BOXMEER GAAT VOOR GROEN ‘BLIK OP DUURZAAMHEID’
INHOUDSOPGAVE
1. Terugblik .............................................................................................................................................. 3 ZONBOX 2014-2015............................................................................................................................. 3 Workshop duurzaamheid 22 mei 2015 ............................................................................................... 3 Rol van de gemeente ........................................................................................................................... 3 2. Klimaatbestendig Boxmeer ................................................................................................................. 4 Klimaatverandering ............................................................................................................................. 4 Boxmeer gaat voor…?.......................................................................................................................... 5 Ambitie ................................................................................................................................................ 5 Projecten ............................................................................................................................................. 5 3. Energiebesparing en opwekken duurzame energie ............................................................................ 6 Energiebesparing ................................................................................................................................. 6 Het duurzaam opwekken van energie ................................................................................................ 6 Boxmeer gaat voor….?......................................................................................................................... 6 Ambitie ................................................................................................................................................ 6 Projecten ............................................................................................................................................. 7 Regionale samenwerking .................................................................................................................... 8 Gezamenlijke projecten Land van Cuijk .............................................................................................. 8 4. Duurzame mobiliteit............................................................................................................................ 9 Boxmeer gaat voor…?.......................................................................................................................... 9 Ambitie ................................................................................................................................................ 9 Projecten ........................................................................................................................................... 10 5. Maatschappelijk verantwoord ondernemen..................................................................................... 10 Boxmeer gaat voor …?....................................................................................................................... 11 Ambitie .............................................................................................................................................. 11 Projecten ........................................................................................................................................... 11 6. Wij gaan voor groen .......................................................................................................................... 12 Duurzaamheidscampagne ‘Wij gaan voor Groen’............................................................................. 12 Boxmeer gaat voor…?........................................................................................................................ 12 Ambitie .............................................................................................................................................. 12 Projecten ........................................................................................................................................... 13 2
1. TERUGBLIK ZONBOX 2014-2015 Eind 2012 heeft de gemeenteraad van Boxmeer het college opdracht gegeven om te onderzoeken waar voor de gemeente Boxmeer zelf concrete mogelijkheden liggen voor de toepassing van alternatieve energiebronnen. Hierbij valt te denken aan groen gas of elektrisch rijden voor het gemeentelijk wagenpark en het kapitaliseren van energierekeningen van gemeentelijke gebouwen door de investering van zonnepanelen. Deze opdracht voor energiebesparing en toepassen duurzame energie is in 2013 het richtinggevende kader geweest voor het opstellen van het milieu-uitvoeringsprogramma. Het milieu-uitvoeringsprogramma 2014-2015 heeft als titel ZONBOX (ZON Boxmeer) gekregen. Tegen een achtergrond van financiële schaarste, de opdracht van de gemeenteraad en het beperkte structurele budget voor de uitvoering van het gemeentelijk milieubeleid is er in 2013 voor gekozen om vooralsnog geen nieuw vierjarig milieubeleidsplan, maar een milieuuitvoeringsprogramma met een looptijd van twee jaar (2014 en 2015) op te stellen. Naast de uitvoering van de reguliere milieutaken stonden 2014 en 2015 vooral in het teken van energiebesparing en het (zelf) opwekken van duurzame energie. In 2015 is gestart met de totstandkoming van een nieuw beleidsplan voor de periode 2016-2020.
WORKSHOP DUURZAAMHEID 22 MEI 2015 Tijdens de tweedaagse raadsconferentie in mei 2015 in Uden is een dagdeel besteed aan een workshop duurzaamheid. Deze workshop is de eerste stap in de totstandkoming van een nieuw beleidsplan. Tijdens de workshop van 22 mei zijn de volgende 5 thema’s besproken: 1. Klimaatbestendig Boxmeer 2. Energiebesparing en opwekken duurzame energie 3. Duurzame mobiliteit 4. Maatschappelijk verantwoord ondernemen 5. Wij gaan voor groen campagne Ieder thema is door middel van een factsheet ingeleid en vervolgens is de raad in 5 groepen uiteen gegaan. Ieder thema werd begeleid door een workshopbegeleider waarmee de raadsleden in kleine groepen aan de slag zijn gegaan. De resultaten van de workshop duurzaamheid zijn verwerkt in dit verslag. Dit verslag zal met een begeleidend memo van het college op 10 september 2015 aan de raad worden aangeboden voor verdere uitwerking (discussie) en prioritering. Vervolgens zal er een 5-jarig duurzaamheidsplan worden opgesteld.
ROL VAN DE GEMEENTE Tijdens de workshops is ook besproken welke rol de gemeente in zou moeten of kunnen nemen bij een bepaald thema. Niets doen was bij geen van de thema’s een optie. De volgende rollen zou een gemeente op zich kunnen nemen: Gemeente als regisseur De gemeente heeft de regie en maakt gerichte keuzes, stelt voorwaarden, zet middelen gericht in en stuurt op resultaten en controleert of doelen bereikt worden. Gemeente als stimulator De gemeente stimuleert initiatieven, wil dat bepaald beleid van de grond komt, maar laat de uitvoering over aan inwoners/ondernemers zelf. De gemeente moedigt ondernemers/inwoners aan om iets te doen en jaagt initiatieven aan, mobiliseert partijen om in beweging te komen.
