De IJZER Hydrografie De totale oppervlakte van het stroomgebied van de IJzer bedraagt 1101 km², waarvan eenderde in Frankrijk is gelegen (Heylen, 1997). T weederde van het IJzerbekken ligt op Belgisch grondgebied. T en westen vormt een heuvelrug de scheiding met het stroomgebied van de Aa. T en noorden wordt het bekken begrensd door de strand- en duinstrook van de Noordzeekust en ten zuiden vormt een keten van heuvels de scheiding met het Leiebekken. Het brongebied van de IJzer ligt in Noord-Frankrijk. Van stroomopwaarts tot stroomafwaarts zijn de volgende zijbeken de belangrijkste - de Heidebeek: mondt uit t.h.v. de franse grens, 8650 ha - de Haringsebeek: mondt uit op de grens tussen Roesbrugge en Stavele, 1650 ha - de Poperingevaart: mondt uit in Oostvleteren-Elzendamme, 11000 ha de Boezingegracht mondt uit t.h.v. het Westbroek, 2300 ha - de Kemmelbeek mondt uit t.h.v. Reninge, 8000 ha - het kanaal Ieper-IJzer staat in open verbinding met de IJzer aan de Knokkebrug te Merkem, verderop monden de Ieperlee, 9600 ha en de Martjesvaart/St.-Jansbeek, 10100 ha uit in dit kanaal - de Rone- en de Steenbeek monden beiden uit in de Blankaartvijver die dan verder afwatert via de Houten- en Stenensluisvaart in de IJzer te Woumen 6660 ha - de Handzamevaart stroomt t.h.v. Diksmuide in de IJzer, 16950 ha - t.h.v. Fintele staat de IJzer m.b.v. een sluis/stuw in verbinding met de Lovaart. Dit kanaal kan in periodes met hoge debieten een gedeelte van het IJzerwater afvoeren naar Nieuwpoort. Bij het dorpje Fintele ontmoet je de Lovaart en bij de idyllische Knokkebrug het Ieperleekanaal.
De IJze r ts Diksmuide en Nieuwpoort De IJzer voert je door een verrukkelijk landschap, aan de rechterzijde heeft men een prachtig vergezicht op de IJzerbroeken. Door de ornithologisch waarde kregen deze IJzerbroeken een internationaal beschermingsstatuut als Ramsar- en EU-vogelrichtlijngebied. De IJzerbroeken (4000 ha) zijn ook het natuurlijke waterbekken van de IJzer bij grote neerslag. Zo wordt een te grote watertoevoer en eventuele overstromingen vermeden meer stroomafwaarts.
De IJze r tussen Knokke brug en Diksmuide Enkele kilometer verder komt men in Diksmuide waar de Handzamevaart in de IJzer samenvloeit. De totale lengte van de IJzer is zeventig kilometer, waarvan veertig in België. De normale waterstand (TWA) bedraagt 3.14 meter boven de zeespiegel, dit waterpeil is nodig om scheepvaart mogelijk te maken, en wordt opgemeten op deze plaatsen: Roesbrugge - De Fintele - Diksmuide - Keiem- Nieuwpoort. De waterstanden van deze rivier kan men opvragen bij het sluizencomplex achterhaven van Nieuwpoort. Bij Nieuwpoort stroomt de IJzer in de Noordzee. He ngelen op de IJzer
Het visbestand op de IJzer bestaat hoofdzakelijk uit een gemengd assortiment, de laatste jaren is het visbestand zodanig aangegroeid dat deze rivier als één van de betere viswaters is van de Westhoek. Dit is te danken aan de waterkwaliteit die de laatste 20 jaar sterk is verbetert, dit door de waterzuivering programma's van Aquafin en de V.M .M . die algemeen worden toegepast in de Westhoek. De rivier de IJzer is een heel goed hengelwater die echter niet altijd gemakkelijk te bevissen “hoge waterafvoer” is omdat de IJzer een rivier is en heel veel water uit de streek afleidt naar zee Blankvoorn, rietvoorn, karper, brasem en paling zijn het talrijkst aanwezig. Roofvis is misschien wat minder vertegenwoordigd, maar hier is er ook een positieve evolutie, vooral door de snoekbaars. Deze visstand biedt heel wat mogelijkheden voor de hengelaar. Karpervissen, witvishengelen, roofvishengelen en het palingvissen met de peur zijn disciplines die over de volledige lengte van deze rivier worden beoefend. Visbe standsopnamen 2005 op de IJze r
