borstkliniek
BORSTTUMOR Wanneer u verneemt dat een borsttumor, een gezwel in de borst, bij u werd vastgesteld, krijgt u emotioneel heel wat te verwerken. Ongetwijfeld rijzen er ook veel vragen, van welke aard dan ook. Aan de hand van deze brochure trachten wij een beeld te schetsen van wat u de komende tijd enigszins kan verwachten. In het AZ Jan Portaels streven we naar een totaalzorg, waarin naast de medische behandelingen, psychosociale ondersteuning een belangrijke plaats krijgt. Over uw vragen en zorgen praten is moeilijk, maar het is een belangrijke stap in het omgaan met uw huidige zelfbeeld. Indien u deze stap durft nemen, zal u ervaren dat u er niet alleen voorstaat. Wij wensen u alvast veel sterkte en steun tijdens uw behandeling. U kan met al uw vragen terecht bij de artsen, verpleegkundigen, sociaal werkers, psycholoog, kinesist, … Aarzel niet uw vragen voor te leggen.
BORSTKANKER Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen in Europa en Noord-Amerika. In België krijgt gemiddeld 1 op 9 vrouwen borstkanker. De oorzaken hiervan zijn (nog) niet gekend. Er zijn wel enkele risicofactoren gekend waaronder bijvoorbeeld de familiale voorgeschiedenis. Een kankergezwel ontstaat door de overmatige aanmaak van lichaamscellen ten gevolge van een ontspoorde celdeling. De snelheid waarmee het gezwel groeit, wordt bepaald door het type kwaadaardige cellen en het stadium waarin de kanker zich bevindt. p3
Daarom is het belangrijk dat de tumor zo snel mogelijk verwijderd of behandeld wordt. Bepaalde kwaadaardige cellen kunnen binnendringen in bloed- of lymfevaten en er eventueel ook gaan groeien. Lymfevaten zijn zoals bloedvaten, ze vervoeren een vloeistof (lymfe) die afweercellen en weefselafval bevat. De lymfevaten van de borst leiden naar de lymfeknopen in de oksel. Deze lymfeknopen hebben een belangrijke functie bij het bestrijden van infecties en het afvoeren van afvalstoffen. De sentinelklier (schildwachtklier) is het eerste lymfestation van de borst. Indien kwaadaardige cellen de lymfevaten binnendringen, is de kans groter dat ze zich ook naar andere organen verspreiden en uitzaaiingen van kankercellen veroorzaken. Vandaar het belang te weten of de borstkankercellen de lymfeknopen in de oksel al dan niet hebben aangetast. Wanneer de sentinelklier geen tumorcellen bevat, weet men dat de andere lymfeknopen in de oksel niet aangetast zijn.
p4
DIAGNOSESTELLING Vanaf het ogenblik dat u voor het eerst een knobbeltje in uw borst ontdekte, ging u door een zware periode van onzekerheid. Wellicht onderging u reeds een mammografie, radiologisch onderzoek van de borsten, en/of echografie. Deze onderzoeken geven echter geen uitsluitsel over de goed- of kwaadaardigheid van de tumor. Hiervoor is bijkomend een punctie (core-biopsie) van het gezwel vereist. Bij de punctie wordt een stukje weefsel weggenomen dat door de anatoompatholoog microscopisch wordt onderzocht. De punctie wordt onder plaatselijke verdoving met behulp van een echografie uitgevoerd op de dienst Radiologie. Indien uit de punctie blijkt dat het om een kwaadaardig gezwel gaat, een borstcarcinoom, worden bijkomende onderzoeken gepland om na te gaan of er metastasen (uitzaaiingen) zijn. De bijkomende onderzoeken waaronder bloedafnames, radiografieën van longen en skelet, echografie van de lever en een botscan, gebeuren ambulant. Van zodra alle onderzoeksresultaten gekend zijn, wordt een op maat gemaakt behandelplan opgesteld. In het AZ Jan Portaels overleggen de specialisten van de verschillende medische disciplines wekelijks binnen een concept van het Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC). Tijdens dit MOC-overleg worden uw onderzoeksresultaten besproken met de gynaecoloog en/of gynaecologisch chirurg, oncoloog en radiotherapeut. De dienst Oncologie in het AZ Jan Portaels werkt nauw samen met het UZ Leuven. Ook de consulenten van het UZ Leuven worden bij het MOC-overleg betrokken. Zo wordt specifiek voor u een optimale behandeling uitgestippeld. p5
BEHANDELING Bij de behandeling van borstkanker zijn verscheidene medische disciplines betrokken: heelkundige gynaecologie, medische oncologie (chemotherapie, hormonale therapie) en radiotherapie (bestraling). Elke vrouw met een borsttumor ondergaat niet noodzakelijk dezelfde operatie. De keuze van de heelkundige ingreep is onder andere afhankelijk van het ziektestadium, type van kankercellen, grootte van het gezwel, plaats van de tumor in de borst, … We lijsten hierbij een beperkt overzicht van de mogelijke heelkundige ingrepen op. Uw behandelend arts verschaft verdere informatie over het type operatie waarvoor u in aanmerking komt en het waarom ervan.
Plaatsbepaling tumor In bepaalde situaties is de tumor niet voldoende voelbaar, wat een operatie bemoeilijkt. Daarom is het noodzakelijk het gezwel te markeren, ook reperage of harpoenering genoemd. Deze bijkomende kleine ingreep, onder plaatselijke verdoving, bestaat uit het inbrengen van een naald onder geleide van een echografie, om zo een fijne draad bij de verdachte plek te plaatsen, waardoor deze bij de ingreep exact kan opgespoord en verwijderd worden.
Sentinelprocedure Tijdens de operatie waarbij de tumor verwijderd wordt, wordt tegelijkertijd de sentinelklier weggehaald. De anatoompatholoog staat tijdens de ingreep klaar om per spoedprocedure een advies te verstrekken. Indien tumorcellen duidelijk aanwezig zijn, wordt in functie van het resultaat onmiddellijk overgegaan tot een okselp6
uitruiming. Indien niet, worden de resultaten van een meer uitgebreid microscopisch onderzoek afgewacht. Indien bij dit uitgebreid onderzoek later blijkt dat er toch kwaadaardige cellen in de sentinelklier aanwezig zijn, kan een tweede operatie ter volledige okseluitruiming nodig blijken. Bij een sentinelprocedure wordt vooraf aan de ingreep een vloeistof met een radioactief product rond de tumor ingespoten. Deze vloeistof wordt via de lymfevaten vervoerd naar de eerste okselklier (schildwachtklier = sentinelklier). Na een tweetal uren wordt op de dienst Nucleaire Geneeskunde met een gammacamera een opname gemaakt om de schildwachtklier te lokaliseren. Het gebruikte radioactief product is niet gevaarlijk, noch voor u, noch voor uw omgeving. Ter controle wordt deze procedure eventueel herhaald door tijdens de operatie een blauwe kleurstof in te spuiten. Dit kan een grauwe kleur en/of een lichtgroene verkleuring van de urine veroorzaken. De tepelhof kan gedurende enkele weken een verkleuring vertonen. Deze nevenverschijnselen verdwijnen vanzelf.
Borstsparende operatie Tijdens de operatie wordt de tumor samen met een gedeelte van het omliggend gezond weefsel verwijderd. Dit weefsel wordt microscopisch onderzocht in het labo om uit te maken of het letsel voldoende ruim is weggenomen. In zeldzame gevallen toont het microscopisch onderzoek aan dat de tumor niet volledig verwijderd werd. In dat geval is een bijkomende operatie noodzakelijk waarbij zo nodig moet overgegaan worden tot gedeeltelijke of volledige amputatie van de borst.
p7
Na een borstsparende ingreep volgt altijd nog een nabehandeling. U blijft ongeveer drie à vier dagen in het ziekenhuis. De dag na de ingreep mag u uw arm normaal bewegen binnen uw pijngrens. Zware voorwerpen tillen, vermijdt u best de eerste drie weken.
Borstamputatie | mastectomie Bij een borstamputatie wordt de volledige borstklier, de huid en de tepel verwijderd. Aangezien de borstklier tot in de oksel loopt, wordt na de amputatie de borstkaswand volledig vlak. Het litteken loopt van het midden van de borstkas tot de oksel. Tijdens de operatie wordt een drain (buisje) aangebracht om wondvocht te verwijderen. Dit wordt na enkele dagen verwijderd. Van zodra u het ziekenhuis verlaat, kan u bijna onmiddellijk een uitwendige borstprothese dragen. In een tweede fase bestaat de mogelijkheid tot een borstreconstructie. U blijft na deze ingreep vijf à zeven dagen in het ziekenhuis. Om een verkrampte arm en schouderpijn te vermijden, is het belangrijk uw arm te blijven bewegen. De kinesist zal hiervoor oefeningen geven vanaf de tweede dag na de operatie en meer informatie verstrekken wat te vermijden bewegingen betreft.
