Boudewijnlaan 20-21 • B-1000 Brussel tel. 02-512 11 52 • fax 02-502 46 80 e-mail:
[email protected] www.vlaamseprovincies.be
Sectordossier Milieu Onderdeel van het VVP-memorandum aan de volgende Vlaamse regering
Sectordossier Milieu
1
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 1
De missie van de provincies inzake milieubeleid ............................................................................ 5
2
Bosgroepen: provinciale coördinatie erkennen .............................................................................. 6
3
Pleidooi voor een structureel beleidsoverleg ................................................................................. 7
4
Provincies als labo voor vernieuwing .............................................................................................. 8
5
Natuur en milieu-educatie (NME): taakverdeling respecteren ....................................................... 8
6
Duurzame ontwikkeling op het terrein ........................................................................................... 9 6.1
Algemeen................................................................................................................................. 9
6.2
Projecten duurzame ontwikkeling ondersteunen ................................................................. 10
6.3
Provinciale Steunpunten Duurzaam Bouwen........................................................................ 10
7
Landinrichting: een kerntaak van de provincies............................................................................ 11
8
Soortenbescherming ..................................................................................................................... 12
9
Adviesverlening bij aanvragen tot erkenning van bos- en natuurreservaten ............................... 13
Bijlagen .................................................................................................................................................. 15 Bijlage 1: Samenstelling beleidscommissie Milieu ............................................................................ 15 Bijlage 2: Samenstelling van de ambtelijke adviescommissie Milieu ................................................ 16 Bijlage 3: Contactpersoon VVP .......................................................................................................... 17 Bijlage 4: Overzicht van de werking van de provinciebesturen rond milieu ..................................... 18
Sectordossier Milieu
2
Voorwoord De uitdaging voor de nieuwe Vlaamse legislatuur Missie bestuursniveaus geeft inhoud en bestuurskracht Sinds Vlaanderen de politieke verantwoordelijkheid over het binnenlands bestuur heeft, is er heel wat ten gunste van de lokale besturen veranderd. Recent hoogtepunt is daarbij het decretaal kader voor de werking van de gedecentraliseerde besturen. Zonder enige twijfel vormen het Gemeente- en het Provinciedecreet belangrijke instrumenten voor een degelijk beleid ten bate van de (lokale) samenleving. Zowel in het Gemeente- als het Provinciedecreet wordt een duidelijke missie geformuleerd. Algemeen gesteld zijn de provinciebesturen verantwoordelijk voor het welzijn van de burgers van de provincie. Daarnaast wordt specifiek het bovenlokale beleid, de ondersteunende taakstelling voor de andere besturen en de gebiedsgerichte werking aangestipt. Door deze missiebepaling beschikken de provinciebesturen over een kompas om hun beleidsvoering richting te geven en wordt eveneens de onderlinge bestuurlijke verhouding t.o.v. de andere bestuursniveaus bepaald. Samengevat: de decretale missie geeft inhoud en bestuurskracht aan het provinciaal bestuursniveau.
Van bestuurlijke drukte naar bestuurlijke rust Attent en alert ingaan op nieuwe maatschappelijke evoluties in de verschillende beleidssectoren is belangrijk omdat die steeds complexer worden. Vaak is samenwerking tussen de bestuursniveaus noodzakelijk. Streven naar meer interbestuurlijke samenwerking was immers ook de boodschap van de provinciebesturen naar aanleiding van de Vlaamse parlementsverkiezingen in 2004. Daarbij werd aan de toenmalige nieuwe Vlaamse overheid concreet gevraagd, om de nodige juridische instrumenten voor interbestuurlijke samenwerking te voorzien. Tot op heden zijn deze instrumenten niet voorhanden. Dat heeft tijdens de afgelopen jaren geleid tot een ‘verrommeling’ van het intern bestuur van Vlaanderen. Heel wat ‘semi-bestuurlijke circuits’ zijn opgericht, waaraan allerhande taakstellingen werden toegekend. Een studie van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen telt er 372. Daarnaast treedt de Vlaamse overheid 34 maal gedeconcentreerd op in tal van beleidssectoren. Tijdens de laatste tien jaar werden nog eens een tiental decreten goedgekeurd waarin één of andere extra bestuursvorm het daglicht zag. Concreet betekent dit dat naast de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden nog een 592 bestuurlijke circuits operationeel zijn tussen het gemeentelijk, provinciaal en Vlaamse bestuursniveau. Op zich toont dit de dynamiek van bestuurlijk Vlaanderen aan. Maar anderzijds ondermijnt deze evolutie het besluitvormingsproces en de bestuurskracht van de verkozen bestuursniveaus. Meer en meer wordt ‘beslist’ buiten de verkozen raden. Naast deze institutionele ‘verrommeling’ doet zich evenzeer een inhoudelijke ‘verrommeling’ voor. De wetgeving is zeer complex en weinig gecoördineerd, waardoor ze weinig toegankelijk wordt. Beide evoluties tasten de efficiëntie en het bestuurlijk rendement aan. De huidige bestuurlijke drukte dient daarom herleid te worden tot bestuurlijke rust. Een bestuurlijke rust waar de drie verkozen bestuursniveaus aan dienen te werken.
Sectordossier Milieu
3
Interne staatshervorming op basis van drie principes De provincies willen samen met de gemeenten en de Vlaamse overheid nagaan welke bestuurlijke input noodzakelijk is om de vooropgestelde beleidsdoelstellingen te bereiken. Drie basisprincipes stellen de provinciebesturen voorop: decentralisatie naar de verkozen bestuursniveaus vanuit het subsidiariteitsprincipe; respect voor de decretaal verankerde missies van de verkozen bestuursniveaus waardoor de bestuurskracht en de democratische legitimiteit van het overheidsoptreden gevrijwaard wordt; streven naar bestuurlijk partnerschap met de erkenning van ieders verantwoordelijkheid. In die zin is het noodzakelijk dat huidige en toekomstige decreten en besluiten in de verschillende beleidssectoren gescreend worden op basis van een bestuurlijke en financiële effectenrapportage. Oude en nieuwe taakstellingen moeten in eerste instantie aan de verkozen bestuursniveaus worden toevertrouwd en de huidige regeldrift in de verschillende beleidssectoren moet verminderen. Bovenvermelde visie is voor de provinciebesturen de uitdaging voor de nieuwe Vlaamse legislatuur in de verschillende beleidssectoren. Deze uitdaging aangaan, zal de bestuurscultuur in Vlaanderen ten goede komen, niet in het minst voor de burger zelf.
Raymond Van Loock Directeur
Jos Geuens Voorzitter
Sectordossier Milieu
4
1 De missie van de provincies inzake milieubeleid Algemeen Leefmilieu is bij uitstek een beleidsdomein waarin de provinciebesturen hun intermediaire rol als bovenlokaal bestuursniveau en motor van de gebiedsgerichte werking kunnen opnemen. Milieuproblemen zijn per definitie (gemeente-) grensoverstijgend, vertonen raakvlakken met tal van andere beleidsdomeinen en zijn daardoor uitermate complex. Vandaar dat zij maar kunnen worden aangepakt door een duidelijke taakverdeling tussen de verschillende bestuursniveaus en een intense interbestuurlijke samenwerking. De provinciebesturen hebben een waardevolle inbreng in dit beleidsdomein, zowel in het voeren van een eigen bovenlokaal milieu- en natuurbeleid als in het opnemen van een bestuurlijk partnerschap binnen een gebiedsgerichte werking. Daarom moet het provinciebestuur zich in het milieubeleid, naast het eigen beleid, ook positioneren als een onderhandelingsbestuur: belangen afwegen en bemiddelen tussen overheden (voornamelijk met de gemeenten), publieke en private actoren binnen een bepaalde streek. Het provinciebestuur heeft daarbij een belangrijke planningsfunctie. Daarnaast moeten de provincies als streekbestuur een belangrijke rol vervullen op het vlak van coördinatie, informatieverstrekking, educatie en vorming, zowel voor de gemeenten als voor de burgers en bedrijven. In overeenstemming met de decretale missie van de provincies Door het Provinciedecreet werd de missie van de provincies decretaal verankerd (Art. 2). Deze missie luidt: “De provincies zijn het intermediair beleidsniveau tussen het Vlaamse en het gemeentelijke niveau. De provincies beogen om op het provinciale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het provinciale gebied.” De provincies zijn bevoegd voor: 1° de bovenlokale taakbehartiging. Een taakbehartiging is bovenlokaal als ze aangelegenheden van lokaal gemeentelijk belang overstijgt, voor zover ze streekgericht blijft en gericht is op realisaties binnen de grenzen van het grondgebied van de provincie; 2° ondersteunende taken op verzoek van andere overheden; 3° het nemen van initiatieven met het oog op gebiedsgerichte samenwerking tussen besturen in een regio (…).” Deze missie van de provincies is perfect in overeenstemming met hoger aangehaalde taken die zij in het kader van hun milieubeleid opnemen. Daarnaast zijn de provincies uiteraard ook verantwoordelijk voor de bevoegdheden die hen door wetten en decreten zijn toevertrouwd.
Sectordossier Milieu
5
2 Bosgroepen: provinciale coördinatie erkennen Het bosdecreet vermeldt hoe bosgroepen eruit zien en welke doelstellingen ze nastreven. Bij het opstarten van de verschillende bosgroepen speelden de provincies telkens een cruciale rol als initiator en begeleider naar hun zelfstandigheid. Bosgroepen namen de vorm aan van vzw’s. Momenteel zijn de provincies, naast de andere (al dan niet private) boseigenaars, in de mate dat ze eigenaar van bossen zijn, enkel lid van een bosgroep.
