BRABANTBOD: DE KUNST VAN HET SAMENWERKEN BrabantStad BrabantStad is het stedelijk netwerk van de vijf grote Brabantse steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en de provincie Noord-Brabant. In deze mozaïekmetropool wordt sinds 2001 samengewerkt op sociaal, economisch en cultureel gebied. BrabantStad is de tweede economische regio van Nederland (20% BNP), het strategisch knooppunt van drie belangrijke, internationale verkeersassen richting Ruhrgebied, Euregio en Vlaamse Ruit. Als tweede grootstedelijk gebied naast de Randstad is BrabantStad één van de kerngebieden voor kunst en cultuur. Vanuit de hechte samenwerking is het initiatief voortgekomen BrabantStad te kandideren voor de titel Culturele Hoofdstad van Europa 2018 onder het motto ‘2018Brabant, de kunst van het samenleven’. Doel van het BrabantBod Met het BrabantBod doen overheden en culturele sector van BrabantStad het Rijk een voorstel voor samenwerking in de culturele hoofdstructuur. Een investering in Brabant is een investering in de toekomst van Nederland. Met het BrabantBod slaan we een brug tussen de noodzaak met minder geld de kracht van een goede infrastructuur in Nederland overeind te houden en de doorontwikkeling van de Brabantse culturele infrastructuur voor de cultuurnotaperiode 2013-2016. Met het BrabantBod, de ‘kunst van het samenwerken’ tussen steden, provincie en het culturele veld, beogen we een compacte, slagvaardige infrastructuur met een betere afstemming tussen vraag en aanbod. BrabantStad biedt In BrabantStad nemen overheden en culturele sector een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele hoofdstructuur in Brabant. We streven naar afstemming in beleid tussen de drie overheden, de fondsen en culturele instellingen. Met het doel aanbod en vraag bij elkaar te brengen garanderen we een goede afstemming tussen makers en podia. We verbinden de culturele infrastructuur met het onderwijs en de economische kracht van Brabant (kennis, innovatie en de toepassing daarvan). Daarbij is ons streven gericht op (inter-) nationale excellentie, research & development, creatief ondernemerschap, educatie en breed publieksbereik. We investeren in een compacte, slagvaardige infrastructuur bestaande uit drie sectorale clusters: toneel & dans, muziek en beeldend & multimedia. Voor alle drie de clusters gaan we uit van de ketenbenadering (onderwijs, makers, productie, podia, publiek). In compacte netwerken komen de huidige functies en taken van BIS- en daarmee gerelateerde instellingen, samen op een vernieuwende, toekomstgerichte en voor het publiek zinvolle en aantrekkelijke manier. BrabantStad vraagt We vragen erkenning voor BrabantStad als geografisch kernpunt in Nederland. We vragen een bijdrage die recht doet aan het belang van BrabantStad als grootstedelijk gebied. We vragen een oplossing voor de ongewenste gevolgen van de subsidie-uitruil uit de Kunstenplanperiode 2009-2012. We vragen de staatssecretaris om over bovenstaand BrabantBod met ons in gesprek te gaan.
1
ONDERBOUWING Huidige situatie culturele hoofdstructuur In Noord-Brabant wonen 2,4 miljoen mensen, waarvan 820.000 in Breda, Eindhoven, Helmond, ’sHertogenbosch en Tilburg. Brabant is de tweede economische regio van Nederland (20% BNP). De culturele hoofdstructuur van BrabantStad vormt de basis om kunst en cultuur te maken, te produceren, te presenteren en voor het publiek toegankelijk te maken. Brabant kent momenteel 10 Basis Infrastructuurinstellingen (BIS), dit is inclusief Het Brabants Orkest dat momenteel een zogenoemd langjarig subsidieperspectief heeft. Daarvoor wordt minder dan 3% van de rijksmiddelen voor kunst en cultuur beschikbaar gesteld. De BIS-instellingen zijn van groot belang voor de culturele ketens in BrabantStad. In de cultuurnotaperiode 2009-2012 investeren de vijf genoemde gemeenten en de provincie jaarlijks circa € 166 miljoen in de culturele hoofdstructuur (BIS- en andere instellingen). De bijdrage van de provincie bedraagt circa € 40 miljoen, die van de vijf steden gezamenlijk circa € 126 miljoen. Dit is exclusief de investeringen voor het programma 2018Brabant. Het Rijksbudget voor cultuur bedraagt € 870 miljoen waarvan circa € 13 miljoen beschikbaar is voor Brabant. Dit bedrag is opgebouwd uit € 12,3 voor de BIS-instellingen en € 0,9 miljoen vanuit het Fonds Podiumkunsten (FPK). Bijdrage aan Brabantse BIS-instellingen 2009-2012 (x € 1000,-) Instelling Rijk provincie ’09
gemeente ’09
Ekwc
870
50
115
MU Art Foundation
211
45
333
NIAF
435
100
100
1017
260
25
De Stilte
269
206
92
Theater Artemis
851
81
73
6.141
308
89
238
144
11
2.416
308
94
390
350
43
12.764
1.844
975
Station Zuid
Het Brabants Orkest Muzieklab Brabant Het Zuidelijk Toneel Productiehuis Brabant totaal
Sinds de verhuizing van Het Zuidelijk Toneel naar Tilburg is de gemeentelijke bijdrage € 475.000,-
2
Bijdrage aan instellingen met meerjaren subsidies van FPK (x€1000,-) Instelling FPK ’09 provincie ’09
gemeente ’09
November Music Int. Vocalisten concours
211 53
167 57
33 145
150 110
206 194
437 29
48
36
25
73
67
11
277
113
25
97
139
15
Theaterfestival Boulevard Matzer Gipsy Festival Paul van Kemenade Trash Drie ons
Overzicht uitruil Bij de invoering van de BIS in 2009 bestond voor vier Brabantse instellingen (voornamelijk podia en musea) geen mogelijkheid meer voor vierjarige subsidie bij het ministerie of het fonds. Over de financiering van deze instellingen zijn voor de periode 2009-2012 afspraken gemaakt tussen OCW, provincie en gemeenten. Het betreft bij de gemeenten de volgende instellingen en uitruilbedragen: De Toonzaal ’s-Hertogenbosch (circa € 75.000,-), Graphic Design Museum Breda (circa € 600.000,-), Museum Jan Cunen Oss (circa € 50.000,-) en Paradox Tilburg (circa € 100.000,-). Voor de provincie Noord-Brabant zijn in de totale uitruilconstructie de volgende BIS-instellingen betrokken: Theater Artemis ’s-Hertogenbosch en Station Zuid Tilburg. Wij vragen hier nadrukkelijk aandacht voor bij de ombuigingsplannen voor het nieuwe stelsel.
BrabantBod: Clusters BrabantStad zet stevig in op een compacte, slagvaardige infrastructuur bestaande uit drie sectorale clusters: toneel & dans, muziek en beeldend & multimedia. De in Noord-Brabant historisch en organisch gegroeide culturele infrastructuur heeft een unieke, culturele constellatie opgeleverd, waarbij een aantal organisaties nationaal en internationaal erkenning genieten. Hierin is de gehele keten van belang: onderwijs, makers, productie, podia, publiek en festivals. Er valt winst te halen uit krachtenbundeling, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Dit alles vanuit het principe dat een keten pas sterk is en draagkracht heeft als alle schakels stevig verbonden zijn. Daarom werken we in BrabantStad aan compacte netwerken waarin de huidige functies en taken van BIS- en daaraan gerelateerde instellingen samenkomen op een vernieuwende, toekomstgerichte en voor het publiek zinvolle en aantrekkelijke manier. Talentontwikkeling, research en development, internationale excellentie en het creatief ondernemerschap aan de ene kant en educatie en breed publieksbereik aan de andere kant worden door alle spelers in het veld in samenwerking met de verschillende overheidslagen gewaarborgd om de keten het noodzakelijk reliëf te geven. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan de economische kracht van Brabant, met een focus op kennis, innovatie en de toepassing daarvan. Hieronder presenteren we een uitwerkingsrichting van de drie genoemde clusters waarbij we opmerken dat de eigenheid van de verschillende sectoren leidt tot andere uitwerkingsvormen.