Okseluitruiming Indien er microscopisch kleine uitzaaiingen aangetroffen worden in de sentinelklier in de oksel, worden de overige okselklieren verwijderd tijdens de ingreep om verdere uitzaaiingen te vermijden. Dit wordt okseluitruiming genoemd. Elke ingreep ter hoogte van p8
de okselklieren geeft kans op lymfoedeem. Tijdens de operatie worden drains aangebracht om het resterende vocht te evacueren. Deze blijven een week of langer ter plaatse. Aangezien de normale afvoer van het lymfevocht verandert, kan een opstapeling van dit lymfevocht in de omringende weefsels optreden. Hierdoor neemt de omtrek van de arm soms toe. Zwelling van de arm treedt niet noodzakelijk onmiddellijk na de operatie op, maar kan zich ook pas na enkele weken manifesteren. Lymfoedeem wordt zo nodig behandeld door de kinesist met massage, fasciatherapie en oefeningen. Eventueel wordt de arm ingezwachteld of biedt een steunverband uitkomst. De lymfevaten en lymfeklieren spelen een rol in het tegengaan van infecties. Na een okseluitruiming gaat een deel van deze functie verloren. Elk wondje of insectenbeet kan aanleiding geven tot ontsteking van de lymfevaten met lymfoedeem als gevolg. Daarom is het belangrijk dat u elke wondje goed ontsmet en bij de minste tekenen van ontsteking zoals roodheid van de huid, koorts, een algemeen ziek gevoel, onmiddellijk uw huisarts contacteert. U laat best ook geen bloedafname verrichten aan de zijde van de okseluitruiming. De eerste dag na de ingreep moet u zich houden aan bewegingsbeperking van de schouder. Nadien mag u langzamerhand uw arm verder bewegen. De kinesist zal u hierin begeleiden. Eens terug thuis moet de kinesitherapie verdergezet worden. Na de ingreep blijft u vijf à zeven dagen in het ziekenhuis. Op het moment van uw ontslag uit het ziekenhuis, heeft u mogelijk nog drain(s). Er wordt dan afgesproken wanneer en bij wie u op controle komt voor verdere opvolging van de operatiewonde. p9
NABEHANDELING Wetenschappelijke studies tonen aan dat het volgen van een aanvullende behandeling na een heelkundige ingreep een positief effect heeft op de overleving of definitieve genezing. De nabehandeling kan uit één of een combinatie bestaan van de hierna volgende therapieën.
Radiotherapie Bestraling is een lokale nabehandeling met als doel eventueel achtergebleven kankercellen in de borst of litteken te vernietigen. De radiotherapie gaat door in het UZ Leuven. Radiotherapie wordt dagelijks op weekdagen toegediend. De totale duur van de radiotherapie bedraagt vijf tot zes weken. U ontvangt tijdens uw eerste afspraak ter plaatse meer informatie.
Chemotherapie Chemotherapie is een algemene nabehandeling gericht op kankercellen die eventueel via bloedvaten of lymfevaten in het lichaam verspreid werden op het moment van de diagnose en die niet door klassieke onderzoeken of labotesten kunnen opgespoord worden. Chemotherapie bestaat uit medicatie (cytostatica) die de groei van kankercellen tegengaat en tumorcellen vernietigt. Vaak is dit een combinatie van meerdere cytostatica. Chemotherapie wordt meestal intraveneus (via de bloedbaan) toegediend. Voor een veilige toediening van de chemotherapie wordt een poortkatheter, buisje met toegangspoort, aangebracht. Deze wordt onderhuids net onder het sleutelbeen geplaatst door de vaatchirurg. De poortkatheter vermijdt dat u telkens opnieuw moet aangeprikt worden. De oncoloog informeert u verder. p 10
Hormonale therapie Bij hormoongevoelige borstkankers wordt bijna altijd een antihormonale behandeling gestart. Hierdoor wordt de groeiversnellende invloed van uw eigen hormonen op de kwaadaardige cellen door medicijnen verminderd. De therapie kan uit pillen of inspuitingen bestaan.
ZIEKENHUISTRAJECT Aan de hand van het hiernavolgend overzicht schetsen we een mogelijk traject dat u doorheen uw ziekteproces zal doorlopen.