3
Gemeente als netwerker De gemeente zorgt voor verbindingen tussen inwoners, burgerinitiatieven en maatschappelijke organisaties, stelt haar eigen netwerk beschikbaar en maakt zelf ook onderdeel uit van verschillende netwerken. De gemeente zorgt dat partijen elkaar weten te vinden en is een gelijkwaardige partner in de netwerken waarvan zij deel uitmaakt. Gemeente als facilitator De gemeente biedt, waar nodig, ruimte en hulp aan een initiatief dat uit zichzelf ontstaat. Hierbij kan het gaan om kennis, praktische hulp, aandacht en subsidie.
2. KLIMAATBESTENDIG BOXMEER KLIMAATVERANDERING Het KNMI heeft voor Nederland de gevolgen van de mondiale klimaatverandering doorgerekend. Hier zijn veel onzekerheden mee gemoeid. Wel is duidelijk dat een wereldwijde temperatuurstijging van 2°C een temperatuurstijging van 4°C of meer voor Nederland betekent, gezien de temperatuurstijging ongelijk over de breedtegraden van de aarde wordt verdeeld. Door het opwarmen van de onderste luchtlagen in Nederland, wordt het in eerste instantie warmer, maar wordt het weer ook instabieler. Dit kan leiden tot meer explosieve (onweers) buien in de zomer en meer neerslag in de winter. Een groot probleem in met name Oost-Nederland zal ook het voorkomen van langere periodes zonder neerslag zijn, waardoor de gezondheid van bomen en landbouw-gewassen ernstig kan worden aangetast. Kort gezegd: het wordt te warm, te nat en te droog! Schade! In totaal wordt de economische schade door het veranderende klimaat in Nederland tussen 2013 en 2050 op €71,- miljard geschat. Deze is opgebouwd uit 29 miljard schade door overmatige neerslag en 42 miljard door verdroging. Wanneer je deze getallen door zou rekenen naar de gemeente Boxmeer, komt hiervan €48,miljoen voor rekening van onze gemeente. Meest zichtbaar en plots zal de schade en ontregeling zijn die ontstaat door de zomerse onweersbuien. Doordat deze bovendien neerregenen op een verdroogde bodem vindt veel erosie plaats en stroomt het water in eerste instantie over de bodem in plaats van dat de bodem het vocht opneemt. Oplossing voor deze problematiek zit hem dan ook (wellicht paradoxaal) in het bevochtigen van de bodem en het vergroten van de capaciteit van het riool. Beide doelen kunnen gelijktijdig worden gerealiseerd door het zogenaamde ‘afkoppelen’ van regenwater van het riool. Hierbij vloeit het regenwater de bodem in, in plaats van dat het wordt afgevoerd door een pijpensysteem. Centraal element hierbij is ook het verminderen van de bodembedekking door stenen en tegels (ontstenen), zoals in het Land van Cuijk onder andere is gedaan door middel van de ‘Tuinvergroeningsactie’ van het Land van Cuijk gaat voor groen! Hittestress Naast de gevolgen van hogere temperaturen en droogte op natuur en landbouw, levert het optreden van hittegolven tot hittestress bij mensen. Hoewel stress vrij onschuldig lijkt overlijden jaarlijks vele bejaarden en anderen met een zwakke gezondheid aan de gevolgen van oververhitting, uitdroging en het inademen van bovengemiddeld verontreinigde lucht (dit hangt samen met de afwezigheid van wind en neerslag). Ook kinderen zijn extra gevoelig hiervoor. Een effectieve maar milieu-onvriendelijke remedie voor deze gezondheidsproblemen is airconditioning. Een belangrijk gegeven hierbij is dat een graad koelen meer dan het dubbele aan energie kost van een graad verwarmen. Slimmer is het passief koelen van gebouwen door middel van slimme toepassing van groen en oppervlaktewater. Ook neemt de arbeidsproductiviteit af door hitte. Verkoelen en vergroenen In onze regio vindt al veel activiteit plaats op het gebied van het passief koelen van de omgeving door middel van groen en het langer vasthouden van water in de bodem. Bomen en planten blijken hierbij de ultieme oplossing doordat ze buiten de bovenstaande functies ook luchtverontreiniging verminderen (ze vangen bijvoorbeeld fijnstof af) en het welzijn van mensen en de waarde van nabijgelegen vastgoed vergroten. 4
