijn gebouwen te
Zumthor-47.jpg (bewerkt)
p.6: hƩp://www.drivved.no/wp-content/
uploads/2011/09/Thermal-Bath-Vals-Peter-
p.5 (r): hƩp://25.media.tumblr.com/
tumblr_lvdgzkiMLy1r267k8o1_1280.jpg
p.5 (l): hƩp://farm3.staƟcflickr.com/2660/4
012748919_0d9f7f8448_z.jpg?zz=1
(bewerkt)
p.4: hƩp://mw2.google.com/mw-
panoramio/photos/medium/75299453.jpg
p.3: still uit hƩp://www.youtube.com/
watch?v=4vx_f3rS2QY op 00:38 (bewerkt)
wordpress.com/2010/08/hut4.jpg
p.2: hƩp://deconstrucƟonand.files.
p.1 (r): hƩp://archpaper.com/uploads/
image/AbrahamRaimund1.jpg
zumthor.jpg
7 uploads/2013/04/ARCHITECTS_peter_
p.1 (l): hƩp://www.architravel.
com/architravel_wp/wp-content/
Afbeeldingen
Het zijn wellicht onderstaande woorden van Zumthor die precies raken waar hij op doelt en waar Abraham in zijn theorie over spreekt. Zumthor beschrijft op metaforische wijze achtereenvolgens de daad van de interventie en collisie in het landschap, het verzoeningsproces in de vorm van het ontwerp van het bouwwerk en het opnieuw creëren van een harmonie en het resultaat ervan: een nieuwe plek. We throw a stone into the water. Sand swirls up and settles again. The stir was necessary. The stone has found its place. But the pond is no longer the same. Peter Zumthor, Thinking Architecture, p.18
Abraham en Zumthor hebben elkaar misschien wel nooit persoonlijk ontmoet, maar het lijkt alsof Zumthor dezelfde thema’s behandelt als Abraham in zijn theorie over het ontstaan van architectuur. Er zijn enkele bijzondere parallellen gevonden tussen Abraham’s theorie en de gebouwen van Zumthor. Zou men kunnen stellen dat Zumthor mogelijk kennis heeft genomen van Abraham’s denkwijze en deze wellicht heeft geïmplementeerd in zijn bouwwerken? Wie weet.
8