Eerste consultatie Bij een eerste consult of raadpleging wordt u door de arts van de Borstkliniek ontvangen. Dit kan op eigen initiatief of via doorverwijzing van uw huisarts of gynaecoloog. De arts evalueert de reeds gekende onderzoeksresultaten, spreekt de nodige bijkomende onderzoeken af en maakt een afspraak voor de punctie (core-biopsie) op de dienst Radiologie in het AZ Jan Portaels. Hij maakt tevens reeds een afspraak waarop u hem telefonisch kan contacteren voor het resultaat van de punctie. Sociaal werker Desgewenst kan u kennismaken met de sociaal werker of hiervoor een afspraak maken. De sociaal werker is uw ‘trajectgids’. U kan hem allerhande vragen stellen van welke aard ook. Hij voorziet de nodige informatiebrochures, verstrekt informatie en brengt u in contact met andere psychosociale zorgverleners van het Oncologisch Support Team in het AZ Jan Portaels.
p 11
Diagnose We streven ernaar om binnen drie werkdagen na de eerste consultatie reeds een diagnose te hebben. Tijdens het telefonisch contact wordt dan een tweede consult vastgelegd om de resultaten uitgebreider te bespreken en meer informatie te verschaffen en eventueel bijkomende onderzoeken te plannen.
Consultatie bijkomende onderzoeken Indien bijkomende onderzoeken nodig blijken, volgt een consultatie om de resultaten van de bijkomende onderzoeken te bespreken. Indien mogelijk wordt de datum van ingreep bepaald.
Dag voor de operatie | ziekenhuisopname Het kan zijn dat u reeds de dag voor de operatie wordt opgenomen in het AZ Jan Portaels om de harpoenering en/of de sentinelklierprocedure te kunnen laten doorgaan. Indien deze procedures niet nodig zijn, wordt u meestal de ochtend van de operatiedag opgenomen.
Dag van de operatie De dag van de ingreep gaat u eerst naar Nucleaire Geneeskunde voor de sentinelklierprocecure. Meestal keert u nadien terug naar de preoperatieve ruimte voordat u naar het Operatiekwartier gebracht wordt. Na de ingreep wordt u geobserveerd in de Ontwaakkamer of Recovery van het Operatiekwartier. Van zodra u voldoende alert bent, wordt u overgebracht naar uw patiëntenkamer op de verpleegafdeling. Na de operatie draagt u een spannend verband rondom uw borstkas.
p 12
Dagen na de ingreep Gedurende uw ziekenhuisverblijf komt de arts van de Borstkliniek dagelijks bij u langs op de verpleegafdeling. Het afdelingszorgteam begeleidt u bij de verzorging van uw operatiewonde. De sociaal werker komt langs betreffende de praktische aspecten voor een eventuele borstprothese, nazorg, thuishulp, het Oncologisch Support Team, ... Bij uw ziekenhuisontslag krijgt u de nodige medische voorschriften mee zoals bijvoorbeeld voor de eventuele inschakeling van thuisverpleging, attest borstprothese, ...
Terug thuis Het verwijderen van de wondhechtingen gebeurt door uw huisarts doorgaans op de tiende dag na de operatie of bij wondcontrole door de behandelend arts. Een drietal werkdagen na de ingreep zijn de resultaten van het uitgebreid microscopisch onderzoek gekend. Indien u ondertussen reeds ontslagen bent, neemt u telefonisch contact op met de arts om het resultaat te bespreken. In het AZ Jan Portaels houden alle betrokken artsen een multidisciplinair overleg (MOC) over uw onderzoeksresultaten om een voor u gepaste nabehandeling voor te stellen. Uw huisarts wordt hierbij ook uitgenodigd. Hij wordt tijdens het ganse zorgtraject van uw welzijn op de hoogte gehouden. Na dit MOC deelt uw behandelend arts mee welke nabehandeling voor u het meest geschikt is en wie u dient te contacteren voor verdere afspraken. Vaak wordt u hiervoor uitgenodigd voor een tweede consultatie. p 13
Nabehandeling Consultatie Oncoloog | chemotherapie Tijdens de consultatie met de Oncoloog, krijgt u informatie over het type, frequentie en startdatum van de chemotherapie. Er wordt een afspraak vastgelegd voor het plaatsen van de poortkatheter. Sociaal werker Tijdens een gesprek met de sociaal werker wordt onder andere de praktische organisatie en het verloop van de nabehandeling besproken. Dagziekenhuis U maakt kennis met het zorgteam van het Dagziekenhuis dat u informeert over uw chemotherapie en het plaatsen van de poortkatheter. Het plaatsen van de poortkatheter gebeurt door een algemeen chirurg in het Operatiekwartier van het AZ Jan Portaels. Daarna kan de chemotherapie gestart worden. De eerste toediening vindt meestal enkele dagen later plaats in het Dagziekenhuis Inwendige Geneeskunde. Tijdens elke behandeling in het Dagziekenhuis kan u steeds beroep doen op de sociaal werker en de andere zorgverleners van het Oncologisch Support Team. U kan dit via het zorgteam aanvragen of hen rechtstreeks contacteren. Consultatie radiotherapeut Tijdens deze raadpleging wordt u geïnformeerd over de radiotherapie in het UZ Leuven, en de sociaal werker geeft u meer informatie met betrekking tot het transport naar het radiotherapiecentrum in het UZ Leuven. Wanneer u zowel chemotherapie als rap 14
diotherapie nodig heeft, zal de radiotherapie na het beëindigen van de chemotherapie plaatsvinden.
