najaar 2014
OLLEGE BORNEGO C
GOED VOOR ELKAAR! W W W. B O R N E
GO.NL
Inhoud
Inhoudsopgave..............................................................................2 Colofon..........................................................................................2 Vragen............................................................................................3
Oud-Bornego
Bornego
Sarah Coerdes in bestuur van het LAKS...................................14 Bornego is een gezonde school................................................15
Samenwerking Bornego College en OSG Sevenwolden .........4 Passend onderwijs voor iedereen.............................................4 Ontwikkelingen op alle fronten.................................................5 Bornego goes global..................................................................6
Junior Conducteurs op visite: Luisteris!...............................................8 “Koken is het allerleukste vak”..................................................9 Van elfenbank tot hertengeweitjes............................................9
Job van de Molen.......................................................................12
Beugel
Lyceum Zelfgeschreven kerstmusical: vrolijk, verrassend en vernieuwend...........................................17 Op zoek naar creatieve oplossingen.........................................18 Nieuw Latijns lesboek van Paul Visser.....................................18 De parels van de profielwerkstukken.........................................19
Column
Joure
Het kamertje..............................................................................20
Eerste klas Joure is verkeersproof.............................................10 Op ziekenhuisbezoek................................................................10 Van het Woudagemaal naar NEMO..........................................11
Mijn vak
2
7 Docent Nederlands Sjoukje Jansma
Mijn Talent
Mijn Stage
16
13 Bram Schuddebeurs
Femke Visser
Colofon @bornego is een uitgave van het Bornego College en verschijnt tweemaal per jaar. Dit magazine wordt verspreid onder alle ouders van leerlingen van onze school en andere geïnteresseerden in het Bornego College.
Dank! Dit nummer werd mede mogelijk gemaakt door Anouk, Bas, Bram, Celeste, Femke, Fokke, Franka, Isabelle, Jeffrey, Jelle, Joep, Johanan, John, Larissa, Laura, Marc, Marije, Marrit, Mika, Nicole, Sander, Sarah, Sigrid, Sjouke, Jolanda Buwalda, Jaap van der Geest, Corstian Hanse, Frits Hoekstra, Sjoukje Jansma, Annemarie Kingma, Job van der Molen, Peter Overbeek, Edwin Poiesz, Joyce Propsma, Mari Vermeer, Paul Visser, Marrit van der Werf. Vragen, opmerkingen of suggesties voor @Bornego kunt u mailen naar Jildou Bloem, Stafmedewerker Communicatie, via
[email protected]..
Opmaak Visser & de Graef Communicatie Druk Marne Drukkers, Leens Niets uit deze uitgave mag worden gepubliceerd zonder toestemming van het Bornego College. Nieuwsberichten en belangrijke actuele mededelingen kunt u vinden op onze website.
Vragen… Nog even en het is weer Kerst en dan ligt dit jaar alweer achter ons. Het was een bewogen jaar met een zomer waarin ik soms hoopte op komkommernieuws. Er gebeurde veel tegelijkertijd. Onze samenleving werd op de proef gesteld. Dat roept vragen op. Vragen waar je als ouder, leraar en volwassene niet direct het antwoord op hebt. En dus worden ze misschien ook niet gesteld. Op het Bornego College proberen we dit gesprek wel te hebben. Dat doen we vanuit het vertrouwen dat het beter zal worden. De verhalen die ons zijn meegegeven in de Bijbel zijn daarvoor onze bron. Met het feest van Kerst vieren we de geboorte van Jezus. En dan vieren we de belofte dat we er niet alleen voor staan. Die gesprekken voeren we bijvoorbeeld in de lessen Godsdienst/ Levensbeschouwing. Niet dat we daar de antwoorden hebben, maar het zijn lessen waar we leerlingen leren te denken over het leven. Het geeft leerlingen handvatten en taal waarmee zij leren na te denken over wat zij meemaken en daar betekenis aan te geven. We hopen daarmee de jongeren die op het Bornego College onderwijs volgen, iets extra zinvols voor de eigen toekomst mee te geven. In deze @Bornego geven we u een inkijk in wat er gebeurt op onze school. Van de gewone dingen die leerlingen meemaken en beleven op school tot portretten van mensen van het Bornego, maar ook de mogelijke antwoorden op de grotere vragen. Zoals de vraag hoe we in de toekomst goed vmbo voor heel Heerenveen in stand kunnen houden, hoe we met elkaar werken aan steeds beter onderwijs, wat we doen voor een gezonde en veilige toekomst en nog veel meer.
Onze samenleving heeft recht op kinderen, jongeren en volwassenen die geleerd hebben het leven te beschouwen (B. Roebben)
3 najaar
Frits Hoekstra Rector-bestuurder
@bornego
Ik wens u veel leesplezier en natuurlijk een prettige Kerst en een gelukkig en succesvol nieuwjaar. En als u vragen heeft, schroom ze niet te stellen aan de mentor of teamleider.
Bornego Op het gebied van basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen gaat Bornego Beugel samenwerken met OSG Sevenwolden. “Door bevolkingskrimp komen er de komende jaren minder leerlingen. Tegelijkertijd moeten we met het vernieuwde examenprogramma een grote verandering doormaken. Dat dwingt ons na te denken over de toekomst. We willen voldoende keus bieden in de keuzevakken, aansluiten bij het mbo en de werkgelegenheid in de regio, maar natuurlijk ook goede kwaliteit blijven bieden”, vertelt vestigingsdirecteur Annemarie Kingma.
Samenwerking Bornego College en OSG Sevenwolden Het Bornego College is daarom in 2011 in gesprek gegaan met het Friesland College, OSG Sevenwolden en het Nordwin College. “Drie volwaardige vmbo-afdelingen behouden is lastig. Het Nordwin College is al vmbo en mbo in één en daarom zijn wij verder gaan spreken met OSG Sevenwolden”, aldus rector-bestuurder Frits Hoekstra. “We hebben alle opties in kaart gebracht, van niks doen tot een fusie, en de voor- en nadelen ervan op een rij gezet. Daar is de intentie tot een duurzame samenwerking in de beroepsgerichte leerwegen uitgekomen. Als we samen invulling geven aan het vmbo kunnen we meer keuzes bieden, tegen dezelfde kosten. Voor de wet blijven we twee verschillende scholen. Maar we
4
willen de samenwerking zo vorm geven dat het op één school gaat lijken. Op deze manier kunnen we beroepsgericht vmbo in de regio Heerenveen sterk houden.” Hoe de samenwerking er precies uit gaat zien, is volgens Annemarie nog niet bekend. “Daarover moeten we nog in gesprek. Je moet elkaar eerst goed leren kennen en vertrouwen. We zijn nu bezig met een plan van aanpak en een visie. We brengen in kaart wat er moet gebeuren, hoe we dat invullen en wie daarbij betrokken zijn. Een belangrijk thema daarin is voor ons de identiteit. We hopen vanaf 1 augustus 2017 samen een stevig programma neer te kunnen zetten.”
Passend onderwijs voor iedereen Iedere leerling moet onderwijs krijgen dat past bij zijn of haar kwaliteiten en mogelijkheden. Dat is het uitgangspunt van passend onderwijs. Op het Bornego College bekijken we daarom per leerling welke onderwijsbehoefte er is en wat daarbij nodig is. Zo kan iedereen zich op het Bornego College verder ontwikkelen. “Het is een verandering in denkproces”, vertelt medewerker Zorg & Onderwijs Marrit van der Werf. “Voorheen keken we alleen bij leerlingen met een zogenoemd rugzakje naar de onderwijsbehoefte. Passend onderwijs richt zich op goed onderwijs voor iedereen. Dus ook op de leerling die zich prima redt. Die heeft misschien baat bij extra uitdaging. Daarbij moeten wij ze de beno-
digde ondersteuning en begeleiding bieden.”Bij deze verandering in denken wordt gebruik gemaakt van handelingsgericht werken. “We kijken in vier stappen naar wie de leerling is, hoe het gaat, wat dat betekent en wat een docent kan betekenen”, vertelt zorgcoördinator Mari Vermeer. “Vervolgens moet de docent een plan maken hoe hij die zorg kan verwerken in de les. Dat voeren we
stapsgewijs in. Een grote groep leerlingen kan in de basis mee, maar daarboven en eronder zit een categorie die extra aandacht nodig heeft. Dat kan zijn door het aanbieden van extra verdiepende stof of door extra uitleg.” Bij deze ontwikkeling hoort volgens Mari ook dat leerlingen zelf ondernemerschap moeten tonen in hun schoolloopbaan. “We willen leerlingen laten nadenken over hun ontwikkeling. In plaats van te zeggen wat ze moeten doen, vragen we nu hoe ze dat aanpakken. Daarmee geef je ze zelf verantwoordelijkheid en laat je ze nadenken. In de gesprekken die we met leerlingen hebben, stellen ze zelf realistische doelen op.