In 2000 en 2001 werden samen 20.000 snoekbroedjes, 3000 zesweekse snoeken 100 kg blankvoorn, 100 kg rietvoorn 200 kg zeelt, 135 kg karper en 650 kg winde bepoot. In 2002 werd 100 kg blankvoorn, 150 kg rietvoorn en 100 kg winde bepoot. In 2005 werden enkele weken na de afvissingen grondels uitgezet. Ter compensatie van de vissterfte van juli 2005 werden eveneens 400 éénzomerige snoeken en 200 driejarige spiegelkarpers uitgezet. De uitzettingen op de IJzer zijn aldus marginaal te noemen. De IJzer is een rivier die niet minder dan 24 soorten herbergt en waarin kolblei, blankvoorn, paling, brasem,baars en karper de dominerende vissoorten zijn. De overige soorten komen in veel mindere mate voor. Ten opzichte van 2001 zijn de belangrijkste verschillen de sterke afname van het riviergrondelbestand, de toename van de soortendiversiteit en visdensiteit in de meest stroomopwaartse gebieden en
de toename van het kolbleibestand (maar dit kan evengoed te wijten zijn aan de gebruikte vistechnieken, zie hierboven). Ook wordt de verontreinigingsgevoelige en in Vlaanderen zeldzame kleine modderkruiper nu al op de drie meest stroomopwaartse locaties op de IJzer gevangen en wijzen hier nog eens op het belang van het behoud of een verdere verbetering van de waterkwaliteit. De grotere visdensiteit en diversiteit in de meer natuurlijke zone versus de genormaliseerde trajecten met verstevigde oevers wijzen dan weer op het belang van het behoud van deze grotere structurele diversiteit. Vissers meldden in 2005 de vangst van één kopvoorn in het spaarbekken te Nieuwpoort. Enkele alvers werden op het stroomopwaarts gelegen traject (Stavele tot de grens met Frankrijk) door vissers gevangen. Dit is het vermelden waard, vermits de alver in het verleden namelijk een trouwe gast was in het IJzerbekken. De sporadische vangst van de alver wijst op een voorzichtig herstel van deze soort. He ngelstoe pen In het voorjaar 2004 werden 15 hengelstoepen aangelegd op de IJzer ter hoogte van St-Jacobskapelle te Diksmuide. Deze hengelstoepen zijn er gekomen op aandringen van Hengelbelangen IJzervallei, met dank voor de opvolging door de PVC West-Vlaanderen en financiering en uitvoering door AWZ.
Heel mooie constructie en wat ons betreft heel geslaagd aangelegd kwestie van hoogte boven het water en soort constructie. Eveneens werden er op de rechteroever van de IJzer ter hoogte van de Beerstblotestraat 20 betonnen hengelstoepen aangelegd. Ook deze hengelstoepen zijn er gekomen op aandringen van Hengelbelangen IJzervallei, met dank voor de opvolging door de PVC West-Vlaanderen en financiering en uitvoering door AWZ. Bronge bie d van de IJzer De echte oorsprong van de IJzer is niet op één plaats aan te tonen. Zoals de meeste andere rivieren ontstaat de IJzer uit een samenvloeiing van meerdere kleinere beekjes. Dit gebied bevindt zich in Noord-Frankrijk een tiental kilometer ten noorden van Saint-Omer tussen de dorpjes Lederzeele en Broxeele. Een ondoordringbare kleilaag zorgt ervoor dat het neerslagwater niet te diep in de ondergrond kan doordringen.
Stroomafwaarts 5 km nabij Broxeele Als we de IJzer stroomopwaarts volgen, staat nabij het dorpje Broxeele voor het laatst de naam Yser naast een kleine beek vermeld. Nog meer stroomopwaarts vertakt die beek zich in een aantal naamloze grachten, waarvan één de IJzer zou moeten zijn. Als we de arm aanhouden met de langste loop, de grootste hoogteligging, het grootste afvoerbekken en het grootste debiet, komen we aan de Haeneberg (35m) nabij het gehucht Le Long Champ in de gemeente Lederzeele. De belangrijkste zijbeken van deze rivier op Frans grondgebied zijn de Heidebeek en de Peene Becque. Nabij de grensstreek is de IJzer ongeveer tien meter breed. Monding van de IJze r De IJzer mondt uit in de Noordzee via het sluizencomplex van Nieuwpoort, de Ganzepoot genoemd. Dit kreeg deze naam door de vorm van dit sluizencomplex, hij heeft maar liefst zes armen of tenen.