3
Toneel & dans cluster De afgelopen decennia is er door de verschillende steden en de provincie, samen met makers en instellingen, hard gebouwd aan een volwaardige infrastructuur voor toneel en dans. Dit bestel is, zoals feitelijk overal in Nederland, organisch gegroeid als optelsom van vele grote en kleine instellingen, producerend of presenterend. Ondanks de grote diversiteit en hoge kwaliteit van dit alles laat het publieksbereik helaas te wensen over. Er wordt veel geproduceerd maar lang niet alles wordt gretig afgenomen door de podia; er wordt veel gereisd en gespeeld maar lang niet alle zalen zitten vol genoeg. De instellingen benutten om allerlei redenen lang niet alle kansen om die 2,4 miljoen inwoners stevig aan zich te binden. De Brabantstad/BIS-instellingen stellen vast dat deze tijd om nieuwe antwoorden vraagt en nemen gezamenlijk het heft in eigen hand om toneel en dans steviger te verankeren in de samenleving en om een nieuwe hoofdstructuur voor toneel en dans in Brabantstad te realiseren. De nieuwe hoofdstructuur heet voorlopig: het Huis van het Zuiden. Een huis met allure dat (inter)nationaal opzien baart. De oprichting van het Huis van het Zuiden kent twee hoofddoelen: 1 het verhogen van de artistieke kwaliteit; 2 een bredere inbedding in de maatschappij en substantieel meer publiek. Huis van het Zuiden is een organisatie die zorg draagt voor een aantal taken op het gebied van toneel en dans: - ontwikkelen van repertoire voor de grote en kleine zalen; - talentontwikkeling en R&D; - community art, het samenwerken met het amateurveld en andere maatschappelijke domeinen; - educatie en participatie; - internationalisering. Het Huis van het Zuiden zal: - een belangrijke nationale en internationale speler met allure zijn, een grootstedelijk gebied als BrabantStad waardig; - meer en efficiëntere organisatiekracht creëren; - de kwaliteit van de verschillende bedrijfsonderdelen, zoals de marketing, verhogen; - een stevige partner zijn voor het onderwijs en de podia en festivals; - veel betekenen voor andere initiatieven op het gebied van podiumkunsten en het amateurveld; - de samenwerking met het bedrijfsleven serieus vormgeven. In dit huis komen vele functies en taken samen die voor de podiumkunsten van levensbelang zijn. Er worden nieuwe toneelstukken geschreven, grote repertoirevoorstellingen, groepsstukken en vlakke vloervoorstellingen gemaakt; voorstellingen die eerst bij bewezen succes lang kunnen doorspelen. Er worden experimenten opgezet die soms geniaal slagen en soms genadeloos maar ruimhartig mislukken. Talentvolle makers, spelers en andere professionals kunnen zich vrij bewegen in dit huis en ontplooien zich optimaal. De deur staat wagenwijd open voor iedereen die rondom dit huis woont, ook voor amateurs die willen meemaken of zich willen scholen en voor liefhebbers op zoek naar verdere verdieping. Er worden talloze, drukbezochte voorstellingen geproduceerd voor alle mogelijke publieksgroepen - van jonge kinderen tot senioren, van incidentele bezoekers tot fanatieke diehards op alle denkbare plekken en in alle denkbare circuits. Dat publiek komt van heinde en verre, terwijl veel van de voorstellingen ver over de lands- en taalgrenzen reiken. Het Zuidelijk Toneel, Productiehuis Brabant en Danshuis Station Zuid zien grote kansen en hebben de intentie uitgesproken om samen op te gaan in het Huis van het Zuiden. Een huis dat bedacht is op mogelijke uitbouw in de komende jaren, dat open en transparant is en zich nauw verbindt met zijn naaste buren. Ook de instellingen die in BrabantStad specifiek voor de jeugd werken, Theater Artemis en De Stilte, zien goede mogelijkheden in een intensievere samenwerking met elkaar en met de andere producerende instellingen, als naaste buur of zelfs als bewoner van het nieuwe huis. Naast artistiek-inhoudelijke redenen om samen te bouwen aan een nieuw huis, zien we ook veel mogelijkheden om een professionaliserings- en efficiencyslag te maken door gebruik te maken van
