BOUWKUNDIGE MAATREGELEN Inbraken gebeuren door het forceren van een deur, raam of garagepoort. Door het plegen van glasbraak, of het verwijderen van een kelderrooster of lichtkoepel. Gebruik maken van bouwkundige beveiligingsmiddelen is dan ook een noodzakelijke maatregel die samen met de hiervoor beschreven organisatorische maatregelen moet toegepast worden.
DEUREN, HANG- EN SLUITWERK
Het deurpaneel Het heeft weinig zin om een veiligheidsslot op/in een holle deur te plaatsen. Het deurmateriaal moet degelijk zijn. Een stevige buitendeur vervaardigd uit massief hout, metaal of gelaagd hout (multiplex) is wenselijk. Deuren maar ook ramen in hout, PVC, aluminium of staal kunnen een goede weerstand bieden tegen inbraak. Voor hout en aluminium is het aan te raden een voldoende dik profiel te nemen. Tevens moeten profielen in PVC absoluut worden versterkt met gegalvaniseerd staal.
Het aantal openingen in de deur moet worden beperkt om deze zo weinig mogelijk te verzwakken. Voor de toegangscontrole gebruik je best een deurspionnetje of een kierstandhouder. Dit geniet de voorkeur boven een glaspaneel in de deur. Zo is het ook aangewezen de brievenbus niet in de deurvleugel, maar bijvoorbeeld in de muur te monteren. Wanneer de deurvleugel te dun is, wordt het slot liefst in opbouw geplaatst of beter nog, wordt het deurpaneel verstevigd of vervangen.
Het deurkozijn Het materiaal van het deurkozijn moet minstens even sterk zijn als het deurpaneel. Een verankering ter hoogte van elk hang- of sluitpunt, plus een bijkomende verankering bovenaan bij deuren breder dan 1 meter, is een minimum. Bovendien gebruikt u best stalen schroeven, waarvan de afmetingen afhangen van het aantal verankeringspunten. Het komt erop neer dat het deurkozijn stevig in de muur verankerd moet zitten.
TERMINOLOGIE Als we het hebben over de beveiliging van deuren en dit geldt eveneens voor ramen, hebben we het hoofdzakelijk over het sluitmechanisme. Dit mechanisme bestaat uit verschillende onderdelen die we hieronder aan de hand van een foto even op een rijtje zetten.
En dan nog dit : De voorplaat: is de plaat van het slot die te zien is aan de zijkant van de deur en waar zowel dag- als nachtschoot uit tevoorschijn komen. Het deurbeslag: is de plaat of rozet die u zowel aan binnen- als buitenkant van de deur ziet. Deze doet dienst als afwerking en omsluiten de kruk (handgreep) en de cilinder.
EEN SLECHTE BEVEILIGING Als we het hebben over een slecht beveiligde deur, dan hebben we het in hoofdzaak over een te zwak en slecht gemonteerd sluitmechanisme. Wat u hieronder moet verstaan maken we duidelijk aan de hand van enkele foto’s en uitleg. Het zijn deze situaties die moeten vermijden worden, maar spijtig genoeg is dit een veel voorkomend fenomeen. Voor de inbreker is dit een geschenk dat hij niet zal weigeren !!!!
Wat is hier fout: Cilinder steekt uit en is meestal uit zwak materiaal Deurbeslag is uit zwak materiaal en gemonteerd met van buitenaf bereikbare schroeven Wat werkt u in de hand: Cilinder wordt afgebroken met griptang
Wat is hier fout: Sluitplaat is uit zwak materiaal en niet stevig bevestigd Wat werkt u in de hand: Sluitplaat en/of hout wordt geforceerd met kleine koevoet of zware schroevendraaier
Wat is hier fout: Sluiting is te zwak door het gebruik van uit zamac bestaande nokkensluitingen (meerpuntsluiting) Wat werkt u in de hand: Sluitingen worden geforceerd met kleine koevoet of zware schroevendraaier
EEN GOEDE BEVEILIGING Wanneer wordt gestreefd naar een goede deurbeveiliging, opteert u best voor een veiligheidsslot. Een veiligheidsslot onderscheidt zich van een normaal slot door het feit dat het slot vervaardigd is uit steviger materiaal, de voorplaat bijvoorbeeld is van 3 à 4 mm dik roestvrij staal. Om een goede vergrendeling te bekomen, moet de nachtschoot minstens 2 à 2,5 cm lang zijn. Er bestaan uitspringende schoten (voor hout- en kunststofschrijnwerk), zwenkschoten (voor kunststof- en metaalschrijnwerk), haakschoten (voor schuifraam) en harpoensluitingen. Een stevige nachtschoot bestaat uit massief of gelaagd metaal, m.a.w. de nachtschoot mag niet hol zijn. Gehard stalen stiften in de nachtschoot voorkomen dat deze kan worden doorgezaagd. De dagschoot die wordt bediend door de kruk en de deur "in het slot laat vallen" als ze dichtklapt, heeft geen enkele inbraakvertragende waarde. Sommige sloten hebben wel de mogelijkheid niet alleen de nachtschoot te blokkeren doch ook de dagschoot.
Er zijn verschillende soorten sloten. Men spreekt van een bontebaardslot, een klavierslot en een cilinderslot. Het bontebaardslot (afbeelding), dat vaak bij binnendeuren wordt toegepast en te herkennen is aan de typische vorm van de baard (is het uiteinde van de sleutel), heeft geen enkele waarde uit het oogpunt van inbraakbeveiliging. Per serie zijn er hoogstens een twintigtal combinaties mogelijk. Daarenboven zijn deze sloten vrij gemakkelijk te openen met een loper.
Beter qua veiligheid zijn de klaviersloten (afbeelding links) en cilindersloten die beiden een voldoende hoge tot zeer hoge sleutelvariatie bieden.
Cilindersloten (afbeelding rechts) worden het meest aangewend. Iedereen kent wel de “yalesleutel”. In de cilinder zitten ongelijke stiftjes. Door de sleutel in te brengen worden de stiftjes in zodanige positie gebracht, dat men de sleutel kan draaien om het slot te openen. Men heeft de gewone cilinder en de veiligheidscilinder.
Het
veiligheidsslot
wordt
voorzien
van
een
inbraakvertragende veiligheidscilinder. Deze is nog veiliger dan een gewone cilinder omdat er nog meer stiftjes ingebouwd zijn. Ze zijn ook steviger, er zijn cilinders die praktisch niet uit te boren zijn. Een criterium waarop u zich kan baseren om een degelijke inbraakvertragende cilinder te kopen is er één aan te schaffen waarbij een sleutelcertificaat wordt gegeven. Dit certificaat moet getoond worden telkens u een sleutel wenst te laten bijmaken. Met deze cilinders heeft men ook diverse mogelijkheden. Zo kan men op uw verzoek zorgen dat meerdere cilinders met dezelfde sleutel kunnen bediend worden. Is het niet nodig om van buitenaf toegang te hebben tot de woning (bijv. achterdeur), dan kan men ook een halve cilinder aanbrengen die dus enkel langs de binnenzijde te bedienen is. Zoals hiervoor in de brochure al aangehaald, is één van de grote fouten die voorkomen, het te ver laten uitsteken van de cilinder. Indien de cilinder meer dan 2 mm uitsteekt kan er gemakkelijk een griptang op vastgeklemd worden. Vervolgens kan men het slot gemakkelijk afbreken. Ook de veiligheidscilinder mag niet uit de deur of het veiligheidsbeslag steken.
Even belangrijk als het slot is de sluitplaat. Ook deze is meestal van slechte kwaliteit. Wanneer er een vlakke plaat wordt gebruikt, dan moet die minimum 3 mm dik zijn. Beter nog is de sluitplaat te vervangen door een exemplaar van gehard staal voorzien van schootkasten, ook wel sluitkom (afbeelding links) genoemd. Zo krijgt de inbreker geen kans om met eenvoudig materiaal de nachtschoot te forceren. Als er geen sluitkom kan geplaatst worden, is het Lvormige
sluitplaatje
(afbeelding
rechts)
ook
een
goede
beveiliging.
Gebruik steeds lange schroeven om sluitplaat, hoekprofiel of sluitkom te bevestigen.
Bij een veiligheidsslot hoort veiligheidsbeslag. Veiligheidsbeslag staat voor stevig materiaal waarbij aan de buitenkant geen schroeven zichtbaar zijn. Het veiligheidsbeslag wordt op de deur gemonteerd door middel van lange stevige schroeven die aan de binnenzijde van de deur, dwars door het slot en hout worden aangebracht. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een rozet (afbeelding links) en een schild (afbeelding
rechts)
met
een
al
dan
niet
geïntegreerde bescherming van de cilinder. Een
schild of rozet met een geïntegreerde cilinderbescherming biedt een bijkomende veiligheid. Het gaat immers om een bescherming door een speciaal stalen plaatje dat ronddraait. De cilinder kan hierdoor niet worden afgebroken, uitgetrokken of doorboord. Oudere sloten zijn vaak niet voorzien van patentgaten voor de plaatsing van een veiligheidsbeslag, zeker niet wanneer het gaat om een rozet. Patentgaten zijn gaten in het slot, die aanwezig moeten zijn aangezien de schroeven van het beslag dwars door het slot moeten. Men kan dan kiezen voor een schild dat een zodanige lengte heeft dat het slot vermeden wordt. Indien u toch beslist een rozet aan te brengen, dient het slot vervangen te worden door een slot dat wel is voorzien van patentgaten.
In combinatie met het hoofdslot is een bijzetslot zeer doeltreffend. Een eerste onderscheid dat moet worden gemaakt is tussen een oplegslot (afbeelding links) en een
insteekslot
(afbeelding
rechts). Het oplegslot wordt op de deur bevestigd terwijl het insteekslot in de deur wordt geplaatst. Wanneer de deur niet voldoende dik is, d.w.z minder dan 4,5 cm voor een gewone houten deur, dan is het beter een oplegslot te plaatsen. Door de noodzakelijke uitboringen voor het insteekslot gaat men immers de deur verzwakken. Een tweede keuze die dient gemaakt, is of de deur langs buiten afgesloten moet worden. In positief geval is het bijkomend slot langs de buitenkant zichtbaar (afbeelding rechts onder) wat zeker een psychologisch effect op de inbreker heeft. Hij is er zich namelijk van bewust dat een bijkomend obstakel moet worden overwonnen. Meer dan waarschijnlijk is dit voldoende om van zijn voornemen af te zien. Het bijzetslot wordt het best geplaatst ter hoogte van de knie, aangezien zich daar de zwakste plek van de deur bevindt. De cilinders kunnen gelijksluitend zijn met het hoofdslot, zodat u niet met nodeloos veel sleutels opgezadeld wordt. Voor een optimale veiligheid moet tenminste één bijkomend veiligheidsslot geplaatst worden. Per bijkomend slot moet een speciale sluitkom aangebracht worden om de schoot te beschermen, evenals een veiligheidsbeslag.
De mogelijkheid bestaat ook om met één centraal geplaatste cilinder, het deurpaneel op meerdere punten te vergrendelen. We hebben het dan over een meerpuntsluiting (afbeelding links). Ze zijn te verkrijgen als inbouw en als opbouw. Meerpuntssluitingen zijn zeer inbraakvertragend. U dient er echter over te waken dat de nachtschoten uit stevig materiaal zijn. De standaard gebruikte meerpuntsluitingen met rolnokken vervaardigd uit zamac, bieden geen weerstand tegen inbraak. Zij zorgen er enkel voor dat het hout niet kromt. Kies voor een meerpuntsluiting met stevige schoten of paddestoelnokken (afbeelding rechts). Een meerpuntsluiting is minder afschrikwekkend voor de inbreker,
omdat hij maar één cilinder ziet en moet overwinnen. Let wel dat de centraal geplaatste cilinder ook hier wordt voorzien van veiligheidsbeslag. Ook hier mag de cilinder niet uitsteken.
TOEBEHOREN VOOR DEUREN Bij een naar buiten draaiende deur bevinden de scharnieren zich aan de buitenkant. Om te beletten dat de deur uit de scharnieren wordt gelicht, kan u een paar dievenklauwen (afbeelding) aanbrengen. Dit zijn pinnen die aan de scharnierzijde in de zijkant van de deur worden aangebracht en die in een opening in het kozijn passen. Dergelijke pinnen bewijzen ook hun nut bij afsluitbare voorzetluiken en ramen. Zo kunnen deze evenmin uit hun scharnieren worden gelicht.
Een
gepaste
dosis
wantrouwen
is
een
basiseigenschap
voor
inbraakpreventief
gedrag.
Een deurspionnetje helpt daarbij. Het kleine ronde kijkgaatje, op ooghoogte in het deurpaneel aangebracht, zorgt ervoor dat u ongemerkt kan zien wie er heeft aangebeld.
Een kierstandhouder (afbeelding) of een deurketting is niet zozeer nodig om een inbraak te voorkomen maar wel om te vermijden dat iemand zomaar binnen kan nadat de deur deels wordt geopend. Deze maatregel zorgt ervoor dat de deur op een kier kan staan en dat u op deze manier contact kan hebben met de persoon die heeft aangebeld. Er zijn uitvoeringen verkrijgbaar die kunnen afgesloten worden, zowel van binnen- als buitenuit. Er zijn uitvoeringen die zijn voorzien van een deuralarm om de inbreker af te schrikken.
De parlofoon is een elektrisch toestel, dat het mogelijk maakt om te converseren met diegene die heeft aangebeld, zonder dat de deur wordt geopend. Uitvoeringen met een videocamera en een videoscherm laten eveneens toe dat u kan zien wie er voor de deur staat.
Bij een gesloten deur mag aan de kant van het slot over de gehele lengte de kier tussen deurpaneel en deurkozijn niet groter zijn dan 2 mm. Anders moet de schoot van het slot een te grote
afstand
overbruggen
om
een
degelijke
afsluiting
te
waarborgen. Kleine spelingen verhinderen ook het gebruik van zwaar gereedschap. In de handel zijn inbraakwerende strips (afbeelding) te koop om deze kieren te dichten. Zo wordt het de inbreker onmogelijk gemaakt om met gereedschap de deur los te wringen. De strips kunnen gebruikt worden ter beveiliging van zowel deuren als ramen.
SLOTEN VOOR KUNSTSTOF EN ALUMINIUM DEUREN Een degelijk insteekslot, gebruikt bij houten deuren, kan doorgaans niet in een aluminium- of kunststofdeur aangebracht worden. De deurstijl is daarvoor namelijk te smal. Een oplossing hiervoor zijn de smalsloten voorzien van een zwenkschoot. Door de beperking van diepte van de slotkast, staat de schoot verticaal in de slotkast. Bij het afsluiten kantelt (zwenkt) de schoot naar beneden en wordt de deur vergrendeld. De schoot is door deze uit te voeren zwenkbeweging zeer lang (meer dan 2 cm) en daarom zeer inbraakvertragend.
SLOTEN VOOR SCHUIFDEUREN Voor een schuifdeur is het van belang om na te gaan of de deur niet uit de geleider kan getild worden. U moet er ook voor zorgen dat het bewegend gedeelte, na forceren van het slot, niet van buitenaf open kan geschoven worden. Hiervoor volstaat het om achter het bewegende gedeelte een balk (of U-vormig profiel) op de geleider te leggen. Ze moeten dan wel goed knel zitten zodat ze niet uit hun ligplaats kunnen gelicht worden. Ter vervanging van de houten balk of het U-vormig profiel kan u gebruik maken van een in de handel verkrijgbare ijzeren barrièrestang voorzien van een slotje (afbeelding links). Deze stang kan op elke gewenste lengte vergrendeld worden zodat men het schuifraam zelfs op een kier kan laten om de kamer te verluchten. Als deurslot gebruikt u best een zwenkschootslot met haak. (afbeelding rechts).