BOXMEER GAAT VOOR…? In de gemeente Boxmeer zijn eerste stappen gezet op weg naar klimaatadaptatie. Er is gestart met de vergroening van het schoolplein van basisschool de Bolster in Sambeek. En bij de planvorming van de Steenstraat-Zuid is veel aandacht geweest voor klimaatadaptatie. Ook heeft de Steenstraat zelf recentelijk nieuwe bestrating gekregen met aandacht voor de opvang van regenwater en meer groen. Verder is de tuinvergroeningsactie in het Land van Cuijk georganiseerd en blijven we afkoppelen in de gemeente. Maar er kan nog veel meer gebeuren! Er zijn tijdens de workshop met betrekking tot het thema klimaat meerdere wensen geuit over milieuvoorlichting door de gemeente naar haar inwoners. Het is nog onduidelijk of deze ambitie leeft bij de gehele gemeenteraad en of de financiële middelen benodigd voor het uitvoeren van de wensen ingezet mogen worden. Over het beheer van de groene ruimte en verdere vergroening en ontstening zijn tijdens de workshop nog geen concrete ambities uitgesproken. Wel wordt er belang gehecht om fysieke vergroeningsmaatregelen te blijven uitvoeren. Voorgesteld wordt om de ingeslagen 3 sporen te blijven volgen voor het thema klimaatadaptatie (beleidsmatig en projectmatig): 1. Vervolg geven aan het project Klimaatbestendig Land van Cuijk 2030. 2. Blijven inzetten op (kleinschalige) gemeentelijke projecten voor inwoners (bijvoorbeeld de tuinvergroeningsactie). 3. Blijven inzetten op interne gemeentelijke projecten: zorgen dat klimaatadaptatie bij ruimtelijke ontwikkelingen meegenomen wordt en aanhaken bij lopende projecten.
AMBITIE -
-
Het is belangrijk om zowel top-down als bottom-up te sturen op klimaatadaptatie. De voornaamste rol van de gemeente is ‘verbinden’ en ‘doorverbinden’. Zij moet initiatieven koppelen aan burgers en bedrijven en intern zorgen voor informatie overdracht tussen verschillende sectoren binnen de organisatie. Duurzaamheid is dé kans om meer projectmatig en interdisciplinair te gaan werken, omdat het meerdere vakgebieden overlapt en centraal staat in elk vraagstuk van menselijk handelen. Bestuurlijk en ambtelijk draagvlak creëren is belangrijk.
PROJECTEN
Groene stage: In de workshop is de wens geformuleerd om een project op te zetten tussen ouderen en jongeren, waarbij de jongeren kunnen voorzien in het onderhoud van de tuinen van senioren. (Kleinschalige) gemeentelijke projecten voor inwoners, zoals de tuinvergroeningsactie. Naast bouwmarkten ook de samenwerking opzoeken met andere partijen, bijvoorbeeld supermarkten. Ook ‘competitie’ stimuleren bijvoorbeeld: de groenste schoolklas. Kinderen kunnen op jonge leeftijd worden betrokken bij het verbeteren van het milieu. Of door middel van een groen klassenproject, gericht op bewustwording onder ouders, leerlingen en of leerkrachten kunnen klassen meedingen naar een prijs die de gemeente Boxmeer ter beschikking stelt. Privé en openbaar groen handhaven. Niet alles dichtbouwen. Vervolg geven aan het project Klimaatbestendig Land van Cuijk 2030. Blijven inzetten op interne gemeentelijke projecten: zorgen dat klimaatadaptatie bij ruimtelijke ontwikkelingen meegenomen wordt. Aanhaken bij lopende projecten.
5
3. ENERGIEBESPARING EN OPWEKKEN DUURZAME ENERGIE Onze huidige samenleving gebruikt erg veel energie. Veel van die energie wordt onttrokken uit brandstoffen, die direct dan wel indirect (via elektriciteit) al onze apparatuur aandrijven. Dit hoge energiegebruik heeft nadelen voor het milieu en voor de portemonnee en kan daarom niet eindeloos doorgroeien.
ENERGIEBESPARING Om energiegebruik te verduurzamen wordt uitgegaan van de ‘Trias Energetica’. Dit houdt in dat de efficiëntste manier van het aanpakken van verbruiksvraagstukken is: (1) Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan; (2) Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water-, en zonne-energie; (3) Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien. Energiebesparing helpt het klimaat, voorkomt vervuiling en spaart kostbare grondstoffen. En het scheelt ook nog eens geld. De gemeente kan een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van energiebesparing. Naast zelf het goede voorbeeld geven kan door middel van communicatie, goede en heldere voorlichting en het initiëren, maar ook ondersteunen van energiebesparingsprojecten, een bijdrage worden geleverd aan het terugdringen van de CO2 uitstoot. Verduurzamen van de bestaande woningvoorraad is een actueel thema als het gaat om energiebesparing.
