Boomeffectanalyse Paardekastanje,Terrein Manders,Dorpsstraat Stiphout Helmond, januari 2012
Colofon Gemeente Helmond Afdeling Beheer Openbare Ruimte Januari 2012 John van den Berg
[email protected] Henk Coopmans
[email protected]
Inhoudsopgave 1 1.1
Inleiding Vraagstelling opdrachtgever
2 2.1 2.2 2.3
Situatie Plangebied Voorgenomen plannen Beleidsstatus
3 3.1 3.2 3.3
Onderzoek en resultaten Bovengronds Ondergronds Effecten planontwikkeling op boom
4 4.1 4.2 4.3
Conclusie Inpasbaarheid boom Randvoorwaarden inrichting Randvoorwaarden tijdens bouwwerkzaamheden
5
Aanbevelingen
2
1. Inleiding In opdracht van het projectbureau Helmond (mevrouw J. Zeeuwen) hebben wij een Bomen Effect Analyse (BEA) opgesteld voor een paardekastanje staande aan de Dorpsstraat in Stiphout. Deze BEA is opgesteld in verband met de ontwikkeling van het terrein aan de Dorpstraat 55 te Stiphout, Helmond. Voor het terrein is door MARE Architectuur en Advies een plan opgesteld voor de ontwikkeling van een winkelruimte en appartementen. Onder het complex wordt een parkeerkelder gerealiseerd. Op het te ontwikkelen terrein staat een paardekastanje (Aesculus hippocastanum). De paardekastanje komt in een parkeerterrein te staan. Deze paardekastanje is in het beleid van de gemeente Helmond als waardevolle boom aangemerkt.
1.1 Vraagstelling opdrachtgever Aan de projectontwikkelaar is aangegeven dat de paardekastanje in de plannen ingepast dient te worden. In deze rapportage wordt een antwoord gegeven op de volgende vragen: • Wat is de huidige kwaliteit en levensverwachting van de boom • Wat is de invloed van de voorgenomen plannen op de boom, kan de boom duurzaam behouden blijven • Welke maatregelen moeten genomen worden om de huidige kwaliteit en levensverwachting van de boom te behouden • Welke maatregelen moeten tijdens de bouw / realisatie genomen worden om de boom te beschermen
3
2 Situatie 2.1 Plangebied Het terrein waar de boom staat is momenteel grotendeels voorzien van een halfverharding (puinfundering). Aan de noordwestzijde van de boom is een gedeelte onder de kroonprojectie van de boom verhard. Deze verharding ligt circa 20 cm hoger dan het maaiveld rond de boom. De verharding bestaat voor een klein gedeelte uit betontegels 30x30, het overige deel is voorzien van een gesloten asfaltverharding. Deze verharding is met een keermuurtje opgesloten. Ten noorden van de boom staat momenteel een winkelruimte / woning. Deze wordt met de ontwikkeling van het terrein gesloopt. De paardekastanje staat op circa 3 meter van de woning. De kroonprojectie van de boom reikt tot boven de woning. In 2011 is aan de zuidoostzijde van de boom een woning gesloopt. De woning stond op circa 5 m afstand van de boom. In afbeeldingen 1 en 2 is een weergave van de situatie gegeven.
Afbeelding 1: situatie
2.2 Voorgenomen plannen: In de toekomstige situatie komt de boom in een parkeerterrein te staan. Op circa 22 meter afstand van de boom wordt een nieuwe winkelruimte gerealiseerd, met erboven appartementen. Onder de winkelruimte komt een parkeerkelder.
4
Afbeelding 2: huidige situatie
2.3 Beleidsstatus De paardekastanje op het te ontwikkelen perceel is particulier eigendom. De boom is als waardevol aangemerkt en om deze reden opgenomen op de bomenkaart van Helmond. Dit betekent dat voor deze boom een kapverbod geldt.
5
3 Onderzoek en resultaten De boom is op 4 januari 2012 visueel beoordeeld. Tevens zijn er enkele proefsleuven gegraven en enkele boringen gedaan. In dit hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan.