Oproep tot de Vlaamse overheid Aangezien de bosgroepen gemeentegrensoverschrijdend werken en per provincie werden ingedeeld, is de provincie het beleidsniveau bij uitstek om de coördinatie van de bosgroepen als gebiedsgericht, gemeentegrensoverschrijdend initiatief op te nemen. Dit betekent dat de provincie de werking van de verschillende bosgroepen binnen haar gebied coördineert en deze afstemt op de andere gebiedsgerichte initiatieven in de provincie. De provincies pleiten ervoor dat de Vlaamse overheid deze rol erkent, de provincies erin steunt en er actief aan meewerkt. Concreet wordt voorgesteld dat voor de afstemming van de bosgroepen een “provinciaal coördinatiecomité/overlegplatform” wordt opgericht dat decretaal wordt verankerd door bij Art. 41bis van het bosdecreet een bijkomende 4de paragraaf toe te voegen die stelt: “De provincie coördineert de bosgroepen gelegen binnen haar geografisch gebied. Deze coördinatie gebeurt door middel van een 'provinciaal overlegplatform' waarin onder meer een afvaardiging van elke raad van bestuur is vertegenwoordigd. Het doel is o.m. afstemming te realiseren met de gebiedsgerichte werking van de provincies en het Vlaamse gewest.” Hierbij wordt de zelfstandigheid van de bosgroep als v.z.w. gerespecteerd. Het betreft een volwassen relatie tussen de bosgroepen en de provincie waarbij de provincie een coördinerende rol krijgt. Indien geen decretale regeling mogelijk is, wordt als terugvalpositie voorgesteld dat de provincies samenwerkingsakkoorden afsluiten met de bosgroepen en dat de Vlaamse overheid hen daarin erkent, steunt en er actief aan meewerkt.
Sectordossier Milieu
6
3 Pleidooi voor een structureel beleidsoverleg De provincies beschikken op basis van een aantal decretale regelingen over belangrijke bevoegdheden inzake milieubeleid. Maar ook als gevolg van overeenkomsten met de Vlaamse overheid nemen de provincies stevige taken op zich. Daarnaast nemen de provincies, op basis van eigen beleidsaccenten tal van initiatieven die inspelen op de eigenheid van de provincie zelf. Een gebiedsgerichte benadering is daarbij een vaak gehanteerde invalshoek. Een belangrijk knelpunt dat de provincies in hun milieu– en natuurbeleid ervaren, is de toenemende complexiteit van de regelgeving. Niet alleen zijn er drie bestuursniveaus actief, elk met hun eigen (deel)taken, vaak ook met verschillende visies, doelstellingen en instrumenten. Initiatieven van het ene niveau hebben in die situatie meestal een direct effect op die van het andere. Structurele maatregelen zoals de hiërarchische structuur van beleidsplannen op de verschillende bestuursniveaus (milieubeleidsplannen, ruimtelijke structuurplannen,…), de hervorming van de administraties (BBB) of de informatie-uitwisseling via de diverse ambtelijke overlegstructuren hebben dit soort interferentie niet kunnen voorkomen. Deze toestand bevordert de bestuurlijke efficiëntie niet. Bovendien wordt het een haast onmogelijke opdracht om over de diverse regels te communiceren met de burger. Door de complexiteit van de regelgeving, de toenemende rol van ambtelijke coördinatie en de groeiende verkokering binnen de Vlaamse overheid komen de beleidskeuzes, de noodzakelijke politieke keuzes in de verdrukking. De beleidsverantwoordelijken op Vlaams en provinciaal niveau zitten als het ware niet meer aan het stuur van de besluitvorming.
Oproep tot de Vlaamse overheid De provincies stellen voor dat in de komende Vlaamse legislatuur 2 à 3 keer per jaar een beleidsoverleg tussen de minister van Leefmilieu en de bevoegde gedeputeerden wordt georganiseerd. Dat structureel beleidsoverleg, op basis van een concrete agenda, met een duidelijke formulering van knelpunten en mogelijke oplossingen, wordt ambtelijk voorbereid. Doelstelling is dat de respectievelijke beleidsverantwoordelijken duidelijke beleidslijnen uitzetten over het te voeren milieubeleid en als politiek verantwoordelijke knelpunten oplossen. Een efficiëntere werking en realisaties op het terrein staan daarbij voorop.
Sectordossier Milieu
7
4 Provincies als labo voor vernieuwing Op tal van terreinen vormen de provincies een laboratorium voor vernieuwende initiatieven. Voorbeelden daarvan zijn het Vlaams – Brabantse reglement inzake infiltratie, de Oost–Vlaamse initiatieven rond erosie, de Limburgse campagnes voor zonne–energie, het West–Vlaamse landschapsbedrijfsplan, de Antwerpse landschapsbeelden. Vaak neemt de Vlaamse overheid deze initiatieven over, zet vergelijkbare initiatieven op, werkt een specifieke regeling uit (zie regionale landschappen en bosgroepen). Daarbij wordt de pionier vaak over het hoofd gezien. Blijkbaar zijn de provincies “voldoende klein” om de pols te voelen van de behoeften en kansen die inzake milieu en natuur leven en tegelijkertijd “groot genoeg” om daarvoor levensvatbare oplossingen, antwoorden te vinden.
Oproep tot de Vlaamse overheid De provincies stellen voor dat de Vlaamse overheid hen in die “laboratoriumfunctie” erkent door voor dergelijke “proefprojecten” een “start–kapitaal” ter beschikking te stellen. Meer nog: indien de Vlaamse overheid zelf nieuwe ontwikkelingen (voorlopig) niet wil oppikken, kan een dergelijk starters–fonds de provincies in staat stellen de nodige ervaringen op te doen, vooraleer over te dragen aan Vlaanderen, de gemeenten of zelf de verantwoordelijkheid blijvend op te nemen.
5 Natuur en milieu-educatie (NME): taakverdeling respecteren In de voorbije 15 jaar hebben de provincies op het vlak van NME een stevige werking uitgebouwd zodat in elke Vlaamse provincie een uitgebouwde provinciale dienst voor NME bestaat. Daarnaast is er een mozaïek van natuur- en milieu-educatieve initiatieven zowel vanuit de gemeenten als de particuliere organisaties (NGO’s). Inzake milieu-educatie vervult de provincie een coördinerende en ondersteunende rol. De provinciale NME-netwerken vormen daarin een cruciale spil. Bovendien staan de provincies in voor het implementeren van milieuzorgsystemen in het onderwijs (MOS). De werking van de provincies is gebaseerd op historisch gegroeide praktijken en daaruit voortvloeiende afspraken met de Vlaamse overheid (Cel NME&I van LNE, Vlaams Overlegplatform NME, afspraken met gemeenten en NGO ‘s,…). Wat MOS betreft, zijn er de opeenvolgende overeenkomsten tussen de Vlaamse overheid en de provincies. In de dagelijkse praktijk nemen de provincies volgende taken op:
coördineren van de NME - werking binnen hun provincie en bewaken van de kwaliteit ervan; uitbouw van provinciaal netwerk om een optimale afstemming te bewerkstelligen;
Sectordossier Milieu
8
samenwerking tussen alle betrokken partners waarbij de gemeenten een cruciale partner vormen; concrete uitvoering van NME omdat de provincies dichtst bij deelnemers/consumenten van het NME staan; “Milieuzorg op School” wordt op provinciaal niveau gecoördineerd en uitgevoerd; stimuleren, organiseren en bewaken van de kwaliteit van de praktische vorming leerkrachten, de opleiding van gidsen en vrijwilligers; diverse initiatieven voor verschillende doelgroepen zoals toerisme, landbouw, gezinnen.
Oproep tot de Vlaamse overheid Bovenstaande taken die de provincies opnemen komen neer op het uitvoeren van de afspraken die inzake NME tijdens het “Kerntakendebat” (Bestuursakkoord van 25 april 2003) tussen de provincies en de Vlaamse overheid werden afgesproken. De provincies stellen echter vast dat in de dagelijkse praktijk deze afspraken door de Vlaamse overheid niet altijd worden gerespecteerd en dat de Vlaamse overheid op hetzelfde terrein als de provincies actief is. De provincies pleiten er dan ook nadrukkelijk voor de gemaakte afspraken, taakverdeling te respecteren.
6 Duurzame ontwikkeling op het terrein 6.1 Algemeen Duurzame ontwikkeling staat hoog op de politieke agenda. De VVP ondertekende de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling. Het Decreet ter bevordering van Duurzame Ontwikkeling van 08.07.2008 verscheen op 27.08.2008 in het Belgisch Staatsblad. Het betreft een zeer algemeen decreet dat m.b.t. de provincies stelt: Art. 4: “Het Vlaamse beleid duurzame ontwikkeling is een inclusief, gecoördineerd en participatief beleid. Hiervoor staat de Vlaamse Regering minstens in voor : 6° het overleg en de samenwerking met het gemeentelijk en provinciaal bestuursniveau bij de ontwikkeling en de uitvoering van het Vlaamse duurzame - ontwikkelingsbeleid en de ondersteuning van het gemeentelijke en provinciale beleid duurzame ontwikkeling;” Art .7:”Het Vlaamse beleid duurzame ontwikkeling beschikt over een eigen programma binnen de algemene uitgavenbegroting. Binnen de perken van deze beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering project- en/of werkingssubsidies toekennen aan gemeentelijke en provinciale overheden en aan organisaties voor de ondersteuning van projecten of activiteiten die invulling geven aan het Vlaamse beleid duurzame ontwikkeling. Deze projecten of activiteiten zijn in overeenstemming met de Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling.”