4
één backoffice, die ook haar diensten kan inzetten voor andere, kleinere organisaties op het gebied van de podiumkunsten in Brabant. Deze backoffice kan bestaan uit de afdelingen: marketing, verkoop, internationalisering, fondsenwerving en mecenaat, productie en techniek, administratie, ICT en P&O. Het Huis van het Zuiden streeft nadrukkelijk een intensieve samenwerking met de podia en festivals na. Inmiddels zijn hier gesprekken over gestart. De belangrijkste podia in Brabant hebben al aangegeven dat ze graag mee willen werken om de kloof tussen de productie en distributie te dichten, om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, en in gezamenlijkheid het publieksbereik substantieel te vergroten. Daarnaast zijn de participanten van het beoogd Huis van het Zuiden gesprekken begonnen met de Fontys Hogescholen en via de Fontys met de Toneelacademie Maastricht. Zowel Fontys als het Huis van het Zuiden hebben uitgesproken dat ze de opleidingen en de beroepspraktijk zo dicht mogelijk tegen elkaar aan willen leggen. Door de samenwerking met de podia en de beroepsopleidingen willen we de hele keten, van opleiding tot presentatie, zo optimaal mogelijk met elkaar samen laten werken.
Muziek cluster Noord-Brabant kent een gevarieerde infrastructuur in de muzieksector en er zijn tal van klein- en grootschalige initiatieven die ieder hun eigen segment binnen het aanbod beheren. Alle vervullen een waardevolle functie en vormen ankerpunten van een uitgebreide infrastructuur. Met Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven heeft Brabant één van de vier grote klassieke podia van het land. Andere voorzieningen zijn De Toonzaal, Concertzaal Tilburg en bijzondere evenementen als Tromp, Internationaal Vocalisten Concours en Storioni. In de popsector spreken 013, de Effenaar, Mezz en festivals als Roadburn en Incubate tot de verbeelding. Op het gebied van de eigentijdse avontuurlijke muziek kent Brabant onder meer Paradox, één van de vier ankerpunten van de Nederlandse jazz, het internationaal georiënteerde hedendaagse muziekfestival November Music en het Mundial en Gypsy festival. Binnen deze context zijn de BIS-instellingen, Muzieklab Brabant en Het Brabants Orkest cruciaal vanwege hun kwaliteitsimpulsen aan de culturele infrastructuur. Het Brabants Orkest vertegenwoordigt een symfonische traditie en ambieert daarnaast een genreoverstijgende rol in de samenwerking met andere podiumkunstdisciplines en niet-symfonische muziekgenres. Muzieklab is een genreoverschrijdend platform voor de ontwikkeling van vernieuwende muziekproducties en speelt een belangrijke rol bij de talentontwikkeling binnen de muzieksector. Daarbij verbindt Muzieklab onderwijs, makers podia en publiek. Er ligt voor de muzieksector een grote uitdaging om het (landelijke) aanbod beter aan de afname te koppelen. Daarvoor gaan producerende en inkopende organisaties, makers, podia en festivals, nauw samenwerken. Daarbij geven de in Brabant aanwezige kennisinstituten, universiteiten en hogescholen, vernieuwende impulsen aan de organisatorische en (bedrijfs)economische kennis van de culturele organisaties. Dit moet leiden tot meer efficiëntie en effectiviteit in de muzieksector. Aan de basis van de muzikale infrastructuur staat het muziekonderwijs, met muziekscholen, talentklassen en kunstvak onderwijs als het conservatorium en de Rock Academy van Fontys Hogescholen. Daarmee vormt het onderwijs een goede culturele voedingsbodem voor talentontwikkeling en het internationaal concurrerende muziekaanbod.
