Bouwen aan identiteit Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit 2012
Bouwen aan identiteit colofon Bouwen aan identiteit Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2012 Projectteam Elbert van der Linden (projectleider) en Ingrid Joppe (projectassistent), m.m.v. Bas Nijenhuis, Paul Stein, Theo Streppel, Floor Viveen (selectiecommissie provincie Gelderland) en Bob Mors (adviseur vormgeving provincie Gelderland) Redactie Henk Reurslag, Elbert van der Linden en Ingrid Joppe (provincie Gelderland) Tekstbijdragen Rijk Willemse (LaVerbe, Nijmegen), Marc Nolden (Freelandschap, Utrecht), Elbert van der Linden (provincie Gelderland) en Co Verdaas (provincie Gelderland) Fotografie van de genomineerde projecten Thea van den Heuvel, Nijmegen Grafisch ontwerp Accu Grafisch Ontwerpers, Arnhem Druk Lecturis BV, Eindhoven Oplage 700 exemplaren Jury Marc Nolden, Sandra Schuit, Hans Venhuizen, Marc Wingens o.l.v. Jan Terlouw
Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit 2012
Inhoud
4
6
Voorwoord Co Verdaas
7
Bouwen aan identiteit Elbert van der Linden
13
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
25
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
37
Het Lookwartier in Doetinchem
49
Herinrichting centrum Lunteren
61
Botterwerf in Elburg
73
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
85
DRU industriepark in Ulft
97
Tussen de lanen in Doorwerth
109
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
121
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
133
Projectgegevens
145
Streekeigenheid, a way of life Marc Nolden
147
Juryrapport
5
Voorwoord
Bouwen aan identiteit
Co Verdaas
Elbert van der Linden
Dit boek hoort bij de vierde editie van de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2012. Om het jaar reikt de provincie Gelderland deze prijs uit. Het thema Ruimtelijke Kwaliteit wordt zo met goede voorbeelden onder de aandacht gebracht. Het gaat bij deze prijs altijd om gerealiseerde projecten, die kwaliteit uitstralen, waar betrokkenen trots op zijn en die voor anderen als voorbeeld kunnen dienen. Het thema van deze editie van de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit is: “Bouwen aan identiteit”.
Bouwen is niet persé stenen stapelen. Bouwen gaat ook
Ik wil u van harte uitnodigen om de genomineerde
projecten, zoals in dit boek geportretteerd, daadwerkelijk ‘in het veld’ te bezoeken. Ze zijn de moeite waard. Aan den lijve zelf ondervinden hoe de projecten inhoud en vorm geven
aan de identiteit van Gelderland. Aan u om daar ervaringen en woorden aan te verbinden en bij te dragen aan de
voortgaande dialoog over ruimtelijke kwaliteit. Dit mooi uitgevoerde boek mag daarbij helpen en inspiratie geven
aan toekomstige initiatieven in de Gelderse leefomgeving. Ik wens u veel kijk- en leesplezier.
leefomgeving sterk bepalen. Bouwen aan identiteit betekent voor mij dat zorgvuldig gekeken wordt naar de context van een ruimtelijke plan. Die context richt zich bijvoorbeeld
kwaliteit (GPRK) in 2012 heeft als thema Bouwen aan identiteit geadopteerd. Het vraagstuk van identiteit is in het maatschappelijke en politieke debat een terugkerend onderwerp. Zeker in de context van individualisering, globalisering en digitalisering zijn we op zoek naar wat eigen is en bindt om ons een grondslag te geven voor een vertrouwd en zinvol bestaan in Nederland en in Gelderland. Opvallend is dat er in de reeks aangeboden projecten voor dit jaar verhoudingsgewijs veel aandacht is voor het bijdragen aan en vormgeven van identiteit die past bij een plek of
over inrichten, aanleggen, hergebruiken, amoveren,
beheren; handelingen die de verschijningsvormen van onze
De vierde editie van de Gelderse prijs voor ruimtelijke
gebied. Een begrip als identiteit is lastig te duiden. Dat is ook zo met ruimtelijke kwaliteit. Identiteit en ruimtelijke Co Verdaas
kwaliteit lijken elkaar wel goed te kunnen verstaan.
Gedeputeerde van de Provincie Gelderland Elk mens heeft een eigen identiteit en is daardoor uniek.
een herkenbare mentaliteit. Om maar eens een paar
(schaal)niveaus. Iemand voelt zich verbonden met een groep
identiteitsaspecten te noemen.
De genomineerde projecten voor deze editie van de
Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit vertellen ieder
voor zich hoe opgaven, hoe divers ook, kunnen bijdragen aan een eigentijdse identiteit en kwaliteit van Gelderse regio’s. Soms is het meteen zichtbaar, soms is het even
zoeken. Bijzonder om te vernemen is dat, of het nu gaat om een nieuw landgoed, binnenstedelijke herstructurering,
dorpscentrum of -randgebied, de betrokkenen met ziel en
zaligheid bouwen aan een kwalitatief hoge leefomgeving. Met aandacht voor streekeigenheid, sociale verbanden, nieuwe vormen, verbeterde toegankelijkheid.
Een externe jury heeft, onder leiding van de heer
Terlouw, oud-Commissaris van de Koningin van Gelderland, de winnaar van de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke
Kwaliteit 2012 gekozen. Ik wil de jury graag danken voor haar inzet. Intensieve veldbezoeken, het bevragen van
vertegenwoordigers van de genomineerde projecten en de eigen beraadslagingen gingen daaraan vooraf. Het juryrapport maakt onderdeel uit van dit boek. Naast
een jurywinnaar kent de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke
Kwaliteit ook een publiekswinnaar. Deze is door stemming via internet gekozen.
Identiteit is persoonlijk en beleefbaar op verschillende
mensen op bijvoorbeeld familie- of bedrijfsniveau. Dit kan ook op lokale, regionale, nationale of zelfs op Europese
schaal. Een regionale identiteit bestaat uit een beeld of een gevoel dat mensen hebben bij een streek of een regio. Dit
is gebaseerd op sociale, culturele, economische en fysieke
kenmerken. Ze worden gemeenschappelijk ervaren, maar
iedereen beleeft ze toch weer anders. Het positief of negatief beleven van een gebied bepaalt voor een deel wat ermee is
Bouwmeesterschap is een houding, een werkstijl, een
rolopvatting die een mooi Gelderland ten doel heeft. Het is het ambacht waarmee de vakman een mooi meesterstuk aflevert. De vakman verstaat zijn vak, vernieuwt zich en inspireert, is creatief en stimuleert anderen. Met
bouwmeesterschap brengen we het ambachtelijke weer
terug in de ruimtelijke ordening. Voor de provincie betekent bouwmeesterschap dat we, met oog voor ruimtelijke
kwaliteit, onze expertise inzetten om plannen voor de
leefomgeving te maken, te beoordelen en uit te voeren.
Bouwmeesterschap uit zich in het vinden van de juiste of en de belevingswaarde van iets. Bouwmeesterschap is natuurlijk geen exclusieve expertise van de provincie. Het bouwmeesterschap van partners is nodig om ons
gezamenlijke doel te bereiken. Je kunt dan spreken van
een gedeeld bouwmeesterschap, waarbij de provincie een
uitdagende dialoog aangaat met gemeenten, architecten, aannemers, kunstenaars, cultuurhistorici, inwoners,
welstandscommissies en projectontwikkelaars. Dit is het
Umfeld van de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit. Met daaraan gekoppeld de vraag hoe ons bouwen bijdraagt aan identiteit. Waarbij we waken voor ongepaste nostalgie!
gebouw, de plek, het terrein of het landschap. Door de bank
Identiteit van Gelderland
bewoners, bewerkers en bezoekers met een bepaalde streek
Gelderland? De identiteit en kwaliteit van een streek of
genomen mogen we stellen dat een sterke identificatie van
Als intermezzo: bestaat er zoiets als een identiteit van
een gunstige invloed heeft op de kwaliteit van wonen,
stad kan met veel dingen samenhangen, variërend van een
werken en recreëren, op z’n minst in het desbetreffende gebied zelf.
Bij het streven naar een goede kwaliteit van leven hoort
haast vanzelfsprekend bouwen. Niemand kan nu eenmaal zonder een dak boven zijn of haar hoofd. De ordening van de ons omringende leefomgeving gaat gepaard met het
produceren van gebouwen en andere bouwwerken. Het
gaat niet alleen om het stapelen van stenen, maar zeker ook om bouwen in de sfeer van inrichten, aanleggen,
herstructureren, beheren, ja zelfs amoveren. Met andere voorzieningen, natuur, landbouw, recreatie, energie,
klimaat, water en infrastructuur. Dat doen we op diverse
Bouwen aan identeit
uit wat we noemen een gedeeld Gelders bouwmeesterschap.
gedaan of wat er staat, bijvoorbeeld de waardering van een
woorden, ingrijpen in de leefomgeving bij wonen, werken,
6
ingrijpen ziet de provincie graag dat initiatieven ontstaan
goede balans tussen gebruikswaarde, toekomstige waarde
op verankering in het leesbare landschap, verwijzing
naar een toegankelijk cultuurhistorie, verbinding met
manieren en met verschillende doelen en motivaties. Bij dit
7
Bouwen aan identeit
landschappelijke structuur tot een gemeenschappelijke
traditie en van historische bouwstijlen tot een economische specialisatie. Over de vraag wat de identiteit van
Gelderland is zijn we snel uitgepraat. Die is er namelijk
niet. Brabanders, Friezen of Limburgers hebben een eigen
volksaard, die is gekoppeld aan tradities, landschap, taal en gewoonten, hoewel het Limburgs bijvoorbeeld weer diverse dialecten heeft. Gelderland is opgebouwd uit verschillende streken met een heel eigen volksaard, bijvoorbeeld Achterhoekers.
Gelderland is van oudsher geen eenheid geweest. De
geschiedenis gaat terug tot 1340 als graaf Reimald II door
de Duitse keizer tot hertog van Gelre wordt verheven. Het
hertogdom Gelre bestaat uit verschillende landstreken,
Eigentijdse streekeigenheid biedt in deze globale wereld
Langzamerhand groeien de streken uit tot vier gebieden,
is daarbij meer en meer gericht op zaken als verschil,
zoals het Land van Maas en Waal en het Land van Gelre.
kwartieren genaamd: dat van Nijmegen, van Roermond of Overkwartier, van Zutphen en van Arnhem of Veluwe. Na de Napoleontische tijd, rond 1850, wordt Gelderland een
aparte provincie in het Koninkrijk der Nederlanden. Het
kwartier van Roermond is in de strijd tegen Filips II (16de eeuw) inmiddels verloren gegaan.
De indeling van de kwartieren is tot op de dag van
vandaag terug te vinden in de provincie. Het Rivierengebied (Kwartier van Nijmegen), de Veluwe (Kwartier van Arnhem) en de Achterhoek (Kwartier van Zutphen) zijn duidelijk
herkenbare regio’s. De regio’s zijn op hun beurt weer in te
delen in streken, zoals de Bommelerwaard, de Graafschap. De samenhang van de regio’s en streken is niet alleen
bestuurlijk bepaald. De fysisch-geografische kaart van
Gelderland laat zien dat er sprake is van landschappelijke eenheden. De inwoners van Gelderland herkennen zich in de indeling. Zij voelen zich meer verbonden met
hun regio dan met Gelderland als geheel. Van recente datum zijn regio’s ontstaan op basis van bestuurlijke samenwerking tussen steden: stadsregio Arnhem
Nijmegen, Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen en regio FoodValley met stedelijk netwerk Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal (WERV). Deze nieuwe
regio’s zijn een antwoord op de schaalvergroting in de
ruimtelijke ordening en lopen over de fysisch-geografische
landschappen heen. De conclusie is dat Gelderland niet één, maar meer identiteiten heeft.
Met de renovatie van de Metaalbuurt doet Apeldoorn
ruimte voor een hernieuwde lokaliteit. Het handelen
aan ‘behoud door ontwikkeling’ van Apeldoorns stedenbouwkundig cultuurgoed. De ‘stadseigenheid’
zelfredzaamheid, vindingrijkheid, hergebruik en
wordt gekoesterd, bewaard, zichtbaar gemaakt en passend
duurzaamheid, en op continuïteit van de dialoog tussen
aangevuld met wat vandaag nodig is, zonder nostalgie.
mens en plek.
En midden in het buurtje, aan de rand van een groene,
Een andere benadering voor het bouwen aan identiteit
parkachtige ruimte, staat een granieten zitelement met
is de waarde en betekenis van het verhaal van de plek
poëzie: “Kom zitten in de schoolbank der natuur …”. Dus toch
erkennen en centraal stellen bij het ruimtelijke handelen
nog een vleugje herinnering en weemoed.
van de mens. Waarom iets ergens is en waarom iets er zo
uitziet, kan bepalend zijn voor de waardering van de plek
of de streek. Het verhaal van een gebied komt vaak voort uit de geschiedenis van functies, personen en gebeurtenissen. Cultuur en cultuurhistorie zijn essentiële ingrediënten
om betekenis te geven en identiteit te vormen. Tijd is een cruciale dimensie. Het verhaal kan ook een persoonlijke
herinnering zijn. Mijn betrokkenheid bij en verbondenheid
De eigenheid van de stad is ook te beleven in Elburg,
met een bepaalde plek. Kwaliteit hoeft niet per se zichtbaar
Zuiderzeestadje ten voeten uit, maar nu gelegen aan het
te zijn. Het verhaal verdient ook aandacht. Achterliggende
Veluwemeer / Drontermeer. Een verzameling van elementen
verhalen kunnen overigens wel zichtbaar gemaakt worden
als haven, kade, werf, zeilschepen (bruine vloot), watersport,
met symbolen, toelichtingen, landmarks of typische
rondvaarten, vis en visserij, en horeca bepaalt de sfeer.
bouwstijlen die herkenbaar maken waar iemand is en die
Misschien wel de Nederlandse identiteit. Met een nieuwe
verwijzen naar het verhaal van identiteit.
botterwerf is letterlijk gebouwd aan identiteit. IJzersterk
Ten slotte iets over imago als substituut voor identiteit.
beleefbaar op een zomerse dag aan het water! De valkuil is
De lezer herkent het vast. Een dorp, stad en streek hebben
hier te veel op te hangen aan het verleden.
een bepaald imago. Dat kan positief uitpakken of juist heel negatief werken. Imago is een (vaak versimpelde) stereotiepe mening bij het grote publiek van iemand of iets of van een bepaalde ruimte. Imago is een
(vereenvoudigd, opeengestapeld, soms ook suggestief)
beeld (image) in de publieke opinie. Soms is het imago
sterker dan de werkelijkheid. Dit kan problematisch zijn. Streekeigenheid, verhaal en imago Drie benaderingen van identiteit die sterk met elkaar
vervlochten zijn: streekeigenheid, verhaal en imago. Hoe kunnen deze begrippen nadere invulling geven aan het begrip identiteit en het bouwen aan identiteit?
Streekeigenheid heeft volgens Marc Nolden (zie pagina
145) een sterke relatie met het begrip identiteit. Interessant is dat het bij streekeigenheid gaat om streekeigen of
Streekeigenheid is voelbaar in Ulft, gemeente Oude-IJsselstreek.
De opgave is imago opbouwend en positief in te zetten
Met het DRU industriepark wordt door behoud en hergebruik
in gebiedsgerichte, ruimtelijke ontwikkelingen. Met
van industrieel erfgoed stevig bijgedragen aan de versterking
een mooi woord: branding. Het zo aan te wenden dat
en beleving van identiteit. Het is een streek met (voorheen)
het - communicatief en wervend - bijdraagt aan bouwen
ijzerindustrie langs de Oude IJssel (waar je bij de juiste
aan identiteit, bijvoorbeeld met het oog op een gewenste
temperatuur heerlijk in kunt springen). De laatste jaren zijn
stedelijke uitstraling, een authentieke toeristisch-
we gelukkig veel waarde gaan hechten aan industrieel erfgoed.
recreatieve sfeer en een inspirerend woonlandschap.
Dat komt doordat er al veel verdwenen is als je het vergelijkt met landen als België, Duitsland en Engeland. De beeldtaal van
regiospecifiek handelen, dat leidt tot streekeigen creaties,
industrieel erfgoed is vaak krachtig genoeg om er veel aan te
gebruikmakend van voorhanden zijnde materialen,
voor de hand dan vandaag. Nu maakt de mondialiteit de
toegelicht met daarbij de verkenning hoe streekeigenheid,
Nominaties
beleven. Zelfs leegstaande hallen spreken tot de verbeelding. Het
grondsoorten en technieken. In vroeger dagen lag dat meer
Hiernaast worden de genomineerde projecten zeer beknopt
zijn ruimtes die ook om tijdelijke functies vragen of bijzondere
wereld kleiner en zijn de mogelijkheden zoveel groter.
verhaal en imago op elkaar inwerken.
8
Bouwen aan identeit
evenementen kunnen herbergen. Deze activiteiten dragen dikwijls weer bij aan de identiteit van een dorp, stad of streek.
9
Bouwen aan identeit
Nog meer streekeigenheid is te ervaren in de vele
Het verhaal van de plek komt in de randzone rond Winterswijk
landgoederenzones die Gelderland rijk is. Zowel oude
op specifieke lokaties goed naar boven. De bleekweide aan
landgoederen, aan de hand waarvan een behoorlijk deel
de Boven Slinge is zo’n plek. Een bleekweide is echt iets van
van de Gelderse geschiedenis is te vertellen, als nieuwe
vroeger. Toch wordt het verhaal op een bijzondere wijze
landgoederen die sinds het laatste decennium van de vorige
gevisualiseerd. Het terrein is weer als bleekweide ingericht,
eeuw mogelijk zijn gemaakt door specifiek beleid van de
met veel ecologie deze keer, en restanten van een washuis zijn
gemeenten en de provincie Gelderland, geven invulling
behouden. Een kunstwerk laat op verrassende wijze zien hoe
aan de identiteit van Gelderland. Dit is ook het geval nabij
het destijds werkte. Een plek om te koesteren en telkens aan
Klarenbeek, gemeente Voorst, waar tijdens een wandeling te
te doen tijdens een wandeling door het landschap.
genieten valt van ‘waterburcht en ommeland’.
Worden er nog verhalen verteld? Ja natuurlijk! Niet meer
Steden van Gelderland ontwikkelen zich voortdurend.
door een rondtrekkende troubadour, maar door media en
Binnenstedelijke opgaven, via herbestemmen en
familie en vrienden, in kroegen en theaters. En ook door het
herstructureren, staan vandaag meer op de agenda. Bij
landschap. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is zo’n landschap.
deze opgaven is de bestaande context de bepalende factor
Rijk aan verhalen, behouden door gerichte ontwikkeling.
van belang. In Doetinchem is een nieuw stedelijk milieu
In Culemborg werkt de ‘leesbaarheid’ uitstekend en worden
gecreëerd. Past dit bij Doetinchem? Er wordt in zekere zin een
de gebouwen en plekken gelukkig opnieuw en vredelievend
nieuwe identiteit toegevoegd aan het stedelijke leven van
gebruikt. Een atelier voor de keramiste. Identiteit uit klei.
deze Achterhoekse stad. Vanaf het dakterras is het met volle teugen genieten van een nieuw imago.