Bornego
De ondersteuning die daarbij nodig is, moeten docenten inbouwen in de les.” “Maar daarin is ook een rol weggelegd voor de ouders”, vult Marrit aan. “Als docenten leerlingen die bijvoorbeeld spellingsproblemen hebben extra opdrachten meegeven, kunnen we dat met ouders delen. Zij kunnen erop toezien dat er iets mee gebeurt. Maar ook moeten ouders zich bewust worden van het belang van extra ondersteuning. Ouders kunnen vaak zelf ook zinvolle informatie geven over hun kind. Daardoor ontstaat betere afstemming over waar de leerling aan werkt en hoe de school en ouders kunnen ondersteunen. De driehoek ouder, leerling en school is belangrijk. Iedere rol ondersteunt de ontwikkeling van de leerling.”
Ontwikkelingen op alle fronten Het schoolplan 2012 - 2016 is alweer halverwege. Sinds het begin van dit fronten hard gewerkt. “Vooral om het nog beter te doen, want volgens de Onderwijsinspectie deden en bestuurder Frits Hoekstra. Wat is de afgelopen jaren gebeurd en wat staat nog te wachten? Eén van de doelstellingen binnen het plan is om vanuit de christelijke identiteit meer te bieden dan het reguliere onderwijs. “Identiteit is op onze school altijd een item. De ontwikkelingen in de samenleving staan niet stil en dus ook de manier waarop wij met onze identiteit omgaan niet. Daarom hebben we sinds 2012 voor iedere vestiging tenminste een tweejaarlijkse studiedag. Tijdens die dag bespreken we hoe we hiermee omgaan en hoe we dit binnen de school vorm kunnen geven”, aldus Hoekstra.
Kwaliteit En op het gebied van onderwijskwaliteit zijn stappen gemaakt. De Cito volg- en adviestoets wordt eind dit jaar voor de derde keer afgenomen. “Met deze toets kunnen we beter kijken naar de kwaliteitsontwikkeling”, vertelt Hoekstra. “Daarnaast denken we continu na over hoe we ons onderwijs nog beter kunnen inrichten. Zo werken we bij Bornego Junior niet meer met dakpanklassen, maar met klassen die werken vanuit een basisniveau. En bij Beugel bieden we leerlingen die dat aankunnen, vakken op een hoger niveau aan. We bieden meer maatwerk om het optimale uit de leerlingen te halen. Dat geldt ook voor de docenten. Jonge startende docenten begeleiden we intensief en we investeren veel in scholing. Zo willen we het niveau
5 najaar
doen we het al jaren goed”, vertelt
van iedereen op een hoger plan tillen.” Dat deze aanpak werkt, blijkt uit de examenresultaten. Die zijn ten opzichte van 2011 gestegen. Maar natuurlijk zijn er ook onderdelen waar nog stappen moeten worden gezet. “De invoering van het kwaliteitszorgsysteem gaat langzamer dan gehoopt. En we kijken kritisch hoe we de digitale leermiddelen kunnen inzetten voor nog beter onderwijs”, vertelt Hoekstra. “Maar met alle ontwikkelingen die we hebben doorgemaakt, zijn we bijna vergeten hoe het in 2012 was.” Toen stond het nieuwe gebouw van Junior er nog niet, was er nog geen @Bornego en ook de nieuwsbrief wordt sindsdien maandelijks verstuurd. “We willen transparant zijn en op alle mogelijke manieren verantwoording afleggen. Daarom publiceren we een jaarverslag op onze site. Zo kan iedereen zien welke stappen we maken. En achter de schermen zijn we alweer bezig met de gesprekken over het schoolplan 2016 - 2020, want de ontwikkelingen staan nooit stil.”
@bornego
strategische beleidsplan is op alle
“Ook hebben we veel energie gestoken in het versterken van het mentoraat. Het is belangrijk dat we met leerlingen blijven spreken. Niet alleen over schoolgerelateerde onderwerpen, maar ook over wie we zijn en wat we willen.”
Bornego
Bornego goes global De tijd vliegt voorbij, zo ook de twintig jaren dat het Bornego College alweer bestaat. Dit bijzondere jubileum wordt uiteraard gevierd met een aantal spetterende activiteiten, waaronder de actie Going Global. “Met deze actie willen we ervoor zorgen dat niet alleen wij een prachtige school hebben waar onze leerlingen veel kunnen leren, maar dat kinderen in ontwikkelingslanden ook deze kans krijgen”, zo begint docent Jaap van der Geest.
6
Going Global is een programma van Edukans. Hiermee wil de stichting geld inzamelen om het onderwijs in ontwikkelingslanden te versterken. “Ieder jubileumjaar doen we hier met veel plezier aan mee. Zo kunnen we ook deze feestelijke gelegenheid met de rest van de wereld vieren”, vertelt Jaap. Ieder jaar kiest Edukans een focusland voor Going Global. Dit jaar is dat Ehtiopië. Het programma bestaat uit drie verschillende onderdelen en start met bewustwording. Jaap: “We proberen leerlingen bij te brengen wat zich in het land afspeelt en waarom deze actie zo belangrijk is. Dat doen we onder andere door de posters die overal in de school hangen en door dagopeningen aan het thema te besteden.” Het tweede onderdeel van Going Global is de uitwisseling van leerlingen van Bornego naar Ethiopië. Dat is ook het hoofdonderdeel van het programma. “Leerlingen konden solliciteren op de functie van creatieve journalist. In totaal hebben we van vier vestigingen 31 enorm enthousiaste en
erg goede sollicitatiebrieven binnengekregen”, vertelt Jaap. Daaruit zijn acht leerlingen geselecteerd. “De volgende stap was dat leerlingen zich op een creatieve manier moesten presenteren. Uit deze kandidaten selecteerde Edukans Maureen Ypma van Bornego Beugel en Bauke Haanstra van het Lyceum. Maar eerst hebben ze met de stichting en zestig andere leerlingen een voorbereidingsweekend in Amersfoort.” In Ethiopië bezoeken ze onder leiding van begeleiders van Edukans een school en worden ze gekoppeld aan een buddy waar ze een week mee optrekken. Ze gaan met dat kind naar huis en naar school en bespreken thema’s als uithuwelijken, besnijdenis, eten en hygiëne. Eenmaal terug van deze bijzondere en indrukwekkende reis delen ze in alle klassen hun ervaringen. Jaap weet van de vorige uitwisseling vijf jaar geleden nog dat de leerlingen totaal geïnspireerd terugkomen. “De presentaties waren toen enorm positief en bijzonder. Het natuurschoon van Afrika werd door
de leerlingen geroemd, maar ook dat de mensen er zo spontaan, open en vrolijk zijn. Het leven is er puur. Deze ervaring laat de leerlingen anders kijken. Naar hun eigen leven en de welvaart die wij hebben. Ze krijgen de neiging om soberder te leven en weten dat geluk niet draait om bezittingen. Doordat leerlingen dat in eigen bewoordingen en vanuit hun eigen ervaring aan andere leerlingen vertellen, inspireert dat iedereen enorm. De anekdotes zijn vaak heel direct en komen daardoor beter over. Dat hopen we dit jaar weer mee te maken.” Het derde onderdeel van Going Global draait om de inzameling van geld. Leerlingen mogen zelf acties verzinnen en organiseren. Jaap: “Bijvoorbeeld een sponsorloop langs de verschillende vestigingen, een 24-uursactie op school waarbij ze niet mogen eten, een veiling of een stalletjesmarkt. Alle leuke ideeën willen we aanmoedigen. Die acties beginnen vanaf april. Het is een mooie manier om met het vieren van ons lustrum iets voor de wereld te betekenen.”