Sectordossier Milieu
9
In zijn Beleidsbrief Duurzame Ontwikkeling 2009 stelt minister – president K. PEETERS tegen het eind van de legislatuur te werken aan de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten. Duurzame ontwikkeling is niet alleen een werk van lange adem, maar ook een leerproces voor alle betrokkenen.
6.2 Projecten duurzame ontwikkeling ondersteunen Via tal van concrete projecten deden de Vlaamse provincies ervaringen op rond duurzaam bouwen, hernieuwbare energie, sensibilisatieprojecten als “Klimaatwijken”, “Met belgerinkel naar de winkel”, … . Belangrijk daarbij is dat meer dan in “klassieke” projecten een geïntegreerde aanpak met andere beleidsaspecten wordt uitgewerkt. Dat leerproces, die ervaringen zijn minstens even belangrijk als het uitwerken van de nodige uitvoeringsbesluiten bij dit decreet: op basis van de projectervaringen van o.a. de provincies kunnen besluiten worden uitgewerkt die optimale effecten, realisaties op het terrein tot gevolge hebben. Tegelijk wordt vastgesteld dat er inzake duurzame ontwikkeling tal van actoren (ook de Vlaamse overheid) vaak overlappende initiatieven opstarten.
Oproep tot de Vlaamse overheid De provincies pleiten er dan ook voor drie oplossingsgerichte sporen te bewandelen:
Subsidies voor de provincies om projecten binnen het Vlaams beleid voor duurzame ontwikkeling, aangevuld met provinciale beleidsaccenten te realiseren; Op basis van hun praktijkervaring betrokken worden bij het uitwerken van uitvoeringsbesluiten en instrumenten die kunnen worden ingezet; Afstemmen van de verschillende initiatieven rond duurzame ontwikkeling.
6.3 Provinciale Steunpunten Duurzaam Bouwen Sinds enkele jaren geven heel wat organisaties (NGO's) advies over duurzaam bouwen en wonen. Op vraag, van de provincies die dit advies dichter bij de burger willen brengen door de financiële drempel te verlagen, werd er in de loop van 2007 een project gestart voor inhoudelijke en vormelijke afstemming en kwaliteitsbewaking. Dit project kreeg de financiële steun van de Vlaamse overheid en werd recent afgerond. De Vlaamse provincies hebben een eigen traditie opgebouwd voor sensibilisatie i.v.m. duurzaam bouwen en wonen en dit met een brede groep uiteenlopende partners en via diverse campagnes en initiatieven. De provincies willen verder bouwen op deze ervaring en samen met het Vlaamse gewest uitvoering geven aan de Vlaamse strategie terzake (het project 'Transitie duurzaam wonen en bouwen', www.duwobo.be)
Sectordossier Milieu
10
Oproep tot de Vlaamse overheid De provincies stellen voor om een netwerk van provinciale Steunpunten Duurzaam Bouwen uit te werken. De initiatieven die de verschillende provincies tot nu toe ontwikkelden vormen een stevig fundament voor een dergelijk scenario. Het model dat in de provincie Limburg ontstond, nl. het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg (www.dubolimburg.be), kan een voorbeeld vormen voor een mogelijke aanpak. Ook het Antwerpse Kamp C past perfect in een dergelijk scenario. In de andere provincies is er veel interesse om gelijkaardige initiatieven voor te bereiden. De Vlaamse milieukoepel, Bond Beter Leefmilieu, is samen het Vlaams Centrum voor Duurzaam Bouwen (Cedubo) partner in het Limburgse project,. De directeur van Cedubo, To Simons is tevens voorzitter van het Vlaamse Transitieplatform Duurzaam Wonen en Bouwen. Samen met deze partners (en mogelijke andere actoren uit de bouwsector) wensen de provincies een dergelijk netwerk te initiëren met de steun en coördinatie van de Vlaamse overheid. De taken van een provinciaal steunpunt kunnen o.a. zijn:
ondersteunen en begeleiden van gemeenten; duurzaam bouwadvies geven aan particulieren (i.s.m. gemeenten); sensibilisatie en vorming van de ruime bouwsector; uitwerken van doelgerichte campagnes; opzetten van een netwerk rond duurzaam bouwen.
De uiteindelijke bedoeling is om in elke provincie samen met een sterk netwerk van partners het Vlaamse beleid voor duurzaam bouwen en wonen (versneld) om te zetten in de praktijk. De ervaring die in Limburg werd opgedaan toont aan dat het mogelijk is om via een doorgedreven samenwerking concrete en aantoonbaar betere resultaten te behalen. Zo zou Vlaanderen een brede omslag naar duurzaam (en dus ook energiezuinig) bouwen en wonen kunnen realiseren.
7 Landinrichting: een kerntaak van de provincies De doelstelling van landinrichting is (citaat van de website van de Vlaamse Landmaatschappij, www.vlm.be): “(…) de inrichting van landelijke gebieden te realiseren overeenkomstig de bestemmingen toegekend door de ruimtelijke ordening. Hierbij beoogt landinrichting kwaliteit, synergie en evenwicht in de ontwikkelingen van het ruimtegebruik van de open ruimte door: Het zoeken naar geïntegreerde oplossingen die rekening houden met relaties en verbanden; Het afstemmen van programma’s van verschillende sectoren om de inrichting efficiënt te laten gebeuren; Het bijdragen tot de realisatie van de beleidsplannen en actieprogramma’s in het kader van het plattelandsbeleid, ruimtelijke ordeningsbeleid en het milieubeleid. Landinrichting beoogt een kwaliteitsverbetering bij de inrichting van de open ruimte door: Het aanbieden van een formeel overlegkader; Het zoeken naar geïntegreerde oplossingen;
Sectordossier Milieu
11
Het bijdragen tot de realisatie van globale beleidslijnen; Het nastreven van een efficiënte inrichting en aanwending van investeringen; Het begeleiden en sturen van zware ingrepen door niet–landelijke sectoren.”
Oproep tot de Vlaamse overheid Bovenstaande taken zijn decretaal toegewezen aan de VLM. Legt men deze taken naast de missie van de provincies zoals geformuleerd in Artikel 2 van het Provinciedecreet (zie hoger), dan sluit dit perfect aan bij het taakprofiel van de provincies: bijdragen tot het welzijn; duurzame ontwikkeling; bovenlokale taakbehartiging; ondersteunende taken; gebiedsgerichte samenwerking. Meer nog: Provincies hebben door de jaren heen door hun gebiedsgerichte werking ervaring opgedaan in het regisseren van complexe dossiers en het leveren van maatwerk in functie van de verschillende partners. Daarbij werkten ze nauw samen met het middenveld en de betrokken burgers en zorgden ze voor een vlotte en flexibele werking, zo decentraal mogelijk. Een onmiskenbaar voordeel is bovendien de directe politieke aanspreekbaarheid van de verantwoordelijke gedeputeerden en het debat in de provincieraad. Kortom: de provincies stellen voor, het luik “Landinrichting” uit het takenpakket van de VLM naar hen over te dragen.
8 Soortenbescherming In het Natuurdecreet wordt uitgebreid gesteld dat de Vlaamse regering alle nodige maatregelen kan nemen voor de bescherming van wilde inheemse dier- en plantensoorten en van de trekkende wilde diersoorten en hun habitats. In MINA3+ is het Vlaamse soortenbeleid vooral terug te vinden in de thema’s ‘Versnippering’ en ‘Verlies aan Biodiversiteit’. De provinciale soortgerichte werking spitst zich toe op soorten, met name zeldzame en bedreigde soorten die merkelijk meer in één bepaalde provincie voorkomen dan in de rest van Vlaanderen (zoals de das voor Limburg). In die zin worden deze soorten beschouwd als behorende tot de typische provinciale eigenheid. Verder zetten de provincies stevig in op “Count down 2010”, een Europees project rond biodiversiteit of Solabio (SOorten en LAndschappen als dragers voor BIOdiversiteit) dat als hoofddoelstelling heeft, de toename van de biodiversiteit en het herstel van de waardevolle landschappen in de grensregio Vlaanderen - Nederland te stimuleren.
Sectordossier Milieu
12
Oproep tot de Vlaamse overheid Begin 2009 keurde de Vlaamse regering het “Ontwerp van besluit met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer” goed. Art. 25 van dit ontwerp stelt m.b.t. soortenbehoudsmaatregelen dat de minister “overeenkomsten met administratieve overheden (…) kan sluiten om regionale of plaatselijke soortenbehoudsinititiatieven te ondersteunen”. Art. 27 §2 stelt dat de minister een soortenbeschermingsprogramma vast stelt “daarbij rekening houdend met (…) relevante regionale en lokale bijzonderheden.” De provincies pleiten ervoor verder te gaan dan enkel de mogelijkheid om overeenkomsten met hen af te sluiten door hen decretaal de mogelijkheid te geven (binnen het Vlaamse kader) een eigen soortenbeschermingsbeleid te voeren. Daarbij wordt voorgesteld bepaalde instrumenten (beheerovereenkomsten, aankoopbeleid,…) van het soortgericht en gebiedsgericht beleid te integreren. Dit kan door de bevoegdheid voor deze instrumenten van het soortenbeleid te linken aan de bevoegdheid voor gebieden. Voor soorten die voornamelijk verbonden zijn aan het buitengebied (hamster, kamsalamander, grauwe gors, kerkuil, veldparelmoervlinder,…) is het gepast bepaalde instrumenten van het soortenbeleid aan de provincies toe te vertrouwen. Op die manier is een gebiedsgerichte, integrale benadering mogelijk. De provincies middels een overeenkomst slechts één instrument of één taak toewijzen strookt daar niet mee. Voor andere provinciale instrumenten van het soortenbeleid zoals inventarisatie en sensibilisatie moeten de provincies hun goed uitgebouwd beleid (ondersteuning van natuurkoepels, sensibilisatie en NME,…) kunnen verder zetten. De provincies pleiten er voor bij de uitwerking van deze regelgeving te worden betrokken.
9 Adviesverlening bij aanvragen tot erkenning van bos- en natuurreservaten Voor de erkenning van bosreservaten is er geen adviesvraag bij de provincie of gemeente voorzien. Voor de erkenning van natuurreservaten was dit wel het geval, maar is die adviesvraag intussen afgeschaft waardoor provincies en gemeenten geen zicht meer hebben op dergelijke aanvragen. Daardoor komen ze soms tot verrassende vaststellingen van bestaande erkende reservaten bij het uitwerken van hun structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Sectordossier Milieu
13
Als argument om deze adviezen niet te moeten vragen, wordt geantwoord dat dergelijke erkenning enkel uit oogpunt van mogelijke subsidiëring gebeurt. Zolang er inderdaad geen andere gevolgen aan verbonden zijn, kan men daar nog inkomen. Maar dit is niet meer logisch wanneer bij adviesvragen over percelen in die reservaten of de omgeving ervan het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) deze erkenning als reservaat als argument gebruikt.
Oproep tot de Vlaamse overheid De Vlaamse overheid dient volgende keuze te maken:
ofwel is de erkenning van een bos- of natuurreservaat beperkt tot de toekenning van subsidies en zijn de gevolgen ervan beperkt tot intern gebruik binnen LNE; ofwel wenst men dat deze erkenning door LNE kan worden gebruikt in hun advisering over latere dossiers in dat gebied of onmiddellijke omgeving ervan. In dit laatste geval is het logisch dat de adviesprocedure bij een aanvraag tot erkenning als reservaat voldoende breed opengetrokken wordt tot alle instanties die later geconfronteerd kunnen worden met de gevolgen van die erkenning. Met andere woorden: het advies van de provincie en de gemeente wordt gevraagd. In dit laatste geval dient de erkenningsprocedure te worden aangepast.
Sectordossier Milieu
14
Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling beleidscommissie Milieu Provincie Antwerpen De heer Jos GEUENS Gedeputeerde Provinciehuis Kon. Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
Provincie Limburg De heer Frank SMEETS Gedeputeerde Provinciehuis Universiteitslaan 1 3500 Hasselt
Provincie Oost-Vlaanderen De heer Jozef DAUWE Gedeputeerde Provinciehuis Gouvernementstraat 1 9000 Gent
Provincie Vlaams-Brabant De heer Jean-Pol OLBRECHTS Gedeputeerde Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
Provincie West-Vlaanderen De heer Guido DECORTE Gedeputeerde Provinciehuis Boeverbos Kon. Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries De heer Bart NAEYAERT Gedeputeerde Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries
[email protected] T +32 3 240 52 55 F +32 3 240 52 77
[email protected] T + 32 11 23 70 41 F + 32 11 23 70 44
[email protected] T +32 9 267 82 42 F +32 9 267 81 87
[email protected] T +32 16 26 70 22 F +32 16 26 70 21
[email protected] T +32 50 40 31 50 (52) F +32 50 40 31 08
[email protected] T +32 50 40 31 90 F +32 50 40 73 05
Sectordossier Milieu
15
Bijlage 2: Samenstelling van de ambtelijke adviescommissie Milieu Provincie Antwerpen Mevrouw Hilde VAN LOOK Diensthoofd dienst milieu en natuurbehoud Provinciehuis Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
[email protected] T +32 3 240 57 35 F +32 3 240 57 52
De heer Joris WILS Departementshoofd Provinciehuis Kon. Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
[email protected] T +32 3 240 56 62 F +32 3 240 57 52
Provincie Limburg De heer Frank VRANKEN Bestuursdirecteur Provinciehuis Universiteitslaan 1 3500 Hasselt
[email protected] T +32 11 23 73 12 F +32 11 23 73 10
Provincie Oost-Vlaanderen De heer Frank DE MULDER Directeur Provinciehuis Gouvernementstraat 22 9000 Gent
[email protected] T +32 9 267 84 33 F +32 9 267 84 93
De heer Raf BARZEELE Dienstchef Provinciehuis Gouvernementstraat 22 9000 Gent
[email protected] T +32 9 267 84 27 F +32 9 267 84 98
Provincie Vlaams-Brabant Mevrouw Martine BORREMANS Diensthoofd Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
[email protected] T +32 16 26 72 52 F +32 16 26 72 61
Sectordossier Milieu
16
Provincie West-Vlaanderen De heer Peter NORRO Directeur dienst milieu, natuur en waterbeleid Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 8200 Brugge
[email protected] T +32 50 40 32 90 F +32 50 40 34 03
Bijlage 3: Contactpersoon VVP De heer Peter GORLE Stafmedewerker Milieu Vereniging van de Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20/21 1000 Brussel
[email protected] T +32 2 508 13 27 F +32 2 502 46 80
Sectordossier Milieu
17
Bijlage 4: Overzicht van de werking van de provinciebesturen rond milieu Provincie Antwerpen 1. Coördinaten van de gedeputeerde bevoegd voor milieu De heer J. GEUENS Provinciehuis Koningin Elisabethlei 22 2018 ANTWERPEN tel. (03)240 52 55 fax (03)240 52 77 e-mail:
[email protected] 2. Voorstelling van het departement Milieu Missie: “Het departement Leefmilieu heeft als doel het realiseren van een kwaliteitsvol leefmilieu in de provincie Antwerpen door het voeren en ondersteunen van een duurzaam en geïntegreerd milieu, natuur- en landschapsbeleid.” Organogram Departement Leefmilieu
2.1 Dienst Duurzaam Milieu en Natuurbeleid tel. (03)240 57 35 (www.provant.be/departementleefmilieu ) Missie “Het initiëren, coördineren en ondersteunen van een duurzaam en geïntegreerd leefmilieubeleid in de provincie Antwerpen.” De DMN is de centrale kennis-, coördinatie- en beleidsdienst van het departement Leefmilieu. De DMN staat in voor de beleidsvoorbereiding inzake natuur & landschap en milieu & duurzame ontwikkeling. Het opstarten en uitvoeren van overkoepelende projecten behoort eveneens tot de taken. Dit omvat zowel gebiedsgerichte als geïntegreerde thematische projecten.
Sectordossier Milieu
18
De werking richt zich zowel intern als extern. Intern kan de organisatie van bedrijfsinterne milieuzorg als belangrijkste taak worden gezien, extern richten we ons vooral op gemeenten. Ondersteuning van gemeenten op het vlak van milieu, natuur en duurzame ontwikkeling is een kerntaak van de DMN. De DMN staat ook in voor de geïntegreerde beleidsplanning. Dit omvat de opmaak, coördinatie en opvolging van het provinciaal milieubeleidsplan, evenals de opvolging van de samenwerkingsovereenkomst die de provincie afsluit met het Vlaams gewest. Om bovenstaande taken te vervullen is de dienst opgedeeld in 3 teams: Team Milieu- en Duurzame ontwikkeling Team Natuur en Landschap Team Regiowerking 2.2 Dienst Waterbeleid tel. (03) 240 64 13 (www.provant.be/waterbeleid) Missie “Ontwikkeling en implementatie van een duurzaam geïntegreerd waterbeleid met het oog op een maximale vrijwaring van hinder en schade door overstromingen en een maximale ontwikkeling van de waterlopen als landschappelijk en ecologisch waardevolle ruimtelijke elementen.” De Dienst Waterbeleid beheert en doet het onderhoud van de onbevaarbare waterlopen die onder provinciaal beheer vallen, met inbegrip van acties gericht op waterkwaliteit en ecologisch geïnspireerde projecten. Veel aandacht gaat ook naar duurzame maatregelen bij de aanpak van de overstromingsproblematiek. Anderzijds levert ze de machtigingen af voor alle ingrepen aan waterlopen van 2de, maar ook van 3de categorie. Tot slot geeft ze gestalte aan een belangrijk onderdeel van de organisatiestructuur van het integraal waterbeleid in Vlaanderen via haar coördinerende rol in de waterschappen. Om bovenstaande taken te vervullen is de dienst opgedeeld in 5 teams: Bestrijdingsteam Waterschapsteam Districtswerking Projectteam GIS-team 2.3 Dienst Milieuvergunningen tel. (03)240 57 45 (www.provant.be/departementleefmilieu) Missie “Vanuit een deskundig en gemotiveerd team wil de dienst Milieuvergunningen ertoe bijdragen dat alle Antwerpse bedrijven over een gepaste milieuvergunning beschikken, rekening houdende met het milieu en de samenleving. Zij doen dit door: het tijdig en correct behandelen van alle milieudossiers te streven naar een optimale interne en externe dienstverlening het informeren en adviseren van alle belanghebbenden te anticiperen op nieuwe regelgeving en deel te nemen aan milieuoverleg en dit alles binnen het waardekader van het provinciebestuur Antwerpen.”
Sectordossier Milieu
19
Op basis van ondermeer het milieuvergunningendecreet heeft het provinciebestuur de opdracht om de milieuvergunningsaanvragen van bedrijven te toetsen aan de regelgeving. Ze doet dit door de impact van de aangevraagde activiteiten, met de bijhorende preventieve voorzieningen te toetsen aan het milieu en de omgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de dienst milieuvergunningen om deze aanvragen tijdig en correct voor beslissing aan de deputatie voor te leggen en dit zowel vanuit haar hoedanigheid als milieuvergunningverlenende overheid voor de klasse I dossiers, als in haar hoedanigheid van de administratieve beroepsinstantie voor de klasse II dossiers. 2.4 Provinciaal Instituut voor Hygiëne tel. (03)259 12 00 (www.provant.be/pih) Missie “Het bevorderen van de volksgezondheid en een kwaliteitsvolle leefomgeving op een duurzame wijze, via de onderbouwing van het provinciaal beleid , de ondersteuning van het gemeentelijk beleid en een samenwerking met gewestelijke instanties.” Om deze missie te concretiseren beschikt het PIH over twee inhoudelijke diensten (Dienst Milieu, en de Dienst Milieu en Gezondheid), die ondersteund worden door een aantal logistieke diensten. Het laboratorium is de spil van de technische ondersteuning. Het focust zich vooral op milieuonderzoek, meer specifiek op het onderzoek van water en bodem. De Dienst Milieu en gezondheid werkt rond maatschappelijk relevante gezondheidsthema’s, met focus op preventie. Belangrijkste thema’s zijn de registratie van ziekten, medewerking aan onderzoek naar preventiemogelijkheden, ondersteuning van provincie en gemeenten in verband met gezondheidsvraagstukken en onderzoek naar de relatie milieu en gezondheid. Het opdrachtenpakket van de dienst Milieu focust zich op het onderzoek van water, (water)bodem en geluid. De dienst Milieu vervult haar taken rond de volgende doelstellingen van het PIH: dienstverlening aan gemeenten, politiezones, andere overheidsdiensten en particulieren opstellen van monitoringprogramma’s uitvoeren van maatschappelijk relevant ‘contractonderzoek’ 5. Provinciaal Instituut voor Milieu-educatie (PIME vzw) te Lier tel. (015)31 95 11 (www.pime.be) Missie “Het PIME is een milieueducatief centrum. Het stimuleert de inwoners van de provincie Antwerpen om samen te werken aan een duurzame leefomgeving. Het PIME vervult een voortrekkersrol op het vlak van educatie over natuur, milieu en duurzame ontwikkeling door het: ontwikkelen en inrichten van eigentijdse educatie bundelen en verspreiden van relevante informatie en materialen samenbrengen van mensen die zich willen inzetten voor een duurzame leefomgeving” Het PIME is het aanspreekpunt in de provincie Antwerpen voor educatie over natuur, milieu en duurzame ontwikkeling. Het centrum biedt activiteiten aan voor klasgroepen van het basis- en secundair onderwijs. Voor studenten en leerkrachten zijn er regelmatig nascholingen. En ook voor
Sectordossier Milieu
20
volwassenenverenigingen zijn er aangepaste activiteiten. In het documentatiecentrum is iedereen welkom om er educatieve materialen te raadplegen en te ontlenen. Het PIME is de uitvalsbasis voor de provinciale begeleiders van het project Milieuzorg Op School (MOS). Zij begeleiden teams van basis- en secundaire scholen die werken aan een milieuvriendelijker klimaat op hun school. Ook de coördinatie van het Antwerps netwerk natuur- en milieueducatie gebeurt vanuit het PIME. ANNET ondersteunt de samenwerking tussen al wie op één of andere manier bezig is met natuur- en milieueducatie in onze provincie.
Sectordossier Milieu
21
Provincie Limburg 1.
Coördinaten van de gedeputeerde bevoegd voor milieu
De heer Frank Smeets Provinciehuis Universiteitslaan 1 3500 HASSELT tel. 011 23 70 41 fax 011 23 70 44 e-mail :
[email protected]
2. Voorstelling van de afdeling Milieu en Natuur De afdeling Milieu en Natuur bestaat uit twee secties – (1) Vergunningen en (2) Planning en Beleid, Provinciehuis, Universiteitslaan 1 in 3500 Hasselt - en (3) het Provinciaal Natuurcentrum, Domein Bokrijk in 3600 Genk. 2.1
Sectie Milieuvergunningen
tel. (011)23 83 04, fax. (011)23 73 10, e-mail
[email protected] Deze sectie behandelt de milieuvergunningsaanvragen klasse 1 en beroepen klasse 2 en beheert de gegevensuitwisseling met de aangrenzende Nederlandse provincies en gemeenten in verband met vergunningsaanvragen voor MER-plichtige en sommige niet MER-plichtige inrichtingen. Tevens worden de provinciale milieuvergunningendatabank en de milieuklachtendatabank (MKROS) bijgehouden.
2.2
Sectie Planning en beleid
tel. (011)23 83 38, fax 01123 83 10, e-mail
[email protected] De sectie verzorgt de coördinatie, de begeleiding en de opvolging van de Samenwerkingsovereenkomst Milieu tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten en neemt het voornaamste deel van de uitvoering van de provinciale Samenwerkingsovereenkomst voor haar rekening. Voor de eerstelijnsondersteuning van de gemeenten werd het Knooppunt Steden en Gemeenten (3 personen) opgericht. Dit Knooppunt organiseert voor de gemeentelijke milieu- en duurzaamheidsambtenaren, in samenwerking met de inhoudelijke aanspreekpunten, onder meer: • overlegmomenten in regionaal verband • thematische werkgroepen (bv. interne milieuzorg, milieubeleidsplanning, bestrijdingsmiddelen, …) • themavergaderingen/studiedagen (bv. natuur, duurzame ontwikkeling, …) • een deelwebsite (onder meer voor het downloaden van voorbeelddocumenten/teksten/relevante info, …) • de verspreiding van een maandelijkse elektronische nieuwsbrief (ter ondersteuning/als doorverwijzing naar deelwebsite).
Sectordossier Milieu
22
Op 17 december 2003 stelde de provincieraad het Milieubeleidsplan Provincie Limburg 2004-2008 vast. Op 2 december 2008 werd dit plan door de provincieraad hervastgesteld en verlengd tot het nieuwe plan gerealiseerd is (voorjaar 2010). De opmaak en de opvolging van het milieubeleidsplan en de bijhorende milieujaarprogramma’s gebeurt door deze sectie. De uitvoering gebeurt samen met het PNC, de sectie milieuvergunningen en de afdeling Waterlopen. Andere taken van deze sectie zijn: • behandeling van natuurvergunningsaanvragen • coördinatie en opvolging van de subsidiereglementen ter ondersteuning van milieu- en natuurbeleid • subsidies voor projecten inzake het behoud van de biodiversiteit • subsidies aan milieu- en natuurverenigingen voor hun werking • subsidies aan erkende terreinbeherende natuurverenigingen voor investeringen in natuurterreinen • provinciale gebiedsgerichte werking • provinciale aankoopbeleid natuur • sensibilisatiebeleid milieu en duurzame ontwikkeling • ondersteunen van de kringloopcentra • werking van het provinciaal overlegplatform afval • ondersteuning van de Limburgse Bosgroepen. Kort overzicht van thema’s en beleidsdomeinen waarrond de provincie actief is: Afval De provincie werkt al sinds 1993 samen met de drie voormalige Limburgse intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, het huidige Limburg.net. In 1999 werd die samenwerking, conform het Afvalstoffendecreet, officieel vastgelegd door de oprichting van het provinciale overlegplatform Limburgs AfvalOverleg (LAO). Via dit overleg wordt onder meer de thematische samenwerking tussen de provincie en Limburg.net voor afvalsensibiliseringsprojecten beleidsmatig voorbereid met gezamenlijke campagnes als resultaat. Binnen dit overleg is ook de werkgroep Kringloopcentra opgenomen, een werkgroep (sinds 1997) waaraan de kringloopsector, OVAM, Limburg.net en de provincie deelnemen. De provincie heeft voor de periode van 2007-2009 samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met de Limburgse kringloopcentra voor een verhoging van het hergebruik. De opvolging hiervan gebeurt binnen deze werkgroep. Vanuit Limburg wordt regelmatig via de VVP teruggekoppeld naar het gewestelijk overlegplatform en de gewestelijke werkgroepen. Duurzaam beleid De Cel Duurzame Ontwikkeling van de afdeling Milieu en Natuur volgt de diverse milieuthema's vanuit de invalshoek duurzame ontwikkeling. Concreet gaat het over duurzaam bouwen, energie, rationeel watergebruik, milieuzorg, … Al in 1995 werd in het provinciehuis gestart met de campagne ‘Milieuzorg op Kantoor’. Recente initiatieven in het kader van het intern milieuzorgsysteem zijn o.a. de ‘groene lijst’ van
Sectordossier Milieu
23
kantoorartikelen en een vernieuwde communicatiecampagne. Momenteel wordt nagegaan of het bestuur zou kunnen evolueren naar een gecertificeerd milieuzorgsysteem en wat mogelijk is rond een doorgedreven aanpak inzake duurzaam aankopen. Duurzaam bouwen en wonen is voor de provincie Limburg een belangrijk beleidsthema. Hiervoor wordt met verschillende partners samengewerkt: netbeheerder Infrax, de federaties uit de bouwsector Bouwunie en Confederatie Bouw, de gemeenten, het middenveld, … In 2005 werd het Steunpunt Duurzaam Bouwen Limburg opgericht, een samenwerkingsverband tussen de provincie, de Bond Beter Leefmilieu en het Centrum Duurzaam Bouwen. Dit Steunpunt coördineert een breed netwerk van partners uit de bouwsector, heeft een aanbod van projectondersteuning en advies en initieert samen met de provincie diverse acties en campagnes. Voorbeelden hiervan zijn de campagne rond zonne-energie 'Elke dag ZONdag' die liep in 2007 en 2008 en de campagne rond isolatie 'Limburg isoleert' die momenteel in voorbereiding is en zal lopen in 2009-2011. Voor het thema water wordt samengewerkt met de verschillende Limburgse drinkwatermaatschappijen. De campagne ‘Druppelsgewijs, wijs met water’ die verschillende achtereenvolgende jaren liep, had drie aandachtspunten: het promoten van leidingwater als drinkwater, het zuinig omspringen met water en de zorg voor de waterkwaliteit. Momenteel ligt een voorstel voor om samen met enkele partners opnieuw actief campagne te voeren rond het gebruik van leidingwater als drinkwater, ook in het kader van afvalpreventie. De afbouw van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor alle provinciale eigendommen en de ondersteuning van de gemeenten terzake (i.k.v. het Vlaamse bestrijdingsmiddelendecreet) wordt eveneens opgevolgd door de cel Duurzame Ontwikkeling. Duurzaamheidsbarometer Samen met de 4de directie (economie) en de 2de directie (welzijn) werd onder begeleiding van het CDO (Centrum voor duurzame ontwikkeling) een duurzaamheidsbarometer uitgewerkt. De duurzaamheidsbarometer is een meetinstrument, een leerinstrument en een beleidsinstrument maar ook een communicatiemiddel. Over de duurzaamheidsbarometer wordt gecommuniceerd naar de Limburgse bevolking en naar alle mogelijke doelgroepen. Gebiedsgericht natuurbeleid Het provinciale natuurbeleid heeft als opdracht de eigenheid van het gevarieerde Limburgs landschap te versterken en verbindingen te creëren tussen groene kerngebieden. De provincie streeft naar een gebiedsgerichte, projectmatige en resultaatgerichte aanpak met een link naar het soortenbeleid en de educatieve werking van het Provinciaal Natuurcentrum. De provinciale middelen worden rechtstreeks geïnvesteerd in natuur- en landschapsontwikkeling in de Grote Landschappelijke Eenheden (GLE). Dit zijn elf herkenbare deelgebieden, afgebakend op basis van gemeenschappelijke kenmerken, problemen en kansen op het vlak van natuur en landschap. Voor elke GLE is een beknopte lijst van aandachtspunten gemaakt, die een leidraad vormt voor projecten die i.s.m. diverse partners (regionale landschappen, natuurverenigingen, bosgroepen, bepaalde organisaties uit de sector landbouw of water,...) gerealiseerd worden.
Sectordossier Milieu
24
Daarnaast is er voor een aantal sleutelorganisaties ook een meer structurele provinciale ondersteuning: Regionale Landschappen De provincie Limburg heeft drie regionale landschappen in de steigers geholpen: RL Kempen en Maasland, RL Haspengouw en Voeren en RL Lage Kempen. Zij zijn alle drie erkend door de Vlaamse overheid en zijn actief over het hele grondgebied van de provincie. Het provinciebestuur werkt nauw met hen samen voor het realiseren van haar gebiedsgericht beleid. Naast projectmiddelen kent de provincie hen een subsidie toe om hun algemene werking te ondersteunen. Bosgroepen Ook bij de oprichting van de vijf Limburgse bosgroepen speelde de provincie een belangrijke rol. Dit leidde eveneens tot een gebiedsdekkende werking van bosgroepen. De respectievelijke bosgroepen zijn: Bosgroep West-Limburg, Bosgroep Noordoost-Limburg, Bosgroep Zuid-Limburg en Bosgroep Hoge Kempen en Bosgroep Limburgse Duinen. De provincie steunt de bosgroepen logistiek en inhoudelijk. Milieu- en natuurverenigingen De milieu- en natuurverenigingen blijven een belangrijke partner in het provinciaal natuurbeleid. Zij worden via werkingssubsidies ondersteund en kunnen gebruik maken van andere provinciale subsidiekanalen voor de aankoop van natuurterreinen, kleinere projecten rond biodiversiteit en, binnen afzienbare tijd, ook voor projecten rond duurzame ontwikkeling. Inhoudelijke terugkoppeling gebeurt in hoofdzaak via de provinciale Minaraad. Aankoopbeleid Ieder jaar verwerft de provincie nieuwe natuurterreinen. Momenteel heeft de provincie 1 129 ha in eigendom. Een aantal van die natuurterreinen, de provinciale domeinen, worden door de provincie zelf beheerd. Ze hebben naast de natuurfunctie ook een belangrijke recreatieve functie. Andere provinciale natuurterreinen worden beheerd door derden, namelijk een natuurvereniging of het Vlaamse Gewest. Belangrijke Limburgse natuurterreinen in eigendom van de provincie zijn: Nieuwenhoven, Bokrijk, Rullingen, Gerhagen, Dassenburchten, Hageven, Vallei van de Baatsbeek, Vallei van de Zwarte Beek, De Hoefaert, Ten Haagdoornheide, Vallei van de Herkbeek, De Maten, Vallei van de Winterbeek en Grootloon.
2.3 Provinciaal Natuurcentrum (PNC) Het Groene Huis, Domein Bokrijk, 3600 Genk, tel. (011)26 54 50, fax. (011)26 54 55, e-mail:
[email protected] Bezoekerscentrum Domein Nieuwenhoven, 3800 Sint-Truiden, (011)68 79 81 Bezoekerscentrum De Wissen, Maaspark, 3650 Dilsen-Stokkem, (089)75 21 71 Het Groene Huis in het domein Bokrijk is de zetel van het PNC, biedt onderdak aan enkele provinciale natuurverenigingen en fungeert daarenboven als educatief centrum voor natuur en landschap in Limburg.
Sectordossier Milieu
25
De kernwoorden van de missie van het PNC zijn educatie en Limburgse biodiversiteit.Het Provinciaal Natuurcentrum heeft als opdracht natuurbehoud, milieubescherming en landschapszorg in Limburg te vermaatschappelijken. Werkvelden zijn onderzoek, educatie, sensibilisatie, informatie, documentatie en netwerkontwikkeling. Er wordt gewerkt via een gebiedsgerichte, soortgerichte en doelgroepgerichte aanpak. Onder het Provinciaal Natuurcentrum ressorteren een netwerk van bezoekerscentra bij natuurgebieden, de Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA) en het Limburgs Natuur- en MilieuEducatief Netwerk (LIMNET). Het secretariaat van het project Milieuzorg op School (MOS) is er gehuisvest. Binnen het kader van het project ‘Gemeenten adopteren Limburgse soorten’ (GALS) en ‘Soorten en Landschappen als dragers voor biodiversiteit’ (SOLABIO) is er ook een nauwe samenwerking met de gemeenten. Ook met de Regionale Landschappen en de provinciale natuur- en milieuverenigingen wordt erg nauw samengewerkt. Educatief aanbod Het PNC biedt in het provinciaal domein Bokrijk (Het Groene Huis), het domein Nieuwenhoven, het Maascentrum De Wissen en in diverse Limburgse streken een eigen aanbod aan van educatieve veldstudieprojecten, veldstudiematerialen, excursies, tentoonstellingen en bouwde hiervoor een netwerk uit van educatieve gidsen. Het PNC bereikt zo jaarlijks tienduizenden leerlingen, studenten en geïnteresseerde volwassenen met een hoogstaand educatief aanbod. Limburgs Natuur- en Milieueducatief Netwerk (LIMNET) LIMNET brengt vraag en aanbod van NME in de provincie bij mekaar in een interactief proces. Enkele tientallen natuurcentra, alle onderwijsnetten, onderwijsinspecties, schooldirecties, leerkrachten, lerarenopleidingen, natuurverenigingen, natuurgidsen, alle regionale landschappen werken samen aan een uitbreiding, kwaliteitsverbetering en doelgerichtheid van natuur- en milieueducatie in Limburg. LIMNET vormt de link met het Vlaamse en gemeentelijk niveau, bouwt bruggen met andere sectoren binnen Educatie voor Duurzame ontwikkeling (EDO) en heeft speciale aandacht voor specifieke doelgroepen. Het PNC staat in de provincie in voor de coördinatie van het Vlaams project Milieuzorg Op School (MOS), wat in LIMNET is ingebet. Biodiversiteit Limburgse Koepel voor Natuurstudie (LIKONA) LIKONA brengt alle natuuronderzoekers in Limburg bij mekaar in een dynamisch netwerk, georganiseerd in een tiental werkgroepen. Zij doen aan onderzoek, vorming, nemen van beschermingsmaatregelen, samenwerken met andere organisaties. Naast de vrijwilligers, al dan niet via hun natuurverenigingen (Natuurpunt en Limburgs Landschap) of LIKONA-werkgroepen participeren in het bestuur ook de Vlaamse overheid (ANB, VLM), de Jeugdbond voor Natuur- en Milieubescherming, de Limburgse Natuurgidsen en de Universiteit Hasselt. De werking leidt tot uitgebreide databanken, diverse soorten publicaties, studiedagen, (beleids)adviezen ten behoeve van de Limburgse biodiversiteit. Grote Landschappelijke Eenheden (GLE’s) en natuurverbindingen Binnen de GLE-werking wordt aandacht besteed aan de grote Limburgse landschappelijke diversiteit. Vooral via samenwerking met derden die concrete projecten uitvoeren op terrein. In de natuurverbindingen wordt in het kader van het Natuurdecreet en het Decreet Ruimtelijke Ordening gewerkt aan een versterking van de Limburgse biodiversiteit.
Sectordossier Milieu
26
Gemeenten Adopteren Limburgse Soorten (GALS) In de GALS-werking richt het PNC zich samen met de regionale landschappen tot de doelgroep gemeenten. Via de adoptie van elk één soort werden alle gemeenten gestimuleerd om een soortgericht natuurbeleid uit te bouwen. Dit proces wordt verder gezet via ondersteuning bij hun terreinacties, hun communicatieve acties en hun monitoring. Soorten en Landschappen als dragers van biodiversiteit (SOLABIO) Het PNC coördineert dit project waarbij 27 partners in alle Vlaamse en 3 Nederlandse provincies samen werken om via terreinacties de biodiversiteit te verhogen in de (Interreg-)Grensregio Vlaanderen-Nederland. Overkoepelende vraagstellingen zijn een procesevaluatie van de diverse benaderingswijzen die in de regio gebruikt worden en het opzetten van een monitoring die effecten van maatregelen op de biodiversiteit tracht aantoonbaar te maken.
Sectordossier Milieu
27
Provincie Oost-Vlaanderen 1.
Coördinaten van de gedeputeerde bevoegd voor milieu
De heer Jozef Dauwe Provinciehuis Gouvernementstraat 1 9000 GENT tel. (09)267 81 25 e-mail:
[email protected]
2.
Voorstelling van de directie Leefmilieu
De directie leefmilieu bestaat uit vier diensten die in voortdurend overleg met andere actoren werken aan het milieubeleid. De directie Leefmilieu werkt ook zeer nauw samen met de directie Ruimte (ruimtelijke planning-vergunningen-mobiliteit). Frank de Mulder directeur Provincie Oost-Vlaanderen directie Leefmilieu Gouvernementstraat 1 - 9000 Gent tel. 09/267 84 48
[email protected] www.oost-vlaanderen.be/milieu 2.1.
Dienst Milieubeleidsplanning, milieuondersteuning en natuurontwikkeling
De taak van deze dienst bestaat uit de voorbereiding, opbouw en opvolging van het provinciaal milieubeleidsplan, de coördinatie van de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 met de Vlaamse Overheid, de begeleiding van het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid, de uitvoering van een gebiedsgericht natuurbeleid en de coördinatie van een aantal gebiedsgerichte projecten. Milieubeleidsplanning Jaarlijks wordt het milieujaarprogramma opgesteld, ter uitvoering van het lopende milieubeleidsplan en de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 met de Vlaamse Overheid. Het huidige milieubeleidsplan loopt nog tot eind 2009. Milieuondersteuning: samenwerking met en ondersteuning van de gemeenten De coördinatie gebeurt door de dienst Milieubeleidsplanning, milieuondersteuning en natuurontwikkeling. Het aanbod aan de gemeenten omvat o.m. een helpdesk, periodieke regionale vergaderingen, vorming, studiedagen en provinciale thematische campagnes die de gemeenten kunnen overnemen. Gemeenten die dat wensen kunnen een nauwere samenwerking aangaan met het provinciebestuur en een Milieucontract afsluiten. In ruil voor een bijdrage, biedt een team van provinciale
Sectordossier Milieu
28
deskundigen intensieve ondersteuning op technische-wetenschappelijk, juridisch of educatief vlak. Milieucontractgemeenten krijgen 50% korting op laboratoriumonderzoeken, metingen en vorming. Bovendien kunnen deze gemeenten intekenen op een aantal projecten op maat zoals de opmaak van een VLAREBO-inventaris, de uitvoering van erosiebestrijdingsplannen of de uitwerking van een natuurleerpad. In 2009 tekenden 49 van de 65 Oost-Vlaamse gemeenten in op het Milieucontract met de provincie. Natuurontwikkeling Via gebiedsgerichte projecten rond natuur-water-erosie-educatie wil de provincie in overleg met alle betrokkenen op het terrein concreet werk maken van de realisatie van natuurverbindingsgebieden. Met het oog op natuurontwikkeling en soortenbescherming worden ook andere instrumenten ingezet waaronder subsidies en gerichte aankopen. Er wordt zeer nauw samengewerkt met de drie bosgroepen en de drie regionale landschappen die momenteel in Oost-Vlaanderen actief zijn. Project Gentse Kanaalzone Het Projectbureau Gentse Kanaalzone is ingebed in de dienst Milieubeleidsplanning, milieuondersteuning en natuurontwikkeling. Het Projectbureau (Vlaamse Overheid, Provincie OostVlaanderen, gemeenten Evergem en Zelzate, stad Gent en het Havenbedrijf) maakt werk van een geïntegreerd milieu-, economisch en ruimtelijk beleid. Er wordt getracht om in overleg met alle betrokken actoren de knelpunten die in het gebied bestaan op te lossen. In uitvoering van het strategisch plan wordt o.m. werk gemaakt van de invulling van de koppelingsgebieden (buffergebieden), het Milieuklachtenmeldpunt, de plaatsing van vrachtwagensluizen, de herinrichting van de R4, … 2. 2
Dienst Integraal waterbeleid
Deze dienst staat in voor het beheer van de provinciale waterlopen enerzijds en de coördinatie van het integraal waterbeleid anderzijds. De dienst Integraal waterbeleid staat ook in voor het uitvoeren van de watertoets in de adviesprocedure voor stedenbouwkundige vergunningen. De dienst Integraal waterbeleid neemt het secretariaat van de 15 Oost-Vlaamse waterschappen waar. Zij ondersteunt gemeenten, polders en wateringen bij de uitvoering van de deelbekkenbeheerplannen en brengt alle betrokkenen per deelbekken geregeld samen. Ook via diverse eigen projecten wordt uitvoering gegeven aan de (deel)bekkenbeheerplannen, zoals het oplossen van vismigratieknelpunten, het uitvoeren van waterbodemsaneringen, het bestrijden van plantenexoten en de jaarlijkse onderhoudswerken van de provinciale waterlopen volgens de principes van natuurtechnische milieubouw. 2. 3
Dienst Milieu- en Natuurvergunningen
De taak van deze dienst bestaat uit de ondersteuning van het provinciaal milieuhygiënebeleid, het milieu- en natuurvergunningenbeleid (technisch en juridisch- administratief behandelen van de dossiers), de juridische ondersteuning van de directie, de behandeling van milieuklachten en het secretariaat van de provinciale milieuvergunningscommissie. Daarnaast behandelt de dienst de diverse vergunningen zoals bepaald in de Vlaamse regelgeving (VLAREM) en onderzoekt milieuklachten. Alle dossiergegevens en milieu-informatie worden gecentraliseerd in de provinciale milieudatabank.
Sectordossier Milieu
29
2.4
Provinciaal Natuur-Educatief Centrum de Kaaihoeve
Het provinciale beleid in verband met natuur- en milieu-educatie (NME) werkt op twee sporen. Enerzijds is er het natuureducatief centrum De Kaaihoeve in Meilegem-Zwalm als bezoekerscentrum voor de vallei van de Boven-Schelde en als creatieve thuisbasis van onze natuur- en milieueducatieve dienst. De Kaaihoeve organiseert onder meer activiteiten voor scholen, vormingen, thematentoonstellingen en themawandelingen in en rond het centrum. Anderzijds zijn er een hele reeks taken inzake coördinatie en ondersteuning, waarbij de ontwikkeling van een natuur- en milieu-educatief netwerk wordt nagestreefd over het hele provinciale grondgebied. Het provinciale NME-netwerk bevordert de samenwerking, kwaliteit en efficiëntie van de NME-werking. De gemeenten, het onderwijs, de bezoekerscentra, de regionale landschappen, de interne diensten en de bij NME betrokken ngo's zijn de bevoorrechte partners. Vanuit deze dienst wordt ook het project Milieuzorg Op School (MOS) uitgevoerd voor de provincie Oost-Vlaanderen. 2.5
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek
De taak van het centrum bestaat uit toegepast wetenschappelijk en technisch onderzoek in de milieusector ten behoeve van het provinciebestuur, de gemeentebesturen en de Vlaamse Overheid. Een team van milieudeskundigen staat in voor de uitvoering van milieuprojecten, wetenschappelijke adviesverlening en vaststellingsonderzoek van milieuklachten. Het Centrum voor milieuonderzoek is tevens een officieel erkend en geaccrediteerd milieulaboratorium in de domeinen water, bodem, waterbodem, lucht en geluid. Voorbeelden van concrete projecten waarrond wordt gewerkt zijn de opmaak en de uitvoering van erosiebestrijdingsplannen, de opmaak van een gemeentelijke inventaris van potentieel verontreinigde sites en de opvolging van de fysico-chemische en biologische oppervlaktewaterkwaliteit van een waterloop.
Sectordossier Milieu
30
Provincie Vlaams-Brabant 1.
Coördinaten van de gedeputeerde bevoegd voor milieu:
De heer Jean-Pol Olbrechts Provincie Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 LEUVEN tel. (016)26 70 22 e-mail:
[email protected] 2.
Organogram dienst leefmilieu en overzicht van de taken en opdrachten
Diensthoofd
Provinciaal milieubeleidsplan en
VLAREM
Samenwerkingsovereenkomst
(4 desk + 2 adm.)
Stafmedewerker Milieu
Stafmedewerker Natuur
(1 BS)
( 1BS)
Duurzaam Beleid
NME
(1 BS + 2 desk)
(4 desk)
Afval
Natuur
(1 BS + 1 desk)
(2 desk)
Onderzoek
Gebiedsgericht beleid
(1 BS)
1BS
Regiowerking (2 BS + 2 desk)
MOS (3 desk)
Sectordossier Milieu
31
Coördinaten van de dienst Provincie Vlaams-Brabant, Dienst leefmilieu, Provincieplein 1 - 3010 Leuven, tel. (016)26 72 52
3.
Milieubeleidsplan 2009-2013
Het nieuwe milieubeleidsplan 2009-2013 neemt de hoofdlijnen van de strategische nota Leefmilieu 2007-2012 grotendeels over. De doelstellingen van de strategische nota werden waar nodig aangevuld met de verbintenissen uit de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 met het Vlaamse Gewest. Binnen de subdomeinen milieubeleid, natuurbeleid, educatie, communicatie en gegevensbeheer en regiowerking werden 8 projecten gedefinieerd: 1 Duurzaam bouwen en wonen 2 Duurzame consumptie 3 Duurzaam samenleven 4 Interne milieuzorg 5 Duurzaam ondernemen 6 Biodiversiteit 7 Educatie, communicatie en gegevensbeheer 8 Regiowerking Het geïntegreerd beleid (milieubeleid + andere beleidsdomeinen) wordt verwezenlijkt met concrete projecten waarin elk beleidsdomein evenveel investeert en evenveel voordeel uit de samenwerking haalt. Er zijn twee belangrijke nieuwe accenten in het provinciaal milieubeleidsplan 2009-2013, m.n.: • duurzame energie (provinciaal Kyotobeleid) • biodiversiteit Het provinciaal Kyotobeleid zit verweven in zowat alle projecten. De interne Kyoto-doelstelling bestaat uit de minimale reductie met 40% van de eigen CO2-uitstoot tegen 2012 (tov. 2006). Het provinciaal Kyotobeleid stelt echter ook doelstellingen voorop m.b.t. de externe doelgroepen (gemeenten, particulieren, verenigingen, scholen, bedrijven en sectoren) die het voorwerp uitmaken van het overheidsbestuur. Het biodiversiteitsbeleid is vervat in project 6. De centrale doelstelling is het 'verminderen van de druk op natuur, en daarmee een bijdrage leveren aan de Europese & Belgische doelstelling om de achteruitgang aan biodiversiteit tegen 2010 te stoppen'.
Sectordossier Milieu
32
Provincie West-Vlaanderen 1.
Coördinaten van de bestendig afgevaardigden bevoegd voor milieu
de heer Guido DECORTE Provinciehuis Boeverbos Kon. Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries tel (050) 403 152 e-mail:
[email protected]
2.
Het Coördinatieteam Leefomgeving
Het Coördinatieteam Leefomgeving (afgekort “C-Team Leefomgeving”) is door de Deputatie belast met de algemene leiding van de volgende zes diensten sinds 1 juli 2004. De heer P. NORRO Directeur Provinciehuis Boeverbos Kon. Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries Tel (050) 403 290 e-mai:
[email protected] Samenstelling van het C-Team Leefomgeving: 1. de Groendienst (diensthoofd: Hugo Van Severen) 2. de dienst Vergunningen (diensthoofd Koen Dewulf) 3. de dienst Milieu, Natuur en Waterbeleid (diensthoofd Peter Norro) 4. de dienst Ruimtelijke Planning (diensthoofd Stephaan Barbery) 5. de dienst Waterlopen (diensthoofd Jef Casteleyn) 6. de dienst Wegen (diensthoofd Erik Seynaeve). 7. de dienst Mobiliteit (diensthoofd: Evert De Pauw) Toegevoegde coach : Dirk Van Belle (Dienst Contracten, Overheidsopdrachten en Patrimonium) De voorzitter is Hugo Van Severen, directeur, en de secretaris: ir. Kris De Smet.
De Groendienst tel 050 40 32 61, e-mail
[email protected] Contactpersonen: Diensthoofd Hugo Van Severen Adjunct-beheerder: Yves Zwartjes Opdracht: • Beheer en onderhoud van alle provinciedomeinen en groene assen • Toezicht en klachtenbehandeling in provinciedomeinen en groene assen
Sectordossier Milieu
33
De dienst Vergunningen Diensthoofd Koen Dewulf De dienst Vergunningen bestaat uit twee secties: milieuvergunningen en anderzijds ruimtelijke ordening (vergunningen). sectie Milieuvergunningen tel 050 40 32 67, e-mail:
[email protected] Contactpersoon: Koen Dewulf, diensthoofd Bettina Bouckaert, sectiehoofd Opdracht: behandelt milieuvergunningsaanvragen ingediend bij de deputatie van klasse-1 bedrijven • behandelt meldingen van verandering of overname • behandelt de beroepen ingediend bij de deputatie tegen beslissingen van de colleges van burgemeester en schepenen inzake klasse 2-bedrijven • secretariaat provinciale milieuvergunningscommissie • milieuvergunningendatabank
De dienst Milieu, Natuur en Waterbeleid afgekort: “MiNaWa” diensthoofd Peter Norro, tel 050 40 32 90, e-mail
[email protected] Deze dienst omvat de volgende secties: a. sectie Afvalbeleid, milieucommunicatie en samenwerking met andere overheden Contactpersoon Marie De Winter, sectiehoofd, tel 0504034 90, e-mail
[email protected] Opdrachten: • Ondersteuning gemeentelijk milieubeleid; • Samenwerkingsovereenkomst met het gewest • Provinciaal Afvalstoffenbeleid, ter ondersteuning van het (inter)gemeentelijk afvalbeleid • Milieucommunicatie • Secretariaat Provinciale Milieu- en Natuurraad b. sectie Domeinen en groene assen Contactpersoon Johan Mahieu, tel 050 40 32 57, e-mail
[email protected] Opdrachten • beheer en onderhoud provinciedomeinen en groene assen (circa 1.500 ha) • maakt beheers- en aanlegplannen op voor deze gebieden • staat in voor natuurontwikkeling, bebossing, algemene inrichting, onderhoud en toezicht van deze domeinen
Sectordossier Milieu
34
c. sectie Duurzaamheidsbeleid en Interne milieuzorg Contactpersoon Björn De Grande, sectiehoofd, tel 050 40 34 91, e-mail:
[email protected] Opdrachten • Duurzame ontwikkeling • Milieucoördinator • opdrachten Interne milieuzorg: d. sectie Natuur en Landschapsecologie Contactpersoon Wouter Vuylsteke, sectiehoofd, tel 050 40 33 78, email
[email protected] Opdrachten • natuurvergunningsprocedure voor openbare besturen en de beroepsprocedure voor particulieren • advisering van (voorlopige en definitieve) bescherming van landschappen • advies geven van landinrichtingsprojecten + natuurinrichtingsprojecten • uitbouw van een provinciaal gebiedsgericht natuur - en landschapsbeleid voor het realiseren van natuurverbindingsgebieden, i.s.m. gemeenten, regionale landschappen en bosgroepen • doelgroepenbeleid natuur e. sectie Milieubeleidsplanning, -onderbouwing en hinderbeleid Contactpersoon Kris De Smet, sectiehoofd, tel 050 40 32 62, e-mail
[email protected] Opdrachten • coördineert de opmaak, de uitvoering en de evaluatie van provinciale milieubeleidsplannen en milieujaarprogramma’s • coördineert de advisering en de beoordeling van gemeentelijke milieubeleidsplannen • werkt mee aan de voorbereiding van ontwerpen van deelbekkenbeheerplannen en secretariaat integraal waterbeleid in samenwerking met de dienst Waterlopen • coördineert onderzoeksopdrachten en verzamelt en verwerkt milieukwaliteitsgegevens • rapporteert over de provinciale milieu- en natuurkwaliteit • geeft vorm aan het provinciaal hinderbeleid ondermeer door milieuklachtenregistratie • ondersteuning van het gemeentelijk hinderbeleid f. sectie Natuur- en milieu-educatie Contactpersoon Wim Mestdagh, sectiehoofd, tel 050 40 32 81, e-mail
[email protected] Opdrachten • uitbouw streeksteunpunten Natuur- en Milieu-Educatie (NME) • ondersteunen van NME in het onderwijs • uitbouw van lokale netwerken van deskundigen en voorzieningen • ondersteunen van gemeenten bij het nemen van initiatieven mbt NME • organiseren en stimuleren van overleg en samenwerking per streek • educatieve uitbouw van de provinciedomeinen • uitbating NME-bezoekerscentra in provinciedomeinen
Sectordossier Milieu
35