HET DUURZAAM OPWEKKEN VAN ENERGIE De gemeente heeft een meer beperkte rol bij het duurzaam opwekken van energie maar kan dit zeker wel stimuleren. Gemeenten zijn belangrijk in het creëren van randvoorwaarden voor duurzame energieopwekking. Zo kan een gemeente de bouw van windturbines toestaan of blokkeren. Hetzelfde geldt voor installaties voor biomassa, zoals mestvergisters of voor de aanleg van zonnevelden.
BOXMEER GAAT VOOR….? Naar aanleiding van de workshop over dit thema is er een gepassioneerd betoog over de kansen ter verbetering van de energieprestaties van woningen in Boxmeer gehouden. Centraal stond daarbij dat niet zozeer moest worden ingezet op het opwekken van energie, maar dat in eerste instantie energie moet worden bespaard door het verduurzamen van (bestaande) woningen. Het motiverende einddoel hierbij is ´Nul Op de Meter´ zodat de consument zijn investeringen concreet terugverdient. De rol van de gemeente richt zich veelal op het faciliteren, maar zij kan ook de rol van regisseur op zich nemen wanneer de economische minima moeten worden meegenomen in de verbetering van het wooncomfort. Zij kunnen door de gemeente begeleid en gecoacht worden, in samenwerking met de woningcorporaties. Dit standpunt werd niet door de hele groep gedeeld.
AMBITIE Het belang van hoge doelen stellen Volgens de werkgroep is het belangrijk dat er ambitieuze doelen worden gesteld door de gemeente met betrekking tot duurzaamheid, omdat er een duidelijk punt moet zijn waar naartoe gewerkt kan worden. Het doel heeft daardoor ook een mobiliserende werking. Ambitie moet niet vooraf worden getemperd, maar gaandeweg worden bijgesteld indien nodig.
6
‘Energie-onafhankelijkheid’ Het einddoel van het verduurzamen van de woningvoorraad is het zelfstandig zijn in de energievoorziening. Dit resulteert enerzijds in een energiefactuurloze woning, maar ook in een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De belangrijkste component is hierbij niet zozeer de toevoer van zonnestroom en – warmte, maar vooral het drastisch verkleinen van de ‘energiebehoefte’ van de woning, door middel van bijvoorbeeld isolatie. Door de ‘Nul-Op-de-Meter’ aanpak wordt duidelijk inzichtelijk voor de woningeigenaar of huurder hoeveel hij/zij bespaart ten opzichte van de oude situatie. De gemeente kan de rol van faciliteerder aannemen. De nadruk ligt niet op het grootschalig opwekken van duurzame energie, maar het afstemmen van behoefte op aanbod door het drastisch terugdringen van het energiegebruik in particuliere woningen en vervolgens in te zetten op eigen opwekking (vaak zonnepanelen). Het energieloket Ultieme scharnier in het mogelijk maken van het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad is een op te richten energieloket. Dit energieloket moet voorzien in het leggen van contact tussen burger en (renovatie)bedrijven. Burgers moeten zelfstandig het loket benaderen, maar zullen daar volgens ‘winkelconcept’ geholpen moeten worden. Het energieloket is dan ook een soort winkel waarin reeds samengestelde pakketten kunnen worden gekocht en door middel van specifiek foldermateriaal kunnen worden toegelicht. Hierdoor is op voorhand duidelijk hoe een maatregel zich terugverdient. De aangeboden pakketten moeten cumulatief worden opgesteld. Dit houdt in dat er wordt gewerkt met ‘energie upgrades’ die telkens verder gaan in energiebesparing en een grotere financiële investering vragen. Zo zou de basisbundel alleen spouwmuurisolatie bevatten en wordt hier per variant iets bij opgeteld. Een voorbeeldvolgorde is: isolatie; HR++glas, zonneboiler, zonnepanelen, warmtepomp tot uiteindelijk het ultieme ‘nul op de meter’pakket. De pakketten lopen hierbij op in waarde van de investering en daarmee de mate van verduurzaming en energiebesparing. Verduurzaming is niet alleen een opgave voor particulieren, maar ook voor woningcorporaties. Voor het energieloket moet samenwerking worden gezocht met het lokale bedrijfsleven, mogelijk in aansluiting op Maasvallei Wonen. Coördinatie moet dan ook plaatsvinden op het niveau van het Land van Cuijk of de VNG-regio Noordoost-Brabant (Brabant Woont Slim). Nul op de meter is de belangrijkste slogan voor de verduurzaming van woningen. Energiebesparing zou het speerpunt moeten worden van het duurzaamheidsplan 2016-2020.
PROJECTEN Oprichten van een energieloket Een energieloket is bij voorkeur een fysieke winkel (of eventueel een telefonisch of per internet benaderbaar loket) waarin concrete en afgebakende pakketten worden aangeboden aan woningbezitters om hun huis te verduurzamen. Via een energieloket komen de opdrachten hiervoor aan bij lokale bedrijven. Een energieloket moet ook een vraagbaak zijn voor woningbezitters die specifieke informatie zoeken over verduurzaming. De samenwerking binnen Brabant Woont Slim voorziet in de oprichting van een energieloket. Belangrijk is dat de gemeente Boxmeer heel intensief met dit (in oprichting zijnde) energieloket aan de slag gaat. 100-woningen-project (aansluiting bij de Brabantse Deal Nul Op de Meter) De workshopgroep heeft de ambitie uitgesproken om 100 woningen binnen het Land van Cuijk binnen een onbepaald tijdsbestek te laten renoveren. Dit moet tevens het nodige draagvlak leveren voor het energieloket, zodat de hieraan verbonden deelnemers voldoende klandizie krijgen om hun functie efficiënt waar te maken. Deze eerste 100 woningen zijn bij voorkeur huurwoningen in het beheer van een woningcorporatie die een samenwerking aan wil gaan met de gemeente. Het energieloket zal daarom niet alleen een clientèle hebben van woningeigenaren, maar zal ook een presentatieportaal van de betreffende woningstichtingen worden. Overeenstemming en samenwerking met woningcorporaties is dan ook noodzakelijk, mede om het getal 100 (op jaarbasis) te halen. Dit getal is kaderstellend, omdat er een minimale ‘massa’ aan werklast nodig is voor het bedrijfsleven om daadwerkelijk te investeren in de
7
omschakeling naar de ‘renovatie business’. Aansluiting bij de Brabantse Deal Nul Op de Meter ligt hier dan ook voor de hand. De energiecoach Aangaande de doelgroep sociale minima wordt door de raadsleden niet verwacht dat zij in staat zijn geheel zelfstandig initiatief te nemen tot energiebesparende maatregelen. Zij moeten daarom ‘aan het handje’ worden genomen door de gemeente, in plaats van dat zij naar een loket worden gestuurd. Dit maatwerk zou plaats moeten vinden op initiatief van de gemeente onder de kop ‘welzijn’. Dit houdt verband met de feitelijke opgave om sociale huurwoningen (die onder de woningcorporaties vallen) te verduurzamen. Deze vernieuwingen zijn lastiger doordat de doelgroep wel de huurverhoging na de maatregelen ervaart, maar zich onvoldoende bewust is van de mogelijke besparingen naar aanleiding hiervan. Deze rol vraagt om een extra inspanning van de gemeente. Het is alleen onduidelijk in hoeverre deze ambitie wordt gedeeld met de rest van de groep en de raad. Communicatie en voorlichting De gemeente moet burgers wijzen op de bestaande mogelijkheid een hogere hypotheek te nemen om verduurzamingsmaatregelen toe te passen bij nieuwbouw.
REGIONALE SAMENWERKING De regionale samenwerking in Noordoost Brabant zoals die georganiseerd was binnen het Regionaal Samenwerkingsbudget (RSB) is er niet meer. Maar de vijf colleges in het Land van Cuijk hebben zich unaniem uitgesproken om deze samenwerking door te zetten. Er is in 2015 hard gewerkt aan een gezamenlijke agenda voor energie, klimaat & duurzaamheid voor het Land van Cuijk. In alle gemeenten wordt een gemeentelijk milieubeleidsplan of duurzaamheidsplan opgesteld waarbinnen de gezamenlijke projecten een Land van Cuijk stempel krijgen. Er is veel meerwaarde te behalen om op deze thema’s gezamenlijk op te trekken. Door gebruik te maken van gezamenlijke expertise, best practices in het Land van Cuijk en bestaande (communicatie) concepten wordt een enorme efficiëntieslag gemaakt en wordt de (lokale) herkenbaarheid van energie-, klimaat- en duurzaamheidsprojecten vergroot. Land van Cuijk gaat voor groen!
GEZAMENLIJKE PROJECTEN LAND VAN CUIJK
Regionaal Convenant Duurzaam Bouwen 2013-2016. Deelname aan Maasvallei Wonen Beurs 2015. Klimaatbestendig Land van Cuijk 2030; o Tuinvergroeningsactie 2015 o Geveltuinenproject o Groene schoolpleinen Brabant Woont Slim (VNG ondersteuningsprogramma Energie) | Brabantse Deal Nul Op de Meter; o Regionaal energieloket o Energiebesparing in buurten en wijken (wijkaanpakken) o Energie café’s Energiebesparing gemeentelijk vastgoed (gezamenlijk inkoop slimme meters, gezamenlijke aanbesteding energiemanagentsysteem en – coaching). Wij gaan voor groen communicatie: Land van Cuijk gaat voor groen!
8
4. DUURZAME MOBILITEIT Net zoals bij het verduurzamen van de energiehuishouding kent het aanpakken van mobiliteitsproblemen een bepaalde volgorde. Zo gaat voorkomen van verplaatsingen voor het schoner maken van verplaatsingen. Dit heeft ermee te maken dat het belangrijker is om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren in plaats van ‘minder schadelijk’ gedrag. Fiets De fiets is een ideaal en gezond vervoermiddel dat gestimuleerd moet worden. De fiets zou volgens de deelnemers van de workshop het belangrijkste vervoermiddel in Boxmeer moeten zijn of worden. Om dit te realiseren wordt vooral veel verwacht van fysieke maatregelen. Hoewel het oordeel over de bestaande fietspaden zeer positief is, leeft de stelling dat er nog recreatieve fietspaden aan het netwerk kunnen worden toegevoegd en er moet worden geïnvesteerd in ‘snelfietspaden’. Deze laatste categorie zou moeten functioneren als ruimtelijke inbedding van de nieuwe e-bikes met hogere snelheden tot 45 km/u. Belangrijk aspect van fietspaden is de ervaren veiligheid. Met name bij fietspaden die gebruikt worden voor functionele verplaatsingen (van A naar B), is het belangrijk dat openbare verlichting een duidelijk gevoel van veiligheid en overzicht geeft. De voorkeur is om gebruik te maken van LED-verlichting die niet storend is voor de natuur. Openbaar Vervoer Op het openbaar vervoer heeft de gemeente slechts een beperkte invloed. De gemeente kan wel proberen het OV nog beter toegankelijk te maken voor fysiek en mentaal beperkten, door onder andere aanpassing van bushaltes. Carpoolen De deelnemers aan de workshop vonden het belangrijk meer gelegenheid te bieden tot carpoolen in de gemeente Boxmeer. Dit zou tegen geringe meerkosten gerealiseerd kunnen worden op basis van een ‘upgrade’ van bestaande parkeerterreinen of het gebruik van particulier eigendom bij de afslagen van de A77 en A73 in de gemeente Boxmeer. Er bestaan reeds enkele carpoolplaatsen. In Overloon is een traject ingezet om een nieuw parkeerterrein te realiseren. Verdere uitwerking van carpoolen vindt plaats in het Verkeer- en Vervoersplan. Alternatieve brandstoffen Er loopt een privaat initiatief voor de realisatie van een CNG vulpunt in de gemeente Boxmeer.
BOXMEER GAAT VOOR…? Als Boxmeer furore wil maken als ‘duurzame mobiliteitsgemeente’ is er nog werk aan de winkel. Dat kan op meerdere manieren gebeuren: door losse projecten, of door een groter project.
AMBITIE -
-
Het uitbreiden en waar nodig verbeteren van de fietsinfrastructuur. Het realiseren van OV-ontsluiting van de oost-west-verbinding (met gewenste aansluiting op het busstation van Uden) door middel van tot een minimum beperkte inzet van middelen. Verbeteringen zijn gewenst en noodzakelijk, maar mogen niet in belangrijke mate op de gemeentelijke begroting drukken. Verduurzamen van het leerlingenvervoer. Het bestek voor de aanbesteding van het leerlingenvervoer moet worden geactualiseerd en strengere milieu-eisen bevatten.
9
PROJECTEN
Verbinding met Gennep: het verbeteren en vermeerderen van fietsbruggen over de Maas (bij bestaande bruggen autoverkeer). Het alsnog aansluiten bij een snelfietsroute Cuijk-Nijmegen. Verduurzamen gemeentelijke dienstreizen (uitbreiding wagenpark en verdere stimulering van het gebruik van het OV). (Her)nieuwde aandacht voor de verbinding Vierlingsbeek-Overloon. Het verbeteren van het ervaren gevoel van veiligheid bij het passeren van de A77 bij het Maasziekenhuis per fiets en het verlevendigen van deze route door o.a. de toegankelijkheid voor voetgangers te vergroten. Het uitbreiden van de fietsinfrastructuur met fietspaden die toegerust zijn op gebruikers met een hogere fietssnelheid. Bij voorkeur lange ononderbroken rechte verbindingen. Bij de komst van de OV-fiets naar Boxmeer moet via de gemeentelijke organisatie contact worden onderhouden met Fietsplus Rob om onnodige benadeling te vermijden. Tevens kan het beeldmerk ‘Duurzaam Mobiel’ verder worden uitgewerkt in combinatie met de promotie van het toerisme in het Land van Cuijk.
5. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Duurzame ontwikkeling kent drie pijlers: people, planet en prosperity (profit). Deze staan voor sociale, ecologische en economische duurzaamheid. Bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) komen in principe alle pijlers aan de orde; nadruk heeft de sociale dimensie: die van verantwoording naar de werknemer, klant en omgeving; sociaal ondernemerschap. Fairtrade Een merk dat zich sterk inzet voor sociale duurzaamheid is Fairtrade. Centraal hierbij staat de inkomsten uit de verkoop van eindproducten eerlijk worden verdeeld over de hele productieketen, zodat de boer/ondernemer in het ontwikkelingsland een ‘faire’ beloning krijgt voor de geleverde grondstoffen, in plaats van een marginale beloning op basis van de wereldhandelsprijzen. Fairtrade richt zich echter niet op milieuvriendelijke landbouwmethoden. Boxmeer is sinds 10 mei 2014 een Fairtrade-gemeente. Het geloofwaardig voeren van het predicaat Fairtrade-gemeente vraagt om commitment van de dragers van het project. Op dit moment streven lokale ondernemers de gemeentelijke organisatie voorbij in het Fairtrade-inkoopbeleid. De Fairtrade-waarden zijn nog geen gemeengoed in de ambtelijke organisatie. Een sterker mandaat voor de werkgroep en zichtbare steun van het politiek bestuur zouden kunnen leiden tot een beter resultaat in de toekomst. Lokaal Duurzaam is ook dichtbij, want hoe minder transport plaats hoeft te vinden, hoe beter dit is voor het milieu. Bovendien blijft het uitgegeven geld in de regio. Duurzaam Inkopen Sinds januari 2015 is de gemeente verplicht voor 100% duurzaam in te kopen. Duurzaam inkopen is een kans om de meerwaarde van inkoop voor de organisatie te laten zien. Denk bijvoorbeeld aan de bijdrage aan de (gemeentelijke) klimaatdoelstellingen, aan hoogwaardig hergebruik van materialen of het bevorderen van arbeidsmarktparticipatie. Maak van inkoop een strategisch instrument om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Een gemeente besteedt namelijk een substantieel deel van haar budget aan inkopen!
10
BOXMEER GAAT VOOR …? Uit de workshop kan worden geconcludeerd dat het beter ontsluiten van informatie binnen de gemeentelijke organisatie erg belangrijk is. Alvorens nieuwe projecten te starten moet het bestaande beter worden benut. Communicatie vraagt tijd en geld en zal centraal moeten staan in de activiteiten van de gemeente. Ervaring leert dat initiatieven vanuit de burger (bottom-up) moeten ontstaan. Innovatie is op het gebied van MVO niet nodig in technische of technologische zin, maar moet worden vormgegeven door mensen en organisaties te verbinden die voorheen nog niet met elkaar in contact kwamen. Er moet dus worden gestreefd naar het benutten van meerwaarde door samenwerking, in plaats van deze eigenhandig te willen creëren. Het lokale bedrijfsleven en het onderwijs moeten centraal staan in het verduurzamen van de sociale leefomgeving in Boxmeer, en moeten daarin kunnen sparren met de gemeente, die alleen geloofwaardig haar MVO-boodschap uit kan dragen wanneer zij ook zelf goed op de hoogte is van wat er speelt en het juiste voorbeeld geeft. Ook thema’s als krimp en vergrijzing moeten hierbij in samenhang worden gebracht met leefbaarheid en duurzaamheid.
AMBITIE -
-
De gemeente moet alleen stimuleren en faciliteren en niet zelf actief MVO-initiatieven sturen. MVO-initiatieven moeten wel binnen de eigen organisatie (het gemeentehuis) worden opgezet om het personeel te motiveren en betrekken bij de gemeentelijke duurzaamheidsopgave. De gemeente kan alleen een verdedigbaar MVO-beleid voeren, wanneer zij het in eigen huis ook op orde heeft. Ze heeft hierin een belangrijke voorbeeldfunctie. Er is een ‘ambassadeur’ voor duurzaamheid binnen het gemeentehuis nodig. Communicatie binnen de gemeentelijke organisatie verbeteren: er moeten meer mogelijkheden en ‘verplichtingen’ komen tot het versterken van de onderlinge informatie overdracht en het ‘bij elkaar over de schutting kijken’.
PROJECTEN
Het aanleggen van een gemeentelijke database van vrijwilligersinitiatieven geordend op thema. De gemeente moet ook een ‘loket’ bieden; fysiek of telefonisch, waarbij alle initiatieven geregistreerd staan en klanten ook daadwerkelijk verder worden geholpen. Het oprichten van een (telefonisch) loket dat actieve burgers door kan verwijzen naar bestaande collectieven. Het benoemde ‘loket’ moet naar de burger functioneren als doorverwijzingspoort, maar moet achter de schermen ook proberen meerdere vrijwilligersprojecten te verbinden zodat er synergie kan ontstaan en wordt tegengegaan dat er teveel energie wordt gestoken in zelfstandige promotie wanneer er ook andere geïnteresseerden zijn. Er zouden vaker voorlichtingscampagnes moeten worden gehouden door een samenwerkende groep van verenigingen in plaats van een individuele coördinatie. De initiatieven en maatschappelijk actieve lokale bedrijven moeten met enige regelmaat in het zonnetje worden gezet door gemeentelijke advertenties of het laten uitreiken van een duurzaamheidsprijs door een jongerenjury. Bijvoorbeeld binnen de gemeenterubriek in het Boxmeers Weekblad zou iedere week een geëngageerde ondernemer in het zonnetje worden gezet. Het opstellen of adopteren van een lokaal lespakket, waarbij om actieve deelname gevraagd wordt door lokale ondernemers (door bijvoorbeeld presentaties in de klas, of juist bezoeken aan de bedrijven) Het nadrukkelijk toegankelijker worden van de gemeente voor wijk- en dorpsraden én zogenaamde losse ‘buurtverbinders’, zodat zij ook intern contacten aan kunnen knopen binnen de gemeentelijke organisatie.