3.1 Bovengronds In onderstaande tabel is de bovengrondse opname weergegeven. Boomsoort Hoogte Kroondiameter/kroonprojectie Stamdiameter Opkroonhoogte
Aesculus hippocastanum 22 meter 10 meter / 80 m2 113 cm 11 meter (dikke takken) (tussen 4 en 11 m enkele takken waterlot)
Tabel 1: algemene gegevens boom
De opname is gedaan in de winterperiode, waardoor geen gegevens beschikbaar zijn over bladbezetting, -kleur en –grootte Opmerkingen kroon: In het verleden is de kroon ingenomen. Op deze takstompen is de boom opnieuw uitgelopen. Opmerkingen stam / stamvoet: Aan de zuidzijde van de stamvoet is in het verleden een zijtak of zaailing weggehaald / afgestorven. De stomp is inmiddels grotendeels weggerot. Dit heeft geen invloed op de stabiliteit of conditie van de boom. De stam vertoont een draaiing in de stam. Dit is een soortspecifiek kenmerk. Opmerkingen wortel: Het verharde oppervlak voor de bestaande winkel / woonruimte vertoont enig opdruk door wortelgroei. Dit gedeelte ligt 20 cm hoger dan de stamvoet van de boom en het overige, onverharde terrein. Conditie: De conditie van de boom is beoordeeld op basis van dood hout, takscheutlengte en wondovergroeiing. De boom heeft oude snoeiwonden goed overgroeid / afgegrendeld. Er zijn geen aantastingen van schimmels waargenomen. De takscheutlengte is voor een boom van deze leeftijd en op deze standplaats voldoende. Dood hout is niet waargenomen. Voor de conditiebepaling wordt onderscheid gemaakt in de volgende categorieën: Normaal Verminderd Sterk verminderd Zeer slecht Tabel 2: conditieverdeling
De conditie van de boom wordt op basis van voornoemde aspecten beoordeeld als normaal.
6
De levensverwachting wordt in volgende categorieën ingedeeld: Minder dan 5 jaar 5 tot 15 jaar Meer dan 15 jaar Tabel 3: indeling levensverwachting
Op basis van de conditie, eventuele gebreken, aantastingen en soortspecifieke eigenschappen van de boom wordt de levensverwachting beoordeeld op meer dan 15 jaar.
3.2 Ondergronds Om de ondergrondse situatie te kunnen beoordelen zijn 3 proefsleuven gegraven. Op afbeelding 3 is de locatie van de proefsleuven weergegeven. In tabel 4 zijn de resultaten weergegeven: Beworteling: Nabij het keermuurtje, dat de verharding opsluit, is een wortel van circa 10 cm dikte aangetroffen. Verder is alleen dunnere beworteling aangetroffen, tot een dikte van circa 2 cm. Deze beworteling bevindt zich vanaf maaiveldniveau tot ongeveer 100 cm diepte. Het bewortelingspatroon van een paardekastanje is uitgebreid en tamelijk oppervlakkig. Met het graven van de proesleuven zijn geen stabiliteitswortels aangetroffen. Waarschijnlijk hebben in het verleden diverse activiteiten rondom de boom plaatsgevonden, waardoor geen oppervlakkige stabiliteitswortels zijn gevormd.
Afbeelding 3: locatie proefsleuven
Grondwater: Uit peilbuisgegevens (afbeelding 4) uit de omgeving blijkt dat er een behoorlijke schommeling in de grondwaterstand waar te nemen is. In de zomerperiode ligt deze meer dan 100 cm lager dan in de winterperiode. Alleen in het voor- en naseizoen zou de boom van het grondwater kunnen profiteren. Op circa 1,20 meter diepte is een leemlaag aangetroffen. Deze leemlaag werkt als een storende laag en kan een (plaatselijke) schijngrondwaterstand veroorzaken, waarvan de boom in het zomerseizoen zou kunnen profiteren.
7
Afbeelding 4: peilbuisgegevens
Afbeelding 5: leemlaag op circa 1,20m diepte
Afbeelding 6: fijne beworteling
8
Sleuf 1: 1,50 meter uit stamvoet diepte
type 0
puingranulaat
beworteling intensief fijn
Sleuf 2: 5 meter uit stamvoet
vochtigheid
type
veldvochtig
matig humusarm zand 3-5%
geen
beworteling
vochtigheid veldvochtig
intensief fijn
10 humusarm zand 2-3%
20
matig humusarm zand 3-5%
intensief fijn
humusarm zand 2-3%
extensief, zowel fijn als grof
30
40
50
60 zeer humusarm zand 1%
70
extensief grof tot 2cm
80
90
100
zeer humusarm zand 1%
geen beworteling
110
120
volledig verzadigd
volledig verzadigd
leemlaag
130 Tabel 4: Resultaten proefsleuven
9
3.3 Effecten planontwikkeling op boom De ontwikkeling van de winkelruimte, appartementen en parkeerkelder kunnen een aantal bedreigingen vormen voor de boom. Deze bedreigingen zijn: •
•
•
•
Sloop pand noordzijde: door de sloop van het pand kan de boom beschadigd worden. Kroon- of stamschade kan ontstaan door ingezet materieel. Wortelschade kan ontstaan door graafwerkzaamheden (weghalen funderingen en verharding). Door voertuigbewegingen kan de grond verdicht raken, waardoor wortelgroei afgeremd wordt of wortels zelfs afsterven. Bouw parkeerkelder, winkelruimte, appartementen: door een eventuele bronnering kan het contact met het grondwater verbroken worden. Hierdoor ontstaat vochtgebrek, wat kan leiden tot het afsterven van wortels of zelfs de hele boom. Daarnaast kan door de bouwactiviteiten de bodem rond de boom verdicht worden. Aanleg parkeerterrein rondom de boom. Bedreigingen hierbij zijn in eerste instantie bij aanleg van het parkeerterrein beschadiging van kroon, stam en wortels en verdichting van de bodem. Daarnaast heeft het aanbrengen van verharding rondom de boom een negatieve uitwerking op de levensverwachting van de boom. Naast een grotere verdichting van de bodem, vindt minder zuurstofuitwisseling met de atmosfeer plaats en vindt minder infiltratie van regenwater plaats. Hierdoor ontstaan vocht- en zuurstoftekorten. Uiteindelijk leidt dit tot het afsterven van de boom. Onbekend is of het maaiveld opgehoogd of verlaagd moet worden. Door afgraven gaat een gedeelte van de bestaande beworteling verloren, maar ook door het ophogen van het maaiveld kunnen wortels dieper in de bodem (ten gevolge van zuurstofgebrek) afsterven. Bestaande maaiveldhoogten dienen daarom zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven.