Maar een stad vertelt ook graag. Geschiedenisboeken dik,
Wat is het imago van Doorwerth, gemeente Renkum? Het is
krantenedities vol. En als revitalisering en herstructurering
een woondorp in de nabijheid van Arnhem op de rand van het
in de binnenstad moet plaatsvinden, dan is het goed om
Veluwemassief. Een woonwijk voldeed niet meer. Er waren
ontwerpaanleidingen te vinden in het stedelijke verhaal.
ambities voor iets nieuws. Een nieuw eigentijds woonmilieu
Het nieuwe voegt zich goed in het oude stedelijke weefsel.
verscheen, duurzaam en toekomstgericht. Wat is gebleven zijn
Kijk maar in Nijmegen waar door een teruggrijpen op sfeer
de hoge bomen en de verwijzingen naar enkele grafheuvels. De
en historiciteit, gecombineerd met eigentijdse stijlmiddelen
sfeer van de Veluwe blijft tastbaar. Het imago van het dorp is
een identiteit wordt geschapen, die - als onderdeel van
opgepoetst.
city-branding - aantrekkelijk is voor bezoekers, passanten, ondernemers en bewoners.
10
Bouwen aan identeit
11
Bouwen aan identeit
Bijna iedereen in Gelderland kent het Lunterse vrouwtje. Ze staat inderdaad in Lunteren, gemeente Ede, op het Nieuwe Erf, nabij de muziektent. Ze is sinds de jaren zeventig het resultaat van het positieve saldo van de Oud Lunterse Dagen, volksfeest met hang naar nostalgie, het gebruik van dialect en klederdracht. Het vrouwtje verschijnt meer in het straatbeeld; ook in de nieuwe doelmatige en ingetogen gebruiks- en belevingsruimte van het centrum. Zij is een sterk beeldmerk geworden voor Lunteren. Een imago waar bewoners en bezoekers zich mee verbonden voelen.
Dit zijn (niet) zomaar tien voorbeelden van bouwen aan
Bij het schrijven van dit essay heb ik gebruik gemaakt van enkele
dagen stuk voor stuk uit om ruimtelijke initiatieven altijd
- De Gelderse IDentiteitsfabriek, een uitgave van Gelders Genootschap
identiteit en Gelderland heeft er natuurlijk veel meer! Ze
bronnen: (2009)
te laten landen op een bed van ‘streekeigenheid, verhaal en
- Brochure: Vakmanschap is bouwmeesterschap, provincie Gelderland
meer nog met een goed gevoel voor wat onze tijd verlangt en
- Eigenheid door verscheidenheid, of: identiteit in meervoud, van A.
imago’. Soms met een oude ansichtkaart in de hand, maar vraagt.
(2009) Grootveld en E. Klerkx, uit Atlantis (tijdschrift voor stedenbouw), jaargang 14 nr. 2, januari 2003 - Identiteit, panorama en piste, van E. Hulsbergen, uit Atlantis (tijdschrift voor stedenbouw), jaargang 14 nr. 2, januari 2003
Elbert van der Linden
- Streekeigenheid, a way of life, van M. Nolden, Freelandschap in Utrecht
programmamanager ruimtelijke kwaliteit
- Een verkenningstocht naar ruimtelijke kwaliteit van provincies -
provincie Gelderland
(2011), i.o.v. provincie Gelderland Expeditie Mooi -, Interprovinciaal Overleg (2010)
12
Bouwen aan identeit
13
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
De Metaalbuurt in Apeldoorn is een goed voorbeeld van de eerste sociale woningbouw in Nederland. De wijk dreigde echter te vervallen en sloop was een voor de hand liggende optie. In een gezamenlijk project van Woningcorporatie De Goede Woning, provincie Gelderland en de gemeente Apeldoorn werd de wijk aangepakt.
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn Uitgekiende balans tussen oorspronkelijk en nieuw
Er werd nieuwbouw gepleegd in het verlengde van de oorspronkelijke tuindorpstijl. Maar ook de openbare ruimte en de bestaande woningen werden opgeknapt met behoud van
hun oorspronkelijke identiteit. De Metaalbuurt maakt onderdeel uit van een gemeentelijk beschermd stadsgezicht, de gerenoveerde woningen zijn aangewezen als gemeentelijke monumenten.
Renovatie met behoud van het oorspronkelijke karakter In de Metaalbuurt stonden betrekkelijk kleine woningen - vrijstaande en twee-onder-een-
kapwoningen - elk op een relatief ruim kavel, waardoor de bewoners konden voorzien in hun eigen groenten en andere levensmiddelen. De renovatie betrof 118 woningen van zeer veel uiteenlopende types. Elke woning is weer net anders, qua indeling en opzet. De uitbouw die hoorde bij de renovatie is voor elk type woning op maat gemaakt, afhankelijk van de architectuur, beschikbare ruimte en inpasbaarheid.
Henry Huiskamp, stedenbouwkundige van de gemeente Apeldoorn: ‘Met de uitbreiding
van de woningen aan de achterzijde zijn de oorspronkelijke openheid en transparantie bewaard gebleven. Daarbij hebben we in de openbare ruimte oude grindbermen en de
oorspronkelijke adresbomen die hoorden bij elke woning teruggebracht. Het is gelukt om de woningen door de uitbouw, een duurzame levensloopbestendige plattegrond te geven met een goed woonoppervlak. Zonder de uitbouw waren deze woningen veel te klein geweest,
en hadden we kunnen wachten op allerlei vreemde aanbouwsels, wat het beeld zou kunnen verstoren.’
De balans tussen openbare ruimte, architectuur en stedenbouwkundige opzet is hier
heel goed gelukt, op een sobere, terughoudende manier. De buurt heeft het oorspronkelijke
karakter behouden, ondanks de vernieuwing. Henry Huiskamp: ‘Het voelt alsof je teruggaat
in de tijd. De bewoners voelen dat ook. Het heeft een soort ontspannenheid die heel erg dorps is. Dat maakt dat het een heel uniek buurtje is gebleven.’
14
Bouwen aan identeit
15
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
De nieuwbouw
Goede reacties en breed draagvlak
In het nieuwbouwdeel is de stedenbouwkundige opzet ontworpen volgens het
De nieuwbouw en de restauratiewoning leverden nauwelijks verschillende reacties
nieuwbouw aan de Aluminiumweg, appartementen over drie lagen. Daar stonden
maatschappelijke achtergrond bij elkaar. Het is een heel gemêleerde buurt geworden. De
oorspronkelijke patroon. De nieuwbouw bestaat uit twee onderdelen: de gestapelde
op. De hele wijk is sterk opgewaardeerd. En er wonen nu mensen van uiteenlopende
oorspronkelijk een aantal vrijstaande woningen. Het overige deel van de nieuwbouw, de
mensen wonen er met veel plezier, zowel in de nieuwbouw als in de bestaande bouw.
tweekappers en de drieslagen, volgt het oude stedenbouwkundige patroon, met diezelfde
openheid.
Henry Huiskamp: ‘De corporatie heeft bij de nieuwbouw geen verdichting toegepast,
heel goed gevallen bij de mensen die zorg nodig hebben, of die te oud zijn om in hun oude
we hebben ons laten inspireren door de oorspronkelijke verkaveling. Zo zijn de wijkende
huis met grote tuin te blijven wonen. Deze mensen konden zo toch in hun buurt blijven
rooilijnen overgenomen en zijn de bouwblokken op de hoeken gedraaid. Waar vanuit de
wonen, met uitzicht op hun oude woning.’
efficiency en vanuit het uitgeven van gronden misschien een andere keuze werd verwacht, is juist geprobeerd de verwijzing naar het oorspronkelijke blijvend te maken.’
Henry Huiskamp: ‘Renovatie en nieuwbouw worden beide heel erg gewaardeerd. Dat
komt door de ruime verkaveling en de goede woningplattegrond. De appartementen zijn ook
Geen alleenstaande buurt
In de architectuur van de nieuwbouw is op een moderne, hedendaagse manier een
woning ontworpen met mooie materialen. Het kleurgebruik - het oranje van de pannen - en
De Metaalbuurt is nooit als alleenstaande buurt gezien. De buurt maakt onderdeel uit van
monumenten.
het plan Zuid-Vooruit waarin de zelfredzaamheid van de burger meer centraal staat. In het
het verlagen van de gootlijnen zorgen voor een kleinschaligheid die weer die aansluit bij de
het Masterplan Zuid (1997), een grootschalige aanpak voor de hele wijk Zuid, opgevolgd door
Henry Huiskamp: ‘Aan de achterzijde van de woningen is de goot juist weer opgetrokken
Masterplan Zuid is altijd gestreefd naar een goede verdeling van de voorzieningen in de hele
om een fatsoenlijk woonprogramma te maken. Want dat is de keus: je kunt de identiteit
wijk Zuid. Denk aan de eerstelijnshulp, maar ook winkelcentra en dergelijke.
en de monumentale kwaliteiten koesteren, maar het gaat uiteindelijk om te komen tot een
duurzaam product, dat geloofwaardig is op de lange termijn.’
de sociale structuur van de buurten. De sociale problematiek van Zuid is nooit aanleiding
geweest om fysiek te herstructureren. Daarvoor is een sociaal plan van kracht. Daarnaast
De bewoners betrekken
wordt ingezet op een breder aanbod van woningen, zodat een wooncarrière binnen Zuid ook
Er is veel contact geweest met de bewoners. Al in de jaren zeventig waren de eerste
mogelijk is.’
sloopplannen. Daartegen kwamen de mensen in opstand. In de jaren negentig herhaalde dat
zich. Door de sociale cohesie in de wijk ontstond bijna als vanzelf een buurtplatform. Daar
En dat heeft resultaat, want een recent leefbaarheidsonderzoek geeft aan dat het steeds
beter gaat met Zuid, waar de Metaalbuurt onderdeel van uitmaakt. Dat is mede de verdienste
heeft de woningcorporatie vaak mee gesproken. De bewoners hebben hun wensen geuit en
van de bewoners, maar ook van de gemeenschappelijke aanpak van de drie verschillende
kregen een terugkeergarantie.
Henry Huiskamp: ‘Zuid is een naoorlogse woonwijk, samengesteld uit buurten met een
eigen identiteit. Daar willen we dichtbij blijven, ook in de plannen voor de stedenbouw en
binnenstedelijke woningbouwcorporaties, wisselwerk, de wijkraad, de gemeente en andere
Door actief mee te denken in de wensen van de bewoners heeft de corporatie een goed
sociale partners.
product laten ontwikkelen. Ook is er een proefrenovatiewoning gemaakt, aan de Staalweg, met een uitbreiding met een platte afdekking. Henry Huiskamp: ‘Wat opviel, was dat de
aanbouw te dominant werd ten opzichte van het kleinschaliger hoofdgebouw. Dat gaven
de bewoners zelf ook aan. Hierop volgde een interactieve zoektocht, geleid door de architect maar ook met de bewoners, die resulteerde in het plan dat nu voorligt.’
Uiteindelijk is het ontwerp bijgesteld. Het platte dak verviel en werd vervangen door een
hellend dak - ook veel onderhoudsvriendelijker. Henry Huiskamp: ‘Daarmee konden wij
de nok op hoogte brengen, zodat de binnenruimte op een goede hoogte zat. Maar door de
goot lager te maken, konden we de kleinschaligheid van het hoofdgebouw doorzetten. Zo ontstond er een betere balans.’
16
Bouwen aan identeit
17
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
18
Bouwen aan identeit
19
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
20
Bouwen aan identeit
21
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
‘Want dat is de keus: je kunt de identiteit en de monumentale kwaliteiten koesteren, maar het gaat uiteindelijk om te komen tot een duurzaam product, dat geloofwaardig is op de lange termijn.’ Henry Huiskamp
22
Bouwen aan identeit
23
Renovatie van de Metaalbuurt in Apeldoorn
24
Bouwen aan identeit
25
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
De westzijde van Culemborg is al eeuwenlang een leeg en nat gebied: het is “het putje van de Betuwe”. In dat gebied ligt de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In een deel ervan breidt de stad naar het westen uit met een nieuwbouwwijk. Door afspraken met het Rijk over het inperken van de nieuwe woonwijk blijven het waardevolle open landschap en de cultuurhistorische waarden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in stand. Deze krijgen binnen de plannen de aandacht en de ruimte die ze verdienen. Slimme inzet van middelen en samenwerking tussen gemeente, Rijk, provincie, ontwikkelaar en andere betrokken partijen maken dit mogelijk.
Gebieds ontwikkeling Culemborg-West Culemborg maakt de Hollandse Waterlinie zichtbaar en beleefbaar
De gebiedsontwikkeling Culemborg-West omvat uitgekiende ruimtelijk plannen voor de
nieuwbouw en bijzondere ontwerpen waarin het landschap, de natuur, cultuurhistorie,
kunst, water en recreatie elkaar en de identiteit van het gebied versterken: Molenkade, Werk aan ‘t Spoel, het Waterliniepad en Diefdijk Noord.
Hollandse Waterlinie Sander Booms, beleidsadviseur stadsontwikkeling van de gemeente Culemborg, mede verantwoordelijk voor gebiedsontwikkeling Culemborg-West: ‘De Nieuwe Hollandse
Waterlinie was een verdedigingslinie in Nederland, bedoeld om de vijand tegen te houden. Vooral met inundaties, open gebied dat onder water gezet kon worden. De forten werden gebouwd om de zwakke plekken in de waterlinie af te dichten.’
De uitbreiding van Culemborg naar het westen met de grote nieuwbouwwijk Parijsch
vormde een bedreiging voor dit waardevolle cultuurhistorische landschap. Het gebied biedt nu ruimschoots plaats voor het schootsveld van de forten, de ruime zichtlijnen die bij de
Hollandse Waterlinie horen en voor de grote waterpartijen die naar de militaire inundaties verwijzen.
Schootsvelden, zichtlijnen, water In het ruimtelijk ontwerp van Culemborg-West is de historie overal zichtbaar: de
schootsvelden, de zichtlijnen en het water. Sander Booms: ‘Daar komt nog bij dat we het
militaire landschap van vroeger met kleine dingen tastbaar maken. Mooi voorbeeld zijn de
oude tankversperringen. Zichtbaar zijn de aspergeversperringen en de tetraëders, vreemde
puntige betonnen driehoeken, die op de weg werden gehesen en groepsgewijs met kettingen aan elkaar verbonden als versperring voor de vijand. Of denk aan de oude inundatiekanalen die nu volgegroeid zijn met riet. Dat riet halen we weg en we maken de kanalen weer
zichtbaar en beleefbaar. Zo is zichtbaar hoe de versperring er uitzag, zowel in tijden van oorlog als in tijden van vrede.’
26
Bouwen aan identeit
27
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
Werk aan ‘t Spoel
Het Waterliniepad dat door het gebied loopt, bestaat uit paden die verschillende
onderdelen van de waterlinie met elkaar verbinden. Het bestaande langeafstandspad, dat
Bij Werk aan ‘t Spoel gaat het ook om een fysieke ingreep die een sociale en
landschap. Er is een pontje met aanlegsteigers bij de forten langs de Lek, dat de recreatieve
uit Culemborg heeft dit werk - een andere naam voor een klein fort - een publieke functie
nog voor een groot deel over asfalt liep, gaat over nieuwe routes door het karakteristieke
cultuurhistorische betekenis heeft voor het gebied. Op initiatief van een groep burgers
route ook over het water laat lopen.
gekregen en is het zo ingepast in de omgeving dat de geschiedenis van het gebied zichtbaar
Sander Booms: ‘We hebben nog niet alle wandelpaden kunnen realiseren, maar ze
en beleefbaar wordt. De bewoners exploiteren inmiddels als stichting het fort.
staan in ieder geval wel in de plannen. Op vele plekken, bijvoorbeeld bij het Molenkade-
gebied, is informatie beschikbaar. Het forthuis van Werk aan ‘t Spoel wordt ingericht als bezoekerscentrum. En bij de markante objecten, zoals de tankversperring staan borden,
van de waterlinie. Een amfitheater en een gerestaureerde genieloods bieden plaats voor
onder meer met historische foto’s en uitleg. Het blijft een ontdekkingstocht waarop veel te
nieuwe maatschappelijke functies, onder meer voor lokale organisaties.
beleven en te zien is.’
Gemeente en de bewonersinitiatiefgroep hebben samen met de ontwerpers dit project
vormgegeven. Ze hebben ervoor gezorgd dat bezoekers van het forthuis zicht krijgen en
houden op de kenmerkende onderdelen van het waterlinielandschap, door panorama’s op de
De Molenkade
Lek, de omliggende forten, de kogelvanger en de Diefdijk.
De Hollandse Waterlinie was een geheimzinnig leeg gebied. Veel militaire onderdelen van
de waterlinie waren decennialang verborgen en onzichtbaar voor de mensen. Sander Booms:
Sander Booms: ‘De zichtlijnen verwijzen naar de schootsvelden van de forten. Vroeger
moesten de huizen die in die schootlijnen stonden deels of geheel van hout zijn, afhankelijk
‘We willen de vroegere functies zichtbaar en beleefbaar maken. Zoals in het Molenkade-
van de afstand tot de kanonnen op de forten, omdat deze in tijden van oorlog afgebroken
gebied, waar we de historische vakkenstructuur van het landschap weer zichtbaar hebben
moesten worden, zodat de kanonnen eroverheen konden schieten. In die schootsvelden
gemaakt en waar we de inundatie in beeld brengen door pal tegen de hoofdverdedigingslijn
wordt ook nu niet gebouwd: bij de nieuwbouw blijft de oude openheid bewaard.’
van de waterlinie, de Diefdijk en de A2 een waterberging met veel natuur op te nemen.’
De oorspronkelijke vorm van het fort is op een nieuwe manier zichtbaar en beleefbaar
gemaakt: als een grassculptuur met uitkijkpunten in de fortwallen over het fraaie landschap
Samenhang en duurzaamheid
Veel projecten in de waterlinie richten zich op de forten. Het project Molenkade wil
juist het landschap van de waterlinie zichtbaar maken en hergebruiken door de voormalige
De ontwikkeling van het hele gebied is mogelijk en haalbaar geworden doordat de vele
project Nieuwe Hollandse Waterlinie, een nationaal voorbeeldproject dat is voorgedragen als
natuur, recreatie en cultuurhistorie elkaar. In het woningbouwproject Parijsch Zuid betreft
inundatievelden opnieuw in te richten. Daarmee draagt Molenkade bij aan het nationale
functies gecombineerd worden. In de Molenkade ontmoeten en versterken de functies water,
UNESCO werelderfgoed.
het de combinatie tussen wonen, water en landschap die zorgt voor synergie. In Werk aan
‘t Spoel zijn het voornamelijk cultuurhistorie, kunst, architectuur en landschap die elkaar versterken.
Designprijs voor Bunker 599
Onderdeel van de Molenkade is de doorgezaagde bunker, een kunstproject dat de Dutch
Bij de gebiedsontwikkeling Culemborg-West worden meerdere op zichzelf staande
projecten met elkaar in samenhang gebracht in een totaalaanpak die het westelijke
Design Award 2011 kreeg in de categorie Ruimtelijk. Sander Booms: ‘Door één bunker open
buitengebied als geheel versterkt en de waterlinie zichtbaar en beleefbaar maakt. De
te zagen, wordt het geheim van de overige vierhonderd gesloten bunkers in het gebied
projecten maken het bijzondere landschap van Culemborg-West herkenbaar en geven het een
ontsloten. Dwars door de opengezaagde bunker loopt, vanaf de Diefdijk, een pad naar de
eigen identiteit.
waterkant. Het lijkt vanuit de bunker gezien alsof dit pad het water inloopt. In werkelijkheid buigt het pad af, over een graskade. Deze optische illusie verwijst naar de oude zichtlijnen die het inundatiegebied ingaan.’
De doorgezaagde bunker, Bunker 599, is een publieke attractie voor mensen die het
gebied bezoeken, maar ook voor automobilisten op de A2 die het object kunnen zien. Bunker 599 laat zien hoe de overige 400 bunkers er van binnen uitzien. De rij dubbele palen waarop het pad door de bunker uitloopt, staat op inundatiehoogte. Zo kunnen bezoekers zien en beleven wat de functie van de waterlinie was.
28
Bouwen aan identeit
29
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
30
Bouwen aan identeit
31
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
32
Bouwen aan identeit
33
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
‘We willen de vroegere functies zichtbaar en beleefbaar maken.’ Sander Booms
34
Bouwen aan identeit
35
Gebiedsontwikkeling Culemborg-West
36
Bouwen aan identeit
37
Het Lookwartier in Doetinchem
Het Lookwartier is een nieuw compact stedelijk gebied, met de nieuwe schouwburg Amphion, direct tegen het centrum van Doetinchem, dat aansluit op het verkeersvrije openbaar gebied, de bioscoop en het uitgaanscentrum. Met appartementen en stadswoningen voor mensen die kiezen voor wonen in de stad.
Het Lookwartier in Doetinchem Cultuur en kwaliteit van de binnenstad
Op de plek van de voormalige busremise en het voormalige parkeerterrein staan nu
stadswoningen. Woningcorporatie Sité Woondiensten, de gemeente Doetinchem en
zes verschillende architecten tekenden voor dit plan waarin sociale huurwoningen en koopwoningen een plek vinden.
Verbinding met cultuur Wim Beijer, projectleider van de gemeente Doetinchem: ‘Kernwoorden voor het Lookwartier zijn kwaliteit en cultuur. De nieuwe schouwburg Amphion maakt een belangrijk onderdeel van de wijk uit en het Lookwartier is ook verbonden met de reeds bestaande culturele
instellingen, zoals de Gruitpoort aan de overkant van de weg, een klein theater, de bioscoop ernaast, en het uitgaanscentrum dat op korte afstand ligt. Die elementen hebben bepaald hoe wij het Lookwartier wilden inrichten.’
Met het Lookwartier krijgt het centrum van Doetinchem een kwaliteit die het nog niet
kende: grote stadswoningen op een relatief klein oppervlak. Wim Beijer: ‘Stadswonen staat voor luxe wonen met relatief veel vierkante meters gekoppeld aan een kleine “footprint”, het grondbeslag van de woning. Dat is een nieuw concept dat we hier wilden toepassen,
omdat onze doelgroep zich sterk interesseert voor cultuur, uitgaan in de stad en de andere mogelijkheden die de stad biedt.’
Urban Professionals De leefstijl van de bewoners van het Lookwartier sluit aan bij hun directe leefomgeving. Het
zijn voor een groot deel mensen die beiden een baan hebben. Wim Beijer: ‘Deze zogenaamde
“urban professionals”, ook wel moderne hedonisten genoemd, zijn niet geïnteresseerd in een huis met een tuin, maar zijn sterk gericht op het leven in de stad.’
De stadswoningen met de voordeur aan de straat en met extra ruimte op de begane grond
voor bijvoorbeeld werken aan huis, bieden voor deze doelgroep een woongelegenheid die
Doetinchem voorheen niet had. De grote woningen hebben twee of vier woonlagen, met
38
Bouwen aan identeit
39
Het Lookwartier in Doetinchem
veel leefruimte. Ze zijn individueel ontworpen en hebben elk een eigen karakter, vorm en
Korvinus, voorzitter van de ontwerpateliers, kregen zij de opdracht om een plan te maken
aansluiting op de bestaande woonmilieus.
ligging.
voor wonen in het centrum, naast het nieuwe Amphion, boven een grote parkeergarage, met
Maar daarnaast heeft het Lookwartier ook sociale woningbouw. Omdat de gemeente en
de corporatie ook aan mensen met een lager inkomen een woonplek in de binnenstad willen
bieden.
gekomen. Daar werd een nieuwe locatie voor de schouwburg gezocht. Wim Beijer: ‘De
ontsluiting van het gebied en de ligging van de schouwburg ten opzichte van de Gruitpoort en het centrum waren sterke argumenten om het Lookwartier juist hier te ontwikkelen.
Ruimzicht, de oude stadssingel
Daaruit is de combinatie van wonen en cultuur voortgekomen.’
De Ruimzichtlaan, onderdeel van het Lookwartier, vormt de overgang tussen het compacte eeuwse stadssingels. Met een brede middenberm, bomen, groenstroken en hagen is het een
Lookwartier. Bij het opstellen van het stedenbouwkundige plan voor het Lookwartier zaten
ruime en rustige verbinding die door het Lookwartier loopt. Het gebouw Ruimzicht, dat aan
de initiatiefnemers met een tijdklem, omdat de schouwburg in 2010 gesloten zou worden
de kop van de Ruimzichtlaan staat, is uit begin 1900 en heeft een lange historie. Wim Beijer:
omdat deze niet meer voldeed.
‘De laatste functie van het gebouw was die van onderwijslocatie, van het Rietveldcollege, dat nu een nieuw gebouw heeft neergezet, achter Ruimzicht.’
Wim Beijer: ‘Dit betekende dat we het hele plan, de onderhandelingen en de uitvoering
in drie jaar zouden moeten uitvoeren. En dat is de reden waarom we niet vooraf een
Ruimzicht is het eerste deelproject van het Lookwartier. Er zit nu een hotel in. Wim
stedenbouwkundig plan konden maken. Daarom hebben we het stedenbouwkundige plan
Beijer: ‘Ruimzicht is een goed voorbeeld van hergebruik. Het staat nu als boegbeeld voor
samen met de ontwikkelaar vormgegeven. Omdat wij daarbij een hoge kwaliteit en veel
de wijk. Ook omdat de Ruimzichtlaan, de grote weg die door het gebied loopt, uitkijkt op
variatie wilden, hebben we verschillende architecten bij het plan betrokken.’
Ruimzicht en het park. Die laan is een kenmerkend element voor de kwaliteit die we met het
Lookwartier wilden halen, ook omdat groen een belangrijke rol speelt in het plan.’
De wens om hier woningen te bouwen en de wens om hier ook de schouwburg te
ontwikkelen, waren de twee drijvende krachten voor het uiteindelijke plan voor het
stedelijke wonen en het ontspannen wonen. Deze laan is geïnspireerd op de negentiende-
Het globale idee voor het Lookwartier is in het forum van het Schil-project tot stand
Wim Korvinus leidde de planontwikkeling als kunstenaar en omgevingsarchitect.
Wim Beijer: ‘We kozen voor Korvinus omdat we voorzagen dat het ofwel een puur
Het Lookwartier maakt onderdeel uit van het Schilproject, een centrum met een ring
stedenbouwkundige discussie zou worden, ofwel een puur architectonische. Korvinus
met veel groen, tot in de stad. Wim de Beijer: ‘Daarvoor hebben we aan de Ruimzichtlaan
kon vanuit zijn achtergrond heel goed als verbindende schakel optreden als voorzitter van
robuuste bomen aangeplant, zodat het groen dat aan vier zijden rond het centrum ligt,
de werkgroep. Zo konden zowel de stedenbouwkundigen als de architecten hun inbreng
doorgetrokken wordt naar het hart van de stad.’
leveren, om een integrale visie met hoge kwaliteit te ontwikkelen op het gebied. En daarin zijn ze geslaagd.’
Parkeren: niet op straat Alle bewoners van het Lookwartier hebben een eigen parkeerplek. Parkeren kan in de eigen garage die in de woning is, of in de bewonersgarage onder de woningen. Wim Beijer: ‘We hebben ervoor gekozen om niet op straat te laten parkeren. Dat is goed voor de veiligheid,
maar vooral ook voor het woongenot. Mensen met twee auto’s kunnen een extra plaats huren in de openbare parkeergarage.’
De architect kreeg de opdracht om de mooiste parkeergarage van Nederland te
ontwerpen en te bouwen. Het Loo is een bijzondere parkeergarage, waarmee de gemeente, de woningcorporatie en de architecten willen laten zien dat ondergronds parkeren
gemakkelijk en veilig is. Er valt veel daglicht binnen en de plekken zijn ruim, met genoeg manoeuvreerruimte omdat er geen steunpilaren zijn.
Bijzondere samenwerking Het Lookwartier is een samenwerking tussen de gemeente Doetinchem en de
woningcorporatie Sité Woondiensten. Zes architecten zijn verantwoordelijk voor de plannen: Mecanoo, Groosman Partners, Architectenforum, Rooijakkers + Tomesen, Peter Masselink en Blauwdruk Architectuur. Onder leiding van omgevingsarchitect en kunstenaar Wim
40
Bouwen aan identeit
41
Het Lookwartier in Doetinchem
42
Bouwen aan identeit
43
Het Lookwartier in Doetinchem
44
Bouwen aan identeit
45
Het Lookwartier in Doetinchem
‘Kernwoorden voor het Lookwartier zijn kwaliteit en cultuur.’ Wim Beijer
46
Bouwen aan identeit
47
Het Lookwartier in Doetinchem
48
Bouwen aan identeit
49
Herinrichting centrum Lunteren
Een onherbergzame Dorpsstraat, waar elk etmaal zo’n 12.000 auto’s doorheen reden. Een asfaltlint waar de auto heer en meester was. Op de stoepen langs die doorgangsroute lukraak uitstallingen van winkeliers, die de straat een rommelig uiterlijk gaven. Panden die in architectuur en aanblik niet bij elkaar pasten. Terrasbezoekers die de gassen van al die auto’s opsnoven. Dat is het centrum van Lunteren tot enkele jaren geleden.
Herinrichting centrum Lunteren Nostalgische toets in eigentijdse ontwerp
Na een grondige aanpak ziet de Dorpsstraat er heel anders uit. Een structuurplan, een
bestemmingsplan met een beeldkwaliteitsplan en een inrichtingsplan hebben het Lunterse centrum een heel ander aanzien gegeven.
Een nieuwe rondweg leidt het verkeer nu om het centrum heen en verbindt Lunteren
met de A30. De Dorpsstraat zelf is opnieuw aangekleed. Het asfalt is verdwenen, net als
de stoepen. Op de fietsstrook liggen donkerrode gebakken klinkers, op het wandelgedeelte anthracietkleurige basaltkeien en plaatselijk zijn er accenten van natuursteen.
Een behaaglijk winkel- en verblijfsgebied zonder auto’s. Voor die auto’s is plaats op enkele nieuwe parkeerterreinen, die aan de achterzijde van de winkels zijn aangelegd.
Meedenken en meepraten Stedenbouwkundige Rob Huizinga van de gemeente Ede, waaronder Lunteren valt, is intensief bij de herinrichting betrokken geweest. Hij maakte deel uit van het
kernteam van een brede projectgroep. Want wat het project kenmerkt, is dat allerlei groeperingen uit de Lunterse bevolking er van meet af aan over hebben meegedacht
en meegepraat. Vertegenwoordigd in zulke verschillende organen als de dorpsraad, de
middenstandsvereniging, de ondernemerssociëteit, de Vereniging Milieu en Landschap en de Vereniging Oud Lunteren.
Huizinga: ‘Voordurend hebben we als kernteam geprobeerd met de Lunterse
klankbordgroep over alle plannen overeenstemming te bereiken. Dat ging niet zonder slag of stoot, soms hadden we felle discussies. Maar het enthousiasme om mee te werken was groot.’ Een belangrijke rol heeft de verantwoordelijke wethouder van Ede gespeeld, die in Lunteren woont. ‘Hij gooide zich er met hart en ziel in, zocht mensen thuis op en zorgde ervoor dat de plannen betaalbaar werden.’
50
Bouwen aan identeit
51
Herinrichting centrum Lunteren
Strakke ordening
Terug naar vroeger
Water bij de wijn, was soms het parool. Het kernteam wilde een strakke, eigentijdse
De Dorpsstraat heeft ook een nieuw, opmerkelijk kunstwerk gekregen: ‘Meander’ van Floor
hun zin gekregen, vertelt Huizinga. ‘Op hun verzoek zijn er bijvoorbeeld antieke
Het accentueert de ontstaansgeschiedenis van het brinkdorp Lunteren, waarvan de eerste
inrichting, de bevolking koos voor een nostalgischer toets. De bewoners hebben grotendeels
van Dusseldorp. Het kunstwerk in het plaveisel markeert de oude beekloop door het dorp.
lantaarnpalen en bankjes gekomen. Maar wel binnen ons inrichtingsplan. Een eigentijds
bewoners zich vestigden op de plaats waar de beek ontsprong. De ligging van de beek is nu
plan met een sterke structuur: ingetogen, strak, met een heldere lijn. Daarin vormen de
verschoven. Zoals het wel vaker gaat bij een kunstwerk, reageerden de Luntenaren eerst
lantaarnpalen weliswaar een contrast, maar dat kan het plan goed hebben, omdat de basis
aarzelend, gaandeweg ontstond meer waardering.
ervan zo sterk is. Zo wilde het kernteam ook het beeld van het vrouwtje van Lunteren van de
brink naar elders verplaatsen. Dat was onbespreekbaar.’
Ook andere onderdelen van de herinrichting weerspiegelen de identiteit van het dorp
en zijn bewoners. Huizinga: ‘De hang naar nostalgie zien we terug in het straatbeeld. Met
De strakke ordening is ook terug te zien in de inrichting van het wandelgedeelte voor de
de straat zonder stoepen grijpen we terug op vroeger tijden. Zo zag de straat er tot 1950
winkels. Er zijn afgebakende zones voor uitstallingen, terrassen en fietsparkeerplaatsen.
eeuwenlang uit. Of neem de ligging van de kerk aan de Dorpsstraat. Die ligt schuin ten
Hierdoor hebben ook mensen in een rolstoel voldoende ruimte en kunnen ze de winkels
opzichte van de straat. Die ligging hebben we in het plaveisel van de Dorpsstraat met een
gemakkelijk binnenkomen.
schuin vlak terug laten komen. Een detail, ingetogen, zoals de Luntenaar het wil. Niet te veel toeters en bellen, basic elementen, de schoonheid van de essentie.’
Particuliere initiatieven Het enthousiasme van de Lunterse bevolking kwam tot uiting in particuliere initiatieven.
Ruimtelijke kwaliteit
supermarkteigenaar aan de brink een arcade aan de voorkant van zijn zaak. Ook andere
wel aan. ‘Gebakken klinkers gaan bijvoorbeeld twee keer zo lang mee als betonstraatstenen
Nadat de brink was heringericht en de muziektent was gerestaureerd, bouwde de
Hoewel duurzaamheid in de plannen geen hoofdthema is geweest, stipt Huizinga dit thema
winkeliers pasten hun gevels aan. Verder kwamen de winkeliers van Lunteren met een
en zijn een goedkopere investering. Verder heeft duurzaamheid ook te maken met
substantiële financiële bijdrage. Daardoor is betaald parkeren tot 2020 niet nodig, wat voor
toekomstwaarde. Als mensen iets mooi vinden zijn ze ook bereid het goed te onderhouden.’
de winkeliers weer gunstig is.
Huizinga: ‘We zien dat door de plannen een gezamenlijke dynamiek is ontstaan. Bij de
De Luntenaren zijn ingenomen met de herinrichting, concludeert Rob Huizinga. ‘Ze
hebben in het centrum geen last meer van auto’s. Ook de winkeliers zijn tevreden, ze hebben
Lunterse Dagen lopen volgens traditie mannen met een laken door de Dorpsstraat, waar het
hun omzet zien stijgen. Maar, belangrijker misschien, de bewoners hebben er zelf een
publiek geld ingooit. Met die opbrengst is een gedeelte van de restauratie van de muziektent
stem in gehad en het geadopteerd als hun eigen plan. Gebruikswaarde, belevingswaarde,
betaald. De aanloopstraten naar het centrum zijn uiteindelijk ook aangepakt. Die behoorden
toekomstwaarde en draagvlak bij de gebruikers, dat is ruimtelijke kwaliteit. Dat geldt zeker
strikt genomen niet tot het oorspronkelijke plan, maar zijn ook heringericht om het beeld te
voor dit plan.’
completeren.’
Beeldkwaliteitsplan De plannen schrijven voor het centrum nadrukkelijk de combinatie wonen-werken voor. Dat zorgt ook ‘s avonds voor levendigheid. Het beeldkwaliteitsplan bepaalt voortaan hoe nieuwbouw eruit gaat zien. Dat plan houdt rekening met de waarden die de Lunterse
bevolking graag ziet. Zo gaan enkele gebouwen in de Dorpsstraat tegen de vlakte, die daaraan niet voldoen.
Het gaat om klassieke waarden in een modern architectonisch ontwerp, met aandacht
voor schaal en goede detaillering, vat Huizinga samen. ‘Een goed voorbeeld is het gebouw
de Vijverhof. Een nieuw pand met dorpse bebouwing: aardse tinten, een flinke kap, rijzige
vensters, diepliggende kozijnen, een grote lijst. Details die het gebouw tot leven brengen en tegemoetkomen aan de wens van de dorpelingen.’
52
Bouwen aan identeit
53
Herinrichting centrum Lunteren
54
Bouwen aan identeit
55
Herinrichting centrum Lunteren
56
Bouwen aan identeit
57
Herinrichting centrum Lunteren
‘De hang naar nostalgie zien we terug in het straatbeeld. Met de straat zonder stoepen grijpen we terug op vroeger tijden. Zo zag de straat er tot 1950 eeuwenlang uit.’ Rob Huizinga
58
Bouwen aan identeit
59
Herinrichting centrum Lunteren
60
Bouwen aan identeit
61
Botterwerf in Elburg
Elburg is een pittoresk stadje, dat vroeger aan de Zuiderzee en het IJsselmeer lag. Het historische centrum, binnen de stadsmuren, is volgens een middeleeuws stratenplan aangelegd. Binnen de stadsmuren lopen de straten volgens een schaakbordpatroon, gestoeld op de Romeinse stedelijke structuur. Maar wie Elburg zegt, zegt eigenlijk vissersplaatsje. Eeuwenlang zijn de botters, bonzen, pluten en kotters met vis de haven binnengevaren. Sinds 2010 heeft Elburg weer een botterwerf, op de enige plaats die daar vanuit de historie voor in aanmerking komt.
Botterwerf in Elburg Werkplaats, museum en toeristische trekpleister
Al sinds de Middeleeuwen voeren de vissers van Elburg uit naar de Zuiderzee. De visserij
en aanverwante bedrijven als een scheepswerf zorgden voor de inkomsten van de stad. De
afsluiting van de Zuiderzee en de inpoldering daarna hadden ingrijpende gevolgen voor de Elburgers. ‘In 1956 is de polder afgesloten, en daarmee is de visserij grotendeels uit Elburg
verdwenen’, legt Henk Hulst uit. ‘We hebben nu nog maar twee vissers op het IJsselmeer en de Randmeren.’
De laatste bons Henk Hulst is voorzitter van de Stichting tot Behoud van Elburger Botters. De stichting is de drijvende kracht achter de ontwikkeling van de botterwerf. ‘In 1975 zijn we met de stichting
begonnen, toen hebben we de laatst vissende botter opgekocht. We wilden die bewaren, om het nageslacht te laten zien hoe het er vroeger in de visserij aan toe ging. In 2001 hebben we de laatste bons in Nederland overgenomen van het Zuiderzeemuseum, die kwam
oorspronkelijk ook uit Elburg. Nu hebben we zeven botters in eigen beheer, die allemaal moeten worden gerestaureerd en bijgehouden. Eigenlijk is het een uit de hand gelopen hobby.’
Historische plek De stichting beschikte eerder over een loods, elders in Elburg. Die omstandigheden waren niet geschikt en daarom zocht ze al een tijdje naar een andere locatie voor een echte
botterwerf, direct aan het water. Even was ‘het dijkje’ serieus in beeld, een verhoogde plek
tussen de havenkom en de parkeerplaats. Tegen dat plan bestond bij de Elburgers echter veel weerstand.
In 2006 deed zich een onverwachte kans voor. De scheepswerk van Balk in de haven kwam
vrij. Balk vertrok met zijn werkzaamheden naar Urk. Hulst: ‘Op die plek heeft dat bedrijf
meer dan tweehonderd jaar gezeten. Scheepswerf Balk is een begrip in Elburg. Voor ons was het een unieke mogelijkheid om op een historische plek onze botterwerf te bouwen.’
62
Bouwen aan identeit
63
Botterwerf in Elburg
Kloek gebouw
watergebonden functie, die beter bij deze omgeving passen. Aan het begin van het kanaal
De oude werf van Balk was niet bepaald een toonbeeld van schoonheid, merkt Hulst op. Het
komt een hotel, om de ingang naar Elburg te markeren.’
was een bedrijfsgebouw van staalplaat. De opdracht aan de architect van de botterwerf luidde
dan ook: maak een ontwerp dat past in de ambiance van de haven. ‘De haven en de vesting
zijn beschermd stadsgezicht. De botterwerf is niet direct historiserend gebouwd. Er staat nu
andere deel komt een evenemententerrein met een slechtweervoorziening, goed voor een
een kloek gebouw, dat in materiaal en kleurstelling past bij de rest van de haven.’
onbelemmerd zicht op de haven. In 2015 is alles af, voorspelt Polinder.
Voor de bouw heeft de stichting met veel vrijwilligers de handen uit de mouwen
gestoken. ‘Het gebouw is casco opgeleverd en geheel door onze vrijwilligers afgebouwd en
Animo bij scholieren
ingericht. De buitenkant is van larikshout. We hebben dat hout zelf gezaagd en geschilderd.’
Toerisme heeft in Elburg gaandeweg de rol van de visserij overgenomen. Dat is goed te zien
tijdens de jaarlijkse botterdagen in september. Bijna alle botters die Nederland rijk is, varen
Opleiding vaklieden
dan de haven van Elburg binnen: meer dan zestig botters, met zo’n duizend deelnemers. De
De botterwerf is multifunctioneel. Het is een erkende leerlingwerkplaats, waar botters
talrijke toeristen ervaren aan den lijve waar Elburg het ooit van moest hebben.
worden opgeknapt. Daarvoor worden vaklieden opgeleid, waardoor in Elburg het ambacht
van scheepsbouwer en scheepstimmerman blijft bestaan. Hulst: ‘Een botter restaureren is
Met al die aanpassingen aan de haven, de botterwerf voorop, laat Elburg zijn historische
identiteit zien. Niet alleen bedoeld om toeristen te trekken, merkt Elburger in hart en nieren
het moeilijkste timmerwerk dat er is. Als je dat kunt, kun je alles: restaureren, een molen,
Henk Hulst op. ‘We willen de band met het water en dus ook de haven behouden. Dat zal vast
de kap van een antiek huis, noem maar op. Zo’n timmerman heeft dus een grote kans op
lukken. Iedere Elburger wil aan de haven wonen. De jongeren misschien nog wel liever dan
werk.’
Aan de haven zelf wordt ook nog gesleuteld. Zo wordt de parkeerplaats aan de haven
verlegd en uit het zicht geplaatst. Een deel ervan wordt heringericht als jachthaven. Op het
de ouderen, die herinneren zich ook de vervelende kanten van de visserij. Ook de scholieren
De werf fungeert ook als museum en toeristische trekpleister. De bezoeker kan het
willen we vertrouwd maken met het verleden van Elburg. We nodigen hen in het museum
reparatiewerk aan de boten bekijken, verder is er een ontvangst- en expositieruimte. Ook
uit en vertellen hoe het er vroeger aan toeging. Er is veel animo voor.’
varen de botters van de stichting met de toeristen de Randmeren op.
Over belangstelling heeft Hulst niet te klagen. ‘We hebben al heel veel bezoekers rondgeleid. Iedereen uit de botter- en museumwereld is langs geweest.’
Botterwerf als katalysator De bouw van de botterwerf is onderdeel van een veelomvattend plan om het havengebied en de omgeving op te knappen. De botterwerf fungeert als katalysator van nieuwe
plannen, vertelt verantwoordelijk wethouder Jan Polinder. ‘We zijn in 2005 begonnen
met de herinrichting van de havenkade. Langs de oude haven loopt nu een boulevard, een flaneerplaats voor bewoners en bezoekers, met zitplaatsen en terrasjes. Het asfalt hebben we vervangen door klinkers. De vloedpalen zijn terug, er zijn lantaarns geplaatst en de havenkom is ingericht als ligplaats voor de historische botters. En vergeet niet de oude visafslag, die in de haven een centrale plaats heeft gekregen.’
Watergebonden functies Ook de omgeving van de haven en het Havenkanaal krijgen een nieuwe impuls. Een deel van het bedrijventerrein Kruismaten gaat op de schop. Dat bedrijventerrein stamt uit de jaren zestig, toen de werkloos geworden vissers in andere sectoren werk zochten.
Polinder: ‘Mensen die Elburg binnenvaren door het kanaal, klagen over de rommelige
entree door al die bedrijfsbebouwing. Een deel van de bedrijven aan de havenkom willen we vervangen door woningbouw met een pakhuisachtige uitstraling. Dat sluit goed aan
op het traditionele Elburg. Verder willen we aan het Havenkanaal meer bedrijven met een
64
Bouwen aan identeit
65
Botterwerf in Elburg
66
Bouwen aan identeit
67
Botterwerf in Elburg
68
Bouwen aan identeit
69
Botterwerf in Elburg
‘We willen de band met het water en dus ook de haven behouden. Dat zal vast lukken. Iedere Elburger wil aan de haven wonen.’ Henk Hulst
70
Bouwen aan identeit
71
Botterwerf in Elburg
72
Bouwen aan identeit
73
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
In de oudste stad van Nederland, Nijmegen, wordt flink gesleuteld aan de binnenstad. Een van de opvallendste resultaten tot nu toe is het nieuwbouwcomplex op de Hessenberg, een plek die historie ademt. Het terrein van zo’n anderhalve hectare beschikt nu over 180 woningen en 1000 vierkante meter winkeloppervlak.
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
In het verlengde van dit project is de Lange Hezelstraat opgeknapt. Grenzend aan de Hessenberg is deze winkelstraat met veel speciaalzaken verfraaid, met een knipoog naar het verleden.
Eigentijdse architectuur in een middeleeuwse structuur De nieuwbouw op de Hessenberg kent een lange voorgeschiedenis. In 1989 verliet
dagblad de Gelderlander het terrein. Alle gebouwen in wederopbouwstijl, die er na het
bombardement van 1944 waren neergezet, werden afgebroken. Alleen het oude weeshuis, een rijksmonument, bleef staan.
Het nieuwe plan, Flash Gordon genaamd, voorzag in een aantal hoge flats. Daar ontstond
onder omwonenden, cultuurhistorici en gemeentepolitici gaandeweg grote weerstand
tegen. De flats zouden niet in de binnenstad passen, de plannen kwamen niet tegemoet aan karakter en schaal van de omgeving, luidde de kritiek. In 2002 werd het plan afgeblazen. Er kwam een cultuurhistorisch profiel, dat de Hessenberg en omgeving in kaart bracht.
Religieuze identiteit Stedenbouwkundige Kees Teeken, maker van het bestemmingsplan voor de Hessenberg, licht de ontwikkelingen toe. ‘In het cultuurhistorisch profiel hebben we het DNA van de
Hessenberg vastgelegd. Vanaf 1400 heeft de plek heel lang een religieuze identiteit gehad,
met vooral kloosterbebouwing. We wilden dat de nieuwbouw teruggreep op de middeleeuwse stadsstructuur. Dat is eerder ook gebeurd in de Benedenstad iets verderop, die vanaf de
Waal omhoog loopt. In de jaren tachtig zijn daar eigentijdse woningen gekomen, in een middeleeuws patroon.’
Rustig woongebied in het centrum Het weeshuis, in 1638 ontstaan, maar in latere eeuwen enkele keren verbouwd, was het ijkpunt in de nieuwe plannen. Andere historische verwijzingen zijn de contouren van de verdwenen kloosters en de regentenkamer, en de zogenaamde stottergevel van de Gelderlander. Daaromheen is de nieuwe Hessenberg opgetrokken.
Eigentijdse architectuur in een middeleeuwse stedelijke structuur, zo kenschetst
Teeken de nieuwe bebouwing. ‘We hebben aangesloten op de historische binnenstad,
met nauwe straatjes, steegjes en pleinen. Aan de randen staan gebouwen van vier of vijf
74
Bouwen aan identeit
75
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
bouwlagen, oplopend tot tien in het midden. Er is een afwisseling van gemetselde donkere
Exclusieve speciaalzaken
we vanwege de financiële haalbaarheid in een grote dichtheid bouwen. Die dichtheid is
was een plan om de hele binnenstad aan te pakken. Vanaf 2006 hebben we andere ring- en
en lichte gebouwen. Omdat we het complex per se een woonfunctie wilden geven, moesten
De aanpak van de Lange Hezelstraat was onderdeel van het plan Centrum 2000. Teeken: ‘Dat
uniek voor een provinciestad als Nijmegen, die zie je alleen in Amsterdam en Rotterdam.
aanloopstraten in het centrum opgeknapt. Omdat de Lange Hezelstraat van oudsher een
belangrijke schakel is in de traditionele oost-westverbinding van Nijmegen, was het logisch
Het is een heel rustig woongebied geworden, hartje stad. Het weeshuis krijgt nog een
ook deze straat opnieuw in te richten.’
nieuwe bestemming, we denken aan een combinatie van horeca, cultuur en wonen. Verder
hopen we dat er zich meer winkels langs de Hessenberg vestigen. Allemaal goed voor de
Ondernemers en bezoekers zijn enthousiast, heeft Teeken gemerkt. ‘Niet alleen de straat
is bijzonder, ook de winkels zijn dat. Het zijn vooral exclusieve speciaalzaken, die perfect
levendigheid van de buurt.’
in de omgeving passen. Alleen het parkeren is nog lastig, maar we hebben een nieuwe parkeergarage achter de Hezelpoort vlakbij gepland.’
Hoogteverschillen De Hessenberg kenmerkt zich, net als andere delen van de Nijmeegse binnenstad, door aanzienlijke hoogteverschillen. Teeken: ‘Die hebben we geaccentueerd met trappen en
Plein 1944
toren van de Sint-Stevenskerk, aan de andere kant heb je zicht op het Kronenburgerpark,
niet voltooid. Een zeer omvangrijk project is de transformatie van het nabijgelegen Plein
glooiende lijnen. Verder hebben we gelet op zichtlijnen. Boven op de Hessenberg zie je de
Met de herinrichting van Hessenberg en Lange Hezelstraat is de Nijmeegse binnenstad nog
dat we meer bij de binnenstad wilden betrekken. De gebouwen maken het silhouet van
1944, ook een belangrijk onderdeel van de Nijmeegse oost-westverbinding.
Nijmegen ook mooier. Al van buiten de stad kun je ze zien.’
Teeken: ‘Dit plein is nogal eens van inrichting veranderd, maar altijd ongastvrij en
oncomfortabel gebleven. We maken het plein intiemer. Er komt een bouwblok tussen plein
De Hessenberg is voetgangersgebied, ingericht met natuursteen en gebakken
straatmateriaal. Op het plein voor het weeshuis staat een kunstwerk van Marinus Boezem
en busstation. Een gedeelte van de oost- en noordgevel krijgt nieuwbouw tot een hoogte
van acht tot tien bouwlagen. In de kelder, op de begane grond en de eerste verdieping komt
en is een dichtregel van de Nijmeegse dichter H.H. ter Balkt te lezen. Het parkeren voor
commerciële ruimte, daarboven komen woningen. Onder het plein komt een parkeergarage.
bewoners is opgelost met twee ondergrondse parkeergarages. Daarvoor werd een lelijke,
Eind 2013 is het project klaar. Met het nieuwe Plein 1944 krijgen we een nog betere balans in
oncomfortabele garage afgebroken. Teeken: ‘Daar zijn veel omwonenden heel blij mee.’
de binnenstad.’
Nederlands oudste winkelstraat Voor de Hessenberg heeft naast de gemeente, ontwikkelaars, architecten en
De geest van de plek
meegedacht over de plannen. Bewoners konden hun mening en wensen kenbaar maken.
waardering ook van buiten. De een na de andere gemeente komt kijken hoe we de
landschapsarchitecten ook een klankbordgroep van omwonenden van meet af aan
Teeken is ingenomen met de ingrepen in de Nijmeegse binnenstad. ‘We merken de
Bijkomend voordeel was dat tijdens de bestemmingsplanprocedure nauwelijks bezwaren zijn
Hessenberg en de Lange Hezelstraat hebben aangepakt. Een groot verschil met de vroegere
ingediend en de vaart in het proces behouden bleef.
aanpak is dat de veranderingen nu zijn ingezet vanuit de cultuurhistorie. Die speelde
Die inbreng gold ook voor de aanpassing van de Lange Hezelstraat, de oudste winkelstraat
voorheen pas in een heel laat stadium een rol.’
van Nederland. Bewoners en ondernemers ontplooiden initiatieven, winkeliers knapten uit
het gebied, het middeleeuwse karakter van de straat.
De herinrichting heeft de Middeleeuwen niet letterlijk teruggebracht, concludeert Kees
Teeken: ‘We hebben in de geest van de plek gebouwd, zonder oubolligheid of verregaande
eigen initiatief hun panden op. Ook hier was het uitgangspunt de historische identiteit van
historisering. Maar je voelt wel degelijk de verbondenheid met de oude stad.’
De Lange Hezelstraat herkreeg het oude profiel: een straatje met twee stoepen, op één
niveau. Daarvoor werden gebakken klinkers en natuursteen gebruikt. Nieuw straatmeubilair maakt de inrichting nu rustiger en overzichtelijker. Ook kunnen bezoekers niet langer
lukraak hun fietsen kwijt. De gevels van de historische panden worden met led-verlichting aangestraald.
76
Bouwen aan identeit
77
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
78
Bouwen aan identeit
79
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
80
Bouwen aan identeit
81
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
‘We hebben in de geest van de plek gebouwd, zonder oubolligheid of verregaande historisering. Maar je voelt wel degelijk de verbondenheid met de oude stad.’ Kees Teeken
82
Bouwen aan identeit
83
Herinrichting westflank Nijmeegse binnenstad
84
Bouwen aan identeit
85
DRU industriepark in Ulft
De DRU was een van de eerste industriële bedrijven van Nederland en groeide uit tot een ijzergigant. Vooral na de Tweede Wereldoorlog beleefde de DRU hoogtijdagen: bijna elk Nederlands gezin had wel een product van DRU in huis: een badkuip, een geiser, een kachel, maar vooral een oranje geëmailleerde braadpan.
DRU industriepark in Ulft
De popzaal in de huidige DRU Cultuurfabriek getuigt daar nog van: bezoekers kunnen voor hun consumpties terecht bij de oranje emaille bar. Die DRU Cultuurfabriek is een van de vele nieuwe functies in het industriële erfgoed.
Een ijzeren geschiedenis
De ‘DRU’ in het Achterhoekse Ulft kent een lange geschiedenis. Ze is de bakermat van de Nederlandse ijzerindustrie. Mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van oer, sterk ijzerhoudende grond. Een van de Ulftse buurtgemeenschappen heet zelfs Oer.
Al in 1745 begon de DRU (Diepenbrock en Reigers te Ulft) de industriële vervaardiging
van ijzerproducten, aan de oevers van de Oude IJssel. Het dorp Ulft - nu onderdeel van de
gemeente Oude IJsselstreek - is om de DRU heen gebouwd. Uit elke Ulftse familie heeft wel iemand bij de DRU gewerkt. In de succesvolste periode, de jaren zestig van de vorige eeuw, werkten er 1600 mensen.
Rijksmonumenten Eind jaren negentig werd duidelijk dat continuering van de fabriek niet mogelijk was. Sloop was echter niet aan de orde. Inmiddels hadden zeven van de gebouwen op het terrein de
status van rijksmonument gekregen. Die zeven gebouwen kregen een andere bestemming. Een aantal daarvan is klaar, sommige staan nog in de steigers, vertelt gebiedsregisseur
Eus Lionarons. ‘Het Portiersgebouw is gerestaureerd en hierin is nu de DRU Cultuurfabriek
gevestigd, met een poppodium, een concertzaal en een bibliotheek. Dat gebouw heeft al twee prijzen gehaald: de Gelders Genootschapprijs en de Achterhoek Architectuurprijs.’
In het Beltmancomplex is plaats gemaakt voor woningen, het kantoor van
wooncorporatie Wonion en een werkfabriek voor zzp’ers, Ondernemersfabriek Ulft. Het Ketelhuis wordt een hotel en in de Badkuipenfabriek komen woonlofts.
Betere balans De nieuwe nota Modernisering Monumentenzorg is bij de herbestemming en restauratie
goed van pas gekomen, verduidelijkt Lionarons. ‘Voorheen was alles ondergeschikt aan het monument. Met de nota is meer balans gekomen tussen monument en herbestemming. Je moet zo’n gebouw ook kunnen gebruiken. De fabriek is oorspronkelijk natuurlijk niet gebouwd als cultuurfabriek.’
86
Bouwen aan identeit
87
DRU industriepark in Ulft
Internationale conferenties
Door de recente ontwikkelingen op de woningmarkt is een deel van de geplande
woningen geschrapt. ‘Dat heeft het plan eigenlijk alleen maar verbeterd. Alle culturele
Het DRU Industriepark in Ulft valt op. Nationaal, maar ook internationaal. Lionarons heeft
belasting vormen voor de mensen die hier zouden komen wonen.’
in Sao Paolo en Istanbul. Hij heeft om tafel gezeten met de citymanagers van New York en
en andere activiteiten trekken bezoekers die met de auto komen. Dat autoverkeer zou een
al uitnodigingen gehad voor de Architectuur Biënnale van Rotterdam en voor conferenties
Berlijn, die speciaal komen om zijn verhaal te horen. ‘Zij willen horen hoe we dit project tot een goed einde brengen in een gemeente van 40.000 inwoners. Dat zetten ze bijvoorbeeld
Open planproces
af tegen een vergelijkbaar project als de Westergasfabriek in Amsterdam. Daar hebben ze
Bij de herontwikkeling van het DRU-complex is de gemeente de grote initiatiefnemer
er achttien jaar over gedaan om uit de rode cijfers te komen. Dat probleem hebben wij niet
geweest. Zij stelde de voorwaarden: duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting,
gekend.’
behoud van industrieel erfgoed, kwaliteit boven kwantiteit. Zij meende dat alleen met steun van de bevolking en andere belanghebbenden dit omvangrijke project kans van
Herkenbaarheid en identiteit
Ontwikkeling en exploitatie van industrieel erfgoed) sloot zich aan. Rijk en provincie
aanpassing van het gedeelte aan de overkant van de Oude IJssel neemt nog zo’n tien jaar in
slagen zou hebben. Een open planproces was het gevolg. Een organisatie als BOEi (Behoud,
De herinrichting van het voormalige fabriekscomplex is over een jaar of twee af, de
Gelderland werden benaderd en leverden net als de gemeente financiële bijdragen.
beslag.
Lionarons: ‘We hebben de organische weg bewandeld. Alleen als gemeente optreden
kan niet meer, je moet altijd op een netwerk terug kunnen vallen. Samenwerking met
Goed voor de herkenbaarheid en identiteit is ook de overkoepelende naam DRU
Industriepark, voor alle delen van het her in te richten gebied. Over het gebruik van de naam
overheid, ondernemers en organisaties in onderwijs, welzijn en cultuur staat voorop. Die
is overeenstemming bereikt met de firma DRU, die nu iets verderop zetelt, in Duiven. Eus
betrokkenheid en onderlinge betrokkenheid zijn nu juist een kenmerk van de Achterhoek.’
Lionarons: ‘We laten in zoveel mogelijk gebouwen de naam DRU terugkomen. DRU is een
heel bekende naam, voor verschillende generaties. De opa’s en oma’s hadden allemaal een
braadpan, haard of badkuip van DRU in huis. De jongere generatie moet ons gaan kennen als
Nieuwe culturele ontwikkelingen
toonaangevend cultuurpark.’
Met de herinrichting van het DRU-complex zijn de gemeentelijke plannen nog niet ten
einde. Voor de overkant van de rivier de Oude IJssel heeft de gemeente ook al een gebiedsvisie gereed, voor nieuwe vormen van economie, kunst, cultuur en onderwijs. Op een terrein van zeventig hectare.
Lionarons: ‘Dat wordt een broedplaats voor nieuwe culturele ontwikkelingen,
vergelijkbaar met die in het Duitse Ruhrgebied. We zetten grote mensen in, zoals
landschapsarchitect Piet Oudolf. Dat trekt ook buitenlandse studenten. Als contrast hebben we er ook de popfestivals Huntenpop en Festivaart gehad. Van heinde en verre komen de
mensen ernaartoe. Voorheen waren we als grensstreek een beetje vergeten gebied. Nu weten de mensen ons steeds beter te vinden. Voor die paar functies die we nu nog maar hebben in
het DRU Industriepark trekken we jaarlijks al zo’n tweehonderdduizend mensen. Als alles af is, komen er nog veel meer.’
Onderwijs en maakindustrie De identiteit van Ulft, eigenlijk de hele Achterhoek, is de innovatieve kracht, meent
Lionarons. Innovatiekracht van de hoogtechnologische bedrijven die zijn voortgekomen uit de ijzerindustrie. ‘Als het om octrooien gaat, staat Eindhoven in Nederland op nummer 1. Maar wat niemand weet, is dat de Achterhoek op nummer 2 staat. Er zijn bedrijven die spullen
leveren aan NASA, andere maken het binnenwerk voor Nokia, de beste bakkerijmachines ter wereld worden in de Achterhoek gemaakt. Bij alles wat we doen schakelen we het onderwijs
in. De link onderwijs en maakindustrie is sterk. In de cultuurfabriek en het innovatiecentrum hebben we roc-, mbo- en hbo-leerlingen. Ook met muziek, dans en schilderen gaan we zo te werk. Die hebben natuurlijk ook een innovatieve kant.’
88
Bouwen aan identeit
89
DRU industriepark in Ulft
90
Bouwen aan identeit
91
DRU industriepark in Ulft
92
Bouwen aan identeit
93
DRU industriepark in Ulft
‘De opa’s en oma’s hadden allemaal een braadpan, haard of badkuip van DRU in huis. De jongere generatie moet ons gaan kennen als toonaangevend cultuurpark.’ Eus Lionarons
94
Bouwen aan identeit
95
DRU industriepark in Ulft
96
Bouwen aan identeit
97
Tussen de lanen in Doorwerth
Woonwijk Tussen de Lanen in Doortwerth bestaat uit veertien bouwblokken die zich harmonisch tussen de oude bomen voegen. Ze komen in de plaats van de portiekflats die hier in de jaren zestig werden neergezet. Architectenbureau Mecanoo tekende voor het stedenbouwkundige plan dat de oude woonwijk vervangt door een nieuwe wijk in een glooiend parklandschap met wandelpaden, speelplekken en veel groen.
Tussen de lanen in Doorwerth Trots op een nieuwe identiteit
Tussen de Lanen is een herstructureringsproject in het centrum van het dorp Doorwerth,
waarin ruim driehonderd huurappartementen plaatsmaakten voor 94 huurwoningen en 155 koopwoningen, alle in vele variaties.
Verbreding van de inwonerssamenstelling Tussen de Lanen biedt een plek voor een bredere samenstelling van bewoners, een bredere vertegenwoordiging van de maatschappij. Wine Schultze, stedenbouwkundige en als
projectmanager bij de gemeente Renkum mede verantwoordelijk voor Tussen de Lanen: ‘Niet alleen de inrichting van de wijk is veranderd, ook de samenstelling van de bewonersgroep is anders geworden.’
Het project heeft onder meer daardoor bijgedragen aan de leefbaarheid in Doorwerth. Wine Schultze: ‘Toen de portiekflats er nog stonden, hadden we een vrij eenzijdige
bevolkingssamenstelling. Die samenstelling is nu veel gevarieerder. Dat is met name voor
het dorp Doorwerth van groot belang, omdat hier de middengroep slecht vertegenwoordigd
was. Door het project Tussen de Lanen is daar enige verbreding in opgetreden. Dat is nieuw voor Doorwerth.’
De portiekflats waren uit het begin van de jaren zestig, uit de periode van de
wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Wine Schultze: ‘Zulke portiekflats kom je
op meerdere plekken in Nederland tegen. Destijds waren deze flats in Doorwerth best
aantrekkelijk, omdat er veel groen omheen was. Maar ze waren, net als veel van deze flats in Nederland, inmiddels aan het einde van hun levensduur. De verhuurbaarheid en de
kwaliteit waren relatief slecht geworden. Omdat Doorwerth verbreding kon gebruiken, is toen besloten om de flats te vervangen.’
Het oude groen in een nieuwe verkaveling Voor Tussen de Lanen heeft een nieuwe verkaveling plaatsgevonden. De oude
stratenstructuur is opgeheven: door de wijk lopen alleen maar wandelpaden. Alleen de
98
Bouwen aan identeit
99
Tussen de lanen in Doorwerth
ring om de gehele wijk is gehandhaafd, en alle tussenliggende straten zijn woonstraatjes
gespaard. Zo bleef de wijk groen, wat de woningen extra cachet geeft.
betere gebruikskwaliteit van woning en woonomgeving, heeft in 2010 een onderzoek gedaan
geworden. De oude, hoge bomen bleven staan en de twee historische grafheuvels werden
Wine Schultze: ‘Dat is een mooie achtergrond voor de koop- en huurwoningen die
onder de bewoners van Tussen de Lanen. Conclusie: de overgrote meerderheid is tevreden tot
er staan: gestapeld, grondgebonden, split-level, van roodkleurig metselwerk met hout
zeer tevreden over de woning en de woonomgeving.
en accenten van wit stucwerk. Door de glooiing van het terrein zijn de terrassen van de
woningen op uiteenlopende hoogten. De wijk is bovendien autovrij, omdat de bewoners hun
Wine Schultze: ‘Ook de manier waarop de wijk is opgezet en ingericht beoordelen de
bewoners als zeer positief. De natuurlijke omgeving samen met de voorzieningen die zo
auto parkeren in garages onder de woningen.’
En de mensen die er wonen, wonen er naar genoegen. VAC Renkum Adviescommissie
Wonen, die de belangen van de woonconsument behartigt en zich sterk maakt voor een
dichtbij zijn, zoals winkels, scholen, openbaar vervoer, dat zijn de voornaamste redenen die
Ook de inrichting van de wijk is groen en duurzaam. De daken van sommige
de bewoners in het onderzoek noemen waarom ze graag in deze wijk wonen.’
woongebouwen zijn begroeid met groen, wat isolerend werkt en het water vasthoudt.
De lagere delen van de wijk zijn verdiept tot wadi’s die het regenwater verzamelen, en de
openbare ruimte is ingericht met gebakken klinkers en veel gras. Er zijn twee speeltuinen met speeltoestellen op een groot veld met houtschors.
Een geschiedenis van participatie In 1998 onderzoekt het toenmalige Woningbeheer Renkum (WBR) de marktpositie en de
mogelijkheden voor herstructurering van de woonwijk. Daaruit komt naar voren dat sloop en vervangende nieuwbouw de beste optie is. Het college van Burgemeester en Wethouders van
Renkum en de huurdersbelangenvereniging ondersteunen deze optie en er wordt gestart met een sociaal plan voor zaken als huur en terugkeergarantie.
De gemeente en Woningbeheer Renkum gaan aan de slag om ideeën te verzamelen en
organiseert “denkavonden” met de bewoners. De eerste schetsen ontstaan en de hoofdlijnen worden samen met de bewoners vastgelegd. De helft van hen wil terugkeren na de
herstructurering. Er zullen volgens die plannen tweehonderd woningen gebouwd worden, waarvan vijftig als koopwoning.
In 2000 gaat Mecanoo architecten aan de slag met het doorrekenen en uitwerken
van de schetsen die in samenspraak met de bewoners zijn ontstaan. Het geplande
aantal koopwoningen wordt bijgesteld naar boven, om het exploitatietekort te dekken.
Uiteindelijk kiest Vivare (voorheen Woningbeheer Renkum) in 2001 voor de sloop van de 294 portiekflatwoningen en de bouw van evenveel nieuwe woningen, waarvan er honderd in de categorie sociale huur vallen.
Trots en tevreden Toen Tussen de Lanen werd opgeleverd, was er veel belangstelling voor. Niet alleen van de
bewoners – maar liefst 70 van de oorspronkelijke bewoners keerden terug, maar ook vanuit professionele hoek. Wine Schultze: ‘Vivare heeft destijds vele belangstellende architecten, stedenbouwers en andere toegelaten instellingen ontvangen voor een rondleiding. Niet
alleen om de bijzondere ligging, architectuur en cultuurhistorie, maar ook om de transitie die er gemaakt is van een wijk met portiekflats naar een heel speciale woonwijk. Daar zijn wij als gemeente trots op – het was ons eerste herstructurering – net als woningcorporatie Vivare er trots op is.’
100
Bouwen aan identeit
101
Tussen de lanen in Doorwerth
102
Bouwen aan identeit
103
Tussen de lanen in Doorwerth
104
Bouwen aan identeit
105
Tussen de lanen in Doorwerth
‘Niet alleen de inrichting van de wijk is veranderd, ook de samenstelling van de bewonersgroep is anders geworden.’ Wine Schultze
106
Bouwen aan identeit
107
Tussen de lanen in Doorwerth
108
Bouwen aan identeit
109
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
Voorst koestert zijn tradities, als gemeente van groen, water en landbouwgebied met monumentale boerderijen. Een groen hart tussen de steden Deventer, Apeldoorn en Zutphen. Tot die traditie behoren ook de vijftien landgoederen, vooral aangelegd door rijke handelaren uit de Hanzestad Deventer. De gemeente juicht de aanleg van nieuwe landgoederen toe. Voor twee ervan liggen de schetsen klaar. Eén nieuw landgoed is in 2011 voltooid: het Beloofde Land.
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek Woning van allure in nieuwe natuur
Op het elf hectare grote landgoed aan de Klarenbeek prijkt het gebouw waarin de eigenaren en initiatiefnemers wonen, de familie Nieland. Een woning van kasteelachtige allure met
enkele bijgebouwen, deels gelegen in een vijver. Kenmerkend voor het landgoed: water en waterbeheer hebben in de plannen vanaf het begin een grote rol gespeeld.
Het plan voor het landgoed werd geboren in 2002, toen de gronden van de Nielands zich
door ruilverkaveling concentreerden bij hun woning aan de Oudhuizerstraat, ook toen al het Beloofde Land geheten.
Wat is een landgoed? Paulien Dekker, beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening van de gemeente Voorst, legt
uit: ‘Het Beloofde Land is een plan van lange adem geweest. Toestemming voor een nieuw
landgoed krijg je niet zomaar. Volgens de definitie van de gemeente Voorst is een landgoed “een openbaar toegankelijk bos/natuurcomplex, al dan niet met overige gronden, met
daarin een woongebouw van allure met één wooneenheid en een minimale omvang van
de bebossing of het natuurgebied van vijf hectare”. Ook moeten de initiatiefnemers bij de ontwikkeling van het landgoedplan deskundige, ervaren adviseurs in de arm nemen.’
Verder hebben de eigenaren van het Beloofde Land met de gemeente een overeenkomst
gesloten die aanleg, beheer en openstelling van het landgoed voor 25 jaar garandeert. De
gemeente geeft geen subsidie. Wel valt Het Beloofde Land onder de Natuurschoonwet, die de
eigenaren fiscale voordelen biedt, maar ook regels stelt voor instandhouding en openstelling.
Meerwaarde De gemeente stelde nog aanvullende eisen. Het nieuwe landgoed moest een meerwaarde betekenen voor natuur, waterhuishouding, recreatie, landschap en cultuurhistorie.
De natuur op het Beloofde Land werd opnieuw vormgegeven. Voor de landbouwgronden kwamen bloemrijk grasland en natte natuur. Twintigduizend bomen werden geplant, waarmee onder andere rabatbos werd aangelegd.
110
Bouwen aan identeit
111
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
Doorzettingsvermogen, geduld en creativiteit
Het landgoed werd zo een schakel in de ecologische verbindingszone Beekberger
Poort, waardoor het verblijf van de ijsvogels, reeën en dassen blijft gewaarborgd. Dekker:
De familie Nieland is heel trots op het resultaat, merkt Dekker op. ‘Ze zijn er bijna
rabatbossen en de nieuwe bypass van de Klarenbeek. De eigenaren hebben ook een poel
doorzettingsvermogen, geduld en een creatieve geest. Ook omwonenden en andere
‘Heel belangrijk is dat het landgoed ruimte biedt voor waterberging. Daarvoor zorgen de
tien jaar mee bezig geweest. Een nieuw landgoed ontwikkelen is voor mensen met
gemaakt voor knoflookpadden.’
bezoekers komen er graag wandelen. Er is grote waardering voor het landhuis. Dat gekke kasteeltje past prima in het landschap, hoor je vaak.’
Karakter van het landschap
Ook tijdens de bouw was het een komen en gaan van geïnteresseerden. ‘Het waterschap,
studenten landschapsarchitectuur, het Gelders Genootschap, andere Nederlandse
Landschap en cultuurhistorie vormen de identiteit van het gebied. ‘Cultuurhistorie is
gemeenten, allemaal zijn ze langs geweest.’
voor ons de basis van planvorming. Bij de aanleg van nieuwe landgoederen kijken we
eerst op oude kaarten’, verduidelijkt Dekker. ‘Hoe heeft het gebied er vroeger uitgezien?
De rabatbossen kwamen vroeger ook voor. Verder heeft het landschap zijn kleinschaliger
Nieuwe initiatieven
ligging ten opzichte van de andere landgoederen in de omgeving.’
continuering van de cultuurhistorische identiteit. ‘Heel goed voor ons imago als groene
karakter teruggekregen. Bij de situering van het landhuis hebben we gekeken naar de
De gemeente staat open voor de aanleg en inrichting van meer landgoederen, als
gemeente. Voorst telt relatief veel hectaren grond en weinig inwoners, we hebben bijna een
Het Beloofde Land heeft ook een recreatieve en toeristische functie. Het landgoed is voor
het grootste deel opengesteld voor wandelaars. De wandelpaden vormen een verbinding
halve hectare per inwoner.’
tussen de andere wandelroutes in de omgeving. De eigenaren hebben in het souterrain
van het landgoed een Bed and Breakfast ingericht en zo gezorgd voor een extra toeristische
Maar niet overal is plaats voor nieuwe landgoederen. De gemeente heeft een zoekgebied
aangewezen, gebaseerd op de situering van bestaande landgoederen. Zo kent het noordelijk
voorziening.
deel van de gemeente een polderlandschap. Daar passen landgoederen niet bij.
Voorst houdt het oog gericht op ruimtelijke kwaliteit. ‘Dat doen we bijvoorbeeld ook bij
functieverandering. Als agrariërs hun schuren willen slopen en een woning willen bouwen,
Historiserende inslag
moeten ze dat op het erf doen. Het schuurwoningidee heet dat. Ruimtelijke kwaliteit
Voor het landhuis hadden de eigenaren oorspronkelijk andere ideeën. Die strookten niet
streven we op vele manieren na.’
met de opvattingen van de gemeente. Voorst vond dat het eerste ontwerp, een boerderij, te weinig allure had. Dekker: ‘Een nieuw landhuis moet extra waarde hebben. Die heeft het
huidige Beloofde Land overduidelijk. De architectuur heeft een historiserende inslag. Van
een afstand lijkt het een oud kasteel, maar dichterbij zie je dat het strakker is vormgegeven, bijvoorbeeld door de raampartijen. Er zijn heel bijzondere stenen gebruikt, gebakken op steenkool, onregelmatig van vorm en kleur.’
Dat het bij een nieuw landhuis niet om historiserende bouw hoeft te gaan, bewijst het
plan voor het nieuwe landgoed De Fliert. Dat voorziet in een hypermodern gebouw, dat met zijn platte vorm en vele glas past in de weidse omgeving aan een beek.
Sociale en culturele waarden Voor de toekomst van het Beloofde Land hebben de eigenaren plannen te over. Voor de
levering van hun biologische producten zoeken ze de samenwerking met restaurants in de omgeving. Jonge kunstenaars krijgen er de gelegenheid hun kunst te etaleren. Studenten architectuur en landschapsarchitectuur kunnen het landgoed als studieobject gebruiken.
Verder overwegen de eigenaren op het landgoed de bouw van een folly: een decoratief
bouwwerk met een apart of zelfs bizar uiterlijk, in het Nederlands misschien het best te
vertalen als vermaaksarchitectuur. Dekker: ‘Aan de bouw van die folly doen mensen met een beperking mee. Hiermee geven de eigenaren invulling aan de sociale en culturele meerwaarde van het landgoed.’
112
Bouwen aan identeit
113
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
114
Bouwen aan identeit
115
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
116
Bouwen aan identeit
117
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
‘Cultuurhistorie is voor ons de basis van planvorming. Bij de aanleg van nieuwe landgoederen kijken we eerst op oude kaarten.’ Paulien Dekker
118
Bouwen aan identeit
119
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek
120
Bouwen aan identeit
121
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
Ten zuiden van Winterswijk loopt de Boven-Slinge langs het Strandbad, de Bleekweide, het Bleekhuis, bossen en watermolens, allemaal belangrijke onderdelen van het BOS-project. Dit waardevolle cultuurlandschap is aangewezen als Nationaal Landschap. Diverse partijen werken in het BOS-project onder regie van de gemeente Winterswijk samen aan het herstel en het behoud van de rijke cultuurhistorie van dit gebied.
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk Een rijk verleden met een rijke toekomst
BOS staat voor Bleekweide, Oliemölle en Strandbad, die op loopafstand van de kom van
Winterswijk liggen. Maar het BOS-project omvat nog meer projecten in dit gebied waar natuur, cultuur en economie op zo’n bijzondere wijze samengaan.
Bedrijvigheid bepaalt de identiteit Van oorsprong was het gebied van het BOS-project een omgeving waar veel bedrijvigheid plaatsvond. Arjen Vedder, als planoloog bij de gemeente Winterswijk betrokken bij het
opstellen van de ruimtelijke visie voor het BOS-project: ‘We proberen het gebied nu nieuwe
functies te geven, waardoor de oorspronkelijke economische betekenis van het gebied weer op de voorgrond komt. Want die bedrijvigheid is de identiteit van dit gebied.’
Dick van Dijk, projectleider van de gemeente Winterswijk: ‘Het BOS-project is begonnen
met de drie kernprojecten Bleekweide, Oliemölle en Strandbad, die dicht bij elkaar liggen en
waarvan het Strandbad het meest bekende is. Deze projecten hangen nauw met elkaar samen en gaan over de cultuurhistorie, de agrarische en industriële geschiedenis van Winterswijk.
Gaandeweg is het project uitgebreid met een aantal andere projecten. Maar uiteindelijk is de verbindende factor de bedrijvigheid langs de Boven-Slinge.’
Arjen Vedder: ‘Als je ervoor kiest om alles dicht te laten groeien en er niets meer aan te
doen dan gooi je een belangrijk stuk geschiedenis weg: wie we zijn, waar wij vandaan komen en hoe het gebied tot stand kwam, een gebied waar industrie, bedrijvigheid, natuur en landschap op een kleine schaal heel dicht bij elkaar komen.’
Bijzondere samenwerking Bij het BOS-project zijn vele partijen betrokken: de gemeente Winsterswijk, woningcorporatie
De Woonplaats, het waterschap, Natuurmonumenten, Dienst Landelijk Gebied en verschillende stichtingen en particuliere partijen. Het project bestaat dan ook uit veel samenhangende
onderdelen die min of meer zelfstandig zijn. Ze worden getrokken door partijen die in het hele proces betrokken zijn. In het overkoepelende BOS-project komen zij allemaal samen.
122
Bouwen aan identeit
123
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
Arjen Vedder: ‘Het bijzondere is dat al deze partijen hun eigen plannen ontwikkelden en
Een nieuwe functie: de vrijetijdseconomie
plannen in één visie onder te brengen, waarin de plannen elkaar versterken op het gebied
Dick van Dijk: ‘Dat zie je bijvoorbeeld terug in de Bleekweide. In Winterswijk stonden heel
kansen zagen voor verbinding met de buurprojecten. Samen zijn we erin geslaagd al die
Het gebied heeft een agrarische achtergrond en een cultuurhistorie op het gebied van textiel.
van natuur, landschap en cultuurhistorie.’
veel textielbedrijven. Hun eindproduct moest gewassen en gebleekt worden. Dat gebeurde op
De mensen in de omgeving staan positief tegenover dit project en er is steeds meer
de Bleekweide, met natuurlijk water in een stelsel van slootjes die verbonden waren met de
belangstelling voor. Dick van Dijk: ‘Natuurlijk zijn er mensen die ons kritisch volgen
beek. Vroeger was de Bleekweide nog groter: waar nu het Strandbad is, werd ook gewassen
en die willen waken voor overlast die mogelijk veroorzaakt wordt door die toenemende
en gebleekt.’
belangstelling.’
structuur is geweest. Het bleekproces zelf wordt niet meer opgepakt. De textielindustrie in
Water als economische motor
Winterswijk is er niet meer. Het is nu een natuurgebied, met bijzonder plantensoorten op de walletjes waar vroeger gebleekt werd.’
De Oliemölle verwijst naar de agrarische activiteiten. Het was een dubbele watermolen, een
korenmolen en een oliemolen voor de olie van lijnzaad uit de regio. De Woonplaats, een van
bleekweide is een kunstwerk neergezet voor bezoekers die de toeristische route door het
moderne functie krijgen, de bedoeling is dat daar weer olie gemalen wordt die ingezet kan
gebied volgen. Het laat zien hoe het bleekproces vroeger verliep.’
worden voor verwarming. De oude korenmolen krijgt weer zijn traditionele functie terug.
Ook het Strandbad had geen functie meer, net als de watermolen en de bleekweide. Het
Strandbad is in de jaren dertig van de vorige eeuw ontstaan, als werkgelegenheidsproject. De
Door het BOS-project heeft het gebied er een nieuwe functie bij gekregen: toerisme en
recreatie. Want, er is voor toeristen en voor bewoners uit Winterswijk heel veel te zien en te
gemeente was de eigenaar en de initiator van het Strandbad, dat voor de hele gemeenschap
beleven: zwemmen, fietsen, het landschap, de historie en de ecologie. En dat allemaal op een vrij kleine plek.
bedoeld was. Het Strandbad was een deel van de bleekweide en het is met menskracht gegraven. Men nam destijds deze plek, omdat deze van nature water vasthield.
In het blekershuis werd de gedroogde textiel gewassen. Wat er nog over is van het
voormalige blekershuis - de schoorstenen - wordt dit jaar hersteld. Arjen Vedder: ‘Op de
de partijen in dit project, neemt de verantwoording voor de molen. De oliemolen moet een
Het herstel van de Bleekweide in de oude staat is gereed. Het oude waterstelsel van de
slootjes is weer teruggebracht. Dick van Dijk: ‘Je kunt heel duidelijk herkennen hoe die
Arjen Vedder: ‘We hebben ervoor gekozen om het Strandbad te restaureren. Het zwembad
is weer hersteld als natuurbad en opengesteld voor publiek. En er zit een restaurant in het gebouw van het Strandbad. Daarmee is ook de economische betekenis van het Strandbad
hersteld en versterkt het de nieuwe functie van het gebied: die van recreatie en toerisme, de vrijetijdseconomie. Inmiddels is het Strandbad aangewezen als rijksmonument.’
De Boven-Slinge Het waterschap heeft veel werk uitgevoerd aan de waterhuishouding van het gebied en de
inpassing daarvan in de natuur. Het vasthouden van het water is een van de doelstellingen van het waterschap, onder meer om het probleem van de verdroging van de Achterhoek
tegen te gaan. Bovendien heeft de Boven-Slinge meer ruimte gekregen om weer te kunnen meanderen.
Dick van Dijk: ‘Rond het gebied ligt een oude losbeek, die was dichtgegroeid. Deze beek
is nu weer open gegraven en er is een vispassage in aangebracht. De losbeek neemt bij
hoogwater het water op en leidt het water rond de watermolen als dat nodig is. Want de
Boven-Slinge is een zogenaamde regenbeek, die veel water moet afvoeren als het achterland veel neerslag te verwerken krijgt.’
Arjen Vedder: ‘We hebben de gebieden aan weerskanten van de beek ook meegenomen
in het project. Daar zit onder andere nog het Buskesbos in, verder naar het oosten. Hier
heeft Natuurmonumenten het nodige gedaan om het bos weer een natuurlijker functie te
geven. En bij de Berenschot watermolen wordt gewerkt aan enkele waterhuishoudkundige ingrepen, zodat de watermolen weer goed kan functioneren en de beek voldoende afvoercapaciteit heeft. Daarbij wordt ook nog een vispassage aangebracht.’
124
Bouwen aan identeit
125
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
126
Bouwen aan identeit
127
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
128
Bouwen aan identeit
129
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
‘Samen zijn we erin geslaagd al die plannen in één visie onder te brengen, waarin de plannen elkaar versterken op het gebied van natuur, landschap en cultuurhistorie.’ Arjen Vedder
130
Bouwen aan identeit
131
BOS: Bleekweide Oliemölle en Strandbad in Winterswijk
Projectgegevens
elburg
apeldoorn klarenbeek
lunteren
doorwerth culemborg
doetinchem
ulft nijmegen
132
Bouwen aan identeit
133
Projectgegevens
winterswijk
Renovatie van de Metaalbuurt Apeldoorn
project Renovatie van de Metaalbuurt locatie Apeldoorn Zuid initiatiefnemer - Woningcorporatie De Goede Woning opdrachtgever - Woningcorporatie De Goede Woning: woningbouw - Gemeente Apeldoorn: herinrichting openbare ruimte
programma 118 restauratiewoningen, 115 grondgebonden woningen en 35 appartementen kenmerken Bewonersparticipatie. Restauratie-nieuwbouw. Behouden uniek tuindorp karakter. Herinrichting openbare ruimte volgens historisch model.
Gebieds ontwikkeling Culemborg West Culemborg
initiatiefnemer - Gemeente Culemborg
betrokken partijen - Waterschap Rivierenland - Staatsbosbeheer - Provincie Gelderland - Dienst Landelijk Gebied (DLG) - Stichting Werk aan het Spoel - VOF De Veldkeuken - Wandelplatform LAW - CV Parijsch - Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie - Waterschap Rivierenland
stedenbouw - Gemeente Apeldoorn landschapsarchitectuur - Gemeente Apeldoorn architectuur - HM architecten BV, Amsterdam projectleiding/supervisor - Gemeente Apeldoorn, P. Jonges planperiode 1997-heden (start uitvoering: 2006, oplevering: 2015)
Bouwen aan identeit
locatie Ten westen van de stad, tussen Lek (noorden), Diefdijk (westen), N320 (zuidoosten) en A2-zone (zuidwesten).
opdrachtgever - Gemeente Culemborg: Werk aan het Spoel/ Bunker 599, - Dienst Landelijk Gebied: project Molenkade
betrokken partijen - Bewoners - Provincie Gelderland - Gemeente Apeldoorn
134
project Gebiedsontwikkeling Culemborg West: Werk aan het Spoel / Molenkadegebied
stedenbouw - West 8 urban design & landscape architecture, Rotterdam (westrand Parijsch Zuid)
135
Projectgegevens
landschapsarchitectuur - Rietveld Landscape, Amsterdam i.s.m. Atelier De Lyon (Bunker 599) - RPS/BCC, o.a. Delft en Leerdam (Molenkade) - BWZ-Ingenieurs, Culemborg (tankversperring)
2011 tankversperring, Liniepont vanaf het Spoel, 2de deel Waterliniepad, Waterliniebank, opening forthuis op ’t Spoel (juni) opening terrein en andere gebouwen op ’t Spoel (september)
architectuur - MONK architecten, Utrecht - Restauratiearchitectuur BBM, Raamsdonksveer (Werk aan het Spoel) - Rietveld Landscape, Amsterdam i.s.m. Atelier De Lyon (Bunker 599)
2012 officiële opening Werk aan het Spoel
projectleiding/supervisor - Gemeente Culemborg, S. Booms
2018 westrand Parijsch Zuid
planperiode 1998-2000 natuurontwikkeling uiterwaarden
programma Volgens programmaplan Diefdijk/ Loevestein - Nieuwe Hollandse Waterlinie
2004 restauratie kanonkazemat 2006 1ste deel Waterliniepad 2010 project Molenkade, doorgezaagde bunker 599, 2ste deel Waterliniepad
2015 groen blauwe bufferzone, Molenkade
kenmerken Uitbreiding stad & investeringen in aangrenzend buitengebied. Zichtbaarheid, beleefbaarheid en afleesbaarheid van buitengebied. Waterlinielandschap met inundatie herkenbaar gemaakt. Duurzaam gebruik door waterberging, natuur, recreatie, kunst. Cultuurhistorische rijkdom van het fort en nieuwe functies.
Het Lookwartier Doetinchem
project Het Lookwartier locatie Rand van binnenstad Doetinchem initiatiefnemers - Gemeente Doetinchem - Sité-Woondiensten opdrachtgever - ‘virtuele GEM’ Lookwartier, met Sité als penvoerder betrokken partijen - Gemeente Doetinchem - Sité-Woondiensten - NV Amphion
projectleiding/supervisor - Sité, J-W vd. Groep - Gemeente Doetinchem, W. Beijer planperiode 2005 - heden (start uitvoering: 2007, oplevering 2015) programma Doorgaande verbindingslaan, schouwburg van 1200 stoelen, ondergrondse parkeergarage voor 425 auto’s, 145 woningen, 1250 m2 commerciële ruimte, basisschool.
Her inrichting centrum Lunteren Ede
project Herinrichting openbare ruimte centrum Lunteren locatie Centrum Lunteren (Dorpsstraat, Postweg, Julianastraat, Reeënlaan, Klomperweg, Julianaplein, Oranjeplein, Eilbrinkstraat) initiatiefnemer - Gemeente Ede opdrachtgever - Gemeente Ede
kenmerken Herstel stadsrand, toevoeging stedelijk wonen en voorzieningen, eigen allure.
betrokken partijen - Dorpsraad - Klankbordgroep Lunteren - Commissie Beeldplan - Middenstandsvereniging - Ondernemerssociëteit - Vereniging Milieu en Landschap - Vereniging Oud Lunteren - Floor van Dusseldorp
stedenbouw - Gemeente Doetinchem landschapsarchitectuur - Gemeente Doetinchem architectuur - Blauwdruk Architectuur, Doetinchem, - Peter Masselink, Doetinchem, - Architectenforum, Amsterdam, - Rooijakkers + Tomesen Architecten, Amsterdam, - Groosman Partners Architecten, Rotterdam, - Mecanoo Architecten, Delft
136
Bouwen aan identeit
stedebouw - Gemeente Ede landschapsarchitectuur - Pouderoyen Compagnons, Nijmegen projectleiding/supervisor - Gemeente Ede, J. van der Zwan
137
Projectgegevens
planperiode 2003 – 2005 (oplevering: 2009) kenmerken Eigentijdse inrichting vanuit historisch besef. Informele sfeer en dorpse gemoedelijkheid. Heldere structuur, robuust, doelmatig en ingetogen. Integrale toepassing van beeldende kunst. Duurzame materialen. Breed draagvlak door de betrokkenheid van het maatschappelijk veld. Integrale ondersteuning van de ruimtelijke kwaliteit met: - uitstal-, luifel- en terrasbeleid - beeldkwaliteitplan - parkeerbeleid - bestemmingsplan
Botterwerf Elburg
project Botterwerf locatie Havenkade te Elburg initiatiefnemer - Stichting tot behoud van Elburger Botters opdrachtgever - Stichting tot behoud van Elburger Botters betrokken partijen - Gemeente Elburg - Provincie Gelderland - Vrijwilligers stedenbouw - Royal Haskoning, Nijmegen ( Stedenbouwkundige visie havengebied Elburg e.o.) - Kuiper compagnons, Arnhem (Herinrichting Havenkade, historisch deel) architectuur - MIN-2 Bouw-Kunst BV, Bergen (Botterwerf), na oplevering casco door aannemer (Prins bouw bv ’t Harde) door eigen vrijwilligers afgebouwd
138
Bouwen aan identeit
projectleiding/supervisor - Gemeente Elburg - Prof.dr. J.H.J. van Dinteren (planontwikkeling) planperiode 2005 herinrichting Havenkade 2009 ligplaats botters in havenkom 2010 botterwerf
Her inrichting westflank Nijmeegse binnenstad Nijmegen
project Hessenberg locatie Hessenberg/binnenstad Nijmegen initiatiefnemer - Gemeente Nijmegen - Hendriks Heijmans Projectontwikkeling opdrachtgever - Heijmans, Amersfoort betrokken partijen - Gemeente Nijmegen - Bewonersklankbordgroep - Bouwcombinatie Heijmans Hendriks, Nijmegen (aannemer)
programma Werf als onderdeel van heringerichte Havenkade en samenhang met ligplaats botters in havenkom. Toekomstige elementen (na 2013): woningen in pakhuisachtige bebouwing (met in de plint watergebonden functies/horeca), slechtweervoorziening en evenemententerrein (op een deel van de huidige parkeerplaats), uitbreiding jachthaven (op een deel van de huidige parkeerplaats), nieuwe parkeerplaats en hotel.
stedenbouw - AWG architecten, Antwerpen - MTD, ’s Hertogenbosch - Gemeente Nijmegen, Bureau Stedenbouw landschapsarchitectuur - MTD landschapsarchitecten, ’s Hertogenbosch: (buitenruimte) architectuur - AWG architecten, Antwerpen, i.s.m. Saarberg Van der Scheer, Haarlem - Biq architecten, Rotterdam
kenmerken Onderdeel van groter havengebied, participatie vanuit de bevolking, deelname vrijwilligers, werkplaats met museale functie.
139
Projectgegevens
projectleiding/supervisor - Gemeente Nijmegen H. Berends - AWG architecten F. Delanghe
betrokken partijen - Gemeente Nijmegen - bewoners en ondernemers
planperiode 2003-2010 (start uitvoering: 2007, oplevering 2010)
landschapsarchitectuur - Gemeente Nijmegen
programma 180 woningen en 1000 m2 commerciële ruimte. kenmerken Binnenstedelijk woonproject in hoge dichtheid.
projectleiding/supervisor -G emeente Nijmegen, W. Arends / R. Schilder planperiode 2007-2011 (start uitvoering: 2009, oplevering 2010/11) programma Herinrichten Lange Hezelstraat en aanstraalverlichting bebouwing.
project Lange Hezelstraat locatie Westelijke entree binnenstad Nijmegen initiatiefnemer - Gemeente Nijmegen opdrachtgever - Gemeente Nijmegen, Economische zaken
kenmerken Oudste winkelstraat van Nederland. Passende materialisatie en uitstraling. Individuele kwaliteiten van monumenten door aanstraalverlichting herkenbaar.
DRU Industriepark Ulft Oude IJsselstreek
project DRU Industriepark locatie Ulft initiatiefnemer - Gemeente Oude IJsselstreek opdrachtgever - Gemeente Oude IJsselstreek - BOEi, Hoevelaken - Klaassen Groep, Dinxperlo betrokken partijen - BOEi, Hoevelaken - Klaassen Groep, Dinxperlo - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Wooncorporatie Wonion - Provincie Gelderland architectuur - Subash Taneja, Ton Kleinjans
galerie, poppodium, Turks centrum,oudheidkundige vereniging, VVV, schaftlokaal, 2 ROC’s conferentiezalen en theater), werkfabriek, innovatiecentrum, werkwoonlofts, hotel, radiozender, horeca, woningbouw en DRUpark, landschappelijk wonen, museum 2.0, evenementenhal, woningbouwcorporatie, stedelijk waterspeelplaats.
Tussen de lanen in Doorwerth Renkum
project Tussen de lanen locatie Doorwerth initiatiefnemer - Woningbouwstichting Vivare opdrachtgever - Woningbouwstichting Vivare betrokken partijen - Woningbouwstichting Vivare - Gemeente Renkum
kenmerken Authentieke sfeer van fabriekcomplex: helder en stoer. Sterke belevingswaarde van terrein en gebouwen. Mix van verschillende gebruiksfuncties. Ligging aan de Oude IJssel. Goede voorbeeldwerking.
stedebouw - Mecanoo architecten, Delft landschapsarchitectuur - Mecanoo architecten, Delft architectuur - Mecanoo, architecten, Delft
stedenbouw - SAB, Arnhem
projectleiding/supervisor - H. Boersma - Gemeente Renkum, W. Schultze - Vivare, H. Cranendonk
planperiode Vanaf 2000
planperiode 2005-2008
programma Behoud en restauratie 7 rijksmonumenten. Ingrijpende bodemsanering. Herbestemmingen: cultuurfabriek (muziekschool, bibliotheek,
140
Bouwen aan identeit
141
Projectgegevens
programma 256 woningen: 97 huur en 159 koop, 108 ééngezinswoningen (huur en koop) en 148 appartementen. kenmerken Herontwikkeling. Mix aan typologieën. Behoud karakter van het dorp. Behoud van zoveel mogelijk bomen en twee grafheuvels. Versterken groene bosrijk karakter. Respecteren bestaande bebouwingspatroon. Doorkijkjes tussen nieuwe bebouwing.
Nieuw landgoed nabij Klarenbeek Voorst
project Nieuw landgoed Het Beloofde Land locatie Buitengebied Klarenbeek initiatiefnemer - Dhr. en mevr. Nieland opdrachtgever - Dhr. en mevr. Nieland landschapsarchitectuur - SBNL (Organisatie voor particulier en agrarisch natuurbeheer), Leersum - Ruimtewerk
Recreatieve opengestelling voor wandelaars. Nieuwe verblijfsrecreatieve voorziening: bed & breakfast. kenmerken Omvorming van intensief gebruikte landbouwgronden naar bloemrijk grasland, natte natuur en bossen. Waterrijk: rabatten, natte natuur en een bypass langs de Klarenbeek. Landschapsbouw: nu kleinschaliger van karakter. Aansluiten bij landgoederenzone en recreatief wandelnetwerk. Realiseren van een huis met allure.
BOS project Winterswijk
projectleiding/supervisor - Dhr. en mevr. Nieland planperiode 2003 – 2009 (start uitvoering: 2006, oplevering 2011) programma Realisering deel van de natuuropgave in de ecologische verbinding Beekbergse Poort. Ruimte voor waterberging door Waterschap Veluwe. Landschappelijk wonen in een gebied rijk cultuurhistorie.
Bouwen aan identeit
architect strandbad - Te Kiefte (exterieur) - Hensen (interieur)
locatie Gebied langs de Boven Slinge ten zuiden van het dorp Winterswijk
projectleiding/supervisor - Gemeente Winterswijk, D.P. van Dijk
initiatiefnemer - Gemeente Winterswijk
planperiode 2009-2013
opdrachtgever - Gemeente Winterswijk
programma Herstel Strandbad, herstel Bleekweide, werklandschap (DAV-terrein), waterbeheer en natuurontwikkeling (o.a. twee vispassages), herontwikkelingen. Uitbreiding recreatieterrein, herstel en herbestemming Olliemölle en Korenmolen, etc.
betrokken partijen - Woningbouwcoporatie de Woonplaats - Landgoed Plekenpol (familie Everdink, eigenaren deel Bleekweide en initiatiefnemer Bleekhuis) - Watermolen Berenschot (familie Buunk) - Gasterij de Gulle Waard (H. den Herder en N. Schellekens) - Camping het Winkel (familie Reuselink) - Waterschap Rijn en IJssel - Dienst Landelijk Gebied - Vereniging Natuurmonumenten - Stichting herinrichting Winterswijk Oost - Stichting erfgoed en Nationaal Landschap Winterswijk - Gemeente Winterswijk
architectuur - Architectenbureau van Ercken Calandt, Apeldoorn
142
project BOS project: Bleekweide, Oliemölle en Strandbad
143
Projectgegevens
kenmerken Behoud en ontwikkeling cultureel erfgoed langs de beek de Boven Slinge. Ruimte voor vrijetijdseconomie. Overgang landelijk gebied/ stedelijk gebied. Integratie ecologie, landschap en economie. Snoer van unieke cultuur historische, natuurlijke parels. Verhaal van oude en nieuwe bedrijvigheid.
Streekeigenheid, a way of life Marc Nolden
Streekeigenheid is wat kenmerkend, karakteristiek en beeldbepalend is voor een gebied en ontstaat door streek gebonden bouwtechnieken en -materialen, grondsoort, bedrijfsvoering en landbouwproducten. Streekeigenheid komt tot uitdrukking in details, kleurgebruik, ligging en inrichting van een erf en boerderij en in het type b eplanting. Nederland kent veel voorbeelden van streekeigen bebouwing, zoals de Friese kop-hals-romp boerderij, het Amsterdamse grachtenpand, de Limburgse mijnwerkers woning en de Winterswijkse Scholtenboerderij (met statig voorhuis en een zwaar beplant erf). Bijna alle oude agrarische gebieden hebben hun eigen boerderijtype voortgebracht. Het zijn bijna altijd logische creaties in de situatie
Interessant is het verschil tussen het ontstaan van
streekeigenheid en de consequentie ervan (een gebouw).
Hier ligt een causaal verband. Je zou kunnen zeggen dat er
geen streekeigen (of überhaupt) creaties ontstaan als je niet in die geest handelt. De vraag is dan: Wat is streekeigen
handelen? Wat is daarvoor nodig? Cruciaal is in elk geval de wil (of de noodzaak) van mensen om ‘iets’ te doen
met de situatie en de omstandigheden. Met betrokkenheid en opportunisme leven ín en mét een plek, worstelend en zoekend naar oplossingen. Streekeigenheid ontstaat door mensen met een bepaalde mentaliteit - een attitude. Als we in deze tijd iets zinnigs willen zeggen over
streekeigenheid (bijvoorbeeld of en hoe we dit eigene
kunnen gebruiken als inspiratiebron voor nieuwe plannen), dan is het verstandig om te focussen op de totstandkoming van gebouwen, op het streekeigen handelen - en niet
zozeer op de gebouwen zelf. Wat zijn de achterliggende
krachten (mentaliteit, emoties) van bestaande én nieuwe streekeigenheid in Gelderland? Streekeigen handelen ontstond allereerst door ligging en ook door geloof en
volharding, trots, handelsgeest, eigenzinnigheid en taal.
Elementen van optimisme en een pioniersmentaliteit van decennia geleden leidden tot streekeigen handelen en
uiteindelijk tot streekeigen of zelfs ‘authentieke’ creaties.
Het waren cultuurdaden. Ze waren representatief voor die
tijd, voor die plek, voor die situatie en met de lokaliteit als basis voor dat handelen. Leven in het hier en nu.
De wereld van vandaag is een hele andere. De 21e eeuw
krijgt niet alleen betekenis in de lokaliteit, maar ook door
invloeden en gebeurtenissen uit de hele wereld. We drijven
144
Bouwen aan identeit
over en bellen via internet met een tante in Marokko. Waar vroeger een streek voor mensen nog een wereld op zich
was, is de aarde zelf voor sommige mensen alweer te klein.
Globalisering en digitalisering stellen streekeigen handelen
op de proef - dat verklaart ook de groeiende aandacht ervoor. Het probleem is de schaal.
Als streekeigen handelen ‘leven in en met een plek is’
dan is de hedendaagse streekeigenheid ingegeven door de
mondialiteit. We hoeven niet meer te roeien met de riemen die we hebben, want we kopen riemen in India. Technisch kunnen we alles (laten) maken. Niet de situationele beperkingen zijn een prikkel tot handelen, maar de
grenzeloosheid van de mogelijkheden. Dat is een groot goed,
en de omstandigheden.
een wereldhandel, vliegen voor onze vakanties de hele aarde
145
Streekeigenheid, a way of life
een verworvenheid, maar gemakzucht en luiheid liggen op de loer.
Aan de andere kant staan we ook op scherp. We leven
in een multiculturele samenleving. En sinds prinses
Maximá in 2007 in een toespraak zei dat dé Nederlandse cultuur niet bestaat, is een brede discussie losgebarsten over de Nederlandse identiteit. Wie zijn wij eigenlijk? Wat bindt ons? Wat is Nederlands? Wat is Gelders?
Immigratievraagstukken waren niet eerder zo complex en
beladen. Enorme krachten van enerzijds de mondialisering en anderzijds de nationalisering komen samen. Dat levert scherpe reacties op. Niet alleen in het maatschappelijk
debat, ook in de fysieke leefomgeving. Uitingen, emoties. Uitgesproken bouwwerken en woonvormen als logische
producten van déze tijd. Maar met welke emoties worden die gestuurd? En zijn dit blijken van regiospecifiek handelen?
Emoties als een reeks drijvende krachten voor
kenmerkende ontwikkelingen op het vlak van bouwen in deze tijd, zijn negatief van aard: angst, weemoed,
escapisme, afkeer en jaloezie. Het zijn krampachtige
impulsen, ‘escapes’. De bouwwerken komen niet voort uit
een optimistische en vooruitstrevende grondhouding en niet uit nieuwsgierigheid voor de tijd en de omstandigheden. Of sterker nog: de bouwsels zijn niet ontstaan vanúit het landschap, maar geprojecteerd ín het landschap. Ze zijn
verzonnen (of gekopieerd) en uitgestrooid over Nederland:
inwisselbaar, niet specifiek, niet streekeigen, niet Gelders. Waar is het opportunisme? Waar is de vindingrijkheid, de
wil om iets te doen met de situatie als zodanig? Waar is het streekeigen handelen? Het kan anders!
Juryrapport Gelderse Prijs Ruimtelijke Kwaliteit 2012
Een nieuw streekeigen handelen kan weer ontstaan als
mensen een nieuw optimisme en een nieuwe pragmatiek naleven. Dat gaat over het benutten van de tijdelijkheid. Leven in het hier en nu, mét het hier en nu. De crisis
is in die zin een kans. Met minder middelen hetzelfde
kunnen bereiken, of zelfs meer: het verwezenlijken van nieuwe idealen en nieuwe vrijheden. Dit gaat over een
nieuwe strijd, een nieuwe dialoog tussen mens en plek, vol uitdagingen.
Bouwen aan identiteit: Zo luidt het thema van deze (al
De prijs
weer vierde) editie van de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke
Waar strijden we om? Plat gezegd: om vijfduizend euro.
Kwaliteit. Een thema dat het uiterste van de jury heeft gevraagd. U zult begrijpen; identiteit is een complex begrip, het laat zich moeilijk duiden – laat staan dat helder is wanneer iemand zegt daaraan bij te dragen, of er aan te ‘bouwen’. Om grip te krijgen op deze gladde aal moest een stevige set aan beoordelingscriteria worden opgesteld. Toen ook nog eens bleek dat de ingezonden plannen qua soort en
Dan gaat het om verschil en daadkracht; de wil om
omvang alle kanten op schoten, wisten we het zeker: dit is
zelfredzaam te zijn. Bouwers en andere initiatiefnemers
jureren voor gevorderden.
willen er iets van maken met de middelen die er zijn.
Het thema komt overigens niet zo maar uit de lucht vallen.
nemen het heft in handen, gaan de situatie te lijf en Ze doen moeite voor zichzelf en voor elkaar. Nuchter
en revolutionair. Het experiment schuwen ze niet, ze
durven een gok wagen. In wezen grijpt deze mentaliteit weer terug op de emoties uit het begin van dit verhaal:
eigenzinnigheid, geloof, hoop, ondernemen, doorzetten,
trots. De wil om een plek of gebied naar je hand te zetten,
je toe te eigenen. Daarmee is de cirkel, qua mentaliteit en streekeigen handelen, in zekere zin weer rond.
Experimenteel bouwen komt vooralsnog op kleine schaal
voor in diverse stadsranden, op braakliggende terreinen,
in freezones en andere vrijstaatjes. Niet altijd even mooi, niet altijd even gewenst, maar welbeschouwd zijn deze plekken de kraamkamers van nieuwe streekeigenheid.
Vindingrijkheid en slim hergebruik van lokale materialen
(en kennis) kunnen leiden tot een zelfstandige vormentaal
en een idioom, die per gebied of streek weer verschillen. Dat uit zich in het begin voornamelijk in objecten (gebouwen) en wellicht later in grotere structuren. Streekeigenheid gaat niet over mooi of lelijk, maar over een nieuw
cultuurlandschap dat wezenlijker, logischer en op termijn
leesbaarder wordt. Geef dus ruimte aan de pionier, omarm het experiment en laat streekeigenheid weer ontstaan.
zelfstandig landschapsarchitect (Freelandschap in Utrecht)
Bouwen aan identeit
van ruimtelijke kwaliteit – en in het bijzonder projecten
die een bijdrage leveren aan de ‘identiteit’ van een plek of
gebied – onder de aandacht wil brengen bij plannenmakers, besluitvormers en het Gelderse publiek. De provincie wil hiermee de dialoog over ruimtelijke kwaliteit voeren, en
blijven voeren. De prijs wordt uitgereikt aan de winnende project.
Geen onderwerp zo dominant in de politiek, media en
De genomineerden
zeventig van de vorige eeuw een proces van ontzuiling,
provinciale selectiecommissie kreeg in oktober 2011 de taak
wetenschap als ‘identiteit’. Het feit dat sinds de jaren
De oproep leverde maar liefst 50 inzendingen op. Een
ontkerkelijking en individualisering is ingezet, maakt
om deze lijst terug te brengen naar 10 nominaties. Dit zijn
dat we op zoek zijn nieuwe culturele ankers en houvast. Tel daarbij de globalisering, de digitalisering en de
multiculturele samenleving, en alle sociale zekerheden die we hadden zijn als sneeuw voor de zon verdwenen.
stuk voor stuk pareltjes van ruimtelijke kwaliteit. Ik noem ze in alfabetische volgorde, met een kleine kenschets van elk project:
Dat werd bevestigd toen prinses Máxima in een toespraak
Metaalbuurt in Apeldoorn
brede maatschappelijke discussie los over de Nederlandse
van de ruime opzet, en naast aandacht voor architectuur
in 2007 zei dat ‘Dé Nederlander’ niet bestond. Er brak een
identiteit. Wie zijn wij? Wat bindt ons? Wat is Nederlands? Wanneer ben je Nederlander? Talloze pogingen werden
Herstructurering van een voormalig tuindorp, met behoud ook aandacht voor de openbare ruimte: een ‘grindreservaat’.
ondernomen, van historische canons tot vlaggen op
Werk aan ’t Spoel / Molenkade in Culemborg
Wanneer we kijken naar deze prijs, en de Gelderse context,
langs Diefdijk en Lekdijk, onderdeel van de Nieuwe
overheidsgebouwen, om Nederland te definiëren.
kun je vragen stellen als: Wat is Gelders? Waaruit bestaat
die identiteit? Wat maakt een plan regiospecifiek, of zelfs ‘streekeigen’? Bestaat streekeigenheid nog? Waar? Hoe
Twee plekken binnen een bredere gebiedsontwikkeling Hollandse Waterlinie. Eén van de plekken is de doorgezaagde bunker van bureau Rietveld.
uit zich dat? En hoe bouw je daarop voort? Vanuit welke
Lookwartier in Doetinchem
het juiste plan op de juiste plek?
de Schil, grenzend aan de oude binnenstad. Een nieuwe
mentaliteit? En met welke vormentaal? Wat maakt een plan Boeiende vragen.
Toch weerhield het gemeenten, projectontwikkelaars en
Binnenstedelijke inbreiding, onderdeel van Masterplan stadswijk met onder meer atelierwoningen in moderne architectuur naast schouwburg Amphion.
ontwerpers niet om in groten getale gehoor te geven aan
Centrumplan Lunteren, gemeente Ede
projecten in te sturen die op voorbeeldige wijze omgaan met
openbare ruimten, zoals een opgetild grasplein met
de oproep van de provincie Gelderland (in mei 2011) om dit thema – om mee te dingen voor de Gelderse Prijs.
146
Gelderland met deze prijs goede en inspirerende voorbeelden
gemeente en moet besteed worden aan het betreffende
Lastige vragen.
Marc Nolden,
Maar belangrijker en wezenlijker is dat de provincie
147
Juryrapport
Herinrichting van de winkelstraat en aangrenzende muziektent. Op een aantal plekken is nieuwbouw gerealiseerd in klassieke historiserende stijl.
Botterwerf in Elburg
Dat werkte.
voortkomt uit een degelijke cultuurhistorische analyse
zoals een jurylid het verwoorde: ‘Dit is een mooi plan, maar
historische haven. De botterwerf is een leerbedrijf, schakel
(of denkt bij te dragen) aan de versterking van een bestaande
heeft geleid) komt de intensieve hoogbouw voort uit een
aan die van de Renkumers.’
Herbestemming van een voormalige scheepswerf in de
in een bredere ruimtelijk-toeristische opknapbeurt van de Havenkade.
Lange Hezelstraat / Hessenberg in Nijmegen
Hoogstedelijke compacte inbreiding op de plek waar vroeger de drukkerij van dagblad De Gelderlander stond, gekoppeld aan de herinrichting van de oudste winkelstraat van Nederland.
DRU industriepark in Ulft, gemeente Oude IJsselstreek
Herbestemming van de voormalige ijzergieterij bij Ulft.
Gefaseerde transformatie van gebouwen, hallen en openbare ruimte, met koppeling naar omliggende natuur.
Al snel waren we er van overtuigd dat een plan dat bijdraagt identiteit – of een geheel nieuwe maakt – voort zou moeten komen vanuít die plek en zou moeten ontstaan vanuit
een aantoonbaar locatiespecifiek (streekeigen) handelen.
Bouwen aan identiteit gaat over mensenwerk. Kortom: we leggen in de beoordeling het accent op de cultuur van het plannen maken, op de totstandkoming. Dat leidde tot de volgende drie criteria: Vindingrijkheid
In hoeverre is er gezocht naar ingrediënten (mensen, kennis, grond, materialen) om het basisidee naar een uitvoerbaar
plan te brengen? Hoe creatief is omgegaan met de gegeven situatie? Met welk (positief) opportunisme?
Tussen de lanen in Doorwerth, gemeente Renkum
Toe-eigeningswaarde
een gesloopte portiekflatwijk uit de jaren ’60/’70. Een
gebruikers? Welke nieuwe betekenissen zijn er voor wie
Campusachtig nieuwbouwproject op de plaats van
geaccidenteerd terrein met grafheuvels en volwassen bomen en hoogwaardige architectuur.
In hoeverre laat het plan zich adopteren door haar
gecreëerd? Hoeveel interpretatievrijheid biedt het plan? Hoe zelfredzaam is het opgeleverde project?
Landgoed ’t Beloofde Land nabij Klarenbeek, gemeente Voorst
Verbeelding
hoofdgebouw, in het buitengebied van Klarenbeek –
ontstaanstraject? Hoe gepast en vanzelfsprekend is die taal?
Realisatie van een nieuw landgoed met kasteelachtig onderdeel van een landgoederenzone. Waterberging staat centraal in het plan.
In hoeverre komt de gekozen vormentaal voort uit het
En hoe fraai? Welk verhaal wordt verteld, en hoe leesbaar is het?
BOS-project in Winterswijk
Bevindingen
cultuurhistorisch waardevolle objecten langs de Boven
de arm stapten we op 7 en 8 november in een bus om de
in de stadsrand van Winterswijk. Revitalisatie van
Met elk een ordner vol informatie van de projecten onder
Slinge, zoals een strandbad uit 1933.
projecten te bekijken. De twee muisgrijze dagen vroegen het uiterste van ons inlevingsvermogen om de gebruikspotentie van de plannen te doorzien. Bij sommige projecten kregen
En dan het toetsingskader. Hoe stel je criteria op voor deze rijk gevulde mand met appels en peren? Als jury
hebben we met het formuleren daarvan bewust gewacht tot de velddagen zelf, na de projecten gezien en ‘gevoeld’ te hebben. De gedachte was dat de criteria vanzelf uit
we uitleg van de betreffende verantwoordelijke. Er is
niet alleen aandachtig naar het opgeleverde gekeken, we
hebben ook vele mensen (gebruikers) op straat gesproken
– nieuwsgierig naar hun mening. De jury was enthousiast over het hoge gemiddelde niveau van de projecten.
de plannen naar voren zouden komen, wanneer je er
Na de eerste dag konden we, zoals dat gaat, de eerste
met elkaar zou vergelijken.
Nijmegen hoorde bij de laatste categorie. Hoewel het plan
voortdurend over zou discussiëren en de projecten continu
148
Bouwen aan identeit
killere grondexploitatieberekening. Desondanks zijn
hoogvliegers en iets mindere hoogvliegers noemen.
behoort eerder toe aan de collectie van de ontwerpers, dan
de gebouwen, die meedoen in de Nijmeegse skyline,
Dag twee. Wederom een bont programma. Van de
de wederopbouwperiode – en zijn de hoogteverschillen in
landgoed bij Voorst, naar de nieuwe stadswijk het
zorgvuldig gepositioneerd – met behoud van een kapel uit het gebied met aandacht ontworpen. De hoge dichtheid
verhoudt zich echter moeizaam tot het luwe karakter van
het gebied. Er gebeurt weinig. Een te beperkt programma, vond de jury, zowel in de openbare ruimte (pleintjes) als in de plinten van de gebouwen. De schaduwrijkheid en de overwegend sobere kleuren maken het plan weinig uitnodigend.
Culemborg gooide hogere ogen met ambachtelijk ontworpen plekken, die behalve dat ze het verhaal van de waterlinie
op originele wijze vertellen, ook door hun programmering
betekenisvol zijn geworden voor hun hedendaagse culturele omgeving. Ook Elburg deed de gezichten van de jury
stralen: een plan dat ontstaan is en gedragen wordt door 170
vrijwilligers met een onvoorwaardelijke liefde voor de botter en de bruine vloot.
Lunteren deed hier en daar wenkbrauwen fronsen, doordat
voor enkele nieuwe gebouwen langs de (solide heringerichte) winkelstraat is gekozen voor een vormentaal die gebaseerd
is op klassieke elementen uit de architectuur, wat – in deze Veluwse dorpsstraat – een zekere gemaaktheid opriep.
Enkele prachtige oude woonerven met grind, bomen en hek langs diezelfde winkelstraat hadden een grotere rol in de
aanpak en beeldkwaliteit kunnen krijgen. De historische
3 deelprojecten binnen een brede gebiedsaanpak,
Beoordelingscriteria
(dat tot een fijnmazig, haast middeleeuws, stratenpatroon
studie leek vooral gericht te zijn op het vinden van nieuwe
bouwlocaties. Ook de kunstzinnige verwijzing naar een oude beek in de bestrating viel wat uit de toon. De samenwerking met de bevolking was voorbeeldig, maar dat is – zo blijkt – geen garantie voor een passende vanzelfsprekende beeldkwaliteit.
We besloten de dag in Renkum, bij de nieuwe woonbuurt van Mecanoo architecten. Het was al laat, de avond viel.
Enkele woonkamers in de appartementengebouwen waren
verlicht, waardoor het boslandschap – waarin de gebouwen zijn gepositioneerd – een mysterieuze sfeer had. Het
plan dankt zijn kwaliteit aan de volwassen bomen en het
geplooide maaiveld, dat als een groen tapijt functioneert. Hoewel de gebouwen aansprekend en tot in detail zijn
doorontworpen, blijft het geheel toch wat afstandelijk. Of,
149
Juryrapport
opgeknapte Apeldoornse metaalbuurt naar het nieuwe Lookwartier in Doetinchem, naar Winterswijk voor het gebiedsgerichte BOS-project en tot slot naar de DRU
industriepark bij Ulft. Toppers: Voorst en Apeldoorn. Voorst vanwege de wijze waarop het verantwoordelijke echtpaar,
als ware ‘landschapsentrepreneurs’, hemel en aarde hebben bewogen om hun droom te verwezenlijken. Apeldoorn
vanwege de zorgvuldige omgang met de historie van de plek; de bewuste keuzes die daarin gemaakt zijn, en de bezielde behandeling van de openbare ruimte.
Het Doetinchemse Lookwartier is een modern en kek
buurtje geworden en de atelierwoningen voorzien duidelijk in een behoefte. Maar het geheel mist – door de in feite inwisselbare architectuur – specifieke betekenis. Dit
kan overal zijn. Waar zijn we? Of maakt dat niet uit? De openbare ruimten rond Amphion houden het midden tussen plein en straat: te breed voor geborgenheid, te
smal voor intensief gebruik. Een fantastische binnentuin is niet zichtbaar en beleefbaar vanaf de straat. Omdat de buurt bovendien een summiere relatie aangaat met de
binnenstad en de directe omgeving, staat ze wat alleen in de stadsplattegrond.
Het BOS-project (Bleekweide, Olliemölle, Strandbad) omvat een schat aan mooie plekjes langs de beek Boven Slinge,
met cultuurhistorische waarden. Het is de gemeente gelukt om een indrukwekkende hoeveelheid belanghebbenden rondom de plannen te verenigen. Toch vindt de jury
het gebiedsverhaal – dat de zaak bij elkaar moet houden – onvoldoende zichtbaar gemaakt en niet overtuigend
genoeg als antwoord op de dynamiek van de Winterswijkse stadsrandzone. Het kunstwerk dat in de (vooralsnog
ongeroerde) Bleekweide staat, als illustratie van de omgang met een delicate plek als dit, vindt de jury niet sterk tot de
verbeelding spreken. Zeer enthousiast was de jury over de S
van het BOS-project: het bijzonder fraaie Strandbad, dat als enige deelproject af is.
De DRU industriepark, met zijn hoogstedelijke interpretatie van een dorps cultuurcentrum, is een plan geworden dat
boven Ulft, Oude IJsselstreek, Doetinchem en Gelderland
uitstijgt. Heeft dit plan Ulft nog nodig? De stoere gebouwen
herbestemde fortificatie/munitieopslag) is een plek bovenop
Landgoed ’t Beloofde Land nabij Klarenbeek, gemeente Voorst
een nieuw klimaat heeft opgeleverd, waarbinnen mensen
ontworpen, maar de ontwerper van de buitenruimte lijkt
functies is verrijkt; dat permanent bewoond wordt, waar
landgoederenzone tussen Klarenbeek en Voorst. Een
zich de ruimte toe te eigen; een plan dat de deur openzet
(cadeautjes voor de architect) zijn van binnen prachtig
– met de toevoeging van vele bloembakken, borders en een overvolle binnentuin – iets te enthousiast het potlood te
hebben gehanteerd. ‘Had de naakte leegte van het terrein maar tegen die gebouwen aan laten klotsen!’, riep een
jurylid. Op de terugreis vroegen we ons af of een dergelijk
plan op deze plek, met dit ambitieuze programma, zichzelf in deze tijd overeind kan houden.
de Lekdijk, dat met commerciële en niet-commerciële
een kunstenaar atelier houdt en waar een amfitheater is gerealiseerd – kortom: een wezenlijke zelfredzame plek.
De jury vindt het jammer dat de subtiliteit van Werk aan ‘t Spoel wordt overstemd door het spectaculaire beeld van de doorgezaagde bunker. Werk aan ’t Spoel is een ingetogen
en bezield vormgegeven plek, met fantastische gestileerde
doorkijkjes naar het omliggende landschap. Toch voelt het soms ook erg gelikt en ‘over-ontworpen’. In hoeverre het
gehele gebiedsplan bijdraagt aan de beloofde nuancering De finalisten Op woensdag 23 november kwamen we als jury weer bij
elkaar. We lieten de projecten nogmaals de revue passeren
van de stadsrand van de Culemborgse uitbreidingswijk Parijsch is niet duidelijk geworden.
en bespraken ze uitvoerig. In de middag kregen de tien
Botterwerf in Elburg
te overtuigen van de kwaliteit van het plan, en de wijze
scheepswerf Balk, op het scharnierpunt van Havenkanaal
projectvertegenwoordigers een laatste kans om de jury
waarop er ‘gebouwd is aan identiteit’. Na beantwoording
van de laatste vragen, werden onze voorkeuren bevestigd en kwamen de vier beste kansmakers uit de bus: Culemborg, Elburg, Voorst en Apeldoorn.
Apeldoorn viel als eerste, na lang wikken en wegen, af,
door twijfel bij de hedendaagse betekenis (en daarmee het onderscheidend vermogen) van het project. Er is een oude identiteit opgepoetst, maar geen aanzet gegeven tot een
nieuwe. De nieuwbouw is niet overtuigend ingepast binnen het ruimtelijk schema van het tuindorp, en neemt daarmee
in feite een loopje met de gewaardeerde kwaliteiten. Twijfel was er ook bij de vindingrijkheid waarmee de aanbouwen tegen de bestaande woningen zijn gezet. Toen bleven er nog drie over.
Werk aan ’t Spoel / Molenkade in Culemborg
Een plan dat knap balanceert tussen enerzijds het grote verhaal van de Nieuwe Hollandse Waterlinie – en het toonbaar maken van dat verhaal – en anderzijds slim
inspeelt op de maatschappelijke behoeften en vragen uit de directe omgeving. Niet alleen de linie, ook de voormalige
inundatievelden zijn met nieuwe functies (waterberging,
natuurontwikkeling) ‘geactiveerd’. De twee plekken zijn wel bijzonder verschillend en er mist een samenhang tussen
de plekken. De Molenkade (lees: de doorgezaagde bunker) is een prachtige vondst om te verwijzen naar de situatie en omstandigheden van die tijd. Werk aan ’t Spoel (een
150
Bouwen aan identeit
Een plan dat mogelijk werd doordat de voormalige
en Oude Haven, vertrok uit Elburg. Tientallen vrijwilligers zagen kans om op deze plek een al bestaande Botterwerf voort te zetten, deze uit te breiden en stevig op de kaart
te zetten. De Botterwerf slaat, mede door het leerbedrijf,
een waardevolle brug tussen cultuurhistorie, educatie en
toerisme. Jonge timmerlieden werken aan de restauratie van de botters en leren het vak. Er is een museum voor toeristen en de botters worden ingezet voor diverse rondvaarten op de randmeren. Het plan draagt bij aan het behoud van
de bruine vloot en zorgt dat de historische haven gesierd blijft met deze sfeervolle schepen. De werf zelf is een
energieke bedrijvige plek, een vliegwiel voor verdergaande
herstructurering en herinrichting van de omgeving. Daarbij moet wel gewaakt worden voor de ‘verpretparking’ van de
haven. De jury is kritisch op de ietwat gezochte vormentaal
Een plan dat een wezenlijke aanvulling is op de
tien hectare groot terrein, dat naast rijke natuur,
ruimte biedt aan waterberging. Dit is in een rechtlijnig
landschapsontwerp gegoten, waarbij gebruik gemaakt is van de aanwezige rabatten. Al met al een uitgesproken waterlandgoed met een waterburcht als prominent
hoofdgebouw, waarin een woning en een bed&breakfast opgenomen zijn. Het landgoed is door middel van het
uitruilen van grond tot stand gekomen. Echtpaar Rien en Ankie Nieland wilden iets achterlaten, hadden een
droom en zochten daar de geschikte mensen en partijen bij. Ondanks weerstand uit verschillende hoeken
(monumentencommissie, bezwaarschriften tot aan de Raad van State), hielden ze vol, bleven positief, verwerkten de
kritieken, pasten de plannen aan en kwamen uiteindelijk tot uitvoering. Een landschapsarchitect begeleidde
het ontwerpproces. Sinds de oplevering hebben ze veel bekijks – zowel van omwonenden, vaklieden als oudlandgoedeigenaren. De jury roemt de bevlogenheid
en doortastendheid van het echtpaar: het zijn ware
ondernemers die hun omgeving als klant zagen. Minder
enthousiast is de jury over de architectuur van de gebouwen – een ensemble dat met voorplein, gracht en brug als een kasteel oogt. Hier heeft de droom een te letterlijke vorm
gekregen. De gebouwen – die overigens opgetrokken zijn
met klinkers uit de laatste kolengestookte oven in Nederland
Botterwerf in Elburg, dat vanuit betrokkenheid en liefde is ontstaan, maar met de gezochte vormgeving van de
nieuwe loods is doorgeschoten. ‘Als dit maar niet overslaat
op de omgeving, en de wijze waarop straks invulling wordt
gegeven aan de verdere herstructurering van de Havenkade’, sprak een jurylid bezorgd uit. ‘Niet elke bedrijfshal hoeft schuil te gaan achter een decor van bomen of een nieuw rijtje pakhuizen.’
Na een finale overpeinzing sprak de jury uit de hoop te
hebben dat dit initiatief niet uitmondt in verdere theatrale bouwwerken in de Elburgse haven. Het plan van de
Botterwerf is door het creëren van actuele betekenissen
binnen de historische kernwaarden, door het adopteerbare vermogen ervan en door de tomeloze inzet van de
vrijwilligers een voorbeeldige bijdrage aan ‘bouwen aan identiteit’, en een versteviging van de verbintenis van
mensen op deze plek, zo niet: de ultieme dialoog tussen
mens en plek. Het besluit is daar. De jury kiest de Botterwerf in Elburg tot winnaar van de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2012.
Sandra Schuit (landschapsarchitect, Zijaanzicht)
daar los van, zij is verzonnen.
penvoerder)
Jan Terlouw (juryvoorzitter)
Hans Venhuizen (cultureel planoloog)
Marc Wingens (directeur Gelders Erfgoed)
operationele werkplaats is, die van binnenuit heringedeeld
uiteindelijke winnaar. De jury was verdeeld. Voorst viel als
in de haven voorkomen. Aangezien de werf een ruwe
Tot laat in de middag hebben we gediscussieerd over de
en ontworpen is, had het ontwerp voor de buitenkant een
eerste af. Een plan met een voorbeeldige totstandkoming,
illustreert een jurylid.
en te zorgvuldig is doorontworpen. Dat gaat ook op voor de
worsteling met de situatie en de omstandigheden – zij staat
Waarom de een wint en de ander niet
romneyloods moeten integreren in het nieuwe plan’,
plan dat juist vanuit dit perspectief misschien wel te ver
Marc Nolden (zelfstandig landschapsarchitect en
vormentaal is niet, zoals het plan zelf, ontstaan uit de
karikaturale collage is van gevels en puntdaken die elders
je binnenstebuiten keert. ‘Ze hadden gewoon die oude
voor toekomstige functies en betekenissen. Maar ook een
(Beest) – zijn geen verlengstuk van het planproces. De
en de keuze voor de gelede voorgevel van de loods, dat een
evenzo ruwe uitstraling mogen hebben – als een sok die
zich thuis kunnen gaan voelen en uitgenodigd worden om
maar met gebouwen die verzonnen en gebaseerd zijn
op andere gebouwen – het is de vraag of je daarmee een identiteit kunt scheppen die blijft. Bleven Culemborg en Elburg over.
Daarover is nog lang gesproken. Culemborg, en dan met
name Werk aan ’t Spoel is een bewonderenswaardig plan, een plan dat naast mooie plekken ook een nieuwe sfeer,
151
Juryrapport
Verantwoording en dank Ten behoeve van de beschrijving van de genomineerde projecten heeft Rijk Willemse van LaVerbe interviews gehouden met betrokkenen. De interviews vormen, samen met het aangeleverd projectmateriaal van de gemeenten, de basis voor de tien uitgeschreven project-portretten.
De oude ansichtkaarten zijn afkomstig van het Gelders Archief in Arnhem. Wie van mening is dat de provincie Gelderland ten onrechte gebruik maakt van materiaal dat onder zijn of haar auteursrecht valt, gelieve contact met ons op te nemen.
De uitsnedes van de luchtfoto’s geven een impressie van de ligging van de projecten. Niet alle projecten staan als gerealiseerd op de foto.
Het juryrapport is, in samenspraak met de leden van de jury,opgesteld door Marc Nolden.
Met dank aan de juryleden voor de inspirerende beoordeling en de genomineerden voor hun creatieve deelname.
© Provincie Gelderland
152
Bouwen aan identeit