Beeldend & Multimedia BrabantStad zet stevig in op beeldende kunsten en multimedia. Daaronder verstaan we de beeldende en toegepaste kunst alsmede de eigentijdse av en beeldcultuur. Multimediale disciplines horen bij BrabantStad. De in Noord-Brabant historisch en organisch gegroeide verbinding tussen vrije en toegepaste kunst en technologische innovaties heeft een unieke, nationaal en internationaal erkende culturele constellatie opgeleverd. Hierin is de hele keten van belang: academies, makers, musea, internationale werkplaatsen, presentatie-instellingen en festivals. Binnen BrabantStad legt iedere
5
gemeente accenten om zowel aanbod als afname te versterken. Daarmee maakt BrabantStad de keten sterk en krijgen alle onderdelen van de keten optimale aandacht. Een mogelijkheid voor de toekomst: de provincie garandeert één sterke grafische werkplaats, één digitale werkplaats, één 3-dimensionale werkplaats, één multimedialab en één keramische werkplaats op hoog niveau verdeeld over de steden. De steden zorgen op hun beurt dat ze ieder op dynamische wijze ruimte bieden aan tenminste enkele presentatieplatforms en kunstenaarsinitiatieven die de doorstroom van jong talent mogelijk maken en in een (inter)nationale context plaatsen. Instellingen die tot de nieuwe basisinfrastructuur behoren, dienen te zorgen voor zowel lokale en regionale als ook landelijk en internationaal erkende excellentie en/of talentontwikkeling, research en development, creatief ondernemerschap en internationalisering. Bovendien zijn educatie en een breed publieksbereik, waar geëigend, speerpunt van beleid. De niet alleen voor Brabant nieuwe benadering van discipline-overstijgende multimedia verkeert in een ontkiemend stadium. Niettemin blijkt de praktijk van het veld hierin nu al ver voor te lopen op het beleid. Dit maakt het juist op dit moment kansrijk om een inhoudelijke slag in deze richting te maken. Op termijn zal een krachtenbundeling als deze organisatorisch en financieel voordeel opleveren door clustering en vergaande samenwerking. Op dit moment telt Brabant uiteenlopende spelers in de 'multimediale' basisinfrastructuur die ook door het rijk worden erkend: sundaymorning@ekwc, MU en NIAf. Daarnaast is het Graphic Design Museum in dit veld een speler van landelijk belang, die door haar ontstaansgeschiedenis weliswaar geen deel uitmaakt van de basisinfrastructuur in de cultuurnota 2009-2012, maar daar gezien haar rol en betekenis wel aanspraak op maakt. Zowel MU als het Graphic Design Museum zijn presentatie-instellingen die beantwoorden aan meerdere criteria die de staatssecretaris voor de beleidsontwikkeling van de cultuurnota 2013-2016 wil hanteren. Er is sprake van een breed cq jong publieksbereik, cultureel ondernemerschap en participatie en educatie staan hoog in het vaandel. Beide zijn van internationale betekenis en versterken het geografisch kernpunt Brabantstad op een uitgesproken en unieke manier met hun presentaties en samenwerkingsgezindheid. Voor sundaymorning@ekwc en NIAf geldt dat research & development, internationale excellentie en talentontwikkeling onomstotelijk voorop staan en ook in de komende jaren verder zullen worden uitgebouwd. Dit in nauwe connectie met de creatieve industrie in de regio en in geval van het NIAf de AV-makelaar en de A2/AV as. Voeg daarbij dat deze vier instellingen goede contacten onderhouden met maatschappelijke domeinen, economie, innovatie en ruimtelijke ontwikkeling, alsmede met grootschalige dan wel specifiek gerichte festivals en evenementen als de Dutch Design Week, STRP festival, Incubate, Playgrounds, International Film Festival Breda, Breda Photo en het Graphic Design Festival en er is sprake van een vruchtbare constellatie van functies, rollen en publieksbereik die het BrabantBod een duidelijke richting naar de toekomst geeft.
6