10
4 Conclusie 4.1 inpasbaarheid boom Gezien de beschermde status van de boom dient bij de ontwikkeling van het terrein de boom ingepast te worden. De paardekastanje heeft een goede conditie en heeft onder gelijkblijvende omstandigheden nog een levensverwachting van meer dan 15 jaar. Het is om deze reden de moeite waard de boom in te passen. Het terrein biedt voldoende mogelijkheden om dit op een duurzame manier te doen. Belangrijkste aandachtspunten hierbij zijn: • Geen verdichting van de bodem • Uitwisseling bodemlucht – atmosfeer behouden • Infiltratie regenwater behouden
4.2 Randvoorwaarden inrichting Een paardekastanje is een boomsoort die een gesloten verharding slecht verdraagt. In de meest ideale situatie is de volledige kroonprojectie van de boom vrij van verharding. Dit betekent een cirkel van circa 10 meter doorsnede rondom de boom vrij houden van verharding. In de huidige situatie is circa 2/3 van de kroonprojectie (50 m2) van de boom onverhard. In de toekomstige situatie dient deze maat minimaal aangehouden te worden. Dit betekent een vrije ruimte onder de boom van 50 m2. Dit komt overeen met een cirkel met een diameter van 8 meter. Binnen deze cirkel is het mogelijk om verharding aan te brengen, echter onder voorwaarden: • Of gering belaste verharding (alleen voetgangers, geen verkeer), bestaande uit bijvoorbeeld grasbetonstenen, voor infiltratie van regenwater en uitwisseling van bodemlucht: • Of belaste verharding op een drukspreidende laag / tweede maaiveld constructie, waarbij bodemluchtuitwisseling en regenwaterinfiltratie gewaarborgd blijft. Tussen de constructie en het oude maaiveld blijft een luchtlaag bestaan voor de benodigde uitwisseling. De toe te passen constructie is afhankelijk van de benodigde draagkracht (verkeersklasse). Een gebied van minimaal 2 meter uit de stam van de boom dient vrij te blijven van verharding.
4.3 Randvoorwaarden tijdens bouwwerkzaamheden Tijdens de bouw dienen de volgende maatregelen ter bescherming van de boom genomen te worden: • Kroonprojectie van de boom afzetten met bouwhekken. Binnen deze hekken mag geen transport of opslag plaatsvinden; • Indien binnen de kroonprojectie van de boom gewerkt moet worden (sloop woning) bodem afdekken met rijplaten; • Binnen de kroonprojectie geen machinale graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm ten opzichte van het huidige maaiveld; • Binnen 2 meter uit de stam uitsluitend handmatig graven tot een maximale diepte van 30 cm; • Als tijdens het groeiseizoen bronbemaling wordt toegepast, moet worden onderzocht of dit effect heeft op de grondwaterstand. Indien dit het geval is, moet een
11
monitoringsprogramma opgezet worden voor het controleren van het bodemvochtgehalte en het bevloeien van de boom; Afbeelding 7 geeft schematisch de randvoorwaarden weer bij het werken rondom bomen.
Afbeelding 7: werken rondom bomen
12
5 Aanbevelingen Bij de inrichting van het terrein en de ruimte rondom de paardekastanje is het aan te bevelen de groeiplaats van de paardekastanje te verbeteren, door middel van het toevoegen van organische stof. Dit kan op verschillende manieren, zoals: • het aanbrengen van een mulchlaag op de bestaande open grond. • het aanbrengen van voedingspijlers (met een zuigmachine worden kokers rondom de boom gezogen, die aangevuld worden met bomengrond of compost). • Indien een tweede maaiveld-constructie toegepast wordt, kan de vrije luchtlaag gedeeltelijk opgevuld worden met compost. • Ploffen en injecteren van voedingsstoffen, indien er tevens sprake is van een verdichte bodem. Afhankelijk van de definitieve inrichting kan een boomtechnisch adviseur hiervoor een voorstel doen.
13