De havengeul van de IJzer kun je als de poot beschouwen, daaraan hangen vast van noord naar zuid en van oost naar west: het Nieuw Be delf, het Kanaal Nieuwpoort-Plassendale , de Kreek van Nieuwendamme, de IJze r, de Vaart van Veurne Ambacht en het Kanaal Nieuwpoort-Veurne . Op de IJzer, het Kanaal Nieuwpoort-Plassendale en het Kanaal Nieuwpoort-Veurne is er scheepvaart. Vandaar dat deze echte sluizen hebben die het waterpeil regelen. De drie andere zijn afwateringskanalen, ze hebben geen echte sluizen maar eerder een uitlaatklep. T ussen het sluizencomplex Ganzepoot en de Noordzee heeft men een gebied van brak water, een samenstelling van zout water uit de zee en zoet water aangevoerd uit het binnenland. Bijzonder aan een dergelijke monding is de ontmoeting van twee verschillende werelden ; slikken (die tweemaal daags bij vloed overstromen) ; schorren (die alleen bij springvloed overspoeld worden). Zo komt het zoute water van de Noordzee, onder invloed van de getijdenwerking, dagelijks in kontakt met het zoete water dat vanuit het binnenland wordt aangevoerd. Dit samenspel van zout en zoet water zorgt voor een bijzondere fauna en flora, die zich steeds in ander milieu moet aanpassen. We vinden nergens een groter soortenrijkdom aan langs de kust, behalve in het Zwin. Per vierkante meter leven er zo'n 20 à 30.000 bodemdieren, een verzameling schelpen, wormen, slakken en kreeftachtigen. Men treft hier allerlei waadvogels aan. Dit gebied is niet alleen belangrijk als voedselplaats voor deze vogels, het is tevens een hoogwatervluchtplaats. Steltlopers die bij eb voedsel zoeken op de slikken, troepen bij hoogwater in grote getallen samen op de oevers van dit gebied. De IJzermonding is een beschermingszone voor vogels als Europese-vogelrichtlijngebied. Onstaan van de IJze rvallei De Noordzee speelde een grote rol in het ontstaan van de IJzervallei. T ijdens de IJstijd lag het zeepeil honderd meter lager dan het huidige. Op het einde van de ijstijd ongeveer 10.000 jaar geleden werd het klimaat warmer, daardoor smolt het ijs en steeg de zeespiegel, zo werd er steeds meer land ingenomen. Ongeveer 7000 jaar geleden liep de Noordzee in op de Vlaamse kustvlakte, dit noemde men de Flandrische transgressie. Laag België verdween hierdoor onder water. Door het verlanden en indijken trok het water zich geleidelijk terug, na elke vloedgolf bleef er zand en klei achter. Vijfduizend jaar geleden ontstonden er door deze afzetting van klei en zand zandplaten die geleidelijk aan een duinengordel vormden. Deze duinengordel werd nog verschillende malen doorbroken door getijdengeulen. Een voorbeeld van zo'n geul lag tussen Koksijde en Oostduinkerke, zo onstond de stad Koksijde. Een ander voorbeeld van een dubbele getijde geul lag ter hoogte van Nieuwpoort. De éne liep van Wulpen, Lampernisse, Lo, Fintele en de andere geul liep van Schore naar Gistel. Deze geulen werden voortdurend gewijzigd onder invloed van grote overstromingen. Na de laatste overstroming, de Duinkerke-3-transgressie, in de elfde en de twaalfde eeuw werd door systematische indijking (Oude Zeedijk) ongeveer 260.000 hect. land ingewonnen. Er volgde nog een grote overstroming in 1570 waarbij veel schade werd aangericht in de IJzervlakte. Vele grachten en vaarten kregen toen hun ontstaan. Door de eeuwen heen verminderde het zoutgehalte van de vele overstromingen in de opgeslibte lagunes, hierdoor ontstond een rietvegetatie, dat zich langzaam ontwikkelde tot een uitgestrekt kustveenmoeras, die omstreeks 4200 jaar geleden het toenmalige kustgebied bedekte. T ussen 3300 en 3000 jaar geleden kwam er aan deze begroeiing een einde door een nieuwe transgressie: een plotse stijging van het grondwaterpeil en verzilting. Ongeveer 2000 jaar geleden werden er door krachtige stormwinden een gedeelte van de beschermende duinen weggeslagen, het brakke water kwam hierdoor langs de getijdengeulen binnen en overspoelde het veengebied. Dit veen vermengde zich met de ondergrond, evenwel zonder te rotten. Zo ontstonden de vele veengebieden na terugtrekking van de vele overstromingen. Dit veen werd nog tot de twintigste eeuw opgegraven en dit meestal voor goedkope brandstof. Op vele plaatsen in dit gebied kan men de vroegere ontginningen nog duidelijk zien door de iets lager gelegen percelen in het landschap De Blankaartvijve r in Woumen
De Blankaartvijver in Woumen is ontstaan door turfontginning. De kern van het erkend natuureservaat “ De Blankaart” van Natuurpunt vzw, bestaat uit een vijver (60ha) en rietmoeras (20ha) en laaggelegen hooilanden in de onmiddellijke omgeving. De naam “ Blankaart” houdt hoogstwaarschijnlijk verband met ‘blank’ of onder water staan. De vijver ontstond rond 1550 door turfontginning. De vogelrijkdom kun je vanuit twee kijkhutten bewonderen Knokke brug Een kleine twee kilometer voorbij de Blankaart kom je aan bij de Knokkebrug. Op het punt waar de grenzen van drie gemeenten samenkomen Diksmuide, Lo-Reninge en Houthulst en waar het Ieperleekanaal in de IJzer uitmondt is een ophaalbrug gebouwd. Voor het bruggetje staat een bord met uitleg over het Fort Knocke.
De Spanjaarden bouwden het fort aan het einde van de 16de eeuw tegen de aanvallen van de hervormingsgezinden, het was het belangrijkste militair bolwerk in de IJzervallei. De versterking was strategisch ingeplant op de samenvloeiing van de Ieperlee met de IJzer en beheerste zo het waterwegennet in de Westhoek. Later werd het onder verschillende bezetters verbouwd en uitgebreid. Zo gaf Lodewijk XIV aan zijn bekende bouwheer Vauban de opdracht om er een stervormig bastion van te maken. De Oostenrijkse keizer Jozef II gaf in 1782 de opdracht om dit bastion af te breken. Het sterrenpatroon van deze vesting kan men nog terug vinden in het landschap.
Monding Ie pe rleekanaal in IJzer ter hoogte van Knokke brug
O ve rzicht van de e volutie van he t IJze rbekken - Pleistoceen: (2-miljoen tot 10.000 jaar geleden). IJstijden. Vorming Vlaamse Vallei. Ontstaan van rivierterrassen. - Holoceen:( 8500- 7500 jaar geleden). Begin van de veengroei. Atlanticum: (7500-4500 jaar geleden). Flandrische transgressies. Aftapping bovenloop IJzer via Golf van Duinkerke. Kustvlakte is veenmoeras, doorsneden met getijdengeulen. Benedenloop volgt getijdengeul en mondt in de omgeving van Veurne in zee uit. - Subatlaticum: (2600 jaar geleden-nu). 2de eeuw v.Chr.-1ste na Chr: Duinkerke-1 transgressie. Oude Duinen worden weggeslagen. -1ste eeuw - 4de eeuw : Romeinse Regressie fase. Ontwikkeling Middeloude Duinen. - 4de eeuw - 8ste eeuw : Duinkerke-2-transgressie. Middeloude Duinen worden afgebroken. IJzerloop verlegt zich naar het oosten en mondt in de omgeving van Nieuwpoort in zee uit. - 8ste eeuw -11de eeuw : Karoligische regressiefase. Vorming van Jonge Duinen. -11de eeuw -12de eeuw : Duinkerke-3-transgressies -In de 13de eeuw bestond het mondingsgebied van de IJzer uit twee geulen, gescheiden door twee zandplaten. Omstreeks 1300 werd de westelijke geul drooggelegd, de IJzer kwam in zijn huidige bedding te liggen, ter hoogte van de nu bestaande havengeul. .Handzame vallei Deze Handzamevallei is in feite een kopie van de IJzerbroeken. Dit gebied werd ook eeuwenlang door winteroverstromingen overspoeld. Nog meer dan in de IJzervallei heeft men hier geprobeerd dit onder controle te krijgen. De Handzamevaart werd bijna volledig gekanaliseerd, alleen vanaf het dorpje Werken toont deze waterloop nog zijn typische meanderend verloop. Door zijn ornithologische waarde werd in 1988 de Handzamevallei aangegeven als één van de 23 Europese-vogelrichtlijngebieden in Vlaanderen. Sedert 1991 maakt hij ook deel uit van het Ecologisch Impulsgebied IJzervallei. He t he rstelplan voor de Handz ame vallei Werkgroep Handzamevallei, onderdeel van Natuurpunt afd. IJzervallei en Natuurfonds Westland vzw Het natuurlijk karakter van de Handzamevallei is een laaggelegen waterrijk gebied, voornamelijk bestaande uit hooien weilanden, overstroombaar en in de vallei zelf dus met weinig bebouwing (tenzij op een terp of een ander hoger gelegen stuk). De voorbije 15-20 jaar kreeg de natuur in de vallei een paar rake klappen: flinke stukken van de Handzamevallei/Krekebeek werden rechtgetrokken, laagtes opgevoerd, de waterkwaliteit was rampzalig en het waterpeil werd veel te laag gehouden om in de meeste valleizones een goede natuurkwaliteit te waarborgen. Er is nood aan een herstelplan voor de Handzamevallei. Niet enkel in het belang van ‘de natuur’ maar eveneens voor de mensen die rond de vallei en dus in o.m. Kortemark en Handzame wonen. De vallei biedt natuur, recreatie, ruimte voor landbouw maar ook veiligheid tegen overstromingen. De broeken leveren immers een uiterst belangrijke ‘veiligheidsdienst’ aan de bewoners: het waterbergend vermogen van de vallei is de beste garantie tegen overstromingen van de woonkernen.