CONTROLECONSULTATIES Eens de behandelingen voltooid zijn, is het belangrijk regelmatige controles te plannen. Ongeveer zes maanden na de operatie gaat u opnieuw op consultatie bij de behandelend arts. Op dat moment wordt het litteken gecontroleerd en wordt bepaald hoe vaak en met welke frequentie u op controle moet komen.
PSYCHOSOCIALE ONDERSTEUNING Doorheen gans dit traject zal u en uw omgeving ongetwijfeld te maken krijgen met vele vragen, zware emoties en misschien zelfs een gevoel van onzekerheid. De hulpverleners van het Oncologisch Support Team bieden u hierbij graag ondersteuning aan. De sociaal werker kan uw gids zijn hierbij. Daarnaast kan u ook op begeleiding rekenen van de psycholoog en van de dienst Levensbeschouwelijke Zorg. Deze begeleiding is volledig gratis. Een diëtist en seksuoloog zijn ook aan de afdeling Consultaties van het AZ Jan Portaels verbonden.
p 15
NUTTIGE COÖRDINATEN Lotgenoten Er zijn verschillende zelfhulpgroepen voor borstkankerpatiënten. Regio Vilvoorde □ Hedera-Klein Brabant, Victor De Witstraat 54, 2880 Hingene (Bornem)
- Nicole Van Geel |
[email protected] - T 03 889 92 56 of 0473 73 12 66 Beschikbare folders □ Chemotherapie □ Kanker, niet enkel een lichamelijke ziekte □ Als mijn leven echt bedreigd is, wat wil ik er dan verder mee? Over wilsverklaringen omtrent gezondheidszorg
□ Sociale voorzieningen voor kankerpatiënten □ Bestraling bij borstkanker (UZ Leuven)
Adressen □ Kom Op
- www.allesoverkanker.be -
[email protected] - 02 227 69 69 □ Stichting tegen Kanker
- www.kanker.be -
[email protected] - 02 733 68 68 □ Vlaamse Kankertelefoon | T 0800 35 445 □ www.borstkanker.be p 16
TOT SLOT Ten slotte blijft ook de hele staf artsen van de Vrouwenkliniek in het AZ Jan Portaels te uwer beschikking. Aarzel vooral niet indien u vragen heeft, van welke aard ook, wij helpen u graag verder.
p 17
p 18
- Dr. Kathleen Forceville, oncoloog
| T 02 257 54 45
- Dr. Mireille Merckx, diensthoofd gynaecologie | T 02 257 5923 - Prof. dr. Patrick Neven, oncologisch senoloog (borstspecialist) en consulent
- Dr. Els Van Nieuwenhuysen, oncologisch senoloog (borstspecialist) en consulent
- Dr. Jan Verbruggen, gynaecoloog
| T 02 257 59 14
- Katrien Vercruysse, MOC-coördinator
| T 02 257 54 45
- Oncologisch Support Team: Hilde Baudewijns, sociaal werker
[email protected] Kim Vermeulen, psycholoog
[email protected]
| T 02 257 54 53
Dagziekenhuis Inwendige Geneeskunde
| T 02 257 58 80 | T 02 257 58 81
Wis Symons, hoofdverpleegkundige
Verpleegafdeling Inwendige Geneeskunde 1 Kristina Lanin, hoofdverpleegkundige
| T 02 257 56 01
| T 02 057 57 20 | T 02 257 57 21
- Radiologie
| T 02 257 51 00
- Nucleaire Geneeskunde
| T 02 257 51 20
- Bestralingsafdeling UZ Leuven (radiotherapie) E 606
| T 016 34 76 00
p 19
Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels vzw Gendarmeriestraat 65 | B-1800 Vilvoorde T 02 254 64 00 | F 02 257 50 50
[email protected] | www.azjanportaels.be