boomblad
België - Belgique P.B. - P.P 8000 Brugge 1 - 2e afd. BC 6335
Driemaandelijks tijdschrift van de West-Vlaamse Bosgroepen JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012 Afgiftek antoor: 8000 brugge 1 - afd. 2 / P3A9048 Afzendadres: Bosgroep Houtland vzw - Tillegemstraat 81 - 8200 Sint-Michiels
I N F O R M AT I E B L A D V O O R B O S E I G E N A A R S
Houtland
IJzer en Leie
Spelen met licht in het bos Overleven langs de IJzer: de zwarte populier Een poel vol leven
INHOU D & C O LO FO N
Voorwoord
3
De bosgroep stelt zich voor .....
4
Activiteitenkalender / varia
5
Op bezoek bij de waterwinning van het Lindeveld
6
Spelen met licht in het bos (vervolg)
8
Overleven langs de IJzer: de zwarte populier
12
Een poel vol leven
14
16
Nieuws uit Bosgroep IJzer en Leie
18
Nieuws uit Bosgroep Houtland
Colofon
Op 21 en 22 juni 2012 organiseerde de Bosgroep Houtland vzw in samenwerking met Inverde de cursus 'Poelen en natuurlijke vijvers' op het domein van Diocesaan Centrum Groenhove te Torhout.
2
Boomblad (Zomer 2012), jaargang 10 - nummer 3 Het Boomblad wordt uitgegeven door de West-Vlaamse Bosgroepen en verschijnt vier keer per jaar. De Bosgroep Houtland en de Bosgroep IJzer en Leie zijn een initiatief van privébosbeheerders, de Provincie West-Vlaanderen en het agentschap voor Natuur en Bos van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Redactie: Clint Callens, Chris Couwelier, Anne Decuypere, Jan Goris, Marie -Louise Martens Foto’s: Clint Callens en Jan Goris Druk: PurePrint - Oostkamp Papier: Gedrukt op papier met FSC-label Oplage: 1.500 exemplaren Verantwoordelijke uitgever: Albert de Busschere, Tillegemstraat 81, 8200 Sint-Michiels
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
VO O RWO O R D
Beste bosgroepleden, Dit jaar is het laatste jaar van de voorlopige erkenning van de vzw Bosgroep IJzer en Leie. Vanaf volgend jaar zal de Bosgroep definitief erkend worden door de Vlaamse overheid en dit voor een periode van 6 jaar. Hiervoor moet een beleidsplan voor die periode (2013-2018) ingediend worden. Onze coördinator en de Raad van Bestuur van de Bosgroep IJzer en Leie hebben hier de voorbije maanden hard aan gewerkt. Wij wensen onze huidige dienstverlening naar u, boseigenaars, alleszins te behouden maar wij zoeken uiteraard ook verder naar hoe wij u nog beter kunnen bijstaan bij uw bosbeheer! De zomer loopt naar zijn einde, het weer was niet altijd even mooi… Toch wensen we u veel genieten toe in uw bos en als het weer tegenzit kunt u nadenken over eventuele bebossingsof herbebossingsplannen voor de komende winter, waar wij u als bosgroepen graag bij helpen Ten slotte wil ik er nog de aandacht op vestigen dat onze collega's van Bosgroep Houtland dit najaar 10 jaar actief zijn. Iedereen mag dit mee komen vieren op 25 november in Tillegembos (zie pagina 16). In ieder geval veel leesplezier toegewenst met, al zeg ik het zelf, opnieuw een interessante editie van het Boomblad vol informatie en weetjes over bos en natuur! Benoit de Maere d’Aertrycke, Voorzitter Bosgroep IJzer en Leie vzw Bestuurder Koepel van Vlaamse Bosgroepen
foto: Patrick Trio
Opzij van de Provense weg in Poperinge prijkt de oude kapel van Ons Heeren Boomke. De bomen en haag hangen er vol vodden en afgedankte kleren. Door het aanbrengen van kleding dragen bedevaarders hun kwaal over aan de boom en hopen op genezing. Ze snijden stukjes schors af als amulet of om thee van te trekken. Een monumentale populier staat naast de ingang. Pas recent werd opgemerkt aan de hand van typische bladsteelgallen dat het om een zeer zeldzame Europese zwarte populier gaat, een botanische topper dus. Meer over deze soort leest u in dit Boomblad.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
3
DE BO S G RO E P S T E LT Z I C H VO O R . . . . .
Wat is een bosgroep?
Een bosgroep is een vereniging van en voor boseigenaars. In deze samenwerking staat de beheersvrijheid van de eigenaar centraal. De bosgroep zorgt vrijblijvend voor de praktische ondersteuning voor het beheer van uw bos. De bosgroep neemt een neutrale positie in tussen overheden, eigenaars en bosgebruikers. Hierdoor is ze ook uitermate geschikt voor overleg tussen de verschillende boseigenaars en bosgebruikers. Samen werken wij aan een mooie toekomst voor het Vlaamse bos!
hulp bij het aanduiden van bomen en het uitvoeren van allerlei kapwerken bvb. dunningen; ondersteunen van bebossingen: administratie, subsidies, soortenkeuze, aanleg, …; het uitvoeren van onrendabele be heerswerken door onze arbeidersploeg (waarvan wij de grootste kost dekken); hulp bij het opstellen van beheerplannen; coördineren van gezamenlijke boswerkzaamheden, zodat goedkoper en efficiënter werk kan worden geleverd; het organiseren van gezamenlijke houtverkopen, zodat goede prijzen en goede exploitaties worden gerealiseerd; organisatie van wandelingen, cursussen en excursies;
Cursus 'Poelen en vijvers 2012'. Een flinke bloedzuiger gevangen in Groenhove.
Aanbod voor bosgroepleden
Onze taken bestaan hoofdzakelijk uit informeren, sensibiliseren en organiseren. De coördinator staat in voor: gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten); informatie over wat uw wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar en wat de mogelijke subsidies zijn; hulp bij het aanvragen van kapmachtigingen en het invullen van subsidie dossiers;
4
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
Wie kan een beroep doen op onze diensten? De bosgroep is er voor alle boseigenaars uit het werkingsgebied. Het maakt niet uit of u boseigenaar bent van een bosperceel van enkele aren bos of van een boscomplex van meerdere hectaren: iedereen krijgt dezelfde behandeling. Weet u graag wat de bosgroepen voor u en uw bos kunnen betekenen, neem dan contact op met uw bosgroep! De contactgegevens vindt u op de achterzijde van dit informatieblad.
AC T I V I T E I T E N K AL E N D E R / VAR I A
Cursussen 2012 1. Faunabeheer
Vroeger werd enkel rekening gehouden met economisch interessante soorten, nu is alle fauna belangrijk in het kader van behoud van biodiversiteit. Er zijn echter zoveel soorten dat in deze les eerder voor een algemene aanpak gekozen wordt. Er wordt aangeleerd hoe dierpopulaties kunnen krimpen of groeien en waarom. De relatie met de omgeving, voedsel, pre datoren en dergelijke wordt belicht. Er worden ten slotte praktische tips gegeven voor een faunagericht bosbeheer. Wanneer? Donderdag 22 november 2012 en donderdag 29 november 2012 (twee avonden van 19.30u tot 22.00u). Waar? Zaal De Schakel op het Domein De Valkaart, A. Rodenbachstraat 42 te Oostkamp. Prijs? Leden: € 10. Niet-leden: € 20. Inschrijven? Bosgroep Houtland.
Bos te koop Bosgroepleden die hun eigendom geheel of gedeeltelijk te koop wensen te stellen kunnen voortaan gratis een berichtje plaatsen. Gemeente/ deelgemeente Torhout
Opp.
Aard bos
0,4 ha beuk
Gelegen
Contacteer
Groenhovebos Groot Vinkenpad
0496 90 80 90 of 0495 10 00 20
VBV vzw en Groenhart vzw = BOS+ De Vereniging voor Bos in Vlaanderen timmert reeds meer dan 40 jaar aan de weg voor meer en beter bos in Vlaanderen. Groenhart doet sinds een 10-tal jaar hetzelfde in de tropen. Beide organisaties hebben goede banden en de samenwerking werd de voorbije jaren enkel intensiever. Vandaar de logische keuze van vandaag: VBV en Groenhart gaan vanaf nu samen onder de nieuwe naam BOS+. BOS+ brengt een nieuw verhaal waarin het plusteken van cruciaal belang is. Samen met elkaar en met andere organisaties gaan we voor meer en beter bos: BOS+. Lees meer: http://www.bosplus.be
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
5
BOSGRO E P L E D E N AA N H E T W E R K
Op bezoek bij de waterwinning van het Lindeveld (Artikel door Marie -Louise Martens en Jan Goris, Bosgroep Houtland vzw) Vlak bij de E40, aan de afrit van Wingene/ Beernem, ligt een onbekend pareltje natuur. Het domein van de Vlaamse Maatschappij voor Waterwinning ( VMW ) is ruim 70ha groot en bevat naast de infrastructuur ook zo’n 50ha bos en 20ha graslanden. Omwille van de kwetsbaarheid van de drinkwaterproductie is het domein niet toegankelijk voor publiek. Uitzonderlijk kregen we op dinsdag 8 mei 2012 toestemming voor een geleide wandeling met een 25-tal ge ïnteresseerden. De gidsen van dienst waren Ian Martin van VMW en Jan Goris van de Bosgroep.
Hoe win je water?
Het waterwinningsstation Lindeveld is eerder een klein station. Op 24 uur wordt hier 3.500m 3 water opgepompt (140m³/u). Vroeger was dit dubbel zo veel. Om verdere daling van de grondwatertafels te voorkomen werd het debiet verminderd. Ter verge lijking: het station in Woumen produceert per dag 40.000m 3 water. De grondwaterwinning in het Lindeveld be staat uit 4 puttenbatterijen met in totaal 76 pompputten verspreid over het domein. Het water komt van grondlagen op 18 tot 25m diepte en wordt verpompt naar het behan-
Eén van de 76 pompputten.
6
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
delingsgebouw. De behandeling bestaat eerst uit een beluchting zodat het aanwezige ijzer oxideert, waardoor het in de decantoren kan afgescheiden worden van het water. Vervolgens halen filters met zand en actieve kool de restvlok en de eventuele verontreinigingen (voornamelijk restproducten van pesticiden) weg. Ten slotte volgt een minimale toevoeging van chloor om te vermijden dat het water op zijn weg door de leidingen besmettingen oploopt. Doorheen het hele behandelingsproces zijn er verschillende kwaliteitscontroles. Een groot deel van het water vloeit richting watertoren van Tielt. Er zijn ook aftakkingen naar Hertsberge en Beernem en ter plaatse is er een opslagtank van 1.500m³ als buffer bij eventuele problemen. Er kan steeds uitwisseling van water gebeuren met andere drinkwatermaatschappijen zoals TMVW. Het ijzerrijk slib wordt afgevoerd, o.m. naar biogasinstallaties of de cementindustrie.
Uniek bos- en natuurgebied
Gezien de relatief geringe diepte van de grondwaterlaag en de diverse putten en pompgebouwen is het belangrijk om de zone maximaal te beschermen. Intensieve recreatie en landbouw zijn dan ook niet toe gestaan. Door die beschermingszone kreeg de natuur hier een mooie kans om zich te handhaven en/of te ontwikkelen. In 2005 werden de graslanden een erkend Vlaams natuurdomein en het beheer kwam in handen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Het bemestingsverbod voor de landbouwers die het gras hooien wordt strikt opgevolgd. De resultaten van zo’n verschralend beheer lieten niet lang op zich wachten. Dominante grassoorten als Gladde witbol maken nu volop plaats voor ijlere grassen (vb. Reukgras, Veelbloemige veldbies) en diverse interessante, bloeiende kruiden (vb. Schapenzuring, Fraai Hertshooi).
BO S G RO E P L E D E N A AN H E T W E RK
gebeuren vooral met Zomereik, Beuk en Winterlinde. Linde heeft typisch zeer goed verteerbare bladeren en kan helpen de zure gronden onder de sparren te verbeteren. Dit komt dan uiteraard ook de kwaliteit van het grondwater ten goede. Ook 8ha Lork en Grove den worden op middellange termijn omgevormd. Per hectare worden wel zo’n 25 tot 50 dennen geselecteerd om als overstaander te blijven staan en om zo oud mogelijk te worden.
Schapenzuring kleurt de schrale graslanden bloedrood.
Voor het beheer van de bossen werd door de VMW vanaf 1995 een beheerplan opge maakt. Naast de klassieke dunningen ligt het accent vooral op het geleidelijk omvormen naar loofhout van zo’n 9ha aanplantingen met kerstsparren. De herbebossingen
Ongeveer twee jaar geleden werd ook het beheer van de bossen overgenomen door ANB. Nu wordt er samen met de Bosgroep gewerkt aan een nieuw uitgebreid beheerplan als vervolg op het huidige beheerplan dat afloopt in 2014. Eén van de bijzondere soorten die er nog voorkomt is de Rode bosmier. Spijtig zijn er tijdens de wandeling geen nestkoepels ge vonden. Een zwarte specht liet wel van zich horen!
Dreefbermen huisvesten dikwijls de zeldzaamste planten aangezien deze decennia lang niet verstoord zijn door land- of bosbouw. Een oud Zomereikenbestand met veel ondergroei op de achtergrond.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
7
BOSIN FO
Spelen met licht in het bos (vervolg)
(Op basis van een artikel van Jeroen Franssens, coördinator Bosgroep Dijle -Geteland vzw) In de vorige editie van het Boomblad leerden we het gedrag van de belangrijkste boomsoorten ten opzichte van licht begrijpen. Lichtboomsoorten (eik, berk, Grove den) hebben altijd volop licht nodig of gaan anders gebreken en problemen vertonen. Schaduwboomsoorten (Spar, beuk, Haagbeuk, Tamme kastanje) zullen in het donker wel wat trager groeien maar kunnen jarenlang geduldig blijven wachten tot ze de kans krijgen om weer volop door te gaan. Tussen deze uitersten zitten de halfschaduwsoorten. De belangrijkste taak van een bosbeheerder is het regelen van de lichtsterkte in zijn bos. Hierdoor bepaalt hij de groeisnelheid, de soortensamenstelling en het verjongingsritme van bomen, struiken en kruiden. Dit is maatwerk dat vooral ervaring en observatie vraagt. Elk bos is anders. Iedereen kan dit echter leren en de oefening op zich maakt het bosbezit tot een aangename, actieve hobby. De kennis kan ook in de siertuin gebruikt worden. In dit artikel volgen nog enkele toepassingen die u de handen zullen laten kriebelen om aan de slag te gaan.
Eiken kaprijp op 40 jaar
Eigenaars die klagen dat hun bos te traag groeit, moeten wat regelmatiger en wat sterker dunnen. U oogst dan zaaghoutkwaliteit op 50 jaar (eerder nog op rijke grond). U gelooft dit niet? Op de jaarlijkse rondhoutveiling in Arnhem zag de schrijver van dit artikel met eigen ogen stammen van kwalitatieve Gewone esdoorn en Zwarte els van zo’n 50 cm diameter met een leeftijd van 45 jaar. Er lagen ook kwalitatieve eikenstammen van 36 jaar en 70 cm (!) diameter. De jaarringen konden gemakkelijk geteld worden. Bedenk ook dat de houtkwaliteit van loofhout beter is bij grotere jaarringen en dus bij snellere groei (in tegenstelling tot naaldhout). Concreet zou een dergelijk bosbouwsys-
8
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
teem voor kaprijp loofhout op 50 jaar er als volgt kunnen uitzien: plant aan met inheems loofhout en wacht ca. 15 tot 20 jaar tot de kruin ongeveer 6 tot 8 meter hoog zit. Daarna kiest u een 100-tal toekomstbomen per ha uit. Die stelt u volledig vrij en snoeit u eventueel op. Vrijstellen betekent dat u iedere boom verwijdert die de kruin van de toekomstboom raakt. En dit volledig vrijstellen doet u om de 4 jaar opnieuw.
Inlandse eiken van 36 jaar en wellicht rond de 200 euro/m³ waard.
Meer opbrengst met populier en ondergroei
Populierenbossen laten zeer veel licht door en geven vaak aanleiding tot weelderige ruigte. Tip: Plant tussen de populieren een onderetage van bvb. Zwarte els, Hazelaar of Zomereik. Deze soorten zullen spoedig de ruigte wegdrukken en de populieren omhoog duwen. Na een twaalftal jaren kapt u deze onderetage weg. Ze hebben dan een mooi brandhoutformaat. Vlak voor de eindkap kapt u de opnieuw uitgeschoten onderetage nogmaals weg. Met zo een onderetage benut u optimaal al het licht in uw bos en heeft u een maximale opbrengst van zowel brand- als industriehout. Zorg er wel steeds voor dat de populieren boven de onderetage blijven. Anders vallen ze stil, weet u nog wel. Een onderetage van Zwarte
BO S I N FO
els zorgt gratis voor extra bemesting van de populieren doordat hij stikstof uit de lucht in de bodem brengt.
Jonge beplantingen
Wilt u rechte, takvrije bomen zonder snoeien? Plant uw jonge bomen dan dicht genoeg op elkaar. Maximaal 2 bij 2 meter of 1,5 bij 1,5 meter. U kunt eveneens de spontane opslag die tussen uw aanplanting komt, hiervoor gebruiken (vb. berk, wilgen). Uw
komt. Helaas hebben ze hiervoor volle zon nodig, dit betekent dat het vrijstellen (vb. maaien) de eerste jaren noodzakelijk is. Be langrijk is dat de eindscheut van de boom altijd boven de ruigte uit steekt in de volle zon. U moet dus ook weer niet te veel vrijstellen, want dan eten de reeën en konijnen uw aanplant op. U zult minder last hebben van bramen als u spontaan opschietende lichtboomsoorten zoals wilg of berk een aantal jaren meeneemt en dan niet al te laag afmaait of afzaagt. Ze schieten dan nog uit maar gaan dan toch kapot als de aangeplante lichtboomsoorten wat meer schaduw beginnen te geven. En waarom gaat u niet verder met de berk? Goede kwaliteit berk die regelmatig sterk gedund wordt, is snel kaprijp en kan ook een mooi bedrag ople veren. Herbebossingen met (half-)schaduwsoorten komen normaal gezien wel vanzelf door de ruigte heen en vergen veel minder verpleging.
Exotenbestrijding met gezond verstand
Deze essen zijn te wijd geplant om spontaan rechte, takvrije stammen te verkrijgen. Zijtakken groeien nu verticaal omhoog en worden te dik.
bomen zullen zich vanzelf opsnoeien. De zijtakken blijven dun en sterven spontaan af door lichtgebrek. Bovendien groeit de eindscheut mooi recht omhoog. Voor topkwaliteit is dit bijna een must. En nadat de stam ca. 8 meter takvrij is, gaat u regelmatig en sterk dunnen. Bramen, netels en ruigte worden zelden hoger dan 1,5 meter dus zorg ervoor dat uw jonge aanplant zo snel mogelijk boven deze kritische hoogte uit
Het bestrijden van Amerikaanse vogelkers is in een aantal bosgebieden zeer moeilijk. De Amerikaanse vogelkers vormt vooral een probleem op zandgronden onder Grove den. Deze dennen zijn lichtboomsoorten en hebben dus veelal een ijle kroon die licht doorlaat naar de bodem. Van nature zouden hier allerlei halfschaduw- en schaduwsoorten kunnen groeien maar die zijn niet aange plant in de grote voormalige heidevlakten waar nu de dennen staan. De Amerikaanse vogelkers is een pionier die al op jonge leeftijd massaal zaad produceert en deze ‘lege’ plaatsen onder de dennen als eerste kan invullen. Het beheer van dennenbossen is momenteel dikwijls gericht op het sterk uitdunnen en/of het omvormen naar Zomereik via kaalkappen. Nog meer licht dus en nog meer Amerikaanse vogelkers. Het feit dat Amerikaanse vogelkers een pionier is en dus ook een lichtboomsoort, is gelukkig zijn zwak punt. Wanneer u het bos gesloten en donker kan houden met andere soorten, zal de Vogelkers zich nog amper kunnen verjongen. Volwassen exemplaren sterven trouwens spontaan
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
9
BOSIN FO
af in de schaduw. Een tip om de vogelkers met zijn eigen wapens te bestrijden, is hem afzagen op heuphoogte. Ook minder belastend voor de rug. De overgebleven stomp zal spoedig terug krachtig uitschieten met een toef takken, ook wel eens “pruik” genaamd. Die pruik neemt het licht weg van de eigen zaailingen. Als u de pruik nu jaarlijks of om de 2-3 jaar in volle zomer terug afzaagt of afkapt (in elk geval voor dat hij opnieuw zaad maakt) raakt de moederplant uitgeput en legt vroeg of laat het bijltje er bij neer. Na enkele jaren is de zaadvoorraad in de bodem uitgeput en bent u van de vogelkers verlost. Deze “pruikenmethode” werkt alleen goed in bossen met een dichte vogelkersbegroeiing die toch ca. een arm dik is. En u heeft er geen gif voor nodig. In bossen met veel schaduwsoorten vormt Amerikaanse vogelkers geen probleem. Beuk werkt op de meeste gronden. Andere soorten die het licht wegvangen van de Amerikaanse vogelkers zijn esdoorn, linde, Haagbeuk, hazelaar, Boskers, Inlandse eik, Tamme kastanje, … U plant best groepsgewijs en in een vrij dicht plantverband (ca 2 x 2 m of dichter) voor het beste effect. Schiet er hier en daar toch nog een vogelkers door, dan is dat ook geen drama. Als deze een rechte stam heeft dan geeft u hem als lichtboomsoort bij iedere dunning be hoorlijk veel licht. De vogelkers ontwikkelt zich dan als een normale boom in plaats van een paraplu. Met een beetje zorg en geluk verkoopt u dan vroeg of laat waardevol kersenhout. Doe dit wel alleen in een gemengd bos met veel ondergroei van halfschaduwen schaduwsoorten. In dat geval zal de Amerikaanse vogelkers zich niet verjongen. Kijk ook eens of uw buurman geen waarde vol heideterrein probeert te onderhouden. (Meer info ook op www.vogelkers.nl). Een vergelijkbaar geval als de Amerikaanse vogelkers is de Valse acacia (Robinia pseudoacacia). Een ware pestsoort met grote doornen voor open bossen en kapvlakten. Als pionier wordt hij echter snel in toom ge houden in evenwichtige gemengde bossen. Moeilijkere situaties doen zich voor in bossen waar ingevoerde schaduwsoorten aan
10
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
het woekeren slaan. De Amerikaanse eik is zowat de taaiste klant vanuit dit opzicht en ook de Tamme kastanje is niet altijd
Amerikaanse vogelkers als productie boom blijkt ook bij ons mogelijk. Hou wel rekening met de randvoorwaarden in deze tekst om problemen met de buren te voorkomen.
zo braaf als zijn naam doet vermoeden. Met extreme schaduwsoorten als Beuk en Douglas kan u deze wel onderdrukken, al is Douglas zelf een exoot die sterk kan uitzaaien. De meest evidente oplossing is om Tamme kastanje en Amerikaanse eik als hakhout te beheren. Elke 10 tot 20 jaar de zaag er in en waardevol brandhout oogsten vooraleer ze zaad beginnen dragen.
BO S I N FO
Het grondvlak als maatstaf voor de lichtregeling
Het grondvlak van een bomenbestand is een belangrijke maat in de bosbouw. Het is de som van alle stamdoorsnedes op 1,5 meter hoogte (borsthoogte). Grondvlak wordt uitgedrukt in m²/ha. Het is de beste maat om de bomendichtheid van een be stand te beschrijven, beter dan het stamtal of het volume hout per hectare. U kan het grondvlak berekenen door een proefvlak met bomen op te meten of via de zoge naamde Bitterlich-methode. We komen hier in de volgende editie van het Boomblad op terug. Ervaren bosbeheerders weten wanneer een bos moet gedund worden en hoe sterk dit moet gedund worden aan de hand van het grondvlak. Vb. Grove den wordt ge dund vanaf een grondvlak van 25-26m²/ha, na een gewone dunning blijft een grondvlak van 21-22m² over. Interessanter wordt het wanneer een verjongingskap moet gebeuren. Vanaf een grondvlak van 16 tot 18m²/ha komt er namelijk zo veel licht op de bodem dat massaal zaailingen kunnen opschieten. Wie veel lichtboomsoorten wil gaat voor een lager grondvlak of zelfs een kaalkap. Wie alleen schaduwsoorten wil verjongen, houdt het grondvlak hoog genoeg.
En wat als we niets doen?
Op termijn lijdt niets doen in een volwassen bos er toe dat de groei van een bos gecompenseerd wordt door de aanmaak van dood hout. De jaarlijkse aanwas bij de sterkere bomen gaat verloren bij de zwakkere bomen die afsterven uit lichtgebrek. Als bosbeheerder oogst u dus elk jaar dode bomen van slechte kwaliteit. U bent eigenlijk een teler van dood hout. Dit klinkt misschien erger dan het is maar hoe dan ook zitten vele Vlaamse boseigenaars (de meeste?) in deze situatie. De kern van het probleem voor de bosbeheerder zit hier niet in het afsterven van zwakke bomen maar in het feit dat ook de sterke bomen traag zullen groeien en door de zware onderlinge concurrentiedruk ge voeliger worden aan windval en ziektes. Bovendien bestaat de kans dat de meest waardevolle bomen (goede stamkwaliteit,
Bij nulbeheer ontstaat een situatie waarbij er evenveel dood hout als levend hout geproduceerd wordt. Dit is ideaal in reservaten maar minder gewenst in bossen met een productie functie.
interessante soort,…) afsterven ten koste van minder gewenste exemplaren. Zeker bij lichtboomsoorten kan het voorkomen dat het volledige bestand ziek wordt of tegen de vlakte gaat bij een storm. Dit is allemaal natuurlijk slechts een probleem wanneer u er van uitgaat dat uw bos hout moet produceren. Geen enkele boom vraagt om gekapt te worden en sommige eigenaars laten graag de natuur zijn gang gaan. In dit geval kunnen onder een dicht bos alleen nog schaduwsoorten zich verjongen. Uiteindelijk lijkt het dan logisch dat onze sterkste schaduwsoort, de Beuk, alles zal gaan domineren. Toch zijn er ook een aantal factoren die dit tegenwerken. Eerst en vooral zijn er stormen, ziektes en bosbranden waardoor grote gaten kunnen ontstaan waarin eerst weer de snellere lichtboomsoorten (pioniersoorten) zullen opkomen. Denk maar aan berken en wilgen. Ook zijn er uitheemse soorten die de concurrentie met de Beuk zeker aandurven (vb. Ame rikaanse eik, Douglasspar). Op echt droge en natte gronden heeft Beuk het moeilijk. En wie weet zorgen grote groepen reeën en herten er wel voor dat er plaatsen zijn waar er amper nog bomen kunnen opschieten.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
11
BOSIN FO
Overleven langs de IJzer: de zwarte populier
(Artikel door Clint Callens, coördinator Bosgroep IJzer en Leie vzw, op basis van een rapport van het INBO - Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) De Europese zwarte populier (Populus nigra) is bijna volledig uitgestorven in Vlaanderen. Natuurlijke populaties zijn volledig verdwe nen en de soort komt enkel nog voor onder vorm van relicten. De zwarte populier komt nog zeer beperkt voor langs de Dender en de Maas. Hij is vooral nog te vinden langs de IJzer waar enkele honderden exemplaren groeien. Aangezien spontane verspreiding niet lijkt te lukken, moeten er nieuwe aanplantingen gebeuren om de soort terug op gang te krijgen. Er zijn echter enkele problemen. Er is nog weinig genetische diversiteit in de resterende exemplaren en de soort kruist met andere populierensoorten.
Boom van het rivierbos
Door de toenemende aandacht van het be leid voor het herstel van de natuurlijke dynamiek van grote rivieren komt er ook spontaan herstel van het ooibos of rivierbos. Dit laatste is een zeer belangrijk ecosysteem omdat het niet alleen zorgt voor een gunstig leefgebied van talrijke planten en die ren maar tegelijkertijd ook de kracht van het water breekt, oevererosie voorkomt en omliggende woongebieden beschermt. De zwarte populier is een inheemse soort voor Vlaanderen en speelt een sleutelrol in dit ecosysteem want deze boomsoort is uitste kend aangepast aan hoge stroomsnelheden en overstromingen. Hij houdt zand en grindafzetting vast, hoopt terrein op en tempert de kracht van de rivier waardoor andere soorten kunnen verschijnen als Schietwilg (Salix alba) en Zwarte els (Alnus glutinosa).
De cultuurpopulieren hebben een sterkere groeikracht en rechtere stam (houtproductie!). Zwarte populier en cultuurpopulier (vnl. de Canadapopulier) zijn echter nauw verwant en kunnen dus kruisen. Zo is een veel voorkomende Canadapopulier een kruising tussen de Amerikaanse zwarte populier (Populus deltoides) en de Europese zwarte populier (Populus nigra). Wanneer een vrouwelijke inheemse zwarte populier bestoven wordt door een mannelijke Canadapopulier zal zij geen zuivere zwarte populieren voortbrengen. Het kruisingspatroon tussen zwarte populier en cultuurpopulier is zeer complex en afhankelijk van veel factoren. Wanneer dit echter frequent gebeurt is het heel waarschijnlijk dat zwarte populier als zuivere soort uitster ft. Ook de Italiaanse kaarspopulier (P. nigra cv. Italica), een zuilvormige, mannelijke zwarte
Soortzuivere genen
Populieren zijn tweehuizig: de boom heeft alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen. De bestuiving gebeurt door de wind. De meest aangeplante boomsoort in Vlaanderen die meteen ook het landschappelijk karakter bepaalt is de cultuurpopulier of Canadapopulier (Populus x canadensis).
12
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
Typisch grillig exemplaar op zijn natuurlijke groeiplaats direct langs de oever van rivieren.
BO S I N FO
populier afkomstig uit de Balkanregio, is een cultuurpopulier. Deze cultivar wordt veel aangeplant als windscherm rond stallen en kan kruisen met autochtone zwarte populieren. Die zaden die voortkomen uit de uitkruising zullen wel soortzuiver zijn maar de nakomelingen zullen een heel beperkte genetische diversiteit bevatten omdat de aangeplante Italiaanse kaarspopulieren ook allen genetisch identiek zijn (klonen).
Genetische diversiteit
Zwarte populier wordt aangeplant rondom poelen, rondom weilanden, als er fbeplanting of voor het herstel van kleine landschapselementen zoals hagen en houtkanten. Hierbij wordt meestal lokaal, streekeigen plantmateriaal gebruikt. Dit ge beurt via het planten van afgezaagde takken (ook ‘poten’ genoemd). Populieren kunnen op deze manier heel eenvoudig worden vermeerderd. Deze manier van vermeerde ren via stek of poten zorgt er voor dat de nakomelingen genetisch identiek zijn aan het ouderlijk exemplaar. Dit gebrek aan ge netische variëteit kan op termijn leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor ziekten en plagen (inteelt). Zelfs vermeerdering via zaden leidt tot hetzelfde probleem wanneer het ouderlijk materiaal genetisch weinig verschillend is.
Kenmerken van zwarte populier
Volwassen exemplaren hebben doorgaans onregelmatige vertakking en veelvuldige waterloten vaak in combinatie met knoestige knobbels op de stam. De jonge schors is licht van kleur en glad maar op oudere leeftijd wordt de schors zeer ruw met opvallende groeven. De Europese zwarte populier maakt talrijke kortloten op meerjarige twijgen. Er zit nogal wat bladvormvariatie binnen eenzelfde boom maar de meest karakteristieke bladeren vindt men terug op de kortloten, namelijk klein (< 10cm lang), ruitvormig blad, wigvormig aan de voet en spits uitlopend aan de top. Vrouwelijke bomen hebben bloemknoppen die naar buiten zijn gebogen, terwijl de mannelijke bomen aanliggende, dikke bloemknoppen
Ruitvormig blad en zaadpluis zwarte populier.
dragen. Heel typerend is de gevoeligheid voor de galvormende bladluis van het ge slacht Pemphigus, duidelijk te zien aan de gallen op de vervormde bladsteeltjes.
Hoe zit het in de IJzervallei?
Bij een onderzoek van 235 exemplaren in West-Vlaanderen werden enkel vrouwelijke exemplaren van autochtone zwarte populier gevonden. Deze vertegenwoordigden slechts twee genetisch verschillende individuen. De zaden die geoogst worden op zwarte populieren in de IJzervallei zijn meestal niet soortzuiver en afkomstig van kruisingen met cultuurpopulier. De genetische variatie van de zwarte populieren in de IJzervallei is dus veel te beperkt om uitsluitend lokaal materiaal (zaden en stekken) te gebruiken bij vermeerdering. Het is sterk aanbevolen om bij plantacties ook zwarte populieren aan te planten afkomstig uit andere valleigebieden (vb. Dender, Maas of uit Nederland en Frankrijk). Het is af te raden de Italiaanse kaarspopulier in grote aantallen aan te planten en best kan een afstand van ca. 1km tot cultuurpopulie ren gerespecteerd worden. De land- en tuinbouwschool van Poperinge kweekt autochtone zwarte populier in samenwerking met INBO. Jaarlijks bieden zij deze te koop aan. Contact via Patrick Trio, op 0477 59 30 49 of
[email protected]
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
13
BOSIN FO
Een poel vol leven
(Deze tekst is gebaseerd op een artikel uit 'de bosbode' editie april-mei-juni 2012) Poelen kunnen oases zijn van natuur in het landschap. In en rond goed functionerende poelen gonst het van het leven. Hierbij wordt vaak spontaan aan kikkers, padden en salamanders gedacht. Maar een poel herbergt zoveel meer dieren en planten. In dit artikel krijg je enkele handige tips voor aanleg en onderhoud. In een volgende editie bekijken we de dieren en planten in de poel.
De voorbereiding
Eén van de voornaamste vragen is uiteraard of er op de gekozen locatie een voldoende hoge waterstand is zodat de poel ook tijdens de zomer zijn water houdt. Bij sommige soorten worden de larven namelijk later op het seizoen geboren en voor hen is het vroegtijdig droog vallen van de poel dan ook nefast. Dat de poel uitzonderlijk (vb. tijdens een zeer droge zomer) eens in de nazomer opdroogt heeft dan weer het voordeel dat eventueel aanwezige vis ster ft. Vissen zijn nefast voor een gezonde, heldere poel. Ze woelen in de bodem en verorberen zowat alles wat enigszins nuttig is (planten, watervlooien, larven van amfibieën en insecten). Bij twijfel kan eventueel een proefputje van ruim 1m diep gegraven worden waarin men de grondwaterstand gedurende een jaar kan opvolgen. Voor de aanleg van een poel dient er altijd een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd. Wanneer het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt of wanneer het een ‘verdachte grond’ (lees: potentieel verontreinigde) betreft, dienen er bovendien ook een technisch verslag en een bodemrapport te worden opgemaakt. De beste periode voor de aanleg van een poel is uiteraard in een periode waarin de grondwaterstand laag is. In normale omstandigheden is dit in september.
De omgeving
De diversiteit aan planten en dieren die men in een poel aantreft hangt in hoge mate af
14
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
van de ligging en het beheer van de poel. De ideale situatie is dat de poel gelegen is in een zeer natuurlijke omgeving en dat er binnen een straal van maximaal 500m een aantal landschapselementen zoals een reeds bestaande poel, bosjes, heggen, ruigten, knotbomen of bermen aanwezig zijn. Verschillende amfibieën verblijven immers niet het ganse jaar door in de poel en gebruiken dergelijke kleine landschapselementen in de omgeving als winter- en/of tijdelijk zomerverblijf. Dit ‘dubbelleven’ vereist dat de levensvoorwaarden gunstig zijn in zowel de poel waar eieren gelegd worden en lar-
Structuurrijke poel met waterplanten en aangrenzende ruigtes.
ven zich ontwikkelen, als op het land waar vaak voedsel wordt gezocht of overwinterd wordt. Indien nodig kan men, waar moge lijk, de omgeving van de poel aantrekkelijker maken door het aanplanten van enkele struiken, houtkanten en/of knotbomen. Bijkomende schuilplaatsen kunnen gecreëerd worden door houtstapels en takkenwallen aan te leggen of door bepaalde zones weinig frequent (vb. elke 3 jaar) te maaien zodat ruigtes ontstaan. Het water moet uiteraard van voldoende kwaliteit zijn en mag niet vervuild worden
BO S I N FO
door oppervlaktewater uit overstromende grachten. De nabijheid van een reeds be staande poel of andere waterelementen (vb. vijver, grachtjes,…) met waterbewoners zal er voor zorgen dat de nieuwe poel sneller gekoloniseerd wordt. Aangezien bossen al een vrij hoge graad van natuurlijkheid hebben en sommige nattere bosgebieden soms nog (relict)populaties van amfibieën herbergen, kan de aanleg van een bospoel in sommige gevallen een belangrijke meerwaarde betekenen voor de natuur. Hierbij dient er wel over gewaakt te worden dat de poel voldoende zonlicht kan ontvangen en kan het aangewezen zijn de omgeving van de poel (vnl. aan de zuidwestzijde) open te maken door enkele bomen te kappen.
Opbouw en afmetingen van de poel
Ook de opbouw van de poel zelf, bepaalt mee welke soorten er zich thuis zullen voe len. Belangrijk is dat de poel ook gedurende de zomer voldoende water houdt. De maximum diepte van de poel bedraagt best ongeveer 1,5 m. Op die manier blijft de poel meestal gans het jaar door water houden en gaat de poel niet tot op de bodem dichtvriezen. Sommige soorten zoals de groene en bruine kikker overwinteren immers in de poel. De oppervlakte van de poel is minder belangrijk, maar een poel van zo’n 200m² is ideaal. Cruciaal voor een goede poel zijn de ondiepe zones met daarop aansluitend een ‘plas-dras’ zone (moeraszone) op de oevers. Veel poelorganismen leven op deze overgangszones die ook de groeiplaats zijn van heel wat waterplanten. De zonbeschenen oever (= noordwestelijke oever) moet een zacht glooiende hellingsgradiënt hebben met een helling van 5cm tot maximaal 25cm per meter. Deze ondiepe zones warmen in het voorjaar door het zonlicht sneller op en vormen geliefkoosde plekjes voor de opgroeiende larven. In het kader van dit opwarmingsproces is het aangewezen dat de poel voldoende zonlicht kan ontvangen en toch minstens enkele uren per dag rechtstreeks beschenen wordt.
Aanleg of ruimen kan gesubsidieerd worden via de Bosgroepen en Regionale Landschappen.
Onderhoud
Afgestorven plantmateriaal verzamelt zich op de bodem van de poel jaar na jaar. Dit natuurlijk proces heet ‘verlanding’ en zorgt er voor dat de poel dichtgroeit en het open water geleidelijk verdwijnt. Om dit proces tegen te gaan kan men de oevervegetatie periodiek maaien waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Soms kan het ook nodig zijn om de poel te ruimen waarbij het slib en/of de waterplanten worden verwijderd. Dergelijke ingrepen brengen steeds een grote verstoring met zich mee. Daarom is het aangewe zen deze ruimingswerken gefaseerd uit te voeren en steeds slechts een deel van de poel te ruimen. Na verloop van tijd kan het ook nodig zijn om beheerwerken uit te voe ren in de onmiddellijke omgeving van de poel. We denken hierbij aan het om de 2 à 3 jaar maaien van de ruigte aansluitend op de poel of het afzetten van de struiken of knotbomen rond de poel wanneer deze voor teveel schaduw zouden zorgen. Boseigenaars die overwegen een poel aan te leggen of vragen hebben in verband met het beheer van een poel kunnen contact opnemen met de Bosgroep. Via samenwerking met de Regionale Landschappen werd onze dienstverlening op dit vlak nog verbeterd.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
15
NIEUW S U I T BO S G RO E P H O U T L AN D
10 jaar Bosgroep Houtland Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van de Bosgroep Houtland organiseren wij met enke le partners een nieuwe brandhoutdag. Meer dan 15 demonstraties van professionele lesgevers en zeker 20 standhouders van bedrijven met al het nodige materiaal, van snoeischaren tot pelletkachels. De dag afsluiten doe je in onze bar. Programma via www.bosgroephoutland.be Wie zelf in de sector actief is en met een eigen stand op de beurs wil staan, kan contact opnemen met de vzw Bosgroep Houtland. Wie hout wenst te kopen via de openbare brandhoutverkoop kan vanaf begin november een catalogus opvragen bij de Bosgroep Houtland.
Wandeling 'Houtproductie' in Tillegembos Wanneer: Zondag 18 november 2012 om 14.30u. Waar: Parking Witte Molenstraat te Sint-Michiels (Brugge). Gidsen: Jan Goris (Bosgroep Houtland) en Koen Maertens (ANB).
16
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
N I E U W S U I T BO S G RO E P H O U T L AND
Zomeravond 'Landgoed van 't Veld' Ter gelegenheid van 10 jaar Bosgroep Houtland zijn er dit jaar wat extra’s voor onze leden (zie ook de brandhoutdag op 25 november). Zo was er op dinsdag 19 juni 2012 een bezoek aan het landgoed van onze voorzitter. In de vorige editie van het Boomblad werd dit domein ‘ Van ’t Veld’ voorgesteld. Zeventig leden waren van de partij. Bijgevoegde foto’s getuigen van de gezellige en leerrijke bijeenkomst.
Publieke consultatieronde UBP Sint-Andriesveld Het uitgebreid bosbeheerplan (UBP) voor het Sint-Andriesveld ligt van 1 tot 31 oktober ter inzage bij de vzw Bosgroep Houtland, Kasteel Tillegem, Tillegemstraat 81, 8200 Brugge. Maandag tot en met vrijdag van 8.30u tot 12.30u of op afspraak via 050 40 70 23. In deze periode kunnen opmerkingen en/of bezwaren schriftelijk gericht worden aan de Bosgroep. Het plan behandelt het voorziene bosbeheer in 21 verschillende privé -eigendommen (190ha) voor de komende 20 jaar. Het gebied situeert zich tussen de dorpskernen van Loppem, Snelle gem en Zedelgem. De drie grootste deelgebieden zijn Landgoed van ’t Veld, Sint-Andriesabdij Zevenkerken en Domein Ter Heide. Aandachtspunten zijn o.m. het herstellen van de Europees beschermde loofbossen en heidevegetaties en het produceren van kwaliteitshout met standplaatsgeschikte bomen (o.a. Beuk, Zomereik, Grove den maar ook ‘uitheemse’ soorten als Douglas, Lork, Tamme kastanje en Corsikaanse den). Het beheerplan voldoet aan de Vlaamse criteria voor duurzaam bosbeheer. Zo zal het aandeel inheemse bestanden toenemen van 63ha tot 88ha. De oppervlakte open plekken met natuurgericht beheer neemt toe van 4,6ha tot 9,9ha en meer dan 3km bosranden worden ingericht. Er is geen verdere openstelling voor publiek voorzien dan de huidige, o.m. vanwege de hoge natuurwaarden, de privésfeer van de bewoners en de rust voor de abdij.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
17
NIEUW S U I T BO S G RO E P I JZ E R E N L E I E
Verslag van de Algemene Vergadering De Bosgroep IJzer en Leie mag ook dit jaar met trots terugblikken op een geslaagde Algemene Vergadering die op 12 mei doorging in het dorpshuis Jonkershove te Houthulst. Na de gebruikelijk formele voorstelling van het jaarverslag, de resultatenrekening, de planning en de begroting werd de voormiddag afgesloten met 2 heel interessante lezingen respectievelijk rond vleermuizen in bos en de avifauna van de West-Vlaamse bossen. Ten slotte kon elkeen genieten van een receptie met een smakelijk hapje en een drankje …
Voorzitter Benoit de Maere d’Aertrycke gaf zijn openingsspeech ...
Het formele gedeelte van de Algemene Vergadering werd verzorgd door de coördinator.
Ook de tweede lezing over avifauna gegeven door Rudi Debruyne, oogstte veel interesse.
Bij wijze van afsluiting kon iedereen nog wat napraten en genieten van de receptie ...
18
Boomblad JULI/AUGUSTUS/SEPTEMBER 2012
Floris Verhaege, expert fauna en flora van het ANB, gaf een boeiende lezing over vleer- muizen.
N I E U W S U I T BO S G RO E P I JZ E R E N L E IE
Terugblik op de cursus bosflora Op 4 mei vond de cursus ‘bosflora’ van Inverde plaats in het St. Arnoldus te Tiegem en het privé -bos van bosgroeplid Christophe Dewaele in het Hellebos. Aan deze cursus die de Bosgroep IJzer en Leie heeft aangeboden, hebben 16 personen deelgenomen. Eerst werd in het lokaal ‘De Boomklever ’ van het St. Arnolduspark een presentatie gegeven waarbij de deelnemers een korte inleiding verkregen tot de vegetatiekunde en een theoretische kennismaking met enkele in Vlaanderen voorkomende bosplantengemeenschappen. Per bosplantengemeenschap werden telkens verschillende kenmerken toege licht zoals vochtigheidsgraad, bodemtype, voedselrijkdom, leeftijd, voorkomen in Vlaanderen, bijhorend beheer en uiteraard de typisch voorkomende bosplanten. Na de theorie volgde een even interessante excursie in het bos waarbij het herkennen van allerhande bosplanten werd ingeoefend om dan uiteindelijk de voorkomende bosplantengemeenschap te kunnen determineren. Met sympathieke bosplanten zoals boshyacint, salomonszegel, muskuskruid, boswederik en anderen in bloei in combinatie met een zachte lentezon was dit de ideale moment om onze kennis van de kruidachtige bosplanten wat bij te schaven en dat hebben we ook gedaan.
Wellicht vervolgcursus bomen en struiken herkennen! Op donderdag 21 juni is de cursus ‘bomen en struiken herkennen in een oogopslag’ o.l.v. Alexandra Manaert van Inverde doorgegaan in de regio Bellegem. Na een boeiende theoretische presentatie tijdens de welke de be langrijkste inheemse bomen en struiken en ook enkele exoten besproken werden met de nadruk op soortherkenning, standplaatsvereisten en (hout)gebruik, werd een terreinexcursie in de namiddag uitgevoerd in het prachtige oude bos van bestuurslid Bernard Boes. Het enthousiasme van de docente, de bijzondere interesse onder de aanwezigen, de warme ontvangst van Bernard Boes en het ondanks de dreigende voorspellingen goede weer mogen ons doen besluiten dat dit een zeer geslaagde cursus was. Er werd bovendien al meteen de vraag gesteld om de cursus ‘bomen en struiken herkennen in de winter ’ eveneens te organiseren. Onze Bosgroep zal dan ook komende winter u dit trachten aan te bieden.
Boomblad JUlI/augustus/september 2012
19
BOSGROEPEN IN WEST-VLAANDEREN Legende Openbare bossen Privébossen Bosgroep IJzer en Leie Bosgroep Houtland
Bosgroep Houtland vzw
Bosgroep IJzer en Leie vzw
Streekhuis Kasteel Tillegem Tillegemstraat 81 8200 Sint-Michiels (Brugge) Tel.: 050 40 70 23 Fax: 050 40 31 41 of 050 38 71 00 E-mail:
[email protected] Website: www.bosgroephoutland.be en www.bosgroepen.be BT W: BE 0866.482.291
Bezoekerscentrum De Palingbeek Vaartstraat 7 8902 Zillebeke (Ieper) Tel.: 057 23 08 54 Fax: 057 23 08 51 E-mail:
[email protected] Website: www.bosgroepen.be
Coördinator: Jan Goris
Coördinator: Clint Callens
Ondern.-nr.: 0816.706.346
DE WEST-VLAAMSE BOSGROEPEN WORDEN GESTEUND DOOR: