Chirurgie | Oncologie
Borstkanker (mammacarcinoom)
Een borstsparende operatie (lumpectomie) Gegevens hulpverleners In onderstaand schema kunt u belangrijke namen en telefoonnummers noteren. Hulpverlener Naam Telefoonnummer Huisarts Chirurg Nurse practitioner Verpleegafdeling Zaalarts
Vragen of klachten Met vragen of problemen kunt u contact opnemen met de nurse practitioners van de afdeling Chirurgische Oncologie. Zij zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag van 8.30 tot 17.00 uur en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. U belt dan het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61 en vraagt naar pieper 55 8 70 of 55 8 09. Bij ernstige problemen kunt u buiten deze tijden contact opnemen met de Spoedeisende Hulp (SEH), via telefoonnummer (050) 361 8020. In geval van praktische problemen kunt u ook contact opnemen met verpleegafdeling K4VA, via telefoonnummer (050) 361 4990. Opname Als u vragen heeft over uw opname dan kunt op werkdagen tussen 9.00 en 10.00 uur bellen met het opnamebureau van de afdeling Chirurgie. Het telefoonnummer is (050) 361 43 15. www.borstkanker.umcg.nl Deze website geeft u en uw naasten een goed beeld over de gang van zaken in het UMCG als (het vermoeden bestaat dat) u borstkanker heeft.
www.umcg.nl
1
Chirurgie | Oncologie
Inleiding U bent op dit moment onder behandeling bij de afdeling Chirurgie omdat u borstkanker heeft. Borstkanker wordt in de medische wereld ook wel mammacarcinoom genoemd; 'mamma' betekent borst en 'carcinoom' betekent kanker. De diagnose borstkanker is vaak een ingrijpende gebeurtenis. Er breekt een moeilijke en spannende periode aan, waarin u veel te horen en te verwerken krijgt. Om u tijdens uw behandelperiode goed te informeren ontvangt u deze informatie. U kunt hierin nog eens nalezen wat de arts of verpleegkundige u heeft verteld of heeft uitgelegd. Ook kunt u zich met behulp van deze informatie enigszins voorbereiden op de komende gesprekken, onderzoeken en behandelingen. Deze brochure is er ook voor om uw familie of naasten een redelijk goed beeld te geven van de gang van zaken tijdens uw behandelperiode. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de precieze invulling van een behandeling altijd van persoon tot persoon kan verschillen. Waarschijnlijk bent u, als u deze informatie leest, al één of meerdere keren op de Mammapoli van de afdeling Chirurgische Oncologie geweest voor verschillende onderzoeken. Na de onderzoeken volgt een afspraak met de chirurg en later nog een keer met de nurse practitioner om de uitslagen van de verschillende onderzoeken met u te bespreken. Aan de hand van de uitslagen heeft de nurse practitioner de mogelijkheden van behandeling met u besproken.
Een borstsparende operatie of een verwijdering van de borst In theorie zijn er twee mogelijkheden om te opereren, namelijk een borstsparende operatie (lumpectomie) en het verwijderen van de borst (ablatio). In de meeste gevallen raadt de chirurg u één van beide operaties aan. Dit advies wordt meestal gegeven op grond van de grootte van de tumor in relatie tot de grootte van uw borst. Verder spelen de aard van de tumor, uw leeftijd en uw familiegeschiedenis een rol. Als bij u beide operaties mogelijk zijn, zal uw chirurg (of nurse practitioner) de beide methoden met u bespreken, maar wel een voorkeur uitspreken voor één van beide methoden. Voor uw overleving maakt het in dat geval niet uit of gekozen wordt voor een borstsparende operatie of voor het verwijderen van de borst; de kans op genezing is in beide gevallen even groot. Het is niet zo de ene operatie 'effectiever' of 'zekerder' is dan de andere. Het is wel zo dat bij een borstsparende behandeling de kans bestaat dat de tumor in dezelfde borst op den duur terugkomt; in dat geval zal het alsnog nodig zijn uw borst te verwijderen (ablatio mamma). Daarnaast wordt een borstsparende operatie altijd gecombineerd met bestraling van de borst om de kans op terugkomen van de tumor zo klein mogelijk te maken. Het kan zijn dat u al over een operatie heeft nagedacht en direct kunt zeggen wat u wilt. Maar het kan ook zijn dat u bedenktijd nodig heeft om de juiste beslissing te kunnen nemen. Meestal zit er ongeveer twee tot drie weken tussen het gesprek met de chirurg en de operatie. Neemt u deze weken als bedenktijd, zodat u een beslissing kunt nemen waar u geen spijt van krijgt. Als u er niet goed uitkomt of nog vragen heeft, neem dan gerust contact op met de nurse practitioner of uw behandelend chirurg.
www.umcg.nl
2
Chirurgie | Oncologie
Een borstsparende operatie Aan de hand van alle onderzoeken heeft u met de chirurg (of nurse practitioner) besproken dat u een borstsparende operatie (lumpectomie) zult ondergaan. Deze operatie vindt plaats onder narcose. In de meeste gevallen wordt u voor deze operatie twee dagen opgenomen. Bij de borstsparende operatie haalt de chirurg de tumor en een rand gezond weefsel weg. Om na te gaan of er uitzaaiingen zijn, verwijdert de chirurg tijdens de operatie meestal ook de schildwachtklier. Dit is de eerste plaats waarnaar een tumor in de borst eventueel kan uitzaaien. U heeft hierover ook een informatiebrochure ‘Vroege opsporing van uitzaaiingen van borstkanker naar heeft u ook een informatiebrochure gekregen. Onderzoek van het weggenomen weefsel en de schildwachtklier bepaalt of er wel of geen aanvullende operatie nodig is, waarbij de hele borst of de overige okselklieren alsnog moeten worden verwijderd. Na een borstsparende operatie moet de borst vijf tot zeven weken dagelijks worden bestraald. Bij een borstsparende operatie blijft de borst behouden, maar uw borst kan wel van vorm veranderen of kleiner worden.
Voorbereiding - een afspraak op de polikliniek Op dezelfde dag dat is besloten dat u een borstsparende operatie krijgt, heeft u een afspraak met een verpleegkundige van de Mammapoli van de afdeling Chirurgische Oncologie. De verpleegkundige vertelt u (en uw naaste) hoe de operatiedag in grote lijnen zal verlopen. De verpleegkundige neemt een vragenlijst met u door en zal al uw vragen zo goed mogelijk beantwoorden. Zij zal ook de duur van de opname in het ziekenhuis bespreken. Het kan handig zijn om eventuele vragen die u heeft over de operatie of opname op te schrijven, zodat u ze niet vergeet. Achter in deze brochure is hiervoor ruimte. Om u goed op de narcose voor te bereiden heeft u een afspraak met een anesthesioloog op de Preoperatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA). De anesthesioloog neemt met u een vragenlijst over uw gezondheid door en onderzoekt u. Soms vindt de anesthesioloog het nodig extra onderzoek uit te voeren bijvoorbeeld een ECG (elektrocardiogram)of een röntgenfoto van hart en longen voordat u onder narcose kan worden gebracht. U begrijpt dat de operatie pas kan plaatsvinden als de resultaten van deze onderzoeken bekend zijn. Van de anesthesioloog krijgt u uitleg over de narcose tijdens de operatie. Ook bespreekt de anesthesioloog met u hoe de pijnbestrijding na de operatie wordt geregeld. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u daar voor de operatie mee stoppen. De chirurg vertelt u op welk moment u met de medicijnen moet stoppen. In de uitnodigingsbrief voor de operatie worden deze instructies nogmaals herhaald.
www.umcg.nl
3
Chirurgie | Oncologie
De dag van opname Op de dag van opname kunt u thuis gewoon eten en drinken. Nadat u zich heeft gemeld bij de opnamebalie brengt een gastvrouw u naar de verpleegafdeling. De ervaring leert dat de opnamedag vooral een dag van wachten is. De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling en informeert u over de gang van zaken op de afdeling. Tijdens het opnamegesprek neemt de verpleegkundige de vragenlijst met u door die op de polikliniek is afgenomen. Eventueel kunnen hierin nog wijzigingen worden aangebracht. Op de opnamedag maakt u kennis met de zaalarts en/of co-assistent, die u daarna zal onderzoeken. De verpleegkundige van de afdeling informeert u vervolgens over de operatie en over de leefregels na de operatie. Als er nog onderzoeken nodig zijn, hoort u wanneer deze zijn gepland. Voor de operatie moet uw oksel onthaard worden. Als u dit altijd zelf doet, is het verstandig dit vanaf een week voor uw opname niet meer met een scheermesje te doen. Onthaart u uw oksel bij voorkeur met een ladyshave. Zorgt u er wel voor dat er geen wondjes ontstaan. De aanwezigheid van scheerwondjes vergroot namelijk de kans op wondinfecties na de operatie. Op de opnamedag kan de verpleegkundige u zo nodig helpen met het ontharen van uw oksel. Op de verpleegafdeling is een ontharingsapparaat aanwezig. Aan het eind van de middag hoort u hoe laat u geopereerd wordt. U heeft dan ook nog een gesprek met de chirurg. Als u nog niet op het preoperatieve spreekuur van de polikliniek Anesthesiologie bent geweest of als er bij uw bezoek aan dit spreekuur bijzonderheden waren, komt de anesthesioloog nog bij u langs op de afdeling. Het opsporen van de schildwachtklier Om de schildwachtklier tijdens de operatie op te kunnen sporen, krijgt u op de opnamedag al een kleine hoeveelheid radioactieve stof ingespoten, in of in de buurt van de tumor. Deze stof vloeit door een lymfevat naar de schildwachtklier. Vervolgens worden er foto’s gemaakt waarop de schildwachtklier, door de radioactieve stof, zichtbaar is. Op deze manier kan de arts nagaan in welk gebied de schildwachtklier moet worden gezocht. Dit zal meestal in de oksel zijn, soms naast het borstbeen. Deze plaats wordt met een stip gemarkeerd. Meer informatie over uitzaaiingen kunt u lezen in de brochure “Vroege opsporing van uitzaaiingen van borstkanker naar de lymfeklieren”, die u heeft ontvangen.
Operatiedag Op de dag van de operatie mag u vanaf 24.00 uur niets meer eten of drinken (tenzij anders met u is afgesproken). Als u suikerziekte (diabetes mellitus)heeft krijgt u waarschijnlijk een infuus om uw bloedsuikerspiegel op een goed niveau te houden. Het infuus wordt vaak al op de avond voor de operatie ingebracht, maar pas op de operatiedag krijgt u via het infuus vocht toegediend. Als u aan de beurt bent om geopereerd te worden krijgt u operatiekleren aan en is het verstandig dat u nog een keer naar het toilet gaat. Als met de anesthesioloog is afgesproken dat u medicijnen voor de operatie krijgt, dan geeft de verpleegkundige die
www.umcg.nl
4
Chirurgie | Oncologie
aan u. Sieraden en een (gebits)prothese moeten voor de operatie worden verwijderd. Ook mag u geen make-up of nagellak dragen. De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. De operatie De anesthesioloog brengt een infuus bij u in waardoor u de narcose krijgt toegediend. Daarna voert de chirurg de operatie uit. De chirurg haalt de tumor en een rand gezond weefsel weg. Daarnaast verwijdert de chirurg de schildwachtklier. Het verwijderde weefsel en de schildwachtklier worden naar het laboratorium gebracht voor nader onderzoek. Na de operatie blijven er één of twee slangetjes (drains) in het operatiegebied achter om bloed of wondvocht af te zuigen. De operatie duurt ongeveer 75 minuten.
Na de operatie Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer (recovery). De tijd dat u hier verblijft, is afhankelijk van meerdere factoren. Meestal is dit ongeveer een uur. Als u last heeft van misselijkheid of pijn zal de verpleegkundige u medicijnen geven om de klachten te verminderen. Als u goed wakker bent en de pijn voor u acceptabel is, gaat u naar de verpleegafdeling. Afhankelijk van de situatie en het tijdstip van opereren besluit de arts wanneer u naar huis kunt. Soms is dit al op de dag van de operatie. Soms is het beter dat u nog een nacht in het ziekenhuis blijft, bijvoorbeeld als de wond nog nabloedt, als u erg misselijk bent of als u nog te veel pijn heeft. Ondersteunende beha Na de operatie kan uw beha als een soort drukverband dienen. Het is handig van tevoren een stevige, goed steunende beha zonder beugels te kopen en deze mee te nemen naar het ziekenhuis. Een sportbeha is hiervoor een goede keuze. Het is belangrijk dat u deze beha de eerste twee dagen na de operatie, zowel overdag als ’s nachts, draagt.
Naar huis In de meeste gevallen kunt u de dag na de operatie naar huis. Als u dat zelf graag wilt en de arts heeft geen bezwaar, zelfs op de dag van de operatie. U kunt niet zelf naar huis rijden. Als u geen vervoer heeft belt de verpleegkundige een taxi voor u. Drain-instructie Meestal wordt het slangetje (drain) die in het operatiegebied is achtergebleven een dag na de operatie verwijderd. Als u nog wel een slangetje in uw borst heeft als u naar huis gaat, legt de verpleegkundige u van tevoren uit hoe de drain werkt en hoe u deze thuis moet verzorgen. Ook krijgt u een extra opvangfles mee naar huis. U ontvangt een brochure met daarin de uitleg over het verzorgen van de drain. De drain blijft maximaal zeven tot acht dagen zitten en wordt op de Mammapoli verwijderd.
www.umcg.nl
5
Chirurgie | Oncologie
Recepten Als dat nodig is, ontvangt u een recept waarmee u medicijnen en verbandmaterialen bij de apotheek kunt ophalen. In de ontvangsthal van het UMCG is een apotheek gevestigd waar u de recepten gelijk kunt inleveren. Wondverzorging De wond is inwendig gehecht met oplosbare hechtingen. Na een dag is de wond ‘waterdicht’. Het verband is nodig om de wond enigszins te beschermen en eventueel wondvocht op te nemen. Als de wond droog is hoeft deze niet meer verbonden te worden. Soms moet een verband langer blijven zitten. In dat geval ontvangt u aparte uitleg van de verpleegkundige. Douchen Eén dag na de operatie mag u weer douchen. Na het douchen dept u de wond droog met een schone handdoek. Zorg ervoor dat er geen zeepresten in de wond achterblijven. Na het douchen verwisselt u het inmiddels natte verband voor een droog verband. Een nat verband is onhygiënisch en niet goed voor de genezing van de wond. Als bij het controlebezoek op de Mammapoli (meestal twee weken na de operatie) blijkt dat de wond goed genezen is, mag u weer in bad en zwemmen. Werk en sport In overleg met uw behandelend arts bepaalt u wanneer u weer kunt gaan werken en sporten.
Complicaties of problemen Als er complicaties optreden of als u een probleem heeft kunt u contact opnemen met het ziekenhuis. Redenen om contact op te nemen zijn bijvoorbeeld: koorts, hoger dan 38,5° C (rectaal gemeten) roodheid van de wond pijn aanhoudende misselijkheid problemen met de drain wondvocht ongerustheid of twijfel. Overdag kunt u het algemene telefoonnummer van het ziekenhuis bellen (050) 361 61 61 en vragen naar pieper 55 8 70 of 55 8 09 van de nurse practitioners van de Chirurgische Oncologie. Zij zijn van maandag t/m donderdag van 8.30 tot 17.00 uur en op vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur bereikbaar. Buiten deze tijden kunt u vragen naar de Spoedeisende Hulp (SEH)om uw probleem voor te leggen. In geval van praktische problemen kunt u ook contact opnemen met de verpleegafdeling K4VA, via telefoonnummer (050) 361 4990. Een verpleegkundige kan uw vragen beantwoorden of u eventueel verwijzen naar de juiste hulpverlener.
www.umcg.nl
6
Chirurgie | Oncologie
Poliklinische controle Als u naar huis gaat krijgt u een afspraak mee voor controle op de Mammapoli van de afdeling Chirurgische Oncologie. Deze afspraak is ongeveer twee weken na uw operatie. De chirurg zal dan het resultaat van de operatie en de uitslag van het onderzoek van de borst en de schildwachtklier met u bespreken. Als de schildwachtklier tumorcellen bevat, is nog een operatie nodig. Tijdens deze operatie worden alle okselklieren verwijderd. Een tweede operatie is ook nodig als blijkt dat er teveel tumorcellen in de borst zijn achtergebleven. Als er geen tweede operatie nodig is, krijgt u een verwijzing voor de bestraling. Het exacte moment waarop u met de bestraling kunt beginnen hangt af van de vraag of u nog een aanvullende behandeling met medicijnen (chemotherapie) nodig heeft. Ook dit zal de chirurg met u bespreken. Als u naar huis gaat met een drain, krijgt u ook een afspraak mee voor het verwijderen van de drain op de Mammapoli. Thuis houdt u zelf de productie van het wondvocht bij. Als de productie van het wondvocht gedurende twee dagen minder dan 20 ml per dag bedraagt, mag de drain verwijderd worden (tenzij de chirurg anders met u heeft afgesproken). Als de hoeveelheid wondvocht na een week nog steeds meer dan 20 ml per dag bedraagt, wordt de drain toch na een week op de Mammapoli verwijderd. Dit gebeurt tijdens de afspraak die voor u is gemaakt. Als de hoeveelheid wondvocht al eerder gedurende twee dagen minder dan 20 ml is, dan mag de drain eerder verwijderd worden. Voor het verwijderen van de drain maakt u dan zelf een afspraak met de Mammapoli, via telefoonnummer (050) 361 8500. De oude, al op de verpleegafdeling gemaakte afspraak voor het verwijderen van de drain, wordt dan afgezegd. Als de wondvochtproductie in het weekend minder is dan 20 ml, kunt u tot maandag wachten.
Hoe ziet de borst er uit na de operatie? Uw borst kan er na de operatie anders uitzien dan u gewend was. Soms is er bijna niets te zien, maar de geopereerde borst kan ook kleiner zijn geworden of ingedeukt zijn op de plaats waar de tumor eerst zat. Ook de plaats van de tepel van de geopereerde borst kan iets veranderd zijn. Dit hangt af van de plaats waar de tumor zat. Het gevoel in de borst blijft behouden, alleen rondom het litteken kan de borst gevoelloos zijn. Deze gevoelloosheid trekt soms in de loop van de tijd weg. U blijft na de operatie en eventuele aanvullende behandelingen nog een aantal jaren onder controle in het UMCG.
Vragen Als u vragen heeft, moet u daar niet te lang mee blijven rondlopen. Persoonlijke vragen kunt u het best bespreken met uw huisarts of de nurse practitioners van de afdeling
www.umcg.nl
7
Chirurgie | Oncologie
Chirurgische Oncologie. De nurse practitioners zijn bereikbaar van maandag t/m donderdag van 8.30 tot 17.00 uur en op vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur. Het telefoonnummer waarop u de nurse practitioners kunt bereiken, vindt u op de binnenkant van de omslag van deze brochure.
Vragen en notities Aanvullende informatie www.borstkanker.umcg.nl Deze website geeft u en uw naasten een goed beeld over de gang van zaken in het UMCG als (het vermoeden bestaat dat) u borstkanker heeft. Borstkankervereniging Nederland De borstkankervereniging Nederland (BVN) helpt borstkankerpatiënten bij problemen als gevolg van hun ziekte. De BVN geeft zowel telefonische als schriftelijke informatie. De BVN komt op voor de belangen van borstkankerpatiënten en stimuleert lotgenotencontact. Ook geeft de BVN voorlichting over borstprothesen. Voor meer informatie kunt u de website raadplegen www.borstkanker.nl. Het algemene telefoonnummer van de BVN is (030) 291 72 22. Daarnaast heeft de BVN een telefonisch spreekuur van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 13.00 uur. Het telefoonnummer voor lotgenotencontact is (030) 291 72 20. Speciaal voor jonge vrouwen is het nummer (030) 291 72 27. Integraal Kankercentrum Noord Nederland (IKN) In Nederland zijn negen Integrale kankercentra (IKC’s). Binnen deze centra werken ziekenhuizen en andere instellingen die zich met kanker bezighouden samen om de kankerzorg van goede kwaliteit te laten zijn. De integrale kankercentra bieden niet alleen informatie en ondersteuning aan hulpverleners in de kankerzorg maar ook aan patiënten. Het verschilt echter per regio wat het IKC voor u doet. Informatie over deze activiteiten is beschikbaar via de algemene website www.ikcnet.nl KWF Kankerbestrijding KWF Kankerbestrijding geeft gratis informatiemateriaal uit over preventie, soorten kanker en behandelingen, psychosociale zorg, erfelijkheid en algemene onderwerpen zoals voeding, vermoeidheid en pijnbestrijding. Er zijn literatuurlijsten te bestellen van actuele en gemakkelijk verkrijgbare boeken over deze onderwerpen. De brochures zijn te bestellen via de KWF Kanker Infolijn of via de website www.kwfkankerbestrijding.nl KWF Kanker Infolijn De Kanker Infolijn van KWF Kankerbestrijding geeft gratis algemene en medische informatie over kanker. Ook kunt u informatie krijgen over de mogelijkheden van lotgenotencontact. Het telefoonnummer is (0800) 022 66 22 (gratis). Van 10.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 16.00 uur is dit nummer bereikbaar voor vragen en 24 uur per dag kunt u via dit nummer brochures bestellen.
www.umcg.nl
8