Lyceum
Mijn vak Nederlands Sjoukje Jansma Dat docent Sjoukje Jansma een enorme passie heeft voor haar vak is snel duidelijk. “Ik houd ontzettend van lezen en schrijven. Nederlands is een prachtig vak, maar ook erg belangrijk. Niet alleen voor het halen van het examen, maar ook voor de rest van je leven.” Haar enthousiasme en de individuele benadering werken aanstekelijk.
Een ander belangrijk onderdeel van Nederlands is literatuur. Sjoukje: “Het lezen van boeken helpt bij het vergroten van de woordenschat en de lees- en schrijfvaardigheid. Door veel te lezen doorzien ze tekstverbanden beter. En dat helpt weer bij het onderdeel zakelijk lezen.” Sinds kort wordt gebruik gemaakt van de methode Lezen voor de lijst.
Met Lezen voor de lijst hebben leerlingen ook meer ruimte gekregen in de keuze voor verwerkingsopdrachten. “Voorheen kreeg een hele klas dezelfde opdracht. Nu mogen ze kiezen uit twintig opdrachten. Die variëren van het maken van een collage, mindmap of abstract schilderij tot een fictief interview met de schrijver. Iedere opdracht mogen ze één keer doen. Ze moeten goed nadenken welke opdracht bij een boek past”, aldus Sjoukje. “Tot slot moeten ze over ieder boek een blog schrijven. Wat vonden ze van het boek? De motivatie erbij is erg belangrijk. Dat laat ze nadenken over het verhaal en de achterliggende boodschap van het boek. Bij de blog hoort ook het maken van een top tien van leukste boeken. Alle blogs helpen bij de voorbereiding naar het mondeling examen.” “Het allermooiste van mijn vak vind ik dat je leerlingen door de jaren heen kunt volgen en begeleiden. Als ze plezier hebben in mijn vak en met glans slagen voor het examen, is mijn doel geslaagd. Want dan beschikken ze ook over de vaardigheden die in de rest van het leven belangrijk zijn.”
7 najaar
Lezen voor de lijst
Opdrachten
@bornego
Nederlands is een vak van vaardigheden. Je komt het overal tegen. “En hoe beter je het kunt, hoe beter je functioneert. Op school, maar ook in de samenleving”, vertelt Sjoukje. In de bovenbouw op het Lyceum is de grammatica van de Nederlandse taal afgerond. De lessen staan vooral in het teken van taalverzorging, literatuur, literatuurgeschiedenis, zakelijk lezen en presentaties, zoals de flitspresentaties. “Flitspresentaties zijn erg korte presentaties. Het onderwerp en in welke vorm ze de presentatie willen geven, mogen de leerlingen zelf weten. Het kan dus betogend, maar ook enthousiasmerend zijn.”
“Met deze methode willen we leerlingen beter passende boeken laten lezen. Daarbij gaat het om het onderwerp, maar ook om de moeilijkheidsgraad. We willen voorkomen dat ze een slechte leeservaring opdoen, omdat bijvoorbeeld het boek te moeilijk is.” Bij Lezen voor de lijst zijn boeken onderverdeeld in zes niveaus. “Voorheen bepaalden we het niveau per klas. Nu doen we dat per leerling, zodat we ook beter kunnen sturen op de individuele ontwikkeling”, vertelt Sjoukje. Alle leerlingen hebben een leesautobiografie geschreven. “Houd je van lezen? Hoe vaak lees je? En, wat voor soort boeken vind je leuk? Daarnaast konden ze aangeven in welk type lezer zij zich het meest herkennen. Met die autobiografie kunnen we goed inschatten op welk niveau iemand zit en wat hij of zij leuk vindt. Niet iedereen houdt van lezen. Door ze vanuit deze achtergrond te helpen bij de keuze voor een boek, kunnen we het leuk maken. Ik ben ervan overtuigd dat voor iedereen leuke boeken te vinden zijn.” In de mediatheek is op ieder boek het bijbehorende niveau aangegeven. Sjoukje: “Als ze een paar boeken van hetzelfde niveau hebben gelezen, kunnen ze een hoger niveau proberen. Het is de bedoeling dat ze groei doormaken. Met deze methode kunnen we dat goed zien.”
Junior
Conducteurs op visite: Luisteris! 8
In het kader van de campagne Luisteris van de Nederlandse Spoorwegen kwamen ook dit najaar twee conducteurs op Bornego Junior vertellen over wat ze tijdens hun werk meemaken. “Het is bedoeld om leerlingen bewust te maken van de gevaren van zinloos geweld in de trein. En om ze in te laten zien hoe groepsgedrag werkt. We willen ze bewust maken van de eigen keuze om daar wel of niet in mee te gaan”, vertelt teamleider Peter Overbeek.
De conducteurs komen in uniform in de klas. Ze vertellen over incidenten die ze meemaken, hoe ze daarmee omgaan en laten een video zien. “Die video gaat over een conducteur die in elkaar is geslagen. Hij heeft daar een trauma aan overgehouden. Hij zit thuis, heeft iedere nacht nachtmerries en is angstig. Dat grijpt de leerlingen aan”, weet Peter. “Daarna gaan de conducteurs het gesprek aan met de leerlingen. Het zal niet de bedoeling zijn geweest van de dader, maar het gebeurt wel. Daarmee laten ze leerlingen nadenken over de impact van het eigen handelen en laten ze inzien hoe groepsgedrag werkt. De meeste kinderen weten prima wat goed en fout is, maar in een groep laten ze zich soms toch meeslepen. Een aantal
leerlingen herkent zich in het verhaal en vertelt eerlijk dat ook zij soms meegaan in groepsgedrag. Het raakt ze als ze beseffen dat ze iets hebben gedaan dat niet goed is.” Daarnaast gaat het ook over het gedrag dat jongeren vertonen. Dan gaat het om taalgebruik, het luisteren van harde muziek of het niet weggooien van afval. Peter legt uit waarom het initiatief zo goed werkt. “De trein is een afspiegeling van het normale leven. Kinderen maken veel mee en herkennen er iets in. Door die herkenning maakt het bezoek van de twee conducteurs vaak indruk. We hopen dat ze daardoor in het vervolg even bij zichzelf nadenken voordat ze niet gewenst gedrag vertonen.”
Junior
Sigrid en John
De herfst is de ideale tijd voor paddenstoelen. In het bos in Oranjewoud groeien ze in alle soorten en maten. Hoewel de paddenstoelen pas in het voorjaar bij de lessen biologie aan bod komen, was het dit najaar al tijd om daar een voorschot op te nemen. De eerste klassen van Bornego Junior gingen op paddenstoelenexcursie. “We begonnen bij een afgebroken boomstam. Daar groeiden heel veel paddenstoelen op”, begint John Roest enthousiast. Onder begeleiding van twee
Van elfenbank tot hertengeweitjes
vrouwen van het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN) gingen de eerste klassen op paddenstoelenexcursie in Oranjewoud. Zij vertelden de leerlingen welke paddenstoelen waar groeien en waarom. Na de eerste uitleg bij de boomstam, kwam de groep bij een bankje met daarop twee bakken gevuld met aarde, mos en paddenstoelen. “Bij die paddenstoelen konden onder andere we de sporen laten zien”, vertelt docent biologie Joyce Propsma. “Ze voelden een beetje glibberig, net alsof je allemaal ruwe plekjes voelde”, aldus John. “Ik wist niet veel van padenstoelen, dus heb veel geleerd van sporen en welke soorten paddenstoelen bestaan. De mooiste vond ik de hertengeweitjes. Die leken
een beetje op macaroni”, glimlacht Sigrid van Zwol. John vindt de vliegenzwam de allermooiste paddenstoel, de rode met witte stippen. Na bestudering van de paddenstoelen in de bakken, splitst de groep zich in tweeën en gaat ieder met één begeleider van het IVN op paddenstoelenzoektocht. “We zijn wel vijf of zes soorten tegen gekomen”, vertelt Sigrid. “We zagen de aardappelbovist, de stinkzwam en al die kleine paddenstoelen bij elkaar, de elfenbankjes.” Het belangrijkste van de excursie is volgens Joyce dat leerlingen ze buiten kunnen zien en voelen. “Door die ervaring leren ze vaak meer dan uit een boek.”
“Koken is het allerleukste” Bornego Junior zijn het er helemaal over eens, koken is het allerleukste. iets ander jasje gestoken. “Voorheen kookte de helft van de klas en de andere helft deed iets anders. Nu koken we met de hele klas tegelijk. Dat doen we vijf keer per jaar”, vertelt docent Joyce Propsma. Larissa is het eens met de nieuwe opzet: “Dit is veel gezelliger. Koken is leuk. Het maakt me niet eens zoveel uit wat we maken, als we maar mogen koken. Ik zou er zelfs in mijn vrije tijd voor terug willen komen of extra huiswerk voor willen maken.” Maar voordat de groep mag koken, worden eerst
het groepsproces. Ze moeten manieren vinden om samen te werken.” Larissa legt uit hoe zij dat met haar groepje heeft aangepakt. “We hebben de taken verdeeld. Eén ging roeren en iemand anders stond bij de pan. En daarna gingen we wisselen. Schoonmaken en afwassen vonden we minder leuk, dus dat hebben we samen gedaan.”
9 najaar
Dit jaar zijn de kooklessen in een
duidelijk de regels uitgelegd. “We gaan bijvoorbeeld niet rennen, niet met messen zwaaien en zijn voorzichtig met hete pannen. Voor de les vertellen we ze duidelijk wat niet mag”, legt Joyce uit. Tijdens de eerste kookles maakt de groep pannenkoeken. “We kregen een recept en moesten zelf alle ingrediënten afwegen en het beslag maken. Ik heb een extra dikke pannenkoek gemaakt, want wij hadden nog wat beslag over”, vertelt Jeffrey. “Na de les mochten we onze pannenkoek opeten. Die van mij was erg lekker, maar andere waren een beetje verbrand.” Op het kookprogramma staan in ieder geval nog soep en kerstkoekjes. Joyce: “Bij de les over soep, maken we drie verschillende soorten. Vervolgens moeten ze van elkaar proeven. Bij de kooklessen gaat het onder andere om logisch nadenken en plannen. Maar een van de belangrijkste aspecten is
@bornego
Jeffrey Coset en Larissa Meier van
Joure
Eerste klas Joure is verkeersproof Alle leerlingen uit de eerste klassen van Bornego Joure zijn eind oktober onderworpen aan de verkeersmarkt. Vijf onderdelen moesten ze in groepjes van acht doorlopen. Van een quiz tot een ogen- en reactietest en de fietscontrole. Mika Huitenga en Marit Bouwhuis uit klas 1B zijn net als veel andere leerlingen, na deze markt weer helemaal op de hoogte van alle regels in het verkeer. “We hebben veel over het verkeer geleerd”, zo begint Marit. “Met mijn groepje moest ik beginnen bij de quiz. Daar kregen we tien plaatjes met vragen over voorrangssituaties en verkeersborden. Bijvoorbeeld een
plaatje met iemand op een fiets die zich liet meetrekken door een motor. Vraag daarbij was of dat mag, maar dat mag natuurlijk niet.” “Of een plaatje met drie fietsers naast elkaar”, vult Mika aan. “Dat deed ik ook weleens, maar ik weet nu dat het best gevaarlijk is.” Vervolgens worden de ogen en het reactievermogen gemeten en krijgen de leerlingen een EHBO-les. “Daar mochten we een pop reanimeren en leerden we vijf regels over wat je moet doen bij een verkeersongeluk. Allereerst moet je letten op je eigen veiligheid, daarna het slachtoffer geruststellen en nagaan wat is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert. Stap vier is dat je moet zorgen voor medische hulp en het slachtoffer moet helpen op de plaats waar hij of zij ligt”, vertelt Marit. Tot slot krijgen de groepjes een diashow met presentaties en nieuwsberichten over het verkeer en
wordt de fiets gecontroleerd. Marit: “Daar zagen we bijvoorbeeld iemand die op de fiets met haar mobiel bezig was. Bij dat soort situaties hebben we gesproken over wat er verkeerd ging.” “Bij de fietsenkeuring kregen we een sticker als alles goed was. De wielen moesten goed draaien, de remmen en lichten moesten het doen en je moest een bel en reflectoren op de fiets hebben. De mijne was helemaal goed”, besluit Mika.
Mika en Marrit
Op ziekenhuisbezoek Een groep van zeventig leerlingen uit de derde klassen havo en vwo van Bornego Joure gingen in 10
oktober op beroepsoriëntatie naar het MCL. Daar zijn vier routes uitgestippeld. Naar aanleiding van de beroepentest zijn de leerlingen in vier groepen ingedeeld. Celeste de Hoop volgt de route met medische en paramedische beroepen en Laura Drost is ingedeeld bij techniek. Eerst worden de leerlingen welkom geheten in de collegezaal van het ziekenhuis. Hier vertellen een arts in opleiding en iemand van de administratie over hun werk, dingen die ze meemaken en welke opleiding ze hebben gevolgd. Vervolgens wordt de groep
opgesplitst in vier kleuren en volgt ieder de eigen route. “Wij kwamen eerst in een vergaderzaal met allemaal standjes. Daar waren ook artsen die meer informatie gaven over hun beroep. En iemand van de universiteit in Groningen liet weten welke opleiding en vakken je nodig hebt om arts te worden”, vertelt Celeste. “Daarna gingen we naar een zaal waar een perfusionist liet zien hoe je een hartlongmachine tijdens een operatie moet bedienen. En daarna zijn we naar een vergaderzaal die omgebouwd was tot operatiekamer, geweest.” Van de drie onderdelen vindt ze de eerste het leukst. “Ik denk erover na om arts te worden. Dan is het goed om te zien welke vakken je dan nodig hebt.”
met de techniekgroep mee. Wij gingen naar een grote ruimte met alle cvketels. Daar stonden ook de machines die het water nog schoner maken voor de operaties en een noodaggregaat voor als de stroom uitvalt.” Daarna gaat de groep naar de afdeling kapotte apparatuur en nemen ze een kijkje bij de ict-afdeling. Nee, ik weet nu heel goed wat ik niet wil en dat is monteur worden”, besluit ze. “Mijn keuze voor een profiel ligt nog helemaal open. Gelukkig heb ik nog een half jaar.”
Techniek Waar Celeste een stap verder is in de richting die ze op wil, weet Laura nu vooral goed wat ze niet wil. “Ik ging
Celeste en Laura
Joure
Van het Woudagemaal naar NEMO excursie voor alle eerste klassen van Bornego Junior naar het Woudagemaal en Science Center Kronemeijer en Sjouke Wierda vragen hoe het was, beginnen ze te glimlachen. “Het was heel leuk en gezellig. Het was jammer dat we alweer zo snel naar huis moesten. We hadden graag langer willen blijven”, vertelt Sjouke. Kortom: de dag kon niet lang genoeg duren. In het Woudagemaal kijken de leerlingen eerst een film over de geschiedenis en de functie van het gemaal. “We weten nu dat het in 2020 al honderd jaar oud is”, vertelt Nicole.
Rondvaart In Amsterdam staat eerst een rondvaart op het programma. “We zijn langs het huis van Anne Frank, Carré en de oudste woonboot van Nederland gevaren. Die was helemaal verroest en ging bijna zinken”, vertelt Sjouke. “En we hebben het smalste huis van de stad gezien. Vroeger moest je voor de breedte van het huis betalen. Daarom waren de huizen heel smal en diep”, heeft Nicole onthouden. “En ze werden gebouwd op houten palen. Dat ging rotten en dus gingen huizen scheef staan. Dat zag er gek uit”, vult Sjouke aan.
NEMO Na de rondvaart is het tijd voor NEMO. En dat is volgens de twee het hoogtepunt van de dag. “We konden binnen allemaal proefjes doen. Je kon in een apparaat autorijden. Dat was ingesteld alsof je alcohol had gedronken. Dat was wel erg moeilijk. Ik botste best vaak”, aldus Nicole. Sjouke vertelt over de schoktest die hij heeft gedaan. “Op een grote plaat kon je in vakjes je hand leggen. Als je dan op een knop drukte, gingen lichtjes ronddraaien en kreeg iemand een schok. Dat gaf vooral een schrikgevoel.” En de skippybal die allerlei dominostenen omgooide en een heel parcours vol opdrachten aflegde om aan het einde een raket te lanceren, heeft indruk gemaakt. “Twee uren in NEMO was veel te kort. We hadden best wat later thuis kunnen komen”, besluit Sjouke.
11 najaar
NEMO. Als we Nicole
Vervolgens krijgen ze opdrachten mee. Op de vragen moeten ze in het gemaal de antwoorden vinden. En tot slot volgt een rondleiding. Daarna weer in de bus en op naar Amsterdam.
@bornego
Leuk en leerzaam. Dat is de
Bornego
Job van der Molen zat eind jaren negentig op het Bornego College. Hoewel hij een hekel had aan leren, had hij een mooie tijd op school, vertelt hij. Vorig jaar was hij weer even terug, ditmaal niet als leerling, maar als illustrator bij de scholingsdagen van docenten op Bornego Junior.
Oud-Bornego’er Job van der Molen
Van leerling tot opdrachtnemer
12
Job begon zijn Bornego carrière op havo/vwo, maar is op de mavo geëindigd. “Ik was niet de beste student. Ik deed van alles, behalve met mijn neus in de boeken zitten. Leren vond ik vreselijk en ik had geen idee wat ik erna wilde doen. Wel iets creatiefs, want vakken als wiskunde en economie waren niets voor mij”, blikt hij terug. “Toch heb ik een mooie tijd gehad op het Bornego College. Het was een gemoedelijke kleine school. Iedereen kende elkaar en dat maakte het vertrouwd. Vooral met de leraren en concierges had ik een goede band.” Zijn mooiste herinnering heeft hij dan ook aan de concierge. “Hij matste mij weleens als ik weer moest nakomen. Ik had bij hem echt een streepje voor. In plaats van afvalprikken, mocht ik in de pauzes soep scheppen. Dat was zo erg nog niet.”
Mbo Na de jaren op het Bornego College, gaat Job naar het mbo. “Ik had toen nog steeds geen idee wat ik wilde en heb in
die periode veel open dagen bezocht.” Uiteindelijk kiest hij de opleiding ict. “Dat was de slechtste keus die ik ooit heb gemaakt. Ik had totaal geen verstand van computers en vond het bovendien een vreselijke school. Na een half jaar ben ik gestopt en gaan werken.” Toch gaat hij na een tijd weer naar school en kiest voor de opleiding grafimedia. “Dat was veel creatiever, maar eigenlijk te makkelijk voor me. Mijn stagebegeleider tipte me uiteindelijk om naar de Kunstacademie te gaan. En dat heb ik gedaan. In Zwolle, want daar was de beste illustratieafdeling. Daar leerde je echt de pure ambachten als tekenen en handwerken. Fantastisch. Ik heb daar het meest gestudeerd van mijn hele leven en vond het geweldig.”
Illustrator Tegenwoordig is Job zelfstandig illustrator. “Ik werk voor kranten, bedrijven en tijdschriften, zoals de Leeuwarder Courant, Dagblad van het Noorden, HP/De Tijd en de VPRO, maar
ook voor accountantskantoor Ernst & Young, Nike en het Bornego College. Het zijn hele wisselende opdrachten. Bij artikelen teken ik bijvoorbeeld dragende illustraties. Die moeten mensen prikkelen om het verhaal te lezen. Bij de bedrijven zijn het meer illustraties als uitleg van droge materie of een verslag van scholingsdagen. Zoals bij het Bornego College’, vertelt Job. “Vorig jaar hebben docenten van Bornego Junior drie scholingsdagen gehad. Ze kregen lezingen op verschillende vakgebieden en die moest ik samenvatten in drie posters. Bedoeling was dat ze die in de lerarenkamer zouden hangen, zodat ze iedere dag aan die lezingen werden herinnerd. Dat zijn wel uitdagende opdrachten.” “Het mooiste en minst leuke van mijn werk vind ik het onverwachte. Soms word ik ‘s ochtends gebeld voor een opdracht en moet het ‘s middags al af. Je hebt dan erg weinig tijd om inspiratie op te doen, maar dat is tegelijkertijd ook een uitdaging. En iedere dag is anders”, zo besluit hij.
volleybal
Joure
Mijn TALENT Bram Schuddebeurs (klas 2, havo) Dat Bram Schuddebeurs een talent heeft voor volleybal is duidelijk. Al van jongs af aan speelde hij snel mee met oudere jeugd. Hij vertrok van Joure naar Sneek voor meer uitdaging in het spel en werd geselecteerd voor het Regionaal Talentencentrum. “Het leuke aan volleybal is het samenspel. Je bent altijd in beweging en moet continu scherp zijn”, vertelt Bram enthousiast. Op zijn achtste is hij in Joure begonnen met volleybal. “Ik begon bij de laagste jeugd, maar speelde al snel met de C’s op een groot veld. Daarna stroomde ik door naar de B’s, maar eigenlijk wilde ik wel wat meer. In Sneek lag het niveau wat hoger en daarom ben ik daar naartoe gegaan. Dat was veel leuker. De trainingen waren zwaarder en er werd op alle fronten meer van je verwacht. Maar ook daar was ik één van de spelers die het serieuzer nam.”
Sinds een jaar is ook in Friesland een talentencentrum geopend en gaat Bram daar naartoe. “Het centrum zit in Heerenveen, maar we trainen in Sneek. Het niveau ligt iets lager dan in Groningen. Ik ben nu weer de beste van de ploeg.
13
“Het leuke aan volleybal is het samenspel. Je bent altijd in beweging en moet continu scherp zijn” Ik leer daardoor iets minder, maar leer nog steeds genoeg. We trainen twee keer per week bij het Regionaal Talentencentrum. Eén keer 2,5 uren en één keer twee uren. Daarnaast train ik twee keer twee uren met mijn team en op dinsdagavond train ik één keer in de twee weken met het eerste mee.” Al met al is het volgens Bram goed te combineren met school. “Maar je moet wel goed plannen.” Of hij in de toekomst op professionele basis wil volleyballen, weet hij nog niet. “Nu doe ik het voor de leuk. Als er een club voorbij komt, kan ik dat altijd bekijken. Maar ik ben nog jong en heb nog tijd genoeg.”
najaar
Twee jaar geleden krijgt Bram een mail van het Regionaal Talentencentrum in Groningen. “Ze vroegen of ik me op wilde geven voor de selectiedag. Dat heb ik gedaan. Toen ik daar kwam, was het even wennen. Het waren allemaal oudere jongens van zestien of zeventien jaar. Ik was twaalf. Aan het einde van de selectiedag moest ik samen met twee jongens even blijven. Toen vertelden ze ons dat we een keer mochten meetrainen om te kijken of het iets voor ons was.” Bij het talentencentrum wordt extra getraind op kracht en techniek. “De eerste keer dat ik daar mocht meetrainen was spannend. Iedereen was groter, ouder en sterker. Ik speelde altijd al met ouderen mee, maar hier lag het niveau een stuk hoger. Het ging goed en ik mocht blijven.”
@bornego
Regionaal Talentencentrum
Beugel
Sarah Coerdes in bestuur van het LAKS
Sarah Coerdes
Sarah Coerdes is sinds het begin van het schooljaar algemeen bestuurslid voor het LAKS. Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren komt op voor de belangen van alle scholieren in het voortgezet onderwijs. Als leerlinge van Bornego Beugel heeft zij het vmbo in haar portefeuille. 14
“Ik zocht meer uitdaging op het vmbo en ben daarom bij de leerlingenraad gegaan. Bij een MR-cursus die ik volgde, kwam iemand van het LAKS vertellen over het vmbo-panel. Ze waren bezig met de oprichting van het panel en zochten mensen die daaraan mee wilden doen”, zo begint Sarah. “In het bestuur van het LAKS zat bijna nooit een leerling van het vmbo. Met dit panel wilden ze ervoor zorgen dat ze ook wisten wat op het vmbo speelt.” Ze meldt zich aan en mag zitting nemen in het panel. “Dan kom je ook op het kantoor van het LAKS en maak je alles van dichtbij mee.” Zodoende hoort Sarah dat iedereen aan het begin van het jaar kan solliciteren voor een functie in het bestuur van het LAKS. “Voor de bestuursleden moesten we vertellen wat we wilden doen als we
bestuurslid zouden worden. Veel sollicitanten zaten al in commissies en waren al een jaar of vijf bezig in het bestuur te komen. Ik was daar de grote onbekende. Bovendien zat er geen vmbo’er in het bestuur. Die sollicitatie was vet spannend.” Uiteindelijk worden tien kandidaten voorgedragen waaruit zeven bestuursleden worden gekozen. Sarah is één van hen. Tijdens een ledenvergadering moet ze zichzelf presenteren. Leden kunnen vervolgens vragen stellen over de kandidaten aan de sollicitatiecommissie en uiteindelijk volgt een stemming. Tot haar verbazing is Sarah één van de gekozen bestuursleden.
Portefeuilles Ieder bestuurslid beheert enkele portefeuilles. Sarah is verantwoordelijk voor ReLAKS, het tijdschrift van het LAKS dat drie keer per jaar uitkomt, de MRcursussen, het vmbo en het organiseren van themadagen. “Dat zijn een soort masterclasses over onderwerpen die op dat moment belangrijk zijn, bijvoorbeeld passend onderwijs. We kunnen onderdelen uit de portefeuilles van vorig jaar overnemen, maar mogen ook zelf nieuwe dingen bedenken. Zo wil ik straks een idee uitwerken voor talentcoaches op het vmbo.”
Naast de portefeuilles is ieder bestuurslid betrokken bij grote overkoepelende activiteiten van het LAKS, zoals de staking tegen het leenstelsel in november. Over dit onderwerp heeft het bestuur enkele keren met de staatsecretaris gesproken en ze hebben het debat erover bijgewoond. Als de Tweede Kamer op 11 november het wetsvoorstel voor het leenstelsel aanneemt, zet het LAKS de geplande staking op het Malieveld in Den Haag door. “Naast alle communicatie die daarbij komt kijken, moesten we ook bijvoorbeeld bussen en politie regelen. Daar zijn we wel een tijd erg druk mee geweest, dus dan blijven de dingen uit je eigen portefeuille even liggen. Nu de staking voorbij is, gaan we daar weer hard mee aan de slag.” Dat Sarah het in het bestuur van het LAKS enorm naar haar zin heeft, is duidelijk. Dat ze het goed doet, blijkt uit de bestuursevaluatie. “Daar zeiden ze dat ik enorm was gegroeid. Toen ik in het bestuur kwam, wist ik nog niks. Nu draai ik overal in mee. Na mijn examen voor het vmbo dit jaar, wil ik graag naar de havo en daarna wil ik de opleiding bestuurskunde doen. De politiek spreekt me erg aan. Je maakt er veel mee, hebt inspraak, kunt het debat aangaan en lobbyen. Dat spel is erg interessant.”
Beugel
Bornego is een gezonde school De gezonde school begint bij een gezond leven. Goed eten, veel bewegen, niet roken en geen drugs horen daarbij. In de kantines is het aanbod ongezond eten teruggebracht, Bornego is sinds dit jaar een rookvrije school, er is een avond georganiseerd over alcohol, drugs en gaming en in het kader van CKV speelde Theater Smoar op Bornego Beugel het theaterstuk De la Noya over groepsdruk en het gebruik van genotmiddelen.
De la Noya Maar roken is niet het enige aspect dat met een gezonde school te maken heeft. Ook het gebruik van
genotmiddelen hoort daarbij. In het kader van CKV speelde Theater Smoar eind november de voorstelling De la Noya bij Bornego Beugel. Deze voorstelling gaat met name over het gebruik van genotmiddelen en de groepsdruk daarbij. “Voorgaande jaren hadden we altijd de voorstelling Geweld Nee, maar in het kader van de gezonde school hebben we dit jaar voor De la Noya gekozen”, vertelt Jolanda Buwalda, docent CKV. “Doordat leerlingen er ook een verslag van moeten maken, kijken ze bewuster naar het theaterstuk.” Na afloop van de voorstelling gaan de acteurs en docenten met de leerlingen in gesprek. Jolanda: “Dan gaat het onder andere over of leerlingen zelf of iemand uit hun omgeving weleens in aanraking zijn geweest met drugs. Dan merk je dat sommigen zijn geraakt door het stuk. Soms willen ze alleen hun verhaal kwijt en als ze meer hulp nodig hebben, zorgen we daarvoor.”
15 najaar
slechter wordt, blijven zij binnen. Daarnaast gaan we als docenten ook met de leerlingen in gesprek over het roken en hoe schadelijk het is. En we proberen de paar docenten die nog roken te stimuleren om te stoppen. Eigenlijk zouden ouders ook actief het gesprek moeten aangaan.” Bas vertelt dat de meeste ouders niet eens weten dat hun zoon of dochter rookt. “Maar ik weet dat als ik zou gaan roken, ik het huis niet meer in kom. Daarom doe ik het ook echt niet.” Nu het rookverbod al een paar maanden van kracht is, merkt Anouk al het verschil. “Het werkt. Eerst stonden de rokers in de pauzes altijd gezellig in het rokershok. Nu roken ze vaak snel een en dan komen ze bij ons in de kantine zitten.” En dat is de bedoeling.
@bornego
“We willen graag dat leerlingen zich bewust worden van een gezonde leefstijl”, zo begint teamleider Edwin Poiesz van Bornego Beugel. “Daarom zijn we in het najaar begonnen met het rookverbod op de schoolpleinen.” Anouk Fox en Bas Doosje uit de leerlingenklankbordgroep zijn het er helemaal mee eens. “Ik snap niet dat mensen roken”, vertelt Anouk. Bas legt uit dat met het rookverbod op het schoolterrein een nieuw probleem is ontstaan. “Nu staat iedereen bij het hek te roken. Als je dan een paar uren vrij hebt gehad, moet je er langs. Dan lijkt het net alsof iedereen je op staat te wachten.” “Dat is een nieuwe vervelende situatie”, erkent Edwin. “In de pauzes controleren we al en willen we ook dat iedereen aan de overkant van de straat gaat staan.” Met deze maatregel hoopt Edwin dat het roken ontmoedigd kan worden en straks de groep rokers kleiner wordt. “We zien ook dat er leerlingen bij staan die niet roken. Als het weer
Beugel
Mijn stage bij de Leeuwarder Courant Femke Visser (klas 4, vmbo-t)
Schrijven doet Femke Visser bijna dagelijks. “Ik schrijf veel, vooral fanfiction. Daarbij maak je met filmpersonages een nieuw verhaal. Maar ik heb ook weleens geprobeerd een boek te schrijven.” Alles doet ze in het Engels. Vanuit deze passie vond ze bij de Leeuwarder Courant de perfecte stageplaats.
Samen met acht leerlingen van andere scholen mag ze een week lang meedraaien bij de Leeuwarder Courant. De week begint met een rondleiding over de redactie, daarna mogen de leerlingen aan de slag. “We moesten een artikel schrijven voor een schoolkrant die we met z’n achten gingen maken. Het onderwerp mochten we zelf bepalen. Dat had ik voordat ik met de stage begon al bedacht. Ik had zelfs al iemand ervoor geïnterviewd. Mijn artikel ging over het verschil tussen Nederlandse en Amerikaanse televisieseries”, vertelt Femke. “Mijn vader werkt bij de NOS en heeft me in contact gebracht met regisseur Gert de Graaf. Het was mijn eerste interview en direct met een bekende regisseur. Dat was wel even spannend. Ik had van tevoren wat vragen bedacht en op een gegeven moment ging het interview eigenlijk vanzelf. Dat ging dus wel erg goed.
Op de redactie bij de Leeuwarder Courant was het daarna ook helemaal niet moeilijk er een verhaal van te maken. Ik was een van de weinigen die een interview had gehouden. Bij de
“Journalisten drinken vooral veel koffie” Leeuwarder Courant vonden ze mijn verhaal wel goed. Het sloot ook aan bij het doel. Het moest jongeren aanspreken.” Het tweede artikel dat Femke op haar stage moet maken, schrijft ze over meiden die gamen. “Ik game zelf veel en jongens zeggen altijd dat meiden niet kunnen gamen. Je krijgt hele verbaasde reacties. Ook dit verhaal vonden ze bij de krant erg leuk”, glimlacht ze.
Journalistenleven Op de vraag wat ze tijdens haar stage heeft geleerd, antwoordt Femke: “Dat journalisten vooral veel koffie drinken. Er stond een goede koffieautomaat, dus daar hebben wij ook veel koffie gedronken.” Ze vertelt dat deze stage haar heeft geholpen bij wat ze later wil worden. “Misschien wil ik wel journalist worden. Nu kon ik zien wat het echt inhoudt. Het lijkt me een mooi beroep, maar door deze stage weet ik ook dat het niet alleen leuke kanten heeft. Je moet snel werken en binnen korte tijd je research en het interview doen. Het is een harde wereld, waarin je iedere dag goed moet plannen om de deadlines te halen. Hierna wil ik graag naar de havo en daarna misschien naar de school voor journalistiek. Of ik daar de richting van filmen of van schrijven wil doen, weet ik nog niet. Maar gelukkig heb ik nog even om daarover na te denken.”
Lyceum
Na verschillende kerstmusicals over drank, drugs en jeugdcriminaliteit, vonden Isabelle Wolswinkel en Ellen Coerdes dat het tijd was voor iets anders. Vorig jaar begonnen zij met het schrijven van de musical voor dit jaar. Eén ding stond vast: het moest een vrolijke musical worden. En dat is gelukt. Sander en Isabelle
Zelfgeschreven kerstmusical: vrolijk, verrassend en vernieuwend
Audities Voor alle onderdelen zijn eind september audities gehouden. “Veel vroeger dan vorig jaar, want toen kwamen we in tijdnood. Maar stiekem konden we ook niet wachten om te beginnen”, aldus Isabelle. Met het script in de hand, moesten de acteurs laten zien wat ze konden. “We hebben gelet op het
stemgebruik en de intonatie, maar ook op hoe ze hun lichaam gebruikten en of ze konden zingen.” Sander heeft de leerlingen die auditie voor dans deden, een stukje uit de choreografie aangeleerd. “Ik lette vooral op de techniek van de dansstijlen, het improvisatievermogen en lenigheid, maar ook op hoe snel ze zich dat aan konden leren. Bij make-up, waar ik ook rayonhoofd van ben, heb ik iedereen aangenomen. Je moet minimaal vijftig mensen schminken. Vooral bij de basis make-up van de zangers, dansers en bandleden kun je veel hulp gebruiken. De acteurs doe ik zelf. Daarbij moet je je goed inlezen in de rol en het karakter, maar ook goed kijken naar het type huid en de uitdrukking die ze moeten hebben.” Daarna breekt een periode van wekelijks oefenen aan, waarin Isabelle en Sander niet kunnen wachten tot het zover is. “Het voelt zo goed als alles bij elkaar komt. Op het podium klinkt het geweldig”, vertelt Isabelle. Sander vult aan: “En de onderlinge sfeer is dan fantastisch. Backstage geef je elkaar een high five, knuffels en een peptalk voordat we beginnen. Als we het weer voor elkaar hebben gekregen, is dat kicken.” Het is de mooiste week van het jaar besluiten beide.
17 najaar
Het wordt in ieder geval een vrolijke boel.”De liedjes in de musical zijn bestaande liedjes. Er zit van alles in, van Rockin’ Around the Christmas tree tot het Pizzalied en liedjes uit High School Musical. “Zodra de liedjes bekend waren, ben ik ze gaan luisteren. Waar gaat het over en welke dans kunnen we daarbij doen”, vertelt Sander Nuwolt, rayonhoofd dans. “Daarop ben ik eerst zelf gaan improviseren. Het maakte niet uit waar, of het nou thuis in de woonkamer, op mijn slaapkamer of in de aula was, iedere keer als iets in mij opkwam begon ik te dansen. Mijn leven bestaat uit dansen, dus dan gaat dat vanzelf. Sommige mensen kijken wel raar op als je ineens middenin de aula begint te dansen”, lacht hij. “Uiteindelijk zijn daar een aantal choreografieën uitgerold.”
@bornego
“Voorgaande jaren ging met één van de hoofdrollen altijd iets fout. Daar kon je van leren”, vertelt Isabelle. “Dat wilden wij niet en dus zijn we gaan schrijven. Vorig jaar tijdens de musical hadden we al een idee in ons hoofd. In de zomer hebben we alle scenes uitgewerkt. Ellen kijkt veel series en films en heeft daardoor goed inzicht in het plot. Ik heb meer ervaring met toneel en weet wat op een podium werkt. Een goede combinatie.” Het is een lang proces van schrijven, schrappen, uitdiepen en nieuwe ideeën opdoen. “Dan is het fijn dat je het met z”n tweeën doet. Er is altijd wel iemand die een idee heeft”, zegt Isabelle. “Waar de musical over gaat? Het verhaal heet de Christmasplanners en is geïnspireerd op de film The Wedding Planner. Het gaat over een gezin met drie kinderen. De moeder is advocaat en de vader heeft de taak van huisvrouw op zich genomen. De oudste dochter Taria houdt van feesten. Haar broertje Vince en zusje Emma zijn bang dat ze dit jaar Kerst alleen moeten vieren, want hun ouders tonen eigenlijk geen interesse. Daarom schakelen ze de Christmas-planners in. En wat er dan gebeurt, verklappen we niet. Dat moet je maar komen zien.
Lyceum
Op zoek naar creatieve oplossingen De wiskunde B-dag is op het Bornego Lyceum uitgegroeid tot een wiskunde ABC-dag. “Met creatieve oplossingen gaan leerlingen in één dag proberen een vraagstuk op te lossen”, vertelt wiskundedocent Corstian Hanse. “Officieel is het een landelijke wedstrijd, maar doordat de landelijke opdrachten een aantal jaren te weinig diepgang hadden of onbegrijpelijk waren, geven we nu op het Bornego College zelf invulling aan deze dag.” ‘s Ochtends wordt afgetrapt met de uitleg van de opdrachten. “Wiskunde Aen C-leerlingen krijgen andere opdrachten dan wiskunde B-leerlingen. Maar iedereen moet puzzelen, rekenen en in groepjes samenwerken om een structuur te ontdekken en tot een creatieve oplossing te komen”, aldus Corstian. Wiskunde A-leerlingen stonden dit jaar voor de uitdaging om een nieuwe woonwijk in te delen. Ze moesten uitvinden hoe ze een stuk grondgebied efficiënt konden inrichten. Daarbij moesten ze rekening houden met goedkope en duurdere woningen. “Ze kregen een aantal basisprincipes mee,
waaronder het aantal personen per type bebouwing op een stuk grond. Met die gegevens zijn ze gaan rekenen en de wijk gaan ontwerpen”, legt Corstian uit. “De wiskunde B-leerlingen kregen een opdracht met lucifers. Er lagen een aantal lucifers op tafel en iedere ronde moesten ze daar om de beurt een paar bij weg pakken. Degene die de laatste lucifer pakte, verloor. De opdracht was om te zoeken naar een strategie waarmee ze altijd kunnen winnen.”
Het mooie van deze dag is volgens Corstian dat leerlingen leren samenwerken en inzicht verwerven. “Sommen maken is goed voor de vaardigheden, maar als voorbereiding op het hbo en het latere bedrijfsleven is samenwerken en met je kennis en kunde problemen oplossen ook erg belangrijk. Dat doen we met deze dag en hoewel sommige leerlingen tegen een dag vol wiskunde opkijken, vinden ze het aan het einde vooral ook erg leuk en leerzaam.”
Nieuw lesboek Latijn van Paul Visser Paul Visser, docent Latijn en Grieks op Bornego Lyceum schreef afgelopen 18
jaren met enkele collega’s de nieuwe lesmethode SPQR voor Latijn. “Wij waren niet tevreden over de bestaande boeken. Inhoudelijk vonden we die zwak en er zat verschil tussen de onder- en bovenbouw. Het kwam erop neer dat de leerlingen in de bovenbouw nog een flinke verbeterslag moesten maken. De onderbouwmethode bereidde hen niet goed voor op het moeilijke Latijn van de bovenbouw”, vertelt Paul. “Daarom zijn we eerst voor de onderbouw gestart met het schrijven van een eigen lesmethode.”
Het verschil met bestaande boeken is volgens Paul voornamelijk dat de teksten in een context worden geplaatst. “Bij iedere tekst staat een achtergrond vermeld. Dat sluit ook beter aan bij de benadering van het nieuwe examen. Verder worden de woorden structureel herhaald en wordt de aangeboden grammatica grondig in de teksten geoefend.” Het nieuwe lesboek is vanaf 2010 uitvoerig op scholen getest, onder andere op Bornego Lyceum. “Die periode hebben we gebruikt om het materiaal bij te schaven. Zo stond er eerst een Latijnse komedie in over een soort Dagobert Duck. Die vond ik zelf goed gelukt, maar in de klas werkte het totaal niet. Het was te traag en te moeilijk”, vertelt Paul. “Het is een groot voordeel dat je zelf kunt zien of iets in de klas werkt. We hebben van de leerlingen veel positief, maar ook negatief commentaar gekregen. Daar hebben de leerlingen van nu veel voordeel van, de
lessen en opdrachten zijn nu beter in balans.”De hele onderbouw van Bornego Lyceum werkt nu met de nieuwe methode. “Ik merk dat de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw minder groot is”, aldus Paul. “Ook is het prettig dat in het boek verschillende onderwerpen aan bod komen. Zo is er voor iedereen wel iets interessants. Na twee of drie lessen over oorlog gaat het bijvoorbeeld over Cleopatra. We gaan ook steeds meer toe naar digitaal materiaal” Dat niet alleen Paul enthousiast is, bewijzen Joep Koenders en Franka Vukovic uit klas 3e. “De verhalen uit het boek zijn leuk en achterin het boek en naast de teksten staan de belangrijkste woorden. Dat maakt het overzichtelijk”, vertelt Joep. Franka vult aan: “En het zijn bijzondere verhalen. Het laat zien hoe anders het leven was in die tijd. Woorden worden veel herhaald en dat maakt het makkelijker ze te leren.”
Lyceum
Het profielwerkstuk leverde in de zesde klassen op Bornego Lyceum weer een aantal parels op. Zo ontdekten Fokke Boorsma en Marc Tuinier aan welke voorwaarden de winkel van de toekomst moet voldoen. Johanan Kootstra en Marije Ros waren gehuld in een Marije Ros
labjas en onderzochten de kwaliteit van oppervlaktewater.
De parels van de profielwerkstukken De winkel van de toekomst
interview onderscheiden Fokke en Marc vier onderdelen waar de winkel van de toekomst aan moet voldoen. “De eerste is store features. Dit zijn de echte kenmerken van de winkel en gaat over inrichting en grootte. Het tweede onderdeel is staff. Het personeel in de winkel moet zich gedragen als gastheer en moet alles weten van de producten”, legt Marc uit. “Het derde kopje customers gaat over hoe je met klanten omgaat. Jonge winkelbezoekers kunnen veel informatie aan, maar oudere klanten moet je meer bedienen. Het laatste onderdeel was technology. Dat gaat met name over hoe je het online assortiment toegankelijk maakt in de fysieke winkel”, vult Fokke aan. Alle conclusies zijn verwerkt in een brochure. Marc: “Overzichtelijk en handzaam. Die kunnen we uitdelen aan iedereen die geïnteresseerd is.”
Johanan en Marije maakten een heel ander profielwerkstuk. Zij vulden twee flessen met slootwater. De eerste fles met water uit een sloot langs een drukke weg en de andere met water uit een sloot in het weiland. Gehuld in een labjas onderzochten zij wat het Marc Tuinier calcium-, sulfaat-, chloride- en zuurstofgehalte van het water uit beide flessen was. “Op internet hebben we de normale waarden opgezocht, zodat we onze resultaten konden vergelijken”, vertelt Marije. De twee sluiten zich een week lang op in het scheikundelokaal en voeren het ene proefje na het andere uit. “Iedere ochtend deden we een proefje, zodat we ‘s middags onze resultaten konden
19 najaar
Kwaliteit van oppervlaktewater
uitwerken”, aldus Johanan. “Helaas konden we niet alles goed meten. Soms zat er bijvoorbeeld te weinig sulfaat in om resultaten uit de metingen te krijgen. Dan heb je een schadelijkere stof nodig om aan te tonen dat het erin zit, maar dat mag niet op school. Na twee proeven waaruit geen resultaat komt, ben je blij als de proef daarna wel iets oplevert. De proeven waar duidelijk iets uitkwam, waren onze juichmomenten.” Uit de tests blijkt dat de verschillen in kwaliteit tussen het slootwater uit het weiland en het slootwater langs de drukke weg, klein zijn. “In het slootwater uit het weiland zat meer zuurstof, maar het water had een hogere hardheid. In de sloot langs de drukke weg zat minder zuurstof en had een lagere hardheid. Maar de verschillen waren klein en dus kunnen we niet stellen dat het duidelijk beter of slechter is”, legt Johanan uit. Al met al zijn de twee lang met het verslag bezig geweest. “Op het moment dat we de laatste punt zetten, waren we best trots”, vertelt Marije. En dat is terecht, want het tweetal kreeg net als Fokke en Marc een dikke voldoende.
@bornego
Nu het online winkelen steeds verder groeit, staan fysieke winkels in het centrum van dorpen en steden voor een uitdaging. Hoe kunnen zij blijven concurreren met de webwinkels en aan welke eigenschappen moet een winkel voldoen? Fokke en Marc onderzochten het en hebben het antwoord. “Maar dat antwoord was er niet direct. Alles begint met het opstellen van een onderzoeksvraag”, legt Fokke uit. “Uiteindelijk zijn daar deelvragen uit voortgekomen en hebben we samen met John Terra van het bedrijf Q&A een enquête opgesteld. Zij doen onderzoek en adviseren winkels.” Het bedrijf heeft een panel van vierduizend leden waaronder de enquête wordt verspreid. “En dan krijg je een excelsheet met oneindig veel gegevens. Eén van de grotere uitdagingen van dit project was om te kijken of wij daarin een lijn konden ontdekken”, vertelt Marc. Naast de enquête regelen ze ook een interview met de directeur van de BAS groep, bekend van de winkels MyCom, Dixons en iCentre. “Dat was absoluut ons hoogtepunt”, straalt Marc. “Hij heeft een duidelijke visie over hoe de winkel van de toekomst eruit moet zien. Met de winkel MyCom heeft hij voor het eerst een succesvolle koppeling gemaakt tussen offline en online. En toen hij Dixons overnam, zag die winkel er niet uit. Met vitrines heeft hij in Dixons 2.0 verbeteringen doorgevoerd. Dixons 3.0 is de nieuwste winkel waarin mensen showmodellen kunnen uitproberen. Die zijn het oneindige gangpad naar de online winkel.” Uit de resultaten van de enquête en het
Het kamertje
t. Het is aan het einde ar ik nog nooit ben gewees wa je ert kam n Eé je. ert n Er is op school een kam je waar wij leerlingen gee . Het is het enige kamert len oka del kun wis de ver Een van de gang, tegeno t, mogen we niet weten. . Wat daarbinnen gebeur ten zet gen mo el mp dre voet over de pt me als ik eraan denk. machteloos gevoel bekrui n, mingen naar binnen gaa stel geprogrammeerde lem een als er n are ler de je rm eno Elke pauze weer zie past ook. Die kamer moet En het rare is dat het nog d. ou en g jon , uw even vro ze n, je allemaal. Ma rras. Dan zie eime trap naar een dakte geh een Of . ben heb zijn, of een dubbele bodem echter zeker, en dat is te pauze. Horen doe je ze gro de in , tig win ent vijf tien minuten niet. Of gil. Wat daar gebeurt? , geroezemoes en soms een op gt stij h lac Ge . nd kke llen hun pas. tamelijk angstwe t om te draaien en versne nie ofd ho n hu n rve du rlingen Niemand die het weet. Lee t weer naar buiten, nu me Stuk voor stuk komen ze al. na sig het kt klin , cht Dan, volledig onverwa er uit hun ogen te kijken. . Ze lijken ook wat vrolijk sie pen sus ine bru e, end hun een kop vol damp verder uitwerken of hebben eten hun plannetjes nog mo Die . ter ach jft bli l de ik me in wc. Een klein dee dichterbij, en snel verschuil t kom n are ler m oo str De toverdrankje nog niet op. ons ijt. We weten dat er over gen de controle volledig kw rlin lee als we zijn g da rde proken wo n, Drie kwartier per dat onze opmerkingen bes ten we We e. ho en wie door ten dat we met elkaar gepraat wordt, maar niet slechts uitgelachen. We we of pt tam ges n rde wo in maar niet of we de grond we weten dat we er niets e we er vanaf komen. En ho e ide n gee ben heb ar vergeleken worden, ma tegen kunnen doen. Hand Voor ons dan.
Jelle Sleurink ) sium op Bornego Lyceum (Jelle zit in klas 5 gymna
OLLEGE BORNEGO C
GOED VOOR ELKAAR! W W W. B O R N E
GO.NL
steries.
tie school heeft zo haar my
s er bij neer. De instan enwringend leggen we on