11
6. WIJ GAAN VOOR GROEN DUURZAAMHEIDSCAMPAGNE ‘WIJ GAAN VOOR GROEN’ Om de inwoners van de gemeente Boxmeer te informeren maar vooral ook te stimuleren zelf aan de slag te gaan met bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen, heeft de gemeente Boxmeer in 2014 een gemeentelijke duurzaamheidscampagne ontwikkelt met als titel ‘Wij gaan voor groen’. De boodschap van de Wij gaan voor groen-campagne is dat inwoners, organisaties, ondernemers en verenigingen bij de gemeente terecht kunnen voor informatie en ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing, om wat ‘groener’ te gaan leven, werken en wonen. Met de ‘Wij gaan voor groen’ campagne wil de gemeente Boxmeer particuliere initiatieven ondersteunen en actief de samenwerking met lokale ondernemers opzoeken. Voor de Wij gaan voor groen campagne is er een vijfluik gemaakt met informatie voor inwoners. Daarnaast is er een Wij gaan voor groen-tas ontwikkeld. Beide producten moeten bijdragen aan een grotere herkenbaarheid van de gemeentelijke duurzaamheidscampagne en kunnen op veel verschillende momenten ingezet worden. Met de Wij gaan voor groen-campagne heeft de gemeente Boxmeer een belangrijke stap gezet. Het Wij gaan voor groen-loket moet hét loket worden waar men terecht kan voor vragen, informatie en ondersteuning. De gemeente biedt kennis, stelt haar netwerk beschikbaar en adviseert en ondersteunt bij financieringsregelingen.
BOXMEER GAAT VOOR…? -
-
-
-
Via voorlichting en communicatie (door gemeente (overheid) en bedrijfsleven) zouden in 2020 de eerste energie neutrale woningen in Boxmeer gerealiseerd moeten zijn. Belangrijk hierbij is dat dit door goede voorlichting gebeurt (financieel goed uitleggen hoe e.e.a. werkt, dit duidelijk voorrekenen: kosten versus investering laten zien en vertel wat de opbrengsten zijn! Centrale vraag moet zijn: 'Waarom zou je als burger/ondernemer dit willen?; What's in it for them?). Deze boodschap moet samen met andere partijen uitgedragen moet worden, zodat mensen de boodschap van meerdere kanten horen en ook op het moment dat ze beslissingen nemen (bijv. moment van aankoop van elektrisch apparaat). Hiervoor kan de samenwerking worden gezocht met Maasvallei Wonen, Brabant Woont Slim, Stroomversnelling Brabant. De gemeente moet hiervoor gebruik maken van haar netwerk(rol) en deze transitie aanjagen. Vertel de (WGVG) boodschap niet in het gemeentehuis, maar daarbuiten! Wees zichtbaar in de gemeente op plekken met veel bereik of waar aankoopbeslissingen genomen worden, niet in het gemeentehuis. In 2020 zou de gemeente moeten eindigen in de rol van facilitator. De markt moet het t.z.t. overgenomen hebben volgens de deelnemers van de workshop. Daarmee wordt gedoeld op bijvoorbeeld het organiseren van de duurzaamheidsmarkt. Deze zou in een tijdsbestek van 5 jaar door andere actoren georganiseerd kunnen worden. De gemeente blijft voor sommige projecten een rol als stimulator houden.
AMBITIE 2016/2017: 2018: 2020: -
gemeente als regisseur (€€€). ondernemers, bewoners en organisaties doen mee. gemeente als facilitator en stimulator, de ‘markt’ heeft het overgenomen.
Samenwerking met supermarkten, bouwmarkten, elektronicazaken, lampenzaken, etc.. 12
-
Intensieve, kleinschalige en lokale projecten (wijkaanpak). Aanhaken bij bestaande projecten/initiatieven.
PROJECTEN
Herhaling Tuinvergroeningsactie. Zie ook bij thema Klimaatbestendig Boxmeer Deelname aan de Maasvallei Wonen Beurs (2015, 2017, 2019). WGVG paragraaf bij besluitvorming. Wij gaan voor groen moet zich niet alleen presenteren op eigen evenementen zoals de WGVG-markt, maar moet ook zichtbaar zijn als element in evenementen die in eerste instantie geen direct verband met duurzaamheid houden. Zo zou bij de wielerronde van Boxmeer aandacht kunnen worden besteed aan milieu door gebruik van bioplastic voor de horeca langs de route, of kan tijdens de ronde aangekoppeld worden op het ‘fietsthema’ door fietsen te promoten als duurzame en gezonde manier van verplaatsen. Stel een ‘WGVG’ pakket samen met